Federalisme

Begrip
Mark Deweerdt (2023, herwerking), Mark Deweerdt (1998)

Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van Belgiƫ van unitaire tot federale staat stapsgewijs gerealiseerd in een proces dat bekend is als staatshervorming.

Alternatieve term
Federalist
Leestijd: 48 minuten

Federalisme, in het staatsrecht en de politieke wetenschappen de benaming voor die vorm van inrichting en werking van een staat waarbij de soevereiniteit, dit is: de hoogste bevoegdheid tot machtsuitoefening en beleidsvoering, territoriaal verdeeld is tussen een centraal of ā€˜heelstatelijkā€™ niveau en een decentraal of deelstatelijk niveau, die in nevengeschikte verhouding (ā€˜juxtapositieā€™) tot elkaar staan. Een staat die volgens dat beginsel georganiseerd is, wordt federatie of bondsstaat genoemd.

Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme ā€“ aanvankelijk als ā€˜bestuurlijke scheidingā€™ (ā€˜sĆ©paration administrativeā€™) en ā€˜zelfbestuurā€™ ā€“ tot het programma van eerst de Waalse beweging Waalse beweging
De Waalse beweging ontstond op het einde van de 19e eeuw en heeft zijn wortels in een culturele, politieke en taalkundige dimensie. Ze was verdeeld in verschillende stromingen, waarvan de... Lees meer
en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van Belgiƫ Belgiƫ
Geen Vlaamse beweging zonder Belgiƫ. Het is ook onmogelijk om Belgiƫ te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
van unitaire tot federale staat stapsgewijs gerealiseerd in een proces dat bekend is als staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die Belgiƫ omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
.

Verwant met, maar verschillend van het federalisme is het confederalisme: de samenwerking van twee of meer soevereine staten in een unie, die confederatie of statenbond wordt genoemd, waaraan deze staten bij verdrag de uitoefening van bepaalde bevoegdheden (in hoofdzaak buitenlands beleid en defensie) overdragen. Een confederatie verschilt in drie vormaspecten van een bondsstaat: ze is geen soevereine staat; ze heeft geen grondwet die de bevoegdheden verdeelt tussen het centrale en het decentrale bestuursniveau; het statelijke niveau is bovengeschikt aan het confederale (ā€˜superpositieā€™).

Federalisme in het algemeen

Kenmerken en vormen

Doordat federalisme een organisatiebeginsel en elke federale staat het product van zijn (voor)geschiedenis is, bestaat er geen universeel federaal model en is elke federale staatsstructuur sui generis. Gemeenschappelijke kenmerken van federale staten zijn:

- er zijn twee (of meer) autonome beleidsniveaus: het ā€˜heelstatelijkeā€™, centrale of federale niveau, en het deelstatelijke, decentrale of gefedereerde niveau;
- de centrale staat en elk van de deelstaten hebben een eigen wetgevende, uitvoerende en (meestal ook) rechterlijke macht;
- de grondwet kent aan elk beleidsniveau eigen bevoegdheden toe, die exclusief maar ook gedeeld kunnen zijn en in dat geval in samenwerking uitgeoefend worden;
- elk beleidsniveau oefent zijn bevoegdheden uit zonder inmenging van het andere; op de naleving van de bevoegdheidsverdeling is er rechterlijk toezicht;
- elk beleidsniveau beschikt over eigen inkomsten om zijn bevoegdheden uit te oefenen;
- de deelstaten participeren aan (een deel van) de federale besluitvorming, in elk geval de grondwetsherziening, doorgaans in de vorm van een tweede federale ā€˜Kamerā€™ waarin de deelstaten vertegenwoordigd zijn.

Hoewel federalisme etymologisch (Latijn foedus, meervoud foedera: verdrag, verbond) verwijst naar de ā€˜associatieveā€™ of ā€˜aggregatieveā€™ vorm ervan ā€“ het samengaan van soevereine staten in een nieuwe, federatief ingerichte staat ā€“ bestaat er ook federalisme door ā€˜dissociatieā€™ of ā€˜segregatieā€™. In dat geval draagt een unitaire staat een deel van zijn soevereiniteit over aan twee of meer van zijn hetzij historische, hetzij daartoe gecreĆ«erde componenten. BelgiĆ« is daar een sprekend en veeleer uitzonderlijk voorbeeld van.

Oudheid, late middeleeuwen en Nieuwe Tijd

De eerste en oudste vorm van federale staatsordening is te vinden in het antieke Griekenland, waar poleis (steden) of ethne (gemeenschappen in de randgebieden) zich verenigden in koina (enkelvoud: koinon) die deels op dezelfde wijze georganiseerd waren als de moderne bondsstaten. Bekende koina zijn de AchaeĆÆsche, de Aetolische en de Ionische Bond.

Pas vijftien eeuwen later kwamen in Europa opnieuw federaal ingerichte statelijke structuren tot ontwikkeling. Op de Rijksdag van 1495 in Worms werd de federale grondslag gelegd van het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natie. De (vaak kleine) soevereine vorstendommen kregen een bondsstatelijke bovenbouw, met de Rijksdag als wetgevende, de koning en keizer als uitvoerende, en het Rijkskamergerecht als rechtsprekende instelling.

In de Nederlanden ontstond uit de onder de BourgondiĆ«rs sinds het einde van de 14de eeuw gevormde personele unie van het graafschap Vlaanderen, het hertogdom Brabant en andere landsheerlijkheden eerst een confederale unie en vervolgens een federaal staatsverband. Centrale bestuursinstellingen waren vanaf 1531 de Geheime Raad, de Raad van State en de Raad van FinanciĆ«n; de Grote Raad van Mechelen fungeerde als hoogste rechtscollege. Na de definitieve scheiding van de Nederlanden (1585) vormde de noordelijke Republiek der Zeven Verenigde ProvinciĆ«n een confederatie van zelfstandige gewesten. De Zuidelijke Nederlanden bleven, onder het gezag van de Spaanse koning en vanaf 1713 van de Oostenrijkse keizer, een federatief staatsverband vormen. Tijdens de Brabantse Omwenteling (1789-1790), de opstand tegen keizer Jozef II, richtte de Staten-Generaal op 11 januari 1790 de Verenigde Belgische Staten (Etats Belgiques Unis) op, een republiek met een meer confederale staatsinrichting. De soevereiniteit berustte bij de provinciale Staten, die hun vertegenwoordigers aanwezen voor de Staten-Generaal, het ā€˜parlementā€™ van de statenbond, en voor de ā€˜regeringā€™ die onder leiding van Hendrik van der Noot het dagelijks bestuur uitoefende. Aan de confederatie droegen de provinciale Staten de bevoegdheid op voor buitenlandse zaken, defensie, muntslag, confederale financiĆ«n en regeling van geschillen tussen de gewesten. Wegens onderlinge verdeeldheid, zowel bij de ā€˜revolutionairenā€™ als onder de inwoners van de verschillende provincies, het ingeroeste gewestelijk particularisme en een gebrek aan buitenlandse steun was de republiek van korte duur. Al in december 1790 was het Oostenrijkse gezag in de Zuidelijke Nederlanden hersteld.

Moderne federaties

De eerste moderne federale staat kwam in het noorden van Amerika tot stand. Tussen 1607 en 1733 waren op de oostkust van het continent dertien Engelse respectievelijk Britse kolonies gesticht, die in 1763 in conflict kwamen met de Britse Kroon en op 4 juli 1776 hun onafhankelijkheid uitriepen. Hun vertegenwoordigers keurden op 15 november 1777 de Articles of Confederation and Perpetual Union goed, de eerste constitutionele regels van de Verenigde Staten van Amerika. Na ratificatie door de dertien staten, werden ze op 1 maart 1781 van kracht. Dat de regering van de confederatie slechts weinig bevoegdheden had, geen eigen inkomsten en geen middelen om genomen beslissingen af te dwingen, werd algauw als een tekort ervaren. Een conventie die werd bijeengeroepen om de Articles te herzien, vaardigde een geheel nieuwe grondwet uit (17 september 1787), die de staat een federale structuur gaf, met ruimere bevoegdheden voor de centrale instellingen.

In de 19de eeuw ontstonden in het zuiden van het Amerikaanse continent verscheidene bondsstaten, waarvan er vier nog altijd bestaan: Mexico in 1824, Argentiniƫ in 1853, Venezuela in 1864 en Braziliƫ in 1891. In Europa was Zwitserland de eerste federale staat (grondwet van 1848; voordien vormden de kantons een confederatie). Canada is sinds 1867 federaal georganiseerd.

In de 20ste eeuw kwam een tiental bondsstaten tot stand: Australiƫ (1901), Duitsland (1919 en opnieuw 1949; als Duitse Bond was het voordien een confederatie geweest), Oostenrijk (1920 en opnieuw 1945), India (1950), Maleisiƫ (1957), Nigeria (1967), de Verenigde Arabische Emiraten (1971), Pakistan (1973), de Gefedereerde Staten van Micronesia (1979), de Federatie van Saint Kitts en Nevis (1983), Soedan (1991), Belgiƫ (officieel in 1993), Bosniƫ-Herzegovina (1995) en Ethiopiƫ (1995). De jongste bondsstaten zijn de Comoren (2001), Irak (2005) en Nepal (2015).

De niet-gouvernementele organisatie Forum of Federations neemt ook Rusland, Spanje Spanje
De 19de-eeuwse Vlaamse beweging cultiveerde een overwegend negatief beeld van Spanje als vreemde overheerser tijdens de 16de eeuw. In de loop van de 20ste eeuw ontstond daarnaast een acti... Lees meer
en Zuid-Afrika Zuid-Afrika
Deze bijdrage belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en Zuid-Afrika van de 19de tot de 21ste eeuw. Lees meer
op in zijn lijst van federale staten, hoewel de deelstaten van Rusland en Zuid-Afrika weinig bevoegdheden hebben en staatsrechtsgeleerden Spanje niet als een bondsstaat maar als een regionale staat beschouwen. Regionalisme is ook een kenmerk van de staatsinrichting van Italiƫ en het Verenigd Koninkrijk.

Federalisme in Belgiƫ

GeĆÆsoleerde stemmen in Vlaanderen

Anders dan de 19de-eeuwse nationale bewegingen in onder meer Ierland, Polen, Hongarije en Tsjechiƫ, streefde de Vlaamse beweging aanvankelijk niet naar staatkundige autonomie binnen, laat staan buiten het Belgische staatsverband. Integendeel, in haar oorsprong was zij een Belgisch-nationalistische Belgisch nationalisme
Lees meer
beweging die er na de Belgische Revolutie Belgische Revolutie
De Belgische Revolutie is de naam van de opstand van 1830-1831 in de zuidelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I. De opstand leidde tot de splits... Lees meer
van 1830 aan wilde bijdragen de onafhankelijkheid van het jonge koninkrijk te verstevigen en de annexatiedreiging uit Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
af te weren. Dat ā€˜patriottischeā€™ karakter van de Vlaamse beweging, het feit dat de Vlamingen de meerderheid van de Belgische bevolking vormden en het ontbreken van een Vlaamse staat als historisch referentiepunt verklaren waarom politieke autonomie niet tot het nationale denken van de eerste generaties flaminganten behoorde. Zij hoopten langs de weg van de taalwetgeving Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieƫn. Ook in Belgiƫ verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
het openbare leven in Vlaanderen te vernederlandsen.

Toch waren in de tweede helft van de 19de eeuw geĆÆsoleerde ā€˜federalistischeā€™ stemmen te horen. Jacques-Corneille van Thielen, een advocaat van Nederlandse afkomst die rechter was in Brussel, schreef in 1846 in het tijdschrift De Broederhand De Broederhand
De Broederhand (1945-1947) was een maandblad onder redactie van de Duitser Johann Wolf, die met het project de culturele en politieke banden tussen de Vlaamse beweging en de Duitstalige g... Lees meer
: ā€˜De Vlamingen (...) dringen dus alleen op gelykstelling aan, en die is slechts door een administratieve scheiding te verkrygenā€™. In de brochure De Vlaming en de staat in het tegenwoordige BelgiĆ« (1857) schoof Hendrik Sermon Sermon, Hendrik
Hendrik Sermon (1833-1904) was in Brussel betrokken bij allerhande flamingantische initiatieven. Hij formuleerde een eisenprogramma van de Vlaamse beweging. Hij was een aanhanger van de M... Lees meer
, onder het pseudoniem H. van Walrave, de bestuurlijke scheiding als mogelijke oplossing van de taalkwestie naar voren. Het Gentse studentengenootschap ā€™t Zal wel gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
nam in 1869 in zijn almanak een federalistisch georiƫnteerde studie over het Belgische nationaliteitenvraagstuk op. De historicus en liberale politicus LƩon Vanderkindere Vanderkindere, LƩon
LƩon Vanderkindere (1842-1906) was een hoogleraar middeleeuwse geschiedenis, rector van de UniversitƩ libre de Bruxelles en een liberaal politicus die onder andere pleitte voor Nederlands... Lees meer
, die enkele jaren rector was van de UniversitƩ libre de Bruxelles, pleitte vanuit een romantische rassentheorie voor volksfederalisme en de oprichting van een Belgische bondsstaat, maar ook die stelling was geenszins representatief voor de toenmalige Vlaamse beweging.

