Nederland

Gebied
Jan Rock (2023, herwerking), Joris Dedeurwaerder / Karel De Clerck (1998, aanvulling)

Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende manieren vorm en was er discussie over de vraag hoe de politieke overheden die moesten formaliseren of institutionaliseren.

Bovenliggend gebied
Europa
Leestijd: 63 minuten

Nederland was voor de Vlaamse beweging altijd nabij, maar waar overeenkomsten werden benadrukt, werden telkens ook verschillen duidelijk. Over de territoriale grens tussen Nederland en België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
werd nog tot na de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
onderhandeld; over de Schelde, kanalen en andere gedeelde infrastructuur nog langer. Al in de periode van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830) was het idee ontstaan dat beide landen verenigd konden worden door taal Taal
De ontwikkeling van het Nederlands vormde tot diep in de 20ste eeuw een fundamenteel aandachtspunt in de Vlaamse beweging. De wijze waarop het geschreven en gesproken Nederlands gehanteer... Lees meer
- en cultuurpolitiek. Dat idee bleef sindsdien steeds weer opduiken, bijvoorbeeld in de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen Nederlandse Congressen
De Nederlandse Congressen waren gemeenschappelijke (culturele) ontmoetingen van Vlamingen en Nederlanders in Vlaanderen en Nederland die met onderbrekingen werden georganiseerd sinds 1849... Lees meer
en het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
. Ten tijde van de twee wereldoorlogen werd deze cultuureenheid opnieuw een politiek doel, zowel voor Belgische vluchtelingen en ballingen in Nederland als voor aanhangers van de intellectuele Groot-Nederlandse gedachte. Na 1940 werd er een gemeenschappelijke cultuurpolitiek evenwel gevoerd via intergouvernementele verdragen, de Benelux Benelux
Het begrip Benelux verwijst naar de intergouvernementele samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg na de Tweede Wereldoorlog. Het concept kon op verschillende tijdstippen op bijz... Lees meer
en de Taalunie Nederlandse Taalunie
Lees meer
. Recente ontwikkelingen in de commerciële media maken intussen opnieuw duidelijk dat ook binnen gedeelde Vlaams-Nederlandse kaders differentiatie blijft terugkeren.

De relatie tussen Vlaanderen en Nederland is, in de geschiedenis van de Vlaamse beweging, vooral een relatie van nabijheid. In elke periode van deze geschiedenis hebben verschillende groepen telkens andere aspecten van deze nabijheid benadrukt. Terugkerende punten waren de soms zelfs militaire afbakening tussen beide territoria, of juist hun onderlinge economisch-infrastructurele verknoping; de eenheid van taal en geschiedenis, of juist de onderlinge culturele verscheidenheid; de individuele uitwisseling tussen burgers en de mate waarin politieke overheden die zouden moeten steunen of formaliseren. Andere aspecten van de verhouding tussen Nederland en Vlaanderen zijn het bespreken waard, maar omdat territorium, taal en cultuurpolitiek bepalende begrippen zijn in de klassieke geschiedenis van de Vlaamse beweging, worden ze hier gebruikt om de veranderlijke nabijheid van Nederland en Vlaanderen in dat licht te bezien.

Vóór 1830: Twee nationaliseringsprocessen

In de 18de eeuw was het goed mogelijk om de gebieden die nu Vlaanderen Vlaanderen
Lees meer
en Nederland zijn, als een eenheid te zien: er waren beelden en woorden voor. Al sinds de twaalfde eeuw konden die gebieden worden aangeduid met namen als ‘Nederland’, ‘de Nederlanden’, ‘de Lage Landen’, ‘Belgium’ of ‘Vlaanderen’ en de taal die er werd gesproken met ‘Nederduits’, ‘Diets’ of ‘Vlaams’. In atlassen verschenen al lang kaarten van het gehele gebied, meestal vormgegeven als een leeuw, de Leo Belgicus. De werkelijkheid was echter minder eenvormig. De scheiding tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Oostenrijkse Nederlanden en het Prinsbisdom Luik, met het graafschap Loon, was onmiskenbaar geworden. Ze groeide zelfs nog in de loop van de 18de eeuw. De Republiek stelde een economische boycot in tegenover de Oostenrijkse landen, die zij als veroverd gebied beschouwde, en een zware belasting op de Scheldevaart naar Antwerpen. In de Oostenrijkse landen ontstond nu juist een besef dat ze een eigen historische ontwikkeling hadden meegemaakt, los van de Republiek en verbonden aan het Habsburgse gezag – zoals Jean des Roches en andere historici aan de Keizerlijke Academie in Brussel (1772) uiteenzetten in hun geschiedenissen en handboeken.

Deze eigenheid werd ook in de Nederlandse taal Taal
De ontwikkeling van het Nederlands vormde tot diep in de 20ste eeuw een fundamenteel aandachtspunt in de Vlaamse beweging. De wijze waarop het geschreven en gesproken Nederlands gehanteer... Lees meer
gezien. Taalverbeteraars in de Oostenrijkse Nederlanden – waaronder opnieuw Des Roches – streefden wel niet naar Nederlandse eentaligheid in hun gewesten, want Frans en Latijn behielden hun autoriteit. Ze bouwden wel aan een interne taalkundig eenmaking tussen de regionale verschillen. Daarbij golden, net als in de Republiek, zeventiende-eeuwse klassieken als Joost van den Vondel, Jacob Cats en Pieter Corneliszoon Hooft als voorbeelden. Beide processen verliepen echter grotendeels los van elkaar. Meer nog, waar intern de variatie in de voorgeschreven taal verminderde, werd het verschil tussen Noord- en Zuid-Nederlands juist zichtbaarder. Dat was om te beginnen zo in de spellingregels, waarover de discussies in de Republiek en de Oostenrijkse landen duidelijk uiteenliepen. In die context is het bijzonder hoe Jan Baptist Chrysostomus Verlooy Verlooy, Jan Baptist
Jan Baptist Verlooy (1746-1797) was een Brusselse advocaat en activist die schatplichtig was aan verlichte Franse denkers en ijverde voor het gebruik van het Nederlands als officiële taal... Lees meer
in zijn Verhandeling op d’onacht der moederlyke tael in de Nederlanden (1788) de geschiedenis van de Republiek en de Oostenrijkse Nederlanden samen inzet om het gebruik van de Nederlandse taal in de zuidelijke gewesten te verdedigen, naar het voorbeeld van de noordelijke. Door die eenheid van geschiedenis en taal werd Verlooy later gezien als voorloper van de Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
strekkingen in de Vlaamse gedachte, hoe uniek zijn standpunt in zijn eigen tijd ook was. Vooralsnog was er vooral sprake van parallelle evoluties en dat bleef zo, ook na de Franse Revolutie, toen er in het verhitte publieke debat of als verzet tegen Franse bezetting en dominantie in de eerste plaats belangstelling ontstond in het verleden van de eigen gewesten.

Staatkundige eenheid (1814-1830)

De eenheid van de Nederlanden werd tijdens de Napoleontische oorlogen niettemin opnieuw realiteit, als uitkomst van de internationale diplomatie tussen met name Engeland, Oostenrijk en Willem I der Nederlanden, Willem I
Willem I (1772-1843) was koning der Nederlanden van 1815 tot 1840, en dus ook tussen 1815 en 1830 (de jure tot 1839) van het zuidelijke deel daarvan. Zijn beleid inzake de nationale taal ... Lees meer
, door de daaruit voortkomende oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden op 21 juni 1814 en door de nederlaag van Napoleon in Waterloo op 18 juni 1815. De gemeenschappelijk ervaren gruwel van de slagvelden en een geloof in het nieuwe koningschap als instrument voor vrede resulteerden in enthousiaste pamfletten, gedichten en toneelstukken, zowel in de noordelijke als de zuidelijke provincies. De gescheiden nationaliseringsprocessen waren echter al in die mate gevorderd dat zelfs de enthousiastelingen de historische verschillen tussen beide delen van het nieuwe koninkrijk moesten toegeven (zoals Jacobus Scheltema in de voormalige Republiek) of loyaliteit aan de nieuwe monarch slechts aanmoedigden als een nieuwe laag bovenop al bestaande loyaliteiten (zoals P.J. Rembry in de voormalige Habsburgse landen). Meer nog, de enthousiaste stemmen over de nieuwe staatkundige eenheid bleven een minderheid.

Toch zouden belangrijke elites in de zuidelijke provincies wel varen bij het beleid van Willem I. Dat was erop gericht een eenheid te boetseren tussen alle provincies van het koninkrijk die ‘intime et complète’ was, zoals de internationale mogendheden het hem hadden gevraagd. Zij zagen in een hechte interne eenheid een garantie dat de nieuwe staat sterk kon staan tegenover de invloed en de macht van Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
. Mede op aansturen van zijn minister Cornelis Felix van Maanen, streefde Willem naar een evenwicht tussen de provincies in alle maatschappelijke sectoren. Dat betekende niet altijd dat er sleutelfiguren uit de noordelijke provincies naar het zuiden werden gestuurd om daar de eenheidspolitiek op te leggen. Juist niet: ook al droegen de nieuwe overheidsinstanties procedures en structuren uit de noordelijke provincies over, toch konden onderdanen in de zuidelijke provincies daar een toegang vinden tot de hogere sociale lagen. Dat was zo voor het officierenkorps in het vernieuwde leger Leger
Lees meer
, voor juristen en voor hoge ambtenaren. Willem creëerde zelfs een nieuwe adelstand en overnachtte zelf vaak op adellijke landgoederen in de zuidelijke provincies. De economische elite profiteerde van de integratiepolitiek die de recente fabrieksindustrie in de Waalse gebieden aansloot op de handelscentra uit de voormalige Republiek. Dat betekende dat ook het zuidelijke landsdeel kon profiteren van de koloniale handel (bij de oprichting van het Verenigd Koninkrijk kwamen ook de kolonies van de Republiek onder het bewind van Willem I). Met dat doel werden grote nieuwe transportinfrastructuur tussen beide economische polen gebouwd, zoals het Kanaal Gent-Terneuzen en de Zuid-Willemsvaart. Ook al werd de concurrentie tussen de havens van Antwerpen, Rotterdam en Amsterdam nu een binnenlandse aangelegenheid en was er grote ontevredenheid bij ondernemers over het maal- en slachtrecht en de manier waarop die nieuwe gemeentelijke belasting werd geïnd, toch zagen velen in deze nieuwe elite door voordelen van het eenmakingsbeleid.

Het sluitstuk van de door Willem I gewenste eenheid in al die domeinen was de eenheid van taal. In het taalbesluit van 1 oktober 1814 stelde hij het Nederlands vast als landstaal, in dat van 15 september 1819 stelde hij het Nederlands ook verplicht voor onderwijs Onderwijs
Lees meer
, ambtenarij en rechtspraak in de provincies West- en Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en Zuid-Brabant (zie Taalpolitiek en -wetgeving Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
). Ter ondersteuning van die verplichting voerde Willem ook een onderwijs Onderwijs
Lees meer
- en cultuurpolitiek die erop was gericht de zuidelijke provincies te moderniseren, ook hier naar het voorbeeld van de noordelijke. Hij richtte de universiteiten van Leuven, Luik en Gent (opnieuw) op in 1816, met in elk van die steden ook een nieuwe grote aula in neoclassistische stijl, en benoemde er de Noord-Nederlanders Johannes Matthias Schrant Schrant, Johannes
Johannes Mathijs Schrant (1783-1866) was een katholieke priester, letterkundige en historicus uit Amsterdam. Hij werd door koning Willem I benoemd tot hoogleraar en rector aan de Rijksun... Lees meer
, Lodewijk Gerard Visscher Visscher, Lodewijk
Lodewijk Gerard Visscher (1797-1859) was een letterkundige uit Breda die zich in de periode van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830) inzette voor de culturele eenwording va... Lees meer
en Johannes Kinker Kinker, Johannes
Johannes Kinker (1764-1845) werd in 1817 door Willem I benoemd tot hoogleraar Nederlands in Luik. Vergeleken met zijn twee andere Noord-Nederlandse collega’s in het Zuiden, Schrant in Gen... Lees meer
als hoogleraren in de Nederlandse taal- en letterkunde. Zij gingen een belangrijke rol spelen in nieuwe genootschappen, die ook ondersteund werden door Willem I: de Maatschappij van Nederlandsche Taal en Letterkunde in Gent (1821) en Concordia in Brussel (1818, met ook Cornelis van Marle). De vele nieuwe scholen die Willem oprichtte, boden onderwijs in de Nederlandse landstaal. De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen
De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen is een organisatie voor volksontwikkelingswerk, gesticht door de doopsgezinde predikant Jan Nieuwenhuyzen te Monnikendam op 16 november 1784. ... Lees meer
richtte zuidelijke afdelingen op, de eerste in Diksmuide (1819), de grootste in Gent (circa 1820). Die hielden bijeenkomsten, zetten bibliotheken Openbare bibliotheken
Openbare bibliotheken kennen een lange geschiedenis, die in de Zuidelijke Nederlanden teruggaat tot de 17de eeuw. Ze spelen een rol in de (stedelijke) leescultuur door op een laagdrempeli... Lees meer
op en leverden eigen schoolboeken. Hoewel al deze initiatieven de kansen op sociale promotie ondersteunden voor veel groepen, zowel Nederlands- als Franstalige, werd er vaak gesproken over een beschavingsachterstand waar het zuidelijke landsdeel mee te maken zou hebben en over de hulp die uit het noordelijke deel moest komen. Ook in de literaire kritiek, onder meer in de Vaderlandsche letteroefeningen uit Amsterdam en Jan Waps Wap, Jan
De Rotterdammer Jan Wap (1806-1866) heeft grote betekenis gehad voor de ontwikkeling van de Vlaamse letterkunde binnen het koninkrijk van Willem I. Lees meer
Belgische Muzen-Almanak Belgische Muzen-Almanak
De Belgische Muzen-Almanak (1826-1830) was een jaarlijkse poëzie-uitgave in de Zuidelijke Nederlanden die werd gerealiseerd op initiatief van Jan Wap. Lees meer
uit Gent, was dat de aanname.

Dat de onderwijs- en cultuurpolitiek uitging van zuidelijke achterlijkheid had soms verzet als resultaat, maar voedde vooral een blijvende aandacht voor de eigenheid van de zuidelijke provincies ten opzichte van de noordelijke. Verzet tegen de schoolboeken van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen werd geleid door de Lierse priester Jan Baptist David David, Jan-Baptist
Jan-Baptist David (1801-1866) was een katholiek priester, en vanaf 1834 hoogleraar nationale taal, letterkunde en geschiedenis aan de Katholieke Universiteit in Mechelen en Leuven. Hij sp... Lees meer
, die een eigen vereniging voor het verspreiden van schoolboeken opzette. De Brugse priester Leo de Foere De Foere, Leo
De Brugse priester Leo de Foere (1787-1851) was leraar en vanaf 1815 de drijvende kracht achter het traditionalistische opinieblad Le Spectateur Belge. Hij was lid van het Nationaal Congr... Lees meer
benadrukte in zijn Le Spectateur belge Le Spectateur belge
Le Spectateur belge was een behoudend-katholiek opinietijdschrift dat verscheen tussen1815 en 1823 onder redactie van Leo de Foere. Lees meer
(1815-1823)
het katholieke aandeel van de Zuid-Nederlandse geschiedenis en geest. Ook Jan-Frans Willems Willems, Jan Frans
Jan Frans Willems (1793-1846), de “vader van de Vlaamse beweging”, was dichter, polemist, filoloog, tekstediteur en initiatiefnemer of lid van tal van academies en genootschappen in binne... Lees meer
, de drijvende kracht achter het oudere Antwerpse genootschap Tot Nut der Jeugd Tot Nut der Jeugd
Tot Nut der Jeugd was een ‘Antwerpsch Tael- en Dichtkundig Genootschap’ dat in 1803 werd opgericht. Het richtte zich aanvankelijk op pedagogie en later op literatuur. Lees meer
(1803)
, betoogde in zijn in afzonderlijke delen verschijnende Verhandeling over de Nederduytsche tael en letterkunde (1818-1824) dat de zuidelijke provincies historisch gezien inderdaad het Nederlands als taal hadden, maar toch ook een eigenheid in literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
geschiedenis (ook in de Middelnederlandse – Jacob van Maerlants Spiegel historiael, Esopet en De vier heemskinderen werden rond die tijd voor het eerst sinds eeuwen gedrukt, terwijl Reinaert de Vos in veel versies was blijven verschijnen) en – opnieuw – spelling. Wat die spelling betrof, stond Willems, net als Pieter Behaegel Behaegel, Pieter
Pieter Behaegel (1783-1857) publiceerde over taalkunde en over pedagogische onderwerpen. Tijdens de spellingoorlog na 1830 stelde hij dat Nederlands en Vlaams voortaan twee aparte talen w... Lees meer
, een samensmelting voor van zuidelijke gewoonten en de Siegenbeekspelling, die voor de noordelijke provincies al ten tijde van de Bataafse Republiek was vastgesteld (1804). Willems verwelkomde in het algemeen de opbouw van eenheid in het koninkrijk en werkte zelf ook aan nauwere banden tijdens een reis in 1820 door de noordelijke provincies, langs onder anderen Jeronimo de Vries De Vries, Jeronimo
Lees meer
en Willem Bilderdijk Bilderdijk, Willem
De Nederlandse dichter Willem Bilderdijk (1756-1831) genoot in de 19de eeuw een grote populariteit onder Vlaamse dichters als Jan Frans Willems, Prudens van Duyse en Maria Doolaeghe. Zijn... Lees meer
. Ook buiten het talige en culturele domein werd echter steeds vaker de noordelijke zendingsdrang herkend, groeiden de zuidelijke gevoelens van eigenheid en wekte doorgedreven vorstelijke autocratie weerstand op. In september 1830 leidde dat alles tot een breuk in de staatkundige eenheid.

1830-1914

Orangisme en taalminnende genootschappen

In die dagen verzuchtte Willems dan ook: ‘Er zal dan geen Nederlandse natie meer bestaan.’ De onmiddellijke verheerlijking van de Belgische revolutionairen en martelaren ging gepaard met de creatie van een vijandbeeld van de Nederlanders. Scheldwoorden als ‘gespuis’, ‘ongedierte’, ‘Hollands gebroed’, ‘bastaardtelgen’, ‘muitziek rot’ en ‘vuige knechten’ waren lang in de mode. De leden van de bestuurlijke, militaire, economische en adellijke elites die waren ontstaan onder de eenmakingspolitiek van Willem I kregen te maken met zuiveringspolitiek, geweld en plunderingen. Vaak trokken zij zich daarna terug uit het publieke leven of zij beleden enkel binnenskamers hun trouw aan Willem en zijn populaire zonen, de Prins van Oranje en Frederik.

Na de Tiendaagse Veldtocht hield de Oranjevorst, samen met zijn ministers Van Maanen en Hendrik Jacob van Doorn, een volhardingspolitiek aan en bleef hij de orangistische Orangisme
Het orangisme is de verzamelterm voor het verzet tegen de Belgische afsplitsing van het Koninkrijk der Nederland onder leiding van Willem I van Oranje. Lees meer
getrouwen in België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
financieel steunen en coördineren via spionnen, geheim agenten en buitenlandse trefpunten in Maastricht, Aken, Rijsel en Parijs. In het Nationaal Congres stonden deze orangisten echter niet sterk, zodat in de nieuwe grondwet kon worden opgenomen dat het huis Oranje-Nassau voor eeuwig is uitgesloten van enige macht in België. Het orangisme vond toch uiting in de pers Pers
Van bij het ontstaan van de Vlaamse beweging vervulde de Nederlandstalige pers een belangrijke rol als spreekbuis. De veelheid aan Vlaamse kranten en (week)bladen die in de 19de en 20ste ... Lees meer
, in gemeentebesturen en in enkele belangrijke stedelijke genootschappen. In Gent was er zo het genootschap Concordia en werd Hippolyte Metdepenningen orangistisch gemeenteraadslid; de Messager de Gand reikte als orangistische stem tot ver buiten de stad. Gelijkgestemde periodieken waren Lynx uit Brussel, L’Industrie uit Luik en de Journal du Commerce d’Anvers; andere orangistische genootschappen waren de Société de Lecture in Leuven en de Société Littéraire in Doornik. Deze lokale organisatie van het orangisme werd vanaf 1831 overkoepeld door een Centraal Comité, met Pierre Louis van Gobbelschroy, Charles Morel en P.J. Stevens. Van daaruit konden de orangisten tussen 1831 en 1838 enkele contrarevolutionaire coups plannen. In het Verdrag van Londen (1839) erkende Willem I echter de onafhankelijkheid van België. Hij behield Zeeuws-Vlaanderen en verwierf de helft van Limburg Limburg
Lees meer
en Luxemburg, maar moest hij ook het plan voor een IJzeren Rijn, een spoorverbinding tussen België en de Rijn door het Nederlandse deel van Limburg heen, aanvaarden. Deze pragmatiek van diplomatieke betrekkingen, waarin Anton Reinhard Falck Falck, Anton
Anton Falck (1777-1843) was een Nederlands staatsman en diplomaat en de eerste Nederlandse ambassadeur in Brussel na 1830. Lees meer
een belangrijke rol speelde, deed het politieke orangisme geleidelijk aan vervellen tot een culturele beweging van heimwee.

