Bond van Grote en Jonge Gezinnen

Organisatie
Katrien Weyns (2023, herwerking), Edward De Maesschalck (1998)

Gezinsbond (1921-), tot februari 2002 nog Bond van Grote en van Jonge Gezinnen (de Bond), is een sociaal-culturele vereniging ter verdediging van het gezin. Door te wegen op het beleid en door het uitbouwen van een dienstenaanbod wil het alle soorten gezinnen ondersteunen op sociaal, cultureel en financieel vlak.

Afkorting
BGJG
Alternatieve naam
Bond der Talrijke Huisgezinnen [1921-1927]
Bond der Kroostrijke Gezinnen (BKG) [1927-1961]
Vlaams Verbond der Kroostrijke Gezinnen
Gezinsbond [2002-]
De Bond
Oprichting
8 mei 1921
Leestijd: 8 minuten

De Bond der Talrijke Huisgezinnen werd opgericht op 8 mei 1921 als een sociaal-culturele vereniging ter verdediging van het gezin, met 3000 leden. Al voor de Tweede Wereldoorlog kon de organisatie de financiële situatie van grote gezinnen verbeteren door de verwezenlijking van belastingvermindering, vervoerskortingen, veralgemening van de kinderbijslag en de oprichting van steun-, studie- en woningfondsen. Van bij aanvang was de Bond unitair en uitgesproken pluralistisch. Onder invloed van concurrerende verenigingen en Vlaamsgezinde voorzitters, zoals Leo Scheere Scheere, Leo
Leo Scheere (1895-1963) was advocaat en katholiek politicus voor achtereenvolgens de KCVV / KVV, het Vlaamsche Front en de CVP. Daarnaast was hij van 1936 tot 1959 actief in de Bond der K... Lees meer
(1942-1959) en Frans van Mechelen Van Mechelen, Frans
Frans van Mechelen (1923-2000) was professor aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven en politicus voor de Christelijke Volkspartij. Hij was volksverte... Lees meer
(1960-1999), werd hij in 1961 gesplitst in twee vzw’s onder een unitaire koepel, die in 1975 hun eigen weg gingen. De Vlaamse Bond heroriënteerde zich van het kroostrijk gezin naar het nieuw samengestelde of eenoudergezin. Hij wist in te spelen op de wijzigende noden van leden van alle leeftijden door ontwikkeling van een dienstenaanbod op maat inzake ontspanning, consumptie, opvoeding, gezinsrelaties, enzovoort, en bijkomende realisaties zoals loopbaanonderbreking. In 2000 telde Gezinsbond circa 315 000 leden.    

Ontstaan en groei

Naar Frans model stichtte generaal Louis Lemercier de gezinsvereniging samen met onder anderen jezuïet Valère Fallon en de socialistische senator Vincent Volckaert. Lemercier wou van meet af aan een pluralistische koers varen en wist ook de leiders van de vooroorlogse Bond tegen de ontvolking, O. Dauwe en R. Schockaert, voor zijn initiatief te winnen. De eerste voorzitter van de Bond was de katholieke minister van staat Michel Levie, Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
was een van de drie ondervoorzitters.

De Bond richtte zich aanvankelijk en in eerste instantie op grote gezinnen die vaders en zonen verloren hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
. Ze boekte al gauw enkele successen, zoals de vermindering op de spoorwegtarieven (1922), erkenning van de rechten van grote gezinnen inzake militiewetten (1923), belastingvermindering voor grote gezinnen (1924), veralgemening van de kinderbijslag voor werknemers (1930) en voor zelfstandigen (1937). Ze richtte zelf een Studiefonds op (1925), een Woningfonds (1927) en een Steunfonds voor weduwen en wezen, eerst in West-Vlaanderen (1931) en later in het gehele land.