Afzonderlijke vermelding verdient de in Brugge geboren en internationaal gerenommeerde liberale jurist, hoogleraar en publicist Emile de Laveleye De Laveleye, Emile
Emile de Laveleye (1822-1892) was een jurist en sociaal wetenschapper, die een hoogleraarschap in de politieke economie in Luik bekleedde. Hij verwierf als intellectueel internationale fa... Lees meer
, die de Vlaamse beweging genegen was. In zijn boek Le gouvernement dans la dƩmocratie (1891) schoof hij, zich beroepend op Montesquieu, Alexander Hamilton en Alexis de Tocqueville en verwijzend naar de Verenigde Staten, het federalisme als de beste staatsvorm naar voor. Hoewel hij de omvorming van een door de geschiedenis gecreƫerde unitaire staat in een federatie moeilijk achtte en die staatsvorm - zonder dat expliciet te zeggen - bijgevolg niet geschikt vond voor Belgiƫ, baseerden de eerste Waalse federalisten zich op zijn (Amerikaans) model.


<p>Omslag van de brochure <em>De Vlaming en de staat in het tegenwoordige Belgiƫ</em> (1857), waarin Hendrik Sermon (onder het pseudoniem H. van Walrave) de bestuurlijke scheiding als mogelijke oplossing van de taalkwestie naar voren schoof. (ADVN, VB5030)</p>

Omslag van de brochure De Vlaming en de staat in het tegenwoordige Belgiƫ (1857), waarin Hendrik Sermon (onder het pseudoniem H. van Walrave) de bestuurlijke scheiding als mogelijke oplossing van de taalkwestie naar voren schoof. (ADVN, VB5030)

De Waalse beweging stelt het federalisme aan de orde

Het was inderdaad de Waalse beweging die het federalisme als politieke eis aan de orde stelde. Zij was in de jaren 1880 ontstaan als anti-flamingantische beweging ter bestrijding van de taalwetgeving en ter verdediging van de Waalse cultuur. Naarmate de taalwetgeving vorderde en in steeds meer domeinen van het openbare leven in Vlaanderen het Nederlands een plaats naast het Frans kreeg, groeide in Walloniƫ de vrees voor een veralgemening van de tweetaligheid in heel het land.

In 1897 schreef de dichter Albert Mockel, in het april-juni-nummer van het tijdschrift Mercure de France, dat ā€˜la sĆ©paration administrative complĆØte de la Flandre et de la Wallonie (ā€¦) et l'union des deux petits Etats sous une chambre fĆ©dĆ©raleā€™ een oplossing voor de taalkwestie kon zijn: de Vlamingen zouden hun taal kunnen spreken, de Walen zouden geen Nederlands hoeven te leren. Later stelde hij in een Esquisse d'une organisation fĆ©dĆ©raliste de la Belgique (1919) voor om de provincies meer bevoegdheden en Vlaanderen en WalloniĆ« een eigen parlement te geven; een federale raad zou evenveel als Waalse vertegenwoordigers tellen; Brussel zou de bondshoofdstad van de Etats-Unis de Flandre et de Wallonie zijn.

Voor de Ligue wallonne de LiĆØge, in haar weekblad Lā€™Ć‚me wallonne (15 maart 1898), en de Luikse advocaat Emile Jennissen Jennissen, Emile
Advocaat Emile Jennissen (1882-1949) was een Waalse liberale politicus, die actief was binnen de Waalse beweging. Hij pleitte voor een vorm van federalisme en kwam in de Kamer geregeld tu... Lees meer
, die na de Eerste Wereldoorlog liberaal Kamerlid zou worden, in zijn brochure Wallons-Flamands. Pour la sĆ©paration politique et administrative (1911), kon een bestuurlijke scheiding voorkomen dat aan alle ā€“ dus ook de Waalse ā€“ ambtenaren en magistraten kennis van de twee landstalen zou worden opgelegd. Tijdens de bespreking van een wetsvoorstel dat de voorzitter, ondervoorzitter en griffier van de werkrechtersraden zou verplichten Nederlands en Frans te kennen, riep de Luikenaar Emile Dupont in volle Senaatsvergadering uit ā€˜Vive la sĆ©paration administrativeā€™ (9 maart 1910).

1912: het jaar van de doorbraak

Het jaar 1912 kan worden beschouwd als dat van de doorbraak van de federalistische stroming in de Waalse beweging. De Walen waren er niet alleen voor beducht dat WalloniĆ« tweetalig zou worden, een meerderheid vreesde ook blijvend door het ā€˜klerikale Vlaanderenā€™ te worden gedomineerd. Dat de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&amp;V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
, die het sterkst stond in het noorden, bij de parlementsverkiezingen van 2 juni 1912 ā€“ meer dan tien jaar na de vervanging van het meerderheidskiesstelsel door een stelsel van evenredige vertegenwoordiging (1899) en ondanks de kartellijsten die socialisten en liberalen in de meeste kiesarrondissementen hadden ingediend ā€“ haar volstrekte meerderheid in Kamer en Senaat had versterkt, deed de minoriseringsvrees toenemen. Diezelfde dag nog eiste het socialistische Kamerlid Jules DestrĆ©e DestrĆ©e, Jules
Lees meer
ā€˜la sĆ©paration administrativeā€™ om niet langer door de katholieken te worden onderdrukt. Enkele dagen later deed hij in Le Journal de Charleroi een programmatische oproep onder de titel Pour une Wallonie indĆ©pendante. Ook andere Waalse publicaties kwamen op voor ā€˜la sĆ©parationā€™. De provincieraden van Luik (26 juni) en Henegouwen (12 juli) spraken zich voor bestuurlijke scheiding uit.

De kwestie stond centraal op het CongrĆØs wallon dat op initiatief van de Ligue wallonne de LiĆØge op 7 juli 1912 bijeenkwam. Vier ā€˜scheidingsontwerpenā€™ stonden ter discussie: twee die de provincies wilden versterken en twee die een nieuw beleidsniveau met een eigen parlement wilden creĆ«ren. Omdat er geen eensgezindheid was, beperkte het Congres er zich toe in een resolutie de wens te uiten WalloniĆ« gescheiden te zien van Vlaanderen en de nadere regeling daarvan naar een commissie te verwijzen. Op 20 oktober 1912 werd in Charleroi de AssemblĆ©e wallonne opgericht, die naar de bedoeling van DestrĆ©e naast vertegenwoordigers van wallingantische verenigingen alle Waalse parlementsleden zou verenigen ā€“ een doelstelling die niet gerealiseerd zou worden. Intussen had La Revue de Belgique op 15 augustus 1912 de beroemde Lettre au Roi sur la sĆ©paration de la Wallonie et la Flandre gepubliceerd, waarin DestrĆ©e, verwijzend naar Ierland, ā€˜Home Ruleā€™ vroeg voor WalloniĆ« en, refererend aan de Verenigde Staten en Zwitserland, zich uitsprak voor de vorming van een Belgische federatie.


Omslag van de publicatie van de beruchte brief van Jules DestrƩe aan koning Albert I, 1912. (MusƩe de la Vie wallonne)
Omslag van de publicatie van de beruchte brief van Jules DestrƩe aan koning Albert I, 1912. (MusƩe de la Vie wallonne)

Vlaamse twijfel over taalwetgeving

De Vlaamse beweging reageerde aanvankelijk afwijzend op de Waalse verklaringen en voorstellen. Voorzitter Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
op het 32ste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres Nederlandse Congressen
De Nederlandse Congressen waren gemeenschappelijke (culturele) ontmoetingen van Vlamingen en Nederlanders in Vlaanderen en Nederland die met onderbrekingen werden georganiseerd sinds 1849... Lees meer
(1912) en Hippoliet Meert Meert, Hippoliet
Hippoliet Meert (1865-1924) was de oprichter van het Algemeen-Nederlands Verbond. Hij ijverde voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit en engageerde zich tijdens de Eerste Were... Lees meer
, de secretaris van de Vlaamsche Hoogeschoolcommissie Vlaamsche Hoogeschoolcommissie
Lees meer
, in een in het Frans gestelde reactie op de brief van DestrƩe in De Vlaamsche Hoogeschool De Vlaamsche Hoogeschool
De Vlaamsche Hoogeschool was het propagandamaandblad van de tweede Vlaamsche Hoogeschoolcommissie, dat van 1911 tot 1914 verscheen. Lees meer
(augustus-september 1912), waren ervan overtuigd dat de Vlamingen rechtsherstel zouden krijgen zonder bestuurlijke scheiding, die zij niet wensten maar evenmin vreesden. De Antwerpse advocaat Emiel Wildiers Wildiers, Emiel
De Vlaamsgezinde advocaat Emiel Wildiers (1873-1957) was politiek actief voor zowel de daensistische, de katholieke als de Vlaams-nationalistische Frontpartij. Lees meer
diende in De Bestuurlijke scheiding van Vlaanderen en Walloniƫ (1912) DestrƩe van antwoord en wees een administratieve scheiding eveneens principieel af, maar nog geen twee jaar later kwam hij daarvan terug. Op 1 februari 1914, na de verwerping in de Kamer van Volksvertegenwoordigers van een Vlaams amendement over de invoering van het territorialiteitsbeginsel (streektaal = voertaal) in het lager onderwijs Lager onderwijs
De ā€˜taalstrijdā€™ in Vlaanderen is op het niveau van het lager onderwijs minder problematisch verlopen dan op dat van het middelbaar en van het hoger onderwijs. Toch was de verfransing van ... Lees meer
, zei Wildiers: ā€˜Van heden af moeten we ons voor Bestuurlijke Scheiding verklaren, het is de eenigste oplossingā€™.

Ook andere flaminganten zagen ā€“ onder invloed van een nieuwe generatie meer zakelijk ingestelde leiders als Lodewijk Dosfel Dosfel, Lodewijk
Lodewijk Dosfel (1881ā€“1925) was een jurist die in de Vlaamse beweging bekendheid verwierf door zijn engagement in de Vlaamse katholieke studentenbeweging en in de campagne voor Vlaamse ta... Lees meer
en Lodewijk de Raet De Raet, Lodewijk
Lodewijk de Raet (1870-1914) was een econoom en ambtenaar die in belangrijke mate bijdroeg aan de theorievorming over de Vlaamse beweging en deze van een sociaaleconomisch denkraam voorza... Lees meer
, de aanscherping van het politieke bewustzijn door de strijd voor de vernederlandsing van de Gentse rijksuniversiteit en de moeizame voortgang van alsook groeiende twijfel over de doelmatigheid van de taalwetgeving ā€“ ā€˜bestuurlijke scheidingā€™ of ā€˜zelfbestuurā€™ als oplossing voor de Vlaamse kwestie. Hooger Leven Hooger Leven (1906-1914)
Het weekblad Hooger Leven was van 1906 tot 1914 een belangrijke spreekbuis van het katholieke flamingantisme. Lees meer
, het weekblad van de katholieke Vlaamse intellectuelen, schreef op 31 januari 1914: ā€˜De Bestuurlijke Scheiding alleen is bij machte om de kennis van het Vlaamsch tot een zaak te maken van het algemeen belang in Vlaanderenā€™. Dosfel zelf zag in de keuze tussen ā€˜Ć©Ć©n staat of Ć©Ć©n verbond van twee zichzelf besturende deelenā€™ een onderwerp van de ā€˜Vlaamsche Studiedagenā€™ die hij tweejaarlijks wilde houden ter wetenschappelijke uitdieping van de Vlaamse beweging. Van 1 mei tot en met 1 augustus 1914 verscheen in Gent De Bestuurlijke Scheiding De Bestuurlijke Scheiding
Het Gentse weekblad De Bestuurlijke Scheiding pleitte tijdens zijn kortstondige bestaan in de maanden vĆ³Ć³r het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog voor het federalisme en voor de opricht... Lees meer
, een maandblad dat werd uitgegeven door drie jonge en radicale flaminganten, Marcel Minnaert Minnaert, Marcel
De vrijzinnige flamingant en Groot-Nederlander Marcel Minnaert (1893-1970) was ook een overtuigde links-radicaal en (atoom)pacifist. Vanaf het begin van de jaren 1920 tot zijn emeritaat a... Lees meer
, Antoon Thiry Thiry, Antoon
Antoon Thiry (1888-1954) schreef pittoresk-folkloristische verhalen en was de oprichter van de uitgeverij en boekengilde Die Poorte. Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde hij zich in ... Lees meer
en Reimond Kimpe Kimpe, Reimond
Reimond Kimpe (1885-1970) verhuisde na de Eerste Wereldoorlog naar Nederland om te ontsnappen aan gerechtelijke vervolging vanwege zijn activisme. Hij was er werkzaam in de huizen- en weg... Lees meer
, om de gedachte van de administratieve scheiding te populariseren.

Activisten roepen de zelfstandigheid van Vlaanderen uit

Met de inval van het Duitse keizerlijke leger werd Belgiƫ op 4 augustus 1914 betrokken in de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
. Tijdens de oorlog viel de Vlaamse beweging uiteen in een nationalistische, anti-Belgische strekking en een strekking die loyaal bleef aan de regering en de staat.

