Vlaams Parlement

Organisatie
Martine Goossens (2023, herwerking), Martine Goossens (1998)

Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale Belgiƫ. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap (1971-1980), de Vlaamse Raad (1980-1995) en het Vlaams Parlement (21 mei 1995-heden).

Alternatieve naam
Vlaamse Raad [1980-1995]
Oprichting
oktober 1980
Leestijd: 22 minuten

De geschiedenis van het Vlaams Parlement gaat terug tot 1971 en is onlosmakelijk verbonden met de omvorming van de Belgische staat van een unitaire tot een federale staat. Tussen 1970, het jaar van de eerste staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die Belgiƫ omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
, en 2021, zes staatshervormingen later, groeide het parlement van de Vlaamse deelstaat uit van een bescheiden cultuurparlement met beperkte bevoegdheden tot een volwaardig en politiek autonoom Vlaams Parlement. De geschiedenis van het Vlaams Parlement kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap (1971-1980), de periode van de Vlaamse Raad (1980-1995) en de periode van het Vlaams Parlement, die aanving op 21 mei 1995. Toen werd de Vlaamse assemblee voor de eerste maal rechtstreeks verkozen en besliste hij om de naam ā€˜Vlaams Parlementā€™ aan te nemen.Ā 

In deze bijdrage wordt het groeiproces van het Vlaams Parlement opgehangen aan deze drie grote fasen uit zijn geschiedenis. Voor de drie historische fasen komen achtereenvolgens aan bod: de institutionele en politieke context waarin het parlement functioneerde enerzijds en zijn realisaties anderzijds. Deze bijdrage belicht de geschiedenis van het Vlaams Parlement dus hoofdzakelijk vanuit een historisch en institutioneel perspectief, in het besef dat er ook andere valabele invalshoeken zijn, zoals een politicologische benadering.

De Cultuurraad van de Nederlandse cultuurgemeenschap (7 december 1971 - 1 oktober 1980)

De Cultuurraad was een parlement met beperkte bevoegdheden, voornamelijk met betrekking tot taal- en culturele aangelegenheden. Daarom was de Cultuurraad ook bekend als ā€˜cultuurparlementā€™.

Staatshervorming van 1970

De communautaire spanningen die BelgiĆ« in de greep hielden sinds ā€˜Leuven Vlaamsā€™ (zie Hoger onderwijs in Leuven Hoger onderwijs in Leuven
De Franstalige Katholieke Universiteit Leuven werd vanaf 1910 geleidelijk vernederlandst. De strijd voor ā€˜Leuven Vlaamsā€™ leidde in 1968 tot een splitsing, het ontstaan van twee autonome L... Lees meer
) mondden op 24 december 1970 uit in een eerste staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die Belgiƫ omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
. Die wijzigde fundamenteel de unitaire structuur van de Belgische staat zoals die vorm had gekregen in 1830. Met een historische uitspraak in de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 18 februari 1970 verklaarde eerste minister Gaston Eyskens Eyskens, Gaston
Gaston Eyskens (1905-1988) was een Vlaamsgezinde katholieke econoom en politicus, die onder andere eerste minister was ten tijde van de Koningskwestie en aan de basis lag van de eerste st... Lees meer
( Christelijke Volkspartij Christelijke Volkspartij
Lees meer
ā€“ CVP) dat BelgiĆ« op een keerpunt in zijn geschiedenis stond: ā€˜De unitaire staat, met zijn structuur en werkwijze zoals die thans door de wetten nog geregeld zijn, is door de gebeurtenissen achterhaald.ā€™ Later zou Eyskens te kennen geven dat hij met deze staatshervorming zijn flamingantische ideaal realiseerde.

Belgiƫ werd ingedeeld in drie cultuurgemeenschappen die overeenstemmen met de drie grootste taalgebieden van het land (de Nederlandse, de Franse en de Duitse cultuurgemeenschap) en in drie gewesten (Vlaanderen, Walloniƫ en Brussel). Die nieuwe organen namen respectievelijk op cultureel en op economisch gebied een aantal bevoegdheden over van het centrale Belgische bestuursniveau.

De indeling in cultuurgemeenschappen kwam er eind 1970. De twee grootste cultuurgemeenschappen van het land, de Nederlandse en de Franse, kregen een beperkte vorm van politiek zelfbestuur. Dat uitte zich in de oprichting van parlementen, cultuurraden genoemd. Die namen voor twee domeinen de wetgevende bevoegdheid van het nationale parlement over: voor cultuur en taal, twee domeinen waarop de twee cultuurgemeenschappen al decennialang botsten. De cultuurraden kregen de bevoegdheid om voor beide domeinen decreten met kracht van wet te stemmen.

Merk op dat er in 1970 geen ā€˜Brusselseā€™ cultuurraad werd opgericht. Vlamingen en Franstaligen waren het er inderdaad over eens dat er geen Brusselse cultuurgemeenschap bestond en dat zij in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
de culturele aangelegenheden samen moesten beheren. De eentalige Nederlandse culturele instellingen in Brussel behoorden voortaan tot de bevoegdheid van de Nederlandse Cultuurraad, de eentalige Franse tot de bevoegdheid van de Franstalige Cultuurraad. De tweetalige culturele instellingen bleven behoren tot de bevoegdheid van het nationale parlement.

De gewestvorming kwam er voorlopig niet: Vlamingen en Franstaligen werden het niet eens over de afbakening van het gewest Brussel, waar de Franse taalgroep dominant was. Voor de Vlamingen, met de Vlaamse beweging voorop, moest Brussel beperkt blijven tot de negentien gemeenten van het Brusselse arrondissement en kon het nooit een volwaardig gewest naast Vlaanderen en Walloniƫ worden. Zij vreesden bij de installatie van een dergelijk drieledig bestel in een minderheidspositie terecht te komen. De Franstaligen daarentegen wilden niet alleen dat Brussel een volwaardig derde gewest werd, ze eisten zelfs een uitbreiding met een aantal Vlaamse randgemeenten Vlaamse Rand
De Vlaamse Rand omvat de negentien gemeenten grenzend aan Brussel of aan een faciliteitengemeente. De relatie tot Brussel leidt er tot specifieke uitdagingen. Lees meer
rond Brussel. Uiteindelijk zou het nog tot 1988 duren voor het Brusselse Gewest definitief vorm kreeg.

