Hoger onderwijs in Gent

Begrip
Gita Deneckere / Ruben Mantels (2023)

Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het koppel ‘taal en onderwijs’ stond steeds in het brandpunt.

Leestijd: 34 minuten

De band tussen taal Taal
De ontwikkeling van het Nederlands vormde tot diep in de 20ste eeuw een fundamenteel aandachtspunt in de Vlaamse beweging. De wijze waarop het geschreven en gesproken Nederlands gehanteer... Lees meer
en onderwijs Onderwijs
Lees meer
kwam in Gent Gent
Lees meer
vooral vanaf het einde van de 19de eeuw onder hoogspanning. De Université de Gand transformeerde na een lange strijd in 1930 tot Rijksuniversiteit Gent. Maar het verhaal is ruimer en heeft ook sociale en culturele dimensies. Het werd gekenmerkt door andere taalovergangen, zoals die van het Latijn naar het Frans in 1830-1835 of het 21ste-eeuwse, veel geleidelijkere proces van de verengelsing. In het bijzonder het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
zorgde voor politieke geladenheid en betekende een breukmoment. Tot slot is er ook de universitaire gemeenschap als actor in de Vlaamse beweging: zij is meer dan de resultante geweest van op haar inwerkende krachten. Het gaat dan bijvoorbeeld om de Vlaamse studentenbeweging Studentenbeweging
Lees meer
, om iconische figuren als August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
, om de aan de universiteit verbonden antiflamingantische drukkingsgroepen of om verbonden professoren als Jacob Heremans Heremans, Jacob
Lees meer
, Joseph Vercoullie Vercoullie, Jozef-Frederik
Lees meer
of Julius Mac Leod Mac Leod, Julius
Julius Mac Leod (1857-1919) was hoogleraar plantkunde aan de Gentse universiteit en een Vlaamsgezinde progressieve liberaal. Hij was een belangrijke pleitbezorger van de vernederlandsing ... Lees meer
- om er maar enkele te noemen.

Taal, onderwijs en Vlaamse emancipatie

‘Nous possédions à cette époque une langue universelle, mondiale, au moins pour le haut enseignement, et le savant n’était étranger nulle part.’ (‘In die tijd hadden we een universele, globale taal, tenminste voor het hoger onderwijs Hoger onderwijs
De evolutie van het Vlaamse hoger onderwijs werd gekenmerkt door een moeizame vernederlandsingspolitiek, gaande van het vroegste verschijnen van Nederlandstalig onderwijs tot de integrale... Lees meer
, en de geleerde was nergens een vreemdeling,’ vertaling redactie). Albéric Rolin, grondlegger van het internationaal recht, betreurde in 1913 dat het Latijn aan de universiteit in onbruik was geraakt. De vrije uitwisseling van wetenschap Wetenschap
Lees meer
en kennis door middel van een lingua franca kwam in zijn ogen de hele mensheid ten goede. Tussen de Hollandse periode, toen Latijn de voertaal was, en de volledige vernederlandsing in 1930 heeft de Gentse universiteit een eeuw lang het Frans gebruikt in onderzoek en onderwijs. Het was in België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
de taal van de elite en markeerde ook in de stad een sociale breuklijn. Suzanne Verbist (later Lilar) getuigde in haar memoires dat in een stad als Gent, alle inspanningen van enkele professoren ten spijt, alleen de arbeidersklasse aangewezen was op het Vlaams, met sociale segregatie als gevolg. Iedereen die hogerop wilde op de sociale ladder was verplicht zich van het Frans te bedienen.

Vanuit die uitgangspositie moet het streven van de Vlaamse beweging naar sociale emancipatie dankzij hoger onderwijs in de eigen taal beslist bekeken worden, als een strijd tegen talige en (dus) sociale onderdrukking. Voor August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
, de eerste rector van de eerste vernederlandste universiteit in België, was de taalstrijd onlosmakelijk verbonden met de emancipatiegedachte. Hij zou blijvend pleiten voor Nederlandstalig hoger onderwijs, opdat Nederlandstalige advocaten, artsen, leraren, filosofen en ingenieurs terugvloeiden naar de maatschappij die hen nodig had. Het was zijn overtuiging dat alleen hoger onderwijs in de volkstaal het volk zou verheffen en opstoten in de vaart der volkeren.

Latijn als voertaal

Latijn mocht dan wel eeuwenlang de lingua franca van de universiteiten en de geleerden geweest zijn, de keuze van Willem I der Nederlanden, Willem I
Willem I (1772-1843) was koning der Nederlanden van 1815 tot 1840, en dus ook tussen 1815 en 1830 (de jure tot 1839) van het zuidelijke deel daarvan. Zijn beleid inzake de nationale taal ... Lees meer
voor ‘de Latynsche taal’ aan het begin van de 19de eeuw werd door velen als een anachronisme beschouwd. Dat was niet anders in het Noorden, waar de drie universiteiten eveneens met het Latijn waren opgezadeld. Terwijl het lager onderwijs Lager onderwijs
De ‘taalstrijd’ in Vlaanderen is op het niveau van het lager onderwijs minder problematisch verlopen dan op dat van het middelbaar en van het hoger onderwijs. Toch was de verfransing van ... Lees meer
in het Nederlandstalige gebied van het Koninkrijk der Nederlanden wél volledig werd vernederlandst tussen 1815 en 1830, zette Willem I de taal van het hoger onderwijs niet als natievormer in. Het Latijn werkte integendeel als een sociale filter: ook in Leiden, Utrecht en Groningen werden de studenten op hun klassieke kennis geselecteerd en bleef de universiteit ontoegankelijk voor de ‘stand der handwerklieden’. Toch bleek algauw dat de meeste studenten het Latijn onvoldoende beheersten, zeker in het Zuiden. Bovendien was het Latijn niet de taal waarin de moderne wetenschap beoefend werd. Duits, Frans en Engels, de ‘landtalen’ van de moderne naties, hadden die rol grotendeels overgenomen. Er groeide al snel een schizofrene situatie waarbij de omgangstaal van de hoogleraren en studenten verschilde van de officiële taal van de colleges, examens, dissertaties en academische plechtigheden. Daar bleef het Latijn overeind. De wiskundige Adolphe Quételet promoveerde dus op een Dissertatio mathematica inauguralis. De quibusdam locis geometricis, nec non de curva focali (1819) en zijn jaargenoot de psychiater Joseph Guislain op een Dissertatio pathologico medica inauguralis de exhalationibus sanguineis in genere (1819).

De commissie die koning Willem in 1828 adviseerde over een mogelijke hervorming van het hoger onderwijs stelde zich ook al vragen bij het Latijn als voertaal. Het idee was in de wiskunde en de natuurwetenschappen, bepaalde takken van de geneeskunde en het recht het Nederlands in te voeren en voor de diplomatie het Frans. Maar Willem wilde het Frans als cultuurtaal geen nieuwe groeikansen geven, precies vanwege de sterke gerichtheid van het Zuiden op het gevreesde revolutionaire Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
.

De Belgische revolutionairen van 1830 maakten meteen komaf met het Latijn als onderwijstaal. Het druiste compleet in tegen de moderne wetenschap, die progressief was ‘van nature’ en dus alleen op een nuttige wijze kon worden overgebracht in een moderne taal. De Belgische wet op het hoger onderwijs van 27 september 1835 bepaalde dat de lessen in het Frans moesten worden gegeven. De minister kon wel uitzonderingen toestaan voor bepaalde cursussen, Nederlandse letterkunde bijvoorbeeld.

Maar de Gentse universiteit bood in de beginperiode amper ruimte aan de ontwikkeling van de Nederlandse taal, laat staan dat het Nederlands dezelfde rechten zou genieten als het Frans. In 1846 kreeg de journalist Pierre Lebrocquy Lebrocquy, Pierre
Pierre Lebrocquy (1797-1864) was hoofdredacteur van verschillende orangistische kranten. In 1846 was hij korte tijd hoogleraar Germaanse taalkunde in Gent. Daarna keerde hij terug naar de... Lees meer
de (onbezoldigde) opdracht een vergelijkende cursus Noordsche Talen en Letterkunde te doceren, met inbegrip van het Vlaams. In zijn openingsles weerlegde hij de stelling dat het Vlaams gedoemd was te verdwijnen, omdat het een harde en ruwe taal zou zijn, ongeschikt voor wijsbegeerte en wetenschap. Hij ondermijnde echter zijn eigen positie door zelf meteen op het Frans over te schakelen. In 1849 werd de wet van 1835 nog verscherpt en kon de minister slechts bij wijze van hoge uitzondering een andere taal dan het Frans toelaten voor bepaalde cursussen.

Mobilisatie vanuit de Vlaamse studentenbeweging en de vrijmetselarij

Een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van de Vlaamse beweging was de oprichting in 1852 van het ‘taelminnende’ studentengenootschap t Zal Wel Gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
. Deze oudste nog actieve studentenvereniging ontsproot niet aan de universiteit zelf, maar in de schoot van het atheneum aan de Ottogracht. Drie leerlingen van de poësis namen het initiatief. Hun mentor was hun leraar Jacob Heremans Heremans, Jacob
Lees meer
. De studenten, aangevoerd door Julius Vuylsteke Vuylsteke, Julius
Lees meer
, namen hun genootschap mee naar de universiteit en ijverden er met succes voor een cursus Nederlands.

