Loveling, Virginie

Persoon
Ludo Stynen (2023)

Virginie Loveling (1836-1923) was een Vlaamse, vernieuwende en vaak uitgesproken geëngageerde schrijfster. Ze was de zus van Rosalie Loveling en de tante van Cyriel Buysse.

Volledige voornaam
Marie Virginie
Pseudoniem
W.G.E. Walter
Louis Bonheyden
Alternatieve naam
Virgenie
Geboorte
Nevele, 17 mei 1836
Overlijden
Gent, 1 december 1923
Leestijd: 10 minuten

Virginie Loveling (1836-1923) was een Vlaamse auteur van geëngageerde romans, jeugdliteratuur en journalistieke stukken. Al op zeer jonge leeftijd maakte ze, samen met haar zus Rosalie Loveling, kennis met de liberale ideologie. Haar hele leven lang zou ze zich in progressief-liberale netwerken blijven engageren.
Zowel in haar literaire als in haar journalistieke werk besteedde de van huis uit meertalige Loveling ruim aandacht aan de Vlaamse taal en cultuur en de Vlaamse beweging. Ze was uitgesproken Vlaamsgezind, maar kantte zich tijdens de Eerste Wereldoorlog tegen het activisme, dat volgens haar een nefaste invloed zou hebben op de Vlaamse beweging.

Dochter van Marie Comparé (1791-1879) en de uit Duitsland afkomstige Herman Anton Loveling (1806-1846), zus van Rosalie Loveling Loveling, Rosalie
Rosalie Loveling (1834-1875) was een vernieuwende Vlaamse schrijfster van vaak uitgesproken geëngageerde gedichten en novellen. Ze was de zus van Virginie Loveling en de tante van Cyriel... Lees meer
en tante van Cyriel Buysse Buysse, Cyriel
Cyriel Buysse (1859-1932) was een invloedrijk auteur van naturalistische romans en toneelstukken. Lees meer
.

Virginie Loveling werd op 19 april 1880  genaturaliseerd tot Belg. De zussen Loveling groeiden op in een omgeving waar literatuur prominent aanwezig was en genoten in hoofdzaak thuisonderwijs. Nederlands, Frans en Duits werden door elkaar gebruikt en de meisjes, overtuigd van hun eigen kunnen, schreven al heel jong eigen versjes.

Intellectueel netwerk

Na de zelfmoord van hun vader op 21 juli 1846 gingen ze in Gent bij hun halfbroer Cesar Fredericq wonen waar ook de progressieve cercle Huet vergaderde. Ze waren aanwezig op de bijeenkomsten van deze Franssprekende, maar Vlaamsgezinde liberalen die ook het blad De Broedermin De Broedermin
De Broedermin (1848-1859) begon als een christendemocratisch geïnspireerd dagblad met republikeinse inslag, maar evolueerde naar een doctrinair liberalisme. Lees meer
uitgaven. Ze bezochten de voorstellingen van de toneelkring Broedermin en Taelyver Broedermin en Taelyver
Broedermin en Taelyver was een Gentse toneelmaatschappij die in 1840 werd opgericht. Met haar oorspronkelijk Nederlandstalige repertoire en meer natuurlijke speelstijl zorgde de maatschap... Lees meer
en maakten er kennis met Frans Rens Rens, Frans
De verdienste van de letterkundige Frans Rens (1805-1874) lag niet zozeer in zijn eigen poëtische werk, maar wel in zijn inzet voor verschillende Vlaamsgezinde verenigingen en tijdschrift... Lees meer
. Rosalie en Virginie bleven enkele jaren in die culturele omgeving in Gent. Ze kregen er privéles en geregeld werd hun inbreng in de gesprekken op prijs gesteld. Toen ze in 1851 terugkeerden naar Nevele waren ze nagenoeg volwassen en vertrouwd met de Europese literatuur van hun tijd. Hun moeder las Voltaire en Rousseau en onder hun vrienden en familieleden telden ze heel wat intellectuelen, sociaalbewogen burgers, schrijvers, radicalen, politici en wetenschappers die onder meer Darwin bestudeerden en populariseerden. De jonge vrouwen publiceerden mondjesmaat gedichten in De Broedermin, Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje
Het Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje was een gewaardeerd anthologietijdschrift gericht op een breed publiek dat tussen 1834 en 1875 in Gent verscheen. Het bracht jaarlijks een goed ov... Lees meer
, De Eendragt De Eendragt
De Eendragt – vanaf 1864 als De Eendracht gespeld – was een algemeen cultureel tijdschrift dat in Gent verscheen van 1846 tot 1879. Het volgde de evolutie van de Vlaamse beweging op de vo... Lees meer
, De Vlaemsche School De Vlaamsche School
De Vlaamsche School was een aanvankelijk halfmaandelijks, later maandelijks tijdschrift, uitgegeven te Antwerpen van 1855 tot 1901 (van 1855 tot 1864: De Vlaemsche School; vanaf 1897: De ... Lees meer
, Nederduitsch Tydschrift, De Toekomst De Toekomst (1857-1898)
De Toekomst (1857-1898) was een pedagogisch en taal- en letterkundig tijdschrift. Lees meer
en Nederlandsch Museum Nederlandsch Museum
Lees meer
. Ondertussen leerden ze talen. Naast de drie talen die thuis werden gesproken, leerden ze ook Engels, Italiaans, Spaans, Deens en Zweeds.

