Van Mechelen, Frans

Persoon
Katrien Weyns (2023, aanvulling), Petra Gunst (1998)

Frans van Mechelen (1923-2000) was professor aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven en politicus voor de Christelijke Volkspartij. Hij was volksvertegenwoordiger en minister van Nederlandse cultuur.

Geboorte
Turnhout, 26 april 1923
Overlijden
Heverlee, 5 juli 2000
Leestijd: 7 minuten

Frans van Mechelen (1923-2000) werd geboren in Turnhout en schoolde zich in de wijsbegeerte en voltooide een doctoraat in de sociale wetenschappen. Vanaf 1954 tot 1988 doceerde hij aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de KU Leuven. Van 1961 tot 1999 was hij voorzitter van de Gezinsbond Bond van Grote en Jonge Gezinnen
Gezinsbond (1921-), tot februari 2002 nog Bond van Grote en van Jonge Gezinnen (de Bond), is een sociaal-culturele vereniging ter verdediging van het gezin. Door te wegen op het beleid en... Lees meer
. In het midden van de jaren 1960 werd hij verkozen tot Kamerlid van de Christelijke Volkspartij Christelijke Volkspartij
Lees meer
voor het arrondissement Turnhout. Al van jongs af aan was Van Mechelen Vlaamsgezind. In zijn jeugd was hij actief in de Katholieke Studentenactie Katholieke StudentenActie
De Katholieke Studentenactie (KSA) was een (jeugd)beweging rond Katholieke Actie. Ze was gericht op scholieren en beschouwde zichzelf als een erfgenaam van de Katholieke Vlaamse Studenten... Lees meer
, het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Leuven K
Het Katholiek Vlaamsch Hoogstudenten Verbond (KVHV) werd opgericht in 1902 onder de benaming Vlaamsch Verbond als eerste Vlaamse studentenkoepel aan de Katholieke Universiteit Leuven, een... Lees meer
en het Dietsch Studenten Keurfront Dietsch Solidaristisch Keurfront
Lees meer
. Als minister van Nederlandse cultuur van 1968 tot 1972 bouwde hij het ‘cultuurfederalisme’ uit en stimuleerde hij een Vlaamse aanwezigheidspolitiek in Brussel. Hij droeg bij tot de regionalisering van verschillende instellingen, zoals BLOSO en Gezinsbond, en bepleitte tot zijn overlijden in 2000 de splitsing van de sociale zekerheid.

Universiteit en politieke mandaten

Frans van Mechelen werd geboren op 26 april 1923 in Turnhout. Hij was de zoon van een douanier en volgde humaniora aan het Sint-Victor Instituut in Turnhout (1935-1941). Van Mechelen begon in 1941 dankzij een beurs van de Bond van Grote en van Jonge Gezinnen Bond van Grote en Jonge Gezinnen
Gezinsbond (1921-), tot februari 2002 nog Bond van Grote en van Jonge Gezinnen (de Bond), is een sociaal-culturele vereniging ter verdediging van het gezin. Door te wegen op het beleid en... Lees meer
(BGJG) de studies van burgerlijk ingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven. Uiteindelijk behaalde hij niet het einddiploma van ingenieur, maar studeerde in 1945 wel af als baccalaureus in de thomistische wijsbegeerte en werd in 1952 doctor in de sociale wetenschappen. Hij huwde in 1950 met Maria-Josefa van de Velde en kreeg drie kinderen. Van Mechelen begon zijn loopbaan als redactiesecretaris bij Het Nieuws van den Dag Het Nieuws van den Dag
Lees meer
(1950-1951). Na enkele jaren als ambtenaar op het ministerie van Arbeid gewerkt te hebben, volgde zijn benoeming tot docent (1954-1955) en later hoogleraar (1959) aan de KU Leuven. Tot 1988 doceerde hij er onder andere demografie en methodiek van het sociaal onderzoek.

Van het midden van de jaren 1965 trad Van Mechelen op het politieke voorplan en was van 1965 tot mei 1976, als man van het Algemeen Christelijk Werknemersverbond, Kamerlid van het arrondissement Turnhout voor de Christelijke Volkspartij (CVP). Van 1968 tot 1972 was hij minister van Nederlandse cultuur en deed toen tijdelijk afstand van zijn voorzitterschap van de BGJG, een functie die hij reeds vanaf 1961 en tot 1999 bekleedde.