De - facultatieve - ‘Cours de Littérature Flamande’ kwam er vanaf het academiejaar 1854-1855. Heremans mocht pas tien jaar later de professorale toga dragen als hoogleraar. In 1871 had hij nog altijd geen reguliere studenten, slechts een handvol vrije studenten die hij met zeer goed voorbereide colleges initieerde in de Germaanse filologie. Hij combineerde zijn onderwijsopdracht met politieke activiteiten in het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
en de provincie- en gemeenteraad. In de periode 1879-1882 was hij schepen van Onderwijs in Gent. Als eerste docent Nederlandse literatuur in Gent was hij ook actief lid van De Tael is Gansch het Volk De Tael is gansch het Volk
Lees meer
, opgericht in 1836 door Ferdinand Snellaert Snellaert, Ferdinand A.
Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) was een arts, filoloog, letterkundige en leidende figuur in de Vlaamse beweging. Lees meer
, arts en alumnus van de Gentse universiteit. Zijn charisma als atheneumleraar en professor leverde de Vlaamse beweging belangrijke voortrekkers op: Julius Vuylsteke Vuylsteke, Julius
Lees meer
, Tony Bergmann Bergmann, Anton
Anton Bergmann (1835-1874), zoon van George Bergmann, was een Lierse advocaat, Vlaamsgezind liberaal polemist, historicus en vernieuwend schrijver. Lees meer
, Emile Moyson Moyson, Emiel
Lees meer
, Adolphe Dufranne, Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
, Julius de Vigne De Vigne, Julius
Julius de Vigne (1844-1908) was een Gentse advocaat en een Vlaamsgezind liberaal politicus. Hij was actief in talrijke Gentse Vlaamsgezinde liberale verenigingen. In het belang van de lib... Lees meer
, Julius Sabbe Sabbe, Julius
Lees meer
. Hun engagement stond in de lijn van ’t Zal Wel Gaan in het teken van ‘Klauwaert en Geus’: Vlaams en vrijzinnig Vrijzinnigheid
Dit artikel belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en de vrijdenkersbeweging van de 19de eeuw tot nu. Lees meer
.


<p>Matthias van Bree, <em>Plechtige installatie van de universiteit van Gent in het stadhuis op 9 oktober 1817</em>. Erfprins Willem Frederik luistert naar de toespraak van Ocker Repelaer van Driel, de Nederlandse minister van Onderwijs. Rechts zitten de notabelen van de stad. (Rijksmuseum, Amsterdam)</p>

Matthias van Bree, Plechtige installatie van de universiteit van Gent in het stadhuis op 9 oktober 1817. Erfprins Willem Frederik luistert naar de toespraak van Ocker Repelaer van Driel, de Nederlandse minister van Onderwijs. Rechts zitten de notabelen van de stad. (Rijksmuseum, Amsterdam)

Velen van hen combineerden dat engagement met een uitgesproken sociale bewogenheid en een actieve inzet voor de opkomende Gentse arbeidersbeweging. Velen belandden ook in de vrijmetselarij Vrijmetselarij
Lees meer
, die sterk vertakt was met de universitaire gemeenschap: figuren als Vuylsteke, Fredericq, de bioloog Camille de Bruyne De Bruyne, Camiel
Lees meer
, de filoloog Jozef Vercoullie Vercoullie, Jozef-Frederik
Lees meer
of de jurist Julius de Vigne De Vigne, Julius
Julius de Vigne (1844-1908) was een Gentse advocaat en een Vlaamsgezind liberaal politicus. Hij was actief in talrijke Gentse Vlaamsgezinde liberale verenigingen. In het belang van de lib... Lees meer
brachten het liberale flamingantisme binnen in de nog sterk Franstalige maçonnerie. Het duurde tot 1935 vooraleer in Gent met De Zwijger een eerste Nederlandstalige vrijmetselaarswerkplaats kon worden opgericht. De vernederlandsing van de universiteit vormde de belangrijkste stimulans. Bioloog Lucien de Coninck, sinds 1922 lid van ’t Zal Wel Gaan, was er de drijvende kracht achter. Ook een aantal andere jonge Gentse professoren behoorde tot de stichtersgroep: de dialectoloog Edgard Blancquaert Blancquaert, Edgard
Edgard Blancquaert (1894-1964) was een neerlandicus die zich inspande voor de verspreiding van het Algemeen Nederlands. Hij ontpopte zich als antifascistische flamingant. Lees meer
, de Engelse letterkundige Franz de Backer De Backer, Franz
Franz de Backer (1891-1961) was een Vlaamsgezinde filoloog, anglist en auteur. Hij schreef vooral over zijn herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog. Lees meer
, de farmacoloog Romain Ruyssen. Paul de Keyser De Keyser, Paul
Paul de Keyser (1891-1966) was een hoogleraar en volkskundige. Hij doceerde esthetica, Middelnederlands en volkskunde. Hij werd in 1959 ondervoorzitter van de net opgerichte Kultuurraad v... Lees meer
, hoogleraar Volkskunde, werd bij de oprichting in 1935 de eerste voorzittend meester.

Julius Mac Leod en het cultuurflamingantisme

De schoorvoetende introductie van het Nederlands in het openbare leven, met de taalwetten Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
op het gebruik van het Nederlands in strafzaken (1873), bestuurszaken Bestuur
Het taalgebruik in het bestuur is een centraal aspect van de Belgische taalkwestie. Het omvat het proces van het afdwingen van taalrechten voor Vlamingen evenals de bestuurstaalwetgeving ... Lees meer
(1878) en het middelbaar rijksonderwijs Middelbaar onderwijs
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van ... Lees meer
(1883), leverde de Vlaamse beweging munitie om de vernederlandsing van het hoger onderwijs te eisen. Aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte kwamen ‘Vlaamse Normale Secties’ om leerkrachten op te leiden die in het Nederlands les zouden geven aan de athenea. Een aantal hoogleraren, onder wie Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
, Adolf de Ceuleneer De Ceuleneer, Adolf
Lees meer
en Pierre Hoffmann Hoffmann, Pierre
De in Luxemburg geboren Pierre Hoffmann (1851-1918) was classicus, filosoof en in 1916-1918 rector van de Vlaamse Hogeschool. Lees meer
, schakelde over op het Nederlands.

In 1888 kreeg Julius Mac Leod Mac Leod, Julius
Julius Mac Leod (1857-1919) was hoogleraar plantkunde aan de Gentse universiteit en een Vlaamsgezinde progressieve liberaal. Hij was een belangrijke pleitbezorger van de vernederlandsing ... Lees meer
een aanstelling als titularis van een nieuwe Nederlandstalige cursus Plantkunde voor normaalschoolstudenten in de wetenschappen. Mac Leod werd als cultuurflamingant dé sleutelfiguur in de strijd voor de vernederlandsing van de universiteit. Zijn vader Aimé was een rentenierende wijnhandelaar en amateur-bioloog, zijn moeder een telg van de Fredericq-familie. Ze was een literair begaafde vrouw die zelf ook schreef onder de schuilnaam Mevrouw Sophia. Die bijzondere ouders gaven hun zoon de idealen van de Verlichting en het geloof in een betere wereld mee. Voor Mac Leod was vooruitgang in de positieve traditie van het sociaal darwinisme alleen mogelijk door volksverheffing en wetenschappelijke kennisoverdracht aan de gewone man en vrouw. De betrachting was om via Nederlandstalig hoger onderwijs een culturele elite te vormen, om Vlaanderen niet alleen intellectueel, maar ook economisch op te tillen. Die culturele elite had dus een taak van volksopvoeding te vervullen.


Bestuur van het taalminnend Studentengenootschap 't Zal Wel Gaan, s.d. Foto Edmond Sacré (Archief Universiteit Gent)
Bestuur van het taalminnend Studentengenootschap 't Zal Wel Gaan, s.d. Foto Edmond Sacré (Archief Universiteit Gent)

Mac Leod was de gangmaker van het Hooger Onderwijs voor het Volk Hooger Onderwijs voor het Volk
Hooger Onderwijs voor het Volk was de Nederlandstalige hogeschooluitbreiding van de Gentse universiteit, opgericht in 1892. Lees meer
(1892) en verdedigde het Nederlands als wetenschapstaal. Daar koos hij ook zelf consequent voor in zijn handboeken, voordrachten en publicaties. Een volgende stap waren de Vlaamse Natuur- en Geneeskundige Congressen, waarvan het eerste in 1897 plaatsvond in Gent. Tot zijn belangrijkste medestanders behoorden de bioloog De Bruyne en de fysicus Jules Verschaffelt Verschaffelt, Jules
Fysicus Jules Verschaffelt (1870-1955) was docent aan verschillende universiteiten. Hij speelde een rol bij de vernederlandsing van de wetenschapsbeoefening in Vlaanderen. Lees meer
. In 1904 richtte Mac Leod als dissident van ’t Zal Wel Gaan het linksere Ter Waarheid Ter Waarheid
De Gentse studentenkring Ter Waarheid ontstond eind 1904 als een afsplitsing van het liberale studentengenootschap ’t Zal Wel Gaan. De groep combineerde radicaal-flamingantische met maats... Lees meer
op, een antiburgerlijke studiekring waar Hendrik de Man De Man, Hendrik
Lees meer
, George Sarton, Paul Kenis Kenis, Paul
Lees meer
, Leo Picard Picard, Leo
De vrijzinnige flamingant en journalist-publicist Leo Picard (1888-1981) engageerde zich in het activisme, maar sloeg al in de nazomer van 1915 een andere weg in en verhuisde naar Nederl... Lees meer
, Paul van Oye Van Oye, Paul
Paul van Oye (1886-1969) was hydrobioloog en hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij leverde als flamingant een cruciale bijdrage aan de vernederlandsing van het wetenschappelijke l... Lees meer
, Hoffmann en andere non-conformisten zich bij aansloten.

