België

Gebied
Marnix Beyen / Chantal Kesteloot (2023)

Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele beweging en de bevestiging van een Vlaamse natie in een grondig veranderd België deed zich een lange ontwikkeling van vervreemding en regelrechte vijandschap voor.

Bovenliggend gebied
Europa
Leestijd: 35 minuten

Zonder België had de Vlaamse beweging niet kunnen bestaan, en gedurende haar hele geschiedenis onderhield ze een dialectische relatie met de Belgische natie en staat. In dat proces speelden percepties een even grote rol als juridische, politieke of economische realiteiten. Verschillende strekkingen binnen de Vlaamse beweging ontwikkelden zich vanuit vaak tegenstrijdige voorstellingen van de Belgische realiteit en vanuit de inschattingen die daaruit voortvloeiden in verband met de ontplooiingskansen van de Nederlandstaligen. Omgekeerd wijzigde de verhouding van de Belgische overheid en de politieke krachten die haar vormgaven ook sterk in functie van de beelden die zij zich over de Vlaamse beweging vormden. Langs beide zijden speelden vertekeningen en uitvergrotingen een grote rol.

Uitgerekend omdat de verhouding met België zo centraal staat in de geschiedenis van de Vlaamse beweging, vormt zij ook tot vandaag een voorwerp van historiografische discussies. De door Vlaams-nationalisten gekoesterde overtuiging dat de Vlaamse beweging ontstond als antwoord op een onverzoenbaar geachte tegenstelling tussen Vlaanderen en België, wordt sinds de jaren 1970 bestreden door de Leuvense hoogleraar Lode Wils Wils, Lode
Lode Wils (1929) is een emeritus hoogleraar eigentijdse geschiedenis. Hij publiceerde voornamelijk over het katholieke flamingantisme en is een van de belangrijkste geschiedschrijvers van... Lees meer
en door vele door hem beïnvloede historici. Wils benadrukte dat de Vlaamse beweging in de 19de eeuw eerst en vooral Belgisch-patriottisch was, en dat slechts de Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
van de Duitse bezetter tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
er een anti-Belgisch element in zou introduceren. Recenter historisch onderzoek, onder meer ook door Wils zelf, heeft een genuanceerder en complexer beeld van de verhouding tussen België en de Vlaamse beweging doen ontstaan.

Een Vlaamse beweging ter versterking van de Belgische Staat

Bezorgdheid om de toestand van de moedertaal in de Nederlandstalige gewesten van de Zuidelijke Nederlanden bestond al vóór de oprichting van een onafhankelijke Belgische staat. De term ‘Vlaamse provinciën’ werd al bij het begin van de 19de eeuw gebruikt om deze gewesten aan te duiden, hoewel het pars pro toto ‘Vlaams’ nog lang onderling inwisselbaar bleef met andere adjectieven, zoals ‘Neder-Duits’ of ‘Diets’. De meer homogeniserende term ‘Vlaanderen’ werd pas voor deze regio gebruikt na het ontstaan van de onafhankelijke natiestaat België (zie Geschiedenis van Vlaanderen Geschiedenis van Vlaanderen
Vlaanderen heeft in de geschiedenis minstens drie verschillende betekenissen gehad: een middeleeuws graafschap, een pars pro toto voor de Lage Landen en het Nederlandstalige gedeelte van ... Lees meer
). De onafhankelijkheid van België was ook een noodzakelijke voorwaarde voor het ontstaan van een Vlaamse beweging.

Meer bepaald groeide deze beweging als reactie tegen een intrinsieke spanning die deze Belgische staat vanaf het begin tekende. Het Nationaal Congres riep de ‘vrijheid in alles en voor allen’ uit tot hoeksteen van het constitutionele systeem. Daarmee ontzegde het de Belgische politieke elites vanaf het begin de mogelijkheid om het patriottisme dat de Belgische Revolutie Belgische Revolutie
De Belgische Revolutie is de naam van de opstand van 1830-1831 in de zuidelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I. De opstand leidde tot de splits... Lees meer
had gedragen om te zetten in een duurzame nationaliserende en homogeniserende politiek. De Belgische natievorming stond zo vanaf het begin relatief zwak tegenover alternatieve nationale identiteiten die zich op het grondgebied konden ontwikkelen. In een land waarvan het territorium doormidden werd gesneden door een eeuwenoude grens tussen twee onderscheiden taalgebieden, wettigde ‘de vrijheid in alles en voor allen’ bovendien de verwachting dat in deze nieuwe staat de beide talen zich ten volle zouden kunnen ontplooien. De sterke impulsen die het Nederlands als cultuur-, onderwijs- en bestuurstaal had gekregen tijdens het bewind van Willem I der Nederlanden, Willem I
Willem I (1772-1843) was koning der Nederlanden van 1815 tot 1840, en dus ook tussen 1815 en 1830 (de jure tot 1839) van het zuidelijke deel daarvan. Zijn beleid inzake de nationale taal ... Lees meer
leken zich dus ook te zullen doorzetten in de nieuwe liberale staat.


Enkele dagen nadat Belgische opstandelingen de onafhankelijkheid uitriepen werden per proclamatie de eerste vrijheden vastgelegd, waaronder de vrijheid van meningsuiting en godsdienst, 16 oktober 1830. (Universiteitsbibliotheek Gent)
Enkele dagen nadat Belgische opstandelingen de onafhankelijkheid uitriepen werden per proclamatie de eerste vrijheden vastgelegd, waaronder de vrijheid van meningsuiting en godsdienst, 16 oktober 1830. (Universiteitsbibliotheek Gent)

Deze impulsen hadden een andere fundamentele evolutie echter niet kunnen terugdraaien: de verfransing van de elites in de steden van de Vlaamse provincies, en vooral in de hoofdstad Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
. Deze elites konden de vrijheid van taal opvatten als de vrijheid om de hogere echelons van het bestuur, het gerecht en het onderwijs in de nieuwe staat eentalig Frans te maken. Dit betekende niet dat zij de taal en cultuur van de Vlaamse provincies in alle opzichten ongenegen waren. Meer zelfs, om de eigenheid van de nieuwe staat te onderstrepen hadden zij er alle belang bij de bijdrage van de ‘Dietse’, ‘Neder-Duitse’ of ‘Vlaamse’ elementen in de Belgische bevolking en cultuur te beklemtonen. De Vlaamse literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
ontving subsidies vanwege de Belgische overheid en in de zich ontwikkelende nationale geschiedschrijving en historische cultuur kreeg de geschiedenis van het graafschap Vlaanderen en het hertogdom Brabant een centrale rol. De vrijheden die door de middeleeuwse Vlaamse en Brabantse steden waren verdedigd tegen opdringerige vorsten waren – zo luidde het Belgische nationalistische Belgisch nationalisme
Lees meer
verhaal – definitief veilig gesteld in de Belgische grondwet. Dit verhaal zou nog nadrukkelijk doorklinken in de grote synthese van de geschiedenis van België die Henri Pirenne Pirenne, Henri
Henri Pirenne (1862-1935) was een van de invloedrijkste Belgische historici uit de 20ste eeuw. Zijn werk, met name zijn zevendelige Histoire de Belgique, reflecteerde een Belgisch-nationa... Lees meer
tijdens de eerste decennia van de 20ste eeuw liet verschijnen.

Zo creëerde het onafhankelijke België twee belangrijke voorwaarden voor de ontwikkeling van de Vlaamse beweging: de trots op een Vlaams verleden en de frustratie over de minachting voor de Vlaamse taal. Die twee elementen waren dan ook sterk aanwezig in de genootschappen van letterheren en taalminnaars die al in de jaren 1830 in verschillende steden tot ontwikkeling kwamen, vaak voortbouwend op oudere rederijkersgezelschappen Rederijkerskamers
De rederijkerskamers waren genootschappen die zich sinds de 15e eeuw toelegden op toneel en dichtkunst in de volkstaal. In de 18e en 19e eeuw speelden ze ook een belangrijke rol in de ver... Lees meer
. Hun engagement stond aanvankelijk volledig ten dienste van de uitbouw van een Belgische natiestaat. Die kon maar volledig zijn, zo redeneerden zij, indien zij tweetalig Tweetaligheid
Lees meer
was. Deze theorie werd nadrukkelijk uitgedragen door onder meer de intellectueel Jan Frans Willems Willems, Jan Frans
Jan Frans Willems (1793-1846), de “vader van de Vlaamse beweging”, was dichter, polemist, filoloog, tekstediteur en initiatiefnemer of lid van tal van academies en genootschappen in binne... Lees meer
, die al snel de reputatie kreeg de ‘Vader van de Vlaamse Beweging’ te zijn. ‘Tweevoudige eenheid’, zo betoogde deze orangist Orangisme
Het orangisme is de verzamelterm voor het verzet tegen de Belgische afsplitsing van het Koninkrijk der Nederland onder leiding van Willem I van Oranje. Lees meer
al in 1832, diende de basis te zijn van een Belgisch ‘patriotismus’. Om die reden intensifieerden hij en verschillende geestverwanten hun filologisch onderzoek naar de literaire ‘bronnen van het vaderland’ en spanden zij zich in voor een eengemaakte spelling van het ‘Nederduits’ of het ‘Vlaams’. Het filologische tijdschrift dat Willems in 1837 oprichtte, noemde hij niet toevallig Belgisch Museum Belgisch Museum
Het Belgisch Museum voor de Nederduitsche Tael- en Letterkunde en de Geschiedenis des Vaderlands was een filologisch en historisch tijdschrift dat in Gent verscheen tussen 1837 en 1846.... Lees meer
. Nederduytsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands
.

