Conscience, Hendrik

Persoon
Johan Vanhecke (2023)

Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een brede internationale verspreiding kende, bezorgde hem de titel ‘de man die zijn volk leerde lezen’. Met zijn tweede roman, De Leeuw van Vlaenderen (1838), bezorgde hij de Vlamingen hun eigen nationaal epos.

Alternatieve naam
Henri
Geboorte
Antwerpen, 3 december 1812
Overlijden
Elsene, 10 september 1883
Leestijd: 24 minuten

Hendrik Conscience werd geboren op 3 december 1812 in Antwerpen. Zijn vader was afkomstig uit de Franse stad Besançon en had zich in 1807, na zeven jaar marinier te zijn geweest in het leger van Napoleon, in Antwerpen gevestigd. Zijn moeder was een Antwerpse uit het Sint-Andrieskwartier en was, in tegenstelling tot haar man, analfabeet. Consciences kindertijd was van grote betekenis voor zijn latere artistieke ontwikkeling. Tot hij bijna dertien was woonde hij aan de Burchtgracht, in het hart van de laatmiddeleeuwse stad, waar zijn moeder een winkeltje uitbaatte. Zijn vader recycleerde scheepswrakken en oud papier. Tot zijn zeven jaar had de kleine Conscience een zwak gestel en kon hij nauwelijks zelfstandig stappen. Daardoor bracht hij veel tijd door met zijn moeder, die hem verhaaltjes vertelde over spoken, heksen en duivels, dieven en moordenaars. Omdat hij geïntrigeerd was door de prentjes in de boeken die zijn vader aansleepte, leerde die hem op jonge leeftijd lezen. Na de dood van zijn moeder in 1820 had Conscience een vrijgevochten leven. Hij las volksverhalen in de populaire blauwboekjes en bezocht poppentheaters. Daarna vertelde hij daarover aan de jongens uit zijn buurt, zoals hij in zijn verhaal ‘De Geest’ (in het Antwerps dialect) beschrijft. Vanaf 1825 verhuisde hij naar een landelijke omgeving net buiten de stad, waar zijn vader een houten huisje had opgetrokken. Dat leidde tot een intense en overweldigende natuurervaring en legde de basis voor de levendige natuurbeschrijvingen in Consciences latere werk. In de school van meester A. van Rotterdam op de Antwerpse Grote Markt genoot hij wel enige tijd lager onderwijs, maar in feite was hij grotendeels autodidact. Hij kon al Vlaams en Frans lezen voor hij naar school ging.

Legertijd

Nadat Conscience in 1828 zeer tegen zijn zin hulponderwijzer was geworden, engageerde hij zich in 1830 als vrijwilliger in het leger van de Belgische Revolutie Belgische Revolutie
De Belgische Revolutie is de naam van de opstand van 1830-1831 in de zuidelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I. De opstand leidde tot de splits... Lees meer
en participeerde hij het jaar daarna aan de Tiendaagse Veldtocht en de slag bij Leuven. Tijdens zijn legertijd, die tot 1836 duurde, werd Conscience zich bewust van het belang van geschiedenis, naast het volksleven en de natuur de derde grote bron waaruit hij als auteur telkens weer zou putten. In het leger Leger
Lees meer
groeide ook zijn Vlaamse bewustzijn en bracht hij soldaten bij elkaar die er genoeg van hadden dat er telkens opnieuw Franse officieren aangetrokken werden die de gewone soldaten met misprijzen behandelden.

Omstreeks 1834 knoopte hij opnieuw betrekkingen aan met zijn jeugdvriend Jan J. de Laet De Laet, Jan Jacob
Antwerpenaar Jan J. de Laet (1815-1891) was een liberale en flamingantische letterkundige. Ook ijverde hij als Kamerlid van de Meetingpartij voor het stemmen van taalwetten. Lees meer
, die hem als auteur van Franse verzen enthousiasmeerde voor de Franse romantiek. Tevens leerde hij in dezelfde periode Theodoor van Ryswyck Van Ryswyck, Theodoor
Theodoor van Ryswyck (1811-1849) was een Vlaamse dichter die in dichtbundels, kranten en tijdschriften een omvangrijk literair oeuvre bij elkaar schreef. Met zijn gedichten gaf hij vorm a... Lees meer
kennen, die de spil was van een Antwerpse artiestenbohème van schilders en literatoren en een jaar later met Michiel van der Voort Van der Voort, Michiel
Michiel Van der Voort (1812-1867) woonde achtereenvolgens in Antwerpen en Brussel en was in beide steden een pionier in Vlaamsgezinde acties. Hij was betrokken bij vele organisaties, zoal... Lees meer
de rederijkerskamer De Olijftak De Olijftak
De Olijftak was een in 1835 opgerichte Antwerpse rederijkerskamer, die in de context van het ontluikende Vlaamsgezinde cultuurleven wilde aanknopen bij de bewonderde 16de-eeuwse rederijke... Lees meer
zou heroprichten. In dit milieu werden De Laet en Conscience gewonnen voor de Vlaamse zaak en ertoe overgehaald om in het Nederlands te publiceren, al verschilde hun optreden aanmerkelijk van dat van Jan F. Willems Willems, Jan Frans
Jan Frans Willems (1793-1846), de “vader van de Vlaamse beweging”, was dichter, polemist, filoloog, tekstediteur en initiatiefnemer of lid van tal van academies en genootschappen in binne... Lees meer
en de erudiete Gentse “taelminnaren”. De culturele horizon van de Antwerpse jongeren was namelijk Vlaams-Belgisch en niet Groot-Nederlands Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
of orangistisch (zie Orangisme Orangisme
Het orangisme is de verzamelterm voor het verzet tegen de Belgische afsplitsing van het Koninkrijk der Nederland onder leiding van Willem I van Oranje. Lees meer
), en hun literaire productie was meer bestemd voor een publiek van lagere middenstanders dan voor een elite van geleerde burgers.

