Loveling, Rosalie

Persoon
Ludo Stynen (2023)

Rosalie Loveling (1834-1875) was een vernieuwende Vlaamse schrijfster van vaak uitgesproken geëngageerde gedichten en novellen. Ze was de zus van Virginie Loveling en de tante van Cyriel Buysse.

Volledige voornaam
Frederica Rosalie
Alternatieve naam
Rozalie
Geboorte
Nevele, 19 maart 1834
Overlijden
Nevele, 4 mei 1875
Leestijd: 4 minuten

Dochter van Marie Comparé (1791-1879) en Herman Anton Loveling (1806-1846), zus van Virginie Loveling Loveling, Virginie
Virginie Loveling (1836-1923) was een Vlaamse, vernieuwende en vaak uitgesproken geëngageerde schrijfster. Ze was de zus van Rosalie Loveling en de tante van Cyriel Buysse. Lees meer
en tante van Cyriel Buysse Buysse, Cyriel
Cyriel Buysse (1859-1932) was een invloedrijk auteur van naturalistische romans en toneelstukken. Lees meer
.

De zussen Loveling groeiden op in een omgeving waar literatuur prominent aanwezig was en genoten in hoofdzaak thuisonderwijs. Nederlands, Frans en Duits werden door elkaar gebruikt en de meisjes, overtuigd van hun eigen kunnen, schreven al heel jong eigen versjes.

Intellectueel netwerk

Na de zelfmoord van hun vader op 21 juli 1846 gingen ze in Gent bij hun halfbroer Cesar Fredericq wonen waar ook de progressieve cercle Huet vergaderde. Ze waren aanwezig op de bijeenkomsten van deze Franssprekende, maar Vlaamsgezinde liberalen die ook het blad De Broedermin De Broedermin
De Broedermin (1848-1859) begon als een christendemocratisch geïnspireerd dagblad met republikeinse inslag, maar evolueerde naar een doctrinair liberalisme. Lees meer
uitgaven, waarvoor Rosalie de naam bedacht. Ze bezochten de voorstellingen van de toneelkring Broedermin en Taelyver Broedermin en Taelyver
Broedermin en Taelyver was een Gentse toneelmaatschappij die in 1840 werd opgericht. Met haar oorspronkelijk Nederlandstalige repertoire en meer natuurlijke speelstijl zorgde de maatschap... Lees meer
en maakten er kennis met Frans Rens Rens, Frans
De verdienste van de letterkundige Frans Rens (1805-1874) lag niet zozeer in zijn eigen poëtische werk, maar wel in zijn inzet voor verschillende Vlaamsgezinde verenigingen en tijdschrift... Lees meer
. Rosalie en Virginie bleven enkele jaren in die culturele omgeving in Gent, kregen er privéles en geregeld werd hun inbreng in de gesprekken op prijs gesteld. Toen ze in 1851 terugkeerden naar Nevele waren ze nagenoeg volwassen en vertrouwd met de Europese literatuur van hun tijd. Mondjesmaat publiceerden ze gedichten in De Broedermin, Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje
Het Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje was een gewaardeerd anthologietijdschrift gericht op een breed publiek dat tussen 1834 en 1875 in Gent verscheen. Het bracht jaarlijks een goed ov... Lees meer
, De Eendragt De Eendragt
De Eendragt – vanaf 1864 als De Eendracht gespeld – was een algemeen cultureel tijdschrift dat in Gent verscheen van 1846 tot 1879. Het volgde de evolutie van de Vlaamse beweging op de vo... Lees meer
, De Vlaemsche School De Vlaamsche School
De Vlaamsche School was een aanvankelijk halfmaandelijks, later maandelijks tijdschrift, uitgegeven te Antwerpen van 1855 tot 1901 (van 1855 tot 1864: De Vlaemsche School; vanaf 1897: De ... Lees meer
, Nederduitsch Tydschrift, De Toekomst De Toekomst (1857-1898)
De Toekomst (1857-1898) was een pedagogisch en taal- en letterkundig tijdschrift. Lees meer
en Nederlandsch Museum Nederlandsch Museum
Lees meer
; telkens één gedicht van ieder van hen. Ondertussen leerden ze talen: naast de drie die thuis werden gesproken ook Engels, Italiaans, Spaans, Deens en Zweeds. Rosalie daarenboven ook Latijn en Servisch.

