De leeuw van Vlaenderen

Artistiek werk

De leeuw van Vlaenderen (1838) is een historische roman van Hendrik Conscience over de gebeurtenissen rond de Guldensporenslag in 1302. Verschillende leuzen en symbolen uit de roman zijn een belangrijke rol gaan spelen in de Vlaamse beweging.

Alternatieve titel
De Leeuw van Vlaanderen
Maker
Conscience, Hendrik
Datum
1838
Leestijd: 18 minuten

Met zijn historische roman De leeuw van Vlaenderen, of de slag der Gulden Sporen (1838) droeg de Antwerpse auteur Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
(1812-1883) in sterke mate bij aan het ontstaan van een gedeeld cultureel en historisch bewustzijn onder de Nederlandstalige bevolking van België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
. De roman beschrijft de gebeurtenissen rond de Guldensporenslag bij Kortrijk uit 1302, een veldslag waarbij een Vlaams leger van voetvolk een op het eerste gezicht onwaarschijnlijke overwinning behaalde op een Frans ridderleger. Door het schrijven van een roman over een heroïsche gebeurtenis uit de geschiedenis van (het graafschap) Vlaanderen hoopte Conscience dat zijn 19de-eeuwse lezers trots zouden worden op de Vlaamse taal en cultuur in een tijd dat die door de taalpolitiek Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
van de Belgische regering onder druk stonden.

Ontstaanscontext

Afgezien van de grote betekenis van De leeuw van Vlaenderen voor de 19de- en 20ste-eeuwse Vlaamse beweging, wordt Hendrik Consciences Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
roman ook vaak gezien als het eerste belangrijke wapenfeit van de Nederlandstalige literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
in België sinds de Belgische Revolutie Belgische Revolutie
De Belgische Revolutie is de naam van de opstand van 1830-1831 in de zuidelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I. De opstand leidde tot de splits... Lees meer
van 1830. Toen de roman verscheen was het in België allerminst vanzelfsprekend om literatuur in het Nederlands (of Vlaams, zoals Conscience en zijn collega’s hun idioom destijds noemden) te publiceren. Het Frans was de cultuurtaal en voor Nederlandstalige literatuur was er nauwelijks een markt in België. De tweetalige Conscience, zoon van een vader van Franse afkomst en een ongeletterde Antwerpse moeder, schreef zijn eerste literaire teksten dan ook in het Frans. Zijn toetreding tot het Nederlandstalige literaire genootschap De Olijftak De Olijftak
De Olijftak was een in 1835 opgerichte Antwerpse rederijkerskamer, die in de context van het ontluikende Vlaamsgezinde cultuurleven wilde aanknopen bij de bewonderde 16de-eeuwse rederijke... Lees meer
in 1836 vormde een belangrijke impuls om in het Nederlands te gaan schrijven. Via dit Antwerpse genootschap trad Conscience toe tot een netwerk van auteurs en intellectuelen die in het Nederlands wilden schrijven en die daarnaast (en daardoor) wilden opkomen voor de taalrechten Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
van de Nederlandstaligen in België. Met hun werk wilden ze laten zien dat de Vlaamse taal Taal
De ontwikkeling van het Nederlands vormde tot diep in de 20ste eeuw een fundamenteel aandachtspunt in de Vlaamse beweging. De wijze waarop het geschreven en gesproken Nederlands gehanteer... Lees meer
en cultuur niet onderdrukt mochten worden, maar juist de kern moesten vormen van de Belgische natie. De achterliggende gedachte was dat juist de Vlaamse taal en cultuur het verschil markeerden met Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
, de grotere en imperialistische zuiderbuur waar voor velen een grote dreiging van uitging. Tijdens de genootschapsvergaderingen werd gediscussieerd over literaire en politieke strategieën in de strijd voor meer taalrechten, maar daarnaast werd ook eigen creatief werk voorgedragen.