Begin van een Vlaamse romanliteratuur

Terwijl hij herstelde van een inzinking en geïnspireerd door de lezing van Beschryving der Nederlanden van Guicciardini, begon Conscience een half jaar na zijn soldatentijd aan een verhaal over de strijd van de geuzen. Na voorlezingen aan zijn vrienden groeide het verhaal uit tot de allereerste Vlaamse roman, In 't wonderjaer (1837). De gebeurtenis was zo spraakmakend dat Conscience op audiëntie mocht komen bij koning Leopold I van Saksen-Coburg, Leopold I
Leopold I (1790-1865) was de eerste koning der Belgen. Hij werd als prins uit het hertogelijk huis van Saksen-Coburg-Gotha in 1831 vanwege zijn uitgebreid Europees netwerk tot de Belgisch... Lees meer
.


<p><em>In ’t Wonderjaar</em> (1837) van Hendrik Conscience was de eerste Nederlandstalige roman die werd gepubliceerd in België. (Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience)</p>

In ’t Wonderjaar (1837) van Hendrik Conscience was de eerste Nederlandstalige roman die werd gepubliceerd in België. (Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience)

Na een bundel verhalen en gedichten met de titel Phantasy (1837), volgde al snel zijn magnum opus: De Leeuw van Vlaenderen De leeuw van Vlaenderen
De leeuw van Vlaenderen (1838) is een historische roman van Hendrik Conscience over de gebeurtenissen rond de Guldensporenslag in 1302. Verschillende leuzen en symbolen uit de roman zijn ... Lees meer
(1838). Deze drie boeken kregen elk een pamflettistisch voorwoord, dat zowel illustratief was voor de rijping van het Vlaamse bewustzijn binnen de Antwerpse groep als voor de opgang van de auteur zelf tot grote bezieler van de herwaardering van het Vlaams als cultuurtaal. In de eerste tekst schreef Conscience dat hij met deze roman wilde weerleggen dat het Vlaams te hard was ‘om ons een zachtvloeiende Letterkunde te bezorgen’ en geen woorden genoeg had ‘om innerlijke aandoeningen te vertalen’, en in de tweede haalde hij uit naar de franskiljons. In zijn inleiding tot De Leeuw van Vlaenderen eiste Conscience een gelijkwaardige behandeling van de Vlaamse gemeenschap binnen het Belgische staatsbestel en klaagde hij de officiële verfransingspolitiek aan. Als evocatie van de Guldensporenslag Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
(11 juli 1302) was de roman één grote verheerlijking van Vlaanderens glorierijke verleden, die uitmondde in de bekende slotzin: ‘Gij Vlamingen, die dit boek gelezen hebt, gedenkt wat Vlaanderen eertijds was, wat het nu is en nog meer wat het worden zal, indien gij de roemrijke daden uwer voorvaderen vergeet!’.

Toch zou het nog een decennium duren voor de literaire waarde en symbolische betekenis van dit boek werden erkend. Eerst volgde nog een valse noot, toen Conscience op vraag van de Mechelse kanunnik Jan-Baptist van Hemel Van Hemel, Jan-Baptist
Jan-Baptist van Hemel (1758-1866) was van 1835 tot 1854 superior van het Klein Seminarie van Mechelen. Hij drukte zo gedurende vele jaren zijn stempel op deze instelling en op het onderwi... Lees meer
zijn twee romans aanpaste voor opname in de bibliotheken van gevangenissen, ziekenhuizen en middelbare scholen. Doordat de beloofde bestelling er nooit kwam, was Conscience verplicht de gewijzigde edities van de werken op de markt te brengen. Wel had het voorval hem doen nadenken over zijn doelpubliek. Met de sentimentele korte romans Hoe men schilder wordt (1843), Siska van Roosemael (1844) en Wat eene moeder lyden kan (1844) wist hij een ruimer publiek voor zich te winnen en de leeslust te bevorderen, en oogstte hij voor het eerst ook in het buitenland succes. Intussen had hij een vaste betrekking gevonden als griffier van de Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen (1841). Dat had hij te danken aan de directeur, de romantische hofschilder Gustaaf Wappers, die hem van bij het begin op allerlei manieren gesteund had, en aan wie De Leeuw van Vlaenderen opgedragen is.


<p>Affiche voor de intekening op <em>De Leeuw van Vlaenderen </em>(1838) van Hendrik Conscience. Ontwerp Gustaaf Wappers, 1938. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps12204)</p>

Affiche voor de intekening op De Leeuw van Vlaenderen (1838) van Hendrik Conscience. Ontwerp Gustaaf Wappers, 1938. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps12204)

Groei van de beweging

In Antwerpen positioneerde Conscience zich nu volop aan het hoofd van de strijd voor de herwaardering van de moedertaal, voor het erkennen van het Vlaams als cultuurtaal en als taal voor de lokale overheid. Hij hield daarbij nauw contact met Ferdinand Augustijn Snellaert Snellaert, Ferdinand A.
Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) was een arts, filoloog, letterkundige en leidende figuur in de Vlaamse beweging. Lees meer
, die de Vlaamse beweging in Gent leidde. Zo richtte hij in 1842 met een aantal vertrouwelingen – waaronder Door van Ryswyck, Pieter Frans van Kerckhoven Van Kerckhoven, Pieter F.
Lees meer
en Jan de Laet – het geheime Genootschap De Hermans Genootschap De Hermans
Lees meer
op. De bedoeling was om politiek ongeboden te strijden voor de moedertaal en de Vlaamse economische belangen en tegen de verfransing. Hun belangrijkste verwezenlijking was de uitgave van de eerste Vlaamse krant, Vlaemsch België Vlaemsch België
Lees meer
. Hoofdredacteur werd Jan de Laet en voor de redactie werd Domien Sleeckx Sleeckx, Domien
Domien Sleeckx (1818-1901) was op meerdere vlakken een pionier in de Vlaamse emancipatiestrijd, in het bijzonder in de vernederlandsing van het onderwijs. Lees meer
aangetrokken. Het eerste nummer verscheen op nieuwjaarsdag van het jaar 1844. Behalve politieke artikels bevatte Vlaemsch België ook literaire bijdragen, en Conscience – die een tijdlang waarnemend hoofdredacteur was – en Van Kerckhoven publiceerden feuilletons in het blad. Vlaemsch België speelde ook een belangrijke rol in de spellingkwestie Spellingoorlog
Spellingoorlog verwijst naar de spellingstrijd van 1839 tot 1844 tussen voor- en tegenstanders van de zogenaamde Commissiespelling, die een aanpassing van het Nederlands in Vlaanderen aan... Lees meer
, waarbij Conscience zich in acht artikels radicaal opstelde tegen de aanhangers van de anti-Hollandse spelling Des Roches. In het verlengde daarvan toonde hij zich later ook een tegenstander van het taalparticularisme van de school van Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
. Conscience was al eerder betrokken geraakt bij de regeling van de spelling: op 11 oktober 1841 sprak hij bijvoorbeeld in Antwerpen tijdens een provinciale vergadering van taalminnaars die door provinciegouverneur Henri de Brouckère was bijeengeroepen en op 23 oktober voerde hij het woord op het Taelcongres Taelcongres (Gent)
Lees meer
te Gent. In 1844 publiceerde hij een praktische samenvatting van de officieel bekrachtigde commissiespelling onder de titel De sleutel der gezuiverde spelling. Toch was ook deze commissiespelling nog niet helemaal compatibel met die van Nederland (ae vs aa, en ue vs uu).