Polarisatie rond ‘la langue flamande’

De zogenaamde ‘ franskiljonse Franskiljon
'Franskiljon' is in het traditionele flamingantische discours de benaming van een voorstander en bevorderaar van de verfransing in Vlaanderen. Het begrip kenmerkt iemand die overtuigd is ... Lees meer
’ weerstanden binnen de universiteit waren het grootst in de faculteit Rechtsgeleerdheid. In 1884 was de Vlaams-katholieke Snellaertkring Snellaertkring
De Snellaertkring was een letterkundig genootschap, te Gent opgericht op 5 april 1877 door een aantal Vlaams-nationale of katholieke jongeren (onder anderen Herman de Baets, Karel Lybaer... Lees meer
een campagne gestart om ook een cursus Nederlands aan te bieden in de Rechten. De juristen van de toekomst moesten vertrouwd worden gemaakt met de Nederlandse terminologie van het strafrecht. De liberale rector Albert Callier wees dit kordaat van de hand met het argument dat de faculteit de rechtswetenschap moest onderwijzen en geen talen. De strijd sleepte jarenlang aan. Uiteindelijk werd vanaf 1890-1891 bij ministerieel besluit een facultatieve cursus Strafrecht en Strafvordering in het Nederlands aan beide rijksuniversiteiten aangeboden. De Gentse rechtsfaculteit had een jaar voordien nog unaniem ongunstig geadviseerd toen de studenten in een petitie een praktische cursus Strafrecht in het Nederlands eisten. Paradoxaal genoeg was het de zusterfaculteit in Luik die vragende partij was. Vanaf 1895 zou immers niemand in Vlaanderen nog tot magistraat kunnen worden benoemd zonder zijn kennis van het Nederlands te hebben bewezen met een officieel examen, tenzij hij aan de universiteit de examens Strafrecht in het Nederlands had afgelegd. Toch werden in Gent de examens over de Nederlandstalige cursussen Strafrecht en Strafvordering nog meer dan twintig jaar in het Frans afgenomen.

In de zomer van 1896 werd in de schoot van het 23ste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres Nederlandse Congressen
De Nederlandse Congressen waren gemeenschappelijke (culturele) ontmoetingen van Vlamingen en Nederlanders in Vlaanderen en Nederland die met onderbrekingen werden georganiseerd sinds 1849... Lees meer
in Antwerpen een ‘Hoogeschoolcommissie’ samengesteld, met Julius Mac Leod als verslaggever. Zijn verslag van 30 mei 1897 was een eerste wetenschappelijk onderbouwde stellingname dat een Nederlandstalige universiteit in Gent mogelijk en noodzakelijk was. Het was het vertrekpunt voor de moeilijke discussie over de modaliteiten en het tempo van de vernederlandsing. Het zogenaamde stelsel-Mac Leod voorzag in een trapsgewijze vernederlandsing die op een termijn van twintig jaar voltooid zou zijn. De Speciale Scholen voor ingenieurs zouden op grond van hun grote aantal buitenlandse studenten Franstalig blijven. Zetelende hoogleraren kregen de keuze in welke taal ze wilden doceren, maar nieuwbenoemden waren verplicht in het Nederlands les te geven. Mac Leod probeerde ook om de levensbeschouwelijke tegenstellingen in de studentenbeweging te overbruggen en spoorde de katholieke Rodenbach’s Vrienden Rodenbach's Vrienden (1887-1923)
Lees meer
(het Vlaamse antwoord op de Gé Catholique, maar ook een voorloper van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond
Lees meer
(KVHV), waarvan deze vereniging de Gentse tak zou gaan vormen) en de liberale en socialistische studenten van ’t Zal Wel Gaan aan om zich te verenigen in de Vlaamse studentencongressen. Met succes.

Eind 1898 kwam met de Association Flamande pour la Vulgarisation de la Langue française en Flandre Association flamande pour la vulgarisation de la langue française
De Association flamande pour la Vulgarisation de la Langue française was een vereniging die ijverde voor het behoud van het Franstalige karakter van Vlaanderen. Ze was vooral in Gent acti... Lees meer
echter een tegenbeweging op gang, waar leidende figuren uit de liberale, katholieke en socialistische wereld lid van waren. Het Gentse professorenkorps, met name de rechtsfaculteit, was goed vertegenwoordigd. Het argument van de vulgarisateurs was dat het verfranste onderwijs en met name de tweetaligheid Tweetaligheid
Lees meer
juist perspectieven op sociale promotie bood aan de ‘lagere’ bevolkingsgroepen. Een ‘herbergreferendum’ verspreid in Gentse cafés liet bovendien verstaan dat de vernederlandsing een leegloop van de universiteit en een financiële ramp voor de handelaars en middenstand van de stad zou betekenen.


Julius Mac Leod (zittend in het midden) en Caesar de Bruycker (zittend, vierde van rechts), met studenten in de Plantentuin van de Gentse Universiteit, 1911. Foto Edgard Claessens. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph50048)
Julius Mac Leod (zittend in het midden) en Caesar de Bruycker (zittend, vierde van rechts), met studenten in de Plantentuin van de Gentse Universiteit, 1911. Foto Edgard Claessens. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph50048)

In die sterk gepolariseerde context probeerden Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
en zijn leerling Henri Pirenne Pirenne, Henri
Henri Pirenne (1862-1935) was een van de invloedrijkste Belgische historici uit de 20ste eeuw. Zijn werk, met name zijn zevendelige Histoire de Belgique, reflecteerde een Belgisch-nationa... Lees meer
Vlamingen en Franstaligen te verzoenen met een voorstel voor een tweetalige universiteit. Dat had echter een averechts effect. Eind 1899 kwamen het tot een breuk tussen Fredericq en zijn neef Mac Leod. Mac Leod schreef het – terecht – aan de druk van de Franstaligen in de vrijmetselaarsloges toe dat de Gentse Vlaams-liberalen zich zo gematigd opstelden. Het liberale flamingantisme dat van meet af aan zo’n krachtige impuls had gegeven aan de strijd voor de vernederlandsing, verloor geloofwaardigheid en kracht.

Op 14 mei 1899 had de Academieraad zich over het gebruik van ‘la langue flamande’ in Gent gebogen. De tegenstanders van de vernederlandsing haalden het, maar de heftige discussies die daarmee gepaard gingen, toonden aan dat de weerstand aan het afbrokkelen was. Paul Fredericq geloofde niet dat een vernederlandsing van binnenuit de universiteit slaagkansen had, maar was er tegelijk van overtuigd dat externe Vlaamsgezinde krachten het haar zouden opleggen. De ontwikkelingen in het interbellum zouden hem gelijk geven.

Drie kraaiende hanen

De blijvende weerstand tegen de vernederlandsing zorgde voor een radicalisering bij de Vlaamse Hogeschoolcommissie. De jonge Brusselse socioloog en econoom Lodewijk de Raet De Raet, Lodewijk
Lodewijk de Raet (1870-1914) was een econoom en ambtenaar die in belangrijke mate bijdroeg aan de theorievorming over de Vlaamse beweging en deze van een sociaaleconomisch denkraam voorza... Lees meer
wilde de Vlaamse ‘volkskracht’ versterken en met de taal als hefboom het economische Economie
Dit artikel gaat over de relatie tussen economie en Vlaamse beweging. Daarmee beoogt deze tekst geen economische geschiedenis te schetsen van wat we vandaag Vlaanderen noemen. Integendee... Lees meer
potentieel van de Vlaming opkrikken. Dat hield in dat ook de technische scholen waar de ingenieurs werden opgeleid, moesten vernederlandsen. De Raet ijverde ook voor de oprichting van een Nederlandstalige landbouwhogeschool en voor sociale en handelswetenschappen in het Nederlands. Hij kwam in botsing met Mac Leod, maar slaagde erin zijn ‘stelsel’ te doen aanvaarden door de tweede Hogeschoolcommissie in 1909. Dat vormde de basis voor de campagne van de ‘Drie Kraaiende Hanen’: de katholiek Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
, de liberaal Louis Franck Franck, Louis
De inzet van Louis Franck (1868-1937) voor de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs en de Gentse universiteit bracht hem rond 1910 op het hoogtepunt van zijn Vlaams-liberale roem.... Lees meer
en de socialist Camille Huysmans Huysmans, Camille
Camille Huysmans (1871-1968) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die van 1933 tot 1940 burgemeester van Antwerpen was, tweemaal een ministerpositie bekleedde en een jaar lang ... Lees meer
. Geen van hen kwam overigens uit Gent of had in Gent gestudeerd.


Leden van de Franstalige studentenvereniging La Brugeoise, 1900. (Archief Universiteit Gent)
Leden van de Franstalige studentenvereniging La Brugeoise, 1900. (Archief Universiteit Gent)

In het najaar van 1910 voerden de drie Vlaamsgezinde boegbeelden van de drie grote partijen eensgezind campagne voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit. ‘Dames en heren, wij zijn de drie kraaiende hanen die ons volk wakker zullen maken.’ De drie spraken over het ‘levensbelang’ van hoger onderwijs in de eigen taal. 320 meetings later hadden ze meer dan 100.000 handtekeningen verzameld voor een monsterpetitie die ook de steun kreeg van 500 gemeentebesturen. Maar lang niet iedereen was daarvan onder de indruk. Het verzet kwam vooral van de verfranste elite in Vlaanderen, de Brusselse burgerij en het Belgische episcopaat. Al voor de oorlog manifesteerde kardinaal Mercier Mercier, Désiré
Désiré Mercier (1851-1926) was van 1906 tot 1926 de kardinaal-aartsbisschop van het aarts­bisdom Mechelen. Hij was een vurig propagandist van het Belgisch patriottisme en leefde tijdens ... Lees meer
zich als een tegenstander van het Nederlands in het hoger onderwijs. In zijn Onderrichtingen aan de directeurs en leraars van de katholieke colleges liet hij onomwonden verstaan dat het Nederlands geen geschikte taal voor de universiteit was. Het Franstalige verzet verenigde zich in de Union pour la Défense de la Langue française à l’Université de Gand, een initiatief van de Gentse juristen, met Albéric Rolin als voorzitter. Ze vreesden dat Gent zich zou afsnijden van de internationale academische cultuur en beschaving. Het Frans was bovendien een bindmiddel tussen het Vlaamse en het Waalse ‘ras’ die in België samenleefden.

