Sint-Michielsakkoord
Het Sint-Michielsakkoord (1992) was een regeerakkoord rond de vierde fase van de federale staatshervorming. Het vormde Belgiƫ om tot een federale staat.
Na de verkiezingen van 24 november 1991 en een lang en lastig formatieberaad dat eindigde met de vorming, op 7 maart 1992, van een rooms-rode regering onder leiding van Jean-Luc Dehaene (CVP), voerden de vier regeringspartijen (CVP, SP, PS en PSC), de liberale partijen PVV en PRL, de groene partijen Agalev en Ecolo, en de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in Belgiƫ, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer en het FDF DƩmocrate fƩderaliste indƩpendant
Lees meer vanaf 6 april een ādialoog van gemeenschap tot gemeenschapā over de onderwerpen van de niet gerealiseerde āderde faseā van de derde staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die Belgiƫ omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer . De dialoogvoorzitters Hugo Schiltz Schiltz, Hugo
Hugo Schiltz (1927-2006) was een advocaat en politicus voor de Volksunie. Hij zetelde in de Antwerpse gemeenteraad, de Kamer en maakte deel uit van een Vlaamse Regering. Hij zetelde in he... Lees meer (Volksunie) en GĆ©rard Deprez (PSC) stelden op basis van de gesprekken in enkele werkgroepen op 22 juni een onderhandelingsnota voor, maar voor de liberalen en het FDF was die, om verschillende redenen, onaanvaardbaar. Daarop zetten de andere partijen het overleg āin sneltreintempoā voort. Op 10 juli stelden zij āmet spijt maar zonder bitterheidā vast dat er binnen de afgesproken termijn wel deelakkoorden maar geen āglobaalā akkoord konden worden gesloten. Na het zomerreces hervatten christendemocraten en socialisten vanaf 21 september, met informele betrokkenheid van de groenen en de Volksunie, de onderhandelingen. In de nacht van 28 op 29 september (de kerkelijke feestdag van de heilige Michiel) vonden de vier partijvoorzitters een omvattend akkoord over de verdere staatshervorming. In informele onderhandelingen wist premier Dehaene voor het āSint-Michielsakkoordā de steun te krijgen van de Volksunie en Agalev (28 oktober), in formele onderhandelingen over extra geld voor de Franse Gemeenschap ook die van Ecolo (31 oktober).
In de lente en de zomer van 1993 wijzigden de parlementsleden van de zeven betrokken partijen een veertigtal artikelen van de grondwet en brachten ze drie bijzondere wetten (met datum 5 mei, 16 juli en nogmaals 16 juli 1993) en twee gewone wetten (met datum 5 mei en 16 juli 1993) tot stand die BelgiĆ« definitief omvormden van een unitaire staat tot, aldus het nieuwe grondwetsartikel 1, āeen federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewestenā. De constitutionele erkenning van de federale staatsvorm kwam ook tot uiting in een aanpassing van de terminologie: āfederaleā in plaats van ānationaleā overheid en regering, āgemeenschapsregeringā en āgewestregeringā in plaats van āexecutieveā. In 1996 zou de Vlaamse Raad Vlaams Parlement
Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale BelgiĆ«. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Neder... Lees meer zich als eerste van de raden āparlementā noemen; pas met de grondwetsherzieningsakte van 25 februari 2005 kwam de benaming āparlementā officieel in de plaats van āraadā.
De vierde staatshervorming breidde de bevoegdheden van de deelstaten nogmaals uit. Volgens het principe āin foro interno, in foro extenoā kregen de gemeenschappen en de gewesten verdragsrecht, waardoor zij internationale akkoorden kunnen sluiten in aangelegenheden waarvoor ze bevoegd zijn en betrokken worden bij de bepaling van de standpunten die BelgiĆ« inneemt in de Europese Unie. De gemeenschappen werden integraal bevoegd voor maatschappelijk welzijn (OCMW-regelgeving). Het bevoegdheidspakket van de gewesten voor landbouw-, milieu- en uitvoerbeleid werd verruimd.