Voor die eenmaking zou hij tijdens het Nederlands Taal- en Letterkundig Congres in Brugge in 1862 nog eens actievoeren. Toen in 1864 de spelling De Vries-Te Winkel in België goedgekeurd werd, zat hij zelf in de Belgische spellingcommissie. Een eengemaakte spelling met Nederland bood niet alleen kansen voor zijn werk. Het maakte nog eens duidelijk dat het Vlaams geen onooglijk dialect was waarin cultuur en wetenschap onmogelijk waren.

De onpartijdigheid van Vlaemsch België werkte financieel evenwel contraproductief. Politiek gebonden instanties trokken hun toelages terug en de krant gaf op 12 november 1844 de geest. Dat een dag later al de nieuwe krant De Vlaemsche Belgen verscheen met Domien Sleeckx als hoofdredacteur en met steun van de katholieke partij Christelijke Volkspartij
Lees meer
, vond Conscience een ‘bittere les’. Maar toen ook De Vlaemsche Belgen al na een half jaar de geest gaf, verzamelde hij in augustus 1845 een aantal betrouwbare medestanders voor de Vlaamse zaak in de nieuwe vereniging De Toekomst, die als Heilig Verbond Het Heilig Verbond
Lees meer
een geheim karakter zou krijgen. Conscience verwerkte zijn Vlaamse strijdpunten nu ook in romans zoals Lambrecht Hensmans (1847), waarin een Vlaamse meubelschilder beschuldigd wordt van diefstal en in een Franstalig proces, waarvan hij geen letter begrijpt, onschuldig veroordeeld wordt tot een gevangenisstraf met dramatische gevolgen.

Ondertussen beleefde Conscience een ware doorbraak in Duitsland Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
en Engeland, verscheen zijn Geschiedenis van België en werd hij benoemd tot ‘professeur aggrégé’ aan de Universiteit van Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
. Het succes steeg Conscience zodanig naar het hoofd dat hij zichzelf stilaan als de grote leider van de Vlaamse beweging zag. Verenigingen waarop hijzelf geen invloed had begon hij te bekampen. Zo was hij het niet eens met het reglement van het Taelverbond, vooral omdat het opgesteld was door Jan-Baptist David David, Jan-Baptist
Jan-Baptist David (1801-1866) was een katholiek priester, en vanaf 1834 hoogleraar nationale taal, letterkunde en geschiedenis aan de Katholieke Universiteit in Mechelen en Leuven. Hij sp... Lees meer
, die hij als kanunnik niet vertrouwde, en zorgde hij ervoor dat het in januari 1846 afgekeurd werd. Nochtans was Frans H. Mertens, die lid was van het Heilig Verbond, de eindredacteur van het reglement en was Conscience een van de woordvoerders geweest op de stichtingsvergadering van het Taelverbond (11 februari 1844). Snellaert verweet hem dat hij onbezonnen handelde, en twee maanden later werd het reglement in gewijzigde vorm alsnog goedgekeurd. Het kwaad was echter geschied. Mertens brak met Conscience, die hij pedant noemde, en J.F. Willems vond de Antwerpenaars verraders.


<p><em>Vlaemsch België</em> werd in 1844 in Brussel gelanceerd en was de eerste Vlaamse krant in Brussel. (Koninklijke Bibliotheek van België)</p>

Vlaemsch België werd in 1844 in Brussel gelanceerd en was de eerste Vlaamse krant in Brussel. (Koninklijke Bibliotheek van België)

Ruzie binnen de Antwerpse tak

Met Mertens zou het nog wel terug goed komen, maar omdat Conscience zich ook opdrong in het bestuur van het Duitsch-Vlaemsch Zangverbond Vlaemsch-Duitsch Zangverbond
Het Vlaamsch-Duitsch Zangverbond (1846-1848) wilde koormuziek op Duitse, Latijnse en Nederlandse teksten verspreiden. Daartoe werden meerdere zangfeesten georganiseerd. Lees meer
, dreigde er een breuk met Pieter F. van Kerckhoven, die gelijkaardige ambities had. Nochtans stonden De Laet, Conscience en Van Kerckhoven al enkele jaren bekend als drie handen op één buik wat de Vlaamse literatuur en beweging betrof. Van Kerckhoven was echter al sinds zijn atheneumjaren goed bevriend met Sleeckx en in hun briefwisseling probeerde Sleeckx Conscience zoveel mogelijk zwart te maken. Sleeckx voerde zijn hetze tegen Conscience ook in anonieme krantenartikelen. Omdat Van Kerckhoven zijn medewerking aan een tijdschrift van Sleeckx niet wilde stopzetten, werd hij in mei 1846 uit het Heilig Verbond gezet, dat kort daarop een stille dood stierf.

