der Nederlanden, Willem I

Persoon
Frank Judo (2024, herwerking), Nico Wouters (1998)

Willem I (1772-1843) was koning der Nederlanden van 1815 tot 1840, en dus ook tussen 1815 en 1830 (de jure tot 1839) van het zuidelijke deel daarvan. Zijn beleid inzake de nationale taal maakt hem bijzonder relevant voor de latere Vlaamse beweging.

Pseudoniem
Willem I
Alternatieve naam
Wilhelm Frederik van Oranje-Nassau
Wilhelmus Van Nassouwe
Geboorte
Den Haag, 24 augustus 1772
Overlijden
Berlijn, 12 december 1843
Leestijd: 5 minuten

De weg naar het koningschap

Erfprins Willem Frederik was de oudste zoon van stadhouder Willem V en zijn echtgenote, prinses Wilhelmina van Pruisen. Als tiener beleefde hij van nabij de onrust van de patriottentijd, die mede aan de basis lag van zijn gespannen relatie met zijn vader, die tot diens dood in 1806 zou voortduren. In 1791 huwde hij met prinses Frederica Louisa Wilhelmina van Pruisen, wat zijn relatie met het Pruisische hof nog versterkte.

In tegenstelling tot zijn vader, die zeer lang elk compromis met het revolutionaire Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
afwees en vasthield aan een alliantie met Engeland, bepleitte Willem een meer pragmatische benadering, die hem er onder meer toe bracht in 1803 de soevereiniteit over het vorstendom Fulda te aanvaarden uit handen van de door hem bewonderde Napoleon. In 1806 verloor hij dit vorstendom echter weer, toen hij van kamp wisselde en aan Pruisische zijde – zij het weinig succesvol – de strijd aanbond met Napoleon.

Na de val van Napoleon werd hij op 2 december 1813 tot Soevereine Vorst der Verenigde Nederlanden uitgeroepen, op verzoek van het zogenaamde Driemanschap, dat de opstand tegen de Fransen in Den Haag en omstreken op het getouw had gezet. Op 1 augustus 1814 aanvaardde hij het voorlopig bestuur van het Zuiden en op 16 maart 1815 werd hij tot koning der Nederlanden gekroond.

‘Te veel koning om liberaal te zijn, te liberaal om koning te zijn’

Sterk onder de indruk van de ontbindende krachten die konden worden losgemaakt tijdens een burgeroorlog, zoals tijdens de Patriottentijd, streefde Willem naar een verzoening tussen de diverse politieke stromingen binnen zijn koninkrijk, onder zijn eigen, als vaderlijk omschreven bewind. Een zuivere restauratievorst wou hij niet zijn, al was het maar omdat hij fundamenteel andere inzichten had dan zijn vader en de vertegenwoordigers van het stadhouderlijke bewind. Inhoudelijk sloot hij nauwer aan bij de traditie van het verlichte despotisme (van Frederik de Grote en Jozef II), maar ook bij de centralistische ambtenarenstaat van Napoleon. De keerzijde van zijn verzoeningsbeleid was echter dat geen van de grote politieke stromingen hem onvoorwaardelijk steunde: voor de contrarevolutionairen ging hij niet ver genoeg in het herstel van de oude verhoudingen, voor de liberalen ging hij niet ver genoeg in zijn hervormingen – of om het in de woorden van de Oostenrijkse generaal baron Von Vincent te zeggen: hij was te veel liberaal om koning te zijn en te veel koning om liberaal te zijn. Volgens zijn critici was zijn koninkrijk een liberale politiestaat, of een autoritaire rechtstaat.

Van opstand tot troonsafstand

De onvrede culmineerde in het zogenaamde 'Monsterverbond' tussen jonge katholieken en liberalen in het Zuiden (met uitschieters in het Zuiden en het Oosten van Noord-Nederland). Ze leidde in 1830 tot een liberale opstand in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
en uiteindelijk tot de afscheiding van België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
, nadat ideeën rond een bestuurlijke scheiding of een personele unie schipbreuk hadden geleden.

Willem I weigerde aanvankelijk deze schending van de post-Napoleontische orde te erkennen en koos voor een ‘volhardingspolitiek’, die hij echter in 1838-1839 moest opgeven bij gebrek aan internationale steun en aan binnenlandse financiële middelen. Het samengaan van de mislukking van de volhardingspolitiek, de toenemende druk om de grondwet van 1815 in een meer liberale zin te wijzigen en het door zijn oudste zoon aangewakkerde protest tegen zijn voorgenomen huwelijk met een katholieke hofdame uit de Zuidelijke Nederlanden, gravin Henriette d’Oultremont, deden hem besluiten tot troonsafstand. Op 7 oktober 1840 werd hij opgevolgd door zijn zoon, Willem II. Willem I vestigde zich te Berlijn, waar hij kort nadien overleed.