Intussen berustten vele culturele spelers die enthousiast waren geweest over de unificerende taal- en cultuurpolitiek onder Willem I, in de nieuwe politieke situatie. Rond 1834-1835 hielden, behalve Willems, ook Ferdinand A. Snellaert Snellaert, Ferdinand A.
Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) was een arts, filoloog, letterkundige en leidende figuur in de Vlaamse beweging. Lees meer
, Philip M. Blommaert Blommaert, Philip M.
Lees meer
, Prudens van Duyse Van Duyse, Prudens
Lees meer
, Constant P. Serrure Serrure, Constant P.
Constant Philippe Serrure (1805-1872) was een Gentse historicus, bibliofiel, numismaat, cultuurflamingant en filoloog. Hij was tevens hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Gent. Lees meer
, Johan M. Dautzenberg Dautzenberg, Johan M.
Lees meer
en Maria Doolaeghe Doolaeghe, Maria
Lees meer
zich ver van aanvallen op het Belgische bewind. Gezamenlijke standpunten met orangisten waren nog wel mogelijk, met name tegen Frankrijk en vóór een taal-culturele eenheid met Nederland of de Vlaamse component in de Belgische taalpolitiek, maar de politieke opvattingen waren uiteindelijk onverenigbaar. Voor de Vlaamse taalminnaren kon er enkel nog gebouwd worden aan een culturele verbondenheid met Nederland. Dat deden ze grotendeels rond onderwerpen en via een genootschappelijke infrastructuur die waren overgebleven van Willems eenmakingspolitiek.

Zo laaide de discussie over het verschil in spelling al snel weer op. In 1834 bijvoorbeeld, bij het verschijnen van de eerste aflevering van het Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje
Het Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje was een gewaardeerd anthologietijdschrift gericht op een breed publiek dat tussen 1834 en 1875 in Gent verscheen. Het bracht jaarlijks een goed ov... Lees meer
, verantwoordde de uitgever zich voor het gebruik van een ‘Hollandsche’ spelling. Hij wenste zich boven de ‘vooroordelen’ en de ‘bekrompen denkbeelden van het gemeen’ te verheffen en vroeg zich af:

Bestaan er thans gegronde redenen die ons verpligten zoo eensklaps dat punt van overeenstemming met onze Noordelijke oude kunstvrienden te verlaten? Willen wij niet voortdurend in letterkundige betrekkingen met hen verbroederd blijven, en zullen wij ons opnieuw in een doolhof van verschillige stelsels laten inwikkelen?

In 1836 namen Willems en David het initiatief tot de oprichting van een Maetschappy tot bevordering der Nederduitsche Tael- en Letterkunde Maetschappy tot bevordering der Nederduitsche Tael- en Letterkunde
De Maetschappy tot bevordering der Nederduitsche Tael- en Letterkunde was een Vlaams genootschap dat op 4 november 1836 door Jan Frans Willems en Jan-Baptist David in Brussel werd opgeric... Lees meer
, met de steun van de regering. Ze wisten zelfs van minister Barthélémy de Theux gedaan te krijgen dat er een wedstrijd werd uitgeschreven tot oplossing van de spellingkwestie. De jury vond echter geen van de twaalf ingezonden verhandelingen bevredigend en formuleerde na vier jaar en bij monde van hoogleraar Jan H. Bormans Bormans, Jan-Hendrik
Jan-Hendrik Bormans (1801-1878) was hoogleraar in de letterkunde. Hij was een promotor van de eengemaakte spelling in Vlaanderen en rapporteur van de Spellingcommissie (1836-1841). ... Lees meer
zelf een oplossing. Die werd door tegenstanders als een politiek-orangistisch standpunt opgevat en, net als Willems, David, Bormans, Jan F.Verspreeuwen Verspreeuwen, Jan
Jan Verspreeuwen (1807-1860) was dichter en organisator van het liberale Vlaamse cultuurleven in Antwerpen. Lees meer
en anderen, kreeg de jury te horen dat ze het ‘Vlaemsch’ wilden ‘verhollandschen’ en zo, in bedekte vorm, aanstuurden op een hereniging met Nederland. De tegenstand kwam vooral van onderwijzers en geestelijken. In toon en beelden grepen zij terug naar 1830 en beriepen zich op een nieuw Belgisch-nationaal sentiment. In Brussel richtte Pieter Behaegel, ook onder het Verenigd Koninkrijk al gekant tegen de Siegenbeekspelling, een maatschappij op onder de naam Vaderlandsliefde Vaderlandsliefde
Vaderlandsliefde (1840-1843) was een Brusselse vereniging die tijdens de spellingsoorlog ijverde voor de spelling van de Taelcommissie. Ze gaf het tijdschrift Waeren Belg uit. Lees meer
en een tijdschrift met de titel Waeren Belg. In Antwerpen verscheen er een Belgisch Chronykje en een Tael- en letterminnende Protestant (de ironische lading van die titel bleek enkel uit de ondertitel: Roomsch-Catholiek tydschrift ter verdediging der Vlaemsche tael). De Brugse priester Leo de Foere De Foere, Leo
De Brugse priester Leo de Foere (1787-1851) was leraar en vanaf 1815 de drijvende kracht achter het traditionalistische opinieblad Le Spectateur Belge. Hij was lid van het Nationaal Congr... Lees meer
nam zelfs in het parlement het woord om te wijzen op het ‘Hollandsche gevaer’. De ‘spellingsoorlog’ bereikte daarmee rond 1840 een hoogtepunt. De groep rondom Willems en David beet immers van zich af en riep in oktober 1841 in Gent een Taelcongres Taelcongres (Gent)
Lees meer
bijeen, dat gevolgd werd door een Vlaemsch Feest, waarop eensgezind een bij het Noord-Nederlands aanleunende spelling werd aangenomen.

Ook buiten de spellingkwestie bleven tijdschriften en genootschappen van belang. Vlaamse belangstelling voor Nederland was vanaf 1840 zichtbaar in tijdschriften als het Kunst- en Letterblad Kunst- en Letterblad
Het Kunst- en Letterblad (1840-1845) was een tijdschrift dat van 1840 tot 1843 in Gent en daarna in 1844 en 1845 in Antwerpen verscheen. Het besteedde aandacht aan de Nederlandstalige lit... Lees meer
, De Noordstar Noordstar
Lees meer
en De Middelaer De Middelaer
Het maandblad De Middelaer of Bydragen ter bevordering van tael, onderwys en geschiedenis verscheen tussen oktober 1840 en juli 1843 in Leuven als spreekbuis van een groep katholieke Vla... Lees meer
, die respectievelijk verschenen in Gent, Antwerpen en Leuven. De drie periodieken namen geregeld berichten op van boven de Moerdijk: prijsvragen werden bekendgemaakt, boekverkopingen werden aangekondigd, sterfgevallen werden gemeld, tijdschriften en boeken werden besproken. Vooral Ferdinand A. Snellaert spande zich hiervoor in. Hij liet zijn lezers kennismaken met Bilderdijk, S.J. van den Bergh, J.P. Heije en Nicolaas Beets, en gaf in afleveringen een overzicht van de ‘vaderlandsche letterkunde in Noordnederland’. Zijn streven werd trouwens beloond: achtereenvolgens kwamen Matthijs Siegenbeek, W. Messchert, J.J.F. Wap, Willem J.A. Jonckbloet, W. Eekhoff en anderen naar Gent. Ook Van den Bergh, een Haagse drogist, was in 1846 Snellaerts gast in Gent; in Antwerpen maakte hij kennis met Theodoor van Ryswyck Van Ryswyck, Theodoor
Theodoor van Ryswyck (1811-1849) was een Vlaamse dichter die in dichtbundels, kranten en tijdschriften een omvangrijk literair oeuvre bij elkaar schreef. Met zijn gedichten gaf hij vorm a... Lees meer
, Jan J. de Laet De Laet, Jan Jacob
Antwerpenaar Jan J. de Laet (1815-1891) was een liberale en flamingantische letterkundige. Ook ijverde hij als Kamerlid van de Meetingpartij voor het stemmen van taalwetten. Lees meer
, Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
en de schilder Gustaaf Wappers Wappers, Gustaaf
Gustaaf Wappers (1803-1874) was schilder van historiestukken, genrestukken en portretten en wordt gerekend tot de school van de Belgische romantiek. Lees meer
. In zijn Reisindrukken, herinneringen, ontmoetingen, enzovoort op een uitstapje naar België in 1846 valt te lezen hoe hij overal een ‘wedergade’ van Willems zocht, maar niet vond; of Conscience erin zou slagen de Vlamingen ‘onder ééne banier’ te verenigen, meende hij sterk te moeten betwijfelen. Van Snellaert vernam hij dat sommigen een verbond van alle noordse volkeren voorstonden, als tegenwicht tegen het machtige Frankrijk. Zelf beperkte hij zich tot de wens om toenadering tussen Nederland en Vlaanderen, om te beginnen bij de boekhandelaars en uitgevers (zie Boekbedrijf Boekbedrijf
In de 19de eeuw kwam het Vlaamse boekbedrijf moeizaam van de grond. Pas na de Eerste Wereldoorlog ontstonden in Vlaanderen de bestaansvoorwaarden voor een moderne cultuurindustrie. Tot d... Lees meer
).

Wensen en beschouwingen als die van Van den Bergh vonden uiteraard weerklank bij de Vlamingen, in het bijzonder onder filologen in Gent, die hun vorming nog onder het Verenigd Koninkrijk hadden gekregen – en ondanks verwijten van orangisme. Vooral De Eendragt De Eendragt
De Eendragt – vanaf 1864 als De Eendracht gespeld – was een algemeen cultureel tijdschrift dat in Gent verscheen van 1846 tot 1879. Het volgde de evolutie van de Vlaamse beweging op de vo... Lees meer
liet geen gelegenheid voorbijgaan om zulke sympathiebetuigingen uit het Noorden te beantwoorden. Een geschrift van de jonge Amsterdammer Gerrit de Clercq De Clercq, Gerrit
De liberale jurist Gerrit de Clercq (1821-1857) steunde als correspondent in Den Haag van L’Indépendence Belge in zijn bijdragen de Vlaamse beweging. Lees meer
, die zijn landgenoten vroeg niet ‘met een onverschillig oog’ neer te zien op de strijd die de Vlamingen voerden voor het behoud van hun taal en cultuur – volgens hem nog altijd ‘de zaak van onze nationaliteit, die daar op het spel staat’ – werd door Snellaert overgedrukt en verspreid als een afzonderlijke brochure. Enigszins anders was de sfeer te Antwerpen; daar waren de anti-Hollandse gevoelens, gevoed door het bombardement van Chassé en de langdurige bedreiging van de stad, dieper geworteld; maar iemand als Theodoor van Ryswyck Van Ryswyck, Theodoor
Theodoor van Ryswyck (1811-1849) was een Vlaamse dichter die in dichtbundels, kranten en tijdschriften een omvangrijk literair oeuvre bij elkaar schreef. Met zijn gedichten gaf hij vorm a... Lees meer
wist toch nieuwe banden aan te knopen, door bijvoorbeeld in 1846 zijn bundel Volksliedjes te openen met een ode aan de Nederlanden.

De Nederlandse tijdschriften steunden inmiddels de ontwikkelingen in de Vlaamse letterkunde nog steeds niet zomaar. Kritiek werd niet gespaard en vooral Everhardus J. Potgieter Potgieter, Everhardus
Everhardus Johannes Potgieter (1808-1875) was een Nederlandse schrijver en dichter die in 1837 mee aan de wieg stond van het vernieuwende literaire tijdschrift De Gids. Lees meer
trok in De Gids hard van leer. Willems betreurde die houding en vroeg om geduld en begrip, maar vergeefs: De Gids sprak nauwelijks nog over Vlaanderen en aan Willems’ dood in 1846 werd zelfs geen aandacht besteed. Bijna tegelijk met De Clercq was in Amsterdam echter Jozef A. Alberdingk Thijm Alberdingk Thijm, Jozef
Jozef Alberdingk Thijm (1820-1889) was voortrekker van de katholieke emancipatie in Nederland en een veelzijdig man: handelaar, uitgever, architectuur- en kunstcriticus, kenner van de mid... Lees meer
aan het werk getogen om de Vlaamse zaak te verdedigen, vanuit een romantisch opgevat katholiek geloof. Hij sloot vriendschap met David, Snellaert, Conscience, Johan M. Dautzenberg Dautzenberg, Johan M.
Lees meer
, Van Duyse, de Brusselse atheneumleraar Karel F. Stallaert Stallaert, Karel
Karel Stallaert (1820-1893) was een Belgische taalkundige en auteur. Lees meer
en de Waalse Vlaamsgezinde Victor Delecourt Delecourt, Victor
Lees meer
. In zijn tijdschrift De Spectator De Spectator
Lees meer
droomde hij luidop van culturele hereniging. De streep, die ‘de slak der staatskunst, kruipende van de Zeeuwsche wateren naar de Duitsche grenzen tusschen Holland en Belgiën heeft achtergelaten’, mocht volgens hem niet langer als een onoverkomelijke hinderpaal beschouwd worden.

De gebeurtenissen van 1848 leidden ertoe dat Leopold I en Willem II elkaar steun toezegden in geval van moeilijkheden, zo tegelijk de verbondenheid én autonomie van beide landen versterkend. Voor de leden van het Vlaemsch Gezelschap Vlaemsch Gezelschap
Het Vlaemsch Gezelschap was een culturele en politieke kring, in maart 1846 in Gent opgericht door Frans Rens, Ferdinand Augustijn Snellaert, Philip Marie Blommaert en Jacob Frans Hereman... Lees meer
te Gent was dit de aanleiding om een bijeenkomst te organiseren met letterkundigen van beide zijden van de grens. Snellaert overtuigde het genootschap tot een initiatief, al had ook de Nederlandse literatuurhistoricus Jonckbloet een gelijksoortig plan voor de geest gestaan en er in de lente van 1847 met Snellaert en Jacob F. Heremans Heremans, Jacob
Lees meer
in Gent van gedachten over gewisseld. Hij had ook zijn vriend Matthias de Vries De Vries, Matthias
Matthias de Vries (1820-1892) was een Nederlandse taalkundige, die nauwe contacten onderhield met tal van Vlaamsgezinde letterkundigen en intellectuelen. Met het mede door hem opgestelde ... Lees meer
op de hoogte gebracht, maar verder had Jonckbloet zich wellicht niet kunnen verenigen met de politieke en te weinig letterkundige bedoelingen van de Vlamingen. In zijn plaats werd in Amsterdam Alberdingk Thijm bereid gevonden om in Nederland de uitnodigingsbrieven te verspreiden. Het doel werd daarin helder: ‘volkeren van een zelfden stam en eene zelfde taal, ofschoon door afzonderlyke staetsbesturen beschermd, tot wederzydse toenadering brengen, ten einde op deze wyze de gemeenschappelyke geestontwikkeling te bevorderen’.

– De Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen Nederlandse Congressen
De Nederlandse Congressen waren gemeenschappelijke (culturele) ontmoetingen van Vlamingen en Nederlanders in Vlaanderen en Nederland die met onderbrekingen werden georganiseerd sinds 1849... Lees meer
(1849-1912)
speelden een belangrijke rol in de uitwisseling van filologische kennis en initiatieven tussen Vlamingen en Nederlanders. Omdat bij die uitwisseling ook de in Nederland en Vlaanderen verschillende opvattingen over de al dan niet nationale doelen van cultuurpolitiek duidelijk werden, werden de Congressen steeds vaker een podium waar over de mogelijkheid en de wenselijkheid van een scheiding tussen wetenschappelijke en politieke doelen van de taal- en letterkunde moest worden gedebatteerd.

De Congressen gingen van start met duidelijk filologische en letterkundige thema’s. Op 26 augustus 1849 opende Ferdinand A. Snellaert in de aula van de Gentse universiteit het eerste Nederlandsch Congres. De opkomst was niet bijzonder groot: uit het Noorden waren 23 betuigingen binnengekomen en waren er twaalf aanwezigen. Zij konden luisteren naar uiteenzettingen van Domien Sleeckx Sleeckx, Domien
Domien Sleeckx (1818-1901) was op meerdere vlakken een pionier in de Vlaamse emancipatiestrijd, in het bijzonder in de vernederlandsing van het onderwijs. Lees meer
, Pieter Ecrevisse Ecrevisse, Pieter
Pieter Ecrevisse (1804-1879) was een liberale onderwijzer, politicus, jurist en auteur. Lees meer
, Jan F. Verspreeuwen Verspreeuwen, Jan
Jan Verspreeuwen (1807-1860) was dichter en organisator van het liberale Vlaamse cultuurleven in Antwerpen. Lees meer
, Jan de Jonghe de Jonghe, Jan
Jan A. de Jonghe (1797-1861) was een schrijver, leraar en later directeur van de Rijksnormaalschool van Lier. Hij was een voorvechter van het gebruik van het Nederlands in het onderwijs.... Lees meer
en David, maar kwamen zelf niet veel aan het woord. Eigenlijke gedachtewisselingen kwamen er pas toen de uitgever Suringar de netelige kwestie van de ‘nadruk’, het zonder toestemming van de oorspronkelijke uitgever nadrukken van publicaties, ter sprake bracht en toen Gerth van Wijk een pleidooi hield voor spellingeenheid. Een jaar later vond het tweede Congres plaats in Amsterdam met meer dan tweehonderdvijftig taal- en letterkundigen uit beide landen. David werd tot voorzitter gekozen. Jan H. Bormans Bormans, Jan-Hendrik
Jan-Hendrik Bormans (1801-1878) was hoogleraar in de letterkunde. Hij was een promotor van de eengemaakte spelling in Vlaanderen en rapporteur van de Spellingcommissie (1836-1841). ... Lees meer
, David, Prudens van Duyse Van Duyse, Prudens
Lees meer
en Arie de Jager De Jager, Arie
Arie de Jager (1806-1877) was een Nederlandse taalkundige. Hij legde grote belangstelling aan de dag voor het onderzoek van Vlaamse collega’s en vertaalde een boek van de Duitse auteur Au... Lees meer
brachten een rapport uit over het in Gent ingediende voorstel tot samenstelling van een algemeen Woordenboek der Nederlandsche Taal en wisselden hierover van gedachten met Joast Hiddes Halbertsma, Abraham des Amorie van der Hoeven Des Amorie van der Hoeven, Abraham
Abraham des Amorie van der Hoeven (1798-1855) was een Leidse letterkundige en theoloog. Hij was lid van verschillende letterkundige en wetenschappelijke genootschappen in Vlaanderen ... Lees meer
, Alberdingk Thijm, Jonckbloet en Beets. Van den Bergh, Van Duyse en J. Tideman brachten creatief-letterkundig werk over de herstelde ‘broederband’ ten gehore.