Van Kerckhoven was een overtuigde liberaal die al vele jaren nauw contact onderhield met Charles Rogier Rogier, Charles
Charles Rogier (1800-1885) was een liberale politicus die meermaals een functie als minister of regeringsleider bekleedde. In zijn streven naar een sterke, geünificeerde en op termijn een... Lees meer
en na het liberale partijcongres van 14 juni 1846 werden de politieke spanningen binnen de Vlaamsvoelende gemeenschap van Antwerpen op de spits gedreven. Conscience bond samen met De Laet en Lodewijk Vleeschouwer Vleeschouwer, Lodewijk
Lodewijk Vleeschouwer (1810-1866) was medewerker aan tal van periodieken. Hij was lid van De Toekomst en van rederijkerskamer De Olijftak. In 1847 stichtte hij het satirisch weekblad De R... Lees meer
resoluut de strijd aan met het franskiljonse liberale stadsbestuur en richtte daartoe in januari 1847, naar het voorbeeld van de Parijse Charivari, het satirische weekblad De Roskam De Roskam
Antwerps unionistisch weekblad (26 januari 1847 – 27 februari 1848), gesticht door Lodewijk Vleeschouwer, antipode van De Schrobber. Lees meer
op. Van 11 april tot 9 mei publiceerde Conscience hierin de vijfdelige artikelenreeks ‘Over het gebrek aen nationale gevoelens in België’. De oorzaak voor dit gebrek lag volgens hem in de partijtwisten tussen katholieken en liberalen. Hij pleitte onder meer voor de vorming van een nieuwe vaderlandse partij, die de gematigden uit de katholieke en liberale families zou verenigen om in een waarachtig nationale geest elke taalgemeenschap te geven wat haar toekwam.

Vanaf 1 juni werd De Roskam van antwoord gediend door het liberale schimpblad De Schrobber De Schrobber
Lees meer
van Pieter F. van Kerckhoven, die tegen Conscience een felle campagne voerde en hem onder meer op grond van zijn Wonderjaer-herwerking van 1843 het verwijt maakte zich aan de klerikale partij te hebben verkocht. Hij kreeg de bijnaam “Kruisduit” omdat hij enkel zou schrijven voor geld en eretekens. Van Kerckhoven herhaalde dat nog eens allemaal in een pamflet met de titel De Vlaemsche Beweging, waarin hij stelde dat die beweging alleen liberaal kon zijn. Toen Conscience op 21 juli 1847 door koning Leopold van Saksen-Coburg, Leopold I
Leopold I (1790-1865) was de eerste koning der Belgen. Hij werd als prins uit het hertogelijk huis van Saksen-Coburg-Gotha in 1831 vanwege zijn uitgebreid Europees netwerk tot de Belgisch... Lees meer
werd benoemd tot leraar van de koninklijke prinsen was het hek helemaal van de dam. Minister van Binnenlandse Zaken Rogier zorgde ervoor dat Conscience de functie in de praktijk nooit zou kunnen uitvoeren, en werd daarbij ondersteund door de Franstalige en liberale pers. Toch stonden niet alle liberalen achter Van Kerckhoven. Jacob F.J. Heremans Heremans, Jacob
Lees meer
bracht in september een aantal Gentse en Antwerpse schrijvers samen om de toestand te bespreken. Conscience ontwierp daarop samen met Snellaert een manifest met 12 grondbeginselen voor een bovenpartijdige Vlaamse beweging. Het pamflet werd anoniem gepubliceerd, maar kreeg weinig weerklank en werd door Van Kerckhoven en Sleeckx in de grond geboord. Als dieptepunt in de strijd pleegde Van Kerckhoven een putsch in De Olijftak De Olijftak
De Olijftak was een in 1835 opgerichte Antwerpse rederijkerskamer, die in de context van het ontluikende Vlaamsgezinde cultuurleven wilde aanknopen bij de bewonderde 16de-eeuwse rederijke... Lees meer
en liet hij Conscience, De Laet en Vleeshouwer eind 1847 uit de organisatie zetten. De Parijse februari-revolutie maakte kort daarop een einde aan het geruzie en de beide tijdschriften werden vervangen door Het Vaderland Het Vaderland (1848)
Lees meer
.

Conscience antwoordde met Jacob van Artevelde, een historische roman over een succesvolle Gentse politieke leider uit de 14de eeuw die door zijn tegenstanders op een laffe manier werd vermoord. Hij zag veel politieke sociale en economische overeenkomsten tussen de actuele toestand in België en de situatie waarin Jacob van Artevelde Van Artevelde, Jacob
Jacob van Artevelde was een Gents volksleider (overleden in 1345) die in de jaren 1337-1345 de feitelijke macht uitoefende in Gent en in Vlaanderen. Hij verzette zich tegen de Franse invl... Lees meer
zich bevond, en verwerkte zijn persoonlijke ervaringen van de afgelopen jaren in de figuur van de Gentse wijze man.

Na het schrijven van deze roman kreeg Conscience een zware depressie. Toen kort daarop zijn vader en Theodoor van Ryswyck stierven, en er in Antwerpen cholera uitbrak, trok hij zich drie maanden terug in de Antwerpse Kempen om de batterijen op te laden. Het resultaat waren zes verhalen over het landelijke Vlaanderen, waaronder De loteling (1850), Baes Gansendonck (1850), Blinde Roza (1850) en De arme edelman (1851). Met dit genre zou hij doordringen tot de voor buitenlandse auteurs moeilijk toegankelijke Franse boekenmarkt.


<p>Illustratie van Edward Dujardin uit <em>De loteling</em> (1850). Dujardin stond in voor het illustreren van 45 romans van Hendrik Conscience. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhpr9831)</p>

Illustratie van Edward Dujardin uit De loteling (1850). Dujardin stond in voor het illustreren van 45 romans van Hendrik Conscience. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhpr9831)

Een politieke carrière?