Ook de popularisering van de Vlaamse beweging gebeurde aanvankelijk minstens ten dele vanuit Belgisch-patriottische motieven. Een cruciale en mobiliserende rol daarin speelde de verschijning, in 1838, van De Leeuw van Vlaenderen De leeuw van Vlaenderen
De leeuw van Vlaenderen (1838) is een historische roman van Hendrik Conscience over de gebeurtenissen rond de Guldensporenslag in 1302. Verschillende leuzen en symbolen uit de roman zijn ... Lees meer
van de Antwerpse volksschrijver Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
. Daarin nam hij een centraal historisch thema van het Belgisch patriottisme als uitgangspunt voor een boek dat nadrukkelijk bedoeld was om de rechten van het Vlaams in de Belgische staat te verdedigen. In het voorwoord tot de roman keerde Conscience zich vooral tegen de pogingen van de regering om met behulp van de Franse taal – die slechts voor een minderheid de moedertaal was – een homogene natie tot stand te brengen. ‘Indien het Staatsbestuur een smelting wil pogen’, zo luidde het, ‘dat men dan de meerderheid der Natie ten grondslag neme of dat men elk het zijne late, en dat is billijk en rechtvaardig; de Walen welke in ons Vlaams Land geen ambten bezitten, zullen dit niet ontkennen.’


<p>Affiche voor de intekening op <em>De Leeuw van Vlaenderen </em>(1838) van Hendrik Conscience. Ontwerp Gustaaf Wappers, 1938. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps12204)</p>

Affiche voor de intekening op De Leeuw van Vlaenderen (1838) van Hendrik Conscience. Ontwerp Gustaaf Wappers, 1938. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps12204)

Een Vlaamse beweging als behoeder van katholieke tradities voor of tegen België

Er waren inderdaad Walen en Franstalige bewoners van de Vlaamse provincies die de eis van vernederlandsing onderschreven, maar zij waren toch eerder zeldzaam. De internationale reputatie van het Frans als de taal van cultuur en vooruitgang – en dus ook van de vrijheid – bemoeilijkte de erkenning van het Nederlands als een volwaardige cultuur- en bestuurstaal van het jonge België. Zij werden vanaf de jaren 1850 in die overtuiging gesterkt door een vleugel in de Vlaamse beweging die het Vlaams ook nadrukkelijk ging inzetten in een traditionalistische strijd. Deze beweging, die recent als een conservatieve en antiliberale vorm van republikanisme werd geduid, kwam vooral in West-Vlaanderen West-Vlaanderen
Lees meer
tot ontwikkeling onder impuls van de zogenoemde West-Vlaamse School, met de charismatische priester-dichter Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
als belangrijkste exponent, en werd verder uitgedragen door de lokale clerus op het platteland. Voor Gezelle was de bescherming van de Vlaamse dialecten – tegen het Frans, maar nog meer tegen de Nederlandse standaardtaal Taal
De ontwikkeling van het Nederlands vormde tot diep in de 20ste eeuw een fundamenteel aandachtspunt in de Vlaamse beweging. De wijze waarop het geschreven en gesproken Nederlands gehanteer... Lees meer
– het logische vervolg van de Belgische Revolutie van ’t Jaer 30 't Jaer 30
’t Jaer 30 was een weekblad (1864-1870) onder redactie van Guido Gezelle. Het steunde de progressieve oppositiestroom van de onafhankelijke volkspartij tegen de doctrinair-liberale regeri... Lees meer
, die hij interpreteerde als een volks verzet tegen het Franse rationalisme en secularisme.

Gezelles combinatie van Belgisch patriottisme, anti-Frankrijkgezindheid en Vlaams traditionalisme kreeg in de jaren 1860 wind in de zeilen vanwege de dreiging van het Franse annexionisme onder Napoleon III. Ook Franstalige liberale intellectuelen waren in deze periode weer sterker geneigd de oude Vlaamse tradities als een dam te beschouwen die België tegen het Franse gevaar moest beschermen (zie Frankrijk & Vlaanderen Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
). Dat was ook de ontstaanscontext van La Légende et les Aventures Joyeuses, héroiques et glorieuses d’Ulenspiegel et Lamme Goedzak au Pays de Flandres et ailleurs, de roman waarmee de Brusselse liberale journalist Charles de Coster De Coster, Charles
Charles de Coster (1827-1879) was een schrijver die behoorde tot de progressieve vleugel van het liberalisme. Zijn belangrijkste werken zijn Légendes flamandes (1858), Contes brabançons (... Lees meer
in 1867 een nieuwe wind in de Franstalige Belgische literatuur liet waaien. De middeleeuwse folkloristische figuur Tijl Uilenspiegel Tijl Uilenspiegel
Tijl Uilenspiegel is een personage uit een laatmiddeleeuws Duits volksboek, dat van de 19de eeuw tot diep in de 20ste eeuw door uiteenlopende politieke bewegingen in België en Vlaanderen ... Lees meer
werd daarin omgevormd tot een mythische held uit de 16de-eeuwse strijd van de Nederlanden tegen de Spaanse vorst Filips II. De term ‘Vlaanderen’ die daarin voortdurend opduikt, verwijst niet naar de Nederlandstalige gewesten van het actuele België, maar doet eerder dienst als een pars pro toto voor de hele Nederlanden. Toch werd de progressieve liberaal De Coster met deze woordkeuze, en met het gebruik van archaïsch Vlaamse uitdrukkingen in zijn Franstalige boek, een objectieve bondgenoot van Guido Gezelle en andere katholieke traditionalisten. Beiden trachtten zij het Franse imperialisme te lijf te gaan door een beroep te doen op oude Vlaamse tradities, in dienst van het Belgische vaderland.

Conservatief republikanisme als voedingsbodem voor latente anti-Belgische sentimenten

Het ideeëngoed van Guido Gezelle en de West-Vlaamse School leverde nochtans ook een voedingsbodem voor een latere strekking binnen de Vlaamse beweging die radicaal in conflict zou komen met België. Dat had veel te maken met Gezelles theologische visie, die volkeren als directe goddelijke creaties en talen als spiegels van de volkeren zag. ‘Wees Vlaming dien God Vlaming schiep’, schreef hij in 1860, en die slagzin werd gretig overgenomen door de West-Vlaamse studentenbeweging Studentenbeweging
Lees meer
. Gezelle zelf kon deze visie probleemloos combineren met een positieve beeldvorming over de Belgische revolutie, die immers een einde had gemaakt aan wat hij als protestantse dwingelandij ervoer. Toch was het duidelijk voor hem dat een tweetalige natie zoals België geen goddelijke creatie was, en dus slechts in functie van Vlaanderen belang kon hebben. Gezelles leerlingen en volgelingen waren minder beducht voor de ‘duivel uit het Noorden’ en benadrukten daarom sterker het onderscheid tussen het ‘natuurlijke’ (en dus ‘eeuwige’) Vlaanderen en het ‘artificiële’ (en dus potentieel ‘eindige’) België. Daarmee werden de voorwaarden gecreëerd voor een anti-Belgische stellingname, al werd deze voorlopig nauwelijks tot uitdrukking gebracht.

De tegenstelling tussen dit traditionalistische uitgangspunt van de West-Vlaamse studentenbeweging en de meer vooruitstrevende positie van de cultuurminnaars in de Vlaamse steden bemoeilijkte de vorming van een Vlaams front. Toch was de discursieve tweedeling tussen een ‘natuurlijk Vlaanderen’ en een ‘artificieel België’ ook prominent – en in toenemende mate – aanwezig in de vrijzinnige vleugel van de Vlaamse beweging. Ook hier kwam dit niet zozeer tot uitdrukking in anti-Belgische leuzen, als wel in een stilzwijgen over België. Termen als ‘België’ en ‘Belgisch’ kwamen in de Vlaamsgezinde literatuur van de laatste decennia van de 19de eeuw steeds minder voor. De precieze betekenis van de term ‘Vaderland’ werd vaak in het midden gelaten, maar de associatie met Vlaanderen was doorgaans sterker dan die met België. Dat Vlaamse vaderland werd in de twee decennia vóór de Eerste Wereldoorlog omgeven door een uitgebreid symbolisch en historisch universum, waarvan de thema’s in hoge mate waren ontleend aan de Belgisch-patriottische verheerlijking van het middeleeuwse Vlaanderen en Brabant. Zowel katholieken als vrijzinnigen konden zich tot op zekere hoogte met dit historische en symbolische repertorium vereenzelvigen. Zelfs voor de socialistische militanten in Gent bleek het een sterkere bron van identificatie dan de Belgisch-patriottische retoriek, al vereenzelfdigden zij zich vermoedelijk eerst en vooral met de eigen gemeenten en de eigen beroepsgroep. .