Installatie van de ā€˜Cultuurraad van de Nederlandse Cultuurgemeenschapā€™, 7 december 1971

Als gevolg van de grondwetsherziening van 24 januari 1970 werd op 7 december 1971 in het halfrond van de Kamer van Volksvertegenwoordigers de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap geĆÆnstalleerd. Deze Cultuurraad, het eerste parlement van de Vlamingen, was samengesteld uit de Nederlandstalige leden van Kamer en Senaat en telde 213 leden.

Als oudste lid opende senator Leo Elaut Elaut, Leon
Leon Elaut (1897-1978) was een Vlaamsgezinde hoogleraar geneeskunde aan de Gentse universiteit. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij wegens collaboratie veroordeeld tot twee jaar gevangenis... Lees meer
(VU) de eerste vergadering van de Cultuurraad. In zijn toespraak voorspelde hij dat de culturele autonomie slechts een eerste stap was in het federaliseringsproces: ā€˜De geschiedenis zet nooit een stap achteruit, en alle tekenen wijzen erop dat een gebeurtenis zoals deze, die in het teken staat van het cultureel federalisme,Ā  zich onder een nog krachtiger impuls en in een versneld tempo in al haar gevolgen zal laten voelen en zich intenser dan ooit zal voortzettenā€™. Vijftig jaar later waren zijn woorden werkelijkheid geworden.

Senator en CVP-partijvoorzitter Robert Vandekerckhove Vandekerckhove, Robert
Robert Vandekerckhove (1917-1980) was een notaris en CVP-gemeenteraadslid in Mechelen, partijvoorzitter (1969-1971), de eerste voorzitter van de Nederlandse Cultuurraad (1971-1974), minis... Lees meer
werd verkozen tot eerste voorzitter. In zijn openingstoespraak wees ook hij op de historische betekenis van de installatie van de Cultuurraad.

Brussel als vestigingsplaats

De grondwetsherziening van 1970 bevatte geen bepalingen over de vestiging van de cultuurraden. De Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurraad besliste begin maart 1972 om het halfrond van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, waar ook de installatievergadering van de Cultuurraad had plaatsgevonden, als vergaderplaats te kiezen. Ook voor de commissievergaderingen van de Cultuurraad zou men de zalen van de Kamer gebruiken.

De Cultuurraad koos dus Brussel als vestigingsplaats. Dit was op dat moment niet evident: Brussel was in de jaren 1960 en 1970 immers uitgegroeid tot een belangrijke splijtzwam tussen Vlamingen en Franstaligen. Tegenstanders vonden dat de Cultuurraad zich niet hoorde te vestigen in de hoofdstad van de unitaire Belgische staat, maar wel in een ā€˜zuiverā€™ Vlaamse stad zoals Mechelen of Leuven. Voorstanders argumenteerden dat de Vlaamse aanwezigheid in Brussel juist noodzakelijk was om aan te tonen dat ā€˜Vlaanderen Brussel niet loslaatā€™ (slagzin van de socialistische burgemeester van Antwerpen, Lode Craeybeckx Craeybeckx, Lode
Lode Craeybeckx (1898-1976) was een socialistische politicus, die zich in zijn jeugd engageerde in het activisme tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hoewel hij later afstand nam van het radic... Lees meer
). De keuze voor Brussel zou definitief zijn, zo bleek later. In 1984 riep de Vlaamse Raad Brussel uit tot hoofdstad van Vlaanderen, en op dat moment waren ook de Vlaamse administratie en de kabinetten van de Vlaamse regering al in hartje Brussel gehuisvest.

Bevoegdheden: taal en cultuur

De Cultuurraad was een parlement omdat het decreten met kracht van wet kon aannemen. Die decreten of Vlaamse wetten konden niet gewijzigd of opgeheven worden door wetten van het Belgische Parlement en ze golden enkel voor de leden van de Nederlandse cultuurgemeenschap.

Maar de reĆ«le macht van de Cultuurraad bleef bescheiden: het kon slechts decreten aannemen over culturele en taalaangelegenheden. Daarom werd het ook wel ā€˜cultuurparlementā€™ genoemd. In theorie hadden de cultuurraden ook de bevoegdheid over het onderwijs, maar die was in de feiten onbestaand omdat alle bepalingen uit de Schoolpactwetgeving tot het domein van de nationale wetgever bleven behoren. Die regeling was er gekomen op verzoek van de Belgische Socialistische Partij Belgische Socialistische Partij
Lees meer
(BSP) en de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang Partij voor Vrijheid en Vooruitgang
Lees meer
(PVV), die vreesden dat de regionalisering van het onderwijs in Vlaanderen zou leiden tot een discriminatie van het rijksonderwijs.

Geen eigen regering

De staatshervorming van 1970 stond voor een minimalistische visie op de culturele autonomie. Zo konden de cultuurgemeenschappen geen eigen regering aanstellen: het waren de ministers van de nationale regering die verantwoordelijk waren voor de uitvoering van de beslissingen van de Nederlandse Cultuurraad. De Cultuurraad beschikte dus niet over de mogelijkheid om de regering ten val te brengen en miste hierdoor politieke slagkracht.