Taalbeleid

Toen in 1815 de Zuidelijke Nederlanden bij de voormalige Verenigde Nederlanden werden gevoegd, waren gerecht Gerecht
Lees meer
en administratie in de Vlaamse provinciën ten gevolge van de Franse annexatie (1795-1815) verfranst. Willem I bewonderde het Napoleontische beginsel van een administratieve eenheidstaal, maar zag deze niet in het Frans, maar in ‘de nationale taal’, het Nederlands, dat op termijn de dominante taal in onderwijs Onderwijs
Lees meer
, bestuur Bestuur
Het taalgebruik in het bestuur is een centraal aspect van de Belgische taalkwestie. Het omvat het proces van het afdwingen van taalrechten voor Vlamingen evenals de bestuurstaalwetgeving ... Lees meer
en rechtspraak diende te worden.

De wet van 1819 stelde de officiële eentaligheid in Vlaanderen vanaf 1823 in het vooruitzicht. Later (Koninklijk Besluit van 26 oktober 1822) werd dit ook toegepast op de arrondissementen Brussel en Leuven. Een ander aspect van de operatie was de vernederlandsing van het onderwijs in Vlaanderen. Vooral het lager onderwijs Lager onderwijs
De ‘taalstrijd’ in Vlaanderen is op het niveau van het lager onderwijs minder problematisch verlopen dan op dat van het middelbaar en van het hoger onderwijs. Toch was de verfransing van ... Lees meer
kreeg aandacht. In het middelbare onderwijs Middelbaar onderwijs
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van ... Lees meer
werd de volledige vernederlandsing pas in 1828-1829 doorgevoerd, terwijl daar het Frans als vak (in tegenstelling tot het lager onderwijs) wel behouden bleef.

Toen in 1829-1830 in een tweede petitie van de verenigde oppositie tegen Willem I taalvrijheid werd geëist, deed Willem I enkele toegevingen zoals de invoering in Vlaanderen van (reeds in 1829 gedeeltelijk toegestane) taalfaciliteiten Faciliteiten
Al sinds de eerste taalwet (1873) voorzag de wetgever in faciliteiten. Deze tegemoetkomingen gaven aanleiding tot tegengestelde interpretaties door Nederlandstaligen en Franstaligen, zo ... Lees meer
in bestuur en gerecht voor Nederlandsonkundigen. Het Frans werd tot officiële taal in Wallonië uitgeroepen, maar het Nederlands bleef niettemin de officiële taal in de centrale administratie, het leger Leger
Lees meer
en het onderwijs. De tot dan toe gevoerde taalstrijd kaderde in een veel ruimere zuidelijke oppositie tegen Willem I, bijvoorbeeld wegens de bevoordeling van Noord-Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk en was zeker niet de voornaamste mobiliserende factor voor de revolutie.

De taalpolitiek van Willem I was te kortstondig om na Belgische Revolutie Belgische Revolutie
De Belgische Revolutie is de naam van de opstand van 1830-1831 in de zuidelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I. De opstand leidde tot de splits... Lees meer
van 1830 nog veel invloed uit te oefenen. Wel was het zo dat enkele latere voortrekkers van de Vlaamse beweging door de doorgevoerde vernederlandsing van het onderwijs een taalbewustzijn hadden ontwikkeld.

Literatuur

– F. Blauwkuip, De taalbesluiten van Koning Willem I, 1920.
– A. de Jonghe, De taalpolitiek van Willem I in de Zuidelijke Nederlanden (1814-1830): de genesis der taalbesluiten en hun toepassing, 19672.
– L. Wils, De taalpolitiek van Willem I, in: BMGN, jg. 92, 1977, pp. 81-87.
– A.J. Vermeersch, De taalsituatie tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, 1814-1830, in: Taal en Sociale Integratie, IV, 1981, pp. 389-404.
– L. Wils, De taalpolitiek van Willem I, in: WT, jg. 43, 1985, nr. 4, pp. 193-201.
– H. van Goethem, Taalpolitiek en staatshervorming, in: De geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging sinds 1975 (handelingen van het colloquium op 24 oktober 1992) te Antwerpen, 1993, pp. 7-20.
– J. Koch, Koning Willem I 1772-1843, 2013.
– E. Witte, Het verloren koninkrijk. Het harde verzet van de Belgische orangisten tegen de revolutie, 1828-1850, 2014.
– E. Witte, “Hoe oranjegezind waren de taalminnaren?”, in: WT, jg. 73, 2014, nr. 2, pp. 105-129.
– J. Welten, Dansen rond de troon van Willem I. De hoven in Den Haag en Brussel 1813-1830, 2023.

Suggestie doorgeven

1975: Mark D'hoker (pdf)

1998: Nico Wouters

2024: Frank Judo

Databanken

Inhoudstafel