Na zijn ontslag bij De Olijftak had Conscience een nieuwe vereniging opgericht, de Maatschappij Voor Tael en Kunst Voor Tael en Kunst
Lees meer
, aanvankelijk een zangmaatschappij. Na zijn terugkeer uit de Kempen zette hij zich daar volop voor in en werd de insteek breder. Er werden halfmaandelijkse avondfeesten ingericht met muzikale uitvoeringen en literaire voordrachten en Voor Tael en Kunst overvleugelde weldra De Olijftak. Conscience las er stukken voor uit zijn nieuwe romans en gaf redevoeringen ter verdediging van de moedertaal. Ook werd hij er regelmatig met veel luister gevierd wanneer hem weer eens een belangrijke onderscheiding te beurt was gevallen.

Het mooiste voorbeeld is de viering van 19 augustus 1851, waarbij Conscience gehuldigd zou worden voor zijn bijdrage aan de Vlaamse beweging. 26 verenigingen uit heel Vlaanderen zakten naar Antwerpen af voor een stoet (waarin ook de al gestorven Vlaamse voorvechters herdacht werden), een letter- en toonkundig feest en een groots avondfeest. Kort daarna werden Conscience en Snellaert door de Nederlandse koning Willem III benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Consciences populariteit was nu zo groot dat hij voorgedragen werd als kandidaat voor de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen in oktober 1851 door de kiezers van de vijfde wijk (Antwerpen extra muros). Tien Vlaamse maatschappijen steunden zijn kandidatuur en stelden een lijst samen met Vlaamsgezinde kandidaten. De liberale partij Partij voor Vrijheid en Vooruitgang
Lees meer
leverde echter veel tegenwerk, en startte een heuse roddelcampagne tegen Conscience met de traditionele elementen uit de Schrobber-tijd, aangevuld met leugens. Conscience verloor met 100 stemmen van zijn liberale tegenkandidaat P.J. van Honsem, wat gezien de omstandigheden een heel behoorlijk resultaat was. Toch raakten de meeste kandidaten op de Vlaamsgezinde lijst wel verkozen, wat een tegenslag was voor het liberale bestuur. Voor Conscience was het evenwel duidelijk: voor een politieke functie was hij niet in de wieg gelegd. Hij reageerde met de pen, eerst met een kleine roman, De gierigaard (1852), en daarna met een episch opgezet werk over de strijd van de brigands in 1798 tegen de Franse bezetter: De Boerenkryg (1853). Het boek opent met de zin: ‘België is het geboorteland der vrijheid.’ En de opstandelingen worden steevast Belg genoemd. De fragmenten die hij voorlas bij Voor Tael en Kunst wekten zo veel enthousiasme op dat uitgever Van Dieren Van Dieren, Johannes
Lees meer
een eerste druk van 6.000 exemplaren aandurfde.

Hoe intens en veelomvattend Consciences activiteiten en initiatieven ten gunste van de moedertaal, de Vlaamse letteren en de culturele emancipatie ook waren, zij gebeurden steeds vanuit unionistisch perspectief en gingen gepaard met een verdediging van het jonge Belgische vaderland. Reeds in de toespraak Aenspraek tot het Vlaemsche volk (1839), die hij samen met De Laet had opgesteld om te protesteren tegen de aanvaarding van de 24 Artikelen, werd verwezen naar de martelaren van de Septemberdagen. In 1853 wist Conscience twee keer, ondanks tegenwerking van het liberale stadsbestuur, de aanwezigheid van de koninklijke familie te bewerkstelligen op een avondfeest van Voor Tael en Kunst en sprak hij hen toe.

Hoewel deze evenementen allemaal zeer succesrijk waren, weigerde Conscience in 1854 een plek op de lijst van Voor Tael en Kunst bij de tussentijdse parlementsverkiezingen. Politiek was niet voor hem weggelegd. Voor Tael en Kunst had zich daarnaast – door de voortdurende tegenwerking van de liberalen – verplicht gezien om zich conservatief op te stellen, terwijl Conscience onpartijdig wilde blijven. Daardoor zou de maatschappij ook stilaan ter ziele gaan. De niet-aflatende liberale kritiek was ook de reden waarom Conscience in 1854 zijn ontslag gaf als griffier bij de academie. Wappers had al een jaar eerder zijn ontslag ingediend, en Conscience had hem niet kunnen overtuigen om op zijn beslissing terug te komen. Ze waren het allebei beu om onterecht van wanbeleid beschuldigd te worden.


In 1856 was Hendrik Conscience de auteur van het feestalbum naar aanleiding van de viering van 25 jaar koningschap van Leopold I. (ADVN, VC470)
In 1856 was Hendrik Conscience de auteur van het feestalbum naar aanleiding van de viering van 25 jaar koningschap van Leopold I. (ADVN, VC470)

Commissies

Conscience probeerde voortaan van zijn pen te leven, wat niet zo eenvoudig was. Gelukkig werd hij laureaat van de allereerste staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde. Daarnaast vielen er nog wat zaken uit de lucht. In 1855 kwam de regering-De Decker tot stand, een unionistische regering met gematigde katholieken en liberalen. Pierre de Decker De Decker, Pierre
Lees meer
was de Vlaamse zaak gunstig gezind en deelde Consciences standpunten. De Antwerpse auteur hoopte dan ook dat De Decker een geschikte job voor hem zou vinden die hem meer armslag zou geven bij het schrijven. Het zou aanvankelijk bij enkele projecten blijven. Zo werd Conscience lid van de feestcommissie die de 25ste verjaardag van de eedaflegging van koning Leopold moest organiseren en schreef hij de Vlaamse versie van het feestalbum, met dezelfde illustraties als de Franstalige versie, maar een volledig andere tekst dan die van Louis Hymans. Hij schetste daarin ook kort de geschiedenis van België vanaf de strijd tegen de Romeinen. En hij voorspelde aan het einde: ‘Ook zal over het minder gelukkig Vlaanderen het aangekondigde licht oprijzen; de afstammelingen van het heldengeslacht zullen, in het ambtelijk gebruik hunner moedertaal, de verloren krachten wedervinden; en, als goede broeders van een zelfde huisgezin, zullen alle Belgen, in volle gelijkheid, de vruchten van het gezamenlijk streven delen…’

Met deze zin verwees Conscience naar de pas opgerichte Grievencommissie Vlaemsche Commissie
De Vlaemsche Commissie of Grievencommissie inventariseerde op vraag van de regering in 1856-1857 voor de eerste keer de problemen in verband met de positie van het Nederlands in België en... Lees meer
, waarvan hij een van de negen leden was. Deze commissie moest voorstellen formuleren om het gebruik van het Vlaams in de openbare besturen te regelen.

