Pirenne, Henri

Persoon
Evert Peeters (2023, aanvulling), Adriaan Verhulst (1998)

Henri Pirenne (1862-1935) was een van de invloedrijkste Belgische historici uit de 20ste eeuw. Zijn werk, met name zijn zevendelige Histoire de Belgique, reflecteerde een Belgisch-nationalistische visie op de geschiedenis van Belgiƫ en Vlaanderen, maar besteedde ook aandacht aan de Vlaamse kwestie.

Geboorte
Verviers, 23 december 1862
Overlijden
Ukkel, 24 oktober 1935
Leestijd: 7 minuten

Henri Pirenne was als historicus een leerling van Godefroid Kurth Kurth, Godefroid
Godefroid Kurth (1847-1916) was een invloedrijke Belgische historicus die pleitte voor de verdediging van de Vlaamse en Duitse volkstaal. Hij hield er een uitgesproken rooms-katholieke ov... Lees meer
aan de universiteit van Luik (1879-1883). Pirenne werd na studie in Leipzig, Berlijn (1883-1884) en Parijs (1884-1885) benoemd tot hoogleraar, eerst in Luik (1885), daarna in Gent (1886), waar hij tot 1930 middeleeuwse geschiedenis en geschiedenis van Belgiƫ doceerde. In 1930 verhuisde hij naar Brussel, waar hij in 1934 professeur agrƩƩ aan de UniversitƩ libre de Bruxelles werd.

Pirennes Histoire de Belgique

Pirennes wetenschappelijk aanzien, bevestigd door talrijke binnen- en buitenlandse eerbewijzen, berust niet alleen op zijn omvangrijk en belangrijk werk op het gebied van de middeleeuwse economische en sociale geschiedenis, inzonderheid de stadsgeschiedenis, maar ook op zijn zevendelige Histoire de Belgique (1900-1932), die hem, ver buiten de wetenschappelijke wereld, de grootste roem bezorgde.

Deze Histoire de Belgique is van fundamenteel belang voor de kennis van de ideeƫn en de houding van Pirenne ten opzichte van de Vlaamse beweging. Vooral de befaamde inleiding tot het eerste deel is het voorwerp geweest van meningsverschillen. Pirenne ontvouwt er de basis van zijn nationale geschiedenis: al sinds de middeleeuwen kent het latere Belgiƫ Belgiƫ
Geen Vlaamse beweging zonder Belgiƫ. Het is ook onmogelijk om Belgiƫ te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
, gelegen op het kruispunt van Germaanse en Romaanse culturen en daardoor ook een microkosmos van Europa, een eenheid en een vredevol samenleven van verschillende etnische groepen. Deze ā€˜pax belgicaā€™ vormt het historisch bepaalde karakter van de natiestaat van 1830.

Vooral de Nederlandse Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
historicus Pieter Geyl Geyl, Pieter
Pieter Geyl (1887ā€“1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.... Lees meer
heeft Pirenne over dit standpunt, waarin hij een bewust apriorisme zag, hevig aangevallen. Anderen, zoals Pirennes leerling F.L. Ganshof, hebben de visie van Pirenne verklaard als een technisch middel dat hij gebruikt zou hebben om van zijn werk een echte synthese te maken. Het neemt niet weg dat Pirennes werk de Belgisch-nationalistische Belgisch nationalisme
Lees meer
opvattingen weerspiegelt van de tijd waarin het ontstond en dat het hierdoor ongewild beantwoordde aan de verlangens van de officiĆ«le Belgische kringen, inzonderheid van de Belgische nationalisten vĆ³Ć³r en na de Eerste Wereldoorlog.

Belgisch nationalisme

Pirennes Belgisch-nationalistische opvattingen, die hij vooral onmiddellijk na de oorlog meer direct uiteenzette in enkele gelegenheidspublicaties, gingen uit van het liberale Frans georiƫnteerde begrip 'natie', als een gemeenschap van enkelingen en groepen die, op basis van gemeenschappelijke of gelijklopende economische en sociale omstandigheden, van een gemeenschappelijke politieke geschiedenis, van gelijke levensgewoonten, godsdienstige opvattingen enzovoort, een natie 'willen' vormen. Pirenne verwerpt in het geval van Belgiƫ uitdrukkelijk de taal als natievormend element: het tweetalige Belgiƫ is daarvan voor hem het beste bewijs, aangezien de taalgrens Taalgrens
Het begrip ā€˜taalgrensā€™ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
in Belgiƫ nooit politieke betekenis gehad heeft. Een 'bestuurlijke' scheiding op grondslag van de taal was voor Pirenne dan ook onaanvaardbaar.