In Vlaanderen ontstond in 1936 een concurrerende beweging, Vlaamsche Kinderzegen Vlaamsche Kinderzegen
Vlaamsche Kinderzegen was een katholieke en Vlaams-nationalistische vereniging voor grote gezinnen, die bestond van 1937 tot omstreeks 1970. Lees meer
, die een uitgesproken katholieke en Vlaams-nationalistische koers ging varen. Om deze concurrent de wind uit de zeilen te nemen ging de Bond al in 1937 over tot een verregaande vorm van regionalisering. Voortaan werkten een Vlaamsch Centraal Comité en een Waalsch Centraal Comité autonoom, al kwamen ze eens per jaar samen in algemene vergadering om onder meer de leden van de nog unitaire raad van bestuur te verkiezen: eenheid op het hoogste echelon werd noodzakelijk geacht om genoeg druk op land en regering te kunnen uitoefenen. Op dat ogenblik ressorteerden 125.000 van de 175.000 aangesloten leden onder het Vlaams Verbond.

In 1939 werd de eerste Vlaamse Landdag (in Antwerpen) gehouden. Na de oorlog werd dit een jaarlijkse traditie, die (in diverse Vlaamse steden) werd voortgezet tot in 1965 en die telkens tienduizenden leden op de been bracht. Onder de flamingantische voorzitter Leo Scheere Scheere, Leo
Leo Scheere (1895-1963) was advocaat en katholiek politicus voor achtereenvolgens de KCVV / KVV, het Vlaamsche Front en de CVP. Daarnaast was hij van 1936 tot 1959 actief in de Bond der K... Lees meer
(1942-1959) ontwikkelde de Vlaamse tak een strijdbaar Vlaamsgezind karakter. Die trend werd nog versterkt onder zijn opvolger, Frans van Mechelen Van Mechelen, Frans
Frans van Mechelen (1923-2000) was professor aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven en politicus voor de Christelijke Volkspartij. Hij was volksverte... Lees meer
(1960-1999).

Vlaamse Bond

Vanaf zijn aantreden in 1960 stuurde voorzitter Van Mechelen aan op een volledige scheiding van structuren. Bij een herziening van de statuten in 1961 werden twee autonome verenigingen zonder winstoogmerk (vzw's) opgericht, namelijk de Bond van Grote en van Jonge Gezinnen en de Ligue des Familles Nombreuses et des Jeune Foyers, maar nog altijd binnen één overkoepelend orgaan, namelijk de vzw Bond der Grote Gezinnen van België. Om de beurt zouden de voorzitters van Bond en Ligue algemeen voorzitter worden, telkens voor twee jaar. In 1975, naar aanleiding van onenigheden over de ledenwerving in Brussel, blies de Bond de laatste bruggen op en werden ook unitaire diensten zoals het Studiefonds, het Woningfonds en de Dienst Spoorkaarten definitief opgesplitst.

In de jaren 1960 moesten de gebouwen in de Troonstraat in Brussel verdeeld worden. Er gingen toen stemmen op om het Vlaams secretariaat naar Antwerpen over te hevelen, maar Van Mechelen verhinderde dit. Deze aanwezigheidspolitiek van Vlamingen in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
drukte hij in de jaren 1990 nog door toen het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen naar Antwerpen wou uitwijken. Hij speelde ook in op het aanbod van cultuurminister Hugo Weckx Weckx, Hugo
Hugo Weckx (1935) is een christendemocratisch politicus, onder meer bekend vanwege zijn sleutelrol binnen de Nederlandse Commissie voor de Cultuur van de Brusselse Agglomeratie (NCC). ... Lees meer
om vanaf 1991 jaarlijks een 'Brusseldag' te organiseren, die telkens 25.000 Vlamingen naar de hoofdstad lokte.

Van Mechelen was de stuwende kracht achter de Bondseis tot verdere splitsing van de sector van de kinderbijslag en gezondheidszorg. In zijn 11-juliboodschap van 1990 stuurde hij aan op de verder regionalisering van de harde sectoren, zodat de middelen van de sociale zekerheid, onder andere kinderbijslagen, direct in handen van Vlamingen zou zijn. In 2009 was deze bevoegdheidsherschikking nog steeds een actuele vraag in het memorandum van Gezinsbond, waar in 2011 gevolg aan werd gegeven door de goedkeuring van het Vlinderakkoord die de zesde staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die België omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
in gang zette. In 2019 resulteerde dit in de uitrol van het Vlaams Groeipakket.