Toen de Drie Kraaiende Hanen in maart 1911 hun wetsvoorstel neerlegden voor een geleidelijke vernederlandsing van de universiteit, waren ze toch vrij optimistisch over hun slaagkansen. Het zag ernaar uit dat het in het parlement gestemd zou kunnen worden. De Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
en de oprichting door de Duitse bezetter van de Vlaamsche Hoogeschool in 1916 gooiden evenwel roet in het eten.

Jong-Vlaanderen en het activisme

De levensbeschouwelijke verdeeldheid onder de flaminganten zorgde er nog vóór de Eerste Wereldoorlog voor dat heel wat Vlaamsgezinde liberale en vrijzinnige studenten zich van de partijpolitiek afkeerden en radicaliseerden. In mei 1914 verscheen het eerste nummer van De Bestuurlijke Scheiding De Bestuurlijke Scheiding
Het Gentse weekblad De Bestuurlijke Scheiding pleitte tijdens zijn kortstondige bestaan in de maanden vóór het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog voor het federalisme en voor de opricht... Lees meer
, uitgedacht in het onstuimige studentenmilieu rond Mac Leod, die zelf de Vlaamse beweging al enkele jaren de rug had toegekeerd vanwege de partijpolitieke gebondenheid. Hij bleef echter contact houden met de radicale jonge flaminganten die in hem hun geestelijke leidsman zagen. Volgens Virginie Loveling Loveling, Virginie
Virginie Loveling (1836-1923) was een Vlaamse, vernieuwende en vaak uitgesproken geëngageerde schrijfster. Ze was de zus van Rosalie Loveling en de tante van Cyriel Buysse. Lees meer
had hij ‘eene wonderkracht om de piepjonge jeugd te fanatiseeren’.

Zijn leerling Marcel Minnaert Minnaert, Marcel
De vrijzinnige flamingant en Groot-Nederlander Marcel Minnaert (1893-1970) was ook een overtuigde links-radicaal en (atoom)pacifist. Vanaf het begin van de jaren 1920 tot zijn emeritaat a... Lees meer
was een van de actiefste redacteuren van De Bestuurlijke Scheiding, dat ijverde voor de administratieve scheiding tussen Vlaanderen en Wallonië en sterk anti-Waals, anti-Belgisch en anti-Frans geïnspireerd was. Minnaert was opgegroeid in een flamingantisch gezin van progressieve pedagogen die het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN) hoog in het vaandel voerden. Aan het Gentse atheneum kreeg hij les van Hippoliet Meert Meert, Hippoliet
Hippoliet Meert (1865-1924) was de oprichter van het Algemeen-Nederlands Verbond. Hij ijverde voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit en engageerde zich tijdens de Eerste Were... Lees meer
, die in 1895 het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
(ANV) had opgericht en ijverde voor samenwerking met Nederland en de belangen van de Nederlandse ‘stam’. Minnaert werd in 1907 voorzitter van het taalminnende leerlingengenootschap de Heremans’ Zonen Heremans' zonen
De Heremans’ Zonen was van bij de oprichting in 1884 tot haar wegdeemsteren in de late jaren 1930 een vereniging die leerlingen van het Gentse atheneum en later ook andere scholieren lite... Lees meer
. Als biologiestudent sloot hij zich aan de universiteit bij ’t Zal Wel Gaan aan en wierp hij zich op als voorman van het Gentse ANV en de Groot-Nederlandse studentencongressen Groot-Nederlandse Studentencongressen
De Groot-Nederlandse Studentencongressen waren bijeenkomsten van Vlaamse en Nederlandse studenten, gericht op het versterken van de onderlinge banden - vanuit de overtuiging dat Vlamingen... Lees meer
. Vlak voor de oorlog studeerde hij met brille af, met Mac Leod als promotor.

Minnaert was er van bij het uitbreken van de oorlog van overtuigd dat samenwerking met de Duitse bezetter onoverkomelijk was om de vernederlandsing van de universiteit erdoor te krijgen. Hij werd zo een van de protagonisten van Jong-Vlaanderen Jong-Vlaanderen (1914-1918)
Jong-Vlaanderen (1914-1918) was een in Gent opgerichte activistische drukkingsgroep, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een radicaal Vlaams-nationalistisch en anti-Belgisch politiek progr... Lees meer
, de activistische en pan-Germaanse organisatie die in oktober 1914 werd opgericht. Ook Leo Picard Picard, Leo
De vrijzinnige flamingant en journalist-publicist Leo Picard (1888-1981) engageerde zich in het activisme, maar sloeg al in de nazomer van 1915 een andere weg in en verhuisde naar Nederl... Lees meer
, de eeuwige geschiedenisstudent van Henri Pirenne, en student geneeskunde Eugeen van Oye Van Oye, Eugeen
Eugeen van Oye (1840-1926) was een arts, dichter en toneelschrijver. Hij was de leerling van Guido Gezelle en vertoefde in de kringen van Peter Benoit. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was ... Lees meer
, de muze van Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
en zelf poëtisch aangelegd, kozen voor de vlucht vooruit. Mac Leod was op dat ogenblik al naar Engeland gevlucht om zich aan de wetenschap te wijden. Twee jaar later aanvaardde de amper 23-jarige Minnaert een benoeming als docent natuurkunde aan de nieuwe Vlaamsche Hoogeschool, die op 24 oktober 1916 als onderdeel van de Duitse Flamenpolitik geopend werd. Ze werd beter bekend als de Von Bissing-universiteit en groeide uit tot een van de iconen van het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
, de benaming voor de Vlaamsgezinde collaboratie met de Duitse bezetter tijdens de Eerste Wereldoorlog.


Het bondgenootschap van de ‘Drie Kraainde Hanen’ - Louis Franck, Camille Huysmans en Frans van Cauwelaert - diende in 1911 een eerste wetsvoorstel in voor de vernederlandsing van de Gentse Universiteit. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps7856)
Het bondgenootschap van de ‘Drie Kraainde Hanen’ - Louis Franck, Camille Huysmans en Frans van Cauwelaert - diende in 1911 een eerste wetsvoorstel in voor de vernederlandsing van de Gentse Universiteit. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps7856)

Rector werd de filosoof Pierre Hoffmann, sinds 1882 verbonden aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Met hem maakten slechts zes professoren van de ‘oude’ universiteit de overstap naar de Vlaamsche Hoogeschool. Onder hen ook hoofdbibliothecaris Willem de Vreese De Vreese, Willem
Willem L. de Vreese (1869-1938) was een filoloog, bibliothecaris en Gentse hoogleraar, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol speelde in het activisme. Lees meer
, de stichter van de Heremans’ Zonen en eminent specialist van Middelnederlandse handschriften. Het activistische avontuur trok in de eerste plaats vrijzinnigen aan. Onder de nieuwbenoemde hoogleraren treffen we oud-’t Zallers aan, zoals de klassieke filoloog Josué de Decker De Decker, Josué
Classicus Josué de Decker (1879-1953) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een kopstuk van het activisme en hoogleraar aan de vernederlandste Gentse universiteit. Daarna week hij uit naar N... Lees meer
en de arts Adriaan Martens Martens, Adriaan
Lees meer
. Cesar de Bruycker, rechterhand van Mac Leod, werd directeur van de Plantentuin. De jurist Lodewijk Dosfel Dosfel, Lodewijk
Lodewijk Dosfel (1881–1925) was een jurist die in de Vlaamse beweging bekendheid verwierf door zijn engagement in de Vlaamse katholieke studentenbeweging en in de campagne voor Vlaamse ta... Lees meer
en de oftalmoloog Reimond Speleers Speleers, Reimond
Lees meer
kwamen dan weer uit de katholieke Vlaamse studentenbeweging. In totaal aanvaardden 43 professoren een benoeming, onder wie 25 Belgen. Tussen oktober 1916 en oktober 1918 registreren zich 477 studenten aan de Vlaamsche Hoogeschool, waarvan een dertigtal vrouwen. 70% van hen was afkomstig uit Oost-Vlaanderen. Een deel ervan schreef zich in om aan de verplichte arbeid in Duitsland te ontkomen.

Door hun collaboratie met het Duitse bezettingsregime isoleerden de studenten en professoren van de Von Bissing-universiteit zich van het Vlaamse volk dat ze meenden te verheffen. Hun geprivilegieerde bestaan stak schril af tegen de armoede van brede lagen van de Gentse bevolking tijdens de oorlog. Het bekwam hen slecht. Zo werd Minnaerts huis in het najaar van 1918 geplunderd door een gewelddadige menigte. Hij vluchtte naar Nederland en werd bij verstek veroordeeld tot vijftien jaar dwangarbeid. Toch slaagde hij erin een briljante carrière als sterrenkundige uit te bouwen in Utrecht. Zijn engagement in de communistische partij kostte hem tijdens de Koude Oorlog wel het rectorschap. Aan de andere kant van het politieke spectrum ging het huis van Reimond Speleers bij de bevrijding in vlammen op. Ook hij vluchtte naar Nederland. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog keerde hij naar Gent terug en werd met Duitse steun als gewoon hoogleraar op de leerstoel oogheelkunde ‘hersteld’.

Julius Mac Leod stierf in 1919 na zijn terugkeer in Gent aan de Spaanse griep. Zoals Virginie Loveling al in 1917 voorspeld had, na het zien van de verbittering die de activistische triomf bij de door oorlog en ellende getroffen bevolking veroorzaakte, zou de Vlaamsche Hoogeschool de vraag voor Nederlandstalig hoger onderwijs jarenlang achteruit dringen. Oorlog en activisme hadden de band tussen taal en onderwijs nog meer onder spanning gezet. Tussen de ex-Gandavensis, zoals de voormalige studenten van de Vlaamsche Hoogeschool zich noemden, bleef er wel een bijzondere band bestaan.