In deze genootschappelijke context begon Conscience te experimenteren met het schrijven van historische romans, een genre dat ruim 20 jaar eerder met groot succes was geïntroduceerd door de Schotse auteur Walter Scott (1771-1832) en dat zich perfect leende voor het presenteren van een nationaal verleden aan een breed publiek. In de jaren voor en na de Belgische onafhankelijkheid waren er al verschillende Franstalige historische romans verschenen over episodes uit het verleden die ook in Consciences eerste romans centraal zouden staan. Net zoals in Le gueux de mer, ou La Belgique sous le Duc d’Albe (1827) en Le gueux des bois ou les patriots belges de 1566 (1828) van de Gentse hoogleraar geschiedenis Henri-Guillaume Moke (1803-1862), gaat Consciences debuut In ’t Wonderjaer uit 1837 over de 16de-eeuwse strijd van de geuzen Geuzen
De Geuzen waren opstandige edelen in de 16de-eeuwse Nederlanden, die rebelleerden tegen de Spaanse overheersing. Eind 19de eeuw groeide de term ‘geus’ in Vlaanderen uit tot een populair h... Lees meer
tegen de Spaanse overheersing in de Nederlanden. Ook de Guldensporenslag Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
, die centraal zou staan in De leeuw van Vlaenderen, was als verhaalstof al eerder voorbijgekomen in Mokes Philippine de Flandre, ou les prisonniers du Louvre, een roman die in 1830 gelijktijdig in het Frans en het Nederlands werd gepubliceerd. Mokes roman gaat over de ontvoering van de dochter van de graaf van Vlaanderen door de Fransen, een historische gebeurtenis die een belangrijke katalysator vormde in het conflict tussen de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre (ca. 1226-1305) en de Franse koning, in het kader van de middeleeuwse feodaliteit respectievelijk leenman en leenheer. De roman eindigt, net zoals De leeuw van Vlaenderen, met een uitvoerige beschrijving van de Guldensporenslag. Naast het gelijkaardige einde vertoont vooral de tweede helft van Consciences roman een aantal belangrijke structurele overeenkomsten met die van Moke.

Philippine de Flandre was waarschijnlijk Consciences belangrijkste literaire inspiratiebron, maar zeker niet de enige. Minstens vanaf het einde van de 18de eeuw waren zowel de Guldensporenslag als de ‘Brugse Metten’ die eraan voorafgingen populaire artistieke thema’s onder romantisch-nationalistisch geïnspireerde literatoren en beeldende kunstenaars. Toneelauteur, acteur en dichter Pieter Joost de Borchgrave De Borchgrave, Pieter
Pieter de Borchgrave (1758-1819) was als auteur van Nederlandstalige toneelstukken een belangrijke voorloper van de romantische Vlaamse beweging. Lees meer
bezong bijvoorbeeld al in 1810 de veldslag op de Groeningekouter in het gedicht ‘De Belgen’, nadat hij in het eerdere gedicht ‘Ode aan de Vryheyd’ uit 1790 een lofzang op Pieter de Coninck De Coninck, Pieter
Lees meer
(tussen 1250 en 1260 – 1332 of 1333), Jan Breydel Breidel, Jan
Lees meer
(aan wiens werkelijk bestaan wordt getwijfeld) en Jacob van Artevelde Van Artevelde, Jacob
Jacob van Artevelde was een Gents volksleider (overleden in 1345) die in de jaren 1337-1345 de feitelijke macht uitoefende in Gent en in Vlaanderen. Hij verzette zich tegen de Franse invl... Lees meer
(ca. 1290-1345) had gehouden. In 1824 won een jonge Prudens van Duyse Van Duyse, Prudens
Lees meer
, jurist en later atheneumleraar en stadsarchivaris in Gent, de dichtwedstrijd van de Koninklijke Maatschappij van Taal- en Letterkunde te Brugge met een gedicht over de Guldensporenslag waarin niet alleen Breydel en De Coninck al figureren, maar ook het beeld van de Leeuw van Vlaanderen opduikt als metafoor voor het Vlaamse volk. In Antwerpen maakte Nicaise de Keyser (1813-1887) het beroemde schilderij La bataille des épérons d’or, dat Conscience in 1836 is gaan bekijken met andere leden van De Olijftak.