De nationale ministers van Cultuur werden de topministers van de Nederlandse Cultuurraad. Hun aanwezigheid was gewenst bij elke plenaire vergadering van de Cultuurraad omdat de agenda per definitie focuste op culturele aangelegenheden. Zo lichtten in de jaren 1970 de CVP-ministers Frans van Mechelen Van Mechelen, Frans
Frans van Mechelen (1923-2000) was professor aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven en politicus voor de Christelijke Volkspartij. Hij was volksverte... Lees meer
(1971-1972), Jos Chabert Chabert, Jos
Jos Chabert (1933-2014) was een advocaat en christendemocratisch politicus. Hij was parlementslid op federaal, Vlaams en Brussels niveau en minister in de federale en Brusselse regering. ... Lees meer
(1972-1974) en Rika de Backer-van Ocken Van Ocken, Rika
Rika van Ocken (1923-2002) was voor de Christelijke Volkspartij senator, minister in verschillende regeringen en Europees Parlementslid. Voor haar politieke carriĆØre was ze actief in de k... Lees meer
(1974-1980) regelmatig hun beleid toe in de Cultuurraad.

Maar ook andere ministers dan die van Cultuur konden opgevorderd worden, zoals de minister van Buitenlandse Zaken voor de internationale culturele aangelegenheden en de minister of staatssecretaris van Wetenschapsbeleid voor de specifieke bevoegdheden van de Cultuurraad op dat domein. Veelzeggend detail: de Cultuurraad kon niet eisen dat de ministers die er het woord voerden Nederlands spraken. De Cultuurraad had immers geen zeggenschap over de regering.

Geen eigen leden

Ook de samenstelling van de Cultuurraad toonde dat hij geen volwaardig parlement was. Het werd bevolkt met de Nederlandstalige leden van Kamer en Senaat en niet met rechtstreeks verkozenen. Dat zogenaamde dubbelmandaat bleef bestaan tot de eerste rechtstreekse verkiezing van de Vlaamse assemblƩe in 1995.

Het dubbelmandaat betekende dat de politieke machtsverhoudingen in de Cultuurraad letterlijk een afgeleide waren van de politieke machtsverhoudingen aan Vlaamse kant in Kamer en Senaat. Zo bleef de CVP gedurende de jaren 1970 met ruime voorsprong de machtigste fractie in de Cultuurraad, gevolgd door de BSP, de PVV en de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in Belgiƫ, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
(VU). De KP (Kommunistische Partij) behield haar ene vertegenwoordiger. Na de verkiezingen van 1978 werd Ć©Ć©n parlementslid verkozen voor het Vlaams Blok Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ā€˜Vlaams Blokā€™, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
(VB). Daarmee deed voor de eerste keer sinds 1971 een nieuwe politieke partij haar intrede in het Vlaamse parlement. In vergelijking met de recente politieke constellaties waren de machtsverhoudingen in de jaren 1970 zeer stabiel: er was Ć©Ć©n dominante politieke partij die bijna de helft van de zetels behaalde, gevolgd door twee partijen die samen nog eens bijna 40% van de stemmen kregen.

Door het dubbelmandaat was de Cultuurraad gedoemd om mee te dobberen op de golven van de nationale politiek: op het moment dat het nationale parlement werd ontbonden, bestond er ook geen Nederlandse Cultuurraad meer. Omgekeerd was de nieuw samengestelde Cultuurraad altijd een afspiegeling van de nieuwe samenstelling van Kamer en Senaat. De Cultuurraad was letterlijk een deelparlement van het nationale parlement.

Het dubbelmandaat had ook een psychologisch nadeel: de leden voelden zich in de eerste plaats lid van het Belgisch Parlement, en pas in tweede en dikwijls ondergeschikte orde lid van het Vlaamse parlement, waarvoor ze niet rechtstreeks verkozen waren. De belangen van de nationale staat primeerden in de geest van vele leden op die van de Nederlandse cultuurgemeenschap. Nog meer beperkend was het feit dat het lidmaatschap van het Vlaamse parlement opgelegd was, aangezien het automatisch voortvloeide uit het mandaat in het nationale parlement. Dat verklaart waarom het Vlaamse parlement zeker in de beginjaren leden telde die de instelling niet gunstig gezind waren en die zijn bevoegdheden van binnenuit ondermijnden.

Garantie tegen discriminatie

Vrij vlug na zijn ontstaan werd het duidelijk dat de Cultuurraad niet alleen een zwakke institutionele maar ook een zwakke politieke basis had. Dat had te maken met de fundamentele angst die bij BSP en PVV leefde voor de discriminatie van de vrijzinnige minderheid in een Vlaanderen waar de CVP politiek dominant was.

De grondwetsherziening van 1970 zette een eerste belangrijke stap om aan die vrees tegemoet te komen door in de wet maatregelen te voorzien die discriminatie om ideologische en filosofische redenen onmogelijk maakte. Aanvullend werd in 1974 het zogenaamde ā€˜Cultuurpactā€™ goedgekeurd dat, naar analogie met het Schoolpact uit 1958, waarborgen bood voor een evenwaardige ontplooiing van alle politieke strekkingen in Vlaanderen. Het Cultuurpact maakte de weg vrij voor de goedkeuring van belangrijke decreten in de culturele sector tussen 1974 en 1980.

