Vlaams-nationalistische partijen

Begrip
Bruno De Wever / Dave Sinardet (2023)

Het partijpolitieke Vlaams-nationalisme brak door in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en streefde een verregaande of volledige staatkundige verzelfstandiging van Vlaanderen na. De belangrijkste Vlaams-nationalistische partijen waren achtereenvolgens de Frontpartij (1919-1939), het Vlaamsch Nationaal Verbond (1933-1945), de Volksunie (1954-2001), het Vlaams Blok/Belang (1978-2004, 2004-…) en de Nieuw-Vlaamse Alliantie (2001-…).

Alternatieve term
V-partijen
Vlaams-nationalisme
Vlaams-nationalist
Leestijd: 71 minuten

Partijen die streven naar een verregaande of volledige staatkundige verzelfstandiging van Vlaanderen ontstonden pas in en door de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
. In het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
ontstonden onder Duitse paraplu embryo’s van Vlaams-nationalistische partijvorming en in de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
rijpte de idee om na de oorlog een Vlaams-nationalistische partij op te richten.

De Frontpartij (1919-1925)

Het Vlaamsche Front Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
– beter bekend als Frontpartij – ontstond in 1919. Er sloten zich van meet af aan ook activisten aan. ‘Zelfbestuur’, een parool van de Frontbeweging, was het belangrijkste programmapunt. De Vlaamse kiezer ging er niet meteen voor overstag, al kon de partij haar electoraat uitbreiden van 5,2 (1919) tot 7,7% (1925) in de Vlaamse kieskantons, wat een bescheiden fractie in het parlement opleverde.

In de eerste generatie mandatarissen van de Frontpartij treft men leiders aan van de Frontbeweging ( Adiel Debeuckelaere Debeuckelaere, Adiel
Adiel Debeuckelaere (1888-1979) was een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij zou zijn imago vooral opbouwen dankzij zijn leidende rol in de Frontbeweging. Lees meer
en Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
), Vlaamsgezinde frontsoldaten ( Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carrière begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
en Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
), een gestrafte activist ( Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
) en een advocaat en broer van activisten ( Hendrik Picard Picard, Hendrik
Hendrik Picard (1883-1946) was een advocaat en Vlaams-nationalistisch politicus. Lees meer
), een politiek gevangene ( Boudewijn Maes Maes, Boudewijn
De vrijzinnige en sterk anti-Belgische Gentenaar Boudewijn Maes (1873-1946) was van 1919 tot 1921 Kamerlid namens de Frontpartij. Lees meer
), een Daensist Daensistische beweging
Daensistische beweging is de verzamelnaam voor een geheel van feiten, opvattingen, organisaties, personen en strijdmiddelen die tijdens de late 19de en de vroege 20ste eeuw een onderdeel... Lees meer
( Karel van Opdenbosch Van Opdenbosch, Karel-Leopold
Karel-Leopold van Opdenbosch (1867-1940) was daensistisch en Vlaams-nationalistisch volksvertegenwoordiger. Hij kantte zich tegen de oprichting van het VNV. Ook was hij schepen en waarnem... Lees meer
) en een oorlogsinvalide die zich ontwikkelde tot kampioen van het dienstbetoon in de ‘verwoeste gewesten’ ( Emile Butaye Butaye, Emile
Emile Butaye (1882-1953) was een leraar, landmeter en Vlaams-nationalistisch politicus. Na de Eerste Wereldoorlog werd hij actief in het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS) en was hij... Lees meer
). Drie van hen waren vrijzinnig, de anderen waren katholieke gelovigen. Debeuckelaere was voorzitter van de partij tot aan zijn arrestatie in 1921 wegens zijn aandeel in de zaak van de zogeheten Sublieme Deserteurs Sublieme Deserteurs
De zogenaamde ‘Sublieme Deserteurs’ waren overlopers die in het voorjaar van 1918 door de Frontbeweging naar de Duitse linies werden gestuurd om contact op te nemen met het activisme. ... Lees meer
. Het voorzitterschap werd opgenomen door de Antwerpse onderwijzer en oud-strijder Herman van Puymbrouck Van Puymbrouck, Herman
Herman van Puymbrouck (1884-1949) was medestichter van de Frontpartij en vervolgens hoofdredacteur van De Schelde, later Volk en Staat. Vanaf de late jaren 1930 steunde hij onverkort het ... Lees meer
. Het ontbrak de Frontpartij echter aan een krachtige nationale leiding. Met het wegvallen van Debeuckelaere en de niet-herverkiezing in 1921 van Borginon verdwenen de historische leiders van de Frontbeweging voorlopig uit de partijleiding. De Clercq bouwde wel een nationaal secretariaat uit en organiseerde vanaf 1920 in zijn woonplaats Kester in het Pajottenland een jaarlijkse  Vlaamsch Nationale Landdag Vlaams Nationale Landdagen
De Vlaams Nationale Landdagen waren Vlaams-nationalistische manifestaties, meestal in open lucht, tijdens het interbellum georganiseerd door Staf de Clercq in Kester en later door het VNV... Lees meer
, maar dat kon het uiteenvallen van de Frontpartij niet verhinderen.

Op een congres in januari 1923 werd de Frontpartij omgevormd tot een federatie van losse groepen, die zelfstandig beslisten over godsdienstige of filosofische en sociaaleconomische aangelegenheden. Medio 1920 ontwikkelde het partijpolitieke Vlaams-nationalisme zich op provinciale en arrondissementele basis. Er vormden zich min of meer autonome organisaties onder eigen benamingen.

Arrondissementele en provinciale partijen (1925-1929)

De Vlaams-nationalisten waren verdeeld over de strategie die het best geschikt zou zijn zelfbestuur te bereiken. Er was een radicale vleugel die een anti-parlementaire strategie beoogde en met niets minder dan separatisme en/of Groot-Nederland Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
genoegen nam. Revanchistische activisten zoals priester Robrecht de Smet De Smet, Robrecht
Robrecht de Smet (1875-1937) was een West-Vlaamse priester en kapelaan. Hij evolueerde in radicale anti-Belgische en autoritaire richting en was betrokken bij het Verbond van Vlaamsche Na... Lees meer
en Josué de Decker De Decker, Josué
Classicus Josué de Decker (1879-1953) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een kopstuk van het activisme en hoogleraar aan de vernederlandste Gentse universiteit. Daarna week hij uit naar N... Lees meer
met hun wekelijkse spreekbuis Vlaanderen Vlaanderen (1922-1933)
Vlaanderen was een radicaal Vlaams-nationalistisch weekblad dat verscheen tussen 1922 en 1933. Het stond voor het grootste deel onder leiding van Robrecht de Smet en Josué de Decker. Het ... Lees meer
(1922-1933) speelden hierin een drijvende rol.  

Een andere breuklijn in het Vlaams-nationalisme liep tussen katholieken en vrijzinnigen. De Frontpartij huldigde de ‘ Godsvrede Godsvrede
Godsvrede is een middeleeuws begrip dat een schorsing van de vijandelijkheden tussen verschillende partijen inhoudt. In de geschiedenis van de Vlaamse beweging werd het begrip op verschil... Lees meer
’, een parool van de Frontbeweging waarmee de samenwerking tussen gelovige en niet-gelovigen werd bedoeld. In 1925 ontstonden echter regionale Vlaams-nationalistische partijen met een uitgesproken katholiek profiel. In het arrondissement Turnhout scheurde onder de leiding van oud-strijder Thomas Debacker Debacker, Thomas
Oorlogsvrijwilliger Thomas Debacker (1892-1971) was volksvertegenwoordiger voor de Katholieke Vlaamsche Volkspartij. Ook werkte hij mee aan De Nieuwe Kempen. Later trad hij toe tot het VN... Lees meer
de Katholieke Vlaamsche Volkspartij Katholieke Vlaamsche Volkspartij (Turnhout)
De Katholieke Vlaamsche Volkspartij Turnhout (1925) werd opgericht door Thomas Debacker, die een parlementszetel veroverde. Orgaan was weekblad De Nieuwe Kempen. In 1937 werd een verbond ... Lees meer
 (KVV) zich af van de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
en smolt samen met de Frontpartij. In West-Vlaanderen doopte de Frontpartij zich om tot het  Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond (1925-1933) was een Vlaams-nationalistische partij in West-Vlaanderen. Lees meer
 (KVNV). Naast Van Severen was een andere oud-strijder,  Jeroom Leuridan Leuridan, Jeroom
Jeroom Leuridan (1894-1945), leraar en advocaat, was van 1929 tot 1944 parlementslid van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV), en vanaf 1934 VNV-gouwleider van West-Vlaanderen. Hij was een ... Lees meer
, er een boegbeeld van. In Limburg ontstond in 1929 de Katholieke Vlaamse Volkspartij Katholieke Vlaamsche Volkspartij van Limburg
De Katholieke Vlaamsche Volkspartij Limburg (KVVL) (1929-1936) werd door katholieke Vlaams-nationalisten in 1929 opgericht, haalde meteen parlementszetels en ging na de parlementsverkiezi... Lees meer
(KVVL) als een afscheuring van de katholieke partij. Alleen in het arrondissement Antwerpen behield de Frontpartij haar pluralistische karakter en haar oorspronkelijke naam. Ze werd beconcurreerd door de in 1925 opgerichte  Katholieke Christelijke Volkspartij voor Vlaanderen Katholieke Christelijke Volkspartij voor Vlaanderen
De Katholieke Christelijke Volkspartij voor Vlaanderen (1924-1926) was een Gentse Vlaams-nationalistische partij onder impuls en op initiatief van Frans Daels en Jozef Goossenaerts. Hoewe... Lees meer
(KCVV). De Antwerpse Frontpartij beschikte met het dagblad  De Schelde De Schelde (1919-1936)
Lees meer
(1919-1936) en het weekblad De Ploeg De Ploeg
Weekblad De Ploeg (1921-1925) was het orgaan van het Vlaamsche Front Antwerpen. Hoofdredacteur was Herman Vos. Lees meer
over lezers in heel Vlaanderen.  Vos werd in 1927 hoofdredacteur van deze krant en hij was ook de feitelijke leider van de Vlaams-nationalistische Kamerfractie, naast de officiële fractieleider De Clercq.

In april 1928 kwam het tot een overkoepelende structuur van de Vlaams-nationalistische partijorganisaties van katholieke signatuur onder de benaming  Algemeen Vlaamsch Nationaal Verbond Algemeen Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Algemeen Vlaamsch Nationaal Verbond (1928) was een Vlaams-nationalistische partij die kortstondig de versnipperde katholieke Vlaams-nationalistische partijgroeperingen probeerde te v... Lees meer
 (AVNV). Al gauw bleek dat onder het katholieke bindmiddel een fundamentele tegenstelling schuil ging. Het KVNV bepleitte bij monde van ‘Hoofdman’ Van Severen een autoritair partij- en samenlevingsmodel en een buitenparlementair actie met Groot-Nederland als doel. De andere partijorganisaties waren het eens dat een autoritair geleide partij nodig was om de eenheid te verwezenlijken, maar over de vraag of dat ook de voorafspiegeling was van een autoritair geleide samenleving werd geen consensus bereikt. Het dreef de democratischgezinden over hun geloofsovertuiging heen weer naar elkaar. Einde 1928 trad de Antwerpse Frontpartij toe tot het AVNV. Op hetzelfde moment hield Van Severen in de Kamer een opgemerkte redevoering waarin hij hulde bracht aan het activisme en de Sublieme Deserteurs en verklaarde dat Groot-Nederland zijn onmiddellijke en onvoorwaardelijke streefdoel was. Zo blies hij doelbewust het AVNV op.

Electorale sprong voorwaarts in 1929

Ondanks de interne verdeeldheid waren de parlementsverkiezingen van 1929 een succes voor de Vlaams-nationalistische partijen. Ze behaalden 11,6% in de Vlaamse kantons. Het leverde 10 volksvertegenwoordigers op en 4 senatoren. Het succes kan worden verklaard door het effect van de Bormsverkiezing Bormsverkiezing
De Bormsverkiezing – de verkiezing van de onverkiesbare, in de gevangenis verblijvende ex-activist August Borms tot Kamerlid bij tussentijdse verkiezingen in 1929 – was een politiek feit ... Lees meer
van december 1928, die op haar beurt kan worden verklaard door het ongeduld van een groeiende Vlaamsgezinde opinie over het uitblijven van taalwetten. Vooral bij de Vlaamse katholieken werd daardoor het Vlaamse bewustzijn versterkt. Aan de rand van de Vlaams-katholieke zuil vormde zich intussen geleidelijk een Vlaams-nationalistische minizuil met eigen ziekenkassen, vakbonden,  Vlaamse Huizen Vlaamse Huizen
Lees meer
, enzovoort. Beide groepen waren verbonden door brugorganisaties zoals het  Verbond der Vlaamse Oud-strijders Verbond VOS
Het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS), opgericht in 1919, was een flamingantische vereniging voor oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog, die in de loop van het interbellum tot ee... Lees meer
(VOS), het  Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
en de  IJzerbedevaarten IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
 en vanaf 1933 ook het  Vlaams Nationaal Zangfeest Vlaams Nationale Zangfeesten
Het Vlaams Nationaal Zangfeest is een Vlaams-nationalistische bijeenkomst die sinds 1933 jaarlijks wordt georganiseerd door het Vlaams Nationaal Zangverbond, later Algemeen Nederlands Zan... Lees meer
. Tegelijk was het katholieke Vlaams-nationalisme een radicaliserende factor die vooral katholieke jongeren naar zich toe trok, wat natuurlijk voor spanningen zorgde. Zo zorgde de bisschoppelijke tegenwerking en verbodsbepalingen vanaf het midden van de jaren 1920 van het  Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
 (AKVS) voor een instroom van jonge katholieken in de Vlaams-nationalistische partijorganisaties.

