Algemeen-Nederlands Verbond

Organisatie
Frank van Berne (2023, herwerking), Frank van Berne (1998)

Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede culturele integratie van Nederland en Vlaanderen.

Afkorting
ANV
Alternatieve naam
Algemeen Nederlandsch Verbond
Oprichting
27 april 1895
Leestijd: 8 minuten

Het Algemeen Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 in Brussel opgericht door de vrijzinnige Vlaamsgezinde atheneumleraar Hippoliet Meert Meert, Hippoliet
Hippoliet Meert (1865-1924) was de oprichter van het Algemeen-Nederlands Verbond. Hij ijverde voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit en engageerde zich tijdens de Eerste Were... Lees meer
, met de bedoeling op diverse terreinen op te komen voor de belangen van de Nederlandse taal. Het ANV was geïnspireerd door en gemodelleerd naar de Alliance francaise en het Alldeutscher Verband Alldeutscher Verband
Het Alldeutscher Verband (1891 - 1939) was een imperialistische drukkingsgroep in het Duitse keizerrijk die de Vlaamse beweging hoopte in te schakelen in een Duits expansiebeleid.Na 1918 ... Lees meer
, die hetzelfde nastreefden, respectievelijk voor het Frans en het Nederlands (waar ook in de wereld). Al vrij snel evolueerde het ANV tot een verbond dat, behalve voor de taalbelangen, ook ijverde voor een bredere culturele integratie van Nederland en Vlaanderen. Van kort na de opstart waren er contacten met taalgenoten in Zuid-Afrika Zuid-Afrika
Deze bijdrage belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en Zuid-Afrika van de 19de tot de 21ste eeuw. Lees meer
en later ook in de (inmiddels voormalige) Nederlandse kolonies.

Ontstaan

Het ANV werd gesticht op 27 april 1895 na een voordracht van Meert voor de Brusselse literaire kring De Distel De Distel
De Distel was een in 1881 door Jan-Matthijs Brans en Jan Baptist Janmoulle te Brussel opgericht Nederlandstalig letterkundig genootschap, met als kenspreuk ‘Stekelig, niet hekelig’. ... Lees meer
. Op 9 juni daaropvolgend werden op een vergadering in de Belgische hoofdstad de statuten goedgekeurd. In 1896 werd begonnen met de uitgave van het verbondsperiodiek Neerlandia Neerlandia
Neerlandia, gesticht door Hippoliet Meert in 1896, werd in 1897 de spreekbuis van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV). Na verloop van tijd werd Neerlandia een zelfstandig kwartaalperiod... Lees meer
. Met de oprichting van het ANV wilde Meert de Vlaamse beweging ondersteunen in haar streven naar de erkenning van de Nederlandse taal. In 1897 zette het Verbond een campagne op ten voordele van de Gelijkheidswet Gelijkheidswet
De gelijkheidswet van 1898 stelde het Nederlands voor officiële publicaties gelijk aan het Frans. De wet werd vanuit de Vlaamse beweging breed ondersteund, en leidde, na de Waalse afwijzi... Lees meer
, die in 1898 door het Belgische parlement zou worden aangenomen en waarmee het Nederlands naast het Frans erkend werd als staatstaal.

Tijdens het 24ste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres Nederlandse Congressen
De Nederlandse Congressen waren gemeenschappelijke (culturele) ontmoetingen van Vlamingen en Nederlanders in Vlaanderen en Nederland die met onderbrekingen werden georganiseerd sinds 1849... Lees meer
in 1897 in Dordrecht lanceerde de Nederlandse taal- en letterkundige Hermannus Jacob Kiewiet de Jonge Kiewiet De Jonge, Hermanus
Lees meer
een oproep om een algemeen Nederlands taalverbond te stichten. Anders dan vaak is aangenomen, was hij op dat moment wel degelijk op de hoogte van het bestaan van het drie jaar voordien opgerichte ANV. Kiewiet de Jonge werd in hoofdzaak gedreven door strikt Nederlands-nationalistische motieven. Het was hem veel minder om culturele samenwerking met Vlaanderen te doen. In onderling overleg tussen Vlamingen en Nederlanders werd in 1898 besloten dat het ANV een Vlaams-Nederlandse vereniging was. De hoofdzetel werd overgebracht van Gent naar Kiewiet de Jonges woonplaats Dordrecht. Dat werd vastgelegd in de nieuwe statuten, die datzelfde jaar werden aangenomen en waarin verder onder andere werd bepaald dat het ANV voortaan drie groepen of – in de terminologie van de organisatie: takken – zou omvatten: Nederland, België (inclusief Frans-Vlaanderen Frans-Vlaanderen
Dit artikel belicht de belangstelling vanuit de Vlaamse beweging voor de Vlaamse cultuur in Noord-Frankrijk. Lees meer
) en Zuid-Afrika.