Deze evolutie werd mee gestimuleerd door de politieke democratisering die in heel Europa plaatsgreep. Juist omdat meer burgers bij het politieke leven betrokken geraakten, groeide ook het besef van de grote afstand tussen de politieke elite en de rest van de maatschappij. In Vlaanderen kreeg deze tegenstelling ook een talige lading: de Franstalige Belgische politieke elite werd tegenover het Vlaamse ‘gewone volk’ geplaatst. Dat die politieke elites slechts mondjesmaat wetgeving toestonden die de positie van het Nederlands in België verstevigde, was koren op de molen van een beeldvorming die België meer en meer tegenover Vlaanderen plaatste.

Politieke elites in Vlaamse steden, die stemmen wilden verwerven bij het electoraat op het Vlaamse platteland, speelden hierop in door zich in hun discours meer te verbinden met een geïdealiseerd Vlaanderen dan met het Belgische vaderland. Zelfs de culturele avant-garde, die afstand nam van romantische vormen van flamingantisme, verbond zich meer met het Vlaamse volk dan met de Belgische staat. In zijn ophefmakende ‘Kritiek der Vlaamsche Beweging’, die in 1896 in het tijdschrift Van Nu en Straks Van Nu en Straks
Van Nu en Straks (1893-1901) was een literair en cultureel tijdschrift, dat voor Vlaanderen vernieuwend was doordat het aansloot bij internationale eigentijdse denkrichtingen zoals het an... Lees meer
verscheen, noemde August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
‘de omwenteling van ’t jaar dertig […] de onnoozelste welke ooit vreemde invloeden hier opstookten’ en schreef hij ‘Belgisch(e)’ consequent tussen aanhalingstekens. De redactiesecretaris van datzelfde tijdschrift, de Antwerpse arts Gustaaf Schamelhout Schamelhout, Gustaaf
Gustaaf Schamelhout (1869-1944) was een arts die zich ook cultureel engageerde. Vooral na de Eerste Wereldoorlog ontpopte hij zich tot een expert in de antropologie en rassenkunde. Die in... Lees meer
, had al in 1889 geklaagd over ‘de walse en valse geest waarvan alles in België is doordrongen.’

Tijdens de beginjaren van de 20ste eeuw strookte Vlaamsgezindheid dus lang niet meer altijd met Belgisch patriottisme. Meer zelfs, een latent antibelgicisme had zich diep in de Vlaamse beweging genesteld. Leidende figuren van die beweging stelden het Belgische staatsverband nog niet ter discussie, maar ontkenden wel het bestaan van een Belgische nationaliteit. Dat was onder meer het geval voor de Antwerpse atheneumleraar en intellectueel Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
, die de Belgische Revolutie een catastrofe en een nutteloze onderneming noemde. Dat hij dit in het jaar van de 75ste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid deed, maakte dit standpunt extra controversieel in de Franstalige pers. Onder de Vlaamsgezinde leerlingen daarentegen vond hij vooral instemming. De Vlaamsche Bond Vlaamsche Bond
De Vlaamsche Bond was een Vlaamsgezinde en vrijzinnige scholierenvereniging, opgericht in 1901 aan het Koninklijk Atheneum in Antwerpen, met antiburgerlijke trekken. De vereniging was ond... Lees meer
, die de leerlingen van Vlaamse middelbare scholen groepeerde en vertegenwoordigde, besloot vrijwel unaniem geen afvaardiging te sturen naar de festiviteiten. Anders dan de Belgische Werklieden Partij Belgische Werkliedenpartij
Lees meer
– die wegbleef uit verzet tegen de mensonterende werkomstandigheden en de blijvende politieke uitsluiting van de Belgische arbeiders – stuurde zij hiermee een signaal uit tegen het bestaan zelf van België. Toch stelden sommige Vlaamsgezinde socialisten bij deze gelegenheid de zin zelf van de Belgische Revolutie ter discussie. De meest toonaangevende van hen was Camille Huysmans Huysmans, Camille
Camille Huysmans (1871-1968) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die van 1933 tot 1940 burgemeester van Antwerpen was, tweemaal een ministerpositie bekleedde en een jaar lang ... Lees meer
, die in zijn La Révolution de 1830 et le mouvement politique het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden diep betreurde.


Tweetalige affiche met het feestprogramma voor de 75ste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps36570)
Tweetalige affiche met het feestprogramma voor de 75ste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps36570)

Deze voorbeelden tonen aan dat er al vóór de Eerste Wereldoorlog een basis aanwezig was voor een anti-Belgische mobilisatie én dat onder de jongere generatie van de Vlaamse beweging geen krachtig afweersysteem tegen deze tendens bestond. Veel leden van de Vlaamsche Bond zouden enkele jaren later vooraanstaande posities in de Vlaamse beweging innemen, en Camille Huysmans werd al in 1910 een van de leidende figuren van de mobilisatie voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit (zie Hoger onderwijs in Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
). Deze mobilisatie werd niet in anti-Belgische termen gevoerd, maar Huysmans’ Katholieke medestander Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
maakte zijn liefde voor het Belgische vaderland wel meer dan eens afhankelijk van de vraag of België Vlaanderen vooruit hielp. De loyaliteit die de meeste Vlaamsgezinden nog tegenover België voelden – en die zij tijdens de Eerste Wereldoorlog sterk in de verf zouden zetten – was zelden gebaseerd op een krachtig Belgisch-patriottisch narratief. Er leek nog weinig nodig te zijn om een belangrijke anti-Belgische strekking in de Vlaamse beweging binnen te loodsen.

De Eerste Wereldoorlog als keerpunt

Anti-Belgische strekkingen waren zeker al vóór de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
aanwezig in de Vlaamse beweging, maar de Duitse bezetting gaf ze een ruimere weerklank en een nieuwe betekenis. In de context van een gecensureerde pers kregen radicale stellingnamen, die tot dan marginaal waren gebleven, de kans om te worden uitgedrukt voor zover ze pasten binnen de Duitse doeleinden – zelfs indien deze laatsten niet atijd duidelijk waren en door de tijd heen evolueerden. Tijdens de eerste uren van de oorlog werden alle spanningen die België verdeelden in naam van de heilige unie in slaapstand geplaatst (zie Godsvrede Godsvrede
Godsvrede is een middeleeuws begrip dat een schorsing van de vijandelijkheden tussen verschillende partijen inhoudt. In de geschiedenis van de Vlaamse beweging werd het begrip op verschil... Lees meer
). Dit eenheidsgevoel ebde in de loop van het conflict geleidelijk weg, maar geen enkele maatschappelijke breuklijn werd in dezelfde mate op scherp gesteld als de communautaire kwestie, en meer bepaald de verhoudingen tussen de Vlaamse beweging en de Belgische staat. Het was inderdaad grotendeeels tijdens de Eerste Wereldoorlog dat een kloof ontstond tussen een zogenaamd ‘ passivistische Passivisme
Het begrip ‘passivisme’ verwijst naar de Vlaamsgezinden die tijdens de Eerste Wereldoorlog verdere pogingen om de Vlaamse eisen te realiseren tot na het einde van het politiek-militair co... Lees meer
’ of loyalistische Vlaamse beweging – waartoe de voornaamste katholieke, liberale en socialistische leiders behoorden – en een ‘ activistische Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
’ stroming die duidelijk afstand nam van de Belgische staat. Binnen die laatste strekking ontwikkelde zich ook een (anti-Belgisch) Vlaams-nationalisme. Zoals de toen twintigjarige Gerard Walschap Walschap, Gerard
Gerard Walschap (1898-1989) was een Vlaamse auteur. Lees meer
het al in 1918 formuleerde : ‘Het activisme spleet ons veel dieper dan ons nu begrijpelijk voorkomt. Het koos tussen Vlaanderen en België, twee vaderlanden voor ons tot dan toe identiek, en die plots tot onze verstomming onverzoenlijke vijanden waren’. Het loutere aanvaarden van de door de Duitse bezetter in het kader van de Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
uitgestoken hand toonde hoezeer de activistische strekking het bezette België de rug had toegekeerd. Voor de bezetter had deze politiek als doel België te verzwakken door de interne verdelingen van het land uit te buiten. Ze vloeide ook voort uit de wil om na de oorlog de Europese grenzen te hertekenen, waarbij België potentieel zou verdwijnen. De activisten zelf konden worden onderverdeeld in twee strekkingen: enerzijds zij die de oprichting van een Vlaamse staat bepleitten en anderzijds zij die zich tevreden stelden met een federaal systeem op etno-regionale basis in België.