1929-1933: ideologische heroriëntering

De periode 1929-1933 kan als een scharnierperiode worden beschouwd in de geschiedenis van het partijpolitieke Vlaams-nationalisme. De politieke familie werd verscheurd door een debat waarin een  federalistische en democratische fractie overvleugeld werd door een rechts-revolutionaire, Groot-Nederlandse groep als gevolg van een reeks factoren. De economische crisis die België vanaf 1929 trof en door velen werd gezien als het failliet van de parlementaire democratie, versterkte die spanningen en tegenstellingen. Doordat het Vlaams-nationalisme niet verankerd was in de staatsstructuren, vormde zijn discours tegen de Belgische staat en de traditionele partijen een vruchtbare bodem voor kritiek op de democratische instellingen als dusdanig. Internationaal stonden democratische landen onder druk. Vooral de machtsovername van Hitler in 1933 maakte indruk bij Vlaams-nationalisten. De rechts-radicale fractie vond er de bevestiging in van haar gelijk. ‘Ein Volk, ein Reich, ein Führer’ (‘Eén volk, één rijk, één leider’) was een vertaling van hun doelstellingen: de eenheid van het Dietse volk in Groot-Nederland zou slechts tot stand kunnen komen door een autoritaire machtsgreep. De band tussen het Vlaams-nationalisme en een revanchistisch Duitsland, via al dan niet naar Duitsland of Nederland uitgeweken activisten, gaf extra stroom aan het lichtende voorbeeld. De trage voortgang van de taalwetgeving verleende argumenten aan diegenen die voorhielden dat de democratie niet werkte.

Nochtans boekte de Vlaamse beweging precies in deze periode belangrijke overwinningen. De vernederlandsing van de universiteit van Gent in 1930 was een symbolisch keerpunt (zie Hoger onderwijs in Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
). Paradoxaal genoeg bevorderde deze doorbraak tegelijk het radicaliseringsproces. De gematigde Vlaams-nationalisten konden niet erkennen dat verandering binnen de Belgische structuren mogelijk was zonder hun eigen politieke bestaansreden ter discussie te stellen.
Vos probeerde de radicalisering te kanaliseren in een democratisch project tot herziening van de Belgische grondwet in federalistische zin: het Federaal Statuut (1931). De weekbladen Vlaanderen en  Jong Dietschland Jong Dietschland (1926-1933)
Jong Dietschland (1926-1933) was een radicaal Vlaamsgezind en Groot-Nederlands weekblad met veel interesse voor kunst en literatuur en met aandacht voor de Nieuwe Orde-stromingen. Het bla... Lees meer
(1926-1935) namen het 'Belgische bedrog' op de korrel. Sommige leden van zijn fractie weigerden het wetsvoorstel te steunen omdat ze het als een 'partijpolitiek' manoeuvre tegen Groot-Nederland beschouwden. Meer gematigde parlementsleden waren niet meer bereid hun nek uit te steken en dreven mee met de radicaliserende stroom.

Die stroom versterkte nog toen Van Severen in 1931 het  Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
 (Verdinaso) stichtte. Toen Van Severen in 1929 niet werd herverkozen, brak hij met het KVNV omdat de rest van de leiding hem niet volgde toen hij een fascistisch programma wilde forceren. Met de stichting van het Verdinaso probeerde hij een scheiding in de geesten teweeg te brengen. Het nieuwe verbond brak met de klassieke partijpolitiek. Het wenste zich niet aan de goedkeuring van de kiezer te onderwerpen. Het noemde zich 'nationaal-solidaristisch', was virulent antisemitisch en principieel xenofoob. De 'Dietse leider' hield voor dat de ware politiek bedreven werd door een geestelijk en militair gevormde elite die op het juiste moment de macht in de staat zou overnemen. Spoedig kwamen er schermutselingen tussen de Dietsche Militie (DM) (later: Dinaso Militanten Orde Dinaso Militanten Orde
Lees meer
), de geüniformeerde kern van het Verbond, en tegenstanders. De in 1934 goedgekeurde wet die private milities verbood, viseerde onder meer de DM.

De overgrote meerderheid van de Vlaams-nationalistische kopmannen wenste niet naar de pijpen van Van Severen te dansen en ze wensten zeker niet hun politieke mandaten op te geven. Van Severen kon alleen in West-Vlaanderen een breuk veroorzaken. Er waren ook nog kernen in Gent, Antwerpen en Brussel. Einde 1932 telde het Verbond ongeveer 2000 leden, voldoende om als een ernstige bedreiging te worden ervaren door de Vlaams-nationalistische kopmannen.


Toespraak van Joris van Severen op de vierde Landdag van het Verdinaso, 4 augustus 1935. (ADVN, VFA1218)
Toespraak van Joris van Severen op de vierde Landdag van het Verdinaso, 4 augustus 1935. (ADVN, VFA1218)

Parallel met en mede als reactie op Van Severens demarches ontstond in 1931 de  Vlaamsch Nationale Volkspartij Vlaamsch Nationale Volkspartij
Vlaams-nationalistische partij (1930-1933) opgericht op initiatief van Hendrik Elias en opgegaan in het Vlaamsch Nationaal Verbond. Lees meer
 (VNVP) onder impuls van Borginon en de Gentse historicus en advocaat  Hendrik Elias Elias, Hendrik
Hendrik Elias (1902-1973) was een historicus en Vlaams-nationalistisch politicus die als leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond collaboreerde met de Duitse bezetter tijdens de Tweede W... Lees meer
, een rijzende ster aan het Vlaams-nationalistische firmament. Zij probeerden het Vlaams-nationalisme te verenigen rond een federalistisch en democratisch programma, zij het dat het Belgische regime een schijndemocratie werd genoemd en een dictatoriaal overgangsregime niet werd uitgesloten. Groot-Nederland werd als einddoel aanvaard. Hoewel de VNVP de katholieke staats- en maatschappijleer als uitgangspunt nam voor haar sociaaleconomisch programma, kon een akkoord worden bereikt met alle partijen, inclusief de Antwerpse Frontpartij. Alleen het KVNV bleef afzijdig omdat het principieel gekant was tegen het federalistische uitgangspunt.

Het verdeelde Vlaams-nationalisme moest in 1932 twee keer de confrontatie met de kiezer aangaan. Bij de gemeenteraadsverkiezingen werden in ongeveer 250 gemeenten Vlaams-nationalistische lijsten ingediend. In ongeveer 150 gemeenten leverde dat verkozenen op. Dat was een gevoelige vooruitgang in vergelijking met 1926, toen er slechts in ongeveer 100 gemeenten lijsten werden ingediend en in ongeveer 70 gemeenten verkozenen werden gehaald. Het Vlaams-nationalisme had zich onmiskenbaar stevig ingeplant.

Bij de parlementsverkiezingen haalden de Vlaams-nationalisten na een voor hen moeilijke kiescampagne, beheerst door de economische crisis en de schoolstrijd, nagenoeg een status quo: 10,8% in de Vlaamse kantons. Er was wel een verlies aan zetels, met 8 volksvertegenwoordigers (- 2) en nog slechts 1 senator (- 3). 16 provincieraadsleden verloren hun zetel. Het verlies aan mandaten gaf de toon aan. De roep naar een eengemaakte Vlaams-nationalistische partij werd erdoor versterkt.

1933-1940: het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV)

Stichtingsonderhandelingen

Ook De Clercq werd niet herverkozen wegens een overtreding van de kieswet (zie Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carrière begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
). Hij werd vrijgesteld om de partijpolitieke eenmaking te realiseren. In april 1933 riep hij in de Vlaams-nationalistische pers op tot de vorming van één partij. Inmiddels was hij begonnen met een rondgang door Vlaanderen en het opstellen van een basisprogramma. De KVNV'ers Paul Beeckman Beeckman, Paul-Felix
Paul-Felix Beeckman (1900-1978) was als student actief in het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond en het KVHV. Later engageerde hij zich binnen het VNV. Na de Tweede Wereldoorlog... Lees meer
 en de Vlaamsgezinde industrieel  Tony Herbert Herbert, Tony
Tony Herbert (1902-1959) was een aanvankelijk radicaal Vlaams-nationalistische en vanaf medio jaren 1930 Belgischgezinde ingenieur en textielindustrieel met autoritaire opvattingen. Hij ... Lees meer
 namen hierin het voortouw. Beide Kortrijkzanen genoten bekendheid sedert zij in 1924 weggestuurd waren van de Leuvense universiteit wegens Vlaams-nationalistische agitaties (zie Studentenbeweging in Leuven Studentenbeweging in Leuven
De studentenbeweging in Leuven leverde een cruciale bijdrage aan de Vlaamse beweging, zowel via directe actie als door de vorming van toekomstige voormannen. De beweging had een grote aan... Lees meer
). Ze waren in de ban van de Nieuwe Orde en leunden aan bij Jong Dietschland. Ook de stichting van het Verdinaso, een directe concurrent in West-Vlaanderen, beïnvloedde hun denken. Ze waren Groot-Nederlands en antidemocratisch, voorzagen een autoritaire partij die een ‘solidaristische’ maatschappij moest vormen waarin geen plaats meer zou zijn voor ‘liberalisme’, ‘marxisme’ en het ‘huidige parlementarisme’. De ontwerpen werden bekritiseerd door Elias en Borginon. Zij aanvaardden een autoritaire partij, maar brachten correcties aan op de Groot-Nederlandse en antidemocratische teneur. De eerste kwestie was geen princiepskwestie. Groot-Nederland werd aanvaard als doelstelling, alleen werd de klemtoon verschoven naar de Vlaamse zelfstandigheid. De tweede kwestie was wel een breekpunt. Een paragraaf waarin werd gestipuleerd dat naar een ‘gezonde en aangepaste volksmedezeggenschap en democratie’ werd gestreefd, was onaanvaardbaar voor de Kortrijkzanen. Voor Vos waren de voorstellen doortrokken van een ‘Severiaanse geest’ en onaanvaardbaar. Behalve ideologische bezwaren ging het ook om de sleutelposities in de nieuwe partij. In de eerste ontwerpen verdeelden KVNV'ers en VNVP'ers de posten, maar het Antwerpse Front eiste eveneens sleutelposities op. De Clercq was voor alle partijen aanvaardbaar als leider en ook de naam van de nieuwe eenheidspartij was geen struikelblok.

Aan de vooravond van de stichting van het VNV kan men het Vlaams-nationalisme in drie groepen indelen: voorstanders van een door het fascisme geïnspireerde Nieuwe Orde (vooral KVNV'ers), verdedigers van de democratische principes, zowel in de partij als de maatschappij (vooral de Antwerpse Frontpartij) en een middengroep (vooral VNVP'ers en KVV'ers), voor wie een autoritaire partij aanvaardbaar was om het democratische bestel te veranderen zonder de democratie principieel ter discussie te stellen.

Vroege ontwikkeling

Op 7 en 8 oktober 1933 verscheen de stichtingsproclamatie van het VNV in de Vlaams-nationalistische weekbladen. Het stuk was integraal Groot-Nederlands en sprak zich uit tegen marxisme, liberalisme, partijenstrijd en ‘huidig parlementarisme’. De paragraaf over volksmedezeggenschap en democratie was geschrapt. Over religie werd niets gezegd. De kwestie was trouwens grotendeels afwezig geweest in de voorafgaande disputen. De nieuwe partij was autoritair; alle macht berustte bij leider De Clercq en zijn hoofdraad. Van de volgelingen werden een ‘dwingende tucht’ en ‘geloof’ in de leiding verwacht. Zij moesten individueel toetreden, de regionale partijen werden ontbonden. De tekst van de stichtingsproclamatie van het VNV was vaag, maar de breuk met het democratische samenlevingsmodel was niettemin onmiskenbaar. De KVNV'ers haalden hun slag thuis. Zij hebben het VNV gemodelleerd.

In de vroegste geschiedenis van het VNV zijn drie elementen cruciaal voor het begrip van de verdere ontwikkeling. Een eerste element is het verdeelde optreden van de democratischgezinde krachten. De Antwerpse Frontpartij trok zich zoals verwacht terug. Het hoofdbestuur stemde nagenoeg unaniem tegen de toetreding. Vos haakte definitief af en stapte over naar de Belgische Werkliedenpartij (BWP) (zie socialistische partij Socialistische partij
De socialistische partij werd in België in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
). De VNVP'ers en KVV'ers reageerden verdeeld. De KVV’ers bleven afzijdig, zonder een principieel standpunt tegen het VNV te formuleren. Sommige VNVP'ers, zoals Elias, traden toe met hun organisatie. Zij waren bereid hun democratische principes opzij te zetten om de eenheid te bewaren. Anderen, zoals Borginon, verlieten de partij, uitten binnenskamers heftige kritiek, maar bleven naar buiten toe steun verlenen. Nog anderen, zoals de voormalige daensist Van Opdenbosch, stelden zich openlijk en actief op tegen het door hen als fascistisch beschouwde VNV.