Daarna kwamen onderwerpen aan bod die meer politieke stellingnames uitlokten. Het vierde congres, in 1854 in Utrecht, kon pas een jaar later dan voorzien doorgaan omdat er onenigheid was over de bespreekbaarheid van godsdienstige onderwerpen, terwijl op het vijfde Congres, in 1856 in Antwerpen, de sprekers juist geen enkele beperking kregen opgelegd over politieke of godsdienstige onderwerpen. Op het zesde Congres, in 1860 te ’s-Hertogenbosch, trad een nieuwe generatie aan en was bij de Vlamingen een sterkere behoefte aan politieke toenadering merkbaar. De Maerlantviering in Damme in datzelfde jaar, waar ook Nederlandse filologen aanwezig waren, bevestigde dit. Het zevende Congres in Brugge (1862) liet aan duidelijkheid nog minder te wensen over: Julius Vuylsteke, Jacob F. Heremans, Jan van Rijswijck Van Rijswijck, Jan
De liberaal Jan van Rijswijck (1853-1906) was burgemeester van Antwerpen. Zijn inzet voor de rol van het Nederlands in de lokale politiek en het verenigingswezen alsook zijn volksgezinde ... Lees meer
, Karel Versnaeyen en anderen legden openlijk getuigenis af van hun Groot-Nederlands streven. Er volgde politieke beroering. De tegenstellingen werden vooral merkbaar op het negende congres, in Gent (1867), waar onder meer Julius de Geyter De Geyter, Julius
Julius de Geyter (1830-1905) was een progressief-liberale en Groot-Nederlandse flamingant in Antwerpen, die Nederlandstalige gedichten, liederen en krantenartikelen schreef. Lees meer
en Multatuli Douwes Dekker, Eduard
Lees meer
olie op het vuur gooiden. Het jaar daarop trachtte het tiende Congres in Den Haag zich te houden aan een strikter wetenschappelijke invulling. De Vlamingen herinnerden echter aan de woorden van Snellaert: ‘De congreszael is geene paradeplaats voor geleerden en poëten.’ Het werd de organisatoren niet makkelijker gemaakt door berichten in de pers, maar uiteindelijk brachten leden van de Nederlandse koninklijke familie het Congres zelfs een bezoek. Ook op de volgende congressen vonden politieke incidenten plaats en groeide de tegenstelling tussen Vlamingen en Nederlanders. Tijdens het 15de Congres in Brussel (1876) werd er echter, ondanks de slordige organisatie waarvoor Emanuel Hiel Hiel, Emanuel
Emanuel Hiel (1834-1899) was een Vlaamse dichter en schrijver. Als radicaal-democratische, vrijzinnige flamingant speelde hij een belangrijke rol in het Vlaamsgezinde verenigingsleven in ... Lees meer
de hoofdverantwoordelijke was, flink aan de Noord-Zuid-weg getimmerd.

Ronduit verzet ontmoette men in Amsterdam, waar in 1887 de leden van De Nieuwe Gids weigerden deel te nemen aan de werkzaamheden van het 20ste Congres. Willem Kloos en zijn vrienden beschouwden de bijeenkomst als een ‘menagerie’ en wensten niet mee te gaan ‘brullen’. Ook in Vlaanderen had men daarna alle moeite om het 21ste Congres bijeen te krijgen. De eenheid was ook volkomen zoek sedert de oprichting van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KANTL, 1886) is een instelling die zich in de loop van haar geschiedenis heeft ingezet zowel voor taalculturele, -wetenschappeli... Lees meer
. Vier jaar duurde het voordat men weer de handen ineensloeg, na bemiddeling van Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
, helemaal in het spoor van zijn Gentse voorgangers Snellaert en Heremans. Het 27ste Congres in Kortrijk (1902) viel samen met de Groeningefeesten; Antwerpen (1912) koppelde het 32ste Congres aan de honderdste verjaardag van Consciences geboorte. In de nieuwe eeuw werden langs Vlaamse zijde de Congressen dus onderdeel van de eigen herdenkingscultuur; een teken dat de scheiding tussen wetenschap en politiek er allesbehalve voltrokken was.

Hoewel de Congressen een belofte inhielden (een enkele keer sprak men zelfs van het Parlement van Groot-Nederland, net als de Germanistencongressen in verband zijn gebracht met het Frankfurter Parlement van 1848), maakte hun gemengd cultureel-wetenschappelijk-politieke aard ze inderdaad weinig vruchtbaar. Langs de ene kant waren ze niet politiek genoeg: op een vertegenwoordiging van de regering of het hof na was er geen directe band met de politiek. De strikt filologische onderwerpen hadden vaak ook weinig relevantie voor bredere kringen. Langs de andere kant waren de Congressen juist te politiek. De Nederlanders beschouwden de politieke doelen van de Vlamingen vaak als een buitenlandse aangelegenheid en spraken slechts zelden hun steun uit, tot ontgoocheling van bijvoorbeeld Heremans en Julius Vuylsteke Vuylsteke, Julius
Lees meer
. Zij en andere jonge liberalen (waaronder Julius de Geyter, Jan van Rijswijck, Jan van Beers Van Beers, Jan
Jan van Beers (1821-1888) was een Vlaams leraar en dichter uit Antwerpen. Lees meer
, Max Rooses Rooses, Max
Lees meer
, Peter Benoit Benoit, Peter
Peter Benoit (1834-1901) was een Vlaamsgezinde componist en muziekpedagoog. Lees meer
, Julius Hoste Hoste, Julius (sr.)
De liberaal Julius Hoste sr. (1848-1933), stichter van De Zweep en Het Laatste Nieuws, speelde eind 19de en begin 20ste eeuw een centrale rol in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd in Brussel.... Lees meer
(sr.)
, Emanuel Hiel, Maurits Sabbe Sabbe, Maurits
Maurits Sabbe (1873-1938), zoon van Julius Sabbe, was een Germaans filoloog, een Vlaamsgezinde liberaal en een vrijzinnige letterkundige, hoogleraar en conservator van het museum Plantin-... Lees meer
en anderen), legden immers wél meer dan gewone belangstelling aan de dag voor het vrije Nederland, het land van de Geuzen, het symbool voor hun eigen onafhankelijkheidsideaal en antiklerikalisme. Aan beide zijden van de grens was er onder katholieken juist sprake van enig wantrouwen. Nederlandse katholieken, met uitzondering van Alberdingk Thijm, lieten zich niet in met Vlaamse of Groot-Nederlandse wensdromen. De Vlaamse katholieken zagen, terugdenkend aan de tijd van Willem I, contacten met Nederland als een gevaar voor protestantse insijpeling (zie Kerk Kerk
De verhouding tussen Kerk en Vlaamse beweging vertoont historisch een tweevoudig beeld. Enerzijds waren de godsdienstige en de Vlaamsgezinde overtuiging innig verstrengeld en vormde de cl... Lees meer
). Tot slot leidde de Duitsgezinde en pan-germanistische trekken van sommige geradicaliseerde en anti-Belgische Vlaams-nationalisten vaak tot discussie met de aanwezige Nederlanders.

– Niettemin brachten de Nederlandsche Congressen in cultureel opzicht bepalende Vlamingen en Nederlanders bij elkaar bracht. Tussen de bijeenkomsten door onderhielden zij de banden door briefwisseling, uitnodigingen en bezoeken, bijvoorbeeld tussen Snellaert en Alberdingk Thijm, David en De Vries, Conscience en Beets, Heremans en Jonckbloet, Vuylsteke en H.P.G. Quack, Max Rooses en Jan te Winkel, Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
en Jan ten Brink, Paul Fredericq en Hermanus Kiewiet de Jonge – om er maar enkelen te noemen.

Op één terrein leidden de Congressen tot werkelijke samenwerking: daar werd de bereidheid gevonden om De Vries een helpende hand te bieden bij de totstandkoming van het Woordenboek der Nederlandsche Taal. Uit de uitgebreide correspondentie van De Vries blijkt hoezeer de Vlaamse taal- en letterkundigen bij hem ook steun en raad zochten. Zo klopten zij bij De Vries en zijn collega Te Winkel aan toen omstreeks 1860 het probleem van de spelling in Vlaanderen opnieuw aan de orde kwam. De vraag rees of men in Vlaanderen ae, ue, en y zou blijven schrijven in plaats van aa, uu en ij. Opnieuw waren vooral de katholieke bladen – ook de Franstalige – scherp in het verweer tegen deze nieuwe poging tot ‘verhollandsching’ van de spelling. Pas in 1864 kon – op initiatief van de minister van Binnenlandse Zaken, de Vlaamse liberaal Alfons Vandenpeereboom Vandenpeereboom, Alfons
Lees meer
– een commissie samengesteld worden, bestaande uit Conscience, Johan M. Dautzenberg, Pierre de Decker De Decker, Pierre
Lees meer
, Heremans, Karel F. Stallaert Stallaert, Karel
Karel Stallaert (1820-1893) was een Belgische taalkundige en auteur. Lees meer
, Jan van Beers, Désiré Delcroix Delcroix, Désiré
Désiré Delcroix (1823-1887) was ambtenaar en auteur van toneelstukken zoals het vaak opgevoerde ‘Philippine van Vlaanderen’, over de Guldensporenslag. Lees meer
en David, om tot eensgezindheid te komen. Die sprak zich uit voor ‘ééne taal, ééne spelling’. Geruggensteund door De Vries en Te Winkel, zorgde Heremans voor een uitvoerig verslag, waarvan de resultaten – bekrachtigd bij Koninklijk Besluit – richtinggevend werden voor het staatsonderwijs, bestuur Bestuur
Het taalgebruik in het bestuur is een centraal aspect van de Belgische taalkwestie. Het omvat het proces van het afdwingen van taalrechten voor Vlamingen evenals de bestuurstaalwetgeving ... Lees meer
en wetten, besluiten en openbare akten. Al was de spelling daarmee eengemaakt, over de uitspraak bleef de discussie echter voortwoeden. Taalparticularisten benadrukten het belang van de verschillen, maar Heremans, Julius Sabbe Sabbe, Julius
Lees meer
en andere leraren uitten de wens om in Vlaanderen tot een algemene omgangstaal te komen die aansloot bij de gesproken taal in Nederland.

Intussen werden de betrekkingen ook op andere letterkundige domeinen vergemakkelijkt. De invoer van Nederlandse boeken in België werd eenvoudiger en via letterkundige tijdschriften in Vlaanderen werd de aandacht gevestigd op recente publicaties in Nederland. Toch bleven publicaties met lezers en medewerkers uit beide landen schaars. Voor het toneel werd wél een gemeenschappelijk Nederlandsch Tooneelverbond Nederlandsch Tooneelverbond
Het Nederlandsch Tooneelverbond was een overkoepelende Noord- en Zuid-Nederlandse toneelorganisatie die werd opgericht in 1870. Het verbond was een van de vele pogingen uit de 19de eeuw ... Lees meer
opgericht.

Die groeiende culturele betrekkingen waren echter niet sterk genoeg om ook een gemeenschappelijke Academie op te kunnen richten. Al in 1849 hadden Snellaert en Alberdingk Thijm de mogelijkheden onderzocht van een Nederlandsch Letterkundig Instituut, met ‘de hoofdbureelen te Amsterdam en te Gent’, maar de plannen kregen nooit vaste vorm. In 1869 werd een gelijksoortig project op tafel gelegd (Van Beers, Frans de Cort De Cort, Frans
Frans de Cort (1834-1878) was een vrijzinnig en progressief flamingant, redacteur en volksdichter. Lees meer
, Heremans, Lodewijk Schuermans Schuermans, Lodewijk
Lodewijk Schuermans (1821-1891) was een priester met een voorliefde voor de Nederlandse taalkunde, zo getuigen onder meer zijn ‘Algemeen Vlaamsch Idioticon’ en zijn betrokkenheid bij het ... Lees meer
, Jan Hendrickx en Theophiel Roucourt Roucourt, Theophiel
Theophiel Roucourt (1834-1926) was pastoor in Berchem en medestichter van de Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis. Hij publiceerde toonaangevende grammat... Lees meer
stimuleerden het), maar daarna werd er enkel een Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis
De Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis (KZMTLG) is een wetenschappelijk-culturele vereniging die op 6 februari 1870 in Mechelen werd opgeric... Lees meer
opgericht. Vijftien jaar daarna probeerde men het nog eens, officieel zelfs: de Belgische minister August Beernaert Beernaert, August
Auguste Beernaert (1829-1912) was een vooraanstaand katholiek politicus, die tweemaal minister van Openbare Werken was en als kabinetsleider in de jaren 1880-1890 mee de eerste voorzichti... Lees meer
gaf in 1884 te kennen dat hij de oprichting van een Internationale Academie van Nederlandse Letteren zou overwegen. Onderhandelingen werden aangeknoopt met de Nederlandse regering, maar die leverden weinig op. De Belgische regering besloot in 1886 uiteindelijk een eigen Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KANTL, 1886) is een instelling die zich in de loop van haar geschiedenis heeft ingezet zowel voor taalculturele, -wetenschappeli... Lees meer
in Gent op te richten. Intussen bleven de contacten tussen de filologische secties aan de universiteiten wel bestaan. Daar werd wél gesproken over een toenemende zorg voor eenmaking en verbetering van taal en uitspraak. Dat werd duidelijk zichtbaar in de discussie rond de vernederlandsing van de Gentse universiteit (zie Hoger onderwijs Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
). Julius Mac Leod Mac Leod, Julius
Julius Mac Leod (1857-1919) was hoogleraar plantkunde aan de Gentse universiteit en een Vlaamsgezinde progressieve liberaal. Hij was een belangrijke pleitbezorger van de vernederlandsing ... Lees meer
en Lodewijk de Raet De Raet, Lodewijk
Lodewijk de Raet (1870-1914) was een econoom en ambtenaar die in belangrijke mate bijdroeg aan de theorievorming over de Vlaamse beweging en deze van een sociaaleconomisch denkraam voorza... Lees meer
namen daarbij Nederland als voorbeeld om aan te tonen dat onderwijs en wetenschap ook zonder gebruik van een wereldtaal aan de spits konden staan.

Institutionalisering van de samenwerking kwam er op het eind van de 19de eeuw toch enigszins door de stichting van het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
(ANV)
. Als antwoord op het artikel ‘Heeft de Nederlandsche taal eene toekomst?’, verschenen in het blad De Nederlander (uitgegeven te Chicago), ontvouwde Hippoliet Meert Meert, Hippoliet
Hippoliet Meert (1865-1924) was de oprichter van het Algemeen-Nederlands Verbond. Hij ijverde voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit en engageerde zich tijdens de Eerste Were... Lees meer
in 1893 een plan om een vereniging te stichten ter ondersteuning van Nederlandse taal en cultuur over de hele wereld. De te volgen voorbeelden waren de Alliance française en het Alldeutscher Verband Alldeutscher Verband
Het Alldeutscher Verband (1891 - 1939) was een imperialistische drukkingsgroep in het Duitse keizerrijk die de Vlaamse beweging hoopte in te schakelen in een Duits expansiebeleid.Na 1918 ... Lees meer
. Eerst in Vlaanderen, maar vervolgens ook in Nederland vond hij steun, zodat in 1898 de algemene grondslagen vastgelegd konden worden en de zetel in Dordrecht gevestigd kon worden. Het door Meert gestichte maandblad Neerlandia Neerlandia
Neerlandia, gesticht door Hippoliet Meert in 1896, werd in 1897 de spreekbuis van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV). Na verloop van tijd werd Neerlandia een zelfstandig kwartaalperiod... Lees meer
werd het officiële orgaan van het Verbond en vanaf 1900 was de redactie eveneens in Dordrecht gevestigd. De ‘Groot-Nederlandse’ organen – de Nederlandsche Congressen en het ANV – hadden aan het einde van 19de en het begin van de 20ste eeuw in Vlaanderen mede de functie van forum voor (nieuwe) initiatieven van de Vlaamse beweging, dit als gevolg van het feit dat er verder vrijwel geen ‘neutrale’ Vlaamse organisaties waren. Hierbij denken we aan de Hogeschoolcommissie Vlaamse Hogeschoolcommissies
Van 1896 tot de realisatie ervan in 1930 organiseerden vijf opeenvolgende hogeschoolcommissies het studiewerk over en de propaganda voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Zo... Lees meer
, aangesteld door het Nederlandsch Congres van 1896, en de rol van de ANV-tak België bij de tweede hoogeschoolcommissie.

– De belangstelling voor de Vlaamse beweging in Nederland kwam door de oorlogsgebeurtenissen in een stroomversnelling. Toen de Belgische vluchtelingen aankwamen, ontstond er een debat over de Nederlandse neutraliteit en wat die betekende voor mogelijke steun aan de Belgische staat.

Na de beschieting en de val van Antwerpen vluchtten duizenden Belgen naar Nederland. Een uiting van medeleven met de vluchtelingen vinden we in het telegram dat op 21 september 1914 door de secretaris van de Nederlandsche Vereeniging van Letterkundigen aan Emmanuel de Bom De Bom, Emmanuel
Emmanuel de Bom (1868-1953) was een Vlaamse schrijver, redacteur, journalist en bibliothecaris. Lees meer
, secretaris van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen Vereniging van Vlaamse Letterkundigen
De Vereniging van Vlaamse Letterkundigen (VVL), opgericht in 1907 te Antwerpen, pleitte voor culturele toenadering tussen Noord en Zuid. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstonden interne... Lees meer
, werd gestuurd. Het Bestuur van de Groep Nederland van het ANV, trouw aan de politiek van strikte neutraliteit van de Nederlandse regering, wilde geen inzameling ten behoeve van de Belgische Ambulance houden. Wél zag het als zijn taak hulp te verlenen aan Belgische vluchtelingen, onderwijs in het Nederlands aan hun kinderen te bevorderen en nuttige bezigheid en studiegelegenheid te bieden aan geïnterneerde Belgische soldaten. In dat laatste maakte vooral de Utrechtse studentenafdeling zich verdienstelijk.

De strikt neutrale koers van het ANV en Neerlandia lokte een scherpe aanval uit van de auteur Cyriel Buysse Buysse, Cyriel
Cyriel Buysse (1859-1932) was een invloedrijk auteur van naturalistische romans en toneelstukken. Lees meer
, die van het Verbond een pro-Belgische stellingname verlangde. Dit leidde tot een uitvoerige polemiek. Verschillende afdelingen organiseerden Vlaamse avonden, waarvoor het Verbond een sprekerslijst voorstelde met namen als René de Clercq De Clercq, René
Lees meer
, W.L. Boldingh-Goemans, Albéric Deswarte Deswarte, Albéric
Albéric Deswarte (1875-1928) was een radicaal Vlaamsgezinde socialistische politicus, die onder andere ijverde voor Nederlandstalig hoger onderwijs. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schippe... Lees meer
en Johannes Petrus Judocus Wierts. De vluchtelingen kregen intussen Belgisch nieuws enkel via officieuze kranten, Het Belgisch Dagblad en L’Echo Belge, die een politiek van Belgisch-nationale hernieuwing propageerden en Vlaamsgezindheid als Duitsgezindheid voorstelden. Als reactie hiertegen publiceerde Buysse vanaf 1 juni 1915 het dagblad De Vlaamsche Stem De Vlaamsche Stem (1915-1916)
De Vlaamsche Stem (1915-1916) was een Vlaamsgezind dagblad dat in Nederland verscheen en na een tijd in Duitse handen overging. De koerswijziging die het dagblad als gevolg daarvan onderg... Lees meer
. Samen met Deswarte, De Clercq, Johan Eggen Eggen van Terlan, Johan
Johan Eggen van Terlan (1883-1952) was een Gentse jurist die tijdens de Eerste Wereldoorlog koos voor het activisme. Lees meer
en André de Ridder De Ridder, André
André de Ridder (1888-1961) was hoogleraar statistiek en financiële wetenschappen, romanschrijver en een invloedrijk kunstcriticus en -promotor. Lees meer
vormde Buysse de redactie van het blad. Medewerker was ook Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
, die samenwerking met de Duitse bezetter afwees, maar het Vlaamse streven en de binnenlandse politiek wél verder behandeld wilde zien (zie Passivisme Passivisme
Het begrip ‘passivisme’ verwijst naar de Vlaamsgezinden die tijdens de Eerste Wereldoorlog verdere pogingen om de Vlaamse eisen te realiseren tot na het einde van het politiek-militair co... Lees meer
). Van Cauwelaert en zijn vrienden bevestigden even later in een manifest dat zij geen afbreuk wilden doen aan de staatkundige eenheid van België. Dat deden zij nadat op 11 juli 1915, tijdens een Guldensporenviering Elf juli-vieringen
Lees meer
in Bussum, een duizendtal Vlamingen een telegram aan koning Albert van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
hadden gestuurd, waarin sprake was van ‘la Flandre autonome dans la Belgique indépendante’. Vanaf 27 augustus 1915 gaven Van Cauwelaert en Julius Hoste Hoste, Julius (jr.)
Julius Hoste jr. (1884-1954) was een Vlaamsgezinde liberaal die actief was in de pers en de politiek. Hij behoort tot de kopstukken van de Vlaamse beweging. Lees meer
(jr.)
een eigen weekblad uit met de titel Vrij België Vrij België
Vrij België was een weekblad van de Belgisch loyale flamingantische vluchtelingenpers, uitgegeven in Den Haag (1915-1918), onder hoofdredactie van de katholiek Frans van Cauwelaert en de ... Lees meer
. In april 1917 stichtten zij het Vlaamsch-Belgisch Verbond Vlaamsch-Belgisch Verbond
Het Vlaamsch-Belgisch Verbond (1917) was tijdens WOI in Nederland een vereniging van Vlaamse uitgewekenen. Het telde tal van afdelingen en ijverde voor een programma van vernederlandsing... Lees meer
.