Periode tot 1914

Van bij het begin tekende zich binnen het ANV een tweedeling af. In Nederland heerste veel onwetendheid over de Vlaamse beweging, terwijl veel (katholieke) Vlamingen beducht waren voor culturele dominantie door (het protestantse) Nederland.

De sinds het midden van de 19de eeuw georganiseerde Vlaams-Nederlandse taal- en letterkundige congressen bleven plaatsvinden en werden nu ook ondersteund en gepropageerd door het ANV. De statutair bepaalde levensbeschouwelijke en politieke neutraliteit maakte dat actieve steun aan de Vlaamse beweging door de Nederlandse afdeling van het ANV werd gemeden, aangezien die zou kunnen worden beschouwd als inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van buurland België. De meesten van hen – nagenoeg uitsluitend afkomstig uit de hogere- of middengroepen – koesterden bovendien veeleer Nederlands-patriottische dan Heel-Nederlandse gevoelens en sympathieën, waardoor Vlaanderen, de Vlamingen en de Vlaamse beweging slechts een secundair aandachtspunt vormden. De maatschappelijke situatie in het stamverwant geachte Zuid-Afrika, waar Groot-Brittannië aan het begin van de 20ste eeuw de macht overnam van de Afrikaanstalige Boeren, kon in Nederland op minstens zoveel, zo niet meer, belangstelling rekenen. Uiteraard was het bestaan op zich van het ANV van belang voor de uitstraling van het Nederlands en versterkte het hoe dan ook de (kredietwaardigheid van de) Vlaamse beweging. Het ANV telde aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog in Nederland omstreeks 8.000 leden.

In Vlaanderen schakelde het ANV zich tijdens het eerste decennium van de 20ste eeuw in in de flamingantische campagne voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit Universiteit Gent
Lees meer
. Zo werd de tweede Vlaamsche Hoogeschoolcommissie in 1907 opgericht tijdens een algemene vergadering van de tak België van het ANV. Oprichter Meert, die een actieve rol bleef spelen in het ANV, beantwoordde de Lettre sur la Séparation de la Wallonie et de la Flandre van het wallingantische socialistische Kamerlid Jules Destrée Destrée, Jules
Lees meer
uit 1912 met een Réponse à… en mengde zich op die manier in de discussie over de Belgische staatsstructuur. Behalve Meert waren nog verschillende andere vooraanstaande Vlaamse verbondsleden, zoals Max Rooses Rooses, Max
Lees meer
, Julius Mac Leod Mac Leod, Julius
Julius Mac Leod (1857-1919) was hoogleraar plantkunde aan de Gentse universiteit en een Vlaamsgezinde progressieve liberaal. Hij was een belangrijke pleitbezorger van de vernederlandsing ... Lees meer
, Lodewijk de Raet De Raet, Lodewijk
Lodewijk de Raet (1870-1914) was een econoom en ambtenaar die in belangrijke mate bijdroeg aan de theorievorming over de Vlaamse beweging en deze van een sociaaleconomisch denkraam voorza... Lees meer
, Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
en Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
, nauw betrokken bij de Vlaamse beweging.