Het kan niet worden ontkend dat de Belgische staat vóór 1914 – en de katholieke regeringen die sinds 1884 de touwtjes in handen hadden – weinig gehoor had gegeven aan een aantal Vlaamse verzuchtingen. Toch vormde het aanvaarden en steunen van een door een bezetter geïnitieerde politiek een breuk zonder voorgaande. Deze kan zowel in haar anti-Belgische dimensies worden geanalyseerd als in haar verhouding tot de democratie. Aangezien de Belgische staat – vanuit onverschilligheid en actieve tegenkanting – de eisen van de Vlaamse beweging niet had ingewilligd, waarom hoefde deze zich dan nog loyaal te tonen tegenover die staat? Voor de activisten was het met andere woorden legitiem een kader te aanvaarden dat was geïnstalleerd door de bezetter en deze bepaalde eisen van de Vlaamse beweging te zien verwezenlijken. Met hun collaboratie verzaakten ze ook aan het plan om deze eisen te realiseren binnen de parlementaire democratie en dus te wachten tot na de oorlog.

Er was volgens hen met andere woorden geen ruimte voor een afwachtende houding. De Vlaamse identitaire verzuchtingen gingen voor op de oorlogscontext.

In het patriottische klimaat van de bezetting droeg deze strategie vanzelfsprekend bij tot een geïsoleerde positie. In een eerste fase sloten de verwezenlijkingen van de Flamenpolitik naadloos aan bij de klassieke eisen van de beweging, meer bepaald het respect voor de rechten van de Nederlandstaligen – ook in Brussel – door een meer effectieve naleving van de bestaande wetten, het aannemen van nieuwe bepalingen en de vernederlandsing van de Universiteit van Gent (oktober 1916). Deze laatste maatregel, die gevolg gaf aan een van de emblematische programmapunten van de vooroorlogse Vlaamse beweging, was een bijzonder sterk signaal. Hij had al vanaf januari 1916 officieel protest uitgelokt van een aantal Vlaamse persoonlijkheden voor wie ‘de Vlaamse kwestie een binnenlandse politieke aangelegenheid’ was, en die daarvoor geen inmenging door ‘de bezettingsmacht’ wensten. De aangekondigde vernederlandsing van de Gentse universiteit was een maand later ook veroordeeld door het sluikblad De Vlaamsche Leeuw: ‘eene vervlaamsching ons gegeven door mannen wier handen druipen van het bloed onzer helden mogen noch kunnen wij aanvaarden’.

Tot dan bleven de tussenkomsten van de bezetter binnen het domein van de klassieke taalstrijd. In februari 1917 echter richtte een groep activisten met de toestemming van de bezetter de Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
op. Met de uitroeping van de ‘administratieve scheiding’ een maand later werd aan de fundamenten van de Staat zelf geraakt. Deze beslissing werd vanzelfsprekend veroordeeld door de Belgische regering in ballingschap. Actieve deelname aan deze politiek vormde derhalve een daad van verraad tegen België – een verrraad dat er onvermijdelijk toe bijdroeg dat de Vlaamse beweging als geheel in diskrediet raakte.

Daar bleef het niet bij. In december 1917 overschreed de Raad van Vlaanderen een nieuwe grens door de onafhankelijkheid van Vlaanderen uit te roepen. De bezetter zelf was echter verdeeld over de te volgen strategie. Om de legitimiteit van de Raad van Vlaanderen te bestendigen werd een volksraadpleging georganiseerd. Minder dan 15000 mensen namen er aan deel. Tijdens bepaalde activistische meetings vonden tegenbetogingen plaats. In maart 1918 ging de Raad van Vlaanderen zo ver een motie aan te nemen die de verdwijning van het woord België voorschreef.


Activistische bijeenkomst op de Vrijdagmarkt in Gent naar aanleiding van het uitroepen door de Raad van Vlaanderen van de Vlaamse politieke zelfstandigheid, 27 januari 1918. (Universiteitsbibliotheek Gent)
Activistische bijeenkomst op de Vrijdagmarkt in Gent naar aanleiding van het uitroepen door de Raad van Vlaanderen van de Vlaamse politieke zelfstandigheid, 27 januari 1918. (Universiteitsbibliotheek Gent)

Voor de loyalisten was het ondenkbaar de politiek van de Duitse bezetter te aanvaarden. Dit betekende echter niet dat de oorlog met een absolute stilte diende beantwoord te worden. Vanuit het neutrale Nederland werden loyalistische flamingantische stellingnamen publiek gemaakt. Enerzijds werden de activisten daarin scherp veroordeeld maar anderzijds werd druk gezet op de Belgische regering zodat deze eindelijk aandacht besteedde aan de eisen van de VB. Ook in het bezette België omarmden Vlaamse militanten de loyalistische zaak.

Niet alleen in het bezette België schudde de oorlog de verhoudingen van de Vlaamse beweging met België door elkaar. De ontevredenheid die zich bij een groep Vlaamsgezinde soldaten aan het IJzefront ontwikkelde, werd verder verspreid door jonge, overwegend katholieke intellectuelen die aan de oorsprong stonden van de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
. Deze werd tijdens de zomer van 1917 clandestien opgericht. Symbolisch richtte zij op 11 juli 1917 een ‘ Open brief aan den Koning der Belgen, Albert I door de frontsoldaten Open Brieven van de Frontbeweging
De Open Brieven van de Frontbeweging waren gestencilde of gedrukte clandestiene manifesten die tussen 11 juli 1917 en 11 juli 1918 aan het front werden verspreid. Daarbij mogen ook een aa... Lees meer
’. Deze keuze toonde enerzijds hun gehechtheid aan Vlaanderen, maar anderzijds ook hun respect voor het Belgische kader, zelfs indien deze lange open brief een samenvatting van hun bezwaren en eisen was. Volgens de auteur van de brief, Adiel Debeuckelaere Debeuckelaere, Adiel
Adiel Debeuckelaere (1888-1979) was een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij zou zijn imago vooral opbouwen dankzij zijn leidende rol in de Frontbeweging. Lees meer
, was het de Belgische regering die de activisten in de armen van de Duitse bezetter had gedreven. Zo hun eisen voornamelijk betrekking hadden op de rechten van de Vlaamse soldaten, dan toonden ze ook een zekere solidariteit met de verzuchtingen en de stellingnamen van de activistische stroming. De oorlog en de bestraffing door de Belgische militaire gezagsdragers droegen dus ook bij aan hun radicalisering. Deze omstandigheden brachten hen er meer bepaald toe zelfstandigheid, de splitsing van ministeries en het recht op zelfbeschikking te bepleiten. Zeven aanhangers van de Frontbeweging staken in mei 1918 de vijandelijke linies over en begaven zich naar het Duitse leger. Zij werden in flamingantische kringen als ‘sublieme deserteurs’ bestempeld en door de Duitse bezetter als propaganda-instrument ingezet.

Het einde van België, onverzoenbaar met de parlementaire democratie?

De Eerste Wereldoorlog vormde dus een breukmoment. Alle auteurs die zich sinds meer dan een halve eeuw over deze kwestie hebben gebogen delen deze visie, zij het met zekere nuanceverschillen. Het activistische engagement veranderde eveneens de manier waarop de tegenstanders van de Vlaamse beweging zich zouden organiseren.

Ook al bleef de activistische strekking gedurende de oorlog een minderheidspositie bekleden, toch ging zowel het Belgische establishment als de Waalse beweging Waalse beweging
De Waalse beweging ontstond op het einde van de 19e eeuw en heeft zijn wortels in een culturele, politieke en taalkundige dimensie. Ze was verdeeld in verschillende stromingen, waarvan de... Lees meer
het geheel van de Vlaamse beweging als antinationaal en antipatriottisch beschouwen. Na de Wapenstilstand zegevierde het Belgische nationalisme Belgisch nationalisme
Lees meer
en zag de Vlaamse beweging zich beladen worden met alle zonden van het activisme. Elke Vlaamsgezinde eis die zich na de Eerste Wereldoorlog manifesteerde, werd sindsdien in Belgisch patriottische kringen gelijkgesteld met de politiek van de ‘verafschuwde mof’. Zo werd de wet op het gebruik van talen in administratieve aangelegenheden (1921) bestempeld als de ‘Von Bissing-wet’, en ook elk project voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit werd verbonden met de naam van deze Duitse gouverneur van het bezette België. De Vlaamsgezinde militanten zelf werden ‘flamboches’ genoemd. Zij waren verraders, vijanden van het vaderland.  