Een grote rol in het ontstaan en het voortbestaan van de Belgische natie kent Pirenne toe aan de Bourgondische eenmaking en aan het katholicisme van de Zuidelijke Nederlanden. Hij legt eveneens de nadruk op de tweetaligheid Tweetaligheid
Lees meer
van Vlaanderen sinds de 12de eeuw en op de vooral sinds de 16de eeuw sterk toenemende verfransing, die hij aan de ene kant ziet als het natuurlijk gevolg van de contacten met Frankrijk en de Waalse provincies en van de internationale uitstraling van het Frans, doch die hij aan de andere kant ook ā€“ vooral in zijn latere geschriften (La Belgique et la Guerre mondiale, 1928) ā€“ ziet als een verfransing van de hogere klassen van adel en burgerij, die zich hierdoor van het gewone volk dat niet verfranst was, afscheidden. De gevolgen van de verfransing acht Pirenne weinig in overeenstemming met de liberale geest van de 19de-eeuwse Belgische instellingen. In de Vlaamse beweging erkent Pirenne dan ook een liberaal en democratisch streven waarvan hij de ontwikkeling, vooral na de grondwetswijziging van 1893, als een natuurlijk en onontkoombaar gegeven beschouwt.

Pirenne en de Vlaamse beweging

Hoewel Pirenne, die een Waal was, de gegrondheid van de Vlaamse rechtseisen dus op zijn minst impliciet erkende, hield hij vast aan het voortbestaan van een Franstalige universiteit in Gent Universiteit Gent
Lees meer
, hetgeen begrijpelijk is, gezien zijn opvattingen over de tweetaligheid van Vlaanderen, zijn relaties met de verfranste hogere burgerij te Gent (waartoe zijn vrouw behoorde) en zijn sympathie voor de liberale partij Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in Belgiƫ enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
(hij was bevriend met de liberale leider Paul Hymans Hymans, Paul
Paul Hymans (1865-1941) was een Brusselse, Franstalige en liberale politicus. Tussen 1918 en 1935 was hij minister van Buitenlandse Zaken. Hij toonde nooit veel begrip of belangstelling v... Lees meer
). Toch was hij ten aanzien van het probleem van de vernederlandsing van Gent niet zo onverzoenlijk als de voorstanders van de dominantie van het Frans in Vlaanderen (zogenaamde ā€˜ franskiljons Franskiljon
'Franskiljon' is in het traditionele flamingantische discours de benaming van een voorstander en bevorderaar van de verfransing in Vlaanderen. Het begrip kenmerkt iemand die overtuigd is ... Lees meer
ā€™), waarmee hij zeker niet op Ć©Ć©n lijn geplaatst mag worden. Wellicht onder invloed van zijn vroegere leermeester en latere collega en vriend in Gent, de gematigd Vlaamsgezinde hoogleraar en historicus Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan wordenĀ  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
, toonde hij zich in de referenda van 1896-1898 onder de Gentse professoren een voorstander van een tweetalig stelsel voor de Gentse universiteit en nog in 1911 nam hij in dit verband een verzoenend standpunt in.

In 1916 verzette hij zich echter heftig tegen de vernederlandsing van de Gentse universiteit door de Duitse bezetter en werd daarvoor, samen met Fredericq, naar Duitsland weggevoerd. Ondanks zijn verachting voor de activisten Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiƫle... Lees meer
was hij na de Eerste Wereldoorlog niettemin van mening dat hun ideaal zuiver Vlaams geweest was. Hij veroordeelde de overdreven uitlatingen van de Fransgezinden die dachten dat het met de Vlaamse beweging na 1918 gedaan was, en bleef de meeste flaminganten, die hij echter niet als de woordvoerders van de meerderheid der Vlamingen kon aanzien, als loyale Belgen beschouwen. Dit belette aan de andere kant weer niet dat Pirenne, die na Fredericqs kortstondig rectoraat zelf rector van de heropende Franstalige universiteit geweest was (1919-1921), in 1923 erevoorzitter werd van de Ligue nationale pour la DƩfense de l'UniversitƩ de Gand et de la LibertƩ des Langues; deze Ligue streed voor het behoud van de Franstalige universiteit. Misschien aanvaardde hij dit om zijn op dit gebied zeer bedrijvige zoon Jacques Pirenne Pirenne, Jacques
Jacques Pirenne (1891-1972) was advocaat, historicus en hoogleraar. Hij toonde nooit veel interesse voor de Vlaamse beweging, zocht tijdens de Eerste Wereldoorlog toenadering tot de Belgi... Lees meer
een genoegen te doen. Zelf was hij in ieder geval een heftig tegenstander van een volledige vernederlandsing van de Gentse universiteit, waarvan hij vreesde dat ze de universiteit haar kosmopolitische karakter en haar functie als 'microkosmos' van verschillende culturen zou doen verliezen.