Een tweede element is de houding en het optreden van De Clercq. Hij was vastbesloten 'zijn' VNV te doen slagen. De Clercq stelde zich daartoe op tussen de radicalen en de gematigden. Met de stichtingsproclamatie als leidraad neutraliseerde hij pogingen om het VNV-programma in deze of gene richting om te buigen. Toen Beeckman en Herbert einde 1933 een ronduit fascistisch programma wilden doordrukken, werden ze door De Clercq uitgerangeerd. Maar de VNV-leider liet zich evenmin op sleeptouw nemen door Elias toen die probeerde het concept ‘organische democratie’ te introduceren. De Clercq had tijdens zijn rondgang door Vlaanderen de pols gevoeld van de jonge Vlaams-nationalistische militanten. Hij besefte dat elke verwijzing naar het democratische model voor hen onaanvaardbaar was geworden. Gedreven door zijn pragmatisme aanvaardde hij de onverzettelijkheid van de radicalen zolang ze het VNV niet in gevaar brachten, terwijl hij rekende op de buigzaamheid van de gematigden. Daardoor radicaliseerde het VNV, terwijl de gematigden meenden dat zij de partij bijstuurden. Betekenisvol was de benoeming tot propagandaleider van de 25-jarige advocaat in spe  Reimond Tollenaere Tollenaere, Reimond
Reimond Tollenaere (1909-1942) was een Vlaams-nationalistisch studentenleider in Gent en politicus in het VNV. Hij was parlementair (1936-1942) en propagandaleider. Hij stuurde het VNV in... Lees meer
. De Clercq beschermde deze overtuigde nationaalsocialist niet alleen tegen de gematigden, hij gaf hem bovendien de opdracht een geheime Kernbeweging uit te bouwen waarmee De Clercq zijn macht kon vergroten. Tollenaere droomde van een gemilitariseerde organisatie die zich zou voorbereiden op een revolutionaire machtsovername. De eerste Landdag van het VNV (1935) ademde zijn concepten. De Clercq liet zich  vereren als een verlichte leider die zijn geüniformeerde falanxen naar de ‘Dietse Volksstaat’ leidde.


Toespraak van Staf de Clercq op de eerste Landdag van het VNV, Kesterheide, 1935. (ADVN, VFD172)
Toespraak van Staf de Clercq op de eerste Landdag van het VNV, Kesterheide, 1935. (ADVN, VFD172)

Diegenen die niet geloofden in deze concepten lieten hen begaan. Zij hadden immers geen valabel alternatief en waren niet vastberaden in hun gematigdheid. Dat is een derde verklarend element. Opportunisme dreef hen met het VNV steeds verder naar rechts. Ook voor de gematigden werd De Clercq geconsacreerd als leider toen hij zijn partij in 1936 naar een grote electorale overwinning leidde.

1936: electorale doorbraak

De voorbereiding en het verloop van de verkiezingen van 1936 betekenden de definitieve doorbraak van het VNV. De Clercq koos ervoor een speciale verkiezingsorganisatie in het leven te roepen: het  Vlaamsch Nationaal Blok Vlaamsch Nationaal Blok
Vlaamsch Nationaal Blok (VNB) was de benaming waaronder de Vlaams-nationalistische partij het Vlaamsch Nationaal Verbond bij de parlements- en provincieraadsverkiezingen van 1936 en de p... Lees meer
 (VNB). Zo kon hij een gematigd verkiezingsplatform voorstellen zonder de radicalen af te stoten, terwijl dat platform tegelijk de kans bood samen te werken met Vlaams-nationalisten die buiten het VNV stonden. Op die manier slaagde hij erin de Turnhoutse en Limburgse KVV's aan zich te binden. Met de Antwerpse Frontpartij ging het moeizamer. Deze probeerde een ‘Godsvredefederatie’ tot stand te brengen tegen het VNV. Toen die niet van de grond kwam, werden onderhandelingen gevoerd met het VNV, met als gevolg dat de Antwerpse Frontpartij uit elkaar spatte. Het VNV had geen Vlaams-nationalistische concurrenten meer, enkele geïsoleerde groepen van de Godsvredefederatie niet te na gesproken.
Ook het Verdinaso vormde geen bedreiging, want Van Severen wees een deelname aan de verkiezingen af. Bovendien kondigde hij in 1934, ongetwijfeld ook als gevolg van het ontstaan van het VNV, een ‘Nieuwe Marsrichting’ aan die het bestaan van de Belgische staat aanvaardde. Zo dreef het Verdinaso weg van het Vlaams-nationalisme.
Het VNB boekte in mei 1936 een grote overwinning met 13,6% van de stemmen in de Vlaamse kantons. Het aantal Kamerzetels verdubbelde tot 16. Het aantal senatoren sprong van 1 naar 9. De provincieraadsverkiezingen leverden nog eens 49 (+ 17) mandaten op. In heel Vlaanderen had het VNB vooruitgang geboekt, behalve in de arrondissementen Antwerpen, Aalst en Dendermonde. Niet toevallig de arrondissementen waar de Godsvredefederatie actief was.


Staf de Clercq slaagde erin voor de verkiezingen van 1936 een overeenkomst te sluiten met de verschillende Vlaams-nationale strekkingen. Zijn Vlaamsch Nationaal Blok boekte in 1936 een grote verkiezingsoverwinning. (ADVN, VBRC488)
Staf de Clercq slaagde erin voor de verkiezingen van 1936 een overeenkomst te sluiten met de verschillende Vlaams-nationale strekkingen. Zijn Vlaamsch Nationaal Blok boekte in 1936 een grote verkiezingsoverwinning. (ADVN, VBRC488)

Concentratie-onderhandelingen

Het verkiezingssucces van het VNB werd al gauw op rekening van het VNV geschreven. Nochtans maken de uitslagen duidelijk dat het succes voor een deel was toe te schrijven aan groepen en personen die niet of nog niet tot het VNV behoorden. Heel wat gematigde Vlaams-nationalisten traden dan ook toe tot de fracties in het parlement. Borginon nam het voortouw om aan het VNB een permanent karakter te geven en aldus als fractieleider in de Kamer meer macht in de partij te verwerven. Op de tweede VNV-landdag in 1936 verklaarde De Clercq dat daarvan geen sprake kon zijn. Het Diets-revolutionaire programma bleef de hoofdzaak, parlementaire bezigheden bijzaak.

Wel zette hij voor onderhandelingen met andere Vlaamsgezinde en rechtse groepen het licht op groen om tot ’zelfregering’ te komen. Ongetwijfeld werd ook hij beroerd door de postelectorale koorts. De verkiezingsoverwinning van  Rex Rex
Rex was een Belgische politieke partij (1935-1940) en een collaboratiebeweging in Franstalig België (1940-1944). Lees meer
 deed sommigen dromen van een totale politieke omwenteling. In de zwaar aangeslagen katholieke partij leidde de nederlaag tot een federalisering door de stichting van de  Katholieke Vlaamsche Volkspartij Katholieke Vlaamsche Volkspartij
De Katholieke Vlaamsche Volkspartij was de Vlaamse vleugel van het Blok der Katholieken van België, opgericht op 11 oktober 1936 met als Franstalige tegenhanger de Parti catholique social... Lees meer
(KVV) en de medewerking aan de vorming van een Vlaamsgezind rechts front. Deze zogeheten  Vlaamsche Concentratie Vlaamsche Concentratie
Vlaamsche Concentratie (1935-±1940) was de naam voor de idee en de beweging die streefde naar de hergroepering van alle katholieke Vlamingen. Lees meer
werd bepleit door het weekblad Nieuw Vlaanderen Nieuw Vlaanderen (1934-1944)
Nieuw Vlaanderen (1934-1944) had als uitgangspunt de eentaligheid van Vlaanderen. Door zijn federalistische stellingname midden jaren 1930 was het blad radicaler dan de katholieke partij ... Lees meer
(1934-1944)
, dat werd aangestuurd door Vlaamsgezinde professoren van de Leuvense universiteit. Dat samenwerking met het VNV niet werd uitgesloten blijkt uit het feit dat in de provincieraden van Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen een bestuursakkoord werd gesloten. Gematigde VNV'ers, Borginon op kop, onderhandelden over een beginselakkoord Beginselakkoord KVV-VNV
Het beginselakkoord KVV-VNV werd ondertekend door vertegenwoordigers van de Katholieke Vlaamsche Volkspartij (KVV) en het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) op 8 december 1936. Het moest ee... Lees meer
met de KVV, dat in december 1936 werd ondertekend. De Clercq stond hier zeer wantrouwig tegenover en toen zijn radicale aanhangers zich roerden, torpedeerde hij het akkoord door openlijk te benadrukken dat alleen de ‘Dietse Volksstaat’ het einddoel kon zijn.

Zijn houding tegenover Rex was opvallend verschillend. Rex-leider  Léon Degrelle Degrelle, Léon
Léon Degrelle (1906-1994) was de leider van Rex, initieel een Belgische, extreemrechtse nationalistische beweging, nadien omgevormd tot partij, die na 1936 radicaliseerde in fascistische ... Lees meer
 voerde na zijn eclatante verkiezingssucces een strategie van permanente spanning. Met Rex-Vlaanderen zette hij een charmeoffensief in dat het VNV niet onberoerd liet. De VNV-leiding achtte het niet uitgelsloten dat Degrelle via een staatsgreep de macht in België zou proberen over te nemen. De Clercq was bereid een geheim akkoord te sluiten met Degrelle om op de verwachte ontwikkelingen te anticiperen. Voor Degrelle was het akkoord, dat hij onmiddellijk liet uitlekken, een onderdeel van zijn strategie. Om diezelfde reden had hij er geen moeite mee om een voor het VNV zeer gunstige regeling te aanvaarden. Het akkoord tussen de Vlaams-nationalistische partij en de hoofdzakelijk Franstalige en Belgisch-nationalistische partij maakte inderdaad grote ophef. Maar Degrelle had zich terdege vergist. Een groot deel van zijn aanhangers verteerde het akkoord niet. Dat was voor hem het begin van het einde. De Clercq kon zijn troepen disciplineren, ook al hadden ook zij het vaak erg moeilijk met het akkoord. Merkwaardig is dat de radicale Dietsers aanvankelijk weinig van zich lieten horen. Voor hen was het perspectief van een mogelijke machtsovername prioritair. Het uitblijven van een omwenteling en de desintegratie van Rex maakten van het akkoord een dode letter en op 17 september 1937 werd het opgezegd.


<p>Pogingen tot een rechtse (Vlaamse) krachtenbundeling mislukten. Karikatuur van Eugeen Hermans in het katholieke weekblad <em>Hooger Leven,</em> 6 maart 1937. (ADVN, VY900273)</p>

Pogingen tot een rechtse (Vlaamse) krachtenbundeling mislukten. Karikatuur van Eugeen Hermans in het katholieke weekblad Hooger Leven, 6 maart 1937. (ADVN, VY900273)

Ontwikkeling tot Vlaams-nationalistische eenheidspartij

Het VNV verwierf na de verkiezingen van 1936 nagenoeg het monopolie van het partijpolitieke Vlaams-nationalisme. Alle belangrijke organisaties sloten aan en onderwierpen zich aan het gezag van de VNV-leiding. Die bestond in 1936 naast De Clercq uit Tollenaere, Elias, Van Puymbrouck die uit de Frontpartij overkwam en als hoofdredacteur De Schelde meebracht,  Gerard Romsée Romsée, Gerard
Lees meer
van de Limburgse KVV en  Ernest van den Berghe Van den Berghe, Ernest (1897-1995)
Ernest van den Berghe (1897-1995) speelde een belangrijke rol in het Aalsterse Vlaams-nationalisme en trad op als nationaal algemeen secretaris van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV).... Lees meer
, die de functie van algemeen-secretaris bekleedde. Laatstgenoemde kwam uit de Aalsterse organisatie, die met haar Daensistische wortels heel wat partijpolitieke knowhow meebracht. Van den Berghe leidde onder meer een grote drukkerij-uitgeverij, waar hij einde 1935 de VNV-weekbladen samensmolt tot één blad:  Strijd Strijd
Strijd was het weekblad van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). Het werd van 14 december 1935 tot mei 1945 uitgegeven door de Aalsterse drukkerij-uitgeverij Samenwerkende Vennootschap D... Lees meer
. Toch bleven er nog regionale verschillen bestaan. De Turnhoutse en Limburgse VNV-afdelingen gaven wel hun eigen benamingen op, maar ze behielden hun weekbladen. Langzaam maar zeker raakte men gelijkgestemd en daarmee werd de dreiging van een afscheuring afgewend. Het ledenaantal groeide. In 1936 telde het VNV ongeveer 15.000 leden; aan de vooravond van de Duitse bezetting waren het er 25.000 van wie één op drie een geheim lid was. De partij had een vakbond, einde 1936 Vlaamsche Arbeidsorde genaamd. Eerder moeizaam werden een  Vlaamsch Nationaal Vrouwenverbond Vlaamsch Nationaal Vrouwenverbond
Het Vlaamsch Nationaal Vrouwenverbond (1930-1944) was een Vlaams-nationalistische vrouwenorganisatie die in 1934 deel werd van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). Lees meer
 (VNVV) en een  Algemeen Vlaamsch Nationaal Jeugdverbond Algemeen Vlaamsch Nationaal Jeugdverbond
Het Algemeen Vlaamsch Nationaal Jeugdverbond (AVNJ) was een Vlaams-nationalistische jeugdbeweging en militie ontstaan in 1928. Van 1934 tot 1941 was het de jeugdbeweging van het Vlaamsch ... Lees meer
 (AVNJ) uitgebouwd. Voorts liep het VNV in de kijker met de Werfbrigade Werfbrigade
Werfbrigade (1937-1940) was een militantenorganisatie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV), ontstaan uit de Grijze Brigade (1936) en in juli 1940 opgegaan in de Zwarte Brigade van het... Lees meer
, geüniformeerde militanten die in de propaganda werden opgehemeld als ‘politieke soldaten’. De VNV-landdagen die vanaf 1937 in Gent werden gehouden, waren geregisseerde machtsontplooiingen waarvan het martiale karakter essentieel was. Het VNV en zijn nevenorganisaties werden voorgesteld als een falanx die een geestelijke revolutie doormaakte in afwachting van de echte revolutie. De VNV-pers schold op de ‘kleurpartijen’, op de vakbonden, de ‘praatbarak’ van het parlement, het ‘judeo-bolsjewistische complot’ enzovoort. Voorlopig bleef het VNV binnen de Belgische wettelijkheid, maar er werd geen geheim van gemaakt dat dit op het geschikte ogenblik kon veranderen.