De Vlaamsgezinde eis voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit werd door Franstalige tegenstrevers bestreden door te verwijzen naar de zogenaamde Von-Bissing-universiteit tijdens de Duitse bezetting. (Archief Universiteit Gent)
De Vlaamsgezinde eis voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit werd door Franstalige tegenstrevers bestreden door te verwijzen naar de zogenaamde Von-Bissing-universiteit tijdens de Duitse bezetting. (Archief Universiteit Gent)

De algemene naoorlogse context, de niet ingeloste belofte van de vernederlandsing van de Gentse universiteit (die nochtans was geformuleerd in de koninklijke toespraak van 22 november 1918), de bestraffing van het activisme – het waren stuk voor stuk elementen die de uit de oorlog voorspruitende radicalisering versterkten. Op het politieke niveau zag de Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
het licht, een partij die zich voorstelde als de erfgenaam van de Frontbeweging, maar ook voormalige activisten in haar rangen opnam en zo de radicaalste vleugel van de Vlaamse beweging verenigde. Haar electorale basis bleef weliswaar beperkt, maar zij kondigde niettemin de politieke doorbraak aan van een Vlaams-nationalisme waarvan de invloedssfeer de partijgrenzen overschreed. Tegelijk bleef de loyalistische vleugel van de Vlaamse beweging strijden voor de realisatie van het gelijkheidsprincipe – ditmaal in het kader van de reële parlementaire democratie, aangezien het algemeen mannenstemrecht in 1919 was ingevoerd. Onder deze loyalistische vleugel bevond zich de meerderheid van de Vlaamsgezinde militanten. Aangezien hun boodschap werd verspreid door talrijke katholieke verenigingen, kon men voortaan spreken van een werkelijke massificatie van de Vlaamse beweging.

Deze loyalistische strekking wilde een België uitbouwen dat meer respect toonde voor de rechten van de Vlamingen – het zogenaamde ‘ minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
’ – zonder daarom het bestaan van die staat zelf ter discussie te stellen. Zij droeg er wel toe bij dat de Vlaamse identiteit zich bevestigde en bestendigde. Vele loyalisten voelden zich primair verbonden met Vlaanderen, en slechts in tweede instantie met België. De rol van de culturele organisaties werd versterkt en een Vlaamse pers Pers
Van bij het ontstaan van de Vlaamse beweging vervulde de Nederlandstalige pers een belangrijke rol als spreekbuis. De veelheid aan Vlaamse kranten en (week)bladen die in de 19de en 20ste ... Lees meer
met een communautaire gevoeligheid kwam tot ontwikkeling. De strijd werd voortaan gevoerd in naam van Vlaanderen zonder dat dit voor een meerderheid van de Vlaamse militanten noodzakelijk de verdwijning van België betekende. Nieuwe symbolen verspreidden zich. Vlaamsgezinde katholieken en de overwegend katholieke Vlaams-nationalisten – die doorgaans ook katholiek waren – ontmoetten elkaar tijdens de IJzerbedevaarten IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
en rond het emblematische symbool AVV-VVK dat daarmee verbonden was. Toch waren het meer dan loutere nuances die de twee strekkingen van elkaar onderscheidden, en de verhouding tot België was een van de spanningsvelden. De bedevaart van 1930 – die later bekend kwam te staan als ‘de stormloop’ – vormt daar een perfecte illustratie van. Niet alleen viel deze samen met de inhuldiging van de IJzertoren IJzertoren
De IJzertoren is een Vlaamsgezind monument in Diksmuide, dat in 1928-1930 werd opgericht als eerbetoon aan de Vlaamse soldaten die sneuvelden aan het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoo... Lees meer
, hij werd ook opgeschrikt door Belgische vlaggen en door pamfletten die vanuit een vliegtuig over de wei werden uitgeworpen. Het pamflet klaagde de verraders van het Belgische vaderland aan en eindigde met een emotioneel pleidooi ten gunste van Koning Albert. Tijdens de opschudding van het moment werden Belgische vlaggen verbrand door Vlaamse oudstrijders – die zich kort na de Eerste Wereldoorlog eerder gematigd hadden opgesteld –  en braken incidenten uit, die de interventie van de rijkswacht noodzakelijk maakten. Al deze elementen legden bestaande spanningen en de groeiende radicalisering van een aantal deelnemers bloot.

Het Vlaams-nationalisme oefende aantrekkingskracht uit op talrijke jonge katholieken. Onmiskenbaar bestond er een zekere verwevenheid tussen Vlaamse katholieke en Vlaams-nationalistische militanten, wat ook bleek uit de resultaten van zogenaamde Borms-verkiezing in december 1928. Maar de nationalistische strekking keerde België steeds resoluter de rug toe, en nam in diezelfde beweging ook afstand van de democratie. Deze twee aspecten waren onvermijdelijk met elkaar verbonden, aangezien er geen democratische meerderheid bestond voor de onafhankelijkheid van Vlaanderen. De Vlaamse onafhankelijkheid was als programmapunt inderdaad onverzoenbaar met de structuur van de Belgische democratie. Sindsdien bestonden verschillende opties zij aan zij, gaande van de meest gematigde die de uitbouw van een federalistisch Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
systeem vooropstelde – een optie die geleidelijk aan terrein won – tot aan de onafhankelijkheid of de aanhechting van Vlaanderen bij Nederland, twee keuzen die de verdwijning van België impliceerden. De Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
stroming werd in het bijzonder verdedigd door het weekblad Vlaanderen Vlaanderen (1922-1933)
Vlaanderen was een radicaal Vlaams-nationalistisch weekblad dat verscheen tussen 1922 en 1933. Het stond voor het grootste deel onder leiding van Robrecht de Smet en Josué de Decker. Het ... Lees meer
, maar ook door het dagblad De Schelde De Schelde (1919-1936)
Lees meer
. Men vond er zowel naar Nederland gevluchte activisten als radicale en anti-Belgische Vlaams-nationalisten terug. Zij beloofden een autonoom Vlaanderen binnen een Groot-Nederlands geheel, een perspectief dat de facto het behoud van de Belgische staat uitsloot. Elke federalistische optie werd er verworpen als een vorm van ‘neo-belgicisme’.  


Radicale nationalisten waaronder de oud-activisten August Borms en Leo Augusteyns poseren voor het standbeeld van Albrecht Rodenbach in Roeselare, 1930. Hun boodschap bij de viering van 100 jaar Belgische onafhankelijkheid is duidelijk. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph41673)
Radicale nationalisten waaronder de oud-activisten August Borms en Leo Augusteyns poseren voor het standbeeld van Albrecht Rodenbach in Roeselare, 1930. Hun boodschap bij de viering van 100 jaar Belgische onafhankelijkheid is duidelijk. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph41673)

Voor de loyalistische stroming vormden de vernederlandsing van de Gentse universiteit en de uitbouw van een systeem van eentaligheid door de wetgeving van 1932 stappen in de goede richting (zie Taalpolitiek en -wetgeving Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
). In hun ogen bleef het communautaire geschil nog altijd een taalstrijd en een sociaal conflict dat moest worden opgelost binnen het kader van een Belgische staat waarvan de structuur niet diende te worden aangepast. Tegelijkertijd versterkte dit wetgevende arsenaal, dat een concretisering van het minimumprogramma vormde, de Vlaamse identificatie. In die context diende de volksvertegenwoordiger Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
, van de Antwerpse Frontpartij, in 1931 een wetsvoorstel in met het oog op de uitbouw van een federale staatsstructuur. Het was een primeur. Het voorstel kreeg niet voldoende steun om in overweging te worden genomen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers, maar in het Vlaams-nationalistische milieu droeg het bij tot het isolement van zijn auteur. Dit toonde hoezeer het Belgische kader er werd verafschuwd.

Een verdere stap werd gezet met de effectieve verdwijning van de benaming Frontpartij ten gevolge van haar electorale nederlaag van 1932 en met de oprichting in oktober 1933 van het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV). De antidemocratische stroming manifesteerde zich voortaan voluit op het politieke terrein. De meest gematigde elementen van de oude Frontpartij zochten aansluiting bij democratische partijen. Al nam het VNV deel aan het electorale proces, toch toonde het in zijn programma steeds meer verwantschap met het fascisme en vijandigheid tegenover de Belgische staat. De nieuwe politieke formatie bepleitte de oprichting van een Dietse Diets
Het woord ‘Diets’ stamt uit het Middelnederlands. In de context van de Vlaamse beweging dook deze term voor het eerst op in de loop van de 19de eeuw, meestal als equivalent voor Nederlan... Lees meer
staat die Vlaanderen en Nederland met elkaar zou verenigen. Tussen 1931 en 1934 werd dit project ook uitgedragen door het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
(Verdinaso), een onmiskenbaar fascistisch geïnspireerde beweging beweging. Het evolueerde later in de richting van een Bourgondisch project in navolging van Karel V – men sprak van de ‘Belgische Nederlanden’ of ‘Pays-Bas Belgiques’ – om uiteindelijk uit te komen bij een vorm van Groot-Belgisch nationalisme. Hoewel het Verdinaso in meerderheid Vlaams was, kende het ook enkele afdelingen in Wallonië en in Nederland. Zijn opeenvolgende koerswijzigingen maakten deel uit van de concurrentiestrijd tussen een partijformatie die het parlementaire spel speelde en een beweging die het volledig verwierp. Daarnaast dienden deze partijen zich ook te profileren tegenover het opkomende Rex. Deze nieuwe formatie was zelf verdeeld over de toekomst van België. De overgrote meerderheid was Belgisch patriottisch, terwijl een deel van Rex-Vlaanderen – dat niet uitsluitend ook Nederlandstaligen binnen zijn rangen had – niet ongevoelig was voor de Vlaamse kwestie. Het Rex-VNV-akkoord van oktober 1936 en de neergang die dit betekende voor Rex, toonden echter de grenzen van deze trend aan.