De Vlaamsche Stem was intussen, onder de redactionele leiding van dichter De Clercq en de filoloog Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
, een instrument van de Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
geworden. De vertrouwensman van het Duitse gezantschap, Frederik C. Gerretson Gerretson, Frederik C.
Frederik Carel Gerretson (1884–1958) was een Nederlandse historicus, zakenman en politicus, die vanuit zijn Groot-Nederlandse overtuiging het Vlaams-nationalisme trachtte te beïnvloeden.... Lees meer
, regelde financiële steun aan het blad, dat verscheen tot 1 februari 1916. In december 1915 ontsloeg de Belgische regering De Clercq als atheneumleraar; Jacob werd geschrapt als kandidaat voor een functie bij het rijksonderwijs. De Amsterdamse studentenafdeling van het ANV organiseerde daarop een protestmeeting en ook de Utrechtse studentenafdeling, mede-organisator van het Guldensporenfeest in Bussum, kwam onder leiding van Anton van Vessem Van Vessem, Anton
Anton van Vessem (1887-1966) was een Nederlands advocaat, politicus voor de Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland en aanhanger van de Groot-Nederlandse gedachte. Lees meer
in verzet tegen het hoofdbestuur, dat zich te neutraal zou opstellen tegenover het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
. Het hoofdbestuur schreef een brief aan koning Albert om mee te delen dat de Utrechtse studentenafdeling de grenzen van haar bevoegdheid had overschreden. Het Amsterdamse studentenprotest kreeg antwoord van Van Cauwelaert, die de Nederlanders die het voor de activisten opnamen, scherp hekelde en zich voorstander verklaarde van een nauwe economische, geestelijke en zelfs militaire toenadering van België en Nederland.

De ANV-studentenafdelingen bleven echter niet neutraal. Uit de Utrechtse studentenkring ontstond in november 1915 het maandblad Dietsche Stemmen Dietsche Stemmen
Dietsche Stemmen was een Groot-Nederlands georiënteerd tijdschrift (1915-1918) dat het activisme steunde, een zelfstandig Vlaanderen nastreefde en Nederlandse ‘stamgenoten’ voor dit prog... Lees meer
, met een redactie van Vlaamse activisten, Nederlanders en Afrikaners. Zij richtten in juni 1916 ook het weekblad De Toorts De Toorts
De Toorts verscheen tussen 1916 en 1921 en werd uitgegeven in Utrecht. De ondertitel van het tijdschrift luidde: Staat- en Letterkundig weekblad voor Holland, Vlaanderen en Zuid-Afrika on... Lees meer
op. De artikelen in die bladen hadden vaak een pro-Duitse teneur. Tegenover het neutrale ANV huldigden zij het standpunt dat de Nederlanders juist in deze oorlogstijd, terwijl de Nederlandse taal en het Nederlandse volksbestaan bedreigd werden, niet afzijdig mochten blijven. Afgevaardigden van beide studentenafdelingen, Edzard Domela Nieuwenhuis Nyegaard (Amsterdam) en Van Vessem (Utrecht), waren aanwezig bij de openingsplechtigheid van de door de Duitse bezetter vernederlandste Vlaamsche Hoogeschool Vlaamsche Hoogeschoolcommissie
Lees meer
in 1916. De Utrechtse studenten stichtten op 23 juli 1917 nog De Dietsche Bond Dietsche Bond
De Dietsche Bond (1917-1941) werd opgericht als activistisch gezind alternatief voor het neutrale Algemeen-Nederlands Verbond. De bond nam verschillende prominente activisten op in zijn ... Lees meer
.

Toen de Gentse universiteit in december 1915 werd vernederlandst door de Duitse bezettingsoverheid, werden er inderdaad gelijkaardige discussies gevoerd over de Nederlandse neutraliteit. In Neerlandia verscheen een sympathiebetuiging voor de gematigde Vlaamsgezinde liberaal Fredericq, die door de Duitsers was weggevoerd. Het professorenkorps werd aangevuld met onder meer een aantal Nederlandse hoogleraren: Everhardus Godée-Molsbergen Godée-Molsbergen, Everhardus
De Nederlandse historicus Everhardus Godée-Molsbergen (1875-1940) was tijdens de Eerste Wereldoorlog hoogleraar aan de Von Bissing-universiteit in Gent en een tijdlang voorzitter van de p... Lees meer
, André Jolles, Foeke Buitenrust Hettema Buitenrust Hettema, Foeke
Foeke Buitenrust Hettema (1862-1922) was een specialist inzake Friese taal- en letterkunde en van 1916 tot 1918 hoogleraar aan de Vlaamsche Hoogeschool in Gent. Lees meer
, Ernest Kossmann, Willem Baehrens, Josua J. Valeton, Johan Vollgraff, Jan Versluys, Johan Labberton Labberton, Johan
De Nederlandse ambtenaar en auteur Johan Labberton (1877-1955) koos tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het activisme. Lees meer
, Hans de Vries Reilingh De Vries Reilingh, Hans D.
De sociaal geograaf Hans D. de Vries Reilingh (1908-2001) was betrokken bij het Dietsch Studentenverbond (DSV). Na de Tweede Wereldoorlog zette hij zich in voor een samenwerking tussen d... Lees meer
, Ernest Laqueur, Jan van Binsbergen, Emiel Witsenburg, Richard Kortmulder, Enno Boeke en Carel ten Horn.

In Nederlandse behoudende protestantse en katholieke kringen en in het behoudende liberale milieu trad inderdaad naar voren dat in het oordeel over het Vlaams-nationalisme een sterke sympathie voor Duitsland meespeelde. Zo publiceerde Neerlandia ook nog een oproep tot steun aan de activistische sociale bijstandsorganisatie Volksopbeuring Volksopbeuring
Volksopbeuring (1916-1918) was tijdens WOI een activistische caritatieve organisatie voor behoeftigen en krijgsgevangen Vlamingen. Lees meer
, waar de Utrechtse bisschop Henricus van de Wetering, de christelijk-historische politicus A.F. de Savornin Lohman en het liberale Eerste-Kamerlid Theodorus van Welderen Rengers Van Welderen Rengers, Theodoor
Baron Theodoor van Welderen Rengers (1867-1945) was actief binnen het Algemeen-Nederlands Verbond. Tijdens de Eerste Wereldoorlog steunde hij de uitgave van Dietsche Stemmen en De Toorts.... Lees meer
bij betrokken waren. Reële belangstelling betoonde ook de antirevolutionaire staatsman Abraham Kuyper, die in de lijn van het ideeëngoed van Guillaume Groen van Prinsterer Groen van Prinsterer, Guillaume
Guillaume Groen van Prinsterer (1801-1876) was een antiliberale en antirevolutionaire publicist en politicus. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de protestants-christelijke politi... Lees meer
uitkeek naar een politiek Groot-Nederland in Groot-Duits verband en in 1915 een Home Rule voor Vlaanderen in een gefedereerd België onder leiding van koning Albert voorstelde.

– Terwijl de Vlaamse vluchtelingen na de wapenstilstand van 1918 naar België terugkeerden, werd Nederland een toevluchtsoord voor tal van uitgeweken figuren uit het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
. Vooralsnog hadden die geen politieke invloed. Het kwam er voor hen in de eerste plaats op aan een nieuw bestaan op te bouwen. Sommigen van hen wisten tot leidende functies in het maatschappelijk leven door te dringen. Bekende activistische emigranten waren Karel Angermille Angermille, Karel
Karel Angermille (1873-1938) was tijdens de Eerste Wereldoorlog betrokken bij het activisme in Antwerpen. Na de oorlog was hij actief binnen de Frontpartij. Ook was hij medestichter van d... Lees meer
, Remi Bosselaers Bosselaers, Remi
Remi Bosselaers (1895-1985) was tijdens de Eerste Wereldoorlog betrokken bij het activisme. Daarna week hij uit naar Nederland. Lees meer
, Albert van den Brande Van den Brande, Albert
Albert van den Brande (1890-1964) was tijdens de Eerste Wereldoorlog hoofdredacteur van Het Vlaamsche Nieuws, lid van de Raad van Vlaanderen en hoogleraar aan de Vlaamsche Hogeschool in G... Lees meer
, Jozef van den Broeck Van den Broeck, Jozef
Jozef van den Broeck (1870-1938) was een Antwerps advocaat. Hij was secretaris van de Raad van Vlaanderen en na de Eerste Wereldoorlog week hij uit naar Nederland. Hier werd hij een spilf... Lees meer
, Hugo van den Broeck Van den Broeck, Hugo
Hugo van den Broeck (1891-1960) was vooral actief in verschillende domeinen van de perswereld. Na de Eerste Wereldoorlog vlucht hij naar Nederland en wordt in België bij verstek veroordee... Lees meer
, René de Clercq De Clercq, René
Lees meer
, Richard de Cneudt De Cneudt, Richard
Richard de Cneudt (1877-1959) was een onderwijzer en dichter die tijdens de Eerste Wereldoorlog mee de Raad van Vlaanderen oprichtte en binnen de Raad vooral actief was rond onderwijs. ... Lees meer
, Josué de Decker De Decker, Josué
Classicus Josué de Decker (1879-1953) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een kopstuk van het activisme en hoogleraar aan de vernederlandste Gentse universiteit. Daarna week hij uit naar N... Lees meer
, Alfons Depla, Arthur Faingnaert, Robert van Genechten Van Genechten, Bob
Robert van Genechten (1895-1945) was een advocaat, docent en publicist. Hij was actief in het Vlaamsgezinde studentenleven en trad toe tot het activisme. Hij week uit naar Utrecht en groe... Lees meer
, Hector Halsban Halsband, Hector
Hector Halsband (1878-1955) was tijdens de Eerste Wereldoorlog lid van Jong-Vlaanderen en van de Raad van Vlaanderen. Tijdens het interbellum was hij redacteur van De Schelde en van De Da... Lees meer
d
, Florimond Heuvelmans Heuvelmans, Florimond
Florimond Heuvelmans (1858-1931) was een Vlaamsgezinde adovcaat en politicus voor de katholieke Meetingpartij. Lees meer
, Karel Heynderickx Heynderickx, Karel
Karel Heynderickx (1875-1962), die zich tijdens zijn rechtenstudie aan de Leuvense universiteit bijzonder actief betoonde in de katholieke flamingantische studentenbeweging, was vanaf 190... Lees meer
, Reimond Kimpe Kimpe, Reimond
Reimond Kimpe (1885-1970) verhuisde na de Eerste Wereldoorlog naar Nederland om te ontsnappen aan gerechtelijke vervolging vanwege zijn activisme. Hij was er werkzaam in de huizen- en weg... Lees meer
, Victor Lambrech Lambrecht, Victor
Advocaat Victor Lambrecht (1864-1948) was actief in het daensisme, sloot zich tijdens de Eerste Wereldoorlog aan bij het activisme en collaboreerde als lid van het Vlaamsch Nationaal Ver... Lees meer
t
, Leo Magits Magits, Leo
Leo Magits (1899-1990) was tijdens de Eerste Wereldoorlog betrokken bij het activisme. Later was hij secretaris van de Centrale Volksopvoeding voor Vlaanderen en directeur van de Arbeider... Lees meer
, Adriaan Martens Martens, Adriaan
Lees meer
, Hippoliet Meert Meert, Hippoliet
Hippoliet Meert (1865-1924) was de oprichter van het Algemeen-Nederlands Verbond. Hij ijverde voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit en engageerde zich tijdens de Eerste Were... Lees meer
, Marcel Minnaert Minnaert, Marcel
De vrijzinnige flamingant en Groot-Nederlander Marcel Minnaert (1893-1970) was ook een overtuigde links-radicaal en (atoom)pacifist. Vanaf het begin van de jaren 1920 tot zijn emeritaat a... Lees meer
, Hendrik Mommaerts Mommaerts, Hendrik
Hendrik Mommaerts (1886-1980) werkte mee aan de voorbereiding en oprichting van de krant De Standaard en was tijdens de Eerste Wereldoorlog in leidinggevende functies betrokken bij het ac... Lees meer
, Lodewijk Peerenboom Peerenboom, Lodewijk
Lodewijk Peerenboom (1872-1937) richtte in 1909 in Brussel mee het Vlaams Huis aan de Grote Markt op. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij betrokken bij het activisme. Daarna was hij li... Lees meer
, Leo Picard Picard, Leo
De vrijzinnige flamingant en journalist-publicist Leo Picard (1888-1981) engageerde zich in het activisme, maar sloeg al in de nazomer van 1915 een andere weg in en verhuisde naar Nederl... Lees meer
, Albert van de Poel, Alfons van Roy Van Roy, Alfons
Advocaat Alfons Van Roy (1882-1927) was in Gent politicus voor De Vlaamsche Blok. Tijdens WOI was hij lid van Jong Vlaanderen en lid van de Raad Van Vlaanderen. Hij overleed in Nederland... Lees meer
, Reimond Speleers Speleers, Reimond
Lees meer
, Jules Spincemaille Spincemaille, Jules
Lees meer
, Pieter Tack Tack, Pieter
De vrijzinnige flamingant Pieter Tack (1870-1943) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een van de leidende figuren van het activisme, onder andere als voorzitter van de Raad van Vlaanderen ... Lees meer
, Antoon Thiry Thiry, Antoon
Antoon Thiry (1888-1954) schreef pittoresk-folkloristische verhalen en was de oprichter van de uitgeverij en boekengilde Die Poorte. Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde hij zich in ... Lees meer
, Pieter Ursi Ursi, Pieter
Pieter Ursi (1877-1937) was geëengageerd in het Leuvense socialisme. Tijdens WOI was hij betrokken bij het activisme en was hij lid van de Raad van Vlaanderen. Nadien vestigde hij zich i... Lees meer
, Marcel van de Velde Van de Velde, Marcel
Marcel van de Velde (1898-1964) was een Brugse non-conformistische publicist met Groot-Germaanse sympathieën. Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde hij zich in het activisme en tijden... Lees meer
, Telesphorus Vernieuwe, Willem de Vreese De Vreese, Willem
Willem L. de Vreese (1869-1938) was een filoloog, bibliothecaris en Gentse hoogleraar, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol speelde in het activisme. Lees meer
en Karel Waternaux Waternaux, Karel
Karel Waternaux (1887-1962) werkte zowel tijdens de Eerste als de Tweede Wereldoorlog samen met de Duitse bezetter, respectievelijk in België en in Nederland. Tijdens het interbellum was... Lees meer
. Ook de Sublieme Deserteurs Sublieme Deserteurs
De zogenaamde ‘Sublieme Deserteurs’ waren overlopers die in het voorjaar van 1918 door de Frontbeweging naar de Duitse linies werden gestuurd om contact op te nemen met het activisme. ... Lees meer
, de Vlaamse frontsoldaten die in 1918 met een boodschap aan de activisten over de linies waren getrokken, Jules Charpentier Charpentier, Jules
Jules Charpentier (1893-1982) liep in april-mei 1918 als een van de zogenoemde ‘sublieme deserteurs’ over naar het Duitse leger, om op vraag van de Frontbeweging contact te zoeken met de ... Lees meer
, Karel de Schaepdrijver De Schaepdrijver, Karel
Karel De Schaepdrijver (1892-1970) was tijdens WOI betrokken bij de Frontbeweging. In 1918 liep hij over en werd ingeschakeld in de activistische propaganda. Na de oorlog vestigde hij zi... Lees meer
, Vital Haesaert Haesaert, Vital
Lees meer
en Carlos van Sante Van Sante, Carlos
Carlos van Sante (1896-1947) was een Vlaamse dominicaan, die deel uitmaakte van het radicaal Vlaamsgezinde en pro-activistische milieu rond kapelaan Cyriel Verschaeve. Tijdens de Eerste ... Lees meer
vonden een onderkomen in Nederland.

Al snel trachtten die ballingen hun stem te laten horen in publicaties en in periodieken die zowel in Nederland als Vlaanderen werden verspreid, zoals de Vlaamsch-Nationale Gedachte, Pro Flandria Pro Flandria
Lees meer
en Ontvoogding Ontvoogding
Lees meer
. Een Vlaamsch Comité Vlaamsch Comité
Het Vlaamsch Comité (1918-1919) werd opgericht om enerzijds de gemeenschappelijke politieke doeleinden van het activisme op het internationale forum aan de bod te brengen en anderzijds de... Lees meer
behartigde hun belangen en onder leiding van Mommaerts functioneerde er een Vlaamsch Persbureau Vlaamsch Persbureau
Het Vlaamsch Persbureau was een onderdeel van het in Den Haag gevestigde Vlaamsch Comité en belastte zich met pers en propagandazaken voor de uitgeweken activisten. Lees meer
. Vanaf 1922 probeerden de ballingen via ‘begroetingsdagen’ aan de Belgisch-Nederlandse grens opnieuw in contact te komen met Vlaams-nationalisten uit België. De amnestie Amnestie
Lees meer
campagne van 1923-1924 bracht Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
in Nederland, waar hij het woord voerde op meetings door het hele land.

Invloedrijk was in de volgende jaren de aanwezigheid van oud-activistische journalisten in diverse krantenredacties. De betrekkingen van de oud-activisten met de leden van De Dietsche Bond Dietsche Bond
De Dietsche Bond (1917-1941) werd opgericht als activistisch gezind alternatief voor het neutrale Algemeen-Nederlands Verbond. De bond nam verschillende prominente activisten op in zijn ... Lees meer
werden hechter. Het weekblad De Toorts bleef verschijnen tot 1922, met bijdragen van activistische ballingen en Groot-Nederlanders uit het Noorden. Daarna nam De Ploeg De Ploeg
Weekblad De Ploeg (1921-1925) was het orgaan van het Vlaamsche Front Antwerpen. Hoofdredacteur was Herman Vos. Lees meer
, het te Antwerpen verschijnend weekblad van Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
, die taak over, en bracht zo de samenwerking van de voormalige Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
en het activisme tot stand. Inmiddels had ook Pieter Geyl Geyl, Pieter
Pieter Geyl (1887–1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.... Lees meer
de uit zijn studententijd daterende relaties met het Vlaams-nationalisme kunnen herstellen. Zijn persoonlijke contacten en die van Frederik C. Gerretson Gerretson, Frederik C.
Frederik Carel Gerretson (1884–1958) was een Nederlandse historicus, zakenman en politicus, die vanuit zijn Groot-Nederlandse overtuiging het Vlaams-nationalisme trachtte te beïnvloeden.... Lees meer
met vooraanstaande Vlaams-nationalisten als Jacob en later vooral Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
en Vos zouden van belang blijven.

De poging van het Vlaamsch Comité in 1919 om gehoor te vinden bij de in Versailles vergaderende grote mogendheden oogstte weinig succes. Meer bijval kregen de publicistische activiteiten van het Vlaamsch Persbureau en de Vlaamse redactieleden van Nederlandse kranten in de strijd tegen de naoorlogse anti-Nederlandse politiek van Brussel. Op initiatief van Leo Simons Simons, Leo
De Nederlandse uitgever en journalist-publicist Leo Simons (1862-1932) zette zich gedurende bijna een halve eeuw op diverse manieren in voor de Vlaamse en de Groot-Nederlandse beweging.... Lees meer
en Geyl werd in 1928 een internationaal amnestie-adres aan de Belgische regering aangeboden, dat de handtekeningen van 250 intellectuelen uit allerlei landen droeg.

Anti-Vlaamse elementen in België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
, die georganiseerd waren in het Comité de politique nationale Comité de Politique nationale
Het Comité de Politique Nationale (° december 1918-1930) was een rechts-nationalistische drukkingsgroep geleid door Pierre Nothomb die op rumoerige wijze ijverde voor gebiedsuitbreiding. ... Lees meer
, hadden tijdens de oorlog van een groter België gedroomd. Eind 1918 werd de campagne tot annexatie van Nederlands-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen op het getouw gezet. Deze plannen werden door Vlaamsgezinden en socialisten fel bestreden. Minister van Buitenlandse Zaken Paul Hymans Hymans, Paul
Paul Hymans (1865-1941) was een Brusselse, Franstalige en liberale politicus. Tussen 1918 en 1935 was hij minister van Buitenlandse Zaken. Hij toonde nooit veel begrip of belangstelling v... Lees meer
legde tussen februari en mei 1919 de Belgische eisen aan de Grote Vier en Nederland voor: absolute soevereiniteit over de Westerschelde, servituten op Zeeuws-Vlaanderen en Limburg, en het graven van een kanaal van Antwerpen naar de Rijn, over Nederlands grondgebied. De Grote Vier besloten toen dat de verdragen van 1839 – die aan België neutraliteit hadden opgelegd – moesten worden herzien. De Geallieerde Raad maakte in april bekend dat van gebiedsafstand en compensaties geen sprake kon zijn en ook de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Herman Adriaan van Karnebeek wees alles wat tot een overdracht van soevereiniteit zou leiden af. Hij verklaarde zich bereid tot onderhandelingen over de overige problemen, het Scheldebeheer en de waterwegen. In het verdrag van Versailles van 28 juli 1919 kreeg België dan ook geen enkele territoriale uitbreiding ten nadele van Nederland. Onderhandelingen tussen beide landen leidden in maart 1920 wel tot een overeenkomst over het Moerdijkkanaal en het beheer van de Schelde. Over de doorvaart van oorlogsschepen naar Antwerpen kon men het niet eens worden en minister Hymans eiste ineens de algehele soevereiniteit over de Wielingen op. Op 21 mei 1920 brak België de onderhandelingen af.