De Eerste Wereldoorlog en Interbellum

Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
had als gevolg dat de Vlaamse en de Nederlandse afdeling van het ANV het contact verbraken, waardoor het bestuur van het Verbond nu nog sterker dan voorheen gedomineerd werd door Nederlanders. Het ANV, gevestigd in het tijdens de oorlog neutrale Nederland, was nog minder dan voordien bereid om stelling te nemen inzake de Vlaamse beweging, die juist in de jaren 1914-1918 onder hoogspanning kwam te staan als gevolg van de Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
en de tweespalt tussen activisten Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
en ‘ passivisten Passivisme
Het begrip ‘passivisme’ verwijst naar de Vlaamsgezinden die tijdens de Eerste Wereldoorlog verdere pogingen om de Vlaamse eisen te realiseren tot na het einde van het politiek-militair co... Lees meer
’. De terughoudendheid van het bestuur, mede ingegeven door de vrees dat de overheid van subsidiëring zou afzien, bracht een aantal met het activisme sympathiserende Nederlandse verbondsleden ertoe om in 1917 de Groot-Nederlands geïnspireerde Dietsche Bond Dietsche Bond
De Dietsche Bond (1917-1941) werd opgericht als activistisch gezind alternatief voor het neutrale Algemeen-Nederlands Verbond. De bond nam verschillende prominente activisten op in zijn ... Lees meer
op te richten. Vanuit dezelfde oriëntatie zou in 1922 het Dietsch Studentenverbond Dietsch Studentenverbond
Het Dietsch Studenten Verbond was een van oorsprong Nederlandse nationalistische studentenvereniging, die in de periode 1922-1941 actief was in Nederland en Vlaanderen. Op haar hoogtepunt... Lees meer
worden gesticht. Beide organisaties steunden tijdens het interbellum (de radicale variant van) het Vlaams-nationalisme. Tegen het einde van de oorlog waren de activiteiten van het ANV geheel stilgevallen.

Van 1920 tot juli 1940 werd het ANV geleid door de voormalige secretaris van de vereniging Pieter Johannes de Kanter (1868-1953). In 1922 stuurde hij namens het hoofbestuur een motie aan de Nederlandse regering om de afwijzing van de kandidatuur van de in Nederland verblijvende ex-activist Pieter Tack Tack, Pieter
De vrijzinnige flamingant Pieter Tack (1870-1943) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een van de leidende figuren van het activisme, onder andere als voorzitter van de Raad van Vlaanderen ... Lees meer
voor een leraarsbetrekking ongedaan te maken, wat een uitzondering inhield op de zo fel bepleite neutraliteit van het ANV. In het algemeen hield De Kanter en met hem het hoofdbestuur voormalige leden van de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
en oud-activisten zoveel mogelijk buiten de deur van het ANV. Later riep hij herhaaldelijk op om tot een cultureel akkoord tussen België en Nederland te komen in verband met de uitwisseling van leerkrachten. In het augustusnummer van 1925 van Neerlandia publiceerde hij een uitvoerige beschouwing over het Belgisch-Nederlands verdrag van 1925. De Kanter, een overtuigde adept van de drie-eenheid ‘God, Nederland en Oranje’, waakte er nauwlettend over dat de samenwerking en solidariteit met Vlaanderen – zoals de activiteiten – strikt beperkt bleven tot het domein van de cultuur, wat hem meermaals in conflict bracht met ANV-leden die een politiek Groot-Nederland Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
voorstonden en tegen zijn beleid ageerden.

Via de vergaderingen van het hoofdbestuur, de uitwisseling van sprekers en het blad Neerlandia onderhielden de Nederlandse contact met de Vlaamse takken van het ANV, dat in zijn geheel evenwel vooral een Nederlandse aangelegenheid bleef. Typerend is het feit dat het 25-jarig bestaan van het ANV in 1923 werd georganiseerd, waarmee voorbij werd gegaan aan de stichting door Meert in 1895, dat overigens pas in 1970 als oprichtingsjaar zou worden erkend. De pogingen die aan het eind van de jaren 1920 werden ondernomen om het ANV in Vlaanderen te activeren, bereikten niet het beoogde resultaat. Mede door de toenemende verzuiling in Nederland bleef het Verbond in het interbellum een eerder marginale en elitaire vereniging.

Na de Tweede Wereldoorlog

Gedurende de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
kon het Verbond weinig concreets uitrichten. In juli 1940 nam de Leidse hoogleraar en lid van het hoofdbestuur Jan de Vries (1890-1964) het voorzitterschap van het ANV over. In december 1941 legde deze aanhanger van de Groot-Germaanse Nieuwe Orde en pleitbezorger van een politiek Groot-Nederland, die na de Tweede Wereldoorlog wegens collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
werd veroordeeld, zijn functie neer. Vanwege papierschaarste kon ‘Neerlandia’ een aantal jaren niet verschijnen.