In dezelfde periode evolueerde een aantal katholieke intellectuelen – vooral in de omgeving van de universiteit van Leuven – in de richting van een vorm van federalisme. Ze verzamelden zich rond het blad Nieuw Vlaanderen Nieuw Vlaanderen (1934-1944)
Nieuw Vlaanderen (1934-1944) had als uitgangspunt de eentaligheid van Vlaanderen. Door zijn federalistische stellingname midden jaren 1930 was het blad radicaler dan de katholieke partij ... Lees meer
(1934-1944)
en slaagden er geleidelijk in hun ideeën te laten doordringen in de Vlaamse vleugel van de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&amp;V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
. Binnen deze strekking bevonden zich ook de voorstanders van een toenadering tot het VNV, maar deze strategie botste zowel binnen de Vlaams-nationalistische partij als binnen de christen-democratische beweging op heel wat vijandigheid. Toch was zij symptomatisch voor de evolutie van een deel van de Vlaamse katholieke rechterzijde, dat de strategie van de Vlaamse Concentratie omarmde en het federalisme voortaan als een nastrevenswaardige optie beschouwde.

Collaboratie en repressie, twee motieven voor vijandigheid tegenover België

Het engagement van het VNV in de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
aan de zijde van Nazi-Duitsland gedurende de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
kwam niet als een verrassing. Onderzoek heeft aangetoond dat reeds vóór de oorlog contacten bestonden tussen bepaalde kaderleden van de partij – onder wie de leider van de partij, Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carrière begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
– en het Hitler-regime. Het collaborerende milieu beschouwde zichzelf als een elite die geroepen was om het volk te leiden. De bezetter schoof nochtans geen enkel duidelijk project voor België naar voren. Men kan zeker spreken van een tweede Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
, maar deze ging, na de ervaring van de Eerste Wereldoorlog, nooit zover in de feiten: geen administratieve splitsing, geen uitroepen van de Vlaamse onafhankelijkheid. De Belgische structuren bleven gehandhaafd. De bezetter trachtte bovendien handig in te spelen op de rivaliteiten tussen verschillende collaborerende formaties. Geconfronteerd met deze situatie legde het VNV zich toe op een strategie van machtsverwerving die vooral functioneerde op het lokale niveau en in Nieuwe Orde-instellingen die tijdens de bezetting waren gecreëerd. Men kan dus spreken van een aanwezigheidspolitiek in de schoot van de Belgische instellingen bij gebrek aan een politiek perspectief op lange termijn. Slechts helemaal op het einde van de bezetting, toen het militaire bestuur door een burgerlijk bestuur werd vervangen, was er sprake van de oprichting van een  Reichsgau Flandern. Twee maanden later was België bevrijd.

Deze collaboratie, die het kader van het VNV oversteeg, droeg al vanaf de bezetting bij tot zowel de verwerping van het Vlaams-nationalisme door een belangrijk deel van de Belgische bevolking als tot het voortleven van het anti-Belgische radicalisme van de Vlaams-nationalisten. In tegenstelling tot de situatie tijdens de Eerste Wereldoorlog, waren er weinig sporen van Vlaamsgezind militantisme aan de zijde van het verzet Verzet
Het georganiseerde verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Vlaamse provincies was doorgaans altijd Belgisch verzet: zowel op het vlak van de ideologische oriëntatie, de motieven en he... Lees meer
, dat evenzeer in het Noorden van het land actief was. Maar die afwezigheid versterkte vanzelfsprekend de verwerping van de Vlaamse beweging in haar geheel tijdens en na de Bevrijding. Het anti-Belgische sentiment van de Vlaams-nationalisten vond bevestiging in de vervolging van de collaboratie door de Belgische staat. In hun ogen werden zij door België verworpen en gesanctioneerd, en werden zij strafrechterlijk vervolgd vanwege hun ‘Vlaams idealisme’. Zij vonden hun eigen houding volstrekt legitiem, aangezien de Belgische staat volgens hen in 1940 in gebreke was gebleven en hoe dan ook altijd hun rechten had geschonden. Ze achtten zich, kortom, niet schuldig tegenover een Belgische staat die ze iedere vorm van legitimiteit ontzegden. De anti-democratische keuzen die ze tijdens de bezetting hadden gemaakt, stelden ze evenmin ter discussie. Net zoals na de Eerste Wereldoorlog droeg de houding van een deel van de Vlaamse beweging in hoge mate bij aan haar diskrediet in de Belgische samenleving, en dat diskrediet leidde op zijn beurt tot een toegenomen radicalisering.

Ook al was er ditmaal geen sprake van een zegevierend Belgisch nationalisme Belgisch nationalisme
Lees meer
aan het einde van het conflict, toch was het ressentiment tegenover het Vlaams-nationalisme krachtig. Daarvan getuigde de vernieling, in maart 1946, van de IJzertoren IJzertoren
De IJzertoren is een Vlaamsgezind monument in Diksmuide, dat in 1928-1930 werd opgericht als eerbetoon aan de Vlaamse soldaten die sneuvelden aan het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoo... Lees meer
. De schuldigen werden nooit formeel geïdentificeerd, wat het ongenoegen binnen flamingantische kringen tegenover de Belgische rechtspraak nog deed toenemen. Deze leek in hun ogen immers ijveriger in het achternazitten van de ‘Vlaamse idealisten’ dan in het arresteren van de schuldigen van deze aanslag. 


Vlaamse én Belgische vlaggen op de zogenaamde Herstelbedevaart van 1946, aan de voet van de verwoeste IJzertoren. (ADVN, VFAY707)
Vlaamse én Belgische vlaggen op de zogenaamde Herstelbedevaart van 1946, aan de voet van de verwoeste IJzertoren. (ADVN, VFAY707)

Nadat het VNV wettelijk verboden was, trachtte de Vlaamse katholieke wereld zijn electorale basis te verruimen door de stemmen te herwinnen die vóór de oorlog naar Vlaams-nationalistische partijen waren gegaan (operatie ‘Verruiming’). Die strategie hoorde thuis binnen het globalere perspectief van de CVP-PSC Christelijke Volkspartij
Lees meer
, die zich van de Koningskwestie Koningskwestie
Constitutioneel, politiek en maatschappelijk vraagstuk rond de persoon en de houding van koning Leopold III tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
bediende als een opstap om haar meerderheidsstrategie te versterken. De breuk tussen een loyalistische Vlaamse beweging en het anti-Belgische Vlaams-nationalisme bleek echter te sterk. Daarvan getuigden meer bepaald de spanningen rond de IJzerbedevaarten IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
. In 1954 werd de basis voor een nieuwe Vlaams-nationalistische formatie gelegd. Zij omvatte zowel de anti-Belgische stroming die zich in de collaboratie had geëngageerd als een nieuwe generatie Vlaams-nationalisten. Het doel was voortaan de federalisering van België, wat de verkondiging van anti-Belgische gevoelens niet uitsloot. De Belgischgezinde vleugel van de Vlaamse beweging bleef zich intussen ophouden binnen de traditionele partijen – vooral binnen de CVP – en zette de strijd voort op het niveau van de taal.

Geleidelijk veranderde de context. Op het economische vlak kende Vlaanderen een ontwikkeling zonder voorgaande, met in haar kielzog het ontstaan van nieuwe elites die niet langer als ‘tweederangsburgers’ wensten behandeld te worden. Voor Wallonië daarentegen trad een fase van economische neergang in. Dat de uitdagingen met betrekking tot Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
en de taalgrens Taalgrens
Het begrip ‘taalgrens’ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
gemeenten bijzonder gevoelig lagen, bleek uit het verzet tegen de voor 1957 geplande talentelling en uit de twee Marsen op Brussel Marsen op Brussel
De Mars(en) op Brussel waren twee flamingantische massabetogingen die in Brussel op 22 oktober 1961 en 14 oktober 1962 werden georganiseerd. Lees meer
(1961 en 1962). Een communautaire schaduw bleef hangen over de politieke debatten in dossiers met een sterke symbolische lading, zoals de kwestie- Voeren Voeren
Lees meer
, de faciliteiten Faciliteiten
Al sinds de eerste taalwet (1873) voorzag de wetgever in faciliteiten. Deze tegemoetkomingen gaven aanleiding tot tegengestelde interpretaties door Nederlandstaligen en Franstaligen, zo ... Lees meer
gemeenten en de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.