Conscience kon voor zijn roman dus voortbouwen op bestaande literaire en artistieke tradities en verdiepte zich daarnaast in verschillende historische bronnen over de Guldensporenslag. In de Stadsbibliotheek van Antwerpen bestudeerde hij onder begeleiding van bibliothecaris Frans Hendrik Mertens Mertens, Frans (1796-1867)
Frans Mertens (1796-1867) was stadsbibliothecaris van Antwerpen en auteur van Nederlandse literaire en historische teksten. Ook was hij lid van De Olijftak, de Nederduitsche Bond en van ... Lees meer
Die Excellente Cronike van Vlaenderen (gedrukt in Antwerpen door Willem Vorsterman in 1531), de Chronyke van Vlaenderen (gedrukt te Brugge door Andreas Wijdts in 1727-1735), de Jaerboecken der Stadt Brugge van Charles Custis (1738, in een editie uit 1765) en de Spiegel Historiael van Lodewijk van Velthem (1315/1316, in een editie uit 1717). In het voorwoord bij zijn roman noemt Conscience naast de Excellente Cronike een Franstalig artikel van de Gentse bibliothecaris Auguste Voisin Voisin, Auguste
Auguste Voisin (1800-1843) was een in Frankrijk geboren bibliothecaris die onder invloed van de romantiek in de ban raakte van de 'littérature flamande'. Lees meer
getiteld ‘Bataille de Courtrai ou des Éperons d’Or gagnée par les Flamands en 1302’ uit 1834 als belangrijkste bron. Voisin had hij wellicht ontmoet op de studiereis die hij in februari 1838 samen met zijn vriend Jan de Laet De Laet, Jan Jacob
Antwerpenaar Jan J. de Laet (1815-1891) was een liberale en flamingantische letterkundige. Ook ijverde hij als Kamerlid van de Meetingpartij voor het stemmen van taalwetten. Lees meer
maakte langs Gent, Brugge en Kortrijk, om de landschappen, steden en gebouwen te bekijken die het decor zouden vormen voor zijn roman. In Brugge kregen ze daarbij hulp van de bibliothecaris Octave Delepierre (1802-1879), die Conscience informatie over het historische Brugge bezorgde.

Conscience documenteerde zich dus uitvoerig, zoals ook blijkt uit de vele voetnoten in de roman die aan de beschreven gebeurtenissen een zweem van waarachtigheid geven. Tegelijkertijd bediende hij zich van de nodige dichterlijke vrijheid. In een brief uit 1838 aan Ferdinand Snellaert Snellaert, Ferdinand A.
Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) was een arts, filoloog, letterkundige en leidende figuur in de Vlaamse beweging. Lees meer
, een collega-letterkundige uit Gent die De leeuw corrigeerde, lichtte hij zijn perspectief op de historische roman toe. Conscience zag het als de taak van de romancier om historische personages voor de lezer tot leven te wekken en de historische gebeurtenissen op een boeiende manier aan elkaar te knopen, zonder daarbij echter tegen de historische feiten in te druisen. Gelukkig verschilden de beschikbare bronnen over de Guldensporenslag zo van elkaar dat hij als auteur keuze genoeg had, zo gaf hij zelf aan.

Inderdaad is de strekking van Consciences verhaal over de Guldensporenslag volledig anders dan die van bijvoorbeeld Moke. Aan de basis van de historische veldslag lag een conflict tussen de Franse koning Filips de Schone (1268-1314) en de ambachten in de economisch welvarende Vlaamse steden, die werden gesteund door de graaf van Vlaanderen in hun streven naar meer inspraak en onafhankelijkheid. Moke was, zoals hij zelf schreef in het voorwoord bij zijn roman, vooral geïnteresseerd in de botsing tussen de twee achterliggende politieke systemen, namelijk het feodale systeem, gepresenteerd door het Franse rijk, en het prille protodemocratische systeem dat in de Vlaamse steden in opkomst was. Deze spanning vinden we ook terug in Consciences roman, maar de jonge Antwerpse auteur voegde er tegelijkertijd nog een ander ideologisch element aan toe door er een strijd tussen naties Natievorming
Dit artikel over natievorming focust op de verbeelding en vorming van België en Vlaanderen als nationale gemeenschappen. Daarbij wordt gekeken naar de politiek van natievorming vanwege de... Lees meer
van te maken.