In 1924 werden onderhandelingen weer opgenomen, nadat Brussel aan Den Haag had laten weten dat het bereid was om van zijn militair-politieke doeleinden af te zien. Op 3 april 1925 werd het Belgisch-Nederlands Verdrag Belgisch-Nederlands Verdrag
Het Belgisch-Nederlands Verdrag werd afgesloten in april 1925 tussen België en Nederland, na uiterst slopende onderhandelingen die begonnen na de Vredesconferentie van Versailles. Het ver... Lees meer
ondertekend. Het verdrag betekende het einde van de Belgische neutraliteit en had hoofdzakelijk betrekking op economische kwesties en de waterwegen. In België werd dit akkoord aanvaard, maar in Nederland botste het op felle oppositie die ingegeven was door economische en militaire motieven (de doorvaart van Belgische oorlogsschepen door de Schelde werd door het verdrag niet duidelijk opgelost). De oppositie werd krachtig aangewakkerd door de Groot-Nederlanders van De Dietsche Bond, gesteund door de activistische migranten van het weekblad Vlaanderen (1922-1933). Die stelden dat het verdrag de positie van Nederland tegenover het met België militair verbonden Frankrijk ernstig verzwakte. De Groot-Nederlanders wezen ook het economische gedeelte van het verdrag af.

Nadat de Vlaams-nationalistische Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
, ontstaan uit de Frontbeweging en activisten, zich in juli 1926 bij de behandeling van het verdrag in de Belgische Kamer had onthouden, formuleerde een conferentie van Vlaams-nationalisten en Groot-Nederlanders in Utrecht in december een aantal vragen die door Herman Vos aan minister van Buitenlandse Zaken Emile Vandervelde Vandervelde, Emile
Emile Vandervelde (1866-1936) was een socialistische partijleider en politicus die een vooraanstaande rol speelde in de Vlaamse vraagstukken van zijn tijd. Lees meer
werden voorgelegd. Het dubbelzinnige antwoord van de minister gaf de openbare opinie in Nederland geen voldoening. Op 24 maart 1927 verwierp De Eerste Kamer het verdrag; de stemming was het resultaat van de gebundelde inspanningen van Groot-Nederlanders en van Rotterdamse zakenkringen die de regeling te gunstig vonden voor België. In de agitatie tegen het verdrag was de latere leider van de Nationaal-Socialistische Beweging Nationaal-Socialistische Beweging
De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) was een Nederlandse politieke partij, op 14 december 1931 opgericht en geleid door Anton Mussert. Lees meer
, de Dietse-Bonder Anton Mussert Mussert, Anton
Anton Mussert (1894-1946) was een Nederlandse politicus. Hij was de oprichter en leider van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Lees meer
, naar voren getreden. In 1928 en 1929 trachtten Gerretson, Geyl en Vos samen met andere Groot-Nederlanders uit het Noorden een oplossing te vinden voor het kanalenvraagstuk. Aangezien voor de Nederlanders uiteindelijk het Rotterdamse belang bleef primeren, kwam er vóór de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
geen oplossing voor de kwestie.

Opnieuw kwam het tot spanningen in de Belgisch-Nederlandse betrekkingen toen Ward Hermans Hermans, Ward
Ward Hermans (1897-1992) was een Vlaams-nationalistische schrijver, journalist en politicus, die in de loop van het interbellum radicaliseerde in nationaalsocialistische zin. Tijdens de T... Lees meer
de zogenaamde tekst van het geheime Frans-Belgisch Militair Akkoord Frans-Belgisch Militair Akkoord
Lees meer
van 1920 liet publiceren in het Utrechtsch Dagblad van 23 februari 1929 (zie Utrechtse documenten Utrechtse Documenten
De term ‘Utrechtse documenten’ verwijst naar een vervalste tekst van het Frans-Belgisch militair akkoord gepubliceerd door Het Utrechtsch Dagblad in februari 1929. De publicatie leidde to... Lees meer
). Opschudding verwekte de bepaling dat bij oorlog met Duitsland Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
Belgische troepen door Nederlands Limburg zouden oprukken. Nadat de Belgische regering had aangetoond dat de stukken waren vervalst, keerde de verontwaardiging in Nederland zich tegen het ‘onverantwoordelijk bedrijf van de Vlaams-nationalisten’.

Begrijpelijkerwijs had de Nederlandse regering, anders dan de Franse, in 1922 weigerachtig gestaan tegenover het voorstel van België om een Intellectueel Accoord, ter bevordering van culturele samenwerking tussen Nederland en zowel de Vlaamse als Waalse provincies, af te sluiten. Pas in 1927 kwam het tot een verdrag, dat echter door gebrek aan financiële middelen nooit werd uitgevoerd. Tot leden van de vaste commissie ter uitvoering van dit akkoord benoemde de Nederlandse regering in 1930 onder anderen J. Limburg, J.A.J. Barge, R.N. Roland Holst, J. Schrijnen en C.T. Stark D.Wzn. Van Vlaanderen en Nederland uit voerde men een campagne opdat de voertaal in deze commissie het Nederlands zou zijn.

De gedachte dat Vlaanderen en Nederland cultureel bij elkaar hoorden, was in de voorgaande decennia door steeds meer intellectuelen uit Nederland bijgetreden. Die overtuiging leidde echter nog steeds meestal niet tot actieve steun aan de politieke Vlaamse beweging. Pieter Geyl Geyl, Pieter
Pieter Geyl (1887–1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.... Lees meer
historiografische uitwerking van de Groot-Nederlandse gedachte, gegroeid in zijn contacten met Vlamingen, vond niettemin aanhang in een ruimere kring. Geyl zelf vertolkte zijn ideeën herhaaldelijk in lezingen, onder andere voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde is een letterkundig-historisch genootschap dat in 1766 in Leiden werd opgericht. Lees meer
in Leiden en op Vlaamsche Wetenschappelijke Congressen Vlaamsche Wetenschappelijke Congressen
De Vlaamsche Wetenschappelijke Congressen (1887-1942) ijverden in uiteenlopende vakgebieden voor een Nederlandstalige wetenschapsbeoefening in Vlaanderen. Lees meer
.

Het ANV bleef ook na de oorlog neutraal in wat het als een binnenlandse aangelegenheid van België beschouwde, ondanks pogingen van Geyl en anderen om tot een sterker engagement ter zake te komen. Toch spoorde de voorzitter van het verbond, Hermanus Kiewiet de Jonge Kiewiet De Jonge, Hermanus
Lees meer
, in 1919 zijn landgenoten aan om de gevluchte activisten met begrip en welwillendheid te onthalen. Tal van uitgeweken activisten werden lid van De Dietsche Bond, die zijn bijeenkomsten hield in de Dietsche Taveerne in Utrecht. In de betrekkingen met de Vlaamse beweging speelde de Bond een hoofdrol en hij steunde studentencongressen en andere samenwerking op wetenschappelijk en cultureel terrein. Enige invloed op de politieke gebeurtenissen kregen de Bond pas bij de behandeling van het Belgisch-Nederlands verdrag Belgisch-Nederlands Verdrag
Het Belgisch-Nederlands Verdrag werd afgesloten in april 1925 tussen België en Nederland, na uiterst slopende onderhandelingen die begonnen na de Vredesconferentie van Versailles. Het ver... Lees meer
. Door hun activistische origine en hun hoofdzakelijk conservatief-liberaal getinte Vlaams-nationalisme hadden ze aanvankelijk ook weinig vat op de Frontpartij, op dat ogenblik een partij met links-democratische sympathieën en revolutionaire tendensen. Aan de uitwerking van het Federaal Statuut van 1931 zouden nochtans verscheidene leden van deze groep een actieve bijdrage leveren.

De studentencongressen werden in een meer radicale richting geduwd door het Dietsch Studentenverbond Dietsch Studentenverbond
Het Dietsch Studenten Verbond was een van oorsprong Nederlandse nationalistische studentenvereniging, die in de periode 1922-1941 actief was in Nederland en Vlaanderen. Op haar hoogtepunt... Lees meer
, opgericht in Den Haag in 1922. Vanaf 1923 maakten hiervan in Vlaanderen allerlei grote studentenverenigingen deel uit; in Nederland ging het om afzonderlijke afdelingen die geen band hadden met andere studentenorganisaties. Onder leiding van figuren als Hendrik Brugmans, Hans de Vries Reilingh De Vries Reilingh, Hans D.
De sociaal geograaf Hans D. de Vries Reilingh (1908-2001) was betrokken bij het Dietsch Studentenverbond (DSV). Na de Tweede Wereldoorlog zette hij zich in voor een samenwerking tussen d... Lees meer
en Hendrik van der Wielen Van der Wielen, Hendrik
Hendrik van der Wielen (1903-1990) was in zijn Amsterdamse studietijd een van de spilfiguren van het Dietsch Studentenverbond. Vanaf de jaren 1930 ontpopte deze doctor in de sociale geog... Lees meer
kwam het Dietsch Studentenverbond aan sommige Nederlandse universiteiten (Amsterdam, Groningen) tot vrij grote bloei. Voor Vlaamse studenten werden Dietsche Academische Leergangen Dietsche Academische Leergangen
De Dietsche Academische Leergangen (1927-1934) waren vier bijeenkomsten die door het Dietsch Studentenverbond (DSV) werden georganiseerd op verschillende locaties in Nederland. Lees meer
georganiseerd om ze nader in contact te brengen met de Nederlandse cultuur. Eenzelfde bedoeling lag ten grondslag aan de Delta-conferenties. Sinds 1922 wisselde De Dietsche Bond bovendien elk jaar 65 tot 75 Nederlandse en Vlaamse jongelingen uit. Gelijksoortige bedoelingen hadden ook de landdagen van de Nederlandsche Unie Nederlandsche Unie
De Nederlandsche Unie was een Groot-Nederlandse organisatie uit het interbellum. Lees meer
, de Vlaamsch-Hollandsche Vereenigingen Verbond van Vlaamsch-Hollandsche Vereenigingen
Het Verbond van Vlaamsch-Hollandsche Vereenigingen was een overkoepelend bestuursorganisme van Vlaamse verenigingen in Nederland tijdens de jaren 1920-1930. Deze organisatie, waarvan vee... Lees meer
(onder meer in Amsterdam, Delft, Groningen en Rotterdam), de Groot-Nederlandsche Vereeniging Groot-Nederlandsche Vereeniging
Lees meer
in Eindhoven en het Studiefonds van Vlaamsche Studenten in Rijks-Nederland.

Voor het intellectuele publiek verscheen in 1930 het maandblad Leiding Leiding (1930-1931)
Het tijdschrift Leiding werd in 1930 opgericht door Pieter Nicolaas van Eyck, Frederik Carel Gerretson en Pieter Geyl om sturing te geven aan het cultureel-maatschappelijke leven in het N... Lees meer
(1930-1931)
, onder redactie van Pieter van Eyck Van Eyck, Pieter
Literator en literatuurhistoricus Pieter van Eyck (1887-1954) sympathiseerde met de Ierse vrijheidsstrijd en de Groot-Nederlandse beweging. Lees meer
, Gerretson en Geyl. Bij gebrek aan belangstelling beleefde het tijdschrift slechts één jaargang. Het Vlaams Academisch Genootschap organiseerde vanaf 1928 in Antwerpen lezingen door Nederlandse geleerden, die trouwens ook steeds vrij talrijk op Vlaamsche wetenschappelijke congressen aanwezig waren.

Grote belangstelling voor Vlaanderen had ook de rooms-katholieke pedagoog en letterkundige Hendrik Moller Moller, Hendrik
Hendrik Moller (1896-1940) was tussen 1900 en 1940 een van de voornaamste culturele voormannen in het katholieke volksdeel van Nederland. Via onderwijsvernieuwing, studentenverenigingen ... Lees meer
, de stichter van het literair maandblad Roeping, die herhaaldelijk het woord voerde op Vlaamse manifestaties: op de IJzerbedevaarten IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
, op de Vlaggefeesten te Brugge (zie De Vlaamsche Vlagge De Vlaamsche Vlagge (1941)
De Vlaamsche Vlagge (1941) was een Vlaamsgezind sluikblad tijdens de Tweede Wereldoorlog, opgericht in januari 1941 door drie Leuvense studenten. Lees meer
), op de Landdag van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
te Lier. Tot de redactie van zijn maandblad behoorden de Vlamingen Wies Moens Moens, Wies
Lees meer
en Karel van den Oever Van den Oever, Karel
Karel Van den Oever (1879-1926) was de bezieler van het tijdschrift Vlaamsche Arbeid. Hij toonde zich in zijn literair proza een katholieke en strijdende flamingant. Lees meer
, later Victor Leemans Leemans, Victor
Victor Leemans (1901-1971) was een politiek en sociaaleconomisch theoreticus, die het gedachtegoed van de revolutie van rechts introduceerde in de Vlaamse beweging. Tijdens de Tweede Were... Lees meer
en Jan Brans Brans, Jan
Jan Brans (1908-1986) was een Vlaams-nationalistische journalist en publicist, die tijdens de oorlog collaboreerde als hoofdredacteur van Volk en Staat. Decennia later lag hij mee aan de ... Lees meer
. Groot-Nederlands was ook de instelling van de redacteurs van De Gemeenschap: die gerichtheid groeide uit de belangstelling van de katholieke jongeren voor de ontwikkeling in het zuiden van Nederland en zijn integratie in het nationaal geheel, uit het contact met in Nederland verblijvende activisten en uit de nawerking van de ideeën van Jozef A. Alberdingk Thijm Alberdingk Thijm, Jozef
Jozef Alberdingk Thijm (1820-1889) was voortrekker van de katholieke emancipatie in Nederland en een veelzijdig man: handelaar, uitgever, architectuur- en kunstcriticus, kenner van de mid... Lees meer
. Het Dietsch Studentenverbond nodigde in 1931 Anton van Duinkerken Asselbergs, Willem
Willem Asselberghs (1903-1968), ook bekend onder zijn pseudoniem Anton van Duinkerken, was hoogleraar taalkunde in Nijmegen. Hij ijverde voor de Vlaams-Nederlandse culturele integratie.... Lees meer
uit voor een reeks lezingen in Vlaanderen. Gerard Knuvelder Knuvelder, Gerard
Gerard Knuvelder (1902-1982) was een Nederlandse literatuurhistoricus en promotor van de Groot-Nederlandse gedachte. Afkomstig uit Gelderland was hij vooral invloedrijk in Noord-Brabant.... Lees meer
publiceerde verscheidene geschriften over Vlaanderen en de Vlaamse beweging en zag in de voormalige Generaliteitslanden een schakel tussen Holland en het katholieke Vlaanderen.

Niet onmiddellijk door nationale motieven geïnspireerd was de belangstelling voor Vlaanderen die tot uiting kwam in de kring rondom Carlos van Sante Van Sante, Carlos
Carlos van Sante (1896-1947) was een Vlaamse dominicaan, die deel uitmaakte van het radicaal Vlaamsgezinde en pro-activistische milieu rond kapelaan Cyriel Verschaeve. Tijdens de Eerste ... Lees meer
, dominicaan en lector in Nijmegen. Studenten uit die kring traden toe tot het Verdinaso. Verwant met de integralistische katholieken uit de Van Sante-kring waren de medewerkers van het tijdschrift Aristo Aristo
Aristo (1930-1964) was een conservatief-katholiek Nederlands maandblad, dat sympathiseerde met het Verdinaso en het Italiaanse fascisme. Lees meer
van Wouter Lutkie Lutkie, Wouter
Wouter Lutkie (1887-1968) was een Noord-Brabantse katholieke priester die de Groot-Nederlandse gedachte verdedigde en voorstander was van het corporatisme en Italiaanse fascisme. Lees meer
, een sterk Latijnsgerichte groep, die sceptisch stond tegenover de Groot-Nederlandse gedachte en de nieuwe marsrichting van het Verdinaso toejuichte. Sympathie voor Vlaanderen had wél de redactie van De Nieuwe Gemeenschap, die de nieuwe marsrichting verwierp. Duidelijker uitgesproken was de sympathie voor de Vlaamse taalstrijd in Vrijdag, het weekblad van Jan Derks. Arnold Meijer Meijer, Arnold
Arnold Meijer (1905-1965) was Nederlandse fascist en Groot-Nederlander. Hij was de oprichter van Zwart Front (1934-1940) en Nationaal Front (1940-1941). Lees meer
, de leider van het fascistische en antisemitische Zwart Front/Nationaal Front Zwart Front
Het Zwart Front was een Nederlandse revolutionair-fascistische partij, op 5 mei 1934 door Arnold Meijer opgericht. De aanhang bleef grotendeels beperkt tot de provincie Noord-Brabant. Beg... Lees meer
, stond afwijzend tegenover de nieuwe marsrichting. Hij was opgetogen over de actie van Flor Grammens Grammens, Flor
Onderwijzer Flor Grammens (1899-1985) verwierf tijdens zijn leven grote bekendheid door zijn herhaalde en soms spectaculaire acties tegen de schendingen van de taalwetgeving. Lees meer
en knoopte contacten aan met de leiding van het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV)
.

Namens Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
legde Wies Moens in 1931 verscheidene contacten in Nederland. De eerste Verdinasoleden werden er aangeworven door de Amsterdammer Gerardus van der Horst Van der Horst, Gerard
Lees meer
. Na een tournee van Van Severen kregen redacteuren van De Christophore de leiding van Verdinaso-Nederland: Henri Bruning Bruning, Henri
Lees meer
, Ernst Voorhoeve Voorhoeve, Ernst
Lees meer
en Ernest Michel Michel, Ernest
Lees meer
. Na de afkondiging van de nieuwe marsrichting pleitte het Verdinaso voor nauwe samenwerking van de Belgische en de Nederlandse regeringen. Verdinasoleden verleenden medewerking aan het maandblad Dietbrand Dietbrand
Dietbrand (1932-1939) was een Groot-Nederlandsgezind tijdschrift gesticht door Wies Moens. Tot 1934 steunde het blad het Verdinaso. Na de Nieuwe Marsrichting stelde de redactie zich onafh... Lees meer
van Moens: Bruning, Michel en de historicus H. Bruch. In dit blad, dat antisemitische geluiden liet horen, vinden we ook stukken van Nederlandse ‘broeders’ uit de Jong Nederlandsche Gemeenschap Jong Nederlandsche Gemeenschap
De Groot-Nederlandse en rechts-radicale Jong Nederlandsche Gemeenschap bestond van 1931 tot 1935 en was de laatste poging van priester Robrecht de Smet om impact te hebben in de Vlaamse e... Lees meer
van Robrecht de Smet De Smet, Robrecht
Robrecht de Smet (1875-1937) was een West-Vlaamse priester en kapelaan. Hij evolueerde in radicale anti-Belgische en autoritaire richting en was betrokken bij het Verbond van Vlaamsche Na... Lees meer
. Diens opvolger als ‘kanselier’ van de Jong Nederlandsche Gemeenschap was Willem Goedhuys Goedhuys, Willem
De Nederlander Willem Goedhuys (1899-1978) was radicaal Groot-Nederlands georiënteerd en speelde een belangrijke rol bij verschillende Vlaams-nationalistische en Groot-Nederlandse tijdsch... Lees meer
, een van de leiders van het Dietsch Studentenverbond, die ook betrokken werd bij de besprekingen die aan de stichting van het VNV voorafgingen.