Decreten met impact

Ondanks zijn moeilijke start kon de Cultuurraad in 1980 een niet onaardige balans voorleggen. Het keurde tussen 1971 en 1974 zes taaldecreten goed.Ā  Het doel van deze decreten was altijd hetzelfde: het gebruik van het Frans in het Nederlandse taalgebied aan banden leggen, en dit in het verlengde van de taalwetgeving die sinds het einde van de 19de eeuw in het nationale parlement tot stand was gekomen. Het belangrijkste taaldecreet is zeker het decreet- Vandezande Vandezande, Rob
Advocaat Rob Vandezande (1922-2001) engageerde zich in verschillende Vlaamsgezinde verenigingen en was binnen de Volksunie actief als politicus en specialist inzake taalwetgeving. Lees meer
(VU) van 19 juli 1973, bekend als het Septemberdecreet Septemberdecreet
Het Septemberdecreet (1973) van de Vlaamse Cultuurraad regelde het taalgebruik in het bedrijfsleven. Lees meer
. Het bepaalde dat de werkgevers in Vlaanderen in hun contacten met het personeel Nederlands moeten spreken en dat zij voor alle wettelijke akten en bescheiden uitsluitend het Nederlands mogen gebruiken. Pas in september drong de draagwijdte van dit decreet in het Franstalige landsgedeelte door. Hierop ontstond een perscampagne tegen ā€˜le dĆ©cret de septembreā€™, die uitmondde in een felle anti-Vlaamse hetze. Het Septemberdecreet toonde aan dat de Cultuurraad wel degelijk reĆ«le macht had, al was het op een beperkt aantal domeinen.

Naast de taaldecreten werden tussen 1974 en 1980 ook heel wat ā€˜democratiseringsdecretenā€™ goedgekeurd die de deelname van brede lagen van de Vlaamse bevolking aan het culturele leven aanmoedigden. Ze hadden betrekking op sectoren als de volwassenenvorming, het jeugdwerk, het bibliotheekwezen, de sport en het openluchtleven. Een bijzondere vermelding verdient het Bibliotheekdecreet van 19 juni 1978: dat verplichtte elke Vlaamse gemeente ertoe een openbare bibliotheek Openbare bibliotheken
Openbare bibliotheken kennen een lange geschiedenis, die in de Zuidelijke Nederlanden teruggaat tot de 17de eeuw. Ze spelen een rol in de (stedelijke) leescultuur door op een laagdrempeli... Lees meer
op te richten.

Een derde belangrijk actieterrein van de Cultuurraad was de bescherming van het Vlaamse cultureel patrimonium, meer bepaald de monumentenzorg. Het Vlaamse monumentenbeleid is een creatie van het cultureel autonome Vlaanderen.

Ten slotte werden ook de culturele banden met buurland Nederland Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
actief aangehaald. Hieruit sproot in 1980 het Taalunie Nederlandse Taalunie
Lees meer
verdrag voort.

Een gebrek aan profiel

Het eerste parlement van de Vlamingen was in de jaren 1970 nauwelijks bekend bij de Vlaamse bevolking: zijn bevoegdheden waren beperkt, de leden waren ook lid van het nationale parlement, de vergaderingen vonden plaats in de Kamer, en ook de ongelukkig gekozen naam kwam zijn prestige niet ten goede. Die kenmerken illustreerden vooral dat de Cultuurraad ondanks zijn reƫle wetgevende bevoegdheid ingebed bleef in de unitaire Belgische staatsstructuur en daarin een ondergeschikte rol speelde.

Voorzitterschap

De Cultuurraad werd achtereenvolgens voorgezeten door Robert Vandekerckhove Vandekerckhove, Robert
Robert Vandekerckhove (1917-1980) was een notaris en CVP-gemeenteraadslid in Mechelen, partijvoorzitter (1969-1971), de eerste voorzitter van de Nederlandse Cultuurraad (1971-1974), minis... Lees meer
(CVP, 1971-1974), Jan Bascour Bascour, Jan
Jan Bascour (1923-1996) was een Vlaamsgezinde liberale politicus en burgemeester van Lennik. In 1968 was hij medestichter van de Blauwe Leeuwen in Brussel. Hij was (onder)voorzitter van d... Lees meer
(PVV, 1974, 1977), Maurits Coppieters Coppieters, Maurits
De progressieve Vlaams-nationalist en christelijke humanist Maurits Coppieters (1920-2005) was vanaf het midden van de jaren 1960 een van de boegbeelden van de Volksunie (VU). Lees meer
(VU, 1977-1979) en Rik Boel (SP, 1979-1980).

Van Cultuurraad tot ā€˜Vlaamse Raadā€™,Ā  1 oktober 1980-21 mei 1995

Tussen 1980 en 1995 groeide het Vlaamse parlement, dat na de staatshervorming van 1980 de naam ā€˜Vlaamse Raadā€™ kreeg, langzaam maar zeker uit tot een nieuw en belangrijk forum in het Belgische politieke landschap. De vervanging van de term ā€˜Nederlandseā€™ cultuurgemeenschap door ā€˜Vlaamse Gemeenschapā€™ lokte in Vlaanderen veel ongenoegen uit. Vlaanderen had in 1970 immers uitdrukkelijk gekozen voor de uitdrukking ā€˜Nederlandse cultuurgemeenschapā€™ omdat het cultureel deel wilde uitmaken van het Nederlandse taal- en cultuurgebied. Dat werd nu ongedaan gemaakt.

Naar een federale staat

De hevige conflicten die in de jaren 1970 ontstonden tussen Vlamingen en Franstaligen bewezen dat de toekenning van culturele autonomie aan de cultuurgemeenschappen de spanningen tussen de gemeenschappen zeker niet had opgelost. Na politiek ā€˜woeligeā€™ jaren 1970, en na een fase van een ā€˜voorlopigeā€™ gewestvorming waarbij een ā€˜Vlaamse Gewestraad zetelde in Mechelen, slaagde Wilfried Martens Martens, Wilfried
Lees meer
er in 1980 in om een nieuwe stap in de herinrichting van de Belgische unitaire staat te zetten. Met de grondwetsherziening van 1980 zette het Belgische Parlement de beslissende stap in de richting van de vorming van een federale staat: naast de centrale, Belgische staat ontstonden ā€˜gemeenschappenā€™, die de bevoegdheden van de cultuurgemeenschappen overnamen en die daarnaast ook bevoegd werden voor ā€˜persoonsgebondenā€™ aangelegenheden als jeugdbeleid en gehandicaptenzorg, en ā€˜gewestenā€™, die bevoegd werden voor ā€˜grondgebonden materies zoals economie en ruimtelijke ordening. Beide deelstaten kregen een volwaardig wetgevend orgaan (ā€˜raadā€™) en een eigen regering (ā€˜executieveā€™).