Synopsis

In De leeuw van Vlaenderen maken de historische gebeurtenissen rond de Guldensporenslag deel uit van een verhaal met een nationalistische boodschap. De roman draagt een boodschap uit van nationale trots en samenwerking tussen de verschillende sociale groepen. Conscience legt de focus in zijn verhaal op de alliantie die tot stand komt tussen ambachtslieden uit de Vlaamse steden en de Vlaamse adel die trouw blijft aan graaf Gwijde van Dampierre, die al vroeg in het verhaal met zijn gevolg door de Fransen gevangen wordt gezet. Het initiatief voor deze alliantie komt niet vanuit de adel, maar vanuit de Brugse wever Pieter de Coninck, die samen met de beenhouwer Jan Breydel de Brugse gilden aanvoert in hun strijd tegen de Franse koning. Dit rebelse leidersduo vult elkaar perfect aan: De Coninck is de denker die listige plannen smeedt, terwijl Breydel de doener is die uitblinkt in spierkracht en dadendrang. Tegenover dit bondgenootschap van Klauwaards, zoals de aanhangers van de graaf van Vlaanderen zich noemen naar de klauwende leeuw in het wapenschild van het graafschap Vlaanderen, staan de Fransgezinde Leliaards (zo genoemd naar de lelie in het Franse wapenschild), die de Franse koning en zijn ridderleger steunen.

In Brugge komt het tot verschillende confrontaties tussen Klauwaards en Leliaards. Die confrontaties nemen in intensiteit toe nadat het Franse leger Brugge en de andere Vlaamse steden heeft bezet. Door deze bezetting en verschillende plunderingen loopt de onvrede van de Brugse Klauwaards zo hoog op dat in de nacht van 18 op 19 mei 1302 de Brugse Metten plaatsvinden. Tijdens deze nachtelijke verrassingsaanval vermoorden de Klauwaards alle Franstaligen in de stad die ‘schild en vriend’ niet goed kunnen uitspreken. De Brugse opstand tegen de Franse bezetter breidt zich al snel uit naar de andere Vlaamse steden en de Fransen zijn gedwongen om zich terug te trekken tot bij Kortrijk. Vanuit Frankrijk wordt een groot leger van 62.000 man gestuurd om hen bij te staan en af te rekenen met de opstandelingen. Op initiatief van De Coninck trekken vanuit heel Vlaanderen Klauwaards naar Kortrijk om, aangevuld met strijders uit andere gebieden, een leger te vormen van 30.000 man voetvolk.

De twee legers treffen elkaar tijdens de Guldensporenslag op 11 juli 1302. De schijnbaar ongelijke kansen van het veel kleinere Vlaamse leger keren door het gebrek aan kennis van het terrein bij het Franse leger: de Franse cavalerie rijdt zich vast in het moeras rond de sloten op het slagveld, waardoor het Vlaamse voetvolk hun aanval gemakkelijker kan pareren. Toch is het in de roman van Conscience niet enkel het strategische inzicht van de Vlamingen dat hen de overwinning brengt, maar ook ‘de Leeuw van Vlaanderen’, een mysterieuze gouden ridder die opeens aan de horizon verschijnt. Deze ridder blijkt Robrecht van Bethune (1249-1322) te zijn, de zoon van de graaf van Vlaanderen die op miraculeuze wijze uit de Franse gevangenis is ontsnapt en net op tijd op het slagveld arriveert om als een deus ex machina de Vlamingen te helpen zegevieren.