Flamingant

Van Mechelen stond van jongs af in de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Tijdens zijn middelbare studies was hij bondsleider van de Katholieke Studentenactie Katholieke StudentenActie
De Katholieke Studentenactie (KSA) was een (jeugd)beweging rond Katholieke Actie. Ze was gericht op scholieren en beschouwde zichzelf als een erfgenaam van de Katholieke Vlaamse Studenten... Lees meer
(KSA)-Jong Vlaanderen afdeling Turnhout (1938-1941). In Leuven schreef hij als bestuurslid van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond
Lees meer
(KVHV) bijdragen in De Goedendag De Goedendag (1891-1940)
Lees meer
en kwam hij onder invloed van de Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
gedachte. Tijdens de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
was hij lid van het Dietsch Studenten Keurfront Dietsch Solidaristisch Keurfront
Lees meer
en werd hiervoor na de bevrijding drie weken opgesloten. Reeds in 1947 nam hij het initiatief tot de oprichting van het solidaristische weekblad Branding Branding
Branding (29 maart 1947 - 3 mei 1947) was het solidaristisch weekblad van de Solidaristische Beweging (1947) dat opkwam voor diegenen die (onterecht) veroordeeld of vervolgd werden voor c... Lees meer
. Tijdens de jaren 1950 publiceerde hij talrijke bijdragen in tijdschriften en in dagbladen zoals De Standaard De Standaard (1914-)
Het eerste nummer van het dagblad De Standaard verscheen op 4 december 1918. De krant was gedurende vele decennia hét blad bij uitstek van de katholieke Vlaamse beweging in al haar varian... Lees meer
rond werkverschaffing in Vlaanderen, de vernederlandsing van het bedrijfsleven en het gebruik van een beschaafde omgangstaal in Vlaanderen. In 1957 verscheen bij het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
zijn boek De ontwikkeling van de volkskracht in Vlaanderen, waarin hij de sociaaleconomische en culturele problematiek in Vlaanderen uiteenzette. Verder was hij stichtend lid van de Stichting-Lodewijk de Raet Stichting Lodewijk De Raet
De Stichting Lodewijk de Raet is een vormingsinstelling die in 1952 werd opgericht vanuit een Vlaamse, democratische, emancipatorische en pluralistische maatschappijopvatting en die – zij... Lees meer
(1950) en medeoprichter van de Vereniging van Vlaamse Professoren Vereniging van Vlaamse Professoren
De Vereniging van Vlaamse Professoren (1964-1970) was een drukkingsgroep aan de Nederlandstalige universiteiten. Doel was om de Vlaamse belangen in het universitaire onderwijs en het wete... Lees meer
(1964).

Als lid van de commissie Basijn, die de regering moest adviseren inzake een talentelling Taaltelling
Talentellingen waren gekoppeld aan de tienjaarlijkse volkstellingen in België (1846-1947). De resultaten hadden grote gevolgen voor het taalstatuut van de gemeenten rond Brussel-hoofdsta... Lees meer
in 1960, nam Van Mechelen ontslag omdat hij meende dat een objectieve telling niet mogelijk was. In 1961 was hij de eerste voorzitter geworden (tot 1968) van de Commissie van Advies inzake Nederlandse Culturele Centra, een initiatief dat paste in wat hij zelf 'cultuurfederalisme' noemde.

Minister van Nederlandse cultuur (1968-1972)

Als minister startte Van Mechelen een Vlaamse aanwezigheidspolitiek in het Brusselse door de inplanting van culturele centra in de gordel van Vlaamse randgemeenten rond Brussel. Dit was een tactiek die hij als hoofd van de Studiegroep voor Cultuurbevordering zelf had voorgesteld. In de lijn van diezelfde Vlaamse aanwezigheidspolitiek stimuleerde hij de oprichting in 1966 van het Contact- en Cultuurcentrum Contact- en Cultuurcentrum Brussel
Lees meer
Brussel, realiseerde hij een volwaardig Nederlands kunstonderwijsnet in Brussel, organiseerde hij op 16 maart 1969 een colloquium over de Nederlandstalige jeugd in Brussel (wat leidde tot de oprichting van de Agglomeratieraad voor de Nederlandstalige Brusselse Jeugd) en liet hij in 1971 twintig Nederlandse speelterreinen en vier jeugdhuizen inrichten. Ook als voorzitter van Gezinsbond kon hij zijn stempel drukken door onder andere de organisatie van de ‘Brusseldagen’, waarbij Vlaamse gezinnen naar Brussel trokken.

Herhaaldelijk kwam Van Mechelen tijdens zijn periode als minister in conflict met zijn Franstalige ambtsgenoot, Albert Parisis, omtrent het budget voor elk van de departementen cultuur. Uiteindelijk wist hij de evenredige budgettaire verdeling af te schaffen en te vervangen door een voor de Vlamingen voordeliger oplossing. Onder zijn ministerschap werd de administratie van het BLOSO (Bestuur voor Lichamelijk Opvoeding, Sport en Openluchtleven) gesplitst in een Nederlands- en Franstalige afdeling.

Door de grotere autonomie kon het ministerie van Nederlandse cultuur in het buitenland een politiek met een Vlaamse nadruk voeren, wat zich uitte in tentoonstellingen van Vlaamse schilderkunst in Parijs, Stockholm, Madrid, Londen, New York en Japan. In het binnenland kwamen in 1969 onder zijn ministerschap het Ballet van Vlaanderen en de Kleinkunstacademie tot stand, terwijl ook de begroting voor film en jeugdvolksontwikkeling werd verhoogd. Tevens ijverde hij als minister voor samenwerking met Nederland, bijvoorbeeld via de gelijkschakeling van bepaalde diploma's en tijdens de mislukte spellingsdiscussie. Hij deed ook als eerste het voorstel ter oprichting van een Academie voor de Nederlandse Taal, wat pas in 1980 met de oprichting van de Nederlandse Taalunie Nederlandse Taalunie
Lees meer
volbracht zou worden.