Ze maakten al op jonge leeftijd kennis met een aantal (Franstalige) liberale tenoren. Op het Wetenschappelijke Internationale Congres dat ze in 1863 in Gent bijwoonden maakten ze kennis met verschillende sprekers en nadat Frans de Cort De Cort, Frans
Frans de Cort (1834-1878) was een vrijzinnig en progressief flamingant, redacteur en volksdichter. Lees meer
hen in contact had gebracht met Lubbertus Leopold en in 1870 hun Gedichten in Groningen waren verschenen, raakten ze bevriend met de belangrijkste schrijvers in Noord en Zuid. Heel wat auteurs bezochten hen in Nevele, en Constant J. Hansen Hansen, Constant J.
Lees meer
bracht ook Klaus Groth Groth, Klaus
De Duitser Klaus Groth (1819-1899) was met zijn dichtbundel Quickborn (1852) de grondlegger van de nieuwe Nederduitse letterkunde. Hij onderhield bovendien goede contacten met Vlaanderen.... Lees meer
mee. Virginie werd lid van het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
, De Tael is gansch het Volk De Tael is gansch het Volk
Lees meer
, ‘t Kersouwken, de Violieren, de Leidse Maatschappij voor Nederlandse Letterkunde en van de Gentse tak van het Algemeen Nederlandsch Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
. In 1919 werd ze briefwisselend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KANTL, 1886) is een instelling die zich in de loop van haar geschiedenis heeft ingezet zowel voor taalculturele, -wetenschappeli... Lees meer
. Ze was ook voorzitster van de Vlaamse afdeling van de Internationale Damesclub en van de Nederlandse afdeling van de tentoonstelling La femme contemporaine/De hedendaagsche vrouw die in het voorjaar van 1914 doorging in Antwerpen.

Vertalingen, gedichten, novellen en romans

Virginie Lovelings eerste gepubliceerde gedicht, ‘Nieuwjaarsavond’ (De Eendragt, 9 januari 1853), was een aanklacht tegen de geprivilegieerden die de ellende van de armen negeerden. Enkele weken later riep ze in een gedicht in De Broedermin opnieuw op tot aandacht voor het probleem van de armoede. De sociale insteek van Virginies eerste publicaties verdween niet helemaal, klonk af en toe zelfs eerder socialistisch dan liberaal, maar al snel ging haar aandacht vooral naar de dood en enkele keren naar de natuur. De als vernieuwend gepercipieerde Gedichten (1870) werden lovend onthaald, maar meer dan enkele gelegenheidsverzen zou ze daarna niet meer schrijven.