In 1928 stichtte de ex-activist Leo Magits Magits, Leo
Leo Magits (1899-1990) was tijdens de Eerste Wereldoorlog betrokken bij het activisme. Later was hij secretaris van de Centrale Volksopvoeding voor Vlaanderen en directeur van de Arbeider... Lees meer
een Algemeen Nederlandsch Arbeidersverbond Algemeen Nederlandsch Arbeidersverbond
Het Algemeen Nederlandsch Arbeidersverbond (ANAV) was een socialistische Groot-Nederlandse organisatie, die werd opgericht in 1928 en tot de opheffing van de vereniging het blad Schakels ... Lees meer
, dat het tijdschrift Schakels Schakels
Schakels (1929-1935) was het ledenblad  van het Algemeen Nederlands Arbeidersverbond, dat zowel in Vlaanderen als in Nederland verscheen. Het probeerde Groot-Neerlandisme te verbinden me... Lees meer
uitgaf en een socialistische visie op de nationale problematiek ontwikkelde. Medewerkers aan Schakels waren Jef Rens Rens, Jef
Jef Rens (1905-1985) was een socialistische vakbondsleider en politicus, die onder meer als redacteur van de Vlaamsgezinde socialistische tijdschriften Schakels en Menschen een niet onbel... Lees meer
, Pieter Ursi, Hendrik Brugmans Brugmans, Hendrik
Hendrik Brugmans (1906-1997) was Groot- en later Heel-Nederlander, socialist en na de Tweede Wereldoorlog vooral een onvermoeibare pleitbezorger van de Europese integratie. Lees meer
, Garmt Stuiveling Stuiveling, Garmt
Garmt Stuiveling (1907-1985) was een Nederlandse dichter en letterkundige. Lees meer
, Achilles Mussche Mussche, Achilles
Achilles Mussche (1896-1974) was een socialistisch en flamingantisch geïnspireerde leraar en dichter, die zich in zijn jonge jaren engageerde in het activisme en begin jaren 1920 mee aan ... Lees meer
, J.S. Bartstra, Alfons Vranckx Vranckx, Alfons
Alfons Vranckx (1907-1979) was een hoogleraar rechten en een socialistische politicus met een Vlaamsgezinde overtuiging, die zich op diverse gebieden inzette voor de ‘Vlaamse zaak’, maar ... Lees meer
, K. Heeroma, A.R. Scholten en Marcel Minnaert Minnaert, Marcel
De vrijzinnige flamingant en Groot-Nederlander Marcel Minnaert (1893-1970) was ook een overtuigde links-radicaal en (atoom)pacifist. Vanaf het begin van de jaren 1920 tot zijn emeritaat a... Lees meer
. Het Algemeen Nederlandsch Arbeidersverbond werkte nauw samen met het Religieus Socialistisch Verbond en met de Vlaamsche Jongeren Vredes-Aktie Vlaamsche Jongeren Vredes-Aktie
Lees meer
en werkte mee aan de Dietsche Landdagen Dietsche Landdagen
De Dietsche Landdagen (1929-1935) waren jaarlijkse bijeenkomsten in afwisselend Nederland en Vlaanderen, die georganiseerd werden door de Nederlandsche Unie en in het teken stonden van d... Lees meer
. In 1931 organiseerde het voor de sociaal-democratische studentenclubs een conferentie over socialisme en Vlaams-nationalisme. Medewerkers aan Schakels en aan de Vredesactie namen ook deel aan de IJzerkampen en aan de IJzerbedevaarten IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
. Toch werd het van 1932 af duidelijk dat de scheiding der wegen nabij was: het blad keerde zich tegen het fascisme en het Verdinaso. Op de volkshulde aan Willem de Zwijger in Delft in 1933, georganiseerd door het ANV, het Dietsch Studentenverbond en het Nationaal Jongerenverbond, werd de rede van Brugmans verboden. Generaal C.J. Snijders, Van Duinkerken, Jacob, Gerretson en ds. J.J. Stam voerden er wél het woord. Een eed van trouw op tekst van Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
werd er afgenomen door Jan D. Domela Nieuwenhuis Nyegaard Domela Nieuwenhuis Nyegaard, Jan
Jan Derk Domela Nieuwenhuis Nyegaard (1870-1955) was predikant en pangermanist. Tijdens beide wereldoorlogen collaboreerde hij met de Duitse bezetter met de bedoeling een zelfstandig Vlaa... Lees meer
. In het aanbevelingscomité zaten behalve academici uit Nederland verscheidene Vlaamse activisten en Vlaams-nationalistische jongeren.

Een aantal medewerkers van Schakels, leden van de Jong Nederlandsche Gemeenschap en leden van het Dietsch Studentenverbond traden in de jaren 1930 in de openbaarheid als medewerkers in het Nederlandse volkshogeschoolwerk. De leidinggevende kringen in dit werk – waaraan de uitgeweken Vlaming Vital Haesaert Haesaert, Vital
Lees meer
een belangrijke bijdrage leverde – beschouwden Nederland en Vlaanderen als één cultuurgemeenschap en trachtten door hun werk misverstanden en tegenstellingen op te heffen. Onder de meer dan tweeduizend deelnemers aan cursussen in de volkshogeschool in Bakkeveen en Markelo van 1932 tot 1939 waren meer dan 10 procent Vlamingen. Aan Het Gemeenebest, het in 1938 opgerichte maandblad dat de ideeën van de volkshogeschoolwerkers in ruimer kring wilde verspreiden, werkten de Vlamingen Lode Claes Claes, Lode
Lode Claes (1913-1997) was een Vlaams-nationalistisch politicus, publicist en zakenman die een Vlaamse elite wilde vormen om de Vlaamse demografische meerderheid de leiding te laten nemen... Lees meer
en Victor Leemans Leemans, Victor
Victor Leemans (1901-1971) was een politiek en sociaaleconomisch theoreticus, die het gedachtegoed van de revolutie van rechts introduceerde in de Vlaamse beweging. Tijdens de Tweede Were... Lees meer
mee. De invloed van die kring op de ontwikkeling van de Vlaamse gedachte zou na de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
duidelijk worden (zie Volkshogescholen Volkshogescholen
Lees meer
).

De jaren 1930

In de belangstelling van Nederlanders voor de Vlaamse beweging en het Vlaams-nationalisme kwam van 1931 af verkoeling. In de Dietse organisaties had de opkomst van de Nationaal-Socialistische Beweging Nationaal-Socialistische Beweging
De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) was een Nederlandse politieke partij, op 14 december 1931 opgericht en geleid door Anton Mussert. Lees meer
(NSB) een verscheurend effect. De autoritaire en antidemocratische denkbeelden die in verscheidene Nederlandse en Vlaamse politieke formaties ingang vonden, vormden steeds meer een ernstige hinderpaal voor de overtuigde democraten. Bezorgdheid om de politieke ontwikkeling in Europa leidde de aandacht van de Vlaamse problemen weg. Een aantal leden van De Dietsche Bond verwierp de autoritaire strekkingen. Geyls contacten met het Vlaams-nationalisme werden minder intensief toen de autoritaire richting na 1933 de overhand kreeg. Uit zijn correspondentie van die jaren blijkt welke kloof hem van sommige Vlaams-nationalisten scheidde. Bovendien wekte het feit dat begrip en waardering voor hen getoond werden in de rangen van de NSB onbehagen. Anderzijds bleken sommige leden van de Dietse organisaties waardering op te brengen voor het door de NSB beleden volksnationalisme. De NSB trachtte zich van de Groot-Nederlandse idealen meester te maken door infiltratie en door de oprichting van mantelorganisaties. Een leidende rol in NSB speelden de oud-activist Robert van Genechten Van Genechten, Bob
Robert van Genechten (1895-1945) was een advocaat, docent en publicist. Hij was actief in het Vlaamsgezinde studentenleven en trad toe tot het activisme. Hij week uit naar Utrecht en groe... Lees meer
en de Groot-Nederlander Anton van Vesse Van Vessem, Anton
Anton van Vessem (1887-1966) was een Nederlands advocaat, politicus voor de Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland en aanhanger van de Groot-Nederlandse gedachte. Lees meer
m
. Vanaf 1935 onderhielden Anton Mussert Mussert, Anton
Anton Mussert (1894-1946) was een Nederlandse politicus. Hij was de oprichter en leider van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Lees meer
en VNV-leider Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carrière begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
persoonlijk contact, zoals er ook contact was tussen het VNV en Zwart Front Zwart Front
Het Zwart Front was een Nederlandse revolutionair-fascistische partij, op 5 mei 1934 door Arnold Meijer opgericht. De aanhang bleef grotendeels beperkt tot de provincie Noord-Brabant. Beg... Lees meer
, waartoe ook Jan D. Domela Nieuwenhuis Nyegaard Domela Nieuwenhuis Nyegaard, Jan
Jan Derk Domela Nieuwenhuis Nyegaard (1870-1955) was predikant en pangermanist. Tijdens beide wereldoorlogen collaboreerde hij met de Duitse bezetter met de bedoeling een zelfstandig Vlaa... Lees meer
toetrad. Ten gevolge van de scherpere ideologische tegenstellingen in de studentenwereld leidde ook het Dietsch Studentenverbond na 1933 een kwijnend bestaan. Wél was er nog een paar maal een congres, maar eendrachtige samenwerking zoals voor 1930 werd onmogelijk.

Inmiddels had de sombere internationale toestand de regeringen van België en Nederland nader tot elkaar gebracht. De opzegging van het Frans-Belgisch Militair Akkoord en de zelfstandigheidspolitiek van koning Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiële houding en mee... Lees meer
en de Belgische regeringen van 1936 af werden in het Noorden aangevoeld als een ruggensteun voor de veiligheid van Nederland. Vlaams-belgicistische kringen lanceerden het idee van een Belgisch-Nederlands defensief militair akkoord, terwijl de Verdinasoleiding pleitte voor een economische unie. Vooralsnog wezen de regeringen die gedachten af, maar aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog getuigden de officiële bezoeken van Leopold III aan Nederland en van koningin Wilhelmina aan België van een groeiende vriendschap in de verhouding tussen de beide staten (zie Monarchie Monarchie
In deze bijdrage over de Belgische vorsten, van Leopold I tot en met Albert II (1831-2013), wordt gepeild naar hun oordeel over en aandeel in de ontwikkeling van de Belgische taalstrijd e... Lees meer
).

Al met al was de actieve belangstelling in Nederland voor de Vlaamse beweging en het Vlaams-nationalisme in de periode tussen de beide wereldoorlogen tot een kleine kring beperkt gebleven. Die was echter actief en intellectueel hoogstaand, waardoor Vlaams-nationalisten steun konden ontlenen aan hun ervaringen met een culturele eenheid in het Nederlandse taalgebied.

Na 1940

Het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag (1946)

De Tweede Wereldoorlog maakte voorlopig een eind aan de betrekkingen tussen Vlaanderen en Nederland. Op enkele collaboratiepublicaties na kwamen nauwelijks kranten en tijdschriften van over de grens. Ook voor persoonlijke contacten bleef de grens hermetisch gesloten. Groot-Nederlandse politieke actie stuitte op een veto van het Derde Rijk. De collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
van de Vlaams-nationalisten sloeg een diepe kloof tussen het Vlaams-nationalisme en de openbare mening in Nederland. De regeringen van België en Nederland verbleven evenwel beide in Londen en kwamen, deels door gemeenschappelijk gedragen leed, dichter tot elkaar. Ze sloten nog in oorlogstijd een monetair akkoord (21 oktober 1943), een douaneovereenkomst (de Benelux Benelux
Het begrip Benelux verwijst naar de intergouvernementele samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg na de Tweede Wereldoorlog. Het concept kon op verschillende tijdstippen op bijz... Lees meer
, 5 september 1944) en een overeenkomst over de spelling van het Nederlands (1944). De douane-unie trad in werking op 1 januari 1948 en werd geleidelijk uitgewerkt in de richting van een economische unie, die op 1 november 1960 van kracht werd. Vanaf 1957 was er wel al een geregelde treindienst tussen Brussel en Amsterdam gaan rijden, bijgenaamd ‘Beneluxtrein’, langs de in dat jaar volledig geëlektrificeerde spoorlijn tussen Antwerpen en Roosendaal. De kanalenkwestie bleef echter nog lang een geschilpunt. De ondertekening van het Schelde-Rijnverdrag regelde pas in 1963 het oude conflict over de wederzijdse havenbelangen.

Na de bevrijding werd de Benelux-samenwerking uitgebreid buiten het strikt economische terrein en op 16 mei 1946 werd in Den Haag een Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag
Het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag regelde van 1946 tot 1995 de politieke en ambtelijke samenwerking tussen enerzijds Nederland en anderzijds België, en vooral Vlaanderen. Lees meer
ondertekend. Het bestreek een ruim terrein: onderwijs Onderwijs
Lees meer
, jeugdorganisaties, muziekleven Muziek
Lees meer
, toneel Toneel
Het Vlaamse toneel onderhield vanaf zijn ontstaan in de 19de eeuw een complexe en gelaagde verhouding met de Vlaamse beweging. Van een belangrijk emancipatorisch instrument en voorwerp va... Lees meer
, beeldende kunsten Beeldende kunst
De beeldende kunsten en de Vlaamse beweging onderhielden van 1830 tot vandaag een complexe en gelaagde relatie, die pendelde tussen gematigde sympathie, radicaal engagement en kritische a... Lees meer
, literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
, radio, film Film
Sinds het ontstaan van film eind 19de eeuw evolueerde het filmbedrijf in Vlaanderen van een Belgische, overwegend Franstalige sector naar een steeds meer onderscheidende Vlaamse filmsect... Lees meer
en volksontwikkeling. Het bepaalde ook dat beide landen zouden samenwerken voor de instandhouding en uitbreiding van hun gemeenschappelijke culturele belangen in het buitenland. Terwijl de Vlaams-nationalisten door de repressie Repressie
Lees meer
grotendeels buiten beeld waren verdwenen, werd het Verdrag uitgevoerd door Vlaamsgezinden die eerder politieke Groot-Nederlandse actie hadden afgewezen. In de gemengde technische commissie zetelden de Vlamingen Julien Kuypers Kuypers, Julien
Julien Kuypers (1892-1967) was een Vlaamse, socialistische schrijver en ambtenaar. Hij was meerdere malen kabinetschef op socialistische ministeries en bekleedde hoge functies op het depa... Lees meer
, Edgard Blancquaert Blancquaert, Edgard
Edgard Blancquaert (1894-1964) was een neerlandicus die zich inspande voor de verspreiding van het Algemeen Nederlands. Hij ontpopte zich als antifascistische flamingant. Lees meer
en Emiel van Dievoet Van Dievoet, Emiel
Lees meer
, samen met de in Vlaanderen sinds lang bekende Nederlanders Hendrik Reinink Reinink, Hendrik
Hendrik Jan Reinink (1901-1979) was een hooggeplaatste Nederlandse ambtenaar die zich inzette voor het bevorderen van de culturele relaties tussen Nederland en België. Lees meer
, J. Engelman en Geyl.

De commissie bereikte resultaten op verschillende domeinen. Op initiatief van Geyl werd begonnen met de samenwerking voor de herziening van geschiedenis- en aardrijkskundehandboeken. De toneeluitwisseling startte in 1955; van 1967 tot 1975 was er het Groot-Limburgs Toneel. In 1957 kwam er een regeling voor een eenvormige spelling van het Nederlands tot stand. In Leiden werd intussen, met de steun van beide regeringen en door een gemengde redactie, voortgewerkt aan het Woordenboek der Nederlandsche Taal, waarvoor het plan in 1850 tijdens een van de Nederlandse congressen Nederlandse Congressen
De Nederlandse Congressen waren gemeenschappelijke (culturele) ontmoetingen van Vlamingen en Nederlanders in Vlaanderen en Nederland die met onderbrekingen werden georganiseerd sinds 1849... Lees meer
was opgesteld (en dat is voltooid in 2001). En in het volksontwikkelingswerk kwam men tot het gemeenschappelijke tijdschrift Volksopvoeding en jaarlijkse Volksopvoedingsconferenties. In 1962 stelde de gemengde commissie, in de nota De Belgisch-Nederlandse samenwerking in de naaste toekomst, voor om een supranationale Hoge Raad op te richten, die echter politiek niet realiseerbaar bleek. Waar de culturele Benelux-samenwerking stokte, kwam dat vaak door ambtelijke prestigekwesties of institutionele belemmeringen. Ook speelden in beide landen andere belangen een rol. Nederland hield in de culturele samenwerking een evenwichtspolitiek aan tegenover de Nederlands-, Frans- en Duitstalige partners in België, uit voorzorg om geen politieke Groot-Nederlandse ideeën te voeden. Omgekeerd was bij de drie taalgroepen in België de belangstelling voor de Nederlandse taal en cultuur zeer onevenwichtig aanwezig. Het ene en het andere betekende dat de Vlaamse initiatieven – hoe weinig ook de Groot-Nederlandse gedachte daar leidend was (los van enkele individuen) – soms langzamer dan gewenst, maar voor Nederland evenwichtig, tot uitvoering kwamen.

Los van de uitvoering van het cultureel verdrag werd door de beide regeringen de Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren
De Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren was een jaarlijkse conferentie, van 1951 tot 1983 belegd om de culturele contacten tussen Nederland en Vlaanderen te bevorderen. Lees meer
in het leven geroepen, die in 1951 voor het eerst vergaderde in Brussel. De conferenties met vijf secties (letteren, toneel, uitgeverij en boekhandel Boekbedrijf
In de 19de eeuw kwam het Vlaamse boekbedrijf moeizaam van de grond. Pas na de Eerste Wereldoorlog ontstonden in Vlaanderen de bestaansvoorwaarden voor een moderne cultuurindustrie. Tot d... Lees meer
, bibliotheekwezen Openbare bibliotheken
Openbare bibliotheken kennen een lange geschiedenis, die in de Zuidelijke Nederlanden teruggaat tot de 17de eeuw. Ze spelen een rol in de (stedelijke) leescultuur door op een laagdrempeli... Lees meer
, radio en televisie) vonden beurtelings plaats in Nederland en Vlaanderen, onder het voorzitterschap van achtereenvolgens Herman Teirlinck Teirlinck, Herman
Lees meer
, Kuypers, Anton van Duinkerken Asselbergs, Willem
Willem Asselberghs (1903-1968), ook bekend onder zijn pseudoniem Anton van Duinkerken, was hoogleraar taalkunde in Nijmegen. Hij ijverde voor de Vlaams-Nederlandse culturele integratie.... Lees meer
, Albert Westerlinck Aerts, José
De priester José Aerts (1914-1984), beter bekend onder zijn pseudoniem Albert Westerlinck, was dichter, schrijver en literair criticus. Hij was vanaf 1969 hoofdredacteur van het literair ... Lees meer
en Garmt Stuiveling Stuiveling, Garmt
Garmt Stuiveling (1907-1985) was een Nederlandse dichter en letterkundige. Lees meer
. De resoluties werden gepubliceerd in het op ongeregelde tijdstippen verschijnende bulletin Gedeeld domein. Op voorstel van de Conferentie werd vanaf 1956 de Prijs der Nederlandse Letteren ingesteld, die om de drie jaar beurtelings aan een Nederlandse en aan een Vlaamse auteur wordt toegekend en beurtelings wordt uitgereikt door de Belgische en de Nederlandse vorst. Teirlinck mocht als eerste de prijs in ontvangst nemen.

Naast de intergouvernementele samenwerking bleef het particuliere initiatief op cultureel vlak bestaan. Van 1947 tot 1971 brachten de Groot-Kempische Cultuurdagen Groot-Kempische Cultuurdagen
De Groot-Kempische Cultuurdagen werden jaarlijks gehouden in Hilvarenbeek (1946-1971) om Vlamingen en Nederlanders dichter bij elkaar te brengen. Lees meer
in Hilvarenbeek (in 1974 voortgezet als Noord-Zuiddagen Noord-Zuiddagen
De Noord-Zuiddagen waren Vlaams-Nederlandse ontmoetingsdagen die tussen 1974 en 1980 werden gehouden in Essen. Ze werden georganiseerd als voortzetting van de Groot-Kempische Cultuurdagen... Lees meer
in Essen) een groot aantal Nederlanders en Vlamingen samen, nadat de in 1945 door Marius Valkhoff, Van Duinkerken en anderen gestichte Nederlands-Vlaamse Vereniging Noord-Zuid Nederlands-Vlaamse Vereniging Noord en Zuid
De Nederlands-Vlaamse Vereniging Noord en Zuid ontstond in 1943, toen een aantal Nederlanders, onder wie oud-leden van de Dietsche Bond (DB) en het Dietsch Studentenverbond (DSV), in Amst... Lees meer
spoedig ter ziele was gegaan. Daarnaast bestond sinds 1957 het Genootschap De Nederlanden in Europa Genootschap De Nederlanden in Europa
Het Genootschap De Nederlanden in Europa was een organisatie die zich, geïnspireerd door het Groot-Nederlandse gedachtegoed uit het interbellum, van 1957 tot 1962 inzette voor de culturel... Lees meer
, dat in 1962 in het langzaam herlevende ANV opging. Nederlandse en Belgische (vooral Vlaamse) historici hervatten hun alternerende gemeenschappelijke congressen, waarvan het eerste in 1939 had plaatsgehad, en vonden elkaar na 1945 (na het experiment van de Nederlandsche Historiebladen Nederlandsche Historiebladen
Het historische tijdschrift Nederlandsche Historiebladen (1938-1940/1941) was een initiatief van de Nederlandse historicus en Groot-Nederlander Pieter Geyl. Het blad was strikt wetenschap... Lees meer
, 1937-1941) in de redactie van vakbladen als de Bijdragen voor de geschiedenis der Nederlanden (1881-; sinds 1969 Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, BMGN) en het Tijdschrift voor Geschiedenis (1886-) en in de totstandkoming van de Algemene Geschiedenis der Nederlanden (met een vijfkoppige redactie, 12 delen, 1949-1958), een historiografische pendant van de oorspronkelijk door Frank Baur Baur, Frank
Frank Baur (1887-1969) was een journalist, criticus, hoogleraar en veelgevraagd redenaar. Lees meer
geleide Geschiedenis van de Letterkunde der Nederlanden (1939-1983) en opgevolgd door een nieuwe Algemene Geschiedenis der Nederlanden (met achtentwintig redacteuren, 15 delen, 1977-1983).