De paardenvijgenstoet

De collaboratie met de Duitse bezetter werkte de polarisatie rond de universiteit tijdens het interbellum inderdaad alleen maar in de hand. Koning Albert I van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
had in zijn troonrede van 22 november 1918 het recht van de Vlamingen op een Nederlandstalige universiteit erkend. Het was een tegemoetkoming aan de vooroorlogse Vlaamse strijd, zoals het algemeen stemrecht de sociale strijd bekroonde. De democratisering van de samenleving was door de oorlogsdeelname en de offers van de gewone man aan vorst en vaderland versneld. Dat zorgde beslist voor een grotere gevoeligheid voor taalongerechtigheid. Maar de erkenning van het Nederlands als onderwijstaal viel in de elitaire milieus van ‘Gand français’ in slechte aarde, niet het minst aan de Gentse universiteit zelf, waar de standpunten zo mogelijk nog verhardden.

Op 28 december 1918 nam de Academieraad bijna unaniem een reflectietekst aan over de mogelijke transformatie naar een Vlaamse universiteit. Volgens de troonrede was het aan de nieuwe wetgever om veranderingen aan te brengen in het taalregime. Daar kon voor het universiteitsbestuur simpelweg geen sprake van zijn. Het ‘gezonde’ deel van de Vlaamse bevolking zag immers het nut van een Franstalige universiteit goed in: de Vlamingen waren zo in het bezit van een universeel verspreide taal, die tezelfdertijd het natuurlijk idioom was van hun Waalse landgenoten. Bovendien hielp het Frans buitenlandse studenten rekruteren die ons land beter leerden appreciëren en zo direct of indirect nuttige industriële en handelsrelaties aantrokken. Het contact met kameraden van verschillende nationaliteiten en beschavingen had alleen maar voordelen voor de Vlaamse student. Een vervlaamsing zou de Belgische economie isoleren. ‘Française de langue, l’université est belge de coeur’, noteerde de Raad. Volgens de communis opinio van de Academieraad zou uit de vernederlandsing een regionale universiteit voortkomen die het separatisme en de intellectuele scheiding van België bevorderde. De vernederlandsing druiste dus in tegen de belangen van België als natie. Mocht er toch Nederlandstalig hoger onderwijs in Vlaanderen gevestigd moeten worden, luidde het finaal bij de tegenstanders, dat er dan in Antwerpen een nieuwe, Vlaamse universiteit gesticht zou worden (zie Hoger onderwijs in Antwerpen Hoger onderwijs in Antwerpen
In Antwerpen klonk vanaf de tweede helft van de 19de eeuw herhaaldelijk de eis om een Vlaamse universiteit. In de jaren 1950 herwon dit pleidooi aan kracht, wat leidde tot de stichting va... Lees meer
).


Op 21 oktober 1916 droeg de Duitse gouverneur-generaal Moritz von Bissing de Vlaamse Hogeschool plechtig over aan de academische overheid. (Universiteitsbibliotheek Gent)
Op 21 oktober 1916 droeg de Duitse gouverneur-generaal Moritz von Bissing de Vlaamse Hogeschool plechtig over aan de academische overheid. (Universiteitsbibliotheek Gent)

De taalstrijd barstte pas goed los in 1922, toen het parlementaire debat over de vernederlandsing van Gent opnieuw gevoerd werd. Dit ging met heftige straatagitatie gepaard, waarbij vooral de Franstalige tegenstanders zich niet onbetuigd lieten. Op 19 oktober 1922 keurde de Kamer met nipte meerderheid een nieuw wetsvoorstel goed over een geleidelijke invoering van het Nederlands. Vol hoop over een negatieve stemming in de conservatieve Senaat richtten de tegenstanders de Ligue nationale pour la Défense de l’Université de Gand et la Liberté des Langues op. Een maand na de stemming in de Kamer defileerde ‘le tout Gand’ tegen de dreigende vernederlandsing van de universiteit. Burgemeester Emile Braun en een brede waaier aan Gentse schepenen en gemeenteraadsleden, ‘franskiljonse’ notabelen, industriëlen en handelaars, gerechtelijke hoogwaardigheidsbekleders, burgerlijke sociëteiten, professoren en studenten werden gemobiliseerd om te demonstreren. Vooraan in de stoet liepen rector Eeman en een groot deel van het professorenkorps. De Franstalige pers telde 20.000 betogers, de socialistische krant Vooruit hield het op 5000 ‘aspirantenbourgeois van alle slach’.

Er was inderdaad onmiskenbaar een ander volkje op straat in vergelijking met de stakende arbeiders van vóór de oorlog. De betoging tegen de vernederlandsing is de geschiedenis ingegaan als de ‘paardenvijgenstoet’, verwijzend naar de onwelriekende projectielen die werden gegooid. Vlaamsgezinde tegenbetogers verbrandden tricolore vlaggen en spuwden op de ‘belles dames’ van de Coupure en de Bagattenstraat. Er sneuvelden ruiten en de uitwerpselen van de paarden van de bereden rijkswacht vlogen in het rond. De paardenvijgenstoet was het hoogtepunt in een decennium van aanhoudende politieke agitatie rond de universiteit. Die werd onder meer aangestuwd door het na de oorlog opgerichte Algemeen Vlaamsch Hoogstudenten Verbond Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond
Het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond (AVHV) was een overkoepeling voor Vlaamsgezinde studentenverenigingen van verschillende universiteiten, gesticht door Leuvense en Gentse Vlaamse... Lees meer
(AVHV), dat een volledige vernederlandsing en amnestie Amnestie na de Eerste Wereldoorlog
Na de Eerste Wereldoorlog ontstond als reactie op de bestraffing van de activistische collaboratie een Vlaamsgezinde amnestiebeweging, waarin Vlaams-nationalisten sterk vertegenwoordigd w... Lees meer
voor de activisten opeiste.

De Ecole des Hautes Etudes in de aanloop naar ‘1930’

Uiteindelijk schoot de Senaat het wetsvoorstel af. Maar de triomf van ‘Gand français’ was van korte duur. In juli 1923 bereikten de politieke partijen in de regering een compromis. Een halfslachtig compromis eigenlijk: met de wet-Nolf, genoemd naar minister van Kunsten en Wetenschappen Pierre Nolf Nolf, Pierre
Pierre Nolf (1873-1953) was minister van Kunsten en Wetenschappen. Hij gaf zijn naam aan de zogenaamde Nolf-barak, de scheldnaam voor de gedeeltelijke vernederlandsing op zijn initiatief... Lees meer
, werd de universiteit ontdubbeld in een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling.

In de Nederlandstalige afdeling moest je twee derde van de vakken in het Nederlands volgen en één derde in het Frans, in de Franstalige afdeling het omgekeerde. De ‘hoalfen hoalfuniversiteit’ stemde echter niemand tevreden.

De Gentse franskiljons richtten aan de Korenlei een tegenuniversiteit op, de École des Hautes Études Ecole des Hautes Etudes
De Ecole des Hautes Etudes werd in 1923 door de francofone elite gesticht als reactie tegen de vernederlandsing van de Gentse rijksuniversiteit. Lees meer
, geleid door Jacques Pirenne Pirenne, Jacques
Jacques Pirenne (1891-1972) was advocaat, historicus en hoogleraar. Hij toonde nooit veel interesse voor de Vlaamse beweging, zocht tijdens de Eerste Wereldoorlog toenadering tot de Belgi... Lees meer
. Voor elke Nederlandstalige cursus werd parallel een Franstalig alternatief aangeboden. De École kon rekenen op de steun en medewerking van de meerderheid van het Gentse professorenkorps. De opening veroorzaakte opnieuw heftig tumult, terwijl de opening van de ‘Nolfbarak’ in de Aula in mineur was verlopen. Het Gentse stadsbestuur en de Franstalige studenten stuurden hun kat. Maar ook de studenten van het AVHV en KVHV bleven weg bij de opening. Ze hadden succesvol opgeroepen tot een boycot van het halfslachtige systeem. Een elektriciteitspanne in de stad zorgde er bovendien voor dat de ceremonie in de Aula in het halfduister plaatsgreep, bij kaarslicht, wat door de tegenstanders meteen metaforisch aangegrepen werd.


Franstalig verzet tegen een wetsvoorstel over de geleidelijke invoering van het Nederlands aan de Gentse universiteit, 1922. (Archief Universiteit Gent)
Franstalig verzet tegen een wetsvoorstel over de geleidelijke invoering van het Nederlands aan de Gentse universiteit, 1922. (Archief Universiteit Gent)

De invoering van de tweetaligheid bracht met zich mee dat Nederlandsonkundige professoren voor hun cursussen in de Nederlandstalige afdeling vervangen moesten worden. In oktober 1923 werden niet minder dan zestien nieuwe hoogleraren benoemd. Onder hen de kunsthistoricus August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
. Een van zijn eerste studenten was kroonprins Leopold, de latere koning Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiële houding en mee... Lees meer
, die zich in Gent had ingeschreven. Het was een strategisch manoeuvre van de regering om de boycot van de Nolf-universiteit te ondervangen. Geheel volgens de logica van het Belgische compromis volgde Leopold vanzelfsprekend ook college bij Henri Pirenne.