Vlaanderen maakte in 1980 meteen gebruik van de mogelijkheid om gemeenschap en gewest samen te voegen. Dat betekent dat er sinds de staatshervorming van 1980 aan Vlaamse kant Ć©Ć©n Vlaams parlement en Ć©Ć©n Vlaamse regering voor de Vlaamse Gemeenschap Vlaamse Gemeenschap
De Vlaamse Gemeenschap (1980) is een van de drie gemeenschappen in BelgiĆ« (naast de Franse en Duitstalige Gemeenschap) die bevoegd is voor de zogenaamde ā€˜persoonsgebonden aangelegenhedenā€™... Lees meer
en het Vlaamse Gewest Vlaams Gewest
Het Vlaams Gewest (sinds 1980) is een politieke deelstaat waarvan de bevoegdheden betrekking hebben op grondgebonden aangelegenheden zoals ruimtelijke ordening, leefmilieu en economisch b... Lees meer
bestaan. Dat Vlaamse parlement droeg de naam ā€˜Vlaamse Raadā€™. Na de eerste rechtstreekse verkiezing van de Vlaamse Raad, op 21 mei 1995, wijzigde het ā€“ nu rechtstreeks verkozen ā€“ parlement die naam in ā€˜Vlaams Parlementā€™.

De voortzetting van de communautaire twisten tijdens de jaren 1980 maakte duidelijk dat het eindpunt van de omvorming van de unitaire staat nog niet bereikt was. Met de staatshervorming van 8 augustus 1988 zette de regering Martens VIII belangrijke nieuwe stappen in de uitbouw van de federale staat: de bevoegdheden van de gemeenschappen en gewesten werden opnieuw uitgebreid ā€“ onder meer met onderwijs Onderwijs
Lees meer
ā€“ en dit ging gepaard met een gevoelige stijging van hun financiĆ«le middelen.

De ā€˜Vlaamse Raadā€™: meer macht, meer zelfvertrouwen

Op 1 oktober 1980 nam de Vlaamse Raad de bevoegdheden van de Nederlandse Cultuurraad over. De reƫle machtsuitbreiding en de concrete resultaten van de dagelijkse werking vergrootten geleidelijk het zelfvertrouwen en de politieke slagkracht van het Vlaamse parlement.

Vanaf 1981 mocht de Vlaamse Raad eigen regeringen benoemen. Het gaf de instelling de boost waarnaar ze tijdens het eerste werkingsjaar vruchteloos op zoek was geweest. De Vlaamse regeringen werden de motor van het Vlaamse staatsvormingsproces, de kracht achter de ontwikkeling van een Vlaams beleidsproject en het klankbord van de leden van de Vlaamse Raad, die hen voor het gevoerde beleid ook politiek ter verantwoording konden roepen. Tussen 1981 en 1995 benoemde de Vlaamse Raad in totaal zeven regeringen: vier onder leiding van CVPā€™er Gaston Geens Geens, Gaston
Gaston Geens (1931-2002) was een econoom en CVP-politicus, die van 1981 tot 1992 voorzitter was van de Vlaamse Executieve. Geens gaf vanuit deze functie mee vorm aan het beleid in de nieu... Lees meer
(1981-1992) en drie onder leiding van partijgenoot Luc van den Brande Van den Brande, Luc
Luc van den Brande (Ā°1945) was een christendemocratisch federaal minister van Tewerkstelling en Arbeid (1988-1991) en leidde van eind 1992 tot 1999 de Vlaamse executieve/Vlaamse Regering.... Lees meer
(1992-1995).

Een beleid voor Vlaanderen

Tussen 1980 en 1995 ontwikkelde de Vlaamse Raad zich gaandeweg tot een volwaardige klassieke parlementaire assemblee. Dat blijkt in de eerste plaats uit de 275 decreten die werden goedgekeurd in de verschillende bevoegdheidsdomeinen en die de basis legden voor een eigen Vlaams beleid. Enkele voorbeelden: het kabeldecreet dat het pad effende voor commerciƫle televisie Televisie
Als geen ander massamedium heeft de televisie bijgedragen aan de vorming van de Vlaamse ā€˜verbeelde gemeenschapā€™. Terwijl de staatshervormingen zich voltrokken, werd de Vlaamse natie dagel... Lees meer
in Vlaanderen; de afvalstoffen-, water-, bos- en duinendecreten die vorm gaven aan een eigen Vlaams milieubeleid Natuur, milieu en landschap
Tot de Tweede Wereldoorlog bestond er een band tussen de Vlaamse beweging en de natuurverenigingen in Vlaanderen. Een gevoeligheid en zorgzaamheid voor het landschap en de schoonheid van... Lees meer
; de diverse onderwijsdecreten die het onderwijsbeleid definitief op Vlaamse leest schoeiden; en de decreten over het bestuurlijk beleid en de openbaarheid van bestuur die een nieuwe bestuurscultuur introduceerden. In die periode werden ook nieuwe Vlaamse instellingen opgericht, zoals de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Sociaalā€“Economische Raad van Vlaanderen
Lees meer
(SERV), Kind en Gezin en De Lijn.

