Kurth, Godefroid

Persoon
Milan Dupont (2023, herwerking), Adriaan Verhulst (1998)

Godefroid Kurth (1847-1916) was een invloedrijke Belgische historicus die pleitte voor de verdediging van de Vlaamse en Duitse volkstaal. Hij hield er een uitgesproken rooms-katholieke overtuiging op na en was een pleitbezorger van meertaligheid.

Alternatieve naam
Gottfried
Geboorte
Aarlen, 11 mei 1847
Overlijden
Asse, 4 januari 1916
Leestijd: 6 minuten

Godefroid Kurth was de zoon van een Duits echtpaar dat zich in België had gevestigd en had het Duits als moedertaal. Na de dood van zijn vader voedde Kurths moeder haar vier kinderen op met een klein overlevingspensioen. De gemeenteschool en het middelbaar onderwijs doorliep Kurth in Aarlen, waarna hij in 1869 zijn diploma voor leerkracht behaalde aan de normaalschool van de Universiteit van Luik. Tot 1872 was hij leraar Frans aan het Koninklijk Atheneum van Luik. In datzelfde jaar begon hij aan een doctoraat in de geschiedenis – zijn dissertatie handelde over Cato de Oudere – en werd hij docent in Luik.

Door zijn streng katholieke overtuiging, die hij doortrok in zijn politieke opvattingen, ondervond hij soms weerstand aan de Luikse Rijksuniversiteit. Zo stelde overtuigd liberaal rector Louis Trasenter ten tijden van de eerste schoolstrijd (1879-1884) een tweede vak in over de geschiedenis van de middeleeuwen -naast dat van Kurth- dat meer op liberale leest gestoeld moest worden. In 1906 ging Kurth op emiraat en verhuisde hij naar Asse (Brabant). Niet lang daarna werd hij benoemd tot directeur van het Belgisch Historisch Instituut van Rome. De historicus toonde zich een scherp criticus van de Duitse inval in 1914, wat ertoe leidde dat hij eind december 1915 moest onderduiken. Begin januari 1916 overleed Kurth aan de gevolgen van een longontsteking.

Over taal en meertaligheid

Onder het pseudoniem Victor Chrétien schreef Kurth al vroeg katholiek geïnspireerde gedichten, bijvoorbeeld ter ere van paus Pius IX. Hij was vanaf jonge leeftijd gefascineerd door taal en door (voornamelijk middeleeuwse) schrijvers. Hij wilde het Duits naast het Frans en het Nederlands als derde nationale taal in België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
erkend zien. Dat Kurths opvoeding tot zijn achtste in het Duits verliep, speelde hierbij ongetwijfeld een rol. Kurth stichtte met het oog op de erkenning van het Duits in 1892 de Deutscher Verein zur Hebung und Pflege der Muttersprache im deutschredenden Belgien. Vanuit deze overtuiging zette hij zich ook in voor de bescherming van het Nederlands in België. Zo had hij sympathie voor de Vlaamse beweging en pleitte hij voor een gelijkberechting van de twee hoofdtalen in België (en waarschijnlijk op termijn ook het Duits). Ook zijn lange vriendschap met Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
, die hij tijdens diens studentenjaren in Luik had leren kennen en die in 1879 aan de universiteit te Luik zijn collega werd, heeft hiertoe bijgedragen.

Historische publicaties en invloed

Zijn opvattingen over de Vlaamse beweging en over de positie en de rol van het Nederlands in België heeft Kurth in enkele publicaties verduidelijkt in vaak genuanceerde zin, onder meer in zijn historische studie over de taalgrens Taalgrens
Het begrip ‘taalgrens’ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
in België (1896-1898). Deze studies waren baanbrekend rond de eeuwwisseling. Kurth was een van de grondleggers van de wetenschappelijke methode voor de geschiedschrijving in België, waarbij hij zich beriep op de vernieuwende benadering die in Duitsland was ontwikkeld. Tot op het niveau van de gemeenten onderzocht Kurth welke taal er in het verleden én het heden dominant was (geweest). Een van zijn conclusies luidde dat Vlaanderen (tot aan de Maas) historisch tweetalig was. Kurth beschouwde zo’n veralgemeende tweetaligheid Tweetaligheid
Lees meer
als het ideaal voor België. Hij lichtte zijn denkbeelden toe in een voordracht voor de Jonge Balie te Brussel in 1911 over het probleem van het taalstatuut van de Gentse universiteit. In 1912 publiceerde hij hierover een bijdrage in de Revue générale, die datzelfde jaar overgenomen werd in Dietsche Warande en Belfort Dietsche Warande en Belfort
Dietsche Warande en Belfort was een Vlaams tijdschrift voor literatuur- en geestesleven. Het ontstond in 1900 door de samensmelting van de tijdschriften Dietsche Warande en Het Belfort.... Lees meer
.