In zijn rede bij de opening van het academiejaar in 1924 riep de nieuwe rector Georges Van den Bossche de studenten op tot vriendschap en verdraagzaamheid. Het is een rode draad in de rectorale redes tot en met de volledige vernederlandsing in 1930. Datzelfde verlangen naar pacificatie motiveerde de regering- Henri Jaspar Jaspar, Henri
Henri Jaspar (1870-1939) was een Brusselse katholieke politicus die een oplossing wilde voor de Vlaamse kwestie. Lees meer
in 1929 om de universiteit volledig te vernederlandsen. Het Belgische eeuwfeest in 1930 mocht niet worden verstoord door de aanhoudende taalstrijd. 83.000 flaminganten hadden in 1928 op de onverkiesbare August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
– de enige activist die nog in de gevangenis zat – gestemd in Antwerpen (zie Bormsverkiezing Bormsverkiezing
De Bormsverkiezing – de verkiezing van de onverkiesbare, in de gevangenis verblijvende ex-activist August Borms tot Kamerlid bij tussentijdse verkiezingen in 1929 – was een politiek feit ... Lees meer
). Het was een duidelijk signaal voor de regering dat de Vlamingen verandering wilden. Toen de Vlaams-nationalisten ook de parlementsverkiezingen van 1929 wonnen, konden de traditionele politieke partijen niet langer om de taaleisen van hun Vlaamse vleugels heen. Daarmee werd de voorspelling van Fredericq uit 1899 bewaarheid: van buitenuit werd Gent vernederlandst.

Op 21 oktober 1930 werd het rectoraat van de Rijksuniversiteit Gent overgedragen aan August Vermeylen. In zijn openingstoespraak richtte Vermeylen zich speciaal tot de studenten met een oproep tot verdraagzaamheid: ‘De Vlaamsche Hoogeschool heeft niet anders nog te vreezen, dan dat ge wellicht door onbezonnen gebaren uw eigen huis in opspraak zoudt brengen. Bedenkt dit wel: naarmate ge sterker zijt, levert ge het beste bewijs voor uw kracht, door verdraagzaam tegenover andersdenkenden te zijn. Uw nieuwe Rector verzoekt u uitdrukkelijk, hem geen nuttelooze moeilijkheden te berokkenen en niemand eenig voorwendsel tot aanvallen op de Vlaamsche Hoogeschool te geven.’ Zijn woorden waren nog niet koud of een harde kern radicale Vlaams-nationalistische studenten deed precies het omgekeerde. Bij het aanheffen van de Brabançonne slaagden ze erin het nationale volkslied met de Vlaamse Leeuw De Vlaamse Leeuw
De Vlaamse Leeuw (1847) is een nationaal Vlaams lied op tekst van Hippoliet van Peene en muziek van Karel Miry. Op 11 juli 1985 werden tekst en muzikale notatie officieel vastgelegd als V... Lees meer
en het Wilhelmus te overstemmen. Het incident kreeg een enorme weerklank, tot op de ministerraad. Intussen had een andere kern Vlaams-nationalistische studenten de gewezen activist Reimond Speleers Speleers, Reimond
Lees meer
uitgenodigd voor een alternatieve openingszitting. Daar werd ‘1930’ niet verbonden met De Raet en Mac Leod, maar met ‘1916-1918’.


Het AMVS aanvaardde geen geleidelijke vernederlandsing omdat die te veel anti-flamingantische hoogleraren op hun post zou laten. Het kondigde daarom in 1923 een boycot af. (ADVN, VFBY86)
Het AMVS aanvaardde geen geleidelijke vernederlandsing omdat die te veel anti-flamingantische hoogleraren op hun post zou laten. Het kondigde daarom in 1923 een boycot af. (ADVN, VFBY86)

Vermeylen moest als rector de polarisatie zien te doorbreken. Aan de ene kant waren er de Vlaams-nationalistische studenten die hem als een verrader van de Vlaamse zaak en als de belichaming van België zagen. Aan de andere kant waren er de ‘franskiljonse’ hoogleraren van de École des Hautes Études die op een boogscheut van de Aula concurrerend onderwijs aanboden. Minister Vauthier had de cumul verboden. Het was Vermeylens opdracht de tegenspartelende ‘cumulards’ een voor een onder druk te zetten om hun ambt aan de École op te geven. De enige die halsstarrig bleef weigeren was de eminente kunsthistoricus Georges Hulin de Loo Hulin de Loo, Georges
Georges Hulin de Loo (1862-1945) was een hoogleraar en kunsthistoricus die zich ontpopte als een hevige tegenstander van de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit Gent. In december 193... Lees meer
. Op 17 december 1930 bestormde een groep Vlaamsgezinde studenten zijn college, bekogelden hem met blauwsel en verjaagden hem onder luid gejoel uit de universiteitsgebouwen.

De actie resulteerde in een politieke crisis. De liberalen die in de regering zaten, keerden zich af van hun partijgenoot Vauthier en zijn cumulverbod. Met de steun van Jaspar en Vauthier slaagde Vermeylen er tijdens zijn eerste Academieraad in een compromis te laten goedkeuren, weliswaar met een nipte meerderheid. De relschoppers werden veroordeeld, maar bleven grotendeels buiten schot omdat Hulin de Loo hen met zijn ‘weerspannige en tuchteloze houding’ geprovoceerd had. De recalcitrante hoogleraar werd geschorst en ging in december 1931 in stilte op emeritaat.

Radicale jaren 1930

In 1931 en 1932 besloot het universiteitsbestuur wijselijk geen openingsplechtigheid te organiseren om nieuwe incidenten te voorkomen. Het AVHV domineerde het studentenleven in de jaren 1930 en werd steeds extremer Vlaams-nationalistisch. In maart 1933 kwam als reactie tegen de radicalisering het Gentsch Studentencorps Gentsch Studentencorps
Het Gentsch Studenten Corps (GSC) was de overkoepelende vereniging van de Vlaamse studenten aan de Rijksuniversiteit Gent in de jaren 1930. Lees meer
(GSC) tot stand. Als overkoepelende organisatie wilde het GSC komaf maken met de rellen en verdeeldheid aan de universiteit en een korps zijn voor elke student, los van politieke overtuigingen. Het zuiver Nederlandstalige karakter van Gent ging boven alles. Een nevenorganisatie, Sociale Hulp, werd opgericht om de studenten op een positieve manier actie te laten voeren. Met de steun van de katholieke hoogleraar in de verloskunde Frans Daels Daels, Frans
Frans Daels (1882-1974) vormde de spil van de Vlaamsgezinde organisaties aan het IJzerfront en groeide in het interbellum als voorzitter van het IJzerbedevaartcomité en voorvechter van N... Lees meer
verwierf het GSC een eigen studentenhuis in de SintPietersnieuwstraat, dat ‘Huize Mac Leod’ werd gedoopt. Het GSC zou zich echter niet alleen in de traditie van het vooroorlogse cultuurflamingantisme plaatsen. Met de naam van het tijdschrift Aula Aula (1933-1940)
Aula was het tijdschrift van het Gentsch Studenten Corps (GSC). Het verscheen vanaf het academiejaar 1933-1934 (eerste nummer 9 oktober 1933) en hield op te verschijnen met nummer 2 (janu... Lees meer
knoopte het ook meer dan alleen symbolisch aan bij het activistische Gentsch Studentencorps Gentsch Studentencorps Hou ende Trou
Hou ende Trou – officieel het Gentsch Studentencorps Hou ende Trou (GSC) – was de overkoepelende studentenvereniging aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit (19... Lees meer
, dat binnen de Vlaamsche Hoogeschool actief was geweest. Het studentenkorps nam de naam, het tijd­schrift, de stijl en de geest van het voormalige Gentsch Studentencorps (GSC) van 1916­-1918 over. Aan het einde van het academiejaar vonden de zogenaamde Roelandtfeesten plaats – ‘de laatste schoone dag van het studentenleven van dit jaar in een éénig midden’ – op een landgoed dat ter beschikking werd gesteld door Cyriel de Wael De Wael, Cyriel
Cyriel de Wael (1896-1969) speelde een prominente rol in het studentenleven aan de vernederlandste Gentse universiteit en in de organisatie van de ex-Gandavenses daarna. Hij maakte carriè... Lees meer
, oud­student van de Vlaamsche Hoogeschool en voorzitter van het Gentsch Oud Studenten Corps. De Vlaamse studenten verbroederden er op een idyllische plek en in een milieu van ex-activisten. Voormalige docenten van 1916-­1918 zoals de literatuurhistoricus Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
traden aan als spreker op hun bijeenkomsten. Aula stelde Jacob, die na zijn activistisch professoraat in de gevangenis was beland, voor als ‘een Prof onzer universiteit’.


Rector August Vermeylen en zijn echtgenote Gaby Brouhon bij de opening van de vernederlandste Gentse universiteit, 21 oktober 1930. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph5579)
Rector August Vermeylen en zijn echtgenote Gaby Brouhon bij de opening van de vernederlandste Gentse universiteit, 21 oktober 1930. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph5579)

Na een woelig begin, gedomineerd door Vlaams-nationalistisch studentenprotest, kon August Vermeylen zijn bewogen rectoraat in 1933 in betrekkelijke schoonheid

afsluiten. De onheilstijdingen over de ontvolking van de universiteit werden niet bewaarheid, ook al zouden de studentenaantallen tijdens het interbellum stagneren. De Technische Scholen voor ingenieurs, die pas in 1935 vernederlandsten, noteerden een fikse daling. De daling van het aantal Franstalige Belgische en buitenlandse studenten werd ondervangen door nieuwe cohorten Vlaamse studenten—vooral vanuit Leuven, dat pas in 1968 volledig vernederlandste. Alleen al in het academiejaar 1930-1931 kwamen naar schatting tweehonderd studenten uit Leuven om hun studies in het Nederlands voort te zetten.

