Ecole des Hautes Etudes

Organisatie
Ruben Mantels (2023, aanvulling), Anne-Marie Van der Meersch (1998)

De Ecole des Hautes Etudes werd in 1923 door de francofone elite gesticht als reactie tegen de vernederlandsing van de Gentse rijksuniversiteit.

Alternatieve naam
Hoger Instituut voor Fransche Cultuur
Oprichting
25 november 1923
Leestijd: 4 minuten

De Ecole des Hautes Etudes werd opgericht door de Ligue nationale pour la Défense de l'Université de Gand et de la Liberté des Langues Ligue nationale pour l'unité belge
De Ligue nationale pour l'unité belge was een vereniging die koste wat het kost het Franstalig universitair onderwijs in Gent en de positie van het Frans in Vlaanderen wilde veiligstellen... Lees meer
. Aanleiding was de wet-Nolf van 31 juli 1923, die de Gentse universiteit gedeeltelijk vernederlandste. Het Franstalige kamp, aangedreven door Jacques Pirenne Pirenne, Jacques
Jacques Pirenne (1891-1972) was advocaat, historicus en hoogleraar. Hij toonde nooit veel interesse voor de Vlaamse beweging, zocht tijdens de Eerste Wereldoorlog toenadering tot de Belgi... Lees meer
, reageerde onmiddellijk met de oprichting van een Franstalige concurrent, een ‘schaduwuniversiteit', die door de Vlaamse publieke opinie als een oorlogsmachine tegen de Nolf-barak werd gebrandmerkt. De Ecole des Hautes Etudes werd op 25 november 1923 officieel geopend in het hotel Vanderstegen aan de Koornlei. In de statuten stond dat studenten die hun middelbaar onderwijs in het Frans hadden gekregen, de mogelijkheid moesten hebben hogere studies in die taal te volgen. De school startte bijgevolg met de inrichting van de zes wettelijke cursussen die aan de Rijksuniversiteit Gent (RUG) in het Nederlands werden gedoceerd. Dit aantal nam met de jaren toe en bij de volledige vernederlandsing van de RUG in 1930 werden volledige kandidaturen uitgebouwd: de kandidatuur letteren en wijsbegeerte voorbereidend tot de rechten, een gecombineerde kandidatuur natuurwetenschappen en geneeskunde en een kandidatuur voorbereidend tot de farmaceutische wetenschappen. In 1932 werd het doctoraat in de politieke wetenschappen georganiseerd. Met de wet van 11 september 1933 op de bescherming van universitaire titels werden deze aan de Ecole als volgt gewijzigd: kandidaat werd bachelier, licentiaat gradué en doctor maître.

De beheerraad van de Ecole des Hautes Etudes richtte ook nog twee autonome instellingen op, die wel aan de school gehecht waren maar toch een eigen bestuur hadden: het Institut supérieur de Commerce, dat in november 1923 met cursussen startte en op 10 december 1924 door het ministerie van Industrie en Arbeid werd erkend, en het Institut supérieur d'Histoire de l'Art et d'Archéologie, dat in januari 1924 werd geopend en wetenschappelijke diploma's uitreikte. De Ecole organiseerde verder ook nog lessenreeksen en voordrachten.

De Ecole des Hautes Etudes kon rekenen op de steun van de Fransgezinde stedelijke elite. Heel wat professoren van de vernederlandste rijksuniversiteit aanvaardden leeropdrachten en bestuursfuncties bij de Franstalige tegenhanger, tot minister van Kunsten en Wetenschappen Maurice Vauthier op 15 oktober 1930 deze cumul verbood. Enkel de kunsthistoricus Georges Hulin de Loo Hulin de Loo, Georges
Georges Hulin de Loo (1862-1945) was een hoogleraar en kunsthistoricus die zich ontpopte als een hevige tegenstander van de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit Gent. In december 193... Lees meer
weigerde zich daarbij neer te leggen, wat leidde tot studentenacties en een bestuurlijk conflict waarin rector August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
aan het langste eind trok.