Een kleine groep flaminganten, de zogenaamde activisten Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiƫle... Lees meer
, maakte, ontgoocheld over de trage voortgang van de taalwetgeving en vanuit de overtuiging dat alleen een bestuurlijke scheiding de Vlaamse kwestie kon oplossen, van de oorlog gebruik om in samenwerking met de Duitse bezetter een eigen staatkundige structuur voor Vlaanderen te verwezenlijken. Over de mate en de vorm van de politieke autonomie waren zij het echter niet eens. Terwijl de groep Jong-Vlaanderen Jong-Vlaanderen (1914-1918)
Jong-Vlaanderen (1914-1918) was een in Gent opgerichte activistische drukkingsgroep, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een radicaal Vlaams-nationalistisch en anti-Belgisch politiek progr... Lees meer
, met onder anderen de redacteurs van De Bestuurlijke Scheiding, de vernietiging van de Belgische staat en de stichting van een met Duitsland Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
verbonden Koninkrijk Vlaanderen nastreefde, wilden Leo Picard Picard, Leo
De vrijzinnige flamingant en journalist-publicist Leo Picard (1888-1981) engageerde zich in het activisme, maar sloeg al in de nazomer van 1915 een andere weg in en verhuisde naar Nederl... Lees meer
, Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
, RenƩ de Clercq De Clercq, RenƩ
Lees meer
en anderen BelgiĆ« omvormen tot een federale staat. De twee strekkingen schaarden zich op 7 januari 1917 weliswaar achter de eis van ā€˜volledige en algehele zelfstandigheid en autonomie, en de onverwijlde verwezenlijking van al de maatregelen die ertoe moeten leidenā€™, maar die vage formule kon niet verhinderen dat ze in de op 4 februari 1917 opgerichte overkoepelende Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
bleven redetwisten over de institutionele toekomst van Vlaanderen.

In het kader van haar Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ā€˜Flamenpolitikā€™ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
, die erop gericht was bij de Vlamingen ā€˜die Stellung eines natĆ¼rliches BeschĆ¼tzers und unverlƤssigen Freundesā€™ te verwerven, besliste de Duitse regering eind 1915 de rijksuniversiteit in Gent te vernederlandsen en steun te geven aan de idee van bestuurlijke scheiding. Op 25 oktober 1916 deed zij een eerste stap met de splitsing van het ministerie van Kunsten en Wetenschappen. Op 21 maart 1917 ondertekende gouverneur-generaal Moritz von Bissing Von Bissing, Moritz
Moritz von Bissing (1844-1917) was van november 1914 tot aan zijn dood in april 1917 gouverneur-generaal van het bezette Belgiƫ. Lees meer
een besluit dat Belgiƫ opdeelde in twee bestuurlijke gebieden: Vlaanderen, waarvan Brussel deel en hoofdstad was, en Walloniƫ, dat vanuit Namen bestuurd zou worden. In de daaropvolgende maanden werden de ministeriƫle departementen administratief gesplitst, althans op papier, en de provinciegrenzen aangepast aan de taalgrens Taalgrens
Het begrip ā€˜taalgrensā€™ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
. Voor de radicaal anti-Belgische fractie in de Raad van Vlaanderen ging dat niet ver genoeg. Na een chaotische vergadering riep de Raad op 22 december 1917 de ā€˜politieke zelfstandigheidā€™ van Vlaanderen uit. Het besluit was niet naar de zin van de Duitse bezetter, bleef in de feiten dode letter en werd na de oorlog, zoals de overige activistische hervormingen, ongedaan gemaakt.


Feestelijke optocht van professoren en studenten van de vernederlandste Gentse Universiteit naar aanleiding van het uitroepen door de Raad van Vlaanderen van de Vlaamse politieke zelfstandigheid, 27 januari 1918. (Universiteitsbibliotheek Gent)
Feestelijke optocht van professoren en studenten van de vernederlandste Gentse Universiteit naar aanleiding van het uitroepen door de Raad van Vlaanderen van de Vlaamse politieke zelfstandigheid, 27 januari 1918. (Universiteitsbibliotheek Gent)

De Frontbeweging eist zelfbestuur

In het niet-bezette gebied achter de IJzer, waar het Belgisch leger zich na de Duitse inval had teruggetrokken, ontstond onder Vlaamsgezinde studenten en intellectuelen die er, soms als vrijwilliger, dienst deden een sociaal-culturele werking, met onder meer studiekringen en een Secretariaat der Katholieke Vlaamsche Hoogstudenten Secretariaat der Katholieke Vlaamsche Hoogstudenten
Het Secretariaat der Katholieke Vlaamsche Hoogstudenten (SKVH) was een initiatief aan het IJzerfront tot bestrijding van de immoraliteit bij de soldaten. Het SKVH kwam tot stand onder imp... Lees meer
(SKVH). Ergerlijke taaltoestanden aan het front, berichten over het activisme en de weigering van de Belgische regering te beloven dat ze na de oorlog de Gentse universiteit zou vernederlandsen (oktober 1916) oefenden een radicaliserende invloed uit. Toen flamingantische activiteiten in toenemende mate bestraft en de studiekringen en het SKVH verboden werden, ging de Frontbeweging in de zomer van 1917 in de clandestiniteit werken. In oktober 1917 verspreidde zij het manifest Vlaanderenā€™s Dageraad aan de Yzer, waarin zakelijk werd uiteengezet dat de Vlaamse grieven voortkwamen uit het unitaire karakter van de Belgische staat en voor Vlaanderen ā€˜zelfbestuurā€™ op federale grondslag werd geĆ«ist: ā€˜Aan een tweeledigheid in de samenstelling dient ook een tweeledigheid in de instellingen te beantwoordenā€™. De Frontbeweging zat daarmee op dezelfde golflengte als het (gematigde) activisme, waarmee in het voorjaar van 1918 overigens contact werd gezocht. Beide bewegingen zouden elkaar na de oorlog vinden in het Vlaams-nationalistische partijwezen.

Van Cauwelaert en het minimumprogramma

Een derde groep flaminganten, de zogenaamde passivisten Passivisme
Het begrip ā€˜passivismeā€™ verwijst naar de Vlaamsgezinden die tijdens de Eerste Wereldoorlog verdere pogingen om de Vlaamse eisen te realiseren tot na het einde van het politiek-militair co... Lees meer
, bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog loyaal aan de regering. In het bezette landsdeel hielden sommigen zich geheel afzijdig, anderen kantten zich openlijk tegen het activisme. In Nederland, waarnaar veel Vlamingen waren uitgeweken, richtten Vlaamsgezinden in april 1917 het Vlaamsch-Belgisch Verbond Vlaamsch-Belgisch Verbond
Het Vlaamsch-Belgisch Verbond (1917) was tijdens WOI in Nederland een vereniging van Vlaamse uitgewekenen. Het telde tal van afdelingen en ijverde voor een programma van vernederlandsing... Lees meer
op. Het formuleerde op een landdag (4 maart 1918) het naoorlogse minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
van de Vlaamse beweging: de volledige vernederlandsing van onderwijs Onderwijs
Lees meer
, bestuur Bestuur
Het taalgebruik in het bestuur is een centraal aspect van de Belgische taalkwestie. Het omvat het proces van het afdwingen van taalrechten voor Vlamingen evenals de bestuurstaalwetgeving ... Lees meer
en gerecht Gerecht
Lees meer
, en de splitsing van het leger Leger
Lees meer
in Vlaamse en Waalse regimenten. Voorzitter van het Verbond was de katholieke volksvertegenwoordiger Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
. Hij wees zelfbestuur af, in de overtuiging dat de Vlamingen door hun numerieke meerderheid de rechtsgelijkheid van de twee landstalen in de Belgische eenheidsstaat zouden kunnen realiseren (de zogenaamde Van Cauwelaert-doctrine).


<p>Illustrator Albert Daenens bekritiseerde in het pro-activische Nederlandse weekblad <em>De Toorts</em> de in zijn ogen halfslachtige houding van Frans van Cauwelaert. (ADVN, VY553)</p>

Illustrator Albert Daenens bekritiseerde in het pro-activische Nederlandse weekblad De Toorts de in zijn ogen halfslachtige houding van Frans van Cauwelaert. (ADVN, VY553)

De Waalse autonomiebeweging valt stil

In WalloniĆ« viel de autonomiebeweging tijdens de Eerste Wereldoorlog zo goed als helemaal stil. Haast alle voormannen van de Waalse beweging, van wie een deel naar Frankrijk was uitgeweken, waren bezield door Belgisch patriottisme dat met de Duitse inval nieuw leven was ingeblazen. Jules DestrĆ©e werd in 1917 zelfs gevolmachtigd minister van de Belgische regering in Petrograd (Sint-Petersburg). Een uitzondering was Raymond Colleye die in het blad L'Opinion wallonne, dat hij vanaf begin 1916 in Parijs uitgaf, federalistische standpunten innam en daarover ook flaminganten aan het woord liet. In BelgiĆ« steunden een honderdtal Waalse ā€˜activistenā€™ de bestuurlijke scheiding van von Bissing. Een van hen, Oscar Colson, richtte op aansturen van de bezetter en als equivalent van de Raad van Vlaanderen een ComitĆ© de dĆ©fense de la Wallonie op, dat er zich in een manifest van 1 maart 1918 toe engageerde WalloniĆ« meer autonomie te geven. Zijn federalistische ideeĆ«n kregen in enkele Waalse kranten een echo.

Twee stromingen in de Vlaamse beweging

Door de breuk die tijdens de Eerste Wereldoorlog was ontstaan, waren er na 1918 in de Vlaamse beweging twee ā€˜institutioneleā€™ stromingen. De kleinste, nationalistische streefde naar politiek zelfbestuur voor Vlaanderen; sommige Vlaams-nationalisten wilden dat door middel van federalisme binnen, anderen buiten het Belgische staatsverband realiseren. De meerderheidsstroming van de ā€˜ minimalisten Minimalisten
De zogenaamd minimalistische flaminganten probeerden het eisenprogramma voor de Vlaamse beweging, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog onder de leiding van Frans van Cauwelaert was tot stan... Lees meer
ā€™, waarin de katholieke Vlaamsgezinden dominant waren, stelde zich tot doel Vlaanderen binnen het unitaire staatsverband een Nederlands-eentalig statuut te geven.

Leiders van de Frontbeweging en activisten richtten op 13 februari 1919 Het Vlaamsche Front Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
op, dat als eerste Vlaams-nationalistische partij Vlaams-nationalistische partijen
Het partijpolitieke Vlaams-nationalisme brak door in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en streefde een verregaande of volledige staatkundige verzelfstandiging van Vlaanderen na. De b... Lees meer
ā€˜zelfbestuurā€™ voor Vlaanderen in zijn programma opnam. Door ideologische verdeeldheid kreeg de ā€˜Frontpartijā€™ nooit een landelijke organisatie en bleef ze structureel zwak. Dat ze niettemin haar aantal Kamerzetels kon verdubbelen ā€“ vijf in 1919, elf in 1929 ā€“, toont hoe, door onder meer de afwijzing van de vernederlandsing van de Gentse universiteit in 1923, het nationalisme en antibelgicisme dieper in de Vlaamse beweging doordrongen, niet het minst bij de (katholieke) studenten.

De minimalisten, onder leiding van Van Cauwelaert, wezen de federalistische gedachte af en bleven ijveren voor de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen binnen de bestaande staatsstructuur. In hun ogen zette de staatkundige eenheid van Belgiƫ geen rem op de emancipatie van de Vlamingen. Bovendien zou Vlaanderen in een federale staat zijn numerieke meerderheid prijsgeven.

Eerste federalistische wetsvoorstel

Nadat de flaminganten in 1921 nog met moeite een nieuwe bestuurstaalwet hadden kunnen afdwingen, kwam de bestuurstaalwet van 28 juni 1932 met een ruime meerderheid tot stand. Ook de meeste Waalse parlementsleden steunden nu het in 1921 aangezette en in 1932 bevestigde en versterkte principe van de eentaligheid van Vlaanderen en WalloniĆ«. De invoering van dat ā€˜territorialiteitsbeginselā€™ in het overheidsbestuur en nadien het onderwijs Onderwijs
Lees meer
(1932) en het gerecht Gerecht
Lees meer
(1935), zou na de Tweede Wereldoorlog resulteren in de wettelijke vastlegging van de taalgrens Taalgrens
Het begrip ā€˜taalgrensā€™ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
en de indeling van het rijk in vier taalgebieden, waarop een federale staat met gemeenschappen en gewesten zou worden gebouwd.

Het eerste federalistische wetsvoorstel ā€“ eigenlijk een voostel tot herziening van de grondwet ā€“ werd op 25 maart 1931 ingediend door Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
, die in 1925 als oud-activist tot Vlaams-nationalistisch Kamerlid was verkozen en in 1933 naar de Belgische Werkliedenpartij zou overstappen. Volgens zijn ā€˜Federaal statuutā€™ vormden de soevereine staten Vlaanderen en WalloniĆ« ā€˜het Verenigd Koninkrijk Vlaanderen en WalloniĆ«ā€™, dat bevoegd is voor onder meer de buitenlandse politiek, het tolwezen en het verkeerswezen. Het voorstel werd, zoals verwacht, niet in overweging genomen; Vos had er trouwens vooral de bedoeling mee eenheid te brengen onder de verdeelde Vlaams-nationalisten, maar slaagde daar niet in. Voorstanders van de vernietiging van BelgiĆ« gingen in de weekbladen Vlaanderen Vlaanderen (1922-1933)
Vlaanderen was een radicaal Vlaams-nationalistisch weekblad dat verscheen tussen 1922 en 1933. Het stond voor het grootste deel onder leiding van Robrecht de Smet en JosuƩ de Decker. Het ... Lees meer
en Jong Dietschland Jong Dietschland (1926-1933)
Jong Dietschland (1926-1933) was een radicaal Vlaamsgezind en Groot-Nederlands weekblad met veel interesse voor kunst en literatuur en met aandacht voor de Nieuwe Orde-stromingen. Het bla... Lees meer
heftig tegen het voorstel tekeer.


