Van Hemel, Jan-Baptist

Persoon
Lieve Gevers (2023, aanvulling), Lieve Gevers (1998)

Jan-Baptist van Hemel (1758-1866) was van 1835 tot 1854 superior van het Klein Seminarie van Mechelen. Hij drukte zo gedurende vele jaren zijn stempel op deze instelling en op het onderwijsbeleid in het aartsbisdom Mechelen. Hij stond sympathiserend tegenover de volkstaal en de beginnende Vlaamse beweging.

Geboorte
Zoerle-Parwijs, 12 maart 1758
Overlijden
Mechelen, 6 november 1866
Leestijd: 5 minuten

Jan-Baptist van Hemel werd in 1821 tot priester gewijd en was van 1820 tot 1823 poësisleraar in het bisschoppelijk Sint-Janscollege te Mechelen. In september 1823 werd Van Hemel onderpastoor van Mechelen. Hij was betrokken bij de publicatie van een vlugschrift tegen de godsdienstpolitiek van koning Willem I der Nederlanden, Willem I
Willem I (1772-1843) was koning der Nederlanden van 1815 tot 1840, en dus ook tussen 1815 en 1830 (de jure tot 1839) van het zuidelijke deel daarvan. Zijn beleid inzake de nationale taal ... Lees meer
. Om te ontsnappen aan het aanhoudingsmandaat verliet hij Mechelen in de avond van 23 januari 1826. Via vicaris-generaal Affre van Amien bekwam hij een plaats als poësisleraar (later leraar retorica) aan het college (vanaf 1828 Klein Seminarie) van het Franse Saint-Riquier. Na de Belgische Revolutie Belgische Revolutie
De Belgische Revolutie is de naam van de opstand van 1830-1831 in de zuidelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I. De opstand leidde tot de splits... Lees meer
werd hij in 1831 benoemd tot leraar retorica aan het Klein Seminarie van Mechelen Klein Seminarie van Mechelen
Het Klein Seminarie van Mechelen was een belangrijke onderwijsinstelling van het aartsbisdom Mechelen met humaniora en filosofieafdeling voor priesterstudenten. Ze speelde in de 19de eeuw... Lees meer
in opvolging van Jan-Baptist David David, Jan-Baptist
Jan-Baptist David (1801-1866) was een katholiek priester, en vanaf 1834 hoogleraar nationale taal, letterkunde en geschiedenis aan de Katholieke Universiteit in Mechelen en Leuven. Hij sp... Lees meer
. Hij werd daar vanaf 1835 superior en drukte zo gedurende vele jaren zijn stempel op de instelling. In 1854 werd hij vicaris-generaal. Hij werd de rechterhand van de Mechelse aartsbisschop Engelbert Sterckx Sterckx, Engelbert
Engelbert Sterckx (1792-1867) was een priester, later aartsbisschop van Mechelen. Lees meer
in de uitbouw van het middelbaar onderwijs Middelbaar onderwijs
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van ... Lees meer
in het diocees. In 1856 verleende de Katholieke Universiteit van Leuven hem het eredoctoraat in de theologie. In 1862 werd hij benoemd tot pauselijk kamerheer.

Van Hemel had een belangrijke richtinggevende stem in de aanpak van het moedertaalonderricht en het taalregime in de diocesane instellingen van het aartsbisdom Mechelen in de eerste decennia na 1830. Hij stond sympathiserend tegenover de volkstaal en de beginnende Vlaamse beweging. Op de prijsuitdeling van 1839 in het Klein Seminarie van Mechelen hield hij als superior, in aanwezigheid van kardinaal Sterckx en nuntius Fornari, een toespraak over het belang van het beoefenen van de moedertaal, een tekst die later gepubliceerd werd in het Belgisch Museum Belgisch Museum
Het Belgisch Museum voor de Nederduitsche Tael- en Letterkunde en de Geschiedenis des Vaderlands was een filologisch en historisch tijdschrift dat in Gent verscheen tussen 1837 en 1846.... Lees meer
. In hetzelfde jaar gaf hij publiek te kennen dat hij en zijn leraars de Commissiespelling zouden volgen. Hij zou corresponderend lid geweest zijn van de Maatschappij van Vlaemsche Letteroefening De Tael is gan(t)sch het Volk De Tael is gansch het Volk
Lees meer
. Op verzoek van David betuigde hij zijn steun aan het petitionnement Petitionnement
Lees meer
van 1840.

Zijn steun aan de Vlaamse beweging impliceerde wel dat hij die in katholieke banen probeerde te leiden. In 1839 beloofde hij tegenover Ferdinand A. Snellaert Snellaert, Ferdinand A.
Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) was een arts, filoloog, letterkundige en leidende figuur in de Vlaamse beweging. Lees meer
meer intekenaars parmi les nôtres van zodra zou blijken dat het op te richten Kunst- en Letterblad indirect ook de religieuze belangen zou dienen. Als lid van de regeringscommissie voor het aanschaffen van boeken voor de gevangenisbibliotheken wist hij Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
te bewegen tot een 'gekuiste', voor de Kerk Kerk
De verhouding tussen Kerk en Vlaamse beweging vertoont historisch een tweevoudig beeld. Enerzijds waren de godsdienstige en de Vlaamsgezinde overtuiging innig verstrengeld en vormde de cl... Lees meer
aanvaardbare uitgave van Het Wonderjaar en van De Leeuw van Vlaenderen, zodat die werken ook zonder gevaar voor de moraal in het onderwijs konden worden gebruikt. In 1839 had hij Jan F. Willems Willems, Jan Frans
Jan Frans Willems (1793-1846), de “vader van de Vlaamse beweging”, was dichter, polemist, filoloog, tekstediteur en initiatiefnemer of lid van tal van academies en genootschappen in binne... Lees meer
om dezelfde redenen aangespoord tot een herwerking van de vertaling van zijn Reinaert, wat ook gebeurde. De onverwachte vervanging van de krant Vlaemsch België Vlaemsch België
Lees meer
door het uitgesproken katholieke blad De Vlaemsche Belgen was eveneens het werk van Van Hemel.