1938-1939: de electorale en politieke grenzen

De gemeenteraadsverkiezingen van 1938 en de parlementsverkiezingen van 1939 toonden aan dat het VNV niet via het algemeen stemrecht op een machtsovername moest rekenen. In 1938 had het VNV in ongeveer één op vier gemeenten kandidaten op een lijst staan. In ongeveer één op vijf gemeenten werden een of meerdere kandidaten verkozen. In totaal leverde dat een 600-tal mandatarissen op. Dat was een grote vooruitgang in vergelijking met 1932, maar niettemin een teleurstelling voor de leiding en vele volgelingen van het VNV. De slechte uitslagen in de steden sprongen het meest in het oog. Op de eigen leden miste de VNV-propaganda zijn uitwerking niet. Vele VNV'ers wachtten ongeduldig op de werkelijke machtsuitoefening. Slechts in een handvol gemeenten slaagde het VNV erin op eigen kracht het bestuur in handen te nemen. In de meeste gevallen kon het VNV slechts doordringen tot het bestuur via kartellijsten met Rex en vooral met de KVV. Het feit dat in één op drie van de gemeenten waar het VNV meedong naar de gunst van de kiezer zijn kandidaten op een concentratielijst prijkten, duidt erop dat vele VNV'ers niet geïsoleerd waren op lokaal vlak en dat het hogervermelde mislukte beginselakkoord KVV-VNV toch effect sorteerde op
gemeentelijk niveau.


Kijklustigen verzamelen rond een VNV-verkiezingskaravaan, s.d. (ADVN, VFA366)
Kijklustigen verzamelen rond een VNV-verkiezingskaravaan, s.d. (ADVN, VFA366)

Het isolement tekende zich wél af op nationaal vlak. Daarvoor zorgde ten eerste de internationale spanning. Het VNV werd vooral door socialisten en liberalen geassocieerd met nazi-Duitsland en voorgesteld als een potentiële vijfde colonne. De openlijke gedragingen en uitlatingen van radicale VNV'ers versterkten deze mening. De uitslag van 1939 toonde aan dat deze politiek effect sorteerde. Rex werd van de kaart geveegd en de groei van het VNV werd ingedijkt.

Voor de Kamer haalde het VNB 185.470 stemmen (+ 17.115). Dat leverde in de Vlaamse kantons 15% op (+ 1,4%). Er werd teruggegrepen naar de beproefde VNB-formule. Dat bleek een goede strategie, want de kleine vooruitgang was het gevolg van het succes van een onafhankelijke kandidaat. De winst kwam grotendeels voor rekening van de provincie Antwerpen (+ 14.509). Het VNB kon in het arrondissement Antwerpen uitpakken met de onafhankelijke lijsttrekker Florimond Grammens Grammens, Flor
Onderwijzer Flor Grammens (1899-1985) verwierf tijdens zijn leven grote bekendheid door zijn herhaalde en soms spectaculaire acties tegen de schendingen van de taalwetgeving. Lees meer
, die 4289 voorkeurstemmen kreeg en verkozen werd.

Het VNV had de anti-campagne van 1939 goed doorstaan. De partij beschikte over een solide electorale basis. Toch kon ze maar één op zeven Vlamingen bekoren, nauwelijks 8% van de Belgen. Met die score moest het VNV niet rekenen op een scenario zoals zich dat in Duitsland had afgespeeld, zo het zich al die begoocheling maakte.

Buitenlandse politiek

De opgang van Hitler wekte grote verwachtingen bij vele VNV'ers. Het revanchistische Duitse bewind stelde van zijn kant belang in een partij die de collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog ophemelde, een actieve rol speelde in de strijd tegen het Frans-Belgisch Militair Akkoord en die vervolgens, na de opzegging van dat akkoord, een ultraneutralistische koers voer en met luide stem verkondigde het geschikte ogenblik af te wachten om de macht te grijpen. De totalitaire propaganda bleef ook niet zonder gevolgen in het VNV zelf. Vele militanten geloofden hun leiders wanneer die verkondigden dat het VNV naar de macht marcheerde. De retoriek klonk steeds holler naarmate het VNV in het isolement verzeilde, precies vanwege die totalitaire aanspraken.


Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog benadrukte de VNV-propaganda de onafhankelijkheid van de partij. Achter de schermen werden de banden met Nazi-Duitsland echter steeds hechter. Affiche: Frans van Immerseel, 1939. (ADVN, VAFC24)
Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog benadrukte de VNV-propaganda de onafhankelijkheid van de partij. Achter de schermen werden de banden met Nazi-Duitsland echter steeds hechter. Affiche: Frans van Immerseel, 1939. (ADVN, VAFC24)

De Clercq begreep dat zijn beweging in een impasse dreigde te raken. Hij zocht een uitweg in de internationale politiek. Hij onderhield geheime contacten met het nieuwe regime in Duitsland en bereidde zijn beweging voor op een nieuwe oorlog. Hij raakte verstrengeld in een web van geheime diensten die zijn partij infiltreerden. Zo had het Propagandaministerium invloed in Volk en Staat Volk en Staat
Volk en staat (15 november 1936 - 3 september 1944) was een Vlaams-nationalistisch dagblad en orgaan van het Vlaamsch Nationaal Verbond. Het blad verscheen als opvolger van De Schelde (1... Lees meer
doordat het een deel van de aandelen controleerde en De Clercq had contact met de Abwehr, waarmee hij de oprichting en werking van een  Militaire Organisatie Militaire Organisatie
De Militaire Organisatie (MO) werd opgericht door Staf de Clercq, leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV), tijdens de mobilisatie na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog (193... Lees meer
 (MO) in het gemobiliseerde Belgisch leger besprak. Dat was een persoonlijk aan hem gebonden geheime organisatie, waarvan de leden verklaarden elk bevel van De Clercq op te volgen.

Het Vlaamse nationaalsocialisme tijdens de Tweede Wereldoorlog

Mislukte Volksbeweging

Op 14 mei 1940 hielden de Vlaams-nationalistische parlementsleden, onder wie De Clercq, beraad over de Duitse inval (zie Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
). Ze beslisten dat er ‘geen tweede activisme’ mocht komen. Desondanks werden tientallen kaderleden van VNV, onder wie leden van de MO, door de Belgische staatveiligheid opgepakt en in gevangenschap weggevoerd naar Frankrijk (zie Spooktreinen Spooktreinen
Het begrip Spooktreinen verwijst naar de wegvoering van 2000 tot 3000 verdachten door de Belgische staatsveiligheid in mei 1940. De verdachten, waaronder een aantal prominente Vlaams-nat... Lees meer
). Minder dan twee weken later, nog voor de capitulatie van het Belgisch leger, onderhandelde de VNV-leider echter al met Abwehr-agenten. Op 3 juni 1940, twee dagen nadat het Militaire Bestuur (MB) zich in Brussel installeerde, bood De Clercq het VNV aan als  collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
beweging.

Al in de zomer van 1940 werden VNV'ers door het MB in het bestuur van België geloodst. Hitler gaf de instructie om de ‘Germaanse’ Vlamingen te bevoordelen, maar verbood beslissingen te nemen over het politieke lot van België. Het MB zag de partij als een nuttig instrument om de Ruhe und Ordnung te verzekeren. Waar de werking van de andere partijen werd lamgelegd door een verbod tot vergaderen, kreeg het VNV in augustus en september 1940 de gelegenheid om zichzelf te manifesteren. De Clercq startte een campagne tot oprichting van een zogeheten Volksbeweging om het VNV een bredere basis te geven. Maar het MB verbood de campagne toen bleek dat het VNV Groot-Nederland Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
promootte en daarmee inging tegen Hitlers instructies.

Onvoorwaardelijke collaboratie

Op 10 november 1940 verklaarde De Clercq in een redevoering die in de pers verscheen dat het VNV zijn lot onvoorwaardelijk in handen van de Führer legde en dat hij dat zelf al voor de bezetting had gedaan. Hij suggereerde daarmee dat hij hoogverraad had gepleegd. Daarmee sloot hij elke opening naar een bredere collaboratiebeweging met Belgische groepen uit en doorkruiste hij de plannen van sommige hooggeplaatste VNV’ers die onderhandelden over samenwerking in het kader van een attentistische en autoritaire regering met mensen rond  Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiële houding en mee... Lees meer
,
 die in november 1940 door Hitler werd ontvangen. Gesteund door radicalen zoals Tollenaere koos de VNV-leider voor de vlucht vooruit. Het VNV moest het politieke monopolie verwerven als nationaalsocialistische eenheidspartij. Ook vanuit een andere richting waren er kapers op de kust. In september 1940 werd de Groot-Duitse  SS-Vlaanderen Algemeene-SS Vlaanderen
De SS-Vlaanderen was een collaborerende militie tijdens de Tweede Wereldoorlog, die deel uitmaakte van de Duitse SS. Ze ijverde voor de aanhechting van Vlaanderen bij Duitsland. Lees meer
 opgericht. Het Verdinaso kon ook actief blijven en Léon Degrelle deed verwoede pogingen tot een politieke comeback. De VNV-leider hoopte met zijn demarche van 10 november al deze concurrenten uit te schakelen.


Toespraak van Staf de Clercq op een VNV-bijeenkomst naar aanleiding van het vertrek van Vlaamse vrijwilligers naar het Oostfront, zomer 1941. (Amsab-ISG, fo013421)
Toespraak van Staf de Clercq op een VNV-bijeenkomst naar aanleiding van het vertrek van Vlaamse vrijwilligers naar het Oostfront, zomer 1941. (Amsab-ISG, fo013421)

Eenheidsbeweging-VNV

Het Verdinaso en Rex-Vlaanderen werden door het MB gedwongen op te gaan in het VNV. In mei 1941 werd zo de Eenheidsbeweging-VNV gesticht. Degrelle moest zijn Belgische ambities opgeven en zijn acties tot Wallonië en Brussel beperken. Op de Vlaamse SS kreeg het VNV echter geen vat. Het was een instrument van de machtige SS-Reichsführer Heinrich Himmler, die er een Vlaamse Groot-Duitse beweging mee beoogde en een wapen tegen het MB, dat hij vervangen wilde zien door een burgerlijk bestuur met een sterkere invloed van de SS. Het VNV was een speelbal in dit machtsspel. De band tussen het VNV en MB werd steviger. Op massale schaal werden VNV'ers ingeschakeld in het bestuur van het bezette land en vooral in de provinciale en gemeentelijke besturen slaagde de machtsgreep. Maar het MB was niet tegen de annexatie van België gekant. Toen de SS de  Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap
De Duitsch-Vlaamsche Arbeidersgemeenschap (DeVlag) (1935-1945) was vóór de Tweede Wereldoorlog een organisatie van Vlaamse en Duitse studenten. Tijdens de oorlog ontpopte de DeVlag zich ... Lees meer
 (DeVlag) activeerde als een concurrent van het VNV, gebruikte het MB dat als stok achter de deur om het VNV tot opbod te dwingen. Zo raakte het VNV dieper betrokken in de militaire en politionele collaboratie. Ook op ideologisch vlak was er opbod. Het VNV plaatste de politieke en territoriale toekomst van Vlaanderen steeds nadrukkelijker in de context van een Groot-Germaans Rijk. Samen met het begraven van de Groot-Nederlandse doelstellingen leidde dat tot een groeiende ontevredenheid in de eigen rangen.