Net als Rosalie vertaalde Virginie enkele teksten uit Groths Platduitse bundel Vertelln (1855) zonder daarbij enige Aldietse Aldietse beweging
De Aldietse Beweging van Constant J. Hansen streefde van in de 19de eeuw naar een taalkundige versmelting van het Nederlands met het Platduits. Hij onderstreepte de Dietsche taaleenheid ... Lees meer
ideologische bijgedachte te koesteren. Na vertalingen uit verschillende talen volgde eigen creatief proza. Hun novellen werden dankzij de tussenkomst van Jacob Heremans Heremans, Jacob
Lees meer
uitgegeven. In een kiese realistische stijl schreef Virginie enkele schetsen van het landelijke leven en vervolgens verruimde ze haar blikveld. Er kwam ook aandacht voor het stadsleven en vanaf de novelle ‘Vreemde invloed’ in Drie novellen (1879) werd de inhoud rijker en thematiseerde zij de plaats van de vrouw in de maatschappij en in het gezin. Zij pleitte daarbij duidelijk voor een opvoeding die resulteerde in kennis en beschaving voor meisjes, zonder het opnemen van verantwoordelijkheid door de vrouw in het gezin te minimaliseren. De plaats van de vrouw, opvoeding, erfelijkheidsproblematiek, antiklerikalisme en vrijzinnigheid, net als uitspraken tegen bijvoorbeeld de doodstraf, werden al snel een constante in haar werk. In haar personages waardeerde ze daadkracht en zorg, kwaliteiten die ze niet beschouwde als het privilegie van man of vrouw.

Liberaal en vrijzinnig

In de jaren zeventig schreef Loveling enkele korte stukken over literatuur waaruit onder meer haar visie op het realisme en haar eigen poëtica duidelijk werd, en tijdens de jaren van polarisering tussen katholieken en liberalen die aan de schoolstrijd Schoolstrijd
Lees meer
van 1878-1884 voorafgingen, liet ze zich opmerken op liberale meetings en schreef ze artikels voor La Flandre libérale La Flandre Libérale (1874-1974)
La Flandre Libérale werd in 1874 opgericht als spreekbuis van de progressieve Gentse liberalen die steun verleenden aan een (gedeeltelijke) vernederlandsing van de samenleving. De krant v... Lees meer
. In 1876 had ze alle geloof in de katholieke kerk verloren, wat haar niet aanzette tot antireligieuze gevoelens, wel tot aanvallen op het onverdraagzame ultramontanisme van de kerk. Ook literair bond ze de strijd aan. Het, aanvankelijk onder een schuilnaam gepubliceerde, In onze Vlaamsche gewesten (1877) blikte met heimwee terug op een geïdealiseerde cohabitatie van katholiek-vrijzinnigen en liberaal-katholieken en zette die af tegen de actuele machtsstrijd. De schrijfster verwachtte wel dat het obscurantisme uiteindelijk zou worden overwonnen, maar aanwijzingen hoe de macht van de kerk te breken zou zijn, gaf ze niet. Het boek bezorgde haar heel wat extra bekendheid en onverdeelde liberale waardering.

In de eerste helft van de jaren tachtig schreef ze enkele didactisch bedoelde verhalen voor kinderen waarin burgerlijke braafheid en berusting werden gepropageerd, maar zelf berustte ze niet: de schoolstrijd die tussen 1878 en1884 de liberalen lijnrecht tegenover de katholieken plaatste, inspireerde haar tot een tweede tendensroman. Sophie (1885) is de kroniek van de schoolstrijd in een Oost-Vlaamse gemeente. Loveling beschreef de verscheurde gemeenschap en pleitte voor verdraagzaamheid. Opnieuw vertrok ze vanuit de voorbije en geïdealiseerde vreedzame samenleving van de verschillende overtuigingen en trok ze fel van leer tegen de macht van de kerk. De contemporaine en ook veel latere kritiek waardeerde of verwierp de teksten vooral vanwege de ideologische inhoud en had weinig oog voor de onmiskenbare literaire kwaliteiten. Van de expliciete standpunten in beide romans zou Loveling nooit afstand nemen. Haar rationele, door tijdgenoten als mannelijke beschouwde, aanpak werd door bevriende critici zeer gewaardeerd.