Het uur van de staatshervormingen

Vanaf 1970 waren het niet meer uitsluitend taalcompromissen of eenvoudige wetten die werden aangenomen. De staatsstructuren werden omgevormd in het kader van opeenvolgende grondwetsherzieningen die gehoor gaven aan de wensen die zowel in Vlaanderen als in Wallonië en Brussel werden uitgesproken. De meerderheid van de Vlaamsgezinde militanten zocht genoegdoening van hun eisen nog steeds in een voortdurend proces van omvorming van de Belgische staat. Ook de CVP Christelijke Volkspartij
Lees meer
en in haar kielzog een deel van de Vlaamse liberalen Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in België enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
en socialisten Socialistische partij
De socialistische partij werd in België in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
omarmen deze strategie. Aan Waalse en Franstalige zijde werd deze houding soms omschreven als een strategie om de (Belgische) staat te bezetten. Ook de uitdrukking ‘Etat belgo-flamand’ vond steeds meer ingang. Deze analyse, die vooral aanwezig was in de Waalse socialistische wereld, vertaalde zich ook in een politieke agenda van een meer doorgedreven federalisering.


<p>Het weekblad <em>’t Pallieterke</em> (25 oktober 1962) steekt de draak met de institutionele hervormingen van de katholiek-socialistische regering-Lefèvre. Aan de muur links hangt de beoogde transformatie. Rechts kijkt koning Boudewijn ongerust toe. Tekening Stef Vanstiphout. (ADVN, VY90002)</p>

Het weekblad ’t Pallieterke (25 oktober 1962) steekt de draak met de institutionele hervormingen van de katholiek-socialistische regering-Lefèvre. Aan de muur links hangt de beoogde transformatie. Rechts kijkt koning Boudewijn ongerust toe. Tekening Stef Vanstiphout. (ADVN, VY90002)

De zes opeenvolgende staatshervormingen Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die België omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
maakten deel uit van een strategie die zowel op de consolidatie als op de verzwakking van die staat was gericht. De federalisering van een toenemend aantal bevoegdheden verhoogde het gewicht van de gewesten en gemeenschappen, en voedde meteen ook nieuwe verlangens. Het onafgewerkte karakter van bepaalde stappen in het proces creëerde de behoefte aan nieuwe hervormingen. In de loop van de jaren 1970 werden alle traditionele partijen gesplitst. De Vlaams-nationalistische strekking, die nu werd belichaamd door de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
, schakelde in dezelfde periode over op een strategie van regeringsdeelname met het oog op de uitwerking van een federalistische staatsstructuur. Deze keuze beantwoordde niet aan de verlangens van al haar leden. In de ogen van sommigen onder hen was elke medewerking aan een verwenst land een vorm van verraad. Niettemin namen de Vlaams-nationalisten in 1977 voor het eerst deel aan de staatsmacht. Deze regeringsdeelname veroorzaakte echter hevige contestaties – meer bepaald in het kielzog van het Egmontpact Gemeenschapspact
Het Egmontpact of Egmontakkoord maakt samen met de Stuyvenbergakkoorden deel uit van het zogenaamde Gemeenschapspact, dat de definitieve pacificatie van de communautaire problemen tot doe... Lees meer
– en stortte de partij in een diepe crisis.

In deze context kwam in december 1978 het Vlaams Blok Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ‘Vlaams Blok’, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
tot stand, als resultaat van een fusie van twee kleine formaties, de Vlaamse Volkspartij Vlaamse Volkspartij (1977-1979)
Lees meer
en de Vlaams Nationale Partij Vlaams Nationale Partij (1977-1979)
Lees meer
. Met het Vlaams Blok, dat zich duidelijk aan de radicale rechterzijde van het politieke schaakbord bevond, knoopte een deel van het Vlaams-nationalisme weer aan bij een anti-Belgische en anti-democratische traditie. Talrijke leden van de nieuwe partij hadden trouwens een voorgeschiedenis in gewelddadige en extremistische groupuscules ( Were Di Were Di
Were Di vzw was een radicaal Vlaams-nationalistische actiegroep die vooral met haar tijdschrift Dietsland Europa het rechts-nationalistische gedachtengoed verspreidde in de jaren 1960 tot... Lees meer
, VMO Vlaamse Militanten Orde (1950-1971)
De Vlaamse Militanten Orde was een Vlaams-nationale militantenorganisatie die werd opgericht in 1950, aanvankelijk ter ondersteuning van de Vlaams-nationale partijpolitiek. Lees meer
, Voorpost Voorpost
Voorpost is een Vlaams-Nederlandse uiterst-rechtse actiegroep, opgericht in 1976 door Luc Vermeulen. Met straatacties in Vlaanderen en Nederland strijdt Voorpost vooral tegen België en m... Lees meer
...) die in de decennia na de oorlog waren ontstaan. Deze koppelden een radicaal Vlaams-nationalistisch programma (onafhankelijkheid van Vlaanderen en totale amnestie Amnestie
Lees meer
) aan een racistisch Racisme
Lees meer
(terugkeer van de geïmmigreerde arbeiders), etno-nationalistisch en anti-communistisch vertoog. Velen van hen waren ook actief in het organiseren van talloze amnestiebetogingen, die telkens ook een aanleiding vormden om anti-Belgische slogans te verspreiden.

Vanaf 1978 streden twee Vlaams-nationalistische partijformaties om de gunst van de kiezer: de ene bleef resoluut democratisch, de andere situeerde zich nadrukkelijk aan de radicale rechterzijde. Deze laatste slaagde er door haar xenofobe standpunten bovendien in om een electoraat buiten de traditionele Vlaams-nationalistische milieus aan te spreken. Een tweede regeringsdeelname van de Volksunie (1988-1991) leverde haar opnieuw een lawine van kritiek op. Zij kreeg meer bepaald het verwijt keuzes te hebben onderschreven die ingingen tegen het historische programma van het Vlaams-nationalisme. Het was dan ook een partij in crisis die in november 1991 de kiezer tegemoet trad. De Volksunie-Vlaamse Vrije Demokraten werd slechts de vijfde politieke formatie in het noorden van het land (9,3%) en haar resultaat bleef zelfs onder dat van het Vlaams Blok (10,3%). Deze laatste werd bovendien de grootste partij in het het arrondissement Antwerpen tijdens deze verkiezingsdag, die bekend staat als ‘ Zwarte Zondag Zwarte Zondag
“Zwarte zondag” was de benaming voor de doorbraak van het Vlaams Blok (VB) bij de Kamer- en Senaatsverkiezingen van 24 november 1991. De overwinning zorgde voor een politieke schokgolf en... Lees meer
’. De Volksunie werd voor de keuze gesteld of ze diende terug te keren naar een onversneden nationalisme, dan wel of ze zich moest openstellen om een pluralistische formatie te worden die de traditionele breuklijnen van de Belgische samenleving oversteeg.

Uiteindelijk implodeerde de partij in 2001. Terwijl een deel van haar leden aansloot bij de traditionele partijen, hielden anderen de Nieuw-Vlaamse Alliantie Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
(N-VA) boven de doopvont. Deze nieuwe formatie sprak zich in haar statuten luid en duidelijk uit voor een onafhankelijk Vlaanderen, net zoals overigens ook het Vlaams Blok dat deed in zijn beginselverklaring. In de realiteit lijkt N-VA vooral het confederalisme te verdedigen, dat ook wordt voorgesteld als een onmisbaar instrument om de democratie in Vlaanderen te herstellen. Binnen een federaal België heette dit immers onmogelijk te zijn aangezien de politieke projecten van Vlaanderen en Wallonië onverzoenbaar waren geworden. Vandaag vertegenwoordigen N-VA en Vlaams Belang – de opvolger van het Vlaams Blok – bijna de helft van de Vlaamse kiezers, terwijl de Belgische staat wel een institutionele realiteit blijft. Op basis van hun respectievelijke programma’s staat de verdwijning van België wel degelijk op de politieke agenda. Maar beantwoordt zij ook aan de wens van de meerderheid van hun kiezers? Meerdere recente opiniepeilingen tonen aan dat dit niet het geval is. 

In de periode waarin de N-VA deelnam aan de federale regering (2013-2019) deden zich opmerkelijke dubbelzinnigheden voor in haar verhouding tot België. De partij plaatste haar confederale agenda tijdelijk ‘in de koelkast’ ten gunste van wat zij een rechts sociaal-economisch herstelbeleid noemde. In deze regering bekleedden zij enkele posten die de verdediging van traditionele Belgische instellingen inhielden en ijverden zij onder meer voor een versterking van het Belgische leger als reactie op de terreuraanslagen van maart 2016. Deze dubbelzinnigheid is een van de factoren geweest die een belangrijk deel van de Vlaams-nationalistische kiezers tijdens de verkiezingen van mei 2019 opnieuw in de richting van het Vlaams Belang heeft gedreven.