Vertrouwenscrisis

Na de dood van De Clercq in oktober 1942 verkeerde het VNV in een vertrouwenscrisis. Zijn opvolger Elias zette de collaboratie voort, maar drong wel aan op een politieke verklaring van de Duitse machthebbers waarin de toekomst van een zelfstandig Vlaanderen werd erkend. Hij stuurde aan op een breuk met de SS in de hoop Hitler te kunnen spreken. Verder dan Himmler kwam hij niet en die deelde hem in februari 1944 mee dat Duitsland ten hoogste bereid was het bestaansrecht van de Nederlandse taal te erkennen. De collaboratie van het VNV was dus op los zand gebouwd. In juli 1944 werd een burgerlijk bestuur ingevoerd en België opgedeeld in twee Rijksgouwen. Einde 1944 werd de DeVlag-leiding erkend als Vlaamsche Landsleiding Vlaamsche Landsleiding
Lees meer
. Maar toen was België al bevrijd en waren de meeste vooraanstaande collaborateurs gevlucht naar het land waarmee ze hun politieke lot hadden verbonden. De rol van het VNV was allang uitgespeeld toen in mei 1945 het doek viel over de Tweede Wereldoorlog.

De catacombentijd en mislukte heropstart (1945-1954)

Het VNV verdween in september 1944 uit de Belgische politiek. De meeste kaderleden waren gevlucht of gearresteerd. Zowel bij de parlements- als bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1946 kwamen geen Vlaams-nationalistische partijen op. Vele Vlaams-nationalisten hadden door de repressie Repressie na de Tweede Wereldoorlog
De repressie na de Tweede Wereldoorlog omvat alle maatregelen en acties tegen personen die na de oorlog verantwoordelijk werden gehouden voor samenwerking met de nationaalsocialistische b... Lees meer
verbod gekregen tot politieke activiteit of deelname aan het verenigingsleven. Wie zijn burgerlijke rechten behield, had vaak angst om nog enige Vlaams-nationalistische actie op touw te zetten.

De Christelijke Volkspartij (CVP) wilde de stichting van een nieuwe Vlaams-nationalistische politieke partij verhinderen om het stemmenpotentieel van om en bij de 100.000 kiezers naar zich toe te trekken. Ze zette een verruimingsoperatie op naar getroffenen van de repressie en gematigde Vlaams-nationalisten. Enkele belangrijke medewerkers van het bestuur tijdens de bezetting zetelden na verkiezingen van 1949 voor de CVP in het parlement (zie katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&amp;V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
).

Toch ontstond er in 1949 opnieuw een concurrent aan de rechterzijde, namelijk de  Vlaamse Concentratie Vlaamse Concentratie
De Vlaamse Concentratie was een naoorlogse Vlaams-nationale politieke partij (1949-1954) met Alex Donckerwolcke als voorzitter. Ze was voornamelijk anti-repressie. Lees meer
 (VC). De initiatiefnemers en de leiding van de VC kwamen in hoofdzaak uit katholieke Vlaamsgezinde milieus die al dan niet gecollaboreerd hadden. Ook sommige gewezen Dinaso’s traden toe. De partij was in eerste instantie een anti-repressiebeweging. Er was geen uitgesproken Vlaams-nationalistisch programma. Bij de verkiezingen van 1949 haalde ze ruim 100.000 stemmen maar geen verkozenen, waarna de partij stilviel. Alleen in Antwerpen overleefde ze rond voorzitter en voormalige Dinaso Alex Donckerwolcke Donckerwolcke, Alex
Alex Donderwolcke (1912-1988) was een ondernemer in de textielindustrie, rechter in handelszaken, Vlaams-nationalistisch politicus en voorzitter van de Vlaamse Concentratie (1949-1954).... Lees meer
. Ze ontwikkelde een weinig samenhangend programma rond provinciaal federalisme en Groot-Nederland. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1952 haalde de VC slechts enkele mandaten, onder meer in de stad Antwerpen, waar de bekende repressie-advocaat Herman Wagemans Wagemans, Herman
De advocaat Herman Wagemans (1918-2006) was de eerste voorzitter van het Algemeen Nederlands Zangverbond, Vlaams-nationalistisch politicus, medestichter van de Volksunie en medestichter v... Lees meer
werd verkozen als eerste Vlaams-nationalist na de Tweede Wereldoorlog. Bij de verkiezingen van 1954 sloot ze een kartel met de Christelijke Vlaamse Volksunie Christelijke Vlaamse Volksunie
De Christelijke Vlaamse Volksunie was een verkiezingskartel van Vlaams-nationalisten, ontevreden middenstanders en boeren. Het was de opvolger van de Vlaamse Concentratie en de voorloper ... Lees meer
(CVV).


Propagandatocht van de Vlaamse Concentratie (VC) in Sint-Pietersleeuw, ca. 1949. De VC was in eerste instantie een anti-repressiebeweging. (ADVN, VFA810)
Propagandatocht van de Vlaamse Concentratie (VC) in Sint-Pietersleeuw, ca. 1949. De VC was in eerste instantie een anti-repressiebeweging. (ADVN, VFA810)

De CVU was een kartel van Vlaams-nationalisten, dissidente katholieke middenstanders en het Boerenfront Boerenfront
Het Boerenfront ontstond in 1937 uit ongenoegen over de Boerenbond en de landbouwpolitiek van de regering. Voor de Tweede Wereldoorlog had het banden met Vlaams-nationalistische en rechts... Lees meer
. Het ging naar de kiezer met een federalistisch programma en haalde 1 zetel in het arrondissement Antwerpen, waar de al vernoemde Wagemans werd verkozen. De CVV viel onmiddellijk uit elkaar, maar enkele initiatiefnemers lagen aan de basis van de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
(VU).

De Volksunie

De beginjaren (1954-1960)

De Volksunie werd in december 1954 opgericht. Vanuit de CVV namen  Ludo Sels Sels, Ludo
Ludo Sels (1916-1988) was medestichter van en Kamerlid voor de Volksunie. Lees meer
 en Waegemans deel, maar de wortels van de nieuwe partij lagen meer in het  Vlaams Comité voor Federalisme Vlaams Comité voor Federalisme
Het Vlaams Comité voor Federalisme (1950-1955?) bestond uit academici die nadachten over oplossingen voor de Belgische communautaire problemen. Het comité produceerde een federalistisch m... Lees meer
. Behalve door Sels en Waegemans werd de VU boven de doopvont gehouden door Frans Van der Elst Van der Elst, Frans
Frans van der Elst (1920-1997) was repressieadvocaat, medestichter van de Volksunie en voor die partij twintig jaar voorzitter (1955-1975) en bijna dertig jaar parlementslid (1958-1985).... Lees meer
, Wim Jorissen Jorissen, Wim (sr.)
Wim Jorissen (1922-1982) was een radicaal Vlaams-nationalistisch boegbeeld van de Volksunie (VU), die in de pioniersjaren van de partij en tot het midden van de jaren 1970 het succes en d... Lees meer
, René Proost, Rudi Van der Paal Van der Paal, Rudi
Rudi van der Paal (1925-2010) was in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog een spilfiguur in Vlaams-nationale kringen. Hij werd later medeoprichter van de Volksunie, vastgoedmakelaar ... Lees meer
en Walter Couvreur Couvreur, Walter
De Gentse hoogleraar taalkunde Walter Couvreur (1914-1996) nam als overtuigde federalist bij de oprichting van de Volksunie eind 1954 gedurende enkele maanden het voorzitterschap van de p... Lees meer
. Mogelijk was ook Frans Baert Baert, Frans
Jurist Frans Baert (1925-2022) was actief in de Volksunie als parlements- en gemeenteraadslid. Hij legde zich vooral toe op de staatshervormingen. Daarnaast speelde hij een prominente rol... Lees meer
betrokken. Couvreur werd de eerste voorzitter van de partij, maar werd in 1955 al opgevolgd door Van der Elst.

De VU profileerde zich onder meer via haar statuten als een Vlaams-nationalistische politieke partij en koos van meet af aan voor federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
, als eerste partij na de Tweede Wereldoorlog. Hoewel meerdere leden voor en ook tijdens de Tweede Wereldoorlog politiek actief waren geweest in het VNV en tijdelijk hun burgerrechten waren ontnomen, brak de VU grotendeels met het doel en de middelen van haar voorganger. De partij koos voor een democratische en parlementaire weg. Ze ijverde echter wel expliciet voor amnestie Amnestie
Lees meer
, waardoor velen haar bleven associëren met de collaboratie en ze het imago kreeg van ‘partij van de zwarten’. Op communautair vlak werd onder meer ook de strikte gelijkheid van Vlamingen en Walen in alle staatsdiensten en parastatalen geëist, alsook een afbakening van de  taalgrens Taalgrens
Het begrip ‘taalgrens’ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
 en van de Brusselse Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
agglomeratie. Daarnaast kwamen sommige socio-economische thema’s aan bod, zoals ‘ Werk in eigen streek Werk in eigen streek
‘Werk in eigen streek’ was de slogan waarmee een groot aantal organisaties uit de brede Vlaamse beweging (met op kop de christelijke vakbond ACV, die de slogan muntte) in de eerste decenn... Lees meer
’, dat toen ook door de CVP werd gepromoot. De partij was verder duidelijk christelijk geïnspireerd, al traden ook enkele vrijzinnigen toe.

De eerste nationale verkiezingen waaraan de VU deelnam, die van 1958, waren allerminst een succes. Met slechts 104.823 stemmen voor de Kamer of 3,4% scoorde de VU zelfs slechter dan de Vlaamse Concentratie in 1949 en de CVV in 1954. De partij haalde dan ook maar één verkozene in de Kamer, Van der Elst, die als lijsttrekker voor Antwerpen Wagemans verving. In de atmosfeer van de schoolstrijd (1954-1958) hadden vele katholieke kiezers voor de Christelijke Volkspartij (CVP) gestemd, hier mede toe aangespoord door de Brugse bisschop Emiel de Smedt De Smedt, Emiel Jozef
Emiel Jozef de Smedt (1909-1995) was een bisschop van Brugge die de Vlaamse zaak genegen was. Hij speelde een belangrijke rol bij de splitsing van de Leuvense universiteit. Lees meer
, die stemmen op de VU als ‘zwaar zondig’ had bestempeld. In die context besliste de VU niet deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen in 1958. Wel kwamen her en der enkele lijsten en persoonlijke initiatieven onder VU-label tot stand. Vooral in Antwerpen waren er enkele verkozenen op lokale kartellijsten.


De Volksunie (VU) nam in 1958 voor het eerst deel aan verkiezingen, maar het resultaat was beperkt. Affiche voor de parlementsverkiezingen van 1958. (ADVN, VAFA407)
De Volksunie (VU) nam in 1958 voor het eerst deel aan verkiezingen, maar het resultaat was beperkt. Affiche voor de parlementsverkiezingen van 1958. (ADVN, VAFA407)

De verhouding van de VU met de bredere Vlaamse beweging bleek niet altijd zonder complicaties. In verschillende Vlaams-nationalistische drukkingsgroepen en tijdschriften werd kritiek geformuleerd op de partijvorming. Velen zagen immers meer heil in een buitenparlementaire Vlaams-nationale beweging of in agitatie binnen de bestaande partijen. Onder meer de Vlaamse Volksbeweging Vlaamse Volksbeweging
De Vlaamse Volksbeweging (VVB) was een Vlaams-nationalistische drukkingsgroep, die werd opgericht in 1952 en tot het begin van de jaren 1970 een breder publiek mobiliseerde voor Vlaamsge... Lees meer
(VVB) was gekant tegen de nieuwe partij. Het blad  Opstanding Opstanding (1949-1959)
Opstanding was een onafhankelijk Vlaams-nationaal weekblad, uitgegeven door NV Luctor en Walter Bouchery. Het blad sympathiseerde met, maar stond ook kritisch tegenover de Vlaamse Concent... Lees meer
 (1929-1959)
was van bij de start zeer kritisch en keerde zich vanaf 1958 af van de VU. Daarna toonden echter verscheidene manifestaties aan dat de partij zich steeds meer in de Vlaamse beweging inplantte. In 1959 organiseerde zij een  amnestie Amnestie
Lees meer
betoging in Lier en nam zij deel aan een andere, door Vlaamse cultuurverenigingen zoals het  Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
, VTB-VAB Vlaamse Toeristenbond
VTB-VAB (1922) was een cultureel-toeristische organisatie die bijdroeg aan de ontwikkeling van het toerisme en de mobiliteit in Vlaanderen. Ze was door haar financiële en culturele slagkr... Lees meer
en het  IJzerbedevaartcomité IJzerbedevaartcomité
Lees meer
 georganiseerde amnestiebetoging in Antwerpen. De VU nam massaal deel aan de  Marsen op Brussel Marsen op Brussel
De Mars(en) op Brussel waren twee flamingantische massabetogingen die in Brussel op 22 oktober 1961 en 14 oktober 1962 werden georganiseerd. Lees meer
, in 1961 en 1962 georganiseerd door het  Vlaams Aktiekomitee voor Brussel en Taalgrens Vlaams Aktiekomitee Brussel en Taalgrens
Lees meer
(VABT). Niettemin bleef de partij regelmatig in aanvaring komen met andere verenigingen en initiatieven in de Vlaamse beweging. Vertegenwoordigers van het radicale Vlaams-nationalisme, vooral te vinden in kringen van oud-collaborateurs en hun sympathisanten, struikelden over de federalistische en de consequent democratische en parlementaire ingesteldheid van de partij. Tijdens de derde mars van het VABT in 1963  in Antwerpen werd de scheiding in de Vlaamse beweging duidelijk. De cultuur- en strijdfondsen namen niet of nauwelijks aan deze manifestatie deel, terwijl de VU opnieuw massaal mobiliseerde.