Als tegemoetkoming aan de Volksunie werd in de grondwet (artikel 35) bepaald dat de federale overheid slechts bevoegd is voor de haar toegekende aangelegenheden, en dat de gemeenschappen en gewesten het zijn voor de overige aangelegenheden. Met die beschikking werd de residuaire of restbevoegdheid die tot dan toe bij de federale overheid berustte, principieel toegewezen aan de deelstaten. De toepassing van het principe, dat later vaak en verkeerdelijk zou worden beschouwd als poort naar een confederale staatsinrichting, is evenwel afhankelijk van de (nog niet gerealiseerde) invoeging in de grondwet van een artikel dat de exclusieve bevoegdheden van de federale overheid bepaalt.
Parallel aan de nieuwe bevoegdheden kregen de gemeenschappen en de gewesten bijkomende financiƫle middelen, maar geen substantiƫle fiscale autonomie.
De Franse Gemeenschap kreeg de mogelijkheid de uitoefening van haar bevoegdheden over te dragen aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie in Brussel (Cocof). In toepassing van die maatregel, die was ingegeven door de financiĆ«le zorgen van de Franse Gemeenschap, oefenen het Waalse Gewest en de Cocof (die daarvoor decreetgevende bevoegdheid heeft) sinds 1 januari 1994 de bevoegdheid voor sportinfrastructuur, toerisme, sociale promotie, beroepsomscholing en -bijscholing, leerlingenvervoer en aspecten van het gezondheids- en bijstandsbeleid uit. Dat versterkte het āasymmetrischā karakter van de federale staatsstructuur: in het noorden van het land primeert de gemeenschap, in het zuiden het gewest.
Het federale karakter van de vierde staatshervorming kwam vooral tot uiting in de rechtstreekse verkiezing, om de vijf jaar en samenvallend met die voor de leden van het Europees Parlement, van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad en de Brusselse Hoofdstedelijke Raad. Daardoor kwam een einde aan het als hinderlijk ervaren gelijktijdige lidmaatschap (ādubbelmandaatā) van een regionaal en het federale parlement. De Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap kregen een beperkte āconstitutieveā of āinstitutionele autonomieā om bepaalde aspecten van de inrichting en werking van hun instellingen te regelen.
Tegelijk werden de samenstelling en taakstelling van het federale parlement en de wetgevingsprocedure gewijzigd. De Kamer van Volksvertegenwoordigers, met nog maar 150 in plaats van 212 leden, kreeg de exclusiviteit van de politieke controle (inclusief de goedkeuring van de begroting) en de wetgevende bevoegdheid. De Senaat, met 71 leden in plaats van 184, werd nog slechts bevoegd voor de grondwetsherziening en de wetten over de staatsinstellingen. Als āreflectiekamerā kan de assemblee, door middel van een āevocatierechtā, wel nog andere wetsontwerpen wijzigen, maar de Kamer heeft daarin het laatste woord. Door de aanwezigheid van telkens tien leden van de Vlaamse Raad en de Franse Gemeenschapsraad fungeerde de assemblee ook als āontmoetingsplaats van de gemeenschappenā.
Met de splitsing van de provincie Brabant in Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant
De naam van de provincie Brabant herinnert aan het vroegere gelijknamige hertogdom, dat tijdens de Middeleeuwen vorm had gekregen en waarvan het noordelijke deel een belangrijke rol speel... Lees meer en Waals-Brabant werd het territorialiteitsbeginsel verder doorgetrokken; de negentien gemeenten van het Brussels gewest vormen geen provincie, maar hebben wel een āhoge ambtenaarā (tot 2014: gouverneur) als commissaris van de federale regering.
Literatuur
ā J. Bouveroux, Het Sint- Michielsakkoord, 1993.
ā J. Clement (e.a.), Het Sint- Michielsakkoord en zijn achtergronden, 1993.
ā A. Alen en L.P. Suetens (ed.), Het federale BelgiĆ« na de vierde staatshervorming, 1993.
ā N. Jacquemin en M. van den Wijngaart, O dierbaar BelgiĆ«. Ontstaan en structuur van de federale staat, 1996.
ā E. Witte, J. Craeybeckx en A. Meynen, Politieke geschiedenis van BelgiĆ«. Van 1830 tot heden, 1997.
Redactiegeschiedenis
Redactiegeschiedenis
1998: Gert Van Overloop
2023: Mark Deweerdt