De voortzetters van de activistische erfenis bepleitten tijdens het interbellum het federalisme als aangewezen oplossing voor alle problemen van Vlaanderen. (ADVN, VY900010)
De voortzetters van de activistische erfenis bepleitten tijdens het interbellum het federalisme als aangewezen oplossing voor alle problemen van Vlaanderen. (ADVN, VY900010)

Concentratie ā€˜op de federale gedachteā€™

Het in oktober 1933 opgerichte Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV) kon evenmin de verdeeldheid wegnemen, het overkoepelde zowel gematigde federalisten als separatisten en voorstanders van een Groot-Nederlands Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van Belgiƫ of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
project die beiden federalisme als einddoel afwezen. In dat verdeelde Vlaams-nationalistische kamp raakte tijdens de jaren 1930 het antibelgicisme steeds meer met het fascisme en het nazisme verstrengeld.

Onvrede over de gebrekkige toepassing van de taalwetgeving versterkte in diezelfde periode de federalistische stroming in het katholieke flamingantisme. Een belangrijke rol hierin speelde Nieuw Vlaanderen Nieuw Vlaanderen (1934-1944)
Nieuw Vlaanderen (1934-1944) had als uitgangspunt de eentaligheid van Vlaanderen. Door zijn federalistische stellingname midden jaren 1930 was het blad radicaler dan de katholieke partij ... Lees meer
(1934-1944)
. Het weekblad, waarvan de redactie werd geleid door de Leuvense hoogleraar Hendrik J. van de Wijer Van de Wijer, Hendrik
Hendrik J. van de Wijer (1883-1968), germanist, naamkundige en gewoon hoogleraar te Leuven, was als stichter en hoofdredacteur de drijvende kracht achter het weekblad Nieuw Vlaanderen en ... Lees meer
en waaraan onder anderen Gaston Eyskens Eyskens, Gaston
Gaston Eyskens (1905-1988) was een Vlaamsgezinde katholieke econoom en politicus, die onder andere eerste minister was ten tijde van de Koningskwestie en aan de basis lag van de eerste st... Lees meer
en Filip de Pillecyn De Pillecyn, Filip
Filip De Pillecyn (1891-1962) was schrijver en journalist. Hij was actief in de Frontbeweging, werkte voor De Standaard en De Tijd en stichtte het satirisch weekblad Pallieter. Tijdens de... Lees meer
meewerkten, publiceerde op 17 augustus 1935 een artikel ā€˜De concentratie der Vlaamse strijdkrachten op de federale gedachteā€™, waarin werd betoogd dat de taalwettenpolitiek was mislukt en de Belgische staat moest worden hervormd op basis van twee volksgemeenschappen. De groep rond Van de Wijer kon twee maanden later dat standpunt doordrukken op het congres van de Katholieke Vlaamsche Landsbond Katholieke Vlaamse Landsbond (1919-1964)
De Katholieke Vlaamsche Landsbond (1919-1955) was de federatie van de Katholieke Vlaamsche Arrondissementsbonden, die als drukkingsgroep streed voor de vernederlandsing van Vlaanderen met... Lees meer
(19-20 oktober 1935). Het aanvaardde ā€˜de noodzakelijkheid aan de entiteit Vlaamsche Gemeenschap een publiekrechtelijke structuur te gevenā€™ en belastte een commissie ermee de verschillende vormen daarvan te bestuderen, ā€˜inclusief het federalismeā€™ waar Van Cauwelaert zich in zijn slottoespraak opnieuw tegen kantte. De parlementsverkiezingen van 24 mei 1936 versterkten de positie van de pro-federalistische fractie in de Vlaamse vleugel van de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&amp;V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
, die na haar nederlaag werd hervormd en ā€˜geregionaliseerdā€™ om rekening te houden met ā€˜de eigen karakters der twee volksgemeenschappenā€™: de Katholieke Unie werd vervangen door het Blok der Katholieken van BelgiĆ«, bestaande uit de Katholieke Vlaamsche Volkspartij (KVV) en de Parti Catholique Social.

Beginselakkoord VNV-KVV

Het verlies van de katholieke partij en de winst van het VNV bij de verkiezingen van 1936 gaven het streven naar hergroepering van de katholieke Vlamingen, de zogenaamde Vlaamsche Concentratie Vlaamsche Concentratie
Vlaamsche Concentratie (1935-Ā±1940) was de naam voor de idee en de beweging die streefde naar de hergroepering van alle katholieke Vlamingen. Lees meer
, een krachtige impuls. Een congres dat op initiatief van Nieuw Vlaanderen op 19 juli 1936 in Leuven plaatshad, sprak zich weliswaar niet uit voor federalisme, maar stelde niettemin dat ā€˜Vlaamse zelfstandigheid en zelfbeschikkingsrecht in zich sluiten het veroveren van voldoende staatsmacht tot het beheersen van de commandoposten in het hele volkslevenā€™. De concentratie werd in de hand gewerkt door het geheim akkoord dat Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carriĆØre begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
, de leider van het VNV, op 6 oktober 1936 had gesloten Rex Rex
Rex was een Belgische politieke partij (1935-1940) en een collaboratiebeweging in Franstalig Belgiƫ (1940-1944). Lees meer
-leider LĆ©on Degrelle Degrelle, LĆ©on
LĆ©on Degrelle (1906-1994) was de leider van Rex, initieel een Belgische, extreemrechtse nationalistische beweging, nadien omgevormd tot partij, die na 1936 radicaliseerde in fascistische ... Lees meer
en waarvan deze twee dagen later het bestaan (maar niet de precieze inhoud) bekendmaakte. Tegen een groot deel van zijn (belgicistische) aanhangers in, was Degrelle bereid, in het kader van zijn strategie de Belgische staat te destabiliseren, te ijveren voor de federalisering van het koninkrijk. De Clercq van zijn kant had ter wille van het akkoord zijn radicale achterban tegen de haren moeten strijken door federalisme te aanvaarden als overgangsfase naar de ā€˜Dietse volksstaatā€™. Die afzwakking van de Dietse doelstelling maakte de toenadering mogelijk tussen het VNV en de KVV. Op 8 december 1936 sloten beide partijen een ā€˜ Beginselakkoord Beginselakkoord KVV-VNV
Het beginselakkoord KVV-VNV werd ondertekend door vertegenwoordigers van de Katholieke Vlaamsche Volkspartij (KVV) en het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) op 8 december 1936. Het moest ee... Lees meer
ā€™, over onder meer een federalistische staatshervorming, vaag omschreven als ā€˜een publiekrechtelijk statuut voor de Vlaamse volksgemeenschap, verwezenlijkt en gewaarborgd door een zelfstandige politieke vertegenwoordigingā€™, en een door de dynastie en een gemeenschappelijke en uitvoerende macht gewaarborgde eenheid van BelgiĆ«, zowel economisch als inzake de buitenlandse, militaire en koloniale politiek. Door verklaringen van De Clercq, die bij de onderhandelingen over het ā€˜Beginselakkoordā€™ niet was betrokken en het niet ondertekend had, en door de veroordeling van een autoritaire staatsinrichting door de bisschoppen werd het akkoord in de daaropvolgende weken kaduuk. Ten gevolge van meningsverschillen en tegenstellingen zowel tussen als in de twee partijen bloedde nadien ook de concentratiegedachte dood.

Waalse beweging trekt federalistische kaart

In WalloniĆ« waren de autonomisten in de eerste naoorlogse jaren in het defensief gedrongen. In de AssemblĆ©e wallonne kregen de voorstanders van de ā€˜sĆ©parationā€™ weerwerk van Belgisch-nationalistische ā€˜unionistenā€™ die de tweetaligheid Tweetaligheid
Lees meer
van Vlaanderen niet wilden opgeven en elk federalistisch voorstel veroordeelden als een product van de Duitse bezetting. In 1923 kwam het tot een definitieve breuk tussen beide strekkingen; een twintigtal (van de ca. 150) afgevaardigden, onder wie DestrĆ©e, verlieten de AssemblĆ©e en richtten de Ligue dā€™Action wallonne op.

Op initiatief van de Ligue had in 1930 het eerste congres plaats van de Concentration wallonne, een federatie van (in 1939 een zeventigtal) wallingantische organisaties en bonden die de unionistische AssemblĆ©e verdrong als forum en spreekbuis van de Waalse beweging, die nu weer voluit de federalistische kaart trok. Op haar tweede congres, op 18 oktober 1931 ā€“ zeven maanden nadat Herman Vos zijn voorstel van ā€˜Federaal Statuutā€™ bij het parlement had ingediend ā€“, keurde de Concentration wallonne een ontwerp van staatshervorming goed. BelgiĆ« zou een federale staat worden, bestaande uit twee autonome gewesten: Vlaanderen en WalloniĆ«, met elk een verkozen parlement en een regering, en uit het bondsgebied Brussel dat bestuurd zou worden door een algemene raad en waar de burgers volledige taalvrijheid zouden hebben. De federale overheid zou bevoegd zijn voor buitenlands beleid, defensie, beheer van de kolonie, douane en het waarborgen van de godsdienstvrijheid. Een Federale Raad zou twintig leden van elk regionaal parlement en vijf afgevaardigden van de Brusselse algemene raad tellen.


<p>De Waalse federalisten wilden in de jaren 1930 de splitsing van Belgiƫ, maar dan wel met het recht op verdere verfransing en aanhechting van grote stukken Vlaams grondgebied, zoals uit de kaart blijkt in: <em>Bruxelles FranƧais</em>, december 1936. (ADVN, VY900000/115)</p>

De Waalse federalisten wilden in de jaren 1930 de splitsing van Belgiƫ, maar dan wel met het recht op verdere verfransing en aanhechting van grote stukken Vlaams grondgebied, zoals uit de kaart blijkt in: Bruxelles FranƧais, december 1936. (ADVN, VY900000/115)

De gedeeltelijke opzegging door de regering, in maart 1936, van het Frans-Belgisch militair akkoord uit 1920, waarmee ze tegemoetkwam aan Vlaams-rechtse pressie, bracht de Concentration ertoe op haar congres van 21 november 1937 afstand te nemen van het federale model en te opteren voor een confederatie van drie staten (Vlaanderen, WalloniĆ« en Brussel), zodat de soevereine Waalse staat een eigen buitenlands en defensiebeleid zou kunnen voeren en handelsverdragen zou kunnen sluiten. Het congres ging daarmee in tegen de Ligue dā€™Action wallonne, waar de liberaal Fernand Dehousse Dehousse, Fernand
Fernand Dehousse (1906-1976) was hoogleraar in Luik. Hij was politicus voor de Parti Socialiste en betrokken bij de Waalse beweging. Hij toonde zich een voorstander van een federalistisch... Lees meer
en de socialist Georges Truffaut Truffaut, Georges
Georges Truffaut (1901-1942) was een Waalse socialistische politicus. Hij was ook betrokken bij de Waalse beweging. Lees meer
een ontwerp van federaal statuut voor BelgiĆ« aan het uitwerken waren. Na overleg met de Ligue schaarde de Conseil gĆ©nĆ©ral van de Concentration zich op 3 april 1938 niettemin achter het federale ontwerp, dat Truffaut op 1 juni 1938 als voorstel van de Waalse beweging voor een grondwetsherziening bij de Kamer indiende. Volgens het voorstel zijn er in BelgiĆ« drie gewesten: Vlaanderen, WalloniĆ« en Brussel, dat ā€˜noch Waalsch noch Vlaamsch kan zijnā€™ en samenvalt met het arrondissement Brussel, waarvan het huidige arrondissement Halle-Vilvoorde nog deel uitmaakte, elk met een wetgevende ā€˜Gewestelijke Kamerā€™ en een uitvoerende, evenredig samengestelde ā€˜Bestendige Deputatieā€™. Op bondsniveau vormden een paritair samengestelde Kamer en een Senaat met tien afgevaardigden van elk gewest de wetgevende macht. De federale overheid was bevoegd voor het buitenlands beleid, de kolonie, nationaliteit en migratie, defensie, gerecht, munt, erediensten, spoorwegen, luchtvaart, post, telegrafie en telefonie, burgerlijk, handelsrecht en strafrecht. Het voorstel onderging hetzelfde lot als dat van Vos: de Kamer verwierp op 2 februari 1939 de inoverwegingneming.

Cultuurautonomie

Als antwoord op de federalistische gedachte en voorstellen schoven de minimalisten cultuurautonomie naar voor. Het concept was ontleend aan Karl Renner en Otto Bauer, twee ā€˜austro-marxistischeā€™ theoretici en politici die, vereenvoudigd gesteld, het nationaliteitenvraagstuk in Oostenrijk-Hongarije wilden oplossen door elke natie cultuurpolitieke bevoegdheid te geven. De Vlaamsgezinde socialist Camille Huysmans Huysmans, Camille
Camille Huysmans (1871-1968) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die van 1933 tot 1940 burgemeester van Antwerpen was, tweemaal een ministerpositie bekleedde en een jaar lang ... Lees meer
, die Bauer in 1907 had ontmoet, had al in de Kamerzitting van 23 mei 1913 gezegd dat de Belgische natie ā€˜doit ĆŖtre basĆ©e sur lā€™unitĆ© politique, tandis que les nationalitĆ©s flamande et wallonne ont besoin de lā€™autonomie de cultureā€™ en het idee kunnen laten opnemen in het ' Compromis des Belges Compromis des Belges
Lees meer
ā€™ (16 maart 1929), een tekst die hij met Jules DestrĆ©e had opgesteld. Op het BWP-congres op 9-10 november 1929 werd door de partij een totaalakkoord bereikt, het ā€˜Compromis des socialistes belgesā€™, waarin het culturele autonomie-concept uitgebreid werd tot regionale eentaligheid. Op hun eerste aparte congres (21-22 maart 1937) spraken de Vlaamse socialistische federaties zich uit voor culturele autonomie en tegen federalisme, en voor de aanpassing van de centrale administratie aan de culturele tweeledigheid van het land.