Analyse: literaire bouwstenen voor een gedeeld Vlaams verleden

De leeuw van Vlaenderen speelt zich af in een ver verleden, maar de tekst bevat verschillende elementen die de lezer uitnodigen om de historische personages en conflicten te betrekken op de eigen situatie. De lezer wordt expliciet opgeroepen om deze denkoefening te maken in de beroemde laatste zinnen van de roman: ‘Gy Vlaming, die dit boek gelezen hebt, overweeg, by de roemryke daden welke hetzelve bevat, wat Vlaenderen eertyds was – wat het nu is – en nog meer wat het worden zal indien gy de heilige voorbeelden uwer Vaderen vergeet!’ (p. 387). Roept Conscience zijn lezers hier op tot een opstand tegen Frankrijk of tegen de Franstalige bevolking in België? Het voorwoord bij de roman suggereert eerder het tegenovergestelde. Daarin geeft hij aan dat hij een opstand juist wil vermijden: ‘Voor de welvaert myns Vaderlands, voor den bloei des koophandels en der nyverheid is my niets duerbarer dan de staetkundige rust’ (p. 18). De leeuw van Vlaenderen is dus geen pamflet tegen België en voor een onafhankelijk Vlaanderen. Wel wil Conscience de taalpolitiek van de regering aanklagen, die er na de Belgische Revolutie van 1830 voor had gekozen om het Frans tot enige officiële taal van de nieuwe staat België uit te roepen.

Conscience keert zich tegen het taalbeleid van de Belgische regering door zich te beroepen op de rijke geschiedenis van Vlaanderen. Zijn Vlaamse lezers gaf hij dan ook in de eerste plaats de opdracht mee om trouw blijven aan hun eigen taal en geschiedenis. Tegelijkertijd moesten deze lezers nog volop doordrongen worden van de idee dat ze een geschiedenis deelden die verder reikte dan die van hun eigen stad of geboortestreek. Net als in de slotzinnen van zijn roman, gebruikt Conscience de term ‘Vlaming’ in zijn tekst op een manier die anno 1838 nog weinig gebruikelijk was, namelijk om te verwijzen naar alle Nederlandstaligen in België. Door deze verbreding van de term ‘Vlaming’ als vanzelfsprekend voor te stellen en in zijn roman een levendig beeld te schetsen van een reeks heldhaftige gebeurtenissen uit een gedeeld ‘Vlaams’ verleden, droeg Conscience met zijn roman bij aan de cultivering van een Vlaams cultureel zelfbeeld gestoeld op een gedeelde taal, cultuur en geschiedenis.

In het voorwoord en de slotzinnen van de roman wordt de lezer dus expliciet gevraagd om het historische verhaal dat in de roman wordt verteld te betrekken op zichzelf en op het hedendaagse en het toekomstige Vlaanderen. In het verhaal zelf gebeurt dat op een meer impliciete manier. Consciences keuze om niet-adellijke helden uit het volk centraal te stellen, zoals Pieter de Coninck en Jan Breydel, kan in dit verband bijvoorbeeld worden gezien als een factor die de identificatie met deze figuren in de hand kon werken. Terwijl graaf Gwijde van Dampierre door Conscience wordt voorgesteld als een oude, zwakke man, zijn het De Coninck en Breydel die het voortouw nemen in het organiseren van de strijd tegen de Fransen. Als dekens van respectievelijk het wolweversgilde en het beenhouwersgilde representeren De Coninck en Breydel niet alleen de Vlaamse ambachten, maar ook ‘de gewone man’ die het heft in eigen handen neemt.

Daarnaast krijgen bepaalde gebeurtenissen en personages door het gebruik van vergelijkingen en metaforen een symbolische, nationale functie toegeschreven. Het meest voor de hand liggende voorbeeld is uiteraard het leeuwenmotief, zoals dat onder andere tot uiting komt in de titel van de roman. ‘De leeuw van Vlaenderen’ verwijst in Consciences roman naar het wapenschild van het graafschap Vlaanderen, maar ook en vooral naar Robrecht van Bethune. Deze zoon van de graaf van Vlaanderen heeft zijn bijnaam te danken aan heldendaden tijdens eerdere veldslagen. Hij is echter niet de enige ‘leeuw’ in dit verhaal; vanaf de eerste pagina van het voorwoord tot aan de Guldensporenslag worden alle Vlamingen die aan de zijde van de graaf van Vlaanderen ten strijde trekken (de Klauwaards) omschreven als ‘Leeuwenzonen’ en ‘onverschrokken leeuwen’. Hetzelfde geldt voor Jan Breydel, die omwille van zijn moed en kracht regelmatig wordt vergeleken met een leeuw en die in die zin als volkse tegenhanger kan worden gezien van Robrecht van Bethune.