Gent kleurde onder meer daardoor meer en meer katholiek en Vlaams-nationalistisch (terwijl voor de Eerste Wereldoorlog, zowel aan Vlaams- als Franstalige kant, het liberalisme domineerde). In het hooglerarenkorps werd de oude breuklijn tussen liberalen en katholieken vervangen door een generatiekloof, een schisma rond de taal en een mentaliteitsverschil dat zich uitte in significante details zoals het verdwijnen van het open rijtuig dat Monsieur le Professeur kwam afzetten aan de Aula voor de openingsplechtigheid.

De franskiljonse en Nederlandsonkundige professoren gingen vervroegd met emeritaat, een uittocht die in 1923 was ingezet. In hun plaats werden nieuwe Nederlandstalige docenten benoemd. Onder hen de bacterioloog Albert Bessemans Bessemans, Albert
Albert Bessemans (1888-1973) was tijdens de Eerste Wereldoorlog militair arts aan het IJzerfront. Hij werd in 1933 benoemd tot rector aan de UGent en haalde het daarbij voor Frans Daels.... Lees meer
, die in Leuven gestudeerd had. In oktober 1933 droeg Vermeylen het hermelijn op zijn schouder over, in een geladen atmosfeer. Frans Daels was immers Vermeylens gedoodverfde opvolger, maar werd door de minister té radicaal bevonden voor het rectorambt.

De Vlaams-nationalistische studenten waren woedend dat hun favoriet niet was

benoemd, waardoor zich opnieuw een woelig klimaat met betogingen en vechtpartijen aandiende, met radicale Vlaamse studenten die de ‘slapheid’ van de eigen Vlaamse universiteit bekampten. Bessemans deed nochtans zijn best om in zijn rectorale rede zijn wortels in de Vlaamse studentenbeweging te beklemtonen en riep op ‘aan de wereld het trotsche bewijs te leveren dat er in Gent, op de jonge Rijksuniversiteit, in orde, in tucht, in warme volks- en vaderlandsliefde, hard en eendrachtig wordt gewerkt’.


Leden van het Gentsch Studentencorps nabij het studentenhuis Mac Leod in de Sint-Pietersnieuwsstraat, ca. 1933. (ADVN, VFA2331)
Leden van het Gentsch Studentencorps nabij het studentenhuis Mac Leod in de Sint-Pietersnieuwsstraat, ca. 1933. (ADVN, VFA2331)

De eendracht in Vlaamse volksverbondenheid was echter minder eenvoudig te realiseren dan de retoriek liet uitschijnen. Toen de vernederlandsing eenmaal een feit was, staken andere loyauteiten de kop op, die tot een groeiende ideologische polarisatie leidden naarmate de economische crisis van de jaren 1930 zich harder deed voelen. De ‘ godsvrede Godsvrede
Godsvrede is een middeleeuws begrip dat een schorsing van de vijandelijkheden tussen verschillende partijen inhoudt. In de geschiedenis van de Vlaamse beweging werd het begrip op verschil... Lees meer
’ tussen links en rechts in de Vlaamse studentenbeweging kwam onder zware druk te staan. De opkomst van het fascisme en nationaal-socialisme in Italië, Duitsland en Spanje leidde tot een radicalisering in linkse middens. In ’t Zal Wel Gaan speelde de solidariteit met het republikeinse Spanje Spanje
De 19de-eeuwse Vlaamse beweging cultiveerde een overwegend negatief beeld van Spanje als vreemde overheerser tijdens de 16de eeuw. In de loop van de 20ste eeuw ontstond daarnaast een acti... Lees meer
een grote rol. Bestuurslid Piet de Moor sneuvelde zelfs in de rangen van de Internationale Brigades die tegen het Franco-regime vochten. Tussen liberale, socialistische en communistische studenten werd vanaf 1933, toen Hitler aan de macht kwam in Duitsland, een antifascistisch front gevormd. De protofascistische mentaliteit aan de universiteit was in eerste instantie zichtbaar in het Dietsch Studentenverbond Dietsch Studentenverbond
Het Dietsch Studenten Verbond was een van oorsprong Nederlandse nationalistische studentenvereniging, die in de periode 1922-1941 actief was in Nederland en Vlaanderen. Op haar hoogtepunt... Lees meer
, een Groot-Nederlandse studentenorganisatie opgericht in 1922. Een jaar later trad het AVHV toe. De doorbraak kwam er in 1930 met het Verbond van Dietsche Nationaal-Solidaristen Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
(Verdinaso) van Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
. De nieuwe breuklijn tussen rechts en links zou bepalend worden voor de houding van professoren en studenten tegenover de Duitse bezetter.

Oorlog en pacificatie

In 1935 richtte Frans Daels samen met Jozef Goossenaerts Goossenaerts, Jozef
Jozef Goossenaerts (1882-1963) was een Vlaams-nationalistische duivel-doet-al, die gedurende meer dan een halve eeuw betrokken was bij uiteenlopende socioculturele, (partij)politieke en i... Lees meer
de Vereniging voor Wetenschap Vereniging voor Wetenschap
De Vereniging voor Wetenschap werd in 1935 opgericht met als doel de wetenschapsbeoefening in Vlaanderen te stimuleren. Vanaf 1981 werd de werking beperk tot de wetenschappelijke studie v... Lees meer
op. Goossenaerts had Germaanse filologie gestudeerd in Gent en een doctoraat geschreven over de vaktaal van de landbouw (1909). Hij was als studentenleider actief geweest in de Rodenbach’s Vrienden en in de Vlaamse Wetenschappelijke Studentencongressen van Mac Leod. De Vereniging voor Wetenschap paste in de uitbouw van een hele reeks ‘eigen’ Vlaamse wetenschappelijke organisaties en instellingen, met als hoogtepunten in 1938 de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen en Kunsten van België Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België
Lees meer
(KVAB) en in 1939 de Vlaamse Academie voor Geneeskunde Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België
De Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België, werd in 1938 door Frans van Cauwelaert opgericht vanuit een streven naar Vlaamse culturele autonomie. De Academie kende even moeilijkhede... Lees meer
.

Ook hiertegenover moesten posities ingenomen worden. De internationaal gereputeerde fysicus Jules Verschaffelt was sinds 1919 werkend lid van de Franstalige Academie. Niettegenstaande zijn actieve steun aan het cultuurflamingantisme van Mac Leod kantte hij zich tegen het streven naar een Vlaamse Academie en weigerde zich aan te sluiten. Hij vreesde dat de opsplitsing de Belgische wetenschappelijke gemeenschap zou provincialiseren en de internationale uitstraling zou verminderen. Binnen de Franstalige Academie gaf hij consequent voordrachten in het Nederlands voor zijn overwegend Franstalige collega’s en hij zou, tijdens de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
, wegens anti-Duitse houding twee maanden vastgehouden worden. De Nobelprijs die in 1938 aan Corneel Heymans Heymans, Corneel
De Gentse hoogleraar Corneel Heymans (1892-1968) won in 1938 de Nobelprijs voor geneeskunde. Over zijn rol tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstond controverse. Na 1944 was hij – naast zij... Lees meer
werd toegekend, was dan weer een serieuze opsteker voor de Vlaamse academische wereld.

In 1940 kantelde de geschiedenis. Vermeylen werd door de bezetter uit zijn professoraat gezet. Speleers werd opnieuw benoemd aan de Geneeskundefaculteit, net als de gewezen activist Adriaan Martens Martens, Adriaan
Lees meer
. Een andere oud-student van de Vlaamsche Hoogeschool, de uroloog Leon Elaut Elaut, Leon
Leon Elaut (1897-1978) was een Vlaamsgezinde hoogleraar geneeskunde aan de Gentse universiteit. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij wegens collaboratie veroordeeld tot twee jaar gevangenis... Lees meer
, werd er in 1941 decaan, terwijl iemand als Daels helemaal in de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
verzeilde. Het was de radicale lijn die voor even weer het laken naar zich toe trok, met figuren als Alfred de Waele De Waele, Alfred
De Gentse hoogleraar natuurwetenschappen Alfred de Waele (1898-1969) stapte tijdens de Tweede Wereldoorlog in de collaboratie. Lees meer
, veearstenijkundige, die zich lid maakte van de Zwarte Brigade Zwarte Brigade
Lees meer
en als VNV Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
’er in zwart uniform doceerde. Dat bleek ook binnen de studentenbeweging. In 1941 herdacht het Gentsch Studenten Verbond Gentsch Studenten Verbond
Het Gentsch Studenten Verbond (GSV) was de overkoepelende vereniging van de Vlaamse studenten aan de Rijksuniversiteit Gent tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
, de opvolger van het GSC, de vijfentwintigste verjaardag van de stichting van de Vlaamsche Hoogeschool met een plechtigheid in de Aula. Net zoals in 1916 waren stad en universiteit bezet door de Duitsers, maar ditmaal strekten de studenten ook massaal de arm voor de Hitlergroet. Deze fascistische hulde rond het jubileum 1916-1941 was de meest extreme interpretatie van het recht op Nederlandstalig hoger onderwijs zoals dat sinds het laatste kwart van de 19de eeuw in de campagne voor de vernederlandsing ontwikkeld was.