Gezinsbeleid

Vanaf het begin speelde Van Mechelen in de BGJG een belangrijke rol in de splitsing van de organisatie tot een autonome Vlaamse en Waalse vereniging. Gezin en cultuur waren volgens Van Mechelen innig verbonden omdat ‘opvoeding van kinderen alleen maar kan gebeuren in een milieu waar de sfeer van de samenleving op innige wijze met de taal en de cultuur verboden zijnde, een overlevering geeft aan kinderen die daardoor kunnen opgroeien als burgers van Vlaanderen’. Hij zette een doorgedreven regionalisering van de sociale zekerheid hoog op de Bondsagenda in de jaren 1990 en klaagde meermaals aan dat middelen uit de federale pot van kinderbijslag werden overgeheveld voor andere doeleinden.

In 1987 wees hij ook op de gevaren van de dalende geboortecurves in Europa en Vlaanderen en pleitte hij voor een beleid waarbij opnieuw geïnvesteerd zou worden in kinderen. Tevens bleef hij ijveren voor nauwe banden met Nederland. In 1995 ontving hij als voorzitter van BGJB de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap. Van Mechelen kwam echter tijdens het laatste jaar van zijn voorzitterschap in opspraak vanwege een interview in De Morgen De Morgen
De in 1978 opgerichte krant De Morgen evolueerde van een socialistisch naar een algemeen informatief dagblad. Lees meer
waarin stond dat hij niet uitsloot voor het Vlaams Blok Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ‘Vlaams Blok’, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
te stemmen. Hijzelf zei dat dit niet klopte en tegen alle vormen van uitsluiting was.

Van 1987 tot 1989 was Van Mechelen lid van de raad van beheer van Kind & Gezin. In 1994 werd de Leerstoel Frans van Mechelen opgericht vanuit de faculteit Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven (departement Sociologie, Studiegroep voor Cultuurbevordering), de stad Turnhout, het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen en Kredietbank om het onderwijs en onderzoek naar de gezins- en bevolkingssociologie en sociologie van cultuur en vrije tijd in de ruime betekenis te stimuleren.

Van Mechelen overleed in 2000.

Werken

– Inleiding tot het publieke opinie- en marktonderzoek, 1956.
– De ontwikkeling van de volkskracht in Vlaanderen, 1957.
– Arbeidsmogelijkheden in eigen streek, 1958.
– Waarom Vervlaamsing van het bedrijfsleven?, 1958.
– Lodewijk De Raet en de hedendaagse sociaal-economische problemen in Vlaams-België, 1960.
– Aktuele bevolkingsvraagstukken, 1961.
– Dynamiek van over- en onderbevolking, 1963.
– De Brusselse Randgemeenten, 1964.
– Vrijetijdsbesteding in Vlaanderen, 1965.
– Sociale weerslag van kinderbijslagen, 1965.
– Bevolkingsproblemen, 1966.
– Colloquium Nederlandstalige Jeugd-Brussel, 1969.
– Het Kultureel Centrum, 1970.
– Pratend door Vlaanderen. Ministeriële en niet-ministeriële evenwichtsoefeningen op de praatbalk, 1974.
– Sterft Europa uit?, 1987.

Literatuur

– 21 maanden Nederlandse cultuurbeleid voor Brussel-hoofdstad, 1970.
– Over het algemeen Cultuurbeleid, in: Open Deur, 1972.
– Frans van Mechelen, de man die het doet, 1972.
– H. Camps, Frans van Mechelen. Ook Kultuurautonomie is nog niet aan eindfaze toe, in: Het Belang van Limburg, 12 december 1972.
– D. Billiet, Newsletter sprak met Frans van Mechelen, in: Newsletter, november 1973.
– H. Camps, Een avondje met Frans van Mechelen, in: Het Belang van Limburg, 3 december 1977.
– P. Leemans, Professor Frans Vanmechelen, voorzitter BGJG. De klassenstrijd van morgen gaat tussen jong en oud, in: Het Belang van Limburg, 23 april 1988.
Maatschappelijke uitstraling van sociale wetenschappen. Vriendenboek Dr. Frans Mechelen, 1988.
– H. Gaus (ed.), Politiek Biografisch Lexicon, 1989.
– P. van den Driessche, Voor oud-minister Frans van Mechelen betekent België weldra weinig meer dan rituele band, in: De Standaard, 11 juni 1991.
– Oud-minister Frans van Mechelen overleden, in: De Standaard, 6 juni 2000.
– F. Cardyn, K. Weyns en T. Coigniez, Frans Van Mechelen, In: ODIS, geraadpleegd op 29 augustus 2022, op: http://www.odis.be/lnk/PS_9167.

Suggestie doorgeven

1975: Gaston Durnez (pdf)

1998: Petra Gunst

2023: Katrien Weyns

Databanken

Inhoudstafel