Vanaf het moment dat de Vlaamse Raad een Vlaamse regering kon benoemen kreeg ook de controlefunctie van de Vlaamse Raad, die vorm kreeg via het interpellatierecht, zijn volle betekenis: de Vlaamse Raad gebruikte het niet alleen voor een effectieve controle op de uitvoering en naleving van de aangenomen decreten, maar ook om te toetsen of de opeenvolgende Vlaamse regeringen de communautaire belangen van Vlaanderen in het Belgische federale staatsverband voldoende behartigden. Vooral dit laatste aspect zorgde voor de groei van de Vlaamse assemblee: er kwamen meer interpellaties en vragen over de verhoudingen tussen de Vlaamse deelstaat en het Belgische beleidsniveau, en over de verhoudingen tussen Vlaanderen, Walloniƫ en Brussel. Voorbeelden zijn onder meer het dossier- Voeren Voeren
Lees meer
en het debat over de financiƫle transfers Financiƫle transfers
Dit lemma brengt het verloop van veertig jaar interregionale transfers in Belgiƫ in kaart, evenals de verklaring, de verantwoording en de effecten ervan. Meer dan een centenkwestie zijn t... Lees meer
van Vlaanderen naar WalloniĆ«. Met de resolutie over institutionele hervormingen van 16 oktober 1991 legde de Vlaamse Raad zijn verwachtingen voor een nieuwe staatshervorming ā€“ met onder meer de afschaffing van het dubbelmandaat ā€“ op tafel.

Lastig dubbelmandaat

Het dubbelmandaat betekende dat de politieke krachtsverhoudingen ook in de periode van de Vlaamse Raad een afgeleide waren van de politieke krachtsverhoudingen aan Vlaamse kant in Kamer en Senaat.

Het uiterst stabiele partijpolitieke landschap dat de periode van de Cultuurraad had gekenmerkt, kwam tussen 1980 en 1995 onder druk te staan. Het aantal partijen met meer dan Ć©Ć©n zetel in de Vlaamse assemblee nam toe van vier in de periode van de Cultuurraad tot zes in 1995. Het Vlaams Blok, dat in 1978 met Ć©Ć©n zetel zijn intrede had gedaan in de Cultuurraad, groeide uit tot een stevige partij die in 1991 op ā€˜Zwarte Zondagā€™ een verpletterende verkiezingsoverwinning behaalde. De groene partij AGALEV Groen
In 1982 werd onder de naam AGALEV in Vlaanderen een ecologische partij opgericht, die zich later Groen! noemde en vandaag Groen. Lees meer
(Anders Gaan Leven) deed in 1981 haar intrede en bezette sindsdien ononderbroken mee de linkerflank van het halfrond. De Kommunistische partij verdween na 1980 van het politieke toneel.

Het dubbelmandaat betekende dat de Kamerleden en senatoren steeds moesten wisselen van petje: de ene week verdedigden ze als nationaal mandataris de belangen van de nationale staat, de andere week als Vlaams mandataris de Vlaamse belangen in de Vlaamse Raad. De oppositie in de Vlaamse Raad buitte de tegenstrijdigheid tussen beide posities dankbaar uit. Naarmate zijn activiteiten en invloed toenamen, begonnen ook de praktische nadelen van het dubbelmandaat zwaar door te wegen: de vergadertijd moest gedeeld worden met Kamer en Senaat en dat was steeds minder haalbaar, vooral na de uitbreiding van de bevoegdheden in 1988.

Het pleidooi voor de afschaffing van het dubbelmandaat liep dan ook als een rode draad door de politieke toespraken van de opeenvolgende voorzitters en de uiteenzettingen van talrijke leden van de Vlaamse Raad.

Een eigen gebouw

Zoals de Cultuurraad vergaderde de Vlaamse Raad vanaf 1980 in het halfrond van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Naargelang de Vlaamse Raad meer het imago van een volwaardig parlement kreeg, groeide de behoefte aan een eigen gebouw.

In 1987 kocht de Vlaamse Raad voor 1 symbolische frank het oude ā€˜HĆ“tel des Postes et de la Marineā€™ op de hoek van de Hertogsstraat en de Leuvenseweg. Al snel bleek dat de restauratie langer zou duren dan oorspronkelijk gepland. Hierdoor kon de openingsvergadering van het eerste rechtstreeks verkozen Vlaams parlement niet in het eigen gebouw plaatsvinden; hiervoor moest men, opnieuw, uitwijken naar het halfrond van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

In 1991 kocht de Vlaamse Raad een tweede pand: het gebouwencomplex van de hoofdzetel van de Postchequedienst tussen de IJzerenkruisstraat en de Leuvenseweg, tegenover het Vlaams Parlementsgebouw. Het ā€˜Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigersā€™ werd na 1995 gerenoveerd en werd op de symbolische datum van 11 juli 2002 geopend. Het fungeert als huisvesting voor de 124 Vlaams Volksvertegenwoordigers, hun medewerkers en de medewerkers van het Algemeen Secretariaat van het Vlaams Parlement.

Voorzitterschap

De voorzitters van de Vlaamse Raad waren achtereenvolgens Rik Boel (SP, 1980-1981), Jean Pede (PVV, 1981-198), Frans Grootjans Grootjans, Frans
Frans Grootjans (1922-1999) was een Vlaamsgezind liberaal politicus en journalist, die in 1966 minister werd in de regering Vanden Boeynants-De Clercq en aan de basis lag van een formele ... Lees meer
(PVV, 1987-1988), Louis Vanvelthoven Vanvelthoven, Louis
De socialist Louis Vanvelthoven (1938) was van oktober 1988 tot januari 1994 voorzitter van de Vlaamse Raad en speelde een belangrijke rol bij de omvorming van deze assemblee tot het sind... Lees meer
(SP, 1988-1994) en Eddy Baldewijns Baldewijns, Eddy
Eddy Baldewijns (1945) is een Vlaamsgezind socialistisch politicus uit Zuid-Limburg die decennialang mee het onderwijsbeleid vormgaf. Lees meer
(SP, 1994-1995).

Een politiek autonoom Vlaams Parlement (21 mei 1995 ā€“ heden)

Als gevolg van de vierde staatshervorming (1993) werd het dubbelmandaat afgeschaft en werd de Vlaamse assemblee op 21 mei 1995 voor de eerste keer rechtstreeks verkozen. Het Vlaamse parlement vergaderde voor de eerste keer op dinsdag 13 juni 1995. Tijdens de periode 1995-2021 zou het zich ontwikkelen als een volwaardig, politiek autonoom parlement voor Vlaanderen.