De splitsing van de Bond in 1961 had nog andere gevolgen. Het overwegend katholieke karakter van de Vlaamse Bond noopte het hoofdbestuur tot coöptatie van liberale en socialistische vertegenwoordigers, later ook van de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
. Een brochure over gezinsplanning en anticonceptie in 1974 lokte dan weer een veroordeling uit van de Gentse bisschop Van Peteghem. Toen de Bond in 1977 definitief wilde afstappen van de politieke benoemingen, dreigden de vrijzinnigen met de oprichting van een eigen bond. Een gezamenlijk manifest van drie uitgesproken flamingantische leden, Van Mechelen, Aloïs Gerlo Gerlo, Aloïs
Aloïs Gerlo (1915-1998) was een Vlaamsgezinde communist en later socialist, die tijdens de jaren 1960 en 1970 een leidinggevende rol vertolkte in de niet-partijpolitieke Vlaamse beweging ... Lees meer
en Max Wildiers Wildiers, Max
Max Wildiers (1904-1996) was theoloog en publicist. Hij engageerde zich in diverse Vlaamsgezinden (studenten)bewegingen en kringen. Lees meer
, goot olie op de golven.

De bezorgdheid om de Vlaamse zaak bleef zichtbaar na het vertrek van Van Mechelen, al was het minder prominent aanwezig onder het voorzitterschap van leraar Roger Pauly (1999-2011) en ondernemer Frans Schotte (2011-). Zo eiste Gezinsbond in 2009, naar aanleiding van de verkiezingen, nog voldoende Nederlandstalig dokters in de hoofdstad en meer plaatsen in het Brusselse Nederlandstalige onderwijs.

Nadruk op sociaal-cultureel werk

Na de splitsing ging de Vlaamse Bond verder op een nieuw elan. Meer dan vroeger lag de nadruk op de sociaal-culturele werking, onder meer met de stichting in 1960 van het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (sinds 2008 opgenomen in hogeschool Odisee), de bouw van het vakantiehuis Reigersnest in Oostduinkerke (1965), de oprichting van JEFI (Jeugdfilmdienst) en het Centrum voor Recreatief Werk eind jaren 1960 (later CREFI), van de Bond van Gezinnen-Verbruikers (1962), van de Gezinssportfederatie (1970), van Centra voor Maatschappelijk Werk, van consultatiebureaus en van de Grootoudersactie in de jaren 1970. De Jonge Gezinnenactie (JGA) was een initiatief uit 1955 van Maurits Coppieters Coppieters, Maurits
De progressieve Vlaams-nationalist en christelijke humanist Maurits Coppieters (1920-2005) was vanaf het midden van de jaren 1960 een van de boegbeelden van de Volksunie (VU). Lees meer
, die de kloof tussen jonggehuwden en de traditionele Bondsgezinnen van vier kinderen (sedert 1954 ook van drie kinderen) wilde helpen dichten. In 1961 werd de JGA in de Bond geïntegreerd en werd de oude Bond van Kroostrijke Gezinnen omgedoopt tot Bond van Grote en van Jonge Gezinnen.

In de jaren 1980 en 1990 werden nieuwe klemtonen gelegd om tegemoet te komen aan evoluties in de samenleving en bijhorende noden die ontstonden. Door de hoge werkloosheidsgraad en een groeiend aantal echtscheidingen, eenoudergezinnen en gezinnen met tweeverdieners werden nieuwe initiatieven rond gezin en arbeid genomen. Zo werd gehamerd op betaalbare en kwaliteitsvolle kinderopvang, loopbaanonderbreking, ouderschapsverlof en al in 1991 wees de Bond op de mogelijkheden van telewerk. Ook milieu en consumptie kwamen meer op het voorplan, met onder andere de opstart van de tweedehandsbeurzen in de jaren 1980. Vanaf 2000 werden de gevolgen van de commercialisering van de media, van de digitale kloof en nieuwe gezinsvormen ook aan de kaak gesteld. In 2000 was de gezinsbeweging intussen zo’n 315 000 leden rijk.   