Wanneer deze adellijke leeuw van Vlaanderen tijdens de Guldensporenslag de beslissende wending teweegbrengt door plotseling in een verguld harnas aan de horizon te verschijnen, wordt hij door de Vlamingen op het slagveld gezien als een door God gezonden heilige die is gekomen om hen te verlossen. Deze vergelijking geeft aan de veldslag en de uiteindelijke overwinning een religieuze dimensie, die nog wordt versterkt doordat het Vlaamse leger collectief heeft gebeden voor aanvang van de veldslag en daarbij bij wijze van ritueel een hap aarde van ‘vaderlandse’ bodem heeft gegeten. Omwille van de haast mythische proporties die het verhaal door middel van dergelijke vergelijkingen aanneemt en de nationalistische functie van deze beeldspraak, is vaak gesuggereerd dat Conscience met De leeuw van Vlaenderen een historische roman schreef die trekken vertoont van een nationaal epos, waarin de legendarische en nationalistische dimensie primeert op een meer waarachtige reconstructie van een historisch verleden.

Receptie

Er bestaat een brede consensus over de grote invloed die De leeuw van Vlaenderen heeft uitgeoefend op de latere Vlaamse beweging. Hoewel de roman zelf al geruime tijd nauwelijks meer gelezen wordt, zijn verschillende elementen en symbolen eruit (11 juli 1302, De Vlaamse Leeuw, het duo Breydel en De Coninck) nog sterk verankerd in het Vlaamse culturele geheugen.

De grote culturele impact van deze roman kwam echter zeer geleidelijk tot stand. Bij zijn verschijning eind 1838 was het boek geen grote klapper. De eerste druk uit 1838 telde 480 intekenaars en verscheen in een oplage van slechts vijfhonderd exemplaren, die binnen drie maanden waren uitverkocht. Vanwege de grote omvang van de driedelige roman was de prijs (8 francs) relatief hoog. Het kopen van de roman was in 1838 dus enkel voor de meer gegoede leden van het toch al kleine publiek voor Nederlandstalige literatuur in België weggelegd. Met de aangepaste, tweede druk van zijn roman hoopte Conscience in 1843 een breder publiek te bereiken. Door De leeuw van Vlaenderen net als zijn debuutroman In ’t wonderjaer (1837) onder toezicht van een katholieke geestelijke te herwerken, hoopte Conscience dat zijn werk geschikt zou worden bevonden voor verspreiding in gevangenissen, hospitalen en scholen. Toen van de gehoopte bestelling voor gebruik in de gevangenissen niets terecht kwam, werd deze aangepaste tweede druk in 1843 alsnog op de markt gebracht.