Een vanzelfsprekende Vlaamse natie

Het bestaan van een Vlaamse identiteit lijkt vandaag vanzelfsprekender dan ooit. Precies om die reden is de Vlaamse beweging als zodanig aan een voortschrijdende erosie onderhevig. De vanzelfsprekendheid van de Vlaamse identiteit lijkt een beweging die deze identiteit wil promoten immers overbodig te maken. De Vlamingen zijn als het ware minder flamingantisch, maar wel ‘Vlaamser’ geworden. Men kan derhalve zonder meer spreken van een ‘Vlaamse natie’ in de schoot van de Belgische staat, terwijl men niet met dezelfde vanzelfsprekendheid over een Waalse natie kan schrijven. Deze Vlaamse natie wordt gepercipieerd als performanter, rijker en productiever. Op die manier tekent Vlaanderen zich nadrukkelijk af ten opzichte van België in zijn geheel én van Wallonië in zijn singulariteit. Die sterke economische Economie
Dit artikel gaat over de relatie tussen economie en Vlaamse beweging. Daarmee beoogt deze tekst geen economische geschiedenis te schetsen van wat we vandaag Vlaanderen noemen. Integendee... Lees meer
prestaties werden ook een bron van legitimiteit voor vertogen die de – overdreven geachte – ‘solidariteits transfers Financiële transfers
Dit lemma brengt het verloop van veertig jaar interregionale transfers in België in kaart, evenals de verklaring, de verantwoording en de effecten ervan. Meer dan een centenkwestie zijn t... Lees meer
’ veroordelen. Bovendien kan deze vanzelfsprekende en zelfbewuste natie het ook stellen zonder nationalistische vertogen die gecompromitteerd zijn door hun verwevenheid met een radicaal-rechtse traditie. Ze kan daarentegen wel het bestaan aanvaarden van een Belgische staat waarvan het identitaire substraat als zwak wordt ervaren en die daarom niet als een concurrent wordt beschouwd. Deze zwakheid kan tegelijk als de oorzaak en als het gevolg van de ontwikkeling van een Vlaamse (en Waalse) identiteit worden beschouwd. Een verzwakte Belgische identiteit wordt immers verder ondergraven door de nieuwe identiteiten die op het Belgische territorium tot wasdom zijn gekomen.

Deze situatie is radicaal anders dan die in de 19de eeuw, toen de Vlaamse beweging ontstond als consoliderende factor voor België. De strikt taalkundige dimensies van de strijd van de Vlaamse beweging behoren tot het verleden. Die strijd is institutioneel geworden. In de periode van een eeuw heeft de Vlaamse natie zich opgedrongen als een realiteit die al haar burgers wil verenigen. Zij dient zich daarbij echter ook te onderscheiden, de nadruk te leggen op de verschillen, en de gelijkenissen met de ‘anderen’ te minimaliseren. Daarom leggen Vlaams-nationalistische actoren zo sterk de nadruk op het bestaan van twee publieke opinies, twee collectieve geheugens, twee democratieën, … binnen het Belgische kader.

Heel wat progressieve intellectuelen distantiëren zich nochtans ook van deze vanzelfsprekende Vlaamse natie, die zij beschouwen als het resultaat van een terugplooien op zichzelf. Zij beroepen zich eerder op een vorm van ‘belgitude’, die zij verbinden met kosmopolitisme en multiculturalisme, dan op een uitgesproken Belgisch nationalisme Belgisch nationalisme
Lees meer
. Vanuit deze hoek wordt er ook geregeld op aangedrongen om een aantal bevoegdheden die aan de gewesten of gemeenschappen zijn toegekend opnieuw naar het federale niveau te brengen, of om een federale kieskring in het leven te roepen. Oproepen om aan Belgisch-nationalistische partijvorming te doen (zoals de Belgische Unie/Union Belgie/ Belgische Union) kunnen zelfs in deze kringen echter op weinig animo rekenen.  

De Vlaamse identitaire zelfbevestiging ging hand in hand met de transformatie van de staat en de uitbouw van het federalisme. De gefedereerde entiteiten hebben eigen identitaire symbolen gekozen: vlaggen, hymnen, nationale feesten. In Vlaanderen wordt hun legitimiteit in het dagelijkse leven als vanzelfsprekend beschouwd. In Wallonië en Brussel bestaan weliswaar equivalenten, maar zij hebben geenszins dezelfde mobiliserende kracht. Met de opeenvolgende staatshervormingen zijn ook de politieke vertogen geëvolueerd. De traditionele partijen, die allen in tweeën zijn gesplitst, hebben zelf het federalisme vormgegeven en/of zijn door dat federalisme gevormd. Sommigen formuleren echter eisen die dit kader overstijgen en aarzelen niet om het confederalisme te bepleiten, waaruit hun grotere afstand tot België spreekt. Zoals Bruno de Wever De Wever, Bruno
Historicus Bruno de Wever (1960) is een specialist van de geschiedenis van het Vlaams-nationalisme en van de Tweede Wereldoorlog. Hij weegt sinds de jaren 1980 op het debat over het oorlo... Lees meer
, Frans-Jos Verdoodt Verdoodt, Frans-Jos
Historicus Frans-Jos Verdoodt (1939) specialiseerde zich in de geschiedenis van het daensisme en van de Vlaamse beweging. In 1984 was hij de gangmaker achter de oprichting van het ADVN, w... Lees meer
en Antoon Vrints in hun essay Les patriotes flamands et la construction de la nation schrijven, is ‘de constructie van de Vlaamse natie […] vrijwel afgerond’, aangezien zij niet meer ondergeschikt is aan de Belgische natie. De Vlaamse natie is vandaag dus een realiteit die verankerd is in de schoot van de Belgische staat. Ze verschijnt, om Ernest Renan te parafraseren, als ‘een plebisciet van elke dag’. Voor andere waarnemers blijft zij echter onafgewerkt, en blijft België een obstakel voor de voltooiing van het proces van Vlaamse natievorming.

Literatuur

– K. Deprez & L. Vos (red.), Nationalism in Belgium: shifting identities 1780-1995, Basingstoke, 1998.
– E. de Maesschalck, Davidsfonds, 1875-2000, Leuven, 2000.
– M. van Ginderachter, Het rode vaderland. De vergeten geschiedenis van de communautaire spanningen in het Belgische socialisme vóór WOI, Tielt, 2005.
– M. Beyen & Ph. Destatte, Un autre Pays. Nouvelle histoire de Belgique 1970-2000, Bruxelles, 2009.
– L. Wils, Van de Belgische naar de Vlaamse natie. Een geschiedenis van de Vlaamse beweging, Leuven/Den Haag, Acco, 2009.
– M. Beyen, Ph. Destatte & L. Hossepied, La Belgique va-t-elle disparaître? Itinéraire d’une nation européenne, La Tour d’Aigues, 2011.
– M. Beyen, Tragically modern: centrifugal sub-nationalisms in Belgium, 1830-2009, in: Michel Huysseune (red.), Handelingen van het Contactforum "Contemporary Centrifugal Regionalism: Comparing Flanders and Northern Italy", 19-20 juni 2009, Brussel, 2011, pp. 17-28.
– H. van Velthoven, Waarheen met België? van taalstrijd tot communautaire conflicten : een selectie uit 35 jaar wetenschappelijk onderzoek, Brussel, ASP, 2011.
– Br. de Wever & Ch. Kesteloot, When was the end of Belgium? Explanations from the past, in: Journal of Belgian History, nr 4, 2012, pp. 218-234.
– V. Scheltiens, Met dank aan de overkant. Vlaamse en Waalse identiteitsconstructie aan de hand van alteriteitsvertogen, 1840-1993, Universiteit Antwerpen, proefschrift, 2015.
– Br. de Wever, F.-J. Verdoodt, A. Vrints, Les patriotes flamands et la construction de la nation, Bruxelles, (Courrier hebdomadaire du Crisp, nr. 2316), 2016.
– S. Govaert, La montée des nationalistes flamands au pouvoir dans les gouvernements fédéraux, 1977-2014 , Bruxelles(Courrier hebdomadaire du Crisp, nr. 2313), 2016.
– Fr. Seberechts, Onvoltooid Vlaanderen. Van taalstrijd naar natievorming, Antwerpen, 2017.
– M. van Ginderachter, The everyday nationalism of workers in Belgium. A social history of modern Belgium, Stanford, 2019.
– S. Menu, “Zonder Duitschland, geen Vlaanderen”. Verslag van het WP Leesforum van 21 maart 2022 met Bruno Yammine en Jakob Müller, in: WT, 2022, nr. 2, pp. 178-184.
– L. Wils, Op zoek naar een natie. Het ontstaan van Vlaanderen binnen België, Kalmhout, 2020.
– L. Wils, Vlaamse beweging, sociale beweging?, Antwerpen, Ertsberg, 2023.

Suggestie doorgeven

1973: Frans van der Elst (pdf)

2023: Marnix Beyen / Chantal Kesteloot

Databanken

Inhoudstafel