Uit het in 1948 opgerichte Comité voor Frans-Vlaanderen Komitee voor Frans-Vlaanderen
Het Komitee voor Frans-Vlaanderen is een vereniging zonder winstoogmerk, met als doel de bevordering van de Nederlandse taal en cultuur in Frans-Vlaanderen. Lees meer
, dat ook in Nederland Frans-Vlaamse Cultuurdagen Frans-Vlaamse Cultuurdagen
Lees meer
organiseerde (vanaf 1956 in Hulst, vanaf 1963 in Breda en in 1971 in Rotterdam), ontstond het tijdschrift Ons Erfdeel Ons Erfdeel
De Vlaams-Nederlandse vzw Ons Erfdeel werd opgericht in 1957 en informeert via haar tijdschrift over uiteenlopende ontwikkelingen in het Nederlandse taalgebied. De titel van het gelijknam... Lees meer
, in 1957 gesticht door Jozef Deleu Deleu, Jozef
Jozef Deleu (1937) richtte in 1957 het tijdschrift Ons Erfdeel en in 1970 de gelijknamige Vlaams-Nederlandse stichting op. Vooral vanaf de jaren 1980 manifesteerde hij zich als een publie... Lees meer
, met een gemengde redactie. In 1970 werd achter het tijdschrift de cultuurorganisatie Stichting Ons Erfdeel Ons Erfdeel
De Vlaams-Nederlandse vzw Ons Erfdeel werd opgericht in 1957 en informeert via haar tijdschrift over uiteenlopende ontwikkelingen in het Nederlandse taalgebied. De titel van het gelijknam... Lees meer
opgericht, die later ook het Franstalige tijdschrift Septentrion Septentrion
Het tijdschrift Septentrion werd in 1972 opgericht vanuit de Vlaamse-Nederlandse vzw Ons Erfdeel. Tot 1995 luidde de ondertitel 'Revue de culture néerlandaise', vervolgens tot en met 2019... Lees meer
en het Engelstalige jaarboek The Low Countries The Low Countries
The Low Countries. Arts and Society in Flanders and the Netherlands. A yearbook werd van 1993 tot en met 2018 uitgegeven door de Vlaams-Nederlandse vzw Ons Erfdeel. Lees meer
publiceerde. Alle publicaties bespreken verschillende actuele aspecten van de taal en cultuur in Nederland en Vlaanderen. Vanaf 2019 werden de verschillende titels geïntegreerd met de websites www.de-lage-landen.com, www.the-low-countries.com en www.les-plats-pays.com en in 2020 nam het oorspronkelijke tijdschrift ook de naam van de website over.

In 1947 werd in Gent een weinig geslaagd Studentencongres Groot-Nederlandse Studentencongressen
De Groot-Nederlandse Studentencongressen waren bijeenkomsten van Vlaamse en Nederlandse studenten, gericht op het versterken van de onderlinge banden - vanuit de overtuiging dat Vlamingen... Lees meer
der Lage Landen gehouden. De traditie van studentencongressen werd hervat in 1954 in Leuven, onder auspiciën van de Nederlandse Studentenraad en de Vereniging van Vlaamse Studenten, later van een Eendrachtscommissie. Op initiatief van Jozef Goossenaerts Goossenaerts, Jozef
Jozef Goossenaerts (1882-1963) was een Vlaams-nationalistische duivel-doet-al, die gedurende meer dan een halve eeuw betrokken was bij uiteenlopende socioculturele, (partij)politieke en i... Lees meer
werd het 33ste Nederlands Congres gehouden te Gent in 1949, honderd jaar na het eerste. Nederlandse congressen werden daarna nog gehouden in Gent (1960), Vlaardingen (1961), Antwerpen (1963) en Rotterdam (1967). Voor de coördinatie van de particuliere initiatieven ter bevordering van de culturele integratie ontstond in 1964 de Stichting voor de Culturele Integratie van Noord en Zuid.

Bij het Vlaamse volkshogeschoolwerk van de Stichting-Lodewijk de Raet Stichting Lodewijk De Raet
De Stichting Lodewijk de Raet is een vormingsinstelling die in 1952 werd opgericht vanuit een Vlaamse, democratische, emancipatorische en pluralistische maatschappijopvatting en die – zij... Lees meer
werden vanaf het begin medewerkers uit Nederland betrokken. Jaarlijks werd een Vital Haesaert Haesaert, Vital
Lees meer
-reis naar Nederland georganiseerd. Vanaf 1955 organiseerde ook Jongerenkontakt Noord-Zuid Jongerenkontakt Noord-Zuid
Jongerenkontakt Noord-Zuid was een jeugdorganisatie voor culturele ontmoetingen tussen Vlaamse en Nederlandse jongeren die van 1954 tot 1970 actief was. Lees meer
jaarlijks enige contactweken, gewoonlijk in volkshogescholen in Vlaanderen en Nederland. In 1970 traden de Stichting-Lodewijk de Raet en de Volkshogeschool De Blankaart (Woumen) toe tot de Nederlandse Vereniging voor Volkshogeschoolwerk.

De Taalunie (1980) en nieuwe verdragen (1995)

Groeiende mogelijkheden voor een gedeelde cultuurpolitiek kwamen er met de Belgische federalisering Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
, die aanving met de grondwetsherziening van 1970 en resulteerde in het Sint-Michielsakkoord Sint-Michielsakkoord
Het Sint-Michielsakkoord (1992) was een regeerakkoord rond de vierde fase van de federale staatshervorming. Het vormde België om tot een federale staat. Lees meer
van 1993. De culturele samenwerking met Nederland en het voeren van een gemeenschappelijke cultuurpolitiek werd daardoor een zaak van de Vlaamse deelstaat. Die kon dus vaker eigen overleg organiseren en vanaf 1993 ook eigen verdragen sluiten. Vlaams-Nederlandse samenwerking kon dus zo uitgebouwd worden los van de tot dan bepalende Nederlandse evenwichtspolitiek.

Al in de jaren 1970 werden stappen in die richting gezet. In 1975 werd door afgevaardigden van de Nederlandse Staten-Generaal en de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap
Lees meer
een Permanente Contactcommissie opgericht. In deze commissie, die afwisselend in Nederland en Vlaanderen vergaderde en ook op ongeregelde tijdstippen de publicatie Cultureel contact uitgaf, kwamen verschillende gemeenschappelijke belangstellingspunten aan de orde: spellingproblematiek, monumentenzorg, onderwijsproblemen en de totstandkoming van de Nederlandse Taalunie Nederlandse Taalunie
Lees meer
. In de jaren 1980 werd de zorg voor de gemeenschappelijke taal en cultuur als een beleidsvoornemen opgenomen in de verkiezingsprogramma’s van Nederlandse en Vlaamse partijen. Op 23 mei 1981 opende de Vlaamse cultuurminister Rika van Ocken Van Ocken, Rika
Rika van Ocken (1923-2002) was voor de Christelijke Volkspartij senator, minister in verschillende regeringen en Europees Parlementslid. Voor haar politieke carrière was ze actief in de k... Lees meer
in Amsterdam het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond
De Brakke Grond werd in 1981 geopend als Vlaams Cultureel Centrum in Amsterdam en presenteert vandaag vooral het Vlaamse actuele aanbod inzake cultuur en kunst aan het publiek in de Neder... Lees meer
. Het centrum moest, in het oude hart van de Nederlandse hoofdstad, Vlaanderen bekend maken en zo bijdragen tot de onderlinge integratie. Het organiseert bijna voortdurend tentoonstellingen van beeldende kunst en theatervoorstellingen uit Vlaanderen, naast lezingen, symposia en concerten.

Op 9 september 1980 ondertekenden de Belgische en Nederlandse regering in het Brusselse Egmontpaleis het Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie, een intergouvernementele – sommige optimistische commentatoren schreven zelfs ‘supranationale’ – organisatie die continuïteit in de samenwerking moest garanderen, op basis van het gedeelde verleden van de Nederlandse taal. De taaleenheid tussen beide landen werd op die manier als politieke realiteit erkend: op grond van dit verdrag zijn de beide regeringen gezamenlijk verantwoordelijk voor het gebruik van en de kennis over Nederlandse taal en de gemeenschappelijke bevordering van de Nederlandse letteren in het buitenland. De organen van de Taalunie zijn paritair samengesteld: het Comité van Ministers; de Interparlementaire Commissie; de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren en het Algemeen Secretariaat. De Vlaamse Gemeenschap Vlaamse Gemeenschap
De Vlaamse Gemeenschap (1980) is een van de drie gemeenschappen in België (naast de Franse en Duitstalige Gemeenschap) die bevoegd is voor de zogenaamde ‘persoonsgebonden aangelegenheden’... Lees meer
betaalt een derde en Nederland twee derde van de kosten die bij de uitvoering van de opdracht horen.

De Taalunie nam enkele activiteiten van de Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren over, waaronder de organisatie van de Prijs der Nederlandse Letteren, later aangevuld met de Taalunie Toneelschrijfprijs (1993) en de Inktaap (2002). Ook werd ze verantwoordelijk voor het vaststellen van de officiële spelling in Nederland en Vlaanderen, aan de hand van de Woordenlijst Nederlandse Taal. De tweede uitgave daarvan, in 1995, samengesteld onder leiding van Guido Geerts, maakte een einde aan de voorkeurspelling en de toegelaten (of progressieve) spelling. De Taalunie leverde verder een tiendelige Geschiedenis van de Nederlandse Letterkunde (2006-2017) af, geschreven door literatuurhistorici en historici uit beide landen. In elk volume komt de literatuurgeschiedenis van de noordelijke en zuidelijke delen van het taalgebied in gelijke mate aan bod – iets wat in de literatuurgeschiedschrijving en literaire kritiek tot dan toe nauwelijks was gebeurd. (Enkel het volume over de 18de eeuw is opgesplitst in twee afzonderlijke delen, niet toevallig juist voor de periode waarin de twee nationaliseringsprocessen vaste vorm kregen.) De Taalunie werkt ook samen met de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en de Vlaamse Erfgoedbibliotheek voor de ontwikkeling en het onderhoud van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren (DBNL), een langlopend digitaliseringsproject op de terreinen van letterkunde, taalkunde en cultuurgeschiedenis in het Nederlands. In 2003 werd Suriname lid van de Taalunie en met Curaçao en Aruba zijn er samenwerkingsovereenkomsten. Op allerlei domeinen organiseert en ondersteunt de Taalunie voor die landen taalvariatie en -standaardisering, onderwijs, uitwisseling (vertalingen, studenten …) en de internationale belangenverdediging.

Op het particuliere vlak werden de Nederlandse congressen voortgezet door een autonome organisatie, het Stichting Algemeen-Nederlands Congres Groot-Nederlandse Studentencongressen
De Groot-Nederlandse Studentencongressen waren bijeenkomsten van Vlaamse en Nederlandse studenten, gericht op het versterken van de onderlinge banden - vanuit de overtuiging dat Vlamingen... Lees meer
. Ook het ANV bleef conferenties organiseren, zoals de reeks ‘De Nederlanden Nu’, vanaf 1988 met telkens ook sprekers uit de Belgische, Vlaamse of Antilliaanse regeringen. Het ANV vierde, in aanwezigheid van de Nederlandse koningin Beatrix en de Belgische koning Albert II, zijn eeuwfeest in Den Haag in 1995. Eind 1996 fuseerden het Algemeen-Nederlands Congres met het ANV. Ook in de Orde van den Prince Orde van den Prince
De Orde van den Prince, opgericht in 1955-1956, is een Vlaams-Nederlands genootschap dat zich op diverse wijzen en via uiteenlopende bedrijvigheden inzet voor de Nederlandse taal en cultu... Lees meer
worden directe Vlaams-Nederlandse ontmoetingen georganiseerd.

Buiten het Taalunieverdrag om werd overlegd tussen de Vlaamse en de Nederlandse overheden, bijvoorbeeld in de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad (over omroepbeleid, onderwijsproblematiek, migrantenbeleid, het taalgebruik in de Europese instellingen) en officiële bezoeken heen en weer (te beginnen bij het gesprek van Gaston Geens Geens, Gaston
Gaston Geens (1931-2002) was een econoom en CVP-politicus, die van 1981 tot 1992 voorzitter was van de Vlaamse Executieve. Geens gaf vanuit deze functie mee vorm aan het beleid in de nieu... Lees meer
met minister-president Ruud Lubbers op 31 augustus 1990 en het officiële bezoek van de Vlaamse minister-president Luc van den Brande Van den Brande, Luc
Luc van den Brande (°1945) was een christendemocratisch federaal minister van Tewerkstelling en Arbeid (1988-1991) en leidde van eind 1992 tot 1999 de Vlaamse executieve/Vlaamse Regering.... Lees meer
aan Lubbers op 25 maart 1993, gevolgd door een tegenbezoek op 16 juni 1993). Op 31 oktober 1990 ondertekenden de Vlaamse Gemeenschapsminister van Onderwijs Daniël Coens Coens, Daniël
Daniël Coens (1938-1992) was een socioloog en politicus voor de Christelijke Volkspartij. Hij was kamerlid, staatssecretaris van de Nederlandse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest en minist... Lees meer
en de Nederlandse minister van Onderwijs en Wetenschappen Jo Ritzen het Actieprogramma Vlaanderen-Nederland GENT (Gehele Europese Nederlandse Taalgebied).

Een en ander resulteerde erin dat begin 1995 het Taalunieverdrag en het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag
Het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag regelde van 1946 tot 1995 de politieke en ambtelijke samenwerking tussen enerzijds Nederland en anderzijds België, en vooral Vlaanderen. Lees meer
van 1946 aanzienlijk werden uitgebreid met een reeks verdragen tussen de Vlaamse en de Nederlandse regering, die samenwerking op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn vastlegden. Sinds dat jaar is er in Den Haag ook een permanente Diplomatieke Vertegenwoordiging van Vlaanderen in Nederland (de eerste van dat soort Vlaamse diplomatieke posten; Jos Aelvoet, Guy Janssens, Axel Buyse en Filip D’havé waren Algemeen Afgevaardigden).

Na die verdragen groeiden de vormen waarin er bestuurlijk werd samengewerkt. In 1998 werd het Beste van Vlaanderen en Nederland (BVN) opgericht, een gemeenschappelijke televisie Televisie
Als geen ander massamedium heeft de televisie bijgedragen aan de vorming van de Vlaamse ‘verbeelde gemeenschap’. Terwijl de staatshervormingen zich voltrokken, werd de Vlaamse natie dagel... Lees meer
zender voor Belgen en Nederlanders in het buitenland, waarin Radio Nederland Wereldomroep, de Nederlandse Publieke Omroep en de BRTN (later VRT) participeerden. De zender zond in 2000 het EK voetbal, dat Nederland en België samen organiseerden, uit en had ook enkele eigen programma’s, zoals ‘Café De Buren’, waarin presentatoren Karin van den Boogaert en Tine van den Branden op zoek gingen naar overeenkomsten en verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders. In 2013 werd Radio Nederland Wereldomroep opgeheven en stapte de NOS in de zender; in 2021 stopte de VRT de samenwerking omwille van bezuinigingen. BVN ging voortaan staan voor ‘Beste van de NPO (Nederlandse Publieke Omroep)’. Nog binnen het kader van die verdragen kreeg De Brakke Grond in 2004 een Brusselse pendant: het Vlaams-Nederlands Huis deBuren. Naast de 19de-eeuwse Muntschouwburg functioneert dat huis als een debatpodium, producent van podcasts en netwerk- en overlegorganisatie. Op het vlak van onderwijs en wetenschap sloten in 2005 de Vlaamse en Nederlandse regeringen een verdrag waarin een Nederlands-Vlaamse Accreditatie-organisatie, gevestigd in Den Haag, werd opgericht om de kwaliteitszorg van het hoger onderwijs Hoger onderwijs
De evolutie van het Vlaamse hoger onderwijs werd gekenmerkt door een moeizame vernederlandsingspolitiek, gaande van het vroegste verschijnen van Nederlandstalig onderwijs tot de integrale... Lees meer
te controleren.

Buiten het strikt intergouvernementele waren er nog andere initiatieven (met steun) van de overheden waaruit samenwerking bleek, met name als het om de internationale uitstraling van de taal cultuur ging. Het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) – Vlaanderen en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) zetten samen bijzondere subsidies op voor onderzoekssamenwerking tussen beide landen. Het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL, sinds 2019 Literatuur Vlaanderen) werkte intensief samen met zusterorganisaties Stichting Fonds voor de Letteren en het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds (NLPVF) (in 2010 samengegaan in het Nederlands Letterenfonds). Vlaanderen en Nederland stonden in 1993 en in 2016 samen centraal op de internationale Frankfurter Buchmesse, in 2024 opnieuw op de Leipziger Buchmesse. Binnen programma’s van de Europese Unie werden interregionale samenwerkingsverbanden opgezet, soms in samenwerking met de grensprovincies (zoals Interreg Vlaanderen-Nederland of erkenningen als Beschermde Oorsprongsbenaming voor wijn uit de Maasvallei Limbug, 2018, en de Beschermde Geografische Aanduiding voor Limburgse vlaai, aangevraagd in 2022). De VN-erfgoedorganisatie UNESCO erkende de Vlaams-Nederlandse aanvraag uit 2021 om de 19de-eeuwse Koloniën van Weldadigheid, in Wortel, Frederiksoord-Wilhelminaoord en Veenhuizen, te laten erkennen als Werelderfgoed. Een gelijksoortige samenwerking is opgezet om de ‘Schelde Delta’ te nomineren voor erkenning als UNESCO-geopark (2023).

Uitwisseling en clustering in commerciële media

Op de semi-officiële en de commerciële niveaus van het culturele leven lijkt er tussen Vlaanderen en Nederland na 2000 veel minder samenwerking te zijn in geformaliseerde verbanden, of zijn de uitgewisselde formats herkenbaarder geworden.

Het Nederlands-Vlaamse Theaterfestival, opgericht in 1987, werd in 2005 gesplitst in het Nederlands Theater Festival en Het TheaterFestival, maar de toneelgezelschappen bleven nog steeds voorstellingen aan beide zijden van de grens spelen. Ivo van Hove werd in 2001 directeur van Toneelgroep Amsterdam (sinds 2019 Internationaal Theater Amsterdam, ITA). Het stadsdichterschap verspreidde zich als concept vanuit Venlo over verschillende steden en gemeenten; in Antwerpen werden ook de Nederlandse inwijkelingen Ramsey Nasr (2005) en Joke van Leeuwen (2008-2009) stadsdichters. De leesbevorderingsorganisatie Stichting Lezen Vlaanderen (sinds 2015 Iedereen Leest) werd in 2001 opgericht, met Majo de Sadeleer als directeur, naar het voorbeeld van de Nederlandse Stichting Lezen. Beide organisaties werkten tijdelijk wel samen aan een Boekenzoeker, maar wisselen daarnaast de leesbevorderingsconcepten BoekStart en De Weddenschap uit. In het akkoord van de Vlaamse regering- Jambon Jambon, Jan
Jan Jambon (1960), informaticus, brak in 1988 met de VU en werd een prominente figuur in de Vlaamse Volksbeweging. Hij pleitte voor een onafhankelijk Vlaanderen in de EU. In 2006 trad hi... Lees meer
werd in 2019 een historische canon Canon van Vlaanderen
De Canon van Vlaanderen (2023) is een door de Vlaamse Regering geëntameerd initiatief, dat de geschiedenis van het geografische gebied Vlaanderen belicht via 60 vensters over diverse maat... Lees meer
in het vooruitzicht gesteld, en in de opdracht die onderwijsminister Ben Weyts Weyts, Ben
Ben Weyts (1970) is politicus en voormalig Kamerlid voor de N-VA. Sinds 2014 is hij minister in de Vlaamse regering. In 2019 werd hij viceminister-president. Lees meer
in september 2020 gaf aan een commissie onder leiding van historicus Emmanuel Gerard, werd ‘het Nederlandse voorbeeld’ en de ‘navolging’ van de Nederlandse Canoncommissie onder leiding van letterkundige Frits van Oostrom uit 2006 expliciet genoemd.