Hoewel de werking onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog op basis van de vooroorlogse traditie was hervat, duurde het tot het midden van de jaren 1950 voor het ANV met zijn sterke nationaal-Nederlandse stempel in de ingrijpend gewijzigde (internationale) constellatie een nieuwe adem vond. Zo was de vroegere kolonie Indonesië in 1949 onafhankelijk geworden, was er via de Benelux Benelux
Het begrip Benelux verwijst naar de intergouvernementele samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg na de Tweede Wereldoorlog. Het concept kon op verschillende tijdstippen op bijz... Lees meer
een interstaatse samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg opgestart en vormde de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS; 1952) de aanzet tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG; 1958). Ondertussen hernam de werking in Vlaanderen vanaf het eind van de jaren 1940, werden er nieuwe plaatselijke afdelingen opgericht en groeide zowel het ledenaantal als de uitstraling.

De culturele toenadering tussen Nederland en Vlaanderen werd in de jaren 1950 en vooral in de jaren 1960 sterk geïntensiveerd en nu ook ter harte genomen door tal van (semi-)officiële instellingen en instanties. Het ANV schreef zich in in deze trend en pleitte voor verdere culturele integratie van het Nederlandse taalgebied binnen het bredere verband van de Europese integratie en voor culturele autonomie van Vlaanderen binnen België. De promotie van de Nederlandse taal en cultuur werden naar voor geschoven als absolute prioriteit. De activiteiten en de streefdoelen van het ANV richtten zich onder meer op het internationaal cultuurbeleid, de onderwijsvernieuwing in Nederland en Vlaanderen en de voorontwerpen van het taalunieverdrag ( Nederlandse Taalunie Nederlandse Taalunie
Lees meer
) tussen Nederland en België. Verder maakte de nalatenschap van de Joodse Nederlander Herman Visser het mogelijk om vanaf de jaren 1950 tot vandaag jaarlijks de Visser-Neerlandiaprijs Visser-Neerlandiaprijs
De Visser-Neerlandiaprijzen worden sinds 1955 uitgereikt door de Vlaams-Nederlandse culturele organisatie het Algemeen-Nederlands Verbond en hebben betrekking op de gebieden cultuur, maat... Lees meer
uit te reiken die in belangrijke bijdraagt tot de bekendheid van het ANV.

Met actieve inmenging in politieke kwesties heeft het ANV zich ook na de Tweede Wereldoorlog niet ingelaten. Vanwege het Apartheidsregime, waarmee het ANV niet geassocieerd wenste te worden, bekoelden de relaties met Zuid-Afrika, die pas weer werden hersteld na de afschaffing van de rassenscheiding.

‘Het ANV’, aldus de openingszin van de huidige website, ‘brengt Nederlanders en Vlamingen samen om elkaar beter te leren kennen, de belangstelling voor elkaar te vergroten en de’ samenwerking te verbeteren’.

Literatuur

– Het Algemeen Nederlandsch Verbond 1898-1923. Geschiedenis en invloed van den Nederlandschen stam, 1923.
– G. Groothoff, 75 jaar Algemeen Nederlands Verbond, in: Ons Erfdeel, 1970-1971, pp. 168-170.
– P. Janssens, Geschiedenis en toekomst van het Algemeen-Nederlands Verbond, in: Neerlandia, 1974, pp. 65-83.
– K. de Clercq, D. Merlevede e.a., Neerlandia 90 jaar, in: Neerlandia, 1986, pp. 173-199.
– H. te Velde, Gemeenschapszin en Plichtsbesef. Liberalisme en nationalisme in Nederland, 1870-1918, 1992.
– P. van Hees en H. de Schepper (red.), Tussen cultuur en politiek. Het Algemeen-Nederlands Verbond 1895-1995, 1995.
– Het ANV staat sinds 1895 voor de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen, geraadpleegd op: 25 oktober 2021, op: https://www.anv.nl/over-het-anv/
– F. Judo, G. van Gorp en R. Hauman (red.) , De Zeven Woorden van de Lage Landen. 125 jaar ANV, 2022.
– T. Cobbaert, Nederland in Noord en Zuid. Het Algemeen Nederlands Verbond (ANV) en zijn archief, in: ADVN-Mededelingen, nr. 38, 2012, pp. 4-9.

Suggestie doorgeven

1973: Geert Groothoff (pdf)

1998: Frank van Berne (pdf)

2023: Frank van Berne

Databanken

Inhoudstafel