Na 1930, na het aannemen van de wet op de volledige vernederlandsing van de Gentse universiteit, maakte Pirenne gebruik van het recht op het emeritaat dat door de wet geboden werd aan de professoren die weigerden hun onderwijs Onderwijs
Lees meer
in het Nederlands voort te zetten, hoewel hij die taal zeer goed machtig was. Of zijn verhuizing naar Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
in hetzelfde jaar eveneens door de vernederlandsing van Gent ingegeven was, is niet bekend, maar lijkt waarschijnlijk.

Pirenne betreurde ten slotte de eentaligheid van Vlaanderen en Walloniƫ die door de taalwetten van 1932 werd ingevoerd (zie Taalpolitiek en -wetgeving Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieƫn. Ook in Belgiƫ verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
). In de plaats daarvan had hij liever een veralgemeende tweetaligheid gezien die, ā€˜zonder de Walen tot iets te dwingen, toch aan de Vlamingen de nodige garanties en voldoeningen zou hebben gegeven, die men hun niet langer kon weigerenā€™ (Histoire de Belgique, VII, 1932, p. 337). Uiteindelijk zag hij in dat de taalkwestie de inzet was geworden van een democratische machtsstrijd, ā€˜waarin de massa de instinctieve liefde tot de moedertaal boven haar rechtvaardigheidsgevoel zou plaatsenā€™ (ibidem). Ook zij die hij letterlijk ā€˜de franskiljonsā€™ van de 20ste eeuw noemde, spraken volgens Pirenne, zoals hun voorvaderen in het middeleeuwse tweetalige graafschap Vlaanderen, hun moedertaal (ibidem, p. 338).

Werken

ā€“ La nation belge, 1899.
ā€“Ā Histoire de Belgique, 7 dln., 1900-1932.
ā€“Ā Les Wallons dans l'histoire (CongrĆØs Wallon, 1905, compte rendu officiel).
ā€“Ā Les origines de l'Ć©tat belge, in La Nation Belge, 1906.
ā€“Ā Une nation artificielle, in: Almanach des Ć©tudiants libĆ©raux de l'universitĆ© de Gand, 1913.
ā€“Ā Les caractĆØres originaux de la civilisation belge', in La civilisation franƧaise, 1919.
ā€“Ā Le pangermanisme et la Belgique', in Bulletin de l'AcadĆ©mie royale de Belgique, Classe des Lettres, 1919.
ā€“Ā La nation belge et l'Allemagne, inĀ : UniversitĆ© de Gand. AnnĆ©e acadĆ©mique 1919-20. Ouverture solennelle des cours, 1919.
ā€“Ā La Belgique et la Guerre mondiale, 1928.

Literatuur

ā€” P. Geyl, Belgicistische geschiedschrijving, in: Bijdrage voor Vaderlandsche Geschiedenis, 1927 (herdrukt in Eenheid en Tweeheid in de Nederlanden, 1946).
ā€” F.L. Ganshof, Pirenne (Henri), in: BN, XXX, fasc. 2, 1959.
ā€” Rijksuniversiteit Gent. Liber Memorialis 1913-1960, I, 1960, pp. 38-40 (met volledige bibliografie van Pirenne).
ā€” H. van Werveke, Henri Pirenne, in Bulletin de la Commission Royale d'Histoire, jg. 125, 1960, pp. 68-86.
ā€” J. Dhondt, Henri Pirenne, in: Annali della Fondazione italiana per la storia amministrativa, jg. 3, 1966, pp. 81-129.
ā€” B.D. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual Study, 1974.
ā€” G. Despy en A. Verhulst (ed.), La fortune historiographique des thĆØses d'Henri Pirenne, 1986.
ā€” W. Prevenier, Pirenne Ć  Gand, inĀ : F. Bierlaire en J.- L. Kupper (red.), Henri Pirenne. De la citĆ© de LiĆØge Ć  la ville de Gand, 1987, pp. 23-44.
ā€” R.C. Van Caenegem, Henri Pirenne: Medievalist and Historian of Belgium, in: Idem, Law, History, the Low Countries and Europe, 1994, pp. 161-178.
ā€” S. Keymeulen, J. Tollebeek, Pirenne, Historian. A Life in Pictures, 2011.
ā€” G. Warland, Lā€™usage public de lā€™histoire. Grammaires de la nation et de lā€™Europe chez Blok, Lamprecht, Lavisse, Pirenne, Ferry et RĆ¼sen, 2012.
ā€” G. Warland en Alain Marchandisse (red.), Henri Pirenne: Histoire de Lā€™Europe. Oeuvres choisies, Paris, 2023.

Suggestie doorgeven

1975: Adriaan Verhulst (pdf)

1998: Adriaan Verhulst

2023: Evert Peeters

Databanken

Inhoudstafel