De Bond lag aan de oorsprong van de Confédération des Organisations Familiales de la Communauté Européenne (COFACE), de Europese afdeling van de International Union of Family Organisations (IUGO), in 1958. Tijdens het voorzitterschap van Pauly werd deze internationale samenwerking nog meer opgezocht onder meer in de werkgroep ‘Opvoeding en Nieuwe Informatietechnologieën’ van COFACE. Het Europese beleid werd steeds belangrijker volgens Pauly om de impact van de grenzeloze kennis- en informatiemaatschappij op het gezin op te volgen en beteugelen. Het was ook onder Pauly’s hoede dat in 2002 een nieuwe naam Gezinsbond werd aangenomen om te benadrukken dat de Bond er is voor alle soorten gezinnen.   

Publicaties

Van bij de oprichting investeerde de Bond in een ledenblad. Ondanks dat de stichters in meerderheid Franstaligen waren, trokken ze meteen de Vlaamse kaart door de uitgave van een afzonderlijk Nederlandstalig blad, Driemaandelijksch Blad van den Belgischen Bond der Talrijke Huisgezinnen, naast het Franstalige Bulletin Trimestriel de la Ligue des Familles Nombreuses de Belgique. In 1927 werd de uitgave omgedoopt tot Maandblad van den Bond der Kroostrijke Gezinnen in België, wat intussen bekend is als De Bond en verspreid op meer dan 300.000 exemplaren. De auteur en samensteller van de Vlaamse almanaks van de Bond in de jaren 1930 was Willem Elsschot De Ridder, Alfons
Alfons de Ridder (1882-1960) verwierf als schrijver grote bekendheid onder het pseudoniem Willem Elsschot. Tijdens zijn school- en studiejaren was hij lid van diverse Vlaamse culturele ve... Lees meer
. Jef Quintens, secretaris van de afdeling Beringen, schreef en toondichtte in 1931 het Bondslied, dat in Franse vertaling ook in Wallonië werd gezongen.

Met de uitbereiding van de activiteiten in de jaren 1960 groeide ook het aantal tijdschriften per doelgroep gestaag: Koop zo (1963), JEFI-krant (1963), Vakantienieuws (1973), Jong gezi-e-n. Periodiek blad van de jonge gezinnen-aktie van de BGJG (1981), Sportief (1980), Bravo! Brieven aan vrijwilligers (1984), Okidee. Tijdschrift voor babysitters van de Bond (1997).

Vermeldenswaardig is Brieven aan Jonge ouders, uitgegeven op vraag en met steun van bevoegde minister Luc Dhoore vanaf 1979. Hij bracht de idee mee uit het buitenland. De uitgave werd betoelaagd door de overheid op voorwaarde dat de teksten in een aantrekkelijke, toegankelijke taal geschreven werden, los van enige ideologische of filosofische overtuiging en zonder reclame. De inhoud liet hij over aan de uitgever. Gezinsbond ging in op dat voorstel, terwijl de Ligue niet aan de gestelde voorwaarden wilde voldoen. Het blad werd een succes. In 2007 werden in totaal 1.336.265 Brieven aan Jonge Ouders gedrukt. In lijn daarvan verscheen vanaf 1998 BOTsing, een opvoedingsondersteunend tijdschrift voor ouders met tieners. Sinds 2000 werden leden ook geïnformeerd via de website www.gezinsbond.be, later aangevuld met goedgezind.be.

Literatuur

— J. Dreesen, Bond van Grote en van Jonge Gezinnen, 1921-1971, 1971.
— E. de Maesschalck, Een Bond voor alle gezinnen. Geschiedenis van de gezinsbeweging in Vlaanderen, 1995.
— id., Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen, 1960-1996. Een verhaal van gedreven mensen, 1995.
— Beleidsproject voor de gezinnen in Vlaanderen: houvast voor de uitbouw van een gezinsgerichte samenleving, 1996.
— A. Drieskens, S. Rymenants, D. Brams, Y. Coemans en E. Craessaerts, Beleidsproject van de gezinsbond anno 2003: kiezen voor gezinnen, toekomst voor kinderen, 2003.
— A. Heuninck, Beleidsproject 2014. Gezin Inbegrepen, 2014.
— KADOC-KU Leuven, Archief van Gezinsbond, BE/942855/1548 nrs.  497, 1460, 1562, 1865, 2261.

Suggestie doorgeven

1973: Jaak Dreesen (pdf)

1998: Edward De Maesschalck (pdf)

2023: Katrien Weyns

Inhoudstafel