De vraag van de minimalisten naar cultuurautonomie was een logisch gevolg van de bestuurstaalwet van 1932, meer bepaald het principe van de eentaligheid van Vlaanderen en Walloniƫ enerzijds en de opdeling van de ambtenaren van de centrale overheidsdiensten in twee taalgroepen anderzijds. Concreet kwam hun eis neer op de splitsing van de ministeriƫle departementen, in de eerste plaats dat van Openbaar Onderwijs (van 1907 tot 1932 Kunsten en Wetenschappen genoemd), en van andere centrale instellingen, zoals de academies, alsook op de oprichting van adviserende cultuurraden.

De werkzaamheden van het Studiecentrum tot Hervorming van de Staat Studiecentrum tot Hervorming van de Staat
Het Studiecentrum tot Hervorming van de Staat (1936-1939, 1940) was een denktank, geleid door Maurice Lippens. Het beoogde een politieke reorganisatie van het Belgische parlementair beste... Lees meer
droegen bij tot de realisatie van de Vlaamse eis. Het Studiecentrum, een in 1936 op initiatief van de regering- Paul van Zeeland Van Zeeland, Paul
Toen hoogleraar en bankier Paul van Zeeland (1893-1973) tussen 1935 en 1937 aan het hoofd stond van de Belgische regering, werden onder andere de taalwet in rechtszaken en een amnestiewet... Lees meer
opgerichte maar door haar vzw-vorm en samenstelling particuliere pluralistische reflectiegroep, bestudeerde in acht commissies ā€˜hervormingen strekkende om het parlementair regime aan te passen aan de nieuwe toestanden op politiek, economisch en sociaal gebiedā€™. De commissie die de ā€˜structuur van de staatā€™ besprak, erkende het bestaan van twee cultuurgemeenschappen, verwierp het federalisme en sprak zich uit voor een verregaande splitsing van het ministerie van Openbaar Onderwijs en de oprichting van een adviserende cultuurraad, met een Vlaamse en een Franstalige kamer.

De cultuurautonomie kreeg voor het eerst gestalte in het Nationaal Instituut voor Radio-omroep Nationaal Instituut voor de Radio-omroep
Lees meer
(NIR) dat eind 1936 in drie departementen werd opgedeeld: een voor de ā€˜Vlaamsche uitzendingenā€™, een voor de ā€˜Fransche uitzendingenā€™ en een voor de gemeenschappelijke diensten. Bij koninklijk besluit van 7 februari 1938 werden in het ministerie van Openbaar Onderwijs twee cultuurraden opgericht, een Nederlandse en een Franse, die, ā€˜ieder voor de taalgroep waartoe hij behoortā€™, bevoegd waren voor het formuleren van voorstellen en het geven van adviezen ā€˜over alle vraagstukken van het culturele levenā€™. De academies, die in de feiten Franstalig waren, werden gesplitst door de oprichting van een aparte Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van BelgiĆ« (KB van 16 maart 1938) en Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van BelgiĆ« (KB van 7 november 1938). De door eerste minister Hubert Pierlot in de regeringsverklaring van 25 april 1939 aangekondigde ā€˜administratieve deconcentratieā€™ van het ministerie van Openbaar Onderwijs was bij de Duitse inval in BelgiĆ« (10 mei 1940) nog niet gerealiseerd.

Terugval door collaboratie

Tijdens de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
liet het militair bestuur in het bezette Belgiƫ de rijks- en de lokale administratie aan het werk en duldde het niet dat de hervorming van de staat aan de orde werd gesteld. Wel mochten de nationaalsocialisten van de Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap
De Duitsch-Vlaamsche Arbeidersgemeenschap (DeVlag) (1935-1945) was vĆ³Ć³r de Tweede Wereldoorlog een organisatie van Vlaamse en Duitse studenten. Tijdens de oorlog ontpopte de DeVlag zich ... Lees meer
(DeVlag) propaganda maken voor de aansluiting van Vlaanderen bij het Duitse Rijk. Het collaborerende VNV kreeg daarentegen verbod zijn Groot-Nederlandse standpunten te verspreiden. De Bourgondische hervormingsplannen van Rex-leider Degrelle werden nauwelijks ernstig genomen.

Zoals de Eerste, zo heeft de Tweede Wereldoorlog het Belgisch patriottisme versterkt. De Vlaamse beweging en de federalistische stroming in Vlaanderen kenden dan weer een diepe terugval, als gevolg van de Vlaams-nationalistische collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
en de daaropvolgende repressie Repressie
Lees meer
. Aan de ene kant keerde de Vlaamsgezinde opinie zich, uit afkeer voor de samenwerking met de bezetter, merendeels tegen het nationalisme en het federalisme. Aan de andere kant zaten honderden Vlaams-nationalistische promotoren van de federalistische gedachte in de gevangenis; degenen die niet veroordeeld waren, onthielden zich om voor de hand liggende redenen van politieke actie.

Sentiment en rede op het Waals Nationaal Congres

Geheel anders verging het de Waalse beweging. Door het engagement van vele militanten in het clandestiene verzet, haatgevoelens tegenover het collaborerende ā€˜fascistischeā€™ Vlaanderen en verbittering over het gedrag van koning Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiƫle houding en mee... Lees meer
kwam zij versterkt en geradicaliseerd, zelfs met een anti-Belgische inslag, uit de oorlog. Op initiatief van de in de zomer van 1940 opgerichte verzetsgroep Wallonie libre had al op 20 en 21 oktober 1945 in Luik het eerste CongrĆØs national wallon plaats om te beraadslagen over de manier waarop WalloniĆ« zijn autonomie kon realiseren. Er lagen vier voorstellen ter stemming, waarvan er enkele al tijdens de oorlog waren geformuleerd. Een groep ā€˜indĆ©pendantistesā€™ van het op 6 december 1942 opgerichte Rassemblement dĆ©mocratique et socialiste wallon (RDSW) had in november 1943 een ontwerp van grondwet voor een onafhankelijke Waalse republiek geschreven. Bij de Luikse socialisten had een studiegroep onder leiding van Fernand Dehousse een (in 1945 gepubliceerd) Projet d'instauration du fĆ©dĆ©ralisme en Belgique ontworpen, dat evenwel confederaal van aard was (ā€˜La Belgique est une ConfĆ©dĆ©ration dā€™Etats comprenant trois parties: Bruxelles, la Flandre, la Wallonieā€™). Bij de eerste, ā€˜sentimenteleā€™ stemming op het Luikse congres spraken zich 391 van de 1048 aanwezigen uit voor federalisme. Een relatieve meerderheid (486 stemmen) gaf de voorkeur aan de aanhechting van WalloniĆ« bij Frankrijk. 154 congressisten stemden voor het onafhankelijkheidsvoorstel van het RDSW, 17 voor het behoud van de unitaire staat. In een tweede, ā€˜rationeleā€™ stemming schaarde het Congres zich, op 12 stemmen na, achter ā€˜autonomie de la Wallonie dans le cadre de la Belgiqueā€™. Een commissie werd ermee belast die federale optie nader uit te werken.

Het Projet dā€™organisation dā€™un rĆ©gime fĆ©dĆ©ral en Belgique dat de door Dehousse voorgezeten commissie op 11-12 mei 1945 voorstelde aan het tweede Waals Nationaal Congres schetste de krachtlijnen van de omvorming van BelgiĆ« tot een ā€˜confederatie van gewestelijke Staten, Vlaanderen en WalloniĆ«, met een Federale Stad, Brusselā€™. De inwoners van Brussel zouden moeten kiezen voor de Vlaamse of de Waalse subnationaliteit. Het Congres stemde in met de algemene structuur van het ontwerp en gaf zijn Permanent ComitĆ© de opdracht een voorstel tot herziening van de grondwet op te stellen en bij het parlement in te dienen.

Confederatie van twee gewestelijke Staten

Het voorstel dat een commissie van het Waals Nationaal Congres had geschreven en door de Groupe Parlementaire Wallon (van enkele tientallen socialistische, liberale en communistische parlementsleden) werd op 25 maart 1947 door de socialist Marcel GrĆ©goire en vijf andere Waalse Kamerleden ingediend. Volgens het enige artikel was er aanleiding om 86 grondwetsartikelen te herzien. Een 170 artikelen tellend ā€˜Ontwerp van federale grondwetā€™ was als bijlage bij het voorstel gevoegd. Volgens het ontwerp was BelgiĆ« een ā€˜Confederatie gevormd door twee gewestelijke Staten, Vlaanderen en WalloniĆ«, en door het Federaal gewest Brusselā€™, dat aanvankelijk uit de negentien gemeenten van de Brusselse agglomeratie zou bestaan; binnen het jaar zouden de aangrenzende gemeenten bij referendum kunnen beslissen aan te sluiten. De Brusselaars zouden kunnen kiezen voor de Vlaamse of Waalse subnationaliteit (in een variante zou er ook een Brusselse subnationaliteit mogelijk zijn).

Omdat op dat ogenblik prins Karel optrad als regent en tijdens een regentschap een wijziging van de grondwet verboden was, weigerde de Kamer het voorstel in overweging te nemen.

De Koningskwestie versterkt de federalistische stroming

De Koningskwestie Koningskwestie
Constitutioneel, politiek en maatschappelijk vraagstuk rond de persoon en de houding van koning Leopold III tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
, het politieke conflict over de houding van koning Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiƫle houding en mee... Lees meer
tijdens de Tweede Wereldoorlog en zijn terugkeer uit ballingschap, legde, onder meer in de uitslag van de parlementsverkiezingen van 26 juni 1949 en van de volksraadpleging van 12 maart 1950, scherper dan ooit de verschillen in mentaliteit en maatschappijvisie tussen Vlaanderen en Walloniƫ bloot. Onder invloed van de constitutionele crisis herleefde en verbreedde de federalistische beweging in Vlaanderen en won ze verder veld in Walloniƫ.

In Walloniƫ drong, tegen de achtergrond van de demografische Demografie
Lees meer
achteruitgang en het beginnende economische Economie
Dit artikel gaat over de relatie tussen economie en Vlaamse beweging. Daarmee beoogt deze tekst geen economische geschiedenis te schetsen van wat we vandaag Vlaanderen noemen. Integendee... Lees meer
verval, door de agitatie tegen de terugkeer van Leopold en tegen het ā€˜leopoldistischeā€™ Vlaanderen de federalistische gedachte vanuit de wallingantische elite in bredere volkslagen door. Symbolisch voor de ā€“ vooralsnog tijdelijke ā€“ toenadering tussen de Waalse beweging en de arbeidersklasse was de aanwezigheid en toespraak van de Luikse socialistische vakbondsleider AndrĆ© Renard Renard, AndrĆ©
Lees meer
op het Waals Nationaal Congres van 26 maart 1950.


Met de Waalse vlag voorop protesteerden manifestanten tegen de terugkeer van koning Leopold III uit ballingschap, ca. 1950. Naar aanleiding van de koningskwestie won de federalistische gedachte verder veld, zowel in Vlaanderen als in Walloniƫ. (CegeSoma/Rijksarchief)
Met de Waalse vlag voorop protesteerden manifestanten tegen de terugkeer van koning Leopold III uit ballingschap, ca. 1950. Naar aanleiding van de koningskwestie won de federalistische gedachte verder veld, zowel in Vlaanderen als in Walloniƫ. (CegeSoma/Rijksarchief)

In Vlaanderen, waar een meerderheid van de kiezers zich voor de terugkeer van koning Leopold had uitgesproken, werden diens bevoegdheidsoverdracht aan zijn zoon Boudewijn van Saksen-Coburg, Boudewijn I
Boudewijn (1930-1993) moest als gevolg van de koningskwestie op jonge leeftijd en onvoorbereid zijn vader opvolgen. Zijn koningschap werd getekend door de Congolese dekolonisatie, staatsh... Lees meer
(1950) en daaropvolgende troonsafstand (1951) als een kaakslag ervaren. Dat gaf de zich nog altijd moeizaam herstellende Vlaamse beweging een krachtige impuls en versterkte de positie van de nationalisten. Het federalisme, dat tot dan toe vooral als een Waals chantagemiddel was afgedaan, werd in katholieke kringen weer bespreekbaar. Illustratief is de oprichting, op 10 juni 1950, van het Vlaams ComitƩ voor Federalisme Vlaams ComitƩ voor Federalisme
Het Vlaams ComitƩ voor Federalisme (1950-1955?) bestond uit academici die nadachten over oplossingen voor de Belgische communautaire problemen. Het comitƩ produceerde een federalistisch m... Lees meer
om, onder leiding van Corneel Heymans Heymans, Corneel
De Gentse hoogleraar Corneel Heymans (1892-1968) won in 1938 de Nobelprijs voor geneeskunde. Over zijn rol tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstond controverse. Na 1944 was hij ā€“ naast zij... Lees meer
en Max Lamberty Lamberty, Max
Max Lamberty (1893-1975) was een politiek en sociaal filosoof, die theoretisch werk over de grondslagen van de Vlaamse beweging leverde. Lees meer
, het federalisme te bestuderen als mogelijke dam tegen de ā€˜gevaren die de vestiging van een Europees bovenstaats bestuurorgaan voor de kleine taal- en cultuurgemeenschappen inhoudtā€™.