Ondanks zijn steun aan het petitionnement, dat aanstuurde op de gelijkberechtiging van Frans en Nederlands in de scholen, opteerde Van Hemel niettemin voor een Franse omgangstaal in zijn instelling omdat hij die noodzakelijk achtte voor een verzorgde opvoeding van de leerlingen. Alleen op die manier konden naar zijn mening de bisschoppelijke scholen concurreren met het officieel onderwijs en kon de kwaliteit van de priestervorming voldoende worden gegarandeerd. Immers, zo stelde hij, het bijbrengen van de kennis van het Frans gold als belangrijkste maatstaf bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs zowel door de ouders als de hele publieke opinie. ‘C'est vraiment triste’, schreef hij in 1841 aan Sterckx, ‘comme sous ce rapport nos établissements ecclésiastiques restent en arrière auprès des maisons tenues par les libéraux; et pourtant, on ne saurait le nier, c'est par la langue française qu'on juge aujourd'hui de notre savoir et qu'on se croit encore supérieur à un grand nombre de nos prêtres, qu'on regarde comme ayant reçu une bien mince éducation; parce qu'on parle et parce qu'on écrit si mal le français’. Tijdens de recreaties en tijdens de lessen moest er dus naar zijn oordeel Frans worden gesproken. Enkel de tekst van de catechismus kon in de moedertaal worden aangeleerd. Overigens was Van Hemel in deze opvatting modern tegenover wat er bijvoorbeeld in diezelfde decennia in West-Vlaanderen gebeurde, waar het bisschoppelijk onderwijs nog sterker bleef vasthouden aan het Latijn als voertaal en omgangstaal. Van Hemel kantte zich ook tegen het gebruik van het signum linguae Signum linguae
Het Signum Linguae diende in de Vlaamse middelbare scholen om de verfransingsdruk onder de leerlingen te vergroten. Het werd in 1895 en 1906 officieel verboden. Lees meer
, omdat dat de tweedracht tussen de leerlingen aanwakkerde.

In de visie van Van Hemel, die waarschijnlijk typerend was voor vele onderwijsmensen van zijn generatie, stond een Franse omgangstaal in zijn instelling een gelijkberechtiging van de beide landstalen niet in de weg. Hij wilde die gelijkberechtiging evenwel uitsluitend gerealiseerd zien door middel van een volwaardig Nederlands vakonderricht en het in stand houden van een vaderlandslievende collegegeest. Hij hechtte een groot belang aan een verzorgd onderricht van de moedertaal en werkte daarvoor gedetailleerde richtlijnen uit. Tegenover Willems beloofde hij dat de vertaling van Reinaert, na aanpassing voor schoolgebruik, ‘in alle scholen als klassiek aanveerd (zal) worden’ en dat hij het werk zou steunen. Hij trad hiervoor als bemiddelaar op met de drukker P.J. Hanicq. Vanaf 1841 prijkte het werk door Van Hemels toedoen op de lijst van Nederlandstalige school- en leesboeken voor het middelbaar onderwijs. De leerlingen kregen ook kansen voor het beoefenen van de moedertaal in de Academie voor letterkunde en muziek die sinds 1833 in de instelling bestond. De richtlijnen voor het moedertaalonderricht die Van Hemel voor de eigen instelling uitwerkte kregen algemene geldigheid in de colleges van het aartsbisdom. Ze vonden een positieve weerklank. In het algemeen verslag van de Grievencommissie Vlaemsche Commissie
De Vlaemsche Commissie of Grievencommissie inventariseerde op vraag van de regering in 1856-1857 voor de eerste keer de problemen in verband met de positie van het Nederlands in België en... Lees meer
(1859) sprak Snellaert met lof ‘over de wyze hoe men het onderwys en kennis van het Vlaemsch in de aertsbisschoppelyke scholen van Mechelen waerdeert’.

Literatuur

— P. Claessens, Vie et travaux de Mgr. Jean-Baptiste Van Hemel, 1866.
— L. Wils, Kanunnik Jan David en de Vlaamse beweging van zijn tijd, 1957.
— A. Deprez, Jan Frans Willems. Een bijdrage tot zijn biografie tot 1824, 1966.
— A. Deprez, Kroniek van Dr. F.A. Snellaert. 1809-1872, 1972.
— J. Eraly, Het kleinseminarie van Mechelen. 1830-1880, KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1977.
— L. Gevers, Kerk, Onderwijs en Vlaamse beweging. Documenten uit kerkelijke archieven over taalregime en vlaamsgezindheid in het katholiek middelbaar onderwijs. 1830-1900, 1980.
— M. de Smedt, De literair-historische activiteit van Jan Frans Willems (1793-1846) en Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872), 1984.
— K. Swenden, Hemel, Jan Baptist van, in: NBW, XI, 1985.

Suggestie doorgeven

1973: Jan Hardy (pdf)

1998: Lieve Gevers

2023: Lieve Gevers

Databanken

Inhoudstafel