Literaire evolutie

Op de tendensromans volgde een aantal minder pessimistische, realistische zedenromans. Een in meerderheid katholieke jury kende haar voor Een dure eed (1891), een roman waarin het concept van de eeuwige trouw werd gerelativeerd, de vijfjaarlijkse staatsprijs 1890-1894 toe. Vrouwen, opvoeding en erfelijkheid waren de centrale thema’s. Loveling beschreef de sociale context, zag wat fout liep en leek alle heil te verwachten van de hogere klassen. Tegelijk was ze zich ervan bewust dat die niet in staat waren wat dan ook te veranderen. Vrijzinnigheid en antikerkelijkheid bleven in haar werken doorzinderen, maar Loveling was zo tolerant haar eigen opvattingen een plaats te geven naast de andere, niet ertegenover.

Vanaf de novelle Meesterschap (1898) werd de pessimistische toon dominant. Al te veel menselijke en maatschappelijke wonden, de schijnbare zinloosheid van het bestaan, de broosheid van het leven, de nietigheid der aardse dingen en de ‘gruwzaamheid’ van de natuur verdiepten haar realisme. En de toenemende aandacht voor erfelijkheid en noodlot, bracht haar in de buurt van de toonaangevende jonge auteurs van het fin de siècle. Na het aan Zola en Buysse herinnerende sociologische naturalisme van Meesterschap koos ze voor het minder brutale, minder op verdierlijking gerichte pathologische naturalisme van Erfelijk belast en Een Revolverschot.

Taal

Lovelings interesse voor volksgebruiken, voor volkstaal vooral, vormde de inspiratie voor een schets in het tijdschrift Nederlandsch Museum in 1888 en een aantal bijdragen in het tijdschrift Volkskunde tussen 1894 en 1903. Verzamelen en bewaren waren haar belangrijkste ambitie, het nationale of nationalistische aspect dat velen tot de folklore bracht, was bij haar nauwelijks aanwezig. In het artikel ‘Een staaltje van boerenspraak’ (1888) stelde ze echter wel onomwonden dat alleen al het bestaan van de volkstaal het Vlaamse volk het recht gaf als zelfstandige gemeenschap te worden beschouwd, en dat de ondergang van de taal ook zou leiden tot de ondergang van gemeenschap en cultuur.

Haar kijk op de Vlaamse taalsituatie komt kort aan bod in de roman Het lot der kinderen uit 1906. Dat een van de personages, een in Vlaanderen residerende Engelse geen Vlaams kon lezen, weet Loveling aan ‘de versmadende fierheid van een overheersend taalras, dat in onkunde een superioriteit ziet’. In dezelfde roman merkte ze ook berustend op dat er aan het door elkaar gebruiken van het Nederlands en het Frans, ook in haar eigen praktijk ‘bezwaarlijk iets […] te veranderen was’. Niettemin zou zij volgens getuigen haar Vlaams ‘uitmuntend’ spreken en ‘zuiver en vol’ doen opklinken.

Het grootse, politiek neutrale huldefeest dat Loveling op 28 april 1912 te Gent te beurt viel, was een Vlaamse hoogdag. Bij die gelegenheid verscheen de boekeditie van Levensleer dat ze vijf jaren eerder in samenwerking met haar neef Cyriel Buysse onder het pseudoniem Louis Bonheyden in afleveringen had gepubliceerd: een satire op de Franstalige Gentse bourgeoisie, met dialogen in dialect en een overvloed aan Vlaams met Franse woorden, een in het toenmalige Gent blijkbaar erg verspreid koeterwaals.