De staatsvorm raakt niet op de constitutionele agenda

Het ComitƩ verwees daarmee naar de naoorlogse initiatieven om de West-Europese staten economisch, militair en politiek te integreren, die in een eerste fase zouden leiden tot de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1951 en de ondertekening van het verdrag over de Europese Defensiegemeenschap in 1952. In Belgiƫ bracht de beginnende Europese eenmaking een herziening van de grondwet op de politieke agenda. Het bleek nodig te zijn enkele grondwetsartikelen aan te passen om een deel van de soevereiniteit aan Europese (of andere supranationale) instellingen te kunnen overdragen.

Van het ontwerp van herzieningsverklaring dat de homogene CVP Christelijke Volkspartij
Lees meer
-regering in juni 1953 bij de Kamer indiende, maakten enkele parlementsleden gebruik om de organisatie en werking van de Belgische Staat op de constitutionele agenda te krijgen. Geen van hun voorstellen werd echter aangenomen. Een overgrote meerderheid van de Kamerleden en senatoren volgde het standpunt van de regering dat ā€˜in de huidige omstandighedenā€™ slechts een beperkte herziening van de grondwet noodzakelijk en aangewezen was.

Het meest verregaand was het voorstel dat de Waalse socialistische Kamerleden FranƧois van Belle en Joseph Merlot al op 3 juni 1952 namens de Groupe Parlementaire Wallon hadden ingediend. Zoals Marcel GrƩgoire eerder, stelden ze voor om door de herziening van 86 grondwetsartikelen Belgiƫ om te vormen tot een federale staat. Anders dan GrƩgoire hadden ze geen ontwerp van herziene grondwet opgesteld, maar zich beperkt tot de opsomming van enkele beginselen. Belgiƫ zou bestaan uit twee etnische gemeenschappen: de Vlaamse en de Waalse, en drie territoriale entiteiten: Vlaanderen, Walloniƫ en het federaal gebied gevormd door de Brusselse agglomeratie. Elke gemeenschap zou over ruime culturele, economische en sociale bevoegdheden beschikken. Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
zou bestuurd worden door de federale overheid en een Algemene Raad met een beperkte bevoegdheid hebben; de inwoners zouden moeten kiezen tussen ā€˜de hoedanigheid van Waal of Vlamingā€™. In het federaal parlement zouden de Vlamingen uit Vlaanderen en Brussel enerzijds en de Walen uit WalloniĆ« en Brussel anderzijds paritair vertegenwoordigd zijn. Eind 1953, na de verwerping door de Kamer, dienden Ernest Yernaux en vijf andere Waalse socialisten in de Senaat een identiek herzieningsvoorstel in, dat eveneens werd verworpen.

Minder verregaande Waalse voorstellen hadden betrekking op de paritaire samenstelling van de Senaat (van de liberaal Jean Rey en de PSCā€™ers Marcel Philippart en Pierre Nothomb Nothomb, Pierre
Pierre Nothomb (1887-1966) was een Belgisch-nationalistisch politicus, schrijver en publicist. Hij groeide tijdens en net na de Eerste Wereldoorlog uit tot het boegbeeld van het Belgisch ... Lees meer
) en de vermindering van het aantal provincies (van de socialist Marc-Antoine Pierson en de liberaal Auguste Buisseret).

Het enige Vlaamse amendement, van Kamerlid Renaat van Elslande Van Elslande, Renaat
Renaat van Elslande (1916-2000) was een redacteur en katholiek politicus. Hij zetelde 32 jaar in de Kamer en vervulde meerdere ministerfuncties. Lees meer
(CVP), dat beoogde ā€˜een zekere cultuurautonomieā€™ te realiseren ā€˜zonder te raken aan de unitaire structuur van het landā€™, kreeg evenmin veel steun.

Harmel-centrum en gesprekken onder federalisten

Met de herleving van de federalistische stroming in de twee landsdelen kwam het tot een toenadering tussen de Vlaamse en de Waalse beweging, een wens die het Waals Nationaal Congres al in 1946 had uitgesproken. De eerste contacten tussen Vlaamse en Waalse federalisten kwamen tot stand in het Harmel-centrum Centrum Harmel
Het Centrum Harmel is de benaming van een politiek studiecentrum dat drie jaar na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht om een regeling uit te dokteren voor de wrijvingen tussen de taalg... Lees meer
(officiĆ«le benaming: ā€˜Centrum van onderzoek voor de nationale oplossing van de maatschappelijke, politieke en rechtskundige vraagstukken in de Vlaamse en Waalse gewestenā€™), dat was opgericht bij wet van 3 mei 1948. Het wetsvoorstel daarover was namens een groep voorstanders van de eenheidsstaat ingediend door het jonge PSC-Kamerlid Pierre Harmel Harmel, Pierre
De Franstalige christendemocraat Pierre Harmel (1911-2009) was nauwelijks acht maanden premier van Belgiƫ, maar meermaals minister. Hij werd ook voorzitter van de Senaat. Het Centrum van ... Lees meer
. Het Centrum was opgericht voor twee jaar, maar zijn opdracht werd bij wet verlengd tot 31 december 1953 en in de feiten tot 25 oktober 1955, de dag waarop het zijn slotzitting hield. Wegens de Schoolstrijd duurde het tot 24 april 1958 voor het eindverslag werd gepubliceerd.

In de Politieke Afdeling van het Harmel-centrum werden de meeste van de hierboven genoemde staatshervormingsvoorstellen door de initiatiefnemers voorgesteld en verdedigd. Tot de aanbevelingen van de Politieke Afdeling behoorden, naast onder meer de vastlegging van de taalgrens, volgende structurele hervormingen: de oprichting van een Vlaamse en een Waalse Culturele Raad en de ā€˜ontdubbelingā€™ van het ministerie van Openbaar Onderwijs; de oprichting van een Vlaamse, Waalse en Brusselse Raad van Advies ā€˜met raadgevende bevoegdheid op economisch en sociaal gebiedā€™; ā€˜de decentralisatie, zo volledig als verenigbaar met de cohesie van de Staat, van diens machten ten voordele van de gemeenten en de provinciesā€™. Voor de staatshervorming zouden de werkzaamheden van het Harmel-centrum weinig betekenis hebben.

Enkele Waalse liberale parlementsleden die het van meer belang vonden ā€˜het land zelfā€ dan zijn ā€˜politieke, economische, culturele en sociale kringenā€™ in het Harmel-centrum te raadplegen, dienden op 27 januari 1950 een wetsvoorstel in ā€˜tot instelling van een volksraadpleging over het Waals vraagstukā€™. Aan de kiezers zou de vraag worden voorgelegd: ā€˜Vindt U dat er aanleiding bestaat om aan Vlaanderen en aan WalloniĆ«, binnen het raam van een Belgische bondstaat, zelfbestuur te verlenen?ā€™ Wegens het ontslag van de regering en de ontbinding van het parlement (30 april 1950) bleef hun voorstel echter onbesproken.

Vlaams-Waals manifest

Vanaf 20 februari 1952 voerde een delegatie van het Vlaams ComitƩ voor Federalisme, onder anderen voorzitter Walter Couvreur Couvreur, Walter
De Gentse hoogleraar taalkunde Walter Couvreur (1914-1996) nam als overtuigde federalist bij de oprichting van de Volksunie eind 1954 gedurende enkele maanden het voorzitterschap van de p... Lees meer
en Frans van der Elst Van der Elst, Frans
Frans van der Elst (1920-1997) was repressieadvocaat, medestichter van de Volksunie en voor die partij twintig jaar voorzitter (1955-1975) en bijna dertig jaar parlementslid (1958-1985).... Lees meer
, gesprekken met een groep Waalse federalisten, geleid door secretaris-generaal Fernand Schreurs van het Waals Nationaal Congres. Ze resulteerden in een Vlaams-Waals manifest, een korte tekst die door een honderdtal prominente Vlamingen en Walen ondertekend was en op 3 december 1952 aan de pers voorgesteld werd. De ondertekenaars verklaarden dat ā€˜BelgiĆ« bestaat uit twee volkeren met elk een eigen taal en een eigen culturele en etnische individualiteitā€™, dat zij van oordeel waren ā€˜dat een federale structuur van de Belgische Staat (ā€¦) de Belgische saamhorigheid ten goede komt en versterktā€™ en dat zij daarom voorstander waren ā€˜van de ruimst mogelijke autonomie voor Vlaanderen en WalloniĆ«ā€™.

Een commissie werkte die beginselen nader uit in 43 grondstellingen en een 149 artikelen tellend ontwerp van federale grondwet, die gelijktijdig bekendgemaakt werden op een vergadering van het Vlaams ComitƩ voor Federalisme in Antwerpen en op het Waals Congres van 3-4 oktober 1953 in Charleroi. Het ontwerp van federale grondwet bepaalde dat Belgiƫ een bondsstaat is, bestaande uit twee gewestelijke staten, Vlaanderen en Walloniƫ, waartussen de taalgrens de grens vormt, en uit het bondsgebied Brussel (bondshoofdstad Brussel en gemeenten van de agglomeratie). In de bondsstaat zou de wetgevende macht uitgeoefend worden door een paritair samengestelde bondsraad, de uitvoerende macht door de koning. In de gewestelijke staten zou de wetgevende macht bij een gewestelijke raad, de uitvoerende macht bij de gouverneur-generaal berusten. Het ontwerp lijstte de beleidsdomeinen op waarvoor eensdeels de bondsstaat exclusief en anderdeels de bondsstaat en de gewestelijke staten gedeeld bevoegd (met voorrang van de bondswetgeving) zouden zijn.

De contacten tussen de federalisten werden nadien voortgezet in het Vlaams-Waals College dat in 1954 werd opgericht en tot 1956 enkele keren zou bijeenkomen, zonder evenwel nieuwe documenten te publiceren of initiatieven te nemen.

Federalisme in hogere versnelling

Met de herleving van de Vlaamse en de doorbraak van de Waalse beweging in het begin van de jaren 1960, toen de economische opgang van Vlaanderen en het industriƫle verval van Walloniƫ volop duidelijk werden, belandde het nationaliteitenvraagstuk voorgoed en bovenaan op de politieke agenda en kwam de federalistische beweging in een hogere versnelling.


Deelnemers aan de IJzerbedevaart van 20 augustus 1961 eisten federalisme. (ADVN, VFFY10/32)
Deelnemers aan de IJzerbedevaart van 20 augustus 1961 eisten federalisme. (ADVN, VFFY10/32)

In Vlaanderen luidden de actie tegen de voor 1960 geplande talentelling en de oprichting (1959) van het Vlaams Aktiekomitee voor Brussel en Taalgrens Vlaams Aktiekomitee Brussel en Taalgrens
Lees meer
(VABT) een offensief van de Vlaamse beweging in, dat culmineerde in de Marsen op Brussel Marsen op Brussel
De Mars(en) op Brussel waren twee flamingantische massabetogingen die in Brussel op 22 oktober 1961 en 14 oktober 1962 werden georganiseerd. Lees meer
(1961 en 1962) die, als machtsmanifestatie van een zelfverzekerd Vlaanderen, een keerpunt vormden in de Vlaams-Waalse verhoudingen en de Belgische politiek. Toch was federalisme op dat ogenblik nog een twistpunt in de Vlaamse beweging. Ter wille van de eendracht werd het thema uit de beide Marsen gehouden. Toen het VABT op 10 november 1963 in Antwerpen toch betoogde (ca. 30.000 deelnemers) voor ā€˜federalisme en economische structuurhervormingenā€™, trokken verschillende organisaties zich uit het Aktiekomitee terug. Eerder al had de Vlaamse Volksbeweging Vlaamse Volksbeweging
De Vlaamse Volksbeweging (VVB) was een Vlaams-nationalistische drukkingsgroep, die werd opgericht in 1952 en tot het begin van de jaren 1970 een breder publiek mobiliseerde voor Vlaamsge... Lees meer
(VVB), die geconcipieerd was als drukkingsgroep van Vlamingen van ā€˜alle levensbeschouwelijke en politieke strekkingenā€™, enkele socialistische en liberale leden van de Algemene Raad zien vertrekken en kritiek van Vlaamse CVPā€™ers gekregen omdat ze zich op haar tweede congres (4 februari 1962), na een referaat van Wilfried Martens Martens, Wilfried
Lees meer
, had uitgesproken voor ā€˜unionistisch federalismeā€™ ā€“ een door VVB-voorzitter Maurits Coppieters Coppieters, Maurits
De progressieve Vlaams-nationalist en christelijke humanist Maurits Coppieters (1920-2005) was vanaf het midden van de jaren 1960 een van de boegbeelden van de Volksunie (VU). Lees meer
bedacht concept. Het bracht de VVB ertoe een jaar later op haar congres in Leuven om tactische redenen te pleiten voor een ā€˜pragmatisch federalismeā€™, dat volgens rapporteur Raymond Derine Derine, Raymond
Raymond Derine (1926-1987) was jurist, hoogleraar, politicus, auteur en polemist. Hij was Antwerps schepen voor de CVP en voorzitter van het Davidsfonds (1970-1972), en zette zich in voor... Lees meer
zelfs het etiket ā€˜ruime decentralisatieā€™ mocht dragen.