Doorbraak in de jaren 1960

Na de goedkeuring in 1958 van het Schoolpact, dat de levensbeschouwelijke breuklijn deels pacificeerde, werd het Belgische politieke debat gaandeweg meer beheerst door de taalkwestie, wat meer kansen bood voor de VU. De controverse rond de laatste talentelling (afgenomen in 1947 en gepubliceerd in 1953) en de verdere verfransing van de Brusselse regio versterkten de eisen met betrekking tot het vastleggen van de taalgrens Taalgrens
Het begrip ‘taalgrens’ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
(zie Taalpolitiek en -wetgeving Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
), en de gewijzigde demografische situatie leidde tot de eis voor een zetelaanpassing Zetelaanpassing
In 1965 werd door de regering-Lefèvre het aantal parlementszetels aangepast aan de bevolkingscijfers. Met het oog op de Waalse minorisatievrees werden daarbij garanties beloofd tegen een... Lees meer
. Ook het conflict rond de Eenheidswet kon communautair worden geïnterpreteerd.

Partijbijeenkomsten zoals landdagen en congressen trokken dan ook best wat aanhangers. De wetgevende verkiezingen van 26 maart 1961 betekenden een doorbraak: voor de Kamer haalde de partij 182.407 stemmen (6%), wat vijf zetels opleverde, terwijl het aantal kiezers voor de Senaat verdubbelde tot 78.233, wat zich vertaalde in twee zitjes. De vooruitgang kon echter niet beletten dat het compromis van Hertoginnedal Hertoginnedal-besprekingen
Lees meer
over de taalgrens en de faciliteiten Faciliteiten
Al sinds de eerste taalwet (1873) voorzag de wetgever in faciliteiten. Deze tegemoetkomingen gaven aanleiding tot tegengestelde interpretaties door Nederlandstaligen en Franstaligen, zo ... Lees meer
voor anderstaligen werd goedgekeurd zonder inbreng van de VU. In 1964 kwam er ook een lokale doorbraak: de partij kwam deze keer in een honderdtal gemeenten op en in twintig daarvan onder eigen naam. Dat leverde bijna 300 mandaten op, alsook acht burgemeesters en zes schepenen.

Het bestaan van verschillende strekkingen binnen de partij leidde tijdens de jaren 1960 tot steeds meer conflicten, onder meer rond de verhouding met de Vlaamse Militanten Orde Vlaamse Militanten Orde (1950-1971)
De Vlaamse Militanten Orde was een Vlaams-nationale militantenorganisatie die werd opgericht in 1950, aanvankelijk ter ondersteuning van de Vlaams-nationale partijpolitiek. Lees meer
(VMO). Sinds de oprichting had de VU een band met de VMO, die de verspreiding van partijpropaganda ondersteunde en optrad als ordehandhaver bij vergaderingen. Die band werd in 1958 formeel verankerd door de opname van VMO-stichter en -leider Bob Maes Maes, Bob
Bob Maes (1924) was nationaal verantwoordelijke van de Vlaamse Militanten Orde (VMO) van de oprichting tot de ontbinding in 1971. Daarna was hij senator voor de Volksunie. Lees meer
in het VU-hoofdbestuur. De steeds meer militaristische stijl van de VMO (inclusief uniformdracht) alsook eigengereide en gewelddadige acties leidden medio jaren 1960 uiteindelijk tot een scheiding der wegen, na heel wat spanningen in de partij. In dezelfde periode waren er ook pogingen tot verbreding. Zo probeerde VU-volksvertegenwoordiger  Daniël Deconinck Deconinck, Daniël
Daniël Deconinck (1921-2004) was een Vlaamsgezind politicus. Zijn poging om van de Volksunie een brede sociaal-flamingantische beweging te maken leidde in 1965 tot een breuk met de partij... Lees meer
 met krachten van buiten de Vlaamse beweging, waaronder Antoon Roosens Roosens, Antoon
Antoon Roosens (1929-2003) was een flamingantisch en links georiënteerd denker, opiniemaker, publieke intellectueel en (para)politicus, die zijn hele leven consequent heeft geprobeerd om ... Lees meer
, een breed travaillistisch en federalistisch front te vormen. Daartoe richtten ze de Vlaamse Demokraten Vlaamse Demokraten
De Vlaamse Demokraten was de naam van een groep rond Antoon Roosens, Staf Verrept en Roger Bourgeois. Ze kwamen uit de sociaal-flamingante, niet-partijpolitieke Vlaamse beweging en probee... Lees meer
op, die  met de VU onderhandelden over frontvorming. Traditionele Vlaams-nationalisten in de partij waren echter bevreesd voor een verlies aan Vlaams-nationale identiteit. Pater Marcel Brauns Brauns, Marcel
De jezuïet Marcel Brauns (1913-1995), vooral bekend als ‘pater Brauns’, was een dichter, schrijver, theoloog en hoogleraar Nederlandse letterkunde die er een radicaal Vlaams-nationalisti... Lees meer
leidde de oppositie, waarna Deconinck en zijn medestanders uit de partij werden gezet. Ze dienden in 1965 eigen lijsten in, maar hun achterban bleek te beperkt, zodat de schade voor de VU gering bleef.


De VU verzette zich tegen de invoer van de zogenaamde Grendelgrondwet, waarbij de grondwet slechts kan worden gewijzigd bij een tweederdemeerderheid in het parlement en een meerderheid in elke taalgroep. Maurits Coppieters aan het woord tijdens een verkiezingsbijeenkomst van de VU op 6 mei 1965 in Oostende. (ADVN, VFA8643)
De VU verzette zich tegen de invoer van de zogenaamde Grendelgrondwet, waarbij de grondwet slechts kan worden gewijzigd bij een tweederdemeerderheid in het parlement en een meerderheid in elke taalgroep. Maurits Coppieters aan het woord tijdens een verkiezingsbijeenkomst van de VU op 6 mei 1965 in Oostende. (ADVN, VFA8643)

Bij die parlementsverkiezingen van 1965 werden de VU-lijsten niettemin met verruimingskandidaten versterkt zoals  Etienne Lootens-Stael Lootens, Etienne
Etienne Lootens-Stael (1914-1972) was burgemeester van Koekelare en volksvertegenwoordiger voor de Volksunie. Lees meer
en Piet Leys Leys, Pieter
Pieter Leys (1925-2009) was een Vlaams-nationalistisch advocaat, burgemeester van Sint-Andries (Brugge), eerste schepen in Groot-Brugge en parlementslid voor de Volksunie. Lees meer
. Ook voormalig VVB-voorzitter  Maurits Coppieters Coppieters, Maurits
De progressieve Vlaams-nationalist en christelijke humanist Maurits Coppieters (1920-2005) was vanaf het midden van de jaren 1960 een van de boegbeelden van de Volksunie (VU). Lees meer
 stelde zich ter beschikking. Zij raakten allen in het parlement na een nieuwe verkiezingsoverwinning voor de VU, net als Hugo Schiltz Schiltz, Hugo
Hugo Schiltz (1927-2006) was een advocaat en politicus voor de Volksunie. Hij zetelde in de Antwerpse gemeenteraad, de Kamer en maakte deel uit van een Vlaamse Regering. Hij zetelde in he... Lees meer
, die in de daaropvolgende jaren een steeds bekender VU-gezicht zou worden. De Kamerfractie steeg van 5 naar 12 leden en in de Senaat verdubbelde het aantal verkozenen tot vier. Er was een vrij vlotte doorstroming van de Vlaamsgezinde en Vlaams-nationalistische verenigingen naar de VU: Leo Wouters Wouters, Leo
Leo Wouters (1902-1987) was een radicaal Groot-Nederlandse VNV-politicus, die na de Tweede Wereldoorlog voor de Volksunie in Gent tot volksvertegenwoordiger (1961-1971) en senator (1971-1... Lees meer
en  Leo Elaut Elaut, Leon
Leon Elaut (1897-1978) was een Vlaamsgezinde hoogleraar geneeskunde aan de Gentse universiteit. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij wegens collaboratie veroordeeld tot twee jaar gevangenis... Lees meer
waren al sinds het interbellum actief in het Vlaams-nationalisme. Vic Anciaux Anciaux, Vic
Vic Anciaux (1931-2023) was geneesheer en militeerde vanaf 1950 in het partijpolitieke Vlaams-nationalisme. Voor de Volksunie, waarvan hij voorzitter was van 1979 tot 1986, vervulde hij ... Lees meer
 en  Mik Babylon Babylon, Mik
Mik Babylon (1935-2006) was actief in de Volksunie (VU), onder meer als volksvertegenwoordiger en gemeenteraadslid in Roeselare. Hij werd bekend om zijn uitdagende en spectaculaire stijl.... Lees meer
waren tijdens of kort na hun Leuvense studietijd in de jaren 1950 toegetreden tot de partij. Ook enkele VNV’ers, lokaal of regionaal actief voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, waaronder oorlogsburgemeesters Oorlogsburgemeesters
De term ‘oorlogsburgemeesters’ verwijst naar de collaborerende burgemeesters die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden benoemd en de hoeksteen vormden van de machtsgreep van het Vlaamsch ... Lees meer
 en -schepenen
, keerden via de VU terug in de politieke arena, nu ze opnieuw over hun politieke rechten beschikten. Daarmee belichaamde de VU een continuïteit in de Vlaams-nationalistische strijd, zonder evenwel het fascisme van het VNV over te nemen. De relatie tussen de VU en de Vlaamse beweging was niettemin nog steeds niet vlekkeloos. Mandatarissen en militanten namen deel aan manifestaties, onder meer van het in 1965 opgerichte Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen
Het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) werd officieel opgericht op 13 mei 1966 en overkoepelt een hele reeks Vlaamsgezinde organisaties en verenigingen van uiteenlopende (ideol... Lees meer
(OVV), maar meermaals kwam het tot conflicten, zoals rond de verruiming van de partij.

Via die weg probeerde de VU een nieuwe wervingsbasis te vinden. Binnen de partijleiding beseften sommigen dat het oude cultuurflamingantisme en de amnestie- en taaleisen een te smalle basis waren voor verdere expansie. Meer en meer ging de VU belangstelling tonen voor sociaal-economische problemen. De initieel veeleer vage benadering werd stilaan in meer concrete doelstellingen omgezet. In april 1967 werd een sociaal-economisch ontwikkelingsplan voor Vlaanderen voorgesteld, met democratische en progressieve kenmerken. Rechtse partijmilitanten, die zich reeds eerder hadden gegroepeerd in een Vlaams Nationale Vleugel, en critici van dezelfde signatuur in het tijdschrift  Dietsland Europa Dietsland Europa
Het tijdschrift Dietsland Europa was het blad van de Jong Nederlandse Gemeenschap en later van Were Di. Het verdedigde radicaal Vlaamse, Groot-Nederlandse en extreemrechtse standpunten en... Lees meer
, wezen die standpunten van de hand. Een eerder kleine groep in de partij en in de ruimere Vlaamse beweging ijverde voor een solidaristisch ingerichte maatschappij, geïnspireerd op vooroorlogse geschriften en de figuur van  Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
. Maar een congres in april 1969 bevestigde de programmatische vernieuwing, onder meer door aandacht voor het leefmilieu, dat steeds meer een maatschappelijk thema aan het worden was (zie natuur, milieu en landschap Natuur, milieu en landschap
Tot de Tweede Wereldoorlog bestond er een band tussen de Vlaamse beweging en de natuurverenigingen in Vlaanderen. Een gevoeligheid en zorgzaamheid voor het landschap en de schoonheid van... Lees meer
).

Intussen waren de parlementsverkiezingen van 1968 een succes: voor het eerst werd de kaap van het half miljoen kiezers overschreden. De VU werd in de Vlaamse kiesomschrijvingen de derde partij, na de christendemocraten Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&amp;V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
en de socialisten Socialistische partij
De socialistische partij werd in België in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
, maar vóór de liberalen Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in België enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
. Met 506.724 kiezers of 9,79% sleepte de partij twintig Kamerzetels in de wacht. 513.342 stemmen voor de Senaat brachten daar negen rechtstreeks verkozen mandatarissen op, waar nog eens vijf provinciale en gecoöpteerde senatoren bij kwamen. Voorts werden nog 623 provincieraadszetels door VU-leden ingenomen.  Dat de regering in 1968 gevallen was over de Leuvense kwestie (zie Hoger onderwijs in Leuven Hoger onderwijs in Leuven
De Franstalige Katholieke Universiteit Leuven werd vanaf 1910 geleidelijk vernederlandst. De strijd voor ‘Leuven Vlaams’ leidde in 1968 tot een splitsing, het ontstaan van twee autonome L... Lees meer
) en communautaire problemen dus sterk de campagne beheersten, hielp de VU ongetwijfeld maar een aantal kiezers stemde ook voor haar omdat ze een nieuwe, jonge, ongebonden en contesterende partij was en tot op zekere hoogte aansluiting vond bij de toenmalige contestatiebewegingen. In Limburg Limburg
Lees meer
slaagde ze er ook in te kapitaliseren op het mijnwerkersprotest: met Jef Olaerts Olaerts, Jozef
Jozef Olaerts (1914-1990) was een Vlaams-nationalistisch politicus uit Limburg. Hij trad op als VNV-oorlogsburgemeester van Genk (1942-1944), VU-volksvertegenwoordiger voor het arrondiss... Lees meer
 en  Evrard Raskin Raskin, Evrard
Lees meer
werden twee namen op haar lijst verkozen tot volksvertegenwoordiger.