Al op jonge leeftijd maakten de zussen Loveling kennis met een aantal (Franstalige) liberale tenoren. Op het Wetenschappelijke internationale Congres dat ze in 1863 in Gent bijwoonden legden ze contact met verschillende sprekers en nadat Frans de Cort De Cort, Frans
Frans de Cort (1834-1878) was een vrijzinnig en progressief flamingant, redacteur en volksdichter. Lees meer
hen in contact had gebracht met Lubbertus Leopold en in 1870 hun Gedichten in Groningen waren verschenen, raakten ze bevriend met de belangrijkste schrijvers in Noord en Zuid. Heel wat auteurs bezochten hen in Nevele, en Constant J. Hansen Hansen, Constant J.
Lees meer
bracht ook Klaus Groth Groth, Klaus
De Duitser Klaus Groth (1819-1899) was met zijn dichtbundel Quickborn (1852) de grondlegger van de nieuwe Nederduitse letterkunde. Hij onderhield bovendien goede contacten met Vlaanderen.... Lees meer
mee. Rosalie werd corresponderend lid van de Gentse maatschappij De Tael is gansch het Volk De Tael is gansch het Volk
Lees meer
.

Vertalingen, gedichten en novellen

Rosalie Lovelings eerste gepubliceerde gedicht, ‘Vreest gij niet’ (De Broedermin 1853) heeft een sterke sociale inslag, in andere teksten staan de dood, het pacifisme, de arrogantie van de machtigen en het lot van de vrouw centraal. Het als vernieuwend gepercipieerd werk werd lovend onthaald, maar voor de zussen was de poëzie niet het einddoel en meer dan enkele gelegenheidsverzen zouden ze later niet meer schrijven.

Rosalie en Virginie zetten zich aan het vertalen van teksten uit Groths Platduitse bundel Vertelln. Rosalie vertaalde ‘Trina’ (1866) en ‘Het Licht op Oog’ (1868) omdat ze anderen wilde laten meegenieten van wat ze zelf zo meesterlijk vond – ideologische standpunten over een Aldiets gebied van Duinkerke tot Königsberg, zoals sommigen in gedachten hadden, waren haar totaal vreemd. Na vertalingen uit het Engels, het Frans en het Zweeds volgde eigen creatief proza. Hun Novellen (1874) werden dankzij de tussenkomst van Jacob Heremans Heremans, Jacob
Lees meer
uitgegeven. Die van Rosalie braken met de sentimenteel-idealistische codes, stelden pertinente vragen bij het in stand houden van klassenverschillen, gingen in op het belang van opvoeding, thematiseerden burgerlijke bekrompenheid, huwelijksgebruiken en antimilitarisme. Dat alles vanuit een duidelijk vrouwelijk standpunt.

Rosalies novellen zijn soms humoristische, maar vaak melancholische teksten waarin de doodsgedachte pertinent aanwezig is. Contemporaine critici wezen op verwantschap met Groth, Fritz Reuter, Hans Christian Andersen, Jan Cremer en Nicolaas Beets, maar veeleer dan van beïnvloeding was er sprake van een soortgelijke ontvankelijkheid. Tussen haar postuum door Virginie gepubliceerde schetsen zitten opvallende en felle pleidooien voor vrouwenrechten en opleiding voor meisjes, tot universiteit toe, en voor een mentaliteitswijziging opdat geen vader het nog vreemd zou vinden zijn dochter te laten studeren.

Na een bijzonder pijnlijke laatste periode overleed Rosalie Loveling wellicht aan een coronaire trombose gelinkt aan diabetes. Ze werd onder grote belangstelling begraven op het Campo Santo te Sint-Amandsberg.

Werken

– (Met V. Loveling), Gedichten, 1870.
– (Met V. Loveling), Novellen, 1874.
– (Met V. Loveling), Nieuwe Novellen, 1876.
– (Met V. Loveling), Polydoor en Theodoor en andere Novellen en Schetsen, 1883.

Literatuur

– L. Stynen, Rosalie en Virginie. Leven en werk van de gezusters Loveling, 1997.
– B. Christiaens, Van ‘De eerste opvoeding’ tot ‘Het Meesterschap’. Over vrouwen in de novellen van Rosalie Loveling, in: Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap, jg. 15, 1999, pp. 139-202.
– L. Vandenbussche, Het veld der verbeelding. Vrijzinnige vrouwen in Vlaamse literaire en algemeen-culturele tijdschriften (1870-1914), 2008.

Suggestie doorgeven

1973: Antonin Van Elslander (pdf)

1998: Antonin Van Elslander

2023: Ludo Stynen

Databanken

Inhoudstafel