ā€˜Adresse au Roiā€™ en Mouvement populaire wallon

In Walloniƫ was de winterstaking (1960-1961) tegen de zogenaamde Eenheidswet van de regering- Eyskens Eyskens, Gaston
Gaston Eyskens (1905-1988) was een Vlaamsgezinde katholieke econoom en politicus, die onder andere eerste minister was ten tijde van de Koningskwestie en aan de basis lag van de eerste st... Lees meer
(CVP-liberaal) de katalysator van het verhevigde autonomiestreven. Dat de staking in Vlaanderen slechts matig was gevolgd terwijl ze in Walloniƫ het karakter had van een revolte tegen de centrale overheid die verantwoordelijk werd geacht voor de achteruitgang van Walloniƫ en tegen het conservatieve Vlaanderen, was een nieuwe indicatie van de verschillen tussen de twee landsdelen. Het bracht er de Waalse beweging toe meer dan ooit de federalistische kaart te trekken.

Al op 13 januari 1961 eisten ca. 400 in Saint-Servais (Namen) bijeengekomen Waalse socialistische parlementsleden, gedeputeerden en burgemeesters zelfbeschikking voor WalloniĆ« en vroegen ze in een ā€˜Adresse au Roiā€™ een herziening van de grondwet ā€˜de telle faƧon que nos institutions nationales garantissent les Wallons contre les effets du profond dĆ©sĆ©quilibre interne dont souffre le paysā€™ (ā€˜op zoā€™n manier dat onze nationale instellingen de Walen beschermen tegen de gevolgen van de diepgaande interne onevenwichtigheid waaronder het land lijdtā€™).

In februari-maart 1961 richtten de ontgoochelde socialistische vakbondsleider AndrƩ Renard, die de strijd tegen de Eenheidswet had geleid, en enkele medestanders het Mouvement populaire wallon Mouvement Populaire Wallon
Lees meer
(MPW) op. Op het eerste congres (18-19 november 1961) stelde FranƧois Perin, als verslaggever van de Politieke Commissie, een ontwerp van federale grondwet voor dat hij samen met Fernand Dehousse had opgesteld en dat voorzag in een naar drieledigheid neigend federalisme, waarbij de Brusselse agglomeratie niet dezelfde bevoegdheden maar wel dezelfde instellingen zou hebben als Vlaanderen en Walloniƫ (op het tweede congres, 8-9 december 1962, vroeg Perin voor Brussel het statuut van vrijstad in een Europees kader). Voor het MPW was federalisme het institutionele kader waarin het demografisch en industrieel verzwakt Walloniƫ autonoom de economische structuurhervormingen zou kunnen verwezenlijken die voor zijn reveil noodzakelijk werden geacht.

Het MPW, La Wallonie Libre, RĆ©novation Wallonne, de Waalse federaties van het Algemeen Belgisch Vakverbond Algemeen Belgisch Vakverbond
Het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) werd opgericht in 1945 en was de voortzetting van eerdere overkoepelende socialistische syndicale organisaties. Het ABVV paste vanaf de jaren 1960 ... Lees meer
(ABVV) en van de Belgische Socialistische Partij (BSP), en andere federalistische organisaties hielden op 23 maart 1963 in Namen een CongrĆØs dā€™action wallonne, waarop ze voor WalloniĆ« ā€˜autonome politieke instellingenā€™ eisten ā€˜in het kader van een Belgische Staat van het federale typeā€™. Op initiatief van het CongrĆØs betoogden op 26 mei in Charleroi ca. 15.000 Walen voor federalisme.


Affiche van de Mouvement populaire wallon (MPW) voor de federalisering van Belgiƫ, 1961-1968. (Amsab-ISG, af003212)
Affiche van de Mouvement populaire wallon (MPW) voor de federalisering van Belgiƫ, 1961-1968. (Amsab-ISG, af003212)

De Voerkwestie weegt op de contacten tussen federalisten

Met een ā€˜Proclamatie tot het Vlaamse Volkā€™, waarin ze zich uitspraken voor federalisme, reageerden de VVB en een tiental andere flamingantische verenigingen (maar niet de drie ā€˜fondsenā€™: Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
, Vermeylenfonds August Vermeylenfonds
Het August Vermeylenfonds, opgericht in 1945 door Vlaamse socialisten, beoogde de versmelting van socialistische en Vlaamse idealen. In de jaren 1960 en 1970, onder leiding van Gerlo, koo... Lees meer
en Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
) in januari 1961 positief op het Adresse van de Waalse socialisten. Op 16 mei 1961 werd, op initiatief van het Overlegcentrum van Vlaamse en Waalse Federalisten (Centre de contact des FƩdƩralistes flamands et wallons), dat in maart 1960 was gevormd en waarvan de VVB in Vlaanderen en Maurice Bologne Bologne, Maurice
Leraar, politicus en oud-verzetsman Maurice Bologne (1900-1984) speelde een prominente rol binnen de Waalse beweging en zocht als senator voor het Rassemblement wallon toenadering tot de ... Lees meer
in WalloniĆ« de belangrijkste promotoren waren, een manifest voorgesteld waarin Vlaamse en Waalse organisaties verklaarden dat ze zo snel mogelijk hun ā€˜federalistisch ideaalā€™ wilden realiseren, te beginnen met de vastlegging van de taalgrens en de vorming van twee homogene taalgebieden, een bijzonder statuut voor de Brusselse agglomeratie en de oprichting van twee ministeries van Openbaar Onderwijs en Culturele Zaken. Op 15 oktober 1961 hield het Overlegcentrum in Luik een studiedag over de Vlaams-Waalse verhoudingen. Nadien begon de Voer Voeren
Lees meer
kwestie te wegen op de contacten tussen Vlaamse en Waalse federalisten; begin 1965 vielen ze helemaal stil.

Alleen de Volksunie en Waalse socialisten voor federalisme

Van de politieke partijen kwamen enkel de Volksunie en de Waalse socialisten voor federalisme op. De Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in Belgiƫ, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
, die in 1954 als Vlaams-nationalistische partij was opgericht, stelde van meet aan dat de verdere culturele, sociale en economische ontplooiing van de Vlamingen alleen in een federaal Belgiƫ mogelijk was. Haar voorzitter, Frans van der Elst Van der Elst, Frans
Frans van der Elst (1920-1997) was repressieadvocaat, medestichter van de Volksunie en voor die partij twintig jaar voorzitter (1955-1975) en bijna dertig jaar parlementslid (1958-1985).... Lees meer
, diende op 9 januari 1962 in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een voorstel tot grondwetsherziening in die zin in.

De Waalse federaties van de BSP bekenden zich, onder invloed van het MPW, op een congres van 23-24 september 1961 tot het federalisme. Op 31 maart en 1 april 1962 hielden ze een congres dat uitsluitend aan het federalisme was gewijd en aan het eind waarvan ze eenparig een resolutie goedkeurden waarin ze stelden dat enkel federalisme, met twee deelstaten en een bondsgebied Brussel, aan de rechtmatige verzuchtingen van Walloniƫ kon tegemoetkomen. Enkele socialistische Kamerleden hadden al op 13 juli 1961 in de Kamer een voorstel tot grondwetsherziening ingediend, dat gelijkluidend was aan dat van Van Belle en Merlot uit 1952.

De BSP zelf keurde op een buitengewoon congres (16-17 november 1963) een compromis goed, het zogenaamde Vergelijk der socialisten, waarvan cultuurautonomie, economische decentralisatie en administratieve decentralisatie van sociale diensten, maar niet federalisme, pijlers waren.

Ook de andere ā€˜nationaleā€™ partijen stonden terughoudend tot afwijzend tegenover federalisme. Op haar congres van 13-15 december 1963 sprak de CVP zich wel uit voor culturele autonomie en voor administratieve decentralisatie ten gunste van de provincies. De PVV toonde zich op haar congres van 17-18 februari 1962, waarop het behoud van unitaire staat verdedigd en economisch federalisme verworpen werd, eveneens voorstander van ruime decentralisatie en deconcentratie ten voordele van de provincies.


Affiche van de Volksunie naar aanleiding van de parlementsverkiezingen van 1968. (ADVN, VAFB58)
Affiche van de Volksunie naar aanleiding van de parlementsverkiezingen van 1968. (ADVN, VAFB58)

Splitsing Nationale Opvoeding en Cultuur

De ā€˜cultuurautonomiseringā€™ die door de Tweede Wereldoorlog en zijn nasleep was stilgevallen, kreeg vanaf 1960 een voortzetting met de splitsing van de openbare omroep (wet van 18 mei 1960) in twee autonome instituten (BRT en RTB), die samen het Instituut van de Gemeenschappelijke Diensten beheerden (opgeheven in 1977), en van een aantal diensten van het ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur (zoals het ministerie van Openbaar Onderwijs vanaf 1961 heette). Bij KB van 25 september 1969 werd het ministerie volledig gesplitst. Wetsontwerpen over de oprichting van een adviserende Vlaamse en Waalse Cultuurraad van de regeringen- Van Acker Van Acker, Achille
Achille van Acker (1898-1975) was een socialistische politicus uit Brugge, die in het begin van zijn carriĆØre een tijdlang lid was van de Frontbeweging. Na de Tweede Wereldoorlog bekleedd... Lees meer
(socialistisch-liberaal) en - Eyskens Eyskens, Gaston
Gaston Eyskens (1905-1988) was een Vlaamsgezinde katholieke econoom en politicus, die onder andere eerste minister was ten tijde van de Koningskwestie en aan de basis lag van de eerste st... Lees meer
(CVP-liberaal) werden ingevolge de parlementsontbinding voor de verkiezingen van 1 juni 1958 respectievelijk de val van de regering (18 februari 1961) niet goedgekeurd.

Taalgrens en taalgebieden

Niet onbelangrijk in het licht van de latere staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die Belgiƫ omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
was de wettelijke vastlegging van de taalgrens Taalgrens
Het begrip ā€˜taalgrensā€™ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
en de aanpassing van de arrondissements- en (behalve in Brabant) provinciegrenzen aan de sociologische taalgrens (wet van 8 november 1962). Vlaanderen en Walloniƫ kregen daardoor een bij wet gedefinieerd grondgebied, dat later het grondgebied van het Vlaamse en het Waalse Gewest zou worden. De bij de vastlegging van de taalgrens aansluitende indeling van het land in vier taalgebieden (het Nederlandse, het Franse, het Duitse en het tweetalige gebied Brussel) door de bestuurstaalwet van 2 augustus 1963 legde dan weer de grondslag voor de oprichting van de drie gemeenschappen (de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige) en voor de afbakening van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Rondetafelconferentie

Door de oplopende Vlaams-Waalse spanningen en het aansterkende streven naar (vooral culturele) autonomie in Vlaanderen en (vooral economische) zelfstandigheid in WalloniĆ« was het onvermijdelijk geworden een aanpassing van de unitaire staatsstructuur te betrekken in de op stapel staande grondwetsherziening. Onder de rooms-rode regering-LefĆØvre (1961-1965) overlegden de drie ā€˜nationaleā€™ partijen (CVP, BSP en PVV) van januari 1964 tot januari 1965 in een ā€˜ Rondetafelconferentie Rondetafelconferentie
De rondetafelconferentie waren besprekingen gehouden in 1964-1965 door de drie traditionele partijen met betrekking tot de hervormingen der instellingen. Een aantal bepalingen zouden de ... Lees meer
ā€™. Doordat de liberalen op de valreep afhaakten, stonden alleen de CVP en de BSP achter de besluiten, op basis waarvan de regering op 3 maart 1965 een ontwerp van verklaring tot herziening van de grondwet indiende om onder meer de vier taalgebieden te constitutionaliseren, cultuurautonomie in te voeren en twee cultuurraden op te richten, en een administratieve decentralisatie en economische deconcentratie tot stand te brengen. Door de goedkeuring van de herzieningsverklaring was het parlement van rechtswege ontbonden.

Leuven Vlaams

Na de verkiezingen van 23 mei 1965 lukte het niet een driepartijenkabinet te vormen dat over de vereiste tweederde meerderheid in het parlement beschikte om de grondwet te herzien, ook al bleek uit de uitslag dat de federalisten de wind in de zeilen hadden: de Volksunie kon haar aantal Kamerzetels meer dan verdubbelen en voor het eerst deden Waalse en Brusselse regionalisten hun intrede in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Wel installeerde de regering van premier Paul vanden Boeynants Vanden Boeynants, Paul
De rechts-conservatieve christendemocraat Paul vanden Boeynants (1919-2001) werd twee keer premier, in 1966-1968 en in 1978-1979. Tegelijk drukte hij zijn stempel op het bestuur van de st... Lees meer
(CVP-PVV) op 20 oktober 1966 een ā€˜ Vaste commissie voor de verbetering van de betrekkingen tussen de Belgische taalgemeenschappen Vaste Commissie voor de verbetering van de betrekkingen tussen de Belgische taalgemeenschappen
De Vaste Commissie voor de verbetering van de betrekkingen tussen de Belgische taalgemeenschappen was een parlementair overlegorgaan in 1966-1968 om via dialoog een nieuwe communautaire p... Lees meer
ā€™, maar die was er nog niet in geslaagd concrete voorstellen te formuleren toen het kabinet op 7 februari 1968 struikelde over de overheveling van de Franstalige afdeling van de Katholieke Universiteit Leuven naar WalloniĆ«.

De Leuvense kwestie, die sinds het mandement van de bisschoppen (13 mei 1966) grote beroering had veroorzaakt in de publieke opinie in Vlaanderen en in januari 1968 tot een ongezien studenten- en scholierenprotest had geleid, en de verdere opmars van de federalistische partijen bij de parlementsverkiezingen van 31 maart 1968, bevestigden dat een aanpassing van de staatsstructuur onafwendbaar was geworden om de eenheid van het land te kunnen bewaren.