Glunderende gezichten tijdens een bezoek van taalactivist Flor Grammens aan de Gentse KVHV in het Vlaams Huis Elckerlyc, s.d. (ADVN, VFA3738)
Glunderende gezichten tijdens een bezoek van taalactivist Flor Grammens aan de Gentse KVHV in het Vlaams Huis Elckerlyc, s.d. (ADVN, VFA3738)

Na de Tweede Wereldoorlog raakte dit al snel ondergesneeuwd in de herinneringsstrijd die gevoerd werd. De publicatie Weerstand en bevrijding (1945) beklemtoonde het beeld van een ‘weerstandsuniversiteit’ (een beeld dat later door historici gedeconstrueerd is als mythologiserend). In de epuratie die plaatsvond, werd van de meer dan zestig bestudeerde dossiers van incivieke professoren uiteindelijk een twintigtal strafrechtelijk vervolgd en van de universiteit verwijderd. Van de studenten ontvingen er 111 een straf, gaande van een blaam tot de definitieve verwijdering. Niet alleen in de universitaire gemeenschap vond een zuivering plaats: ook de Aula werd, symbolisch, ‘gezuiverd’. Op 30 januari 1946 vond er een huldezitting plaats voor de overleden Vermeylen, waarin rector Blanquaert sprak over de humanistische waarden van de gewezen rector. Die zou zijn Alma Mater nooit meer vergeten. De ‘geestelijke grootheid van Vlaanderen’ zou haar opdracht blijven. Nog een decennium later, in 1956, ontvingen koning Boudewijn van Saksen-Coburg, Boudewijn I
Boudewijn (1930-1993) moest als gevolg van de koningskwestie op jonge leeftijd en onvoorbereid zijn vader opvolgen. Zijn koningschap werd getekend door de Congolese dekolonisatie, staatsh... Lees meer
en de twee nog in leven zijnde kraaiende hanen – Van Cauwelaert en Huysmans – een eredoctoraat van de Gentse universiteit ter gelegenheid van een kwarteeuw vernederlandsing. In zijn laudatio loofde ererector Louis Fredericq de nieuwe doctor honoris causa Van Cauwelaert, die zijn leven lang in de ‘algehele volksbeschaving’ de ‘ware eindbestemming’ van de universiteit had gezien. Door het vijfentwintigjarige jubileum van de Nederlandstalige universiteit te verbinden met het vorstenhuis, werden op symbolisch niveau de activistische en Vlaams-nationalistische associaties met die episode en de collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog overschreven.


Deelnamers aan het Dietsch Studentencongres in Gent voor de Opera aan de Kouter, 3 april 1941. Foto Paul de Clercq. (Amsab-ISG, fo006945)
Deelnamers aan het Dietsch Studentencongres in Gent voor de Opera aan de Kouter, 3 april 1941. Foto Paul de Clercq. (Amsab-ISG, fo006945)

Het Nederlands, een dode wetenschapstaal?

Terwijl de generatie van Vermeylen en Mac Leod vanaf het einde van de 19de eeuw voor het onderwijs in de eigen taal en cultuur moest vechten, is de slinger ruim honderd jaar later in de andere richting doorgeslagen. De wetenschap heeft zich opnieuw een lingua franca aangemeten, die nu het Engels is. Vooral in de opleiding Nederlandse letterkunde roept dit soms herinneringen op aan het Latijn uit de periode van het Verenigd Koninkrijk: een niet volledig bemeesterde internationale taal die ingezet wordt om soms heel lokale onderwerpen voor een lokaal publiek te beschrijven. De instroom van Erasmusstudenten, de Angelsaksische oriëntatie in het wetenschappelijke onderzoek en meer maatschappelijke georiënteerde globaliseringsstromen zijn de vele vaders van deze evolutie.

Professor Nederlandse Taalkunde Jacques van Keymeulen probeerde het wegdeemsteren van het Nederlands als wetenschapstaal in zijn vakgebied symbolisch te dateren. Was het 2007, toen een doctoraat over het dialect van Maldegem nota bene onder zijn promotorschap volledig in het Engels werd geschreven? Of was het 2012, toen het jaarlijkse Taal en Tongval-congres het Engels als voertaal koos? Het is wel zeer symbolisch dat die congressen jaarlijks plaatshebben in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letterkunde Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KANTL, 1886) is een instelling die zich in de loop van haar geschiedenis heeft ingezet zowel voor taalculturele, -wetenschappeli... Lees meer
(KANTL) in Gent, de lieu de mémoire bij uitstek van de taalstrijd in België. Het motto ‘De Taal is Gansch het Volk’ van Prudens van Duyse Van Duyse, Prudens
Lees meer
is er in sierlijke letters op de muur geschilderd. Sinds de neerlandistiek zelf het Nederlands niet meer gebruikt, is het feitelijk afgelopen met het Nederlands als wetenschapstaal, vindt Van Keymeulen.


Tijdens de viering van 25 jaar vernederlandsing van de Gentse Universiteit ontving Koning Boudewijn een eredoctoraat, 18 februari 1956. (Collectie Universiteitsarchief Gent)
Tijdens de viering van 25 jaar vernederlandsing van de Gentse Universiteit ontving Koning Boudewijn een eredoctoraat, 18 februari 1956. (Collectie Universiteitsarchief Gent)

Dat er redenen zijn om Engelstalige wetenschap en hoger onderwijs te bedrijven, is zeker. Maar de emancipatorische ideeën die de generatie van Vermeylen had, die zijn in het huidige debat over taal en onderwijs verdwenen, net zoals de impact van de voortschrijdende verengelsing op gelijke kansen en sociale mobiliteit in de regel onbesproken blijft. In 2012 werd het wettelijke taalregime omgevormd, om meer buitenlandse studenten aan te trekken enerzijds en de ‘eigen’ studenten beter voor te bereiden op een internationale loopbaan anderzijds. Op masterniveau kan de opleiding wel volledig in een andere taal gevolgd worden, op voorwaarde dat dezelfde opleiding aan een andere Vlaamse universiteit overwegend in het Nederlands wordt gedoceerd. In de praktijk heeft dit geleid dit tot spookopleidingen in het Nederlands en – volgens de Gentse emeritus Engelse literatuur Kries Versluys, die de adviescommissie voorzat en vele jaren onderwijsdirecteur was – tot een ‘onvoorstelbare technocratische absurditeit’.

De taal van het onderwijs is geen technocratische aangelegenheid, maar verdient een breed maatschappelijk-politiek debat. In de Gentse universiteitsgeschiedenis gebeurt dat eigenlijk al tweehonderd jaar lang. De aan de gang zijnde verengelsing kan dan wel de mobiliteit en uitwisseling van studenten en docenten bevorderen, de dominantie van één taal zorgt er tegelijk voor dat zowat alle andere talen en culturen in de verdrukking komen en dus minder te bieden hebben in de culturele uitwisseling. Daarmee raken oude ideeën die aan de grondslag van ‘1930’ lagen in verdrukking. Net om als Vlamingen iets te kunnen betekenen in die culturele uitwisseling, ijverde iemand als Vermeylen voor Nederlandstalig hoger onderwijs.

Literatuur

Deze bijdrage is een bewerkte en geactualiseerde versie van het hoofdstuk ‘Taal’ in G. Deneckere, Uit de ivoren toren. 200 jaar universiteit Gent , 2017. De geschiedenis van de UGent – met steeds aandacht voor de vernederlandsing – is digitaal terug te vinden op www.UGentMemorie.be.

– T. Luyckx, Gedenkboek van de Rijksuniversiteit te Gent na een kwarteeuw vervlaamsing (1930-31 – 1955-56), 1957.
– De universiteit herdacht haar 150-jarig bestaan, in: De Brug, jg. 11, 1967, nr. 4, pp. 213-229.
– K. de Clerck (red.), Uit het verleden van de R.U.G.
– K. de Clerck, Hoofdmomenten uit de ontwikkeling van de Gentse rijksuniversiteit (1817-1967), 1967.
– K. de Clerck, Kroniek van de strijd voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit, 1980.
– B. Carnewal, Collaboratie van professoren en assistenten aan de Rijksuniversiteit Gent tijdens de Tweede Wereldoorlog, 1992.
– E. Langendries en A.-M. Simon-van der Meersch, 175 jaar Universiteit Gent. Een verhaal in beeld, 1992.
– D. Martin, De Rijksuniversiteit Gent tijdens de bezetting 1940-44. Leven met de vijand, 1993.
– G. Deneckere, Turbulentie rond de vernederlandsing van de Gentse universiteit na de Eerste Wereldoorlog. Analyse van een besluitvormingsproces, in: Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde, jg. xlviii, 1994, pp. 201-231.
– D. Vanacker, Het activistisch avontuur, 2006.
– R. Mantels en H. Vandevoorde, Maar wat een wespennest! Het rectoraat van August Vermeylen en de vernederlandsing van de Gentse universiteit, 2010.
– G. Deneckere en R. Mantels, Geen haan die ernaar kraait. August Vermeylen en de verengelsing van het hoger onderwijs, in: Ons Erfdeel, jg. 54, 2011, pp. 4-13.
– R. Mantels, Gent. Een geschiedenis van universiteit en stad, 1817-1940, 2013.
– R. Mantels, For the Language of Science: The Student Revolts on the Dutchification of Ghent University, 1918–1940, in: P. Dhondt e.a. (red.), Student Revolt, City, and Society in Europe. From the Middle Ages to the Present, 2018, pp. 338-357.
– L. Wils, Frans van Cauwelaert. Politieke biografie, 2017.
– R. Mantels en H. Vandevoorde, ‘Ik denk nog het best met een pen in de hand’. Het dagboek 1939-1944 van August Vermeylen, 2019.
– G. Deneckere, Ghent university goes english? Waarom het gedachtegoed van August Vermeylen relevant blijft in de 21ste eeuw, 21 mei 2019, geraadpleegd op: 22 januari 2024, op: https://www.de-lage-landen.com/article/ghent-university-goes-english
–R. Mantels, De traditie als fundament. Tweehonderd jaar Gentse herdenkingen, in: M. Meirlaen, E. Put, J. Tollebeek en T. Verschaffel (red.), Een wereld van verschil? De zuidelijke rijksuniversiteiten in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, 2020, pp. 215-236.
– R. Mantels, Torens van boeken. Universiteitsbibliotheek Gent, 1797-2020, 2020.

Suggestie doorgeven

1975: Roland Willemyns (pdf)

1998: Karel De Clerck

2023: Gita Deneckere / Ruben Mantels

Inhoudstafel