In de media valt een gelijkaardig patroon nog beter te herkennen. Waar de Nederlandse omroepen eerder ook het Vlaamse televisiepubliek bedienden, werd dat na de intrede van de commerciële televisiezenders in beide landen (1989) veel minder het geval. Nadien waren er nog wel enkele gezamenlijke programma’s, niet toevallig vaak over taal: de quiz Tien voor Taal (1990-2009, John de Mol/Endemol, VARA en BRT(N)/VRT), en Het groot dictee der Nederlandse taal, uitgezonden vanuit de Eerste Kamer in Den Haag, 1990-2016, NPO en BRT(N)/VRT), maar ook Temptation Island (2002-2020, Kanakna), met Vlaamse en Nederlandse presentatoren en deelnemers. Vaker echter staken formats de grens over en werden er lokale varianten gemaakt (De Soundmixshow, 1990-2000, KRO en VTM; Het Jeugdjournaal, NOS en Karrewiet, Ketnet), zeker na de opkomt van de grote televisieproductiehuizen. De uitwisseling die er in het internationale medialandschap dus wel is tussen Vlaanderen en Nederland, is op die manier vaker niet dan wel zichtbaar.

Niettemin ontstond er vanaf 2003 juist bij de mediabedrijven een tot dan toe onbestaande verwevenheid, doordat grote Belgische concerns ook in Nederland actief werden. De Persgroep bracht in dat jaar de Nederlandse krant Het Parool en in 2005 de radiozender Noordzee FM samen in De Persgroep Nederland. In 2009 volgde de Nederlandse Perscombinatie Meulenhoff (PCM), zelf in 1994 ontstaan uit de uitgevers van de kranten de Volkskrant, Trouw, Het Parool en het Algemeen Dagblad en uitgeverij Meulenhoff. (De Persgroep Nederland werd later, samen met De Persgroep, de VMMa en 4FM onderdeel van de groep DPG Media.) Het Belgische Mediahuis – zelf een joint venture (2013) van de uitgevers Corelio en Concentra – verwierf in 2015 NRC Media, met de kranten NRC Handelsblad en nrc.next, in 2017 kocht het de Nederlandse Telegraaf Media Groep, met de kranten de Telegraaf, De Limburger en de Nederlandse Metro, en later nog een reeks regionale kranten uit het midden van Nederland en uit Friesland. Ook hier gold dat de concerns geen gezamenlijke titels creëerden – de radiomerken Q-Music en Joe werden als enige in beide landen ingezet. De kranten namen onderling enkel opinie- en analyse stukken over, en een hoofdredacteur (Peter Vandermeersch verliet in 2010 De Standaard De Standaard (1914-)
Het eerste nummer van het dagblad De Standaard verscheen op 4 december 1918. De krant was gedurende vele decennia hét blad bij uitstek van de katholieke Vlaamse beweging in al haar varian... Lees meer
voor NRC Handelsblad, tot 2019).

In dezelfde periode vielen in de uitgerijwereld gelijksoortige bewegingen waar te nemen. De Nederlandse Weekblad Pers Groep (WPG), eigenaar van Nederlandse uitgeverijen als De Bezige Bij, Bruna, Leopold en Ploegsma en tijdschriften waaronder Vrij Nederland, nam in 2010 de Vlaamse Standaard Uitgeverij De Standaard
Lees meer
over. WPG maakte in 2011 een doorstart met de Vlaamse literaire uitgeverij Meulenhoff|Manteau, weliswaar onder de naam De Bezige Bij Antwerpen, met Harold Polis als uitgever. In 2015 hield die alweer op te bestaan en kort daarop ging de Belgische tak van WPG opnieuw de naam Standaard Uitgeverij voeren, met de imprints Manteau en Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
. Ook hier waren zichtbare banden tussen Vlaanderen en Nederland kennelijk niet het hoogst haalbare. En inderdaad, toen die banden in de pers toegelicht werden op het moment dat de auteurs van De Bezige Bij Antwerpen zouden verhuizen naar De Bezige Bij in Amsterdam, bliezen literaire opiniemakers al snel nieuw leven in het ideaal van een cultureel leidend Nederland en de Vlaamse ‘beschavingsachterstand’.

Hoewel daarmee denkpatronen over de gedeelde taal en literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
van rond 1800 lijken op te duiken, moet toch ook worden vermeld dat de territoriale en economische nabijheid van Nederland in Vlaanderen veel vanzelfsprekender is geworden dan toen. Nederlanders bevolken de Antwerpse Vogeltjesmarkt meer dan inwoners van de stad; een hogesnelheidsspoorlijn, deels parallel aan de E19, verbindt sinds 2009 de luchthavens van Brussel en Amsterdam; de winkelketen Albert Heijn is sinds 2011 zichtbaar van Rijkevorsel tot Sint-Pieters-Leeuw en Bol.com wordt vertegenwoordigd op elk scherm (al voor de fusie van holding Koninklijke Ahold met de Belgische Delhaize Groep); stikstof en de polarisering errond geraken zonder moeite de grens over. Evenzeer als aan het eind van het ancien régime maakt de nabijheid echter ook verschillen duidelijk en leiden die soms tot conflicten. Regelmatig verschijnt er taalkundig onderzoek waaruit blijkt dat de variatie binnen het gesproken Standaardnederlands Standaardtaal
De standaardtaal is het product van renaissancistische opvattingen over taal en het resultaat van een reeks concrete taalinterventies. In het Nederlandse taalgebied leidde dit naar een St... Lees meer
eerder toe- dan afneemt en niet naar één centrum toe beweegt. Vlamingen en Nederlanders moeten steeds meer moeite doen om elkaar te verstaan. Al sinds De klokkenluider van de Notre Dame in 1996 brengt Disney afzonderlijke Nederlands- en Vlaamstalige nasynchronisaties van zijn animatiefilms uit. Langlopende politieke conflicten zijn bijvoorbeeld ontstaan over het herstel van de IJzeren Rijn, over de ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen, in het kader van Scheldeverdragen (2005) over natuurbehoud in de uitbreidende Antwerpse haven, en over een sneltramverbinding tussen beide Limburgse hoofdsteden, Maastricht en Hasselt.

Ondanks deze conflicten – of juist om die op te lossen? – pleitte N-VA Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
-voorzitter Bart de Wever De Wever, Bart
Bart de Wever (1970) is een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij is sinds 2004 voorzitter van de N-VA, die onder zijn voorzitterschap de grootste partij van België werd. Sinds 2013 is hi... Lees meer
in 2021 voor een herschikking van de statelijke inrichting van de Lage Landen bij de zee: in enkele interviews stelde hij een confederatie van Nederland en Vlaanderen voor. Dat deed hij, naar eigen zeggen, niet langer om ‘romantische’ redenen als eenheid van taal, geschiedenis en cultuur, maar om de ‘nuchtere’ economische belangen van de grootste havens van Europa. In die tegenstelling lijkt het verleden van de nabije landen geen argument meer voor gemeenschappelijk bestuur, maar tot nu toe hebben vormen van gemeenschappelijk bestuur in Nederland en Vlaanderen altijd de kwestie van het (on)gedeelde verleden opgeroepen.

Literatuur

– K. Hampe, Belgien und Holland vor dem Weltkriege, 1918.
– M. Sabbe, Potgieter, Bakhuizen van den Brink en de wedergeboorte der Vlaamsche letterkunde na 1830, in: Verslagen en mededeelingen van de KVATL, 1931, pp. 693-711.
– F.A. Vercammen, Thijm en Vlaanderen, 1932.
– C.C. ter Haar, Nederland en Vlaanderen. Een onderzoek naar de houding der Nederlanders tegenover het Vlaamsche vraagstuk, 1830-1873, 1933.
– L. Monteyne, De honderdjarige Gids en Vlaanderen, in: Verslagen en mededeelingen van de KVATL, 1937, pp. 101-131.
– C.G.N. de Vooys, Wisselwerking en samenwerking van Noord- en Zuid-Nederland, op taal- en letterkundig gebied, in: Verslagen en Mededeelingen van de KVATL, 1946, pp. 159-173.
– F. Baur, Hollands-Belgische verhoudingen voor en na, in: Levende Talen, 1947, pp. 7-21.
– M. de Vroede, Het Nederlands Congres van 1849, in: Cultureel Jaarboek voor de provincie Oostvlaanderen 1949, 1950, pp. 289-322.
– G. d'Hanens, De sfeer om het eerste Nederlands Congres, in: Cultureel Jaarboek voor de provincie Oostvlaanderen 1949, 1950, p. 47-58.
– A.J.A. Smits, De scheuring van het verenigd koninkrijk en de houding van het Vlaamse land in 1830, 1950.
– M. de Vroede, Willems, Potgieter en De Gids, in: Verslagen en Mededelingen van de KVATL, 1952, pp. 191-235.
– C.A. van der Klauw, Politieke betrekkingen tussen België en Nederland 1919-1939, 1953.
– L. Wils, Vlaanderen en het tot stand brengen van het Woordenboek der Nederlandsche taal, in: Nova et Vetera, 1955-1956, pp. 373-382.
– M. de Vroede, Noord en Zuid na 1830. Het orangisme en de Grootnederlandse beweging beïnvloed door de Hollandse reacties op de Belgische omwenteling, in: Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden, 1958, pp. 285-308.
– P. Geyl, Noord en Zuid. Eenheid en tweeheid in de lage landen, 1960.
– H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte, 4 dln., 1963-1965.
– M. de Vroede, Historische achtergronden in de verhouding Noord-Zuid, in: Handelingen 36e Nederlands Congres, 1964, pp. 15-21.
– K. de Clerck, Confrontatie Noord-Zuid, 1966.
– K. de Clerck, Verkenningen in Noord en Zuid, 1967.
– A.W. Willemsen, Het Vlaams-Nationalisme. De geschiedenis van de jaren 1914-1940, 1969.
– P. van Hees en A. Willemsen (ed.), Geyl en Vlaanderen. Uit het archief van prof. dr. P. Geyl, 1973-1975.
– L.R.L. Schuursma, Het onaannemelijk tractaat, 1975.
– A. Willemsen, De Vlaamse Beweging van 1914 tot 1940, in: Twintig Eeuwen Vlaanderen, dl. 5, 1975.
– E. Kossman, De Lage Landen 1780-1940, 1976.
– W. de Brock, De heel-Nederlanders van de 1ste Internationale, in: Ons Erfdeel, jg. 22, 1979, pp. 31-46.
– K. de Clerck, Overzicht van de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen, in: De Negentiende Eeuw, jg. 3, 1979, pp. 74-79.
– A. Fasel en N. Maas, Register op de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen, in: De Negentiende Eeuw, jg. 3, 1979, pp. 80-156.
– A. Willemsen, Nederland en Vlaanderen, Frans-Vlaanderen, in: Twintig Eeuwen Vlaanderen, dl. 6, 1979.
– K. de Clerck, De Congressen en het onderwijs, in: De Negentiende Eeuw, jg. 5, 1981, pp. 98-103.
– H. Heestermans, Het WNT en de Taal- en Letterkundige Congressen, in: De Negentiende Eeuw, jg. 5, 1981, pp. 72-85.
– L. Simons, De Congressen 1849-1869 en de belangen des boekhandels, in: De Negentiende Eeuw, jg. 5, 1981, pp. 104-114.
– C. Tindemans, Toneel (drama en theater) op de Congressen, in: De Negentiende Eeuw, jg. 5, 1981, pp. 86-97.
– A.W. Willemsen, De Nederlandse Congressen en hun politieke achtergrond, in: De Negentiende Eeuw, jg. 5, 1981, pp. 60-71.
– K. de Clerck, Historische betekenis van de Nederlandse Congressen, in: Algemeen-Nederlands Jaarboek, 1982, pp. 72-78.
Colloquium over de geschiedenis van de Belgisch-Nederlandse betrekkingen tussen 1815 en 1945, Brussel 10-12/12/1980. Acta, 1982.
– H. Vanacker, De 'Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen' en de vernederlandsing van het onderwijs, 1982.
– P. van Hees en G. Puchinger (ed.), Briefwisseling Gerretson-Geyl, 1984.
– E.H. Kossmann, De Lage Landen, 1780-1980. Twee eeuwen Nederland en België, 1986.
– R. de Schryver, De nieuwe Algemene geschiedenis der Nederlanden. Een vergelijking met buitenlandse equivalenten, in: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, jg. 101, 1986, 3, pp. 387-399.
– P. van Hees, Vlaamse activisten als politieke vluchtelingen in Nederland tijdens het interbellum, in: Tijdschrift voor geschiedenis, 1987, pp. 394-411.
– A. Deprez, De Gids en Vlaanderen, Vlaanderen en De Gids, in: De Negentiende Eeuw, jg. 12, 1988, pp. 81-93.
– J. Fleerackers, Herinneringen en gedachten, 1991.
– C.A. Tamse en E. Witte (ed.), Staats- en natievorming in Willem I's Koninkrijk (1815-1830), 1992.
– L. Wils, Vlaanderen, België, Groot-Nederland. Mythe en geschiedenis, 1994.
– P. van Hees en H. de Schepper, Tussen cultuur en politiek. Het Algemeen-Nederlands Verbond 1895-1995, 1995.
– B. de Wever, Groot-Nederland als utopie en mythe, in: BEG, nr. 3, november 1997, pp. 163-180.
– S.W. Couwenberg (e.a.) (red.), Nederland en de toekomst van Vlaanderen, 1998.
– D.J. Eppink, Vreemde Buren. Over politiek in Nederland en België, 1998.
– L. van Driel en J. Noordegraaf, De Vries en Te Winkel. Een duografie, 1998.
– B. de Wever en B. de Wever, Groot-Nederland als utopie en voorwendsel, in: K. Deprez en L. Vos (red.), Nationalisme in België. Identiteiten in beweging. 1780-2000, 1999, pp. 146-159.
– J. Roegiers, Tussen vrijheid en trouw: het identiteitsbesef in de Oostenrijkse Nederlanden, in: K. Deprez en L. Vos (red.), Nationalisme in België. Identiteiten in beweging. 1780-2000, 1999, pp. 29-42.
– A. Schramme, Vlaanderen en zijn grote buitenland. De opbouw van het internationaal cultuurbeleid van Vlaanderen, 1965-1988, 1999.
– I. Steen, Romantiek en realisme. De Belgisch-Nederlandse culturele betrekkingen tussen 1945 en 1980, 1999.
– I. Steen, Van Nederlandse naar Vlaamse cultuur, in: K. Deprez en L. Vos (red.), Nationalisme in België. Identiteiten in beweging. 1780-2000, 1999, pp. 245-252.
– D. Criekemans, Het Vlaams buitenlands beleid anno 2002. Voortrekkersrol of onbenut potentieel?, in: Studia diplomatica, jg. 54, 2001, nr. 5-6, pp. 115-148.
– I. Steen, Idealisme versus pragmatisme. De Belgisch-Nederlandse culturele betrekkingen 1945-1980, in: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, jg/ 116, 2001, nr. 4, pp. 437-464.
– P. Servais, Van de consolidering van het netwerk tot de nieuwe Europese uitdagingen (1945-2001), in: B. Van der Herten, M. van Meerten en G. Verbeurgt (red.), Sporen in België. 175 jaar spoorwegen. 75 jaar NMBS, 2001, pp. 200-232.
– B. van der Herten, De pioniersjaren van de Belgische spoorwegen, in: B. Van der Herten, M. van Meerten en G. Verbeurgt (red.), Sporen in België. 175 jaar spoorwegen. 75 jaar NMBS, 2001, 50-63.
– J. Koll, ‘Die belgische Nation’. Patriotismus und Nationalbewußtsein in den Südlichen Niederlanden im späten 18. Jahrhundert, 2003.
– P. Rietbergen en T. Verschaffel, Broedertwist. België en Nederland en de erfenis van 1830, 2005.
– J. Leerssen, De bronnen van het vaderland. Taal, literatuur en de afbakening van Nederland 1806-1890, 2006.
– E. Witte, De constructie van België 1828-1847, 2006.
– J. Rock, Het geluk van kinderen en letteren. De jonge Jan Frans Willems en het literaire historisme voor 1830, in: L. Jensen en L. Kuitert (red.), Geluk in de negentiende eeuw. Eenentwintig auteurs op zoek naar geluk voor Marita Mathijsen, ter gelegenheid van haar afscheid als hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde van de Universiteit van Amsterdam, 2009, pp. 206-224.
– J. Tollebeek en H. te Velde (red.), Het geheugen van de Lage Landen, 2009.
– J. Weijermars, Neerlandistiek als bindmiddel van de natie. Hoogleraar Schrant in Gent 1817-1830, in: De Negentiende Eeuw, jg. 33, 2009, nr. 1, pp. 4-19.
– J. Weijermars, Stiefbroeders. Zuid-Nederlandse letteren en natievorming onder Willem I. 1814-1834, 2012.
– E. Witte, Het verloren koninkrijk. Het harde verzet van de Belgische orangisten tegen de revolutie 1828-1850, 2014.
– E. Witte, Hoe oranjegezind waren de taalminnaren?, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 73, 2014, nr. 2.
– H. de Schepper, ‘Belgium dat is Nederlandt’. Identiteiten en identiteitenbesef in de Lage Landen, 1200-1800. Epiloog: Koninkrijk der Nederlanden, 1815-1830, 2014.
– K. Absillis, Andermaal vechten tegen de bierkaai. Over de ondergang van Meulenhoff|Manteau (2003-2010) en De Bezige Bij Antwerpen (2011-2014), in: Vooys, jg. 33, 2015, nr. 4, pp. 6-18.
– R. Aerts en G. Deneckere (red.), Het (on)Verenigd Koninkrijk. 1815-1830, 2015.
– F. Judo en S. van de Perre (red.), Belg en Bataaf. De wording van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, 2015.
– J. Rock, “Remember Dousa!” Literary Historicism and Scholarly Traditions in Dutch Philology before 1860, in: T. van Kalmthout en H. Zuidervaart (red.), The Practice of Philology in the Nineteenth-Century Netherlands, 2015, pp. 147-178.
– J. Tollebeek, Een onmogelijk boek. Bij de voltooiing van de Geschiedenis van de Nederlandse literatuur, in: Ons Erfdeel, 2017, nr. 1, pp. 20-27.
– T. Verschaffel, De weg naar het binnenland. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur. 1700-1800: de Zuidelijke Nederlanden, 2017.
– J. Rock, Educational, Scholarly and Literary Societies in Dutch-Speaking Regions, 1766-1886, in: K. Lajosi en A. Stynen (red.), The Matica and Beyond. Cultural Associations and Nationalism in Europe, 2020, pp. 204-232.
– J. van Keulen, Transnationalisering van televisie en de handel in formats. Een analyse van Nederlandse en Vlaamse tv-programmering en -productie, in: Tijdschrift voor communicatiewetenschap, jg. 48, 2020, nr. 3, pp. 167-185.
– B. de Wever, Bart de Wever droomt van een hereniging van Nederland en Vlaanderen: “Wij zijn ooit één land geweest”, in: Op1, 27 juli 2021.
– J. Hendrickx, Z. Chokor en H. Renaivoson, Meer van hetzelfde? Content sharing bij Vlaamse DPG Media-kranten, in: Tijdschrift voor communicatiewetenschap, jg. 49, 2021, pp. 7-27.
– J. Leerssen, Greater Netherlandism, in: Encyclopedia of Romantic Nationalism in Europe, geraadpleegd op 7 oktober 2023, op: https://show.ernie.uva.nl/nld-1.
– J. Tollebeek, M. Boone en K. van Nieuwenhuyse, Een canon van Vlaanderen. Motieven en bezwaren, 2022.
– L. Bossuyt en S. Joye, Tekenen van banaal nationalisme in de Vlaamse en Nederlandse adaptaties van het televisieformat SKAM, in: Tijdschrift voor communicatiewetenschap, jg. 51, 2023, nr. 1, pp. 4-24.
https://taalunie.org/.
https://www.de-lage-landen.com/about.

Suggestie doorgeven

1975: Joris Dedeurwaerder (pdf)

1998: Joris Dedeurwaerder / Karel De Clerck

2023: Jan Rock

Databanken

Inhoudstafel