Affiche van de Volksunie naar aanleiding van de federale verkiezingen van 1965. (ADVN, VAFB000324)
Affiche van de Volksunie naar aanleiding van de federale verkiezingen van 1965. (ADVN, VAFB000324)

Zo begon onder de CVP-BSP-regering van Gaston Eyskens (1968-1971) een lang proces waarbij Belgiƫ, in tot nog toe zes stappen en door de overdracht van bevoegdheden, financiƫle middelen, goederen, instellingen en personeelsleden van het heelstatelijke naar het deelstatelijke beleidsniveau, werd omgevormd van een unitaire staat tot een federale staat (zie Staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die Belgiƫ omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
).

Balans en perspectief

Met de federale herinrichting van de Belgische staat is een belangrijke doelstelling van de brede Vlaamse beweging tot realisatie gekomen. Vlaanderen is uitgegroeid tot een zelfbewuste natie en deelstaat in het federale Belgiƫ, en een sterke regio in de Europese Unie, met belangrijke beleidsbevoegdheden en -middelen (vergelijk: de Duitse deelstaat Hessen, met ongeveer evenveel inwoners (6,4 miljoen) als Vlaanderen (6,8 miljoen), heeft voor 2024 een uitgavenbegroting van 46,2 miljard euro, tegenover 62,7 miljard euro voor Vlaanderen).

Met hun pressie en kritische begeleiding hebben de Vlaamse strijd- en cultuurorganisaties in sterke mate bijgedragen aan het federaliseringsproces de Vlaamse ā€˜staatswordingā€™. Hun verzet tegen een drieledig federalisme heeft niet kunnen verhinderen dat Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
een volwaardig gewest ā€“ ā€˜une rĆ©gion Ć  part entiĆØreā€™ ā€“ is geworden, zij het zonder eigen vertegenwoordiging op het centrale niveau. Daar heeft, in onder meer de taalgroepen in het parlement en de taalpariteit in de ministerraad, de tweeledigheid het gehaald.

Zoals in elke federale staat zijn de machtsuitoefening en de beleidsvoering in BelgiĆ« verdeeld over het centrale, heelstatelijke en het decentrale, deelstatelijke niveau. De uniciteit van het Belgische federalisme ligt vooral in de dubbele gelaagdheid van het deelstatelijke niveau, met drie gemeenschappen (althans tot 1989, zie verder) en drie gewesten waarvan het bevoegdheidsterritorium niet (volledig) samenvalt, als compromis tussen de ā€˜Vlaamseā€™ tweeledigheid en de ā€˜Waals-Brusselseā€™ drieledigheid.


De Gemeenschappen. (Kaart Vlaams Parlement)
De Gemeenschappen. (Kaart Vlaams Parlement)

De Vlaamse Gemeenschap Vlaamse Gemeenschap
De Vlaamse Gemeenschap (1980) is een van de drie gemeenschappen in BelgiĆ« (naast de Franse en Duitstalige Gemeenschap) die bevoegd is voor de zogenaamde ā€˜persoonsgebonden aangelegenhedenā€™... Lees meer
, de Franse Gemeenschap en de kleinere Duitstalige Gemeenschap zijn bevoegd voor ā€˜persoonsgebondenā€™ aangelegenheden. Het gaat, geheel of gedeeltelijk, om onderwijs, cultuur (inclusief media en sport), gezondheidszorg, welzijn (jeugdbeleid, gezinsbeleid, bejaarden- en gehandicaptenbeleid, integratie van minderheden) en justitie (vervolgingsbeleid, jeugdsanctierecht, justitiehuizen).

Hierbij hoort de niet onbelangrijke bemerking en toevoeging dat er vanaf de derde staatshervorming (1988-1989) twee gemeenschappen bij zijn gekomen: eerst de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) en vervolgens de Franse Gemeenschapscommissie (Commission communautaire franƧaise, Cocof), die bevoegd zijn voor gemeenschappelijke of bicommunautaire persoonsgebonden aangelegenheden respectievelijk persoonsgebonden aangelegenheden van de Franse Gemeenschap. Ondanks hun beperktere bevoegdheid en hun geringere politieke betekenis dan de drie ā€˜volwaardigeā€™ gemeenschappen, hebben zij een eigen parlement en een eigen regering, en vormen zij vanuit staatsrechtelijk oogpunt een vierde en vijfde gemeenschap.

Het Vlaamse Gewest Vlaams Gewest
Het Vlaams Gewest (sinds 1980) is een politieke deelstaat waarvan de bevoegdheden betrekking hebben op grondgebonden aangelegenheden zoals ruimtelijke ordening, leefmilieu en economisch b... Lees meer
, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd opgericht in 1989. Het wordt bestuurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Brusselse regering. Lees meer
zijn bevoegd voor ā€˜grondgebondenā€™ aangelegenheden. Het gaat, geheel of gedeeltelijk, om lokale besturen, infrastructuur, stads- en streekvervoer, ruimtelijke ordening, huisvesting, leefmilieu, landinrichting en natuurbehoud, waterbeleid, landbouw en zeevisserij, economie, tewerkstelling, energie, toerisme en dierenwelzijn.

De gemeenschapstweeledigheid is doorgetrokken in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waar de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap er, elk via een gemeenschapscommissie, bevoegd zijn ten aanzien van de ā€˜unicommunautaireā€™ instellingen die zich tot Ć©Ć©n gemeenschap richten (zoals scholen en woon- en zorgcentra), maar ook, via de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (VGC), samen bevoegd zijn voor de ā€˜bicommunautaireā€™ instellingen en voor bepaalde persoonsgebonden aangelegenheden (zoals kinderbijslag).


De Gewesten. (Kaart Vlaams Parlement)
De Gewesten. (Kaart Vlaams Parlement)

De sui generis-aard van het Belgische federalisme komt voorts tot uiting in

de asymmetrie tussen het noordelijke en het zuidelijke landsdeel. Doordat de Vlaamse Gemeenschap de bevoegdheden uitoefent van het Vlaamse Gewest is er in feite Ć©Ć©n deelstaat Vlaanderen, met Ć©Ć©n parlement, Ć©Ć©n regering, Ć©Ć©n administratie en Ć©Ć©n begroting. In het zuiden is de ā€˜fusieā€™ omgekeerd gebeurd en iets beperkter: daar oefenen het Waalse Gewest en de Commission communautaire franƧaise (Cocof) een deel van de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap uit (in hoofdzaak sportinfrastructuur, leerlingenvervoer, gezinsbeleid, bejaardenbeleid en gezondheidszorg). De Franse Gemeenschap, die haar grondwettelijke naam (CommunautĆ© franƧaise) heeft laten vallen en zich sinds 2011 FĆ©dĆ©ration Wallonie-Bruxelles noemt, is nog enkel bevoegd voor onderwijs, cultuur, jeugdbeleid en sport, en heeft zodoende veel van haar oorspronkelijke betekenis verloren. Omgekeerd heeft het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, inzonderheid zijn Franstalige constituent, aan institutionele en politieke betekenis gewonnen ā€“ een ontwikkeling waaraan de vorming en groei van een eigen Brusselse identiteit niet vreemd is.

Doordat de bevoegdheidsverdeling in BelgiĆ« op het exclusiviteitsbeginsel is gebaseerd ā€“ elke beleidsaangelegenheid kan slechts door Ć©Ć©n beleidsniveau geregeld worden ā€“ zijn er, anders dan in de meeste federale staten, geen concurrerende bevoegdheden en bijgevolg ook geen normenhiĆ«rarchie: de federale wetten en de deelstatelijke decreten hebben dezelfde rechtskracht. Eveneens verschillend van de andere federale staten is dat de gemeenschappen en de gewesten door hun internationaal verdragsrecht een substantieel eigen buitenlands beleid kunnen voeren.

Naast de principiĆ«le maar (nog) niet reĆ«le toewijzing van de residuaire bevoegdheid aan de deelstaten (grondwetsartikel 35) vertoont het Belgische federale model enkele andere confederale trekken. De taalpariteit in de ministerraad, de techniek van de bijzondere wetgeving (goedkeuring van bepaalde wetsontwerpen en -voorstellen door een meerderheid in elke taalgroep van de Kamer en de Senaat) en de ā€˜alarmbelprocedureā€™ in het federale parlement geven elk van de twee grote taalgemeenschappen een feitelijke vetomacht. Door de indeling in taalgroepen mist de Kamer dan weer het verbindende karakter van een federaal parlement. Dat is des te meer het geval omdat er, op een enkele uitzondering na, geen federale partijen zijn en bij verkiezingen voor de Kamer het kiezerskorps en de verkiezingsinzet meer deelstatelijk dan federaal zijn.

Is met het federalisme ā€“ op eventueel een verruiming van de deelstatelijke bevoegdheden ā€“ een belangrijke doelstelling van de brede Vlaamse beweging verwezenlijkt, dan is voor een deel ervan de Vlaamse ā€˜staatswordingā€™ nog niet tot voltooiing gekomen. De anti-Belgische stroming die teruggaat tot het activisme leeft voort in het Vlaams Belang Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ā€˜Vlaams Blokā€™, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
, dat als einddoel heeft ā€˜de ontbinding van de Belgische staatsstructuur en de stichting van een onafhankelijke Vlaamse staat.ā€™ Onder meer de Vlaamse Volksbeweging en de vzw IJzerwake IJzerwake
Lees meer
streven eveneens Vlaamse onafhankelijkheid na, maar bij de Vlamingen is de steun daarvoor gering (hooguit 20 procent volgens enquĆŖtes). Hoewel de N-VA Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
volgens haar statuten kiest voor een ā€˜onafhankelijke republiek Vlaanderen, lidstaat van een democratische Europese Unieā€™, is haar politieke actie sinds het congres van 2014 gericht op ā€˜confederalismeā€™.

Aan Franstalige zijde staat het voortbestaan van Belgiƫ nauwelijks ter discussie. Het streven naar Waalse onafhankelijkheid is er zo goed als onbestaande; de rattachisten, die de aanhechting bij Frankrijk willen, vormen een kleine, marginale groep.

Sinds de zesde staatshervorming (2011-2014) gaan er zowel in het zuiden als in het noorden van het land stemmen op om eensdeels de bevoegdheidsverdeling te herijken en enkele deelstatelijke bevoegdheden (onder meer leefmilieu) weer op het centrale, heelstatelijke niveau te brengen, en om anderdeels het ā€˜3+3-modelā€™ (drie gemeenschappen en drie gewesten) te vervangen door een ā€˜vier deelstatenā€™-model. In dat model, dat in het verlengde ligt van de al vermelde uitholling van de Franse Gemeenschap, zou het federale BelgiĆ« bestaan uit de deelstaten Vlaanderen, WalloniĆ«, Brussel en Ostbelgien (zoals de Duitstalige Gemeenschap zich inofficieel noemt), die zowel de gewest- als de gemeenschapsbevoegdheden uitoefenen. Vlaamse voorstanders van dat model vinden evenwel dat Vlaanderen bevoegd moet blijven voor het Nederlandstalig onderwijs en de Nederlandstalige cultuur in Brussel.

De parlementsverkiezingen van 9 juni 2024 en de daaropvolgende coalitieonderhandelingen kunnen in enige mate bepalend zijn voor de verdere ontwikkeling van de staatsinrichting.

Ā 

Literatuur

ā€“ Het federalisme in Vlaanderen, 1963 [uitgegeven door de redactie van Het Pennoen]
ā€“ W. Houtman, Vlaamse en Waalse documenten over federalisme, 1963.
ā€“ R. de Nolf, Federalisme in BelgiĆ«, 1968.
ā€“ R. van Lennep, Federalisme. Historiek ā€“ sociologie ā€“ theorie ā€“ praxis, 1969.
ā€“ M. van Haegendoren, Nationalisme en federalisme, 1970.
ā€“ A. Alen, Nationalisme, federalisme en democratie: het voorbeeld BelgiĆ«, in: Nationalisme, federalisme en democratie, 1993, pp. 49-103.
ā€“ J.C.H. Blom en E. Lamberts (red.), Geschiedenis van de Nederlanden, 1993.
ā€“ Interuniversitair Studiecentrum voor Federalisme, Federalisme. Staatkundig, politiek en economisch, 1994.
ā€“ Fr. Joris, Les Ć©tapes du combat wallon, in: Wallonie. Atouts et rĆ©fĆ©rences d'une RĆ©gion, 1995, pp. 35-57.
ā€“ L. Wils, Van Clovis tot Di Rupo. De lange weg van de naties in de Lage Landen, 2005.
ā€“ A. Funk, Fƶderalismus in Deutschland. Vom FĆ¼rstenbund zur Bundesrepublik, 2010.ā€“ E. Arcq e.a., FĆ©dĆ©ralisme et confĆ©deralisme, Dossier nĀ° 79 du CRISP, 2012.
ā€“ J. Faniel e.a., La Belgique, un Ɖtat fĆ©fĆ©ral singulier, Courrier hebdomadaire du CRISP, 2500, 2021.
ā€“ L'EncyclopĆ©die du Mouvement wallon publiĆ©e par l'Institut DestrĆ©e [http://www.wallonie-en-ligne.net/Encyclopedie/] [diverse artikelen geraadpleegd in 2019-2020]

Suggestie doorgeven

1973: Manu Ruys (pdf)

1998: Mark Deweerdt (pdf)

2023: Mark Deweerdt

Databanken

Inhoudstafel