Onder meer via steun aan de studentenacties in Leuven vond de VU aansluiting bij de toenmalige contestatiebeweging. Affiche voor de parlementsverkiezingen van 1968. (ADVN, VAFB223)
Onder meer via steun aan de studentenacties in Leuven vond de VU aansluiting bij de toenmalige contestatiebeweging. Affiche voor de parlementsverkiezingen van 1968. (ADVN, VAFB223)

De VU hield zich in 1968 en 1969 echter vooral bezig met de aangekondigde grondwetsherziening. De partij werd uitgenodigd om deel te nemen aan de Werkgroep der 28 (ook bekend als Werkgroep Eyskens), maar verliet de werkzaamheden vroegtijdig uit onvrede met de gevolgde koers. Vooral de  Grendelgrondwet Grendelgrondwet
De grendelgrondwet was de naam die Vlaamsgezinden gaven aan de grondwetsherziening van 1970-1971 wegens de ingebouwde waarborgen voor de Waalse minderheid tegenover de Vlaamse meerderheid... Lees meer
 gaf daarbij de doorslag. Ook in de speciale werkgroep rond Brussel bleef de partij afwezig. Niettemin zou de VU in de Senaat wel steun verlenen aan de grondwetsherziening die de gemeenschappen en gewesten creëerde (zie staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die België omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
), maar in de Kamer wijzigde ze haar houding met een onthouding. Dat kwam de VU op veel kritiek te staan van de andere partijen en met name van de CVP, die haar verweet onberekenbaar te zijn en de communautaire pacificatie uit electorale motieven te willen blokkeren. Uiteindelijk zou de liberale PVV de nodige steun bieden vanuit de oppositie. Achteraf zou de VU zich toch bereid verklaren onder voorwaarden mee te werken aan de uitvoering van de grondwetsherziening. Het illustreert hoe de partij sterk bleef twijfelen tussen een rol als zweeppartij of als beleidspartij.

Het verkiezingssucces bleef aanhouden. De gemeenteraadsverkiezingen van 1970 versterkten de lokale verankering. De VU legde 143 lijsten voor en steunde er 217 andere, wat 613 Vlaams-nationalistische verkozenen opleverde en een tiental burgemeesterssjerpen. Bij de nationale verkiezingen van 1971 werd aan de verkiezingsslogan van de VU – ‘Maak ons nóg sterker’ – gehoor gegeven in de vorm van een lichte verdere vooruitgang. 586.917 kiezers of 11,11% brachten 21 VU-verkozenen in de Kamer. Zij werden in de Senaat bijgestaan door 19 partijgenoten. Bij de agglomeratie- en federatieraadsverkiezingen op 21 november 1971, waar het kiesgebied zich beperkte tot de zopas opgerichte Brusselse Agglomeratie en Randfederaties Asse, Halle, Tervuren, Vilvoorde en Zaventem werd de VU zelfs de tweede Vlaamse partij, na de CVP.

Van oppositie- naar beleidspartij

Begin jaren 1970 zorgden conflicten rond de taalkwestie, met name in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
, voor een radicalisering van de standpunten in de Vlaamse beweging. De VU steunde in het parlement wel het sterk aangepaste wetsontwerp voor culturele autonomie, maar verzette zich tegen de ondertekening van een Cultuurpact omdat ze bevreesd was in een nationaal pact gediscrimineerd te worden. Ze  vond dat deze kwestie in de schoot van de  Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap
Lees meer
 moest worden beslecht.

De plaats van de VU in niet-communuatire debatten bleef interne wrijvingen veroorzaken. Zo nam de rechterzijde aanstoot aan de deelname van de  Volksunie-Jongeren Volksuniejongeren
Lees meer
 (VUJO) aan een door hen als gauchistisch beschouwde betoging voor vrede in Vietnam. Ook de abortuskwestie zorgde voor tweespalt. Dat de VU als pluralistische partij ieders persoonlijke mening wou respecteren werd door de rechterzijde geïnterpreteerd als een keuze voor vrije abortus, die bijdroeg tot de ‘ondergang van de Vlaamse volksgemeenschap’, zoals  Karel Dillen Dillen, Karel
Karel Dillen (1925-2007) was, na een aanloop als radicaal Vlaams-nationalistisch spreker en publicist, de oprichter en eerste volksvertegenwoordiger van het Vlaams Blok. Hij zetelde in de... Lees meer
Marcel Brauns Brauns, Marcel
De jezuïet Marcel Brauns (1913-1995), vooral bekend als ‘pater Brauns’, was een dichter, schrijver, theoloog en hoogleraar Nederlandse letterkunde die er een radicaal Vlaams-nationalisti... Lees meer
 en anderen in maart 1973 schreven in een open brief. In november 1973 werd het abortusstandpunt op een partijcongres wat bijgestuurd in de richting van de rechtse opposanten. Toen de parlementsverkiezingen van 1974 een lichte maar onverwachte terugval brachten, zag de rechterzijde daarin een bewijs dat de partij zich te ver verwijderd had van de klassieke Vlaams-nationalistische eisen en drongen ze aan op een ‘terugkeer naar de bron’. Omgekeerd beschouwde Schiltz het tegenvallende resultaat als een signaal dat het brede publiek onverschillig stond tegenover de staatshervorming en dat vooral de jongeren in andere maatschappelijke kwesties geïnteresseerd waren. Voor de Kamer behaalde de VU 536.287 stemmen, 10,20%, of zo’n 50.000 stemmen minder dan drie jaar eerder. De zetelverdeling was niettemin gunstiger, zodat er toch één Kamerzetel bijkwam, wat het totaal op 22 bracht. In de Senaat moesten wel drie zitjes worden afgestaan en bleven zestien VU-senatoren over.


Partijvoorzitter Hugo Schiltz neemt applaus in ontvangst tijdens een VU-kaderdag in Gent. Foto Studio Dann. (ADVN, VFB1463)
Partijvoorzitter Hugo Schiltz neemt applaus in ontvangst tijdens een VU-kaderdag in Gent. Foto Studio Dann. (ADVN, VFB1463)

De daaropvolgende regeringsonderhandelingen in Steenokkerzeel Steenokkerzeel-besprekingen
Steenokkerzeel is een Vlaams-Brabantse gemeente waar op 19 en 20 april 1974 de Steenokkerzeel-besprekingen plaatsvonden. Hoewel het conclaaf op niets uitdraaide, was het historisch omdat ... Lees meer
waren een cruciaal moment in het bestaan van de VU. De regionale partijen – naast de VU ook het Front démocratique des Francophones Démocrate féderaliste indépendant
Lees meer
(FDF) en het Rassemblement Wallon Rassemblement Wallon
Lees meer
(RW) – werden namelijk uitgenodigd tot deelname. Daarmee kwam officieel een einde aan de gedoodverfde oppositierol van de VU, die zich in congresbesluiten van 1973 al had omschreven als een ‘Vlaams-nationale beleidspartij’, vooral onder impuls van Schiltz. Het participationisme was nu duidelijk de dominante lijn van het partijpolitieke Vlaams-nationalisme geworden. Ook dat leidde weer tot conflicten met radicale kringen binnen de Vlaamse beweging, die meenden dat een Vlaams-nationalistische partij niet kon toetreden tot een Belgische regering. Dat zou uiteindelijk niet gebeuren, omdat VU en FDF geen overeenstemming konden vinden over de Brusselse taalproblematiek – vooral de begrenzing van Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
en de faciliteiten Faciliteiten
Al sinds de eerste taalwet (1873) voorzag de wetgever in faciliteiten. Deze tegemoetkomingen gaven aanleiding tot tegengestelde interpretaties door Nederlandstaligen en Franstaligen, zo ... Lees meer
. Formateur Leo Tindemans Tindemans, Leo
De Vlaamse christendemocraat Leo Tindemans (1922-2014) leidde vier Belgische regeringen. Hij werd nadien CVP-voorzitter en later ook minister van Buitenlandse Zaken. Als minister van Geme... Lees meer
vormde een rooms-blauw minderheidskabinet waarvoor de VU zich onthield bij de vertrouwensstemming, omdat een voortzetting van de gesprekken ‘van gemeenschap tot gemeenschap’ en een uitbreiding van de regering in het vooruitzicht werden gesteld. Ook de verdere gesprekken in de Brusselse Lambermontstraat mislukten echter (zie Lambermont-besprekingen Lambermont-besprekingen
De Lambermont-besprekingen tussen RW, FDF en VU vonden plaats in mei 1974. Agendapunt was de begrenzing van de Brusselse randgemeenten. Er werd geen akkoord bereikt. Lees meer
), waarna enkel het RW in de regering werd opgenomen, tot frustratie van Schiltz. Het RW wilde enkel een coalitie aangaan met de VU als ook het FDF erbij zou zijn, maar die partij wilde niet meer toetreden.

Schiltz speelde gaandeweg een almaar dominantere rol. In 1973 was hij al voorzitter geworden van het partijbestuur en in 1975 volgde hij Van de Elst op als partijvoorzitter. Dat leidde opnieuw tot spanningen met de radicale Vlaams-nationalisten in en buiten de partij, die het moeilijk hadden met de pragmatische en compromisbereide aanpak van Schiltz, die inging tegen een traditie van onverzettelijkheid. In 1975 en 1976 nam de VU dan ook deel aan verdere formele en informele gesprekken rond de staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die België omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
. Toch ging de partij naar de nationale verkiezingen van 1977 met de slogan ‘Gedaan met geven en toegeven’. Die betekenden een stagnatie: voor de Kamer resulteerden ze in 559.567 kiezers. Daarmee werd weliswaar een winst van ruim 23.000 stemmen geboekt, maar de zetelverdeling was deze keer ongunstig, zodat twee mandaten verloren gingen. In de Senaat kwam er wel een zetel bij.


Een campagneploeg van de Volksunie in actie in Borsbeek, ca. 1977. (ADVN, VFA11428/8)
Een campagneploeg van de Volksunie in actie in Borsbeek, ca. 1977. (ADVN, VFA11428/8)

Het sterkte Schiltz in de overtuiging dat verder oppositievoeren electoraal heilloos was. Na de verkiezingen werd de VU opnieuw opgenomen in communautaire en regeringsgesprekken met CVP, PSC, BSP-PSB en FDF. De onderhandelingen resulteerden in het [object=1066_753338_1]Egmontpact[/objct] , dat door Schiltz op 24 mei 1977 mee werd ondertekend, en in de vorming van de regering Tindemans II. Voorstanders van het Egmontpact benadrukten de federale omvorming van België, maar het akkoord kreeg het meteen zwaar te verduren bij grote delen van de Vlaamse beweging en vooral bij radicale Vlaams-nationalisten in en buiten de VU,  in de eerste plaats vanwege de toegevingen in de Vlaamse Rand rond Brussel (met name het inschrijvingsrecht dat werd toegekend in ruil voor de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV)).

De Guldensporenvieringen en de  IJzerbedevaart IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
 stonden in het teken van het al dan niet aanvaarden van het Egmontpact. Het verzet werd op 7 september 1977 gecoördineerd in het  Anti-Egmontkomitee Anti-Egmontkomitee
Het Anti-Egmontkomitee verenigde een 50-tal niet-partijpolitieke Vlaamse verenigingen in hun verzet tegen het Egmontpact. De uitgeoefende druk lag aan de basis van de val van de regering-... Lees meer
. Op een betoging tegen het akkoord verschenen parlementsleden uit verscheidene partijen, waaronder de VU. Senator Lode Claes Claes, Lode
Lode Claes (1913-1997) was een Vlaams-nationalistisch politicus, publicist en zakenman die een Vlaamse elite wilde vormen om de Vlaamse demografische meerderheid de leiding te laten nemen... Lees meer
verliet de partij al in mei 1977 en bleef zetelen als onafhankelijke. Op 11 februari 1978 kwam het VU-arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde zelfs apart en achter gesloten deuren samen. De kritiek op het Egmontpact was echter ruimer, ze kwam ook van veel Vlaamse krantencommentatoren en leefde ook binnen de Vlaamsgezinde strekking van de CVP.
Deels onder druk van de VU kwamen er in februari 1978 nog aanpassingen tijdens besprekingen in het Stuyvenbergkasteel, waarbij onder meer de uitdoving van het inschrijvingsrecht werd bedongen (zie Egmontpact Gemeenschapspact
Het Egmontpact of Egmontakkoord maakt samen met de Stuyvenbergakkoorden deel uit van het zogenaamde Gemeenschapspact, dat de definitieve pacificatie van de communautaire problemen tot doe... Lees meer
). De Stuyvenbergakkoorden deden de kritiek echter niet verstommen. Pogingen van Schiltz om via overleg de buitenparlementaire en niet-partijpolitieke Vlaamse beweging mee te krijgen draaiden op niets uit. Uiteindelijk zou het echter de verdeeldheid binnen de CVP zijn en met name de houding van Leo Tindemans die het einde van het Egmontpact inluidde en daarmee meteen ook van de eerste regeringsdeelname van de Volksunie.