De staatshervormingen van 1993, 2001 en 2012-2014: meer bevoegdheden en meer financiƫle middelen

Ingevolge deze staatshervormingen kreeg het Vlaams Parlement onder meer het recht om verdragen te sluiten en kreeg het nieuwe bevoegdheden: de gemeente- en provinciewet, landbouw en visserij, grotere fiscale autonomie, en ingevolge de staatshervorming van 2012-2014, verregaande bevoegdheden inzake gezondheid en arbeidsmarkt, Ć©n, voor de eerste keer in het federaliseringsproces, onderdelen van het justitiebeleid.

De staatshervorming van 1993 gaf de deelstaatparlementen bovendien een belangrijke nieuwe hefboom voor hun verdere ontwikkeling: de constitutieve autonomie. Dat betekent dat ze zelf essentiƫle regels kunnen wijzigen over hun samenstelling, verkiezing en werking, bijvoorbeeld met betrekking tot de onverenigbaarheden met het mandaat van volksvertegenwoordiger en samenstelling van de kieskringen voor de assemblee van de deelstaat.

13 juni 1995: startschot voor het Vlaams Parlement

Omdat het Vlaams Parlementsgebouw nog in de steigers stond, vond de plechtige installatievergadering van het Vlaams Parlement op 13 juni 1995 plaats in het halfrond van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het rechtstreeks verkozen Vlaams Parlement bestaat uit 124 leden, dat is 64 leden minder dan tijdens de laatste legislaturen onder het regime van het dubbelmandaat.

Al op 13 juni 1995, de eerste vergaderdag van het rechtstreeks verkozen Vlaamse parlement, wijzigde de assemblee zijn naam van Vlaamse Raad in het meer toegankelijke ā€˜Vlaams Parlementā€™. Die naamswijziging werd in 1996 bekrachtigd door een bijzonder decreet, maar toch zou het nog tot 2004 duren voor het Vlaams Parlement officieel als ā€˜Vlaams Parlementā€™ op de verkiezingsbiljetten mocht staan. Hiervoor was immers een grondwetswijziging nodig, en die kwam er pas in 2001.

Tijdens het weekend van 16 en 17 maart 1996 nam het Vlaams Parlement zijn intrek in het gerenoveerde ā€˜HĆ“tel des Postes et de la Marineā€™, dat werd omgedoopt tot ā€˜Vlaams Parlementsgebouwā€™. Deze feestelijke gebeurtenis ging gepaard met een grote mediacampagne en speciale evenementen.

Beweging in het politieke landschap

Tussen 1995 en 2021 werden er zesmaal verkiezingen georganiseerd voor het Vlaams Parlement: op 21 mei 1995, 13 juni 1999, 13 juni 2004, 7 juni 2009, 25 mei 2014 en 26 mei 2019. In tegenstelling tot de periode van de Cultuurraad en de Vlaamse Raad waren er grote verschuivingen in de verkiezingsuitslagen, met ingrijpende gevolgen voor de samenstelling van het Vlaams Parlement. De ā€˜traditionele partijenā€™ CVP/CD&V, SP/sp.a en PVV/Open Vld verloren hun politieke overwicht, en ā€˜nieuweā€™ partijenĀ  zetten hun opgang voort ā€“ Agalev/Groen en Vlaams Blok/Vlaams Belang ā€“ of deden hun intrede in het Vlaamse partijpolitieke landschap: de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) sinds 2004, Lijst Dedecker (LDD) tussen 2009 en 2014, en Partij van de Arbeid van BelgiĆ« (PVDA), sinds 2019).

De wijzigingen in de politieke krachtsverhoudingen weerspiegelen zich ook in de samenstelling van de opeenvolgende Vlaamse regeringen die achtereenvolgens geleid werden door Luc van den Brande Van den Brande, Luc
Luc van den Brande (Ā°1945) was een christendemocratisch federaal minister van Tewerkstelling en Arbeid (1988-1991) en leidde van eind 1992 tot 1999 de Vlaamse executieve/Vlaamse Regering.... Lees meer
(CVP) (1995-1999), Patrick Dewael (VLD) (1999-2003), Bart Somers (VLD) (2003-2004), Yves Leterme Leterme, Yves
Yves Leterme (1960) was christendemocratisch minister-president (2004-2007) van de Vlaamse Regering en eerste minister (2008-2011) van de federale regering. Hij ijverde voor confederalism... Lees meer
(CD&V) (2004-2007), Kris Peeters Peeters, Kris
Kris Peeters (1962) is jurist. Hij is cd&v-politicus en voormalig UNIZO-topman. Peeters werd Vlaams minister in 2004 en was minister-president van 2007 tot 2014. Van 2014 tot 2019 was... Lees meer
(CD&V) (2007-2014), Geert Bourgeois Bourgeois, Geert
Geert Bourgeois (1951) is een Vlaams-nationalistisch politicus voor de N-VA. Hij was van 2014 tot 2019 minister-president van Vlaanderen. Lees meer
(N-VA)(2014-2019) en Jan Jambon Jambon, Jan
Jan Jambon (1960), informaticus, brak in 1988 met de VU en werd een prominente figuur in de Vlaamse Volksbeweging. Hij pleitte voor een onafhankelijk Vlaanderen in de EU. In 2006 trad hi... Lees meer
(N-VA)(2019-).