Kurth pleitte bovendien voor een tegemoetkoming aan alle Vlaamse grieven (zie Grievencommissie Vlaemsche Commissie
De Vlaemsche Commissie of Grievencommissie inventariseerde op vraag van de regering in 1856-1857 voor de eerste keer de problemen in verband met de positie van het Nederlands in België en... Lees meer
) zonder echter ook maar één uiting van Franse cultuur in Vlaanderen te willen opofferen. Hij beschouwde een volk immers niet als een absoluut en biologisch gegeven, maar als een fenomeen waarvan het karakter en de ontwikkeling werden bepaald door het milieu waarin men opgroeit. Met deze opvattingen stond hij lijnrecht tegenover een historicus zoals Léon Vanderkindere Vanderkindere, Léon
Léon Vanderkindere (1842-1906) was een hoogleraar middeleeuwse geschiedenis, rector van de Université libre de Bruxelles en een liberaal politicus die onder andere pleitte voor Nederlands... Lees meer
, die de rassentheorie als basis hanteerde om verschillen tussen volkeren te onderschrijven. Kurths eigen aanvankelijk bescheiden achtergrond als een minderbedeelde Duitstalige was hierbij uiteraard belangrijk. Mettertijd groeide hij uit tot een Belgisch patriot, die cruciale posities innam in de Académie Royale de Belgique, de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, de Orde van Sint-Gregorious de Grote en de Leopoldsorde.

Kurths historisch werk was echter niet zonder controverse. Er kwam onder meer kritiek op zijn historische studies over de beschaving en de vermeend christelijke grondslag daarvan. Zijn werk over de taalgrens werd bovendien gerecupereerd door radicale stemmen binnen de Vlaamse beweging, zoals Paul van Isacker, die er de Vlaamse eigenheid ten opzichte van de eentalig Franse gebieden mee probeerden aan te tonen. Kurth zou zich daar in latere werken sterk tegen verzetten. Hij noemde de ‘taalproblematiek’ de grootste bedreiging voor de nationale eenheid, groter dan de levensbeschouwelijke tegenstellingen, waartoe hij door zijn uitgesproken katholieke opvattingen zelf had bijgedragen. Tot zijn dood zou hij de mengeling van ‘génie latin’ en ‘génie germanique’ blijven prijzen als de grote sterkte en een uniek kenmerk van België. Het was een standpunt dat hij deelde met een generatiegenoot, Henri Pirenne Pirenne, Henri
Henri Pirenne (1862-1935) was een van de invloedrijkste Belgische historici uit de 20ste eeuw. Zijn werk, met name zijn zevendelige Histoire de Belgique, reflecteerde een Belgisch-nationa... Lees meer
, die de ‘nationale historicus’ van België zou worden.

Werken

– De l'emploi officiel des langues dans les Anciens Pays-Bas', in La frontière linguistique en Belgique et dans le Nord de la France, 1898, dl. II.
– La frontière linguistique depuis le XIIIe siècle, in: La frontière linguistique en Belgique et dans le nord de la France, Brussel, 1896-1898, dl. 1.
– La frontière linguistique avant le XIIIe siècle, in: La frontière linguistique en Belgique et dans le nord de la France, Brussel, 1896-1898, dl. 2.
– Les fluctuations de la frontière linguistique, in: La frontière linguistique en Belgique et dans le nord de la France, Brussel, 1896-1898, dl. 3.
– La question flamande, in: Revue générale, 1912, pp. 24-36, en in: Dietsche Warande en Belfort, 1912, pp. 344-358.
– La nationalité belge, 1913.

Literatuur

– H. Pirenne, Notice sur Godefroid Kurth, in: Annuaire de l'Académie royale de Belgique, 1924, dl. 90, pp. 193-259.
– F. Neuray, Une grande figure nationale. Godefroid Kurth, 1931.
– J. Closon, Godefroid Kurth, in: Liber Memorialis, L'Université de Liège de 1867 à 1935, Notices biographiques, 1936, dl. I, pp. 248-302.
– C. Hanlet, Godefroid Kurth, Le savant, le patriote, le démocrate, le chrétien, Luik, 1947.
– D. Lamarcq en M. Rogge, De Taalgrens. Van de oude tot de nieuwe Belgen, 1996.
– P. Gérin, Kurth, Godefroid, in: Nouvelle Biographie Nationale, 2005, pp. 212-219.
– J.L. Kupper, Godefroid Kurth and Henri Pirenne. An improbable friendship, in: BTNG, jg. 41, 2011, nrs. 3-4, pp. 411-426.
– H. Paul, Voorbeeld en voorganger. Robert Fruin en Godefroid Kurth als vaders van de geschiedwetenschap, in: BMGN, jg. 126, 2011, nr. 1, pp. 30-53.
– P. Courroux, Godefroid Kurth et Jean d’Outremeuse: un historien du XXe siècle face à l’invention historique, in: Médiévales, 64, 2013, pp. 153-171.

Suggestie doorgeven

1998: Adriaan Verhulst

2023: Milan Dupont

Databanken

Inhoudstafel