De leeuw van Vlaenderen zou pas een groter publiek bereiken met de derde, goedkopere ‘volksuitgave’, die in 1848 door Consciences toenmalige uitgever Joseph-Ernest Buschmann Buschmann, Joseph-Ernest
Joseph-Ernest Buschmann (1814-1853) richtte in 1842 de drukkerij-uitgeverij J.E. Buschmann op en was daarmee één van de eerste Belgische drukkers die op eigen risico Nederlandstalig werk ... Lees meer
werd gepubliceerd. Conscience was tegen die tijd al doorgebroken bij een breder publiek met zijn populaire zedenromans en landelijke vertellingen, die ook in het buitenland veel vertaald werden. Voor deze derde druk werd de aangepaste tekst van de tweede druk overgenomen. Het is dan ook de tweede, bewerkte versie die de basis zou vormen voor de meeste latere uitgaven van de roman (in totaal verschenen er in het Nederlands ongeveer zeventig). Het in 1851 verschenen Album op De Leeuw van Vlaenderen, dat bestond uit 64 gravures door Consciences vaste illustrator Edward Dujardin Dujardin, Edward
De Antwerpse kunstenaar Edward Dujardin (1817-1889) illustreerde heel wat werken van Hendrik Conscience en van andere Vlaamsgezinde auteurs. Hij was ook politicus voor de Meetingpartij.... Lees meer
, zette Consciences roman nog extra op de kaart. Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw werd De leeuw van Vlaenderen in steeds grotere en goedkopere oplagen gedrukt, een trend die zich zeker tot in de eerste decennia van de 20ste eeuw voortzette. Tegelijk met dit grootschaligere en meer betaalbare aanbod van Consciences werken op de boekenmarkt, zorgde ook de opkomst van openbare en betaalbare uitleenbibliotheken met een Nederlandstalig aanbod voor een grotere toegankelijkheid van romans als De leeuw van Vlaenderen voor een breed publiek. 

Vanaf de eerste publicatie in 1838 circuleerde Consciences verhaal over de Guldensporenslag bovendien niet enkel als roman, maar vormde het ook de basis voor adaptaties naar andere media die een veel breder publiek bereikten, zoals bijvoorbeeld het theater en later ook het jeugd- en stripboek en de film. Nog voor de tweede druk van De leeuw Van Vlaenderen werd gepubliceerd in 1843, was er in 1840 al een theaterbewerking op de bühne in Antwerpen verschenen van de hand van Lodewyk Uyterhoeven onder de titel Jan Breydel of De Verlossing van Vlaenderen (1840). In de jaren daarna zouden nog vele andere theaterbewerkingen volgen, waaronder enkele van Consciences hand: Pieter De Coninck (opgevoerd in 1842) en Jan Breydel en Pieter De Coninck of de vrijmaking van Brugge (opgevoerd in 1847). Net als veel andere theaterbewerkingen van Consciences romans werden deze stukken minstens tot aan het einde van de 19de eeuw regelmatig opgevoerd in verschillende Vlaamse steden.

Betekenis voor de Vlaamse beweging

De grote culturele invloed die van De leeuw van Vlaenderen in al zijn verschillende verschijningsvormen uitging, blijkt onder andere uit de receptie van Consciences roman binnen de literaire Vlaamse beweging. Al in de vroegste besprekingen van de roman werd gewezen op zijn potentieel om nationalistische gevoelens bij het leespubliek op te wekken. In de loop van de 19de en de vroege 20ste eeuw hebben verschillende Vlaamse auteurs en politici in toespraken of autobiografische geschriften getuigd van de manier waarop de lectuur van Consciences Leeuw hun Vlaamse identiteitsbesef heeft aangewakkerd. Dergelijke getuigenissen versterkten de mythevorming rond Conscience en zijn werk. Ook de Vlaamse literatuur zelf is een opvallende getuige van de centrale plaats die De leeuw van Vlaenderen is gaan innemen in het Vlaamse culturele geheugen. Een klassiek voorbeeld is De witte (1920) van Ernest Claes Claes, Ernest
Ernest Claes (1885-1968) was een schrijver van volkse romans en verhalen en een leidend ambtenaar in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij vervolgd wege... Lees meer
, waarin het jonge hoofdpersonage zo begeesterd is door de lectuur van Consciences roman dat hij de gevechtsscènes naspeelt en gewond raakt.

Vanaf het einde van de 19de eeuw gaf de populariteit van De leeuw van Vlaenderen ook buiten de culturele sfeer een sterke impuls aan het ontstaan van een herinneringscultus rond de Guldensporenslag en zijn voornaamste helden. Zo werd de inhuldiging van het standbeeld van Jan Breydel en Pieter de Coninck op de Grote Markt in Brugge in 1887 gevierd met grote stadsfeesten, die sindsdien herhaaldelijk georganiseerd werden. Twee jaar later vond in Kortrijk het eerste Guldensporenfeest plaats ter herdenking van de veldslag op de Groeningekouter op 11 juli 1302. Zeshonderd jaar na dato, in 1902, zou ook hier een monument ingehuldigd worden, ditmaal ter herdenking van de Guldensporenslag zelf. Tegen die tijd had het gebruik om 11 juli te vieren als feestdag zich al verspreid over verschillende Vlaamse steden. Dit soort jaarlijkse herdenkingen en massafeesten zorgden voor een popularisering van de Vlaamse symbolen die hun oorsprong vonden in Consciences roman en die een belangrijke rol zouden gaan spelen in de politieke massabeweging waarnaar de Vlaamse beweging rond de eeuwwisseling evolueerde.