Verdere uitbouw van een Vlaams maatschappijmodel

Verlost van het dubbelmandaat en gewapend met nieuwe bevoegdheden en extra financiĆ«le middelen bouwde het Vlaams Parlement na 1995 verder aan de ontwikkeling van een Vlaams maatschappijmodel zoals dat na 1980 en vooral na 1988 op de rails was gezet. Tussen 1995 en het einde van de legislatuur 2014-2019 keurde het Vlaams Parlement niet minder dan 1.529 decreten goed die gestalte gaven aan het beleid van de Vlaamse deelstaat.Ā  Enkele voorbeelden: de decreten die de openbare omroep Radio
Lees meer
grondig hervormden en hem de naam VRT (Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie) gaven; de decreten die het secundair, hoger en universitair onderwijs Onderwijs
Lees meer
hervormden en de ā€˜eindtermenā€™ invoerden; de decreten die de successie- en registratierechten verlaagden en het kijk- en luistergeld afschaften; die het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen vastlegden en die het milieubeleid afstemden op een nieuw klimaatbeleid; decreten die nieuwe maatschappelijke themaā€™s zoals het inburgeringsbeleid en deugdelijk bestuur verankerden in de Vlaamse regelgeving en die de basis legden voor een eigen Vlaamse Sociale Bescherming, naast de federale sociale zekerheid.

Daarnaast zijn er de tientallen internationale verdragen die het Vlaams Parlement tussen 1995 en 2019 decretaal bekrachtigde. Ze geven inhoud aan het internationale verdragsrecht dat de Vlaamse deelstaat kreeg door de staatshervorming van 1993.

Ook de controlerende functie ging al snel een prominente rol spelen. Het aantal interpellaties en vragen per Vlaamse volksvertegenwoordiger nam exponentieel toe. Zoals in de periode van de Vlaamse Raad hadden de vragen en interpellaties zowel betrekking op de verschillende bevoegdheidsdomeinen van het Vlaams Parlement als op communautaire aangelegenheden.

Inzake communautaire aangelegenheden moeten ook de werkzaamheden van de Commissie Staatshervorming, die bij het begin van de legislatuur 1995-1999 opgericht werd, vermeld worden. Die mondden in 1999 uit in de zogenaamde ā€˜Vijf resoluties van het Vlaams Parlementā€™, die de verwachtingen van een ruime Vlaamse meerderheid over een nieuwe staatshervorming in kaart brachten en die de volgende jaren als ā€˜Vlaams kompasā€™ voor verdere stappen in de federalisering van de Belgische staat fungeerden (zie Vlaamse resoluties Vlaamse resoluties
Op 3 maart 1999 keurde het Vlaams Parlement vijf resoluties goed die bekend zouden worden als de ā€˜5 Vlaamse resolutiesā€™. Ze kunnen omschreven worden als een Vlaams minimumprogramma waarin... Lees meer
).

Internationale ambities

Het rechtstreeks verkozen Vlaams Parlement wil zich ook internationaal op de kaart zetten. Het krijgt regelmatig buitenlandse delegaties over de vloer en jaarlijks maken tientallen ambassadeurs van Europese en niet-Europese landen er hun opwachting.

Geregeld worden internationale hoogwaardigheidsbekleders uitgenodigd om het Vlaams Parlement toe te spreken. De eerste was Europees president Herman van Rompuy Van Rompuy, Herman
Lees meer
, op 9 juni 2010.

Glazen koepel, Open Huis

Het Vlaams Parlement maakte in de periode na 1995 ook werk van de verbetering van zijn naamsbekendheid bij het brede publiek. Het Vlaams Parlementsgebouw met zijn glazen koepel werd de belangrijkste pijler van de publiekswerking. Jaarlijks komen zoā€™n 20.000 mensen op bezoek voor een gidsbeurt of voor deelname aan de educatieve programmaā€™s. Nog eens zoā€™n 20.000 bezoekers wonen een evenement bij in de gebouwen van het Vlaams Parlement. In 2018 opende in de voormalige Lokettenzaal van het Postchequegebouw van architect Victor Bourgeois een eigentijds Bezoekerscentrum de deuren. De ambitie is om jaarlijks 50.000 Vlamingen te laten kennismaken met de werking en de geschiedenis van het Vlaams Parlement.

De website van het Vlaams Parlement werd na 1995 de belangrijkste pijler voor de ondersteuning van de externe communicatie. De website biedt de mogelijkheid om de werking van het Vlaams Parlement te volgen ā€“rechtstreekse uitzending van alle plenaire en commissievergaderingen ā€“ en alle documenten en verslagen te consulteren. Sociale media zijn een tweede pijler van de communicatiestrategie geworden.

Voorzitters

De voorzitters van het Vlaams Parlement sinds 1995 waren achtereenvolgens Norbert de Batselier De Batselier, Norbert
Norbert de Batselier (1947) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die verschillende ministerposities bekleedde en van 1995 tot 2006 voorzitter was van het eerste rechtstreeks ve... Lees meer
(SP/sp.a, 1995-2006), Marleen Vanderpoorten (VLD/Open VLD, 2006-2009), Jan Peumans Peumans, Jan
Jan Peumans (1951) is een Limburgse Vlaams-nationalistische politicus, die Limburgs provincieraadslid was en Vlaams parlementslid en van 2009 tot 2019 voorziter van het Vlaams parlement.... Lees meer
(N-VA, 2009-2019), Kris van Dijck Van Dijck, Kris
Kris van Dijck (1963) is afkomstig uit een Vlaams-nationalistische familie. Hij was politiek actief in de Volksunie (VU) en daarna in de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA). Momenteel is hij ... Lees meer
(N-VA, 18 juni-11 juli 2019), Wilfried Vandaele (N-VA, 13 juli-2 oktober 2019) en Liesbeth Homans Homans, Liesbeth
Historica Liesbeth Homans (1973) is sinds de oprichting van de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) actief in deze partij, waarvan zij een van de vrouwelijke boegbeelden is. Zij was onder meer... Lees meer
(2 oktober 2019-).

Literatuur

ā€“Ā M. Goossens, 50 jaar Vlaams Parlement, Gent, 2021.

Suggestie doorgeven

1998: Martine Goossens

2023: Martine Goossens

Databanken

Inhoudstafel