Conscience toonde zich tijdens de openingszitting van 8 oktober al zeer combattief. Toen de minister de leden verzocht om ‘met voorzichtigheid te handelen, en geen andere maatregelen voor te stellen, dan zulke, welke door het Gouvernement voor de Kamers zouden kunnen worden verdedigd en ondersteund’, vroeg Conscience of de commissie dan niet gemachtigd was om een volledige lijst van de bestaande grieven samen te stellen. De minister wilde echter alleen waarschuwen om ‘door onuitvoerbare eisen geen te hevige tegenstand in een ander gedeelte des lands te verwekken’. In zijn tekst over de ‘Gevolgen van het uitsluitelijk gebruik der Franse taal in het Belgische leger’ stelde Conscience zonder omwegen de vraag, ‘of onze Grondwet, die een verbond van gelijkheid en gerechtigheid is, niet ten opzichte van het Vlaamse volk op een zelfs onmenselijke wijze hier wordt geschonden’. Vlaamse lotelingen werden uitsluitend in het Frans opgeleid en vaak onterecht gestraft omdat ze de opdracht niet begrepen hadden. Onderofficier of zelfs korporaal konden zij niet worden, omdat ze daarvoor Frans moest kunnen schrijven. Daardoor waren officieren en onderofficieren ‘de taal der meerderheid onkundig’. In de regimentsbibliotheken waren enkel Franse boeken te vinden. Conscience stelde een tienpuntenprogramma voor, waarin hij onder meer vroeg dat graden in het leger bij voorkeur toegekend zouden worden aan wie de beide landstalen kende. Wanneer de moedertaal, en met haar de gewone man, op grove wijze geminacht werd, nam Conscience tegenover officiële instanties geen blad voor de mond, hoezeer hij ook Vlaams-Belgisch dacht.


De leden van de zogenaamde "Grievencomissie", met linksboven Hendrik Conscience, 1856. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis)
De leden van de zogenaamde "Grievencomissie", met linksboven Hendrik Conscience, 1856. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis)

Uit de verslagen komt ook de visie van Conscience duidelijk naar voren. Zo was men het erover eens dat er Nederlandstalig onderwijs in Vlaanderen moest komen. In de discussie over een eventuele verplichting voor de Walen om Nederlands te leren, meende Conscience dat men het Vlaams niet moest opdringen en dat ‘indien wij altijd aan de Walen denken, de toestand der Vlamingen niet zal verbeteren’. Het gebruik van het Vlaams was een politiek recht en kon de Vlamingen niet ontnomen worden. Als de Walen de noodzaak voelden om Vlaams te leren, zouden ze zelf wel leraars vragen. Maar in Vlaanderen moest het Vlaams op één lijn staan met het Frans. Conscience stelde ook voor om een inspecteur voor het onderwijs van het ‘vlaemsch’ te benoemen. Hoewel hij de noodzaak inzag van het oprichten van een Vlaamse Academie, was een Vlaamse afdeling van de Académie Royale de Belgique Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België
Lees meer
voor hem voorlopig al voldoende. Het volk kende de Academie toch niet, want het kwam er niet mee in aanraking. De academie moest voor hem overigens in Brussel gevestigd zijn, want anders kreeg ze niet alleen een lokaal karakter, ze trok ook een scheidingslijn tussen Vlamingen en Walen.

Het eindrapport van de commissie, dat Conscience te gematigd vond, werd op 25 juli 1857 aan minister De Decker overhandigd. Twee weken later viel de regering. De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Charles Rogier zou zich hevig tegen het verslag verzetten.

Kortrijk

Inmiddels was Conscience op 6 januari 1857 tot arrondissementscommissaris in Kortrijk benoemd. De functie was veel arbeidsintensiever dan hij had gehoopt, maar hij kon zich voortaan buiten de politieke tegenstellingen houden. Toch was hij in 1859 aanwezig op de banketten in Brussel en Gent ter ondersteuning van de eisen van de Grievencommissie, wat in zijn functie een gedurfde actie was. Zo groeide hij meer en meer uit tot het grote symbool van de Vlaamse herleving, en tegelijk tot de meest gewaardeerde auteur van België. Bovendien richtte hij de blik voortaan ook vaker naar Nederland Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
, hoewel hij zich voordien tegenover het Noorden – individuele contacten en deelname aan een aantal Nederlandse congressen ten spijt – veeleer terughoudend had opgesteld. Zijn ijver voor het algemeen Nederlands en zijn afwijzing van het West-Vlaamse taalparticularisme waren daaraan niet vreemd. In 1867 hield hij tevens een fel opgemerkte lezingenreeks in diverse Nederlandse steden.


Hendrik Conscience in het uniform van arrondissementcommissaris, mei 1857. Foto Ferdinand Buyle. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph4260)
Hendrik Conscience in het uniform van arrondissementcommissaris, mei 1857. Foto Ferdinand Buyle. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph4260)

Ondanks zijn drukke ambtsbezigheden wist Conscience toch jaarlijks twee stevige romans ter wereld te brengen. Het valt daarbij op dat hij zich als schrijver sterker dan voordien conformeerde aan de burgerlijke maatschappij van zijn tijd. De burgerlijke zedenroman (De burgers van Darlingen, 1861; De koopman van Antwerpen, 1863; Levenslust, 1868) die nu in zijn oeuvre op de voorgrond trad was daar een uiting van. Met een roman als Bavo en Lieveken (1865) zette hij in op de rol van het onderwijs voor de ontvoogding van de arbeiders en pleitte hij tevens voor middelbaar onderwijs voor meisjes. In zijn Kortrijkse kringen vond hij ook meer aansluiting bij de liberale beweging.