Hoewel deze Guldensporenromantiek de jongste decennia vooral met Vlaams-nationalistisch gedachtegoed wordt geassocieerd, zijn symbolen als de Vlaamse Leeuw of data als 11 juli 1302 tegelijkertijd deel uit gaan maken van een bredere Vlaamse herinneringscultuur. Dat blijkt bijvoorbeeld uit verschillende officiële symbolen en rituelen die er kwamen in de jaren 1970, zoals de keuze voor ‘De Vlaamse leeuw’ als Vlaamse volkslied en voor de leeuwenvlag als officiële Vlaamse vlag of voor de officiële viering van de Vlaamse feestdag op 11 juli.

Met De leeuw van Vlaenderen voorzag Conscience de Vlaamse beweging van een krachtig argument in de strijd voor een gelijkberechtiging van het Nederlands in België. Door de taalstrijd te verbinden aan een heroïsche Vlaamse overwinning uit een ver verleden, legitimeerde Conscience niet alleen de doelen van deze emancipatiebeweging, maar schotelde hij zijn publiek ook een gedeeld Vlaams verleden voor.

Literatuur

– W. Gobbers, Consciences Leeuw van Vlaenderen als historische roman en nationaal epos: een genrestudie in Europees perspectief, in: A. Deprez e.a., Vlaamse literatuur van de negentiende eeuw. Dertien verkenningen, 1990, pp. 45-69.
– K. Wauters, Tweemaal de Guldensporenslag: Conscience’s 'Leeuw van Vlaanderen' (1838) in het licht van Henri-Guillaume Mokes 'Philippine de Flandre' (1830), in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, jg. 109, 1999, nr. 2-3, pp. 263-316.
– G. Nörtemann, Im Spiegelkabinett der Historie: der Mythos der Schlacht von Kortrijk und die Erfindung Flanderns im 19. Jahrhundert, 2002.
– J. Tollebeek, Conscience’s niemandsland. De leeuw van Vlaenderen, de natie en de geschiedenis, in: P. Delsaerdt e.a., Letters in boeken. Liber amoricum Ludo Simons, 2004, pp. 329–338.
– W. van den Berg & P. Couttenier, Alles is taal geworden. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1800-1900, 2009.
– J. Leerssen, ‘Retro-Fitting the Past': Literary Historicism Between the Golden Spurs and Waterloo, in: H. Dunthorne e.a., The Historical Imagination in Nineteenth-Century Britain and the Low Countries, 2012, pp. 113–131.
– M. Beyen, Literatuur als vlag. Hendrik Conscience en de choreografie van de massa, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, jg. 123, 2013, nr. 2-3, pp. 121-138.
– D. de Geest & P. Verstraeten, Hendrik Conscience op zoek naar de moderne roman: Personages in De leeuw van Vlaenderen, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, jg. 123, 2013, nr. 2-3, pp. 173-191.
– K. Humbeeck & K. Absillis, Inleiding. De man wiens volk hem niet meer wil lezen, in: K. Humbeeck e.a., De Grote Onleesbare. Hendrik Conscience herdacht, 2016, pp. 5–112.
– J. Vanhecke, Voor moedertaal en vaderland. Hendrik Conscience, biografie, 2021.
– K. Absillis, Het slechte geweten van Vlaanderen. Nationalisme, racisme en kolonialisme in de tijd van Hendrik Conscience, 2022.

Suggestie doorgeven

2023: Marlou De Bont

Inhoudstafel