Op 9 oktober 1940 sloot de school na een inval van het Comité voor Dietsche Actie Comité voor Dietsche Actie
Het CDA, opgericht in Gent in 1940, was een collaboratieve organisatie onder leiding van Willem Verhulst. Het zocht steun bij de SS en de Sicherheitsdienst, maar had weinig impact. Na de... Lees meer
haar deuren. Na de bevrijding zocht zij toenadering tot de RUG en verklaarde bereid te zijn alle universitaire leergangen af te schaffen en zich in de toekomst te concentreren op Franse taalcursussen en voordrachten. De onderhandelingen begonnen in oktober 1945. De statuten van de school werden gewijzigd en de benaming werd tweetalig: Ecole des Hautes Etudes - Hoger Instituut voor Fransche Cultuur. De school, die intussen naar de Recollettenlei was verhuisd, organiseerde voordrachten met het doel de Franse cultuur in Vlaanderen te verspreiden. Zij werkt samen met de verenigingen Les Amitiés françaises en Association flamande pour la Vulgarisation de la Langue française Association flamande pour la vulgarisation de la langue française
De Association flamande pour la Vulgarisation de la Langue française was een vereniging die ijverde voor het behoud van het Franstalige karakter van Vlaanderen. Ze was vooral in Gent acti... Lees meer
, en met de sectie Romaanse filologie van de RUG. In 2013 schonk de Ecole des Hautes Etudes haar bibliotheekcollectie aan de Gentse universiteitsbibliotheek.

Literatuur

– G. van Severen, Soixante années de vulgarisation de la langue française en Belgique, 1958.
– E. Durnez, L'Association Flamande pour la vulgarisation de la langue française. Een verzetsbeweging tegen de vernederlandsing van de Gentse universiteit (1898-1914), Rijksuniversiteit Gen, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1974.
– E. Durnez, 'Een verzetsbeweging tegen de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit Gent’. In: Ons Erfdeel, jg. 21, 1978, pp. 294-295.
– J. Huysmans, Pour le maintien de la culture Française en Flandre. De reaktie van de Franssprekende elite op de sociale veranderingen na Wereldoorlog I. Haar houding ten opzichte van de vernederlandsing van het openbare leven. Gent 1918-1940, Rijkuniversiteit Gent, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1979-1980.
– H. Bossaert en K. de Clerck (red.), Kroniek van de strijd voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit, 1985.
– M. de Vroede (e.a.), Bijdragen tot de geschiedenis van het pedagogisch leven in België, 1987, dl. 4.
– A.-M. Simon-Vandermeersch en E. Langendries, De vernederlandsing van de Gentse universiteit, in: G. Leemans e.a. (red.), Vlamingen komt in massa: de Vlaamse beweging als massabeweging, 1999, pp. 121-146.
– M. de Waele, ‘De strijd om de citadel. Frankrijk en de vernederlandsing van de Gentse universiteit, 1918-1930’, in: Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, jg. 32, 2002, pp. 153-193.
– H. Maes, De Rijksuniversiteit te Gent en de Ecole des hautes Etudes à Gand in 1945-1946, in: Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, 70, 2003, pp. 141-49.
– R. Mantels en H. Vandevoorde, ‘Maar wat een wespennest!’. Het rectoraat van August Vermeylen en de vernederlandsing van de Gentse universiteit, 2010.
– R. Mantels, Gent. Een geschiedenis van universiteit en stad, 1817-1940, 2013.
– G. Deneckere, Uit de ivoren toren. 200 jaar universiteit, 2017.
– R. Mantels, For the Language of Science: The Student Revolts on the Dutchification of Ghent University, 1918–1940, in: P. Dhondt e.a. Student Revolt, City, and Society in Europe. From the Middle Ages to the Present, 2018, pp. 338-357.
– R. Mantels, Un enseignement supérieur néerlandophone en Flandre. La «Nolfbarak» (1923-1930) au fil du parcours tortueux des années 1920, in: Septentrion, jg. 7, 2023, pp. 2-7.
– Collectie Ecole des Hautes Etudes, in: Collectiewijzer Erfgoedbibliotheken, geraadpleegd op 19/10/2023, op: https://collectiewijzer.be/col/cweb-11199.

Suggestie doorgeven

1973: Guido Provoost (pdf)

1998: Anne-Marie Van der Meersch (pdf)

2023: Ruben Mantels

Inhoudstafel