Tegen het activisme

Een onlosmakelijk deel van haar oeuvre zijn de verschillende, soms enigszins gefictionaliseerde reisdagboekbladzijden die ze met grote regelmaat in allerlei bladen publiceerde. Alle thema’s uit haar werk komen daarin aan bod en in Een winter in het Zuiderland (1890) heeft ze ook enkele keren ruim aandacht voor de Vlaamse beweging en de flaminganten die in huiselijke kring zo makkelijk overschakelen naar de taal die ze op de barricaden zo vaak zeggen te bestrijden. Ze suggereerde zelfs de wenselijkheid van een ‘Bond van mensen’ die zich er persoonlijk toe zouden engageren om in eigen kring Nederlands te spreken en te propageren. In haar oorlogsdagboek, dat nauwgezet de jaren 1914-1918 beschrijft en becommentarieert, zijn dezelfde verwijten te lezen als in het reisdagboek en gaat de schrijfster bovendien in op de nefaste invloed die het activisme en de collaboratie op de Vlaamse beweging volgens haar ongetwijfeld zouden hebben. Ze ging ook niet in op het aanbod mee te werken aan het activistische blad Vlaamsch Leven Vlaamsch Leven
Vlaamsch Leven was een "Zelfstandig Vlaamsch-Geïllustreerd Weekblad". Het verscheen in Brussel van 3 oktober 1915 tot 20 oktober 1918. Lees meer
. Een Vlaamse, Nederlandstalige, universiteit vond ze wenselijk en billijk, maar ze wenste die niet van de Duitsers te krijgen. Over haar steun aan de Vlaamse beweging kon geen twijfel bestaan, maar de Vlaamse zaak diende voor haar binnen een onafhankelijk-Belgische context haar beslag te krijgen.

Virginie Loveling bleef tot op hoge leeftijd bijzonder alert, maar fysiek takelde zij af: haar benen lieten haar in de steek, haar handschrift leed zichtbaar onder het stram worden van haar gewrichten. De dood kwam niet onverwacht. Heel haar leven hadden sterven, dood en begrafenis haar gefascineerd. In 1910 had zij een plaats gekocht op het kerkhof van de Brugse Poort en tijdens de oorlog ging ze wel eens kijken naar haar eenvoudige grafsteen. Lang op voorhand noteerde zij ook richtlijnen voor haar begrafenis. Vlaamse rouwbrieven wilde ze, met Vlaamse adressen, en met onder meer de vermeldingen ‘Officier in de Leopoldsorde’, ‘Commandeur in de Orde van de Kroon’, ‘Ridder in de Orde van Oranje-Nassau’ en ‘Lid van de Koninklijke Vlaamse Academie’. Zij overleed op 1 december 1923 en werd onder grote belangstelling burgerlijk begraven.

Werken

– (Met R. Loveling), Gedichten, 1870.
– (Met R. Loveling), Novellen, 1874.
– (Met R. Loveling), Nieuwe Novellen, 1876.
In onze Vlaamsche gewesten. Politieke schetsen, 1877.
Drie novellen, 1879.
– (Met R. Loveling), Polydoor en Theodoor en andere Novellen en Schetsen, 1883.
Het hoofd van ’t huis en allerlei schetsen, 1883.
Sophie, 1885.
Een winter in het Zuiderland, 1890.
Idonia, 1891.
Een dure eed, 1892.
Een vonkje van genie en andere novellen, 1893.
De troon van Engeland, 1893.
De bruid des Heeren, 1895.
Mijnheer Connehaye, 1895.
Het land der verbeelding – Op Bovegem, 1896.
Madeleine – Contrasten, 1897.
Meesterschap, 1898.
De twistappel, 1904.
Erfelijk belast, 1906.
De groote manoeuvers, 1906.
Het lot der kinderen, 1906.
Jonggezellen Levens, 1907.
Een revolverschot, 1911.
Levensleer, 1912.
Bina en andere novellen, 1915.
Tamboer, 1920.
Van hier en elders, 1925.
Herinneringen, 1967.
In Oorlogsnood. Virginie Lovelings dagboek (1914—1918), 1999.

Literatuur

– L. Stynen, Rosalie en Virginie. Leven en werk van de gezusters Loveling, 1997.
– L. Vandenbussche, G. Vermassen, M. de Moor en J. Braeckman, Darwin achterna? Erfelijkheid en evolutietheorie in het oeuvre van Virginie Loveling, in: Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap, jg. 23, 2007, pp. 177-192.
– L. Vandenbussche, Het veld der verbeelding. Vrijzinnige vrouwen in Vlaamse literaire en algemeen-culturele tijdschriften (1870-1914), 2008.
– A.M. Musschoot, Nog eens Levensleer. Over de samenwerking tussen Virginie Loveling en Cyriel Buysse, in: Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap, jg. 26, 2010, pp. 157-166.

Suggestie doorgeven

1998: Antonin Van Elslander

2023: Ludo Stynen

Databanken

Inhoudstafel