Brussel

In 1868 werd Conscience bij Koninklijk Besluit benoemd tot conservator van de Koninklijke Musea van Schilder- en Beeldhouwkunst van België te Brussel, met vrije woonst in het Wiertz-museum. Deze aanstelling betekende zoveel als zijn verheffing tot 'poet laureate'. De vreugde werd evenwel overschaduwd door het overlijden van zijn beide zonen bij een tyfusepidemie in hartje Brussel begin 1869.
Aan de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, waarvan hij sinds een jaar werkend lid was, gaf Conscience op 11 mei 1870 de allereerste openbare lezing in het Nederlands. Het thema was de geschiedenis van de Kerels van Vlaanderen, tevens het onderwerp van zijn nieuwe roman, waarover hij veel informatie gevonden had in Histoire de Flandre van Joseph Kervyn de Lettenhove Kervyn de Lettenhove, Joseph
Baron Joseph C.M.B. Kervyn de Lettenhove (1817-1891) was een katholieke politicus en historicus, die vanuit zijn Belgisch nationalisme bijdroeg aan de verheerlijking van het Vlaamse verle... Lees meer
. Het was in die tijd een populaire geschiedenis, die inmiddels niet meer dan een mythe blijkt te zijn. Niettemin kwam een hele generatie jongeren in de ban van de heldendaden van de legendarische kerels, die eigen aard, volkskracht en moedertaal hoog in hun vaandel voerden. Aan De kerels van Vlaanderen ontleende Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
de slogan ‘Vliegt den Blauwvoet, storm op Zee’, voor het refrein van zijn Blauwvoetlied. Het werd een strijdlied tijdens een leerlingenrevolte aan het Klein Seminarie van Roeselare Klein Seminarie van Roeselaere
In het Klein Seminarie van Roeselare, opgericht in 1806, liepen tal van belangrijke figuren uit de Vlaamse beweging school of gaven er les (Gezelle, Verriest, Rodenbach). In 1875 ontstond... Lees meer
(1875), en werd later overgenomen door de katholieke studentenbeweging Katholieke Vlaamse studentenbeweging
De Katholieke Vlaamse Studentenbeweging was de georganiseerde deelname van de katholieke studerende jeugd aan de Vlaamse beweging. Ze leverde daartoe met haar grote aanhang van ca. 1875 t... Lees meer
.

Conscience publiceerde daarna weer een aantal kortere romans en omdat zijn voorlezingen en toespraken bij diverse verenigingen veel succes oogstten, vroeg de Brusselse flamingantische maatschappij De Veldbloem De Veldbloem
Lees meer
Conscience om zich politiek te engageren in een Vlaamsche Kiezersbond Vlaamsche Kiezersbond
De Vlaamsche Kiezersbond was een Brusselse, flamingantische kiesvereniging die werd opgericht in 1872. Ze nam deel aan de parlementsverkiezingen van dat jaar. Bij de gemeenteraadsverkiezi... Lees meer
en zich voor de parlementsverkiezingen in 1872 kandidaat te stellen. Conscience zag daarvan af omdat hij in de eerste plaats kunstenaar was en hij argumenteerde dat hij door zijn functie van openbaar ambtenaar niet onafhankelijk zou kunnen werken. In werkelijkheid bleef Conscience zich, ondanks zijn groeiende liberale sympathieën, houden aan zijn aloude principe van buiten elke partijstrijd te blijven.  

Dat devies bleef hij ook trouw toen hij in 1881, op initiatief van De Zweep De Zweep
Het liberale Brusselse weekblad De Zweep was tot de oprichting van de krant Het Laatste Nieuws in 1888 politiek georiënteerd en Vlaamsgezind, en evolueerde nadien tot een zuiver commercie... Lees meer
, het liberale weekblad van zijn intieme vriend Julius Hoste Hoste, Julius (sr.)
De liberaal Julius Hoste sr. (1848-1933), stichter van De Zweep en Het Laatste Nieuws, speelde eind 19de en begin 20ste eeuw een centrale rol in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd in Brussel.... Lees meer
, gehuldigd zou worden naar aanleiding van het verschijnen van zijn honderdste boekdeel. Aan dit unieke gebeuren, enkel vergelijkbaar met de viering van de tachtigjarige Victor Hugo datzelfde jaar te Parijs, namen tienduizenden Vlamingen van alle gezindheden deel, en op vraag van de auteur ook veel Franstaligen, zodat de festiviteit een weerspiegeling werd van Consciences nationale droom: een eendrachtige Vlaamse gemeenschap die zich bewust was van haar eigenheid en rechten, maar vreedzaam co-existeerde met de Waalse landgenoten in een sterk en onafhankelijk België.

In de aanloop naar de viering was het heilige vuur in Conscience nog één keer hevig ontvlamd. Als directeur van de afdeling Letteren van de Académie Royale gaf hij samen met de Waal Louis Hymans een lezing over de Belgische literatuur, waarin hij uiteraard het Vlaamse onderdeel voor zijn rekening nam. Omdat de meeste aanwezigen het Vlaams niet machtig waren sprak Conscience in het Frans. De lezing evolueerde van een geschiedenis van de Vlaamse letterkunde vanaf de middeleeuwen tot een apologie van zijn werkzaamheden voor het Vlaams en een beschrijving van de resultaten daarvan. Die resultaten waren eigenlijk ook niet zo slecht, evalueerde Conscience. Een aantal van zijn medestanders was inmiddels verkozen in het parlement, zoals Lodewijk Gerrits Gerrits, Lodewijk
Lodewijk Gerrits (1827-1873) was een drukker en auteur wiens Vlaams- en sociaalgezindheid prevaleerde op levensbeschouwelijke tegenstellingen. Hij lag mee aan de basis van de Nederduitsch... Lees meer
en Jan de Laet, en de wetten-Coremans (1873) en -De Laet (1874) waren belangrijke overwinningen. Dat ze nog tegenkanting kregen, vond hij begrijpelijk, maar hij besloot: ‘Wij, Vlamingen [zullen] met dezelfde krachtdadigheid, met dezelfde volharding de rechten van het Vlaamse volk […] blijven eisen, totdat ons ideaal van nationaal recht en gelijkheid bereikt is, al zou de volledige verwezenlijking ervan slechts aan onze naneven ten deel vallen.’

Conclusie

Consciences betekenis voor de Vlaamse beweging is uitzonderlijk groot geweest. De culturele en sociale emancipatie van een grotendeels ongeletterd volk stond of viel immers met het welslagen van een alfabetiseringsproces, en om dat te bereiken was het stimuleren van de leeslust via aangepaste, in eerste instantie op gevoel en verbeelding werkende lectuur een eerste vereiste. Met een buitengewone intuïtie heeft Conscience in deze nood voorzien en in zijn verhaalkunst tientallen figuren geschapen waarin de eenvoudige lezer zichzelf kon herkennen. De populariteit van zijn romans, die ook voorgelezen werden of via toneelstukken verspreid, zorgde ervoor dat iedereen wilde leren lezen.

Daarnaast heeft Conscience met zijn meeslepende evocaties van relevante momenten uit haast elke periode van de "nationale" geschiedenis die lezer gaandeweg bewustgemaakt van zijn Vlaamse identiteit en hem de helden, symbolen en leuzen Leuzen
Lees meer
ter hand gesteld waardoor hij zich in zijn strijd voor eigen volksbestaan steeds weer kon laten inspireren. Het werk van Conscience toont aan hoe literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
een cultuurscheppende macht kan zijn.

Ten slotte is Conscience zijn hele leven op de barricades blijven staan voor de rechten van het Nederlands in bestuur, gerecht, leger en onderwijs. De invloed die van hem uitging, ook bij de volgende generaties, is onbetwistbaar.

Werken

Jubileumuitgave der volledige werken, 30 dln., 1912.
Levensbeschrijving van F.A. Snellaert, 1873.
– Levensbeschrijving van Willem de Mol
, 1874.
– Redevoering door Hendrik Conscience uitgesproken in de Koninklijke Academie van België den 11 Mei 1881, voorafgegaan door eene inleiding over de zaak Schoep
, 1881.
Voor een gedetailleerde bibliografie, zie: www.hendrikconscience.com.

Literatuur

G. Eekhoud, Henri Conscience, 1881.
P. de Mont, Hendrik Conscience, zijn leven en zijne werken, 1883, 19122.
P. de Decker, Henri Conscience, 1884.
E. de Bock, Hendrik Conscience, zijn persoon en werk, 1912.
Hendrik Conscience. Studiën en critieken, 1913.
A. Jacob, Briefwisseling van, met en over Hendrik Conscience uit de jaren 1837 tot 1851, 2 dln., 1913-1914.
E. de Bock, Hendrik Conscience en de opkomst van de Vlaamse romantiek, 1919, 19432.
G. Schmook, De genesis van Conscience's Leeuw van Vlaenderen, 1953.
A. van Hageland, Hendrik Conscience en het volksleven, 1953.
G. Degroote en J. de Schuyter, Hendrik Conscience en zijn uitgevers, 1953.
G. Degroote, Wat een schrijver lijden kan, 1957.
E. Willekens, Hendrik Conscience, 1961.
H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse gedachte, dl. 2-3, 1963-1964.
L. Picard, Evolutie van de Vlaamse Beweging van 1795 tot 1950, dl. 2, 1963.
G. Degroote, Onuitgegeven en weinig gekende brieven van Hendrik Conscience (1835-1883), in: Handelingen van de KZMTLG (1966, 1967, 1971, 1974, 1983, 1984).
G. Degroote, Conscience, Hendrik, in: NBW, dl. 3, 1968.
A. Keersmaekers, Consciences moeizame carrière, in: Noordgouw, 1972.
E. Willekens, Hij leerde zijn volk lezen. Profiel van Hendrik Conscience 1812-1883, 1982.
E. Willekens, Hendrik Conscience en zijn tijd. Kroniek van Consciences leven opgemaakt door Dr. Emiel Willekens naar een initiatief van Dr. Gilbert Degroote, 1983.
L. Simons, M. Somers en A. van Ruyssevelt, Hendrik Conscience of de Vlaamse 'wedergeboorte', 1983.
A. Westerlinck, Wie was Hendrik Conscience?, 1983.
M. van Hattum, Hendrik Conscience en Nederland, in: Ons Erfdeel, 1983.
G. Schmook, Hendrik Conscience c.s. schrijven aan Zijne Majesteit Leopold I: 10.10.1846, 1984.
W. Gobbers, Consciences ‘Leeuw van Vlaenderen' als historische roman en nationaal epos: een genrestudie in Europees perspectief, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.), Vlaamse literatuur van de negentiende eeuw: dertien verkenningen, 1990.
E. Vanhoutte, De ene leeuw is de andere niet, 2002.
P. Vancolen, Hendrik Conscience en Kortrijk, in: De Leiegouw, 2007.
A. Keersmaekers, Hendrik Conscience. De muze en de mammon, 2009.
K. Wauters, Hendrik Conscience. Van geboorte tot Leeuw 1812-1838, 2012.
P. François, Hendrik Conscience in Halle, 2012.
P. Couttenier en W. Verschueren, Hendrik de veroveraar, 2013
K. Humbeek, K. Absillis en J. Weijermars, De grote onleesbare. Hendrik Conscience herdacht, 2016.
J. Vanhecke, Voor moedertaal en vaderland, 2021.
K. Absillis, Het slechte geweten van Vlaanderen. Nationalisme, racisme en kolonialisme in de tijd van Hendrik Conscience, 2022.
Hendrik Conscience: Het levensverhaal van de man die zijn volk leerde lezen, 2023, geraadpleegd op: https://www.vrt.be/vrtmax/podcasts/klara/h/hendrik-conscience/ .

Suggestie doorgeven

1973: Gilbert Degroote (pdf)

1998: Karel Wauters (pdf)

2023: Johan Vanhecke

Databanken

Inhoudstafel