In die regering had de VU drie posten ingevuld, waarbij getracht werd ook in andere dossiers Vlaams-nationalistische klemtonen te leggen: minister van wetenschapsbeleid  Rik Vandekerckhove Vandekerckhove, Rik
Rik Vandekerckhove (1932-1990) was een Vlaams orthopedisch chirurg en politicus voor de Volksunie. Van 1977 tot 1979 was hij minister van Wetenschapsbeleid. Lees meer
 ontfermde zich over de sociale gevolgen van individuele repressie Repressie na de Tweede Wereldoorlog
De repressie na de Tweede Wereldoorlog omvat alle maatregelen en acties tegen personen die na de oorlog verantwoordelijk werden gehouden voor samenwerking met de nationaalsocialistische b... Lees meer
gevallen, minister van buitenlandse handel  Hector de Bruyne De Bruyne, Hector
Hector de Bruyne (1917-1995) was actief als journalist bij verschillende kranten en periodieken, vooral voor economische en financiële zaken. Hij werd voor de Volksunie gemeenteraadslid, ... Lees meer
 probeerde de Vlaamse impact op te voeren en staatssecretaris  Vic Anciaux Anciaux, Vic
Vic Anciaux (1931-2023) was geneesheer en militeerde vanaf 1950 in het partijpolitieke Vlaams-nationalisme. Voor de Volksunie, waarvan hij voorzitter was van 1979 tot 1986, vervulde hij ... Lees meer
 verdedigde de Vlaamse standpunten inzake Brussel.

Het Egmontpact zette de al langer bestaande interne spanning over de koers van de VU verder op scherp en leidde tot afscheuringen van de radicale anti-Belgische Vlaams-nationalistische en de rechtsradicale strekkingen binnen de partij, die elkaar in belangrijke mate overlapten. Het leidde tot het ontstaan van twee nieuwe partijen: Lode Claes richtte  de  Vlaamse Volkspartij Vlaamse Volkspartij (1977-1979)
Lees meer
 (VVP) op, Karel Dillen Dillen, Karel
Karel Dillen (1925-2007) was, na een aanloop als radicaal Vlaams-nationalistisch spreker en publicist, de oprichter en eerste volksvertegenwoordiger van het Vlaams Blok. Hij zetelde in de... Lees meer
de  Vlaams Nationale Partij Vlaams Nationale Partij (1977-1979)
Lees meer
 (VNP). De VVP verzette zich vooral tegen de Grendelgrondwet Grendelgrondwet
De grendelgrondwet was de naam die Vlaamsgezinden gaven aan de grondwetsherziening van 1970-1971 wegens de ingebouwde waarborgen voor de Waalse minderheid tegenover de Vlaamse meerderheid... Lees meer
, die de Vlaamse meerderheid blokkeerde, maar had verder verschillende vleugels. De VNP was daarentegen meteen uitgesproken ultrarechts en radicaal-nationalistisch. Gesprekken om tot één partij te komen mislukten, maar voor de verkiezingen van december 1978 kwam er wel een kartel, genaamd ‘Vlaams Blok’. Dat leverde alleen de verkiezing van Dillen op, Claes werd niet herkozen. Na een mislukte deelname aan de Europese verkiezingen van 1979 verdween de VVP, waarna haar Vlaams-nationalistische vleugel zich aansloot bij de VNP en zo het Vlaams Blok Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ‘Vlaams Blok’, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
(VB) werd gevormd als partijformatie. Separatisme en amnestie Amnestie
Lees meer
stonden centraal in het programma van het VB. De nieuwe partij had nauwe banden met extreme organisaties uit de Vlaamse beweging (zie Rechts-radicalisme Rechts-radicalisme
De rechts-radicale traditie begon toen het Vlaams-nationalisme in het interbellum koos voor Nieuwe Orde en collaboratie. Na de oorlog evolueerde radicaal-rechts in Vlaanderen van nostalgi... Lees meer
), zoals de VMO Vlaamse Militanten Orde (1950-1971)
De Vlaamse Militanten Orde was een Vlaams-nationale militantenorganisatie die werd opgericht in 1950, aanvankelijk ter ondersteuning van de Vlaams-nationale partijpolitiek. Lees meer
, Were Di Were Di
Were Di vzw was een radicaal Vlaams-nationalistische actiegroep die vooral met haar tijdschrift Dietsland Europa het rechts-nationalistische gedachtengoed verspreidde in de jaren 1960 tot... Lees meer
, Voorpost Voorpost
Voorpost is een Vlaams-Nederlandse uiterst-rechtse actiegroep, opgericht in 1976 door Luc Vermeulen. Met straatacties in Vlaanderen en Nederland strijdt Voorpost vooral tegen België en m... Lees meer
, het Vlaams Nationaal Jeugdverbond Vlaams Nationaal Jeugdverbond
Het Vlaams Nationaal Jeugdverbond is een Vlaams-nationalistische jeugdbeweging, die in 1960 werd opgericht door Jaak van Haerenborgh. Ze werd al snel de leidende en na verloop van tijd de... Lees meer
(VNJ) of andere organisaties die vaak nog de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
verdedigden, wat ze meteen een organisationele basis gaf. Daarnaast bevatte het programma ook autoritaristische, ethisch ultraconservatieve, solidaristische en anti-migratiestandpunten.


De spanningen rond het Egmontpact leidden tot het ontstaan van twee nieuwe partijen: Lode Claes richtte de Vlaamse Volkspartij (VVP) op, Karel Dillen de Vlaams-Nationale Partij (VNP). Affiche van het VNSU-Gent, 1977. (ADVN, VAFA415
De spanningen rond het Egmontpact leidden tot het ontstaan van twee nieuwe partijen: Lode Claes richtte de Vlaamse Volkspartij (VVP) op, Karel Dillen de Vlaams-Nationale Partij (VNP). Affiche van het VNSU-Gent, 1977. (ADVN, VAFA415

De verkiezingen van 1978 waren voor de VU een zware afstraffing: de partij zakte van 559.567 naar 388.783 kiezers voor de Kamer en hield zo nog 7% en 14 zetels over. In de Senaat daalde het aantal zitjes tot 11. De voorkeurstemmen van Schiltz werden gehalveerd. Niettemin bleef hij initieel aan als voorzitter, al werd hij deels onder curatele geplaatst door de partijraad. Na een nieuwe verkiezingsnederlaag bij de Europese verkiezingen van 1979 en de daaropvolgende verkiezing van twee van zijn tegenstanders als ondervoorzitter nam Schiltz ontslag, waarna hij in september 1979 werd opgevolgd door  Vic Anciaux Anciaux, Vic
Vic Anciaux (1931-2023) was geneesheer en militeerde vanaf 1950 in het partijpolitieke Vlaams-nationalisme. Voor de Volksunie, waarvan hij voorzitter was van 1979 tot 1986, vervulde hij ... Lees meer
. Intussen was de bereidheid tot beleidsdeelname binnen de partij sterk bekoeld. Ook de tweede staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die België omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
van 1980 werd goedgekeurd zonder de inbreng van de VU, die er samen met de bredere Vlaamse beweging oppositie tegen voerde.

Moeizame heropstanding en doorbraak van het Vlaams Blok

In de jaren 1980 waren  Voeren Voeren
Lees meer
 en  Komen Komen-Moeskroen
Beide gemeenten, Komen en Moeskroen, zijn nu gelegen in de provincie Henegouwen, maar behoorden tot 1963 tot de provincie West-Vlaanderen. De overheveling hebben ze te danken aan de resul... Lees meer
 zichtbare communautaire dossiers, waarrond VU en VB vaak actie voerden. Begin jaren 1980 was ook de nationale steun voor het Waalse staal een thema waar de VU op focuste. Meer algemeen groeide de aandacht voor economisch federalisme Economisch federalisme
Deze bijdrage onderzoekt de interactie tussen enerzijds de principes van (orthodox) economisch federalisme en anderzijds de invulling van deze economische en financiële aspecten in de ope... Lees meer
en daarmee voor de geldstromen tussen Vlaanderen en Wallonië. In een klimaat van economische crisis ging de VU naar de verkiezingen van november 1981 met slogans als ‘Werk en zekerheid door een Vlaamse staat’ en ‘Geen Belgische armoede maar Vlaamse welvaart’. De partij ging opnieuw vooruit tot 588.438 kiezers in de Kamer, wat 6 extra zetels opleverde, terwijl in de Senaat 17 zitjes werden verworven. Karel Dillen behield zijn ene Kamerzetel voor het VB. Pogingen om de breuk in het Vlaams-nationalistische kamp te lijmen en VU en VB bij elkaar te brengen, onder meer vanuit VOS Verbond VOS
Het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS), opgericht in 1919, was een flamingantische vereniging voor oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog, die in de loop van het interbellum tot ee... Lees meer
en Broederband Broederband
Broederband was een losse federatie van vriendenkringen van oud-collaborateurs, hoofdzakelijk oud-leden van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV), die in aanraking waren gekomen met de rep... Lees meer
, draaiden op niets uit. Dat het VB zijn programma gaandeweg nog meer verrechtste, onder meer met uitgesproken anti-migrantenstandpunten, maakte de kloof tussen beide partijen groter.

De kater die de VU aan het Egmontpact had overgehouden mocht dan al een Belgische regeringsdeelname tijdelijk uitsluiten, de tweede staatshervorming had wel beslist tot de oprichting van een proportioneel samengestelde Vlaamse Executieve (zie Vlaamse Regering Vlaamse Regering
De Vlaamse regering is de uitvoerende macht van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, geïnstalleerd na de staatshervorming van 1980 en aanvankelijk aangeduid met de term 'executie... Lees meer
), waartoe dus ook de VU kon toetreden. Hugo Schiltz, intussen herkozen als ondervoorzitter van de partij, werd daarin eind 1981 aangeduid als minister van begroting en financiën. Van meet af aan waren de relaties in de Vlaamse Executieve echter gespannen, door de impact van de nationale verhoudingen. De SP en de VU voerden immers oppositie tegen de nationale regering van christendemocraten en liberalen. Schiltz kwam in een moeilijke positie te zitten. Hij diende zelfs klacht in bij de Raad van State omdat de begroting van gewest en gemeenschap gesplitst werd en Gaston Geens Geens, Gaston
Gaston Geens (1931-2002) was een econoom en CVP-politicus, die van 1981 tot 1992 voorzitter was van de Vlaamse Executieve. Geens gaf vanuit deze functie mee vorm aan het beleid in de nieu... Lees meer
die laatste als voorzitter van de Vlaamse Executieve naar zich toe had getrokken ten nadele van Schiltz. Na twee jaar maakte de VU een negatieve evaluatie van de Vlaamse executieve en kondigde ze steviger weerwerk aan, hoewel Schiltz aanbleef als minister. In 1983 kwam het tussen Geens en Schiltz tot een zwaar conflict over de begroting..

In de jaren 1980 bleef de VU ook aandacht hebben voor minder klassieke Vlaams-nationalistische thema’s. Zo nam de partij deel aan betogingen tegen de plaatsing van de NAVO-kernraketten, daarbij verwijzend naar een pacifistische traditie in de Vlaamse beweging, waarvan een belangrijk deel, alsook het VB, het protest echter verwierp.

De parlementsverkiezingen van oktober 1985 leidden opnieuw tot een nederlaag: in zowel Kamer als Senaat bleven 16 zetels over. Vic Anciaux nam ontslag en werd als voorzitter opgevolgd door Jaak Gabriëls Gabriëls, Jaak
Jaak Gabriëls (1943-2024) werd in 1965 actief in de Volksunie (VU). Hij werd burgemeester in Bree, volksvertegenwoordiger en in 1986 partijvoorzitter van de VU. Hij trachtte de partij inh... Lees meer
, die een vernieuwings- en verjongingsbeweging probeerde vorm te geven. In 1987 volgden er echter al opnieuw verkiezingen, als gevolg van de val van de nationale regering, officieel over Voeren.

Ondanks die communautaire inzet en de aanwezigheid van verruimingskandidaten op de lijsten zoals Herman Candries Candries, Herman
Herman Candries (1932) was kolonel-vliegenier, voorzitter van KV Mechelen, volksvertegenwoordiger, lid van de Vlaamse Raad en gemeenteraadslid in Mechelen. Lees meer
, Herman Lauwers Lauwers, Herman
Herman Lauwers (1953) was een politicus die voor de Volksunie (en later voor Spirit) verkozen werd tot Vlaams volksvertegenwoordiger. Daarna vervulde hij nog diverse functies, waaronder h... Lees meer
en Roger Blanpain Blanpain, Roger
Roger Blanpain (1932-2016) was professor arbeidsrecht aan de Katholieke Universiteit Leuven en de Universiteit Tilburg en senator voor de Volksunie. Lees meer
bleef het aantal VU-zetels gelijk (al was er wel een lichte vooruitgang in stemmen), daar waar het VB voor de eerste keer twee Kamerleden kreeg ( Filip Dewinter Dewinter, Filip
Filip Dewinter (1962) is een Vlaams-nationalistisch politicus voor het Vlaams Belang (tot 2004: Vlaams Blok). Lees meer
en Gerolf Annemans Annemans, Gerolf
Gerolf Annemans (1958) is een advocaat en de langst dienende volksvertegenwoordiger van het Vlaams Blok (sinds 2004: Vlaams Belang). Van 2012 tot 2014 was hij voorzitter van de partij. ... Lees meer
) en één senator (Dillen). Niettemin leidde dit tot een hernieuwde deelname van de VU aan gesprekken over een verdere staatshervorming en de daaraan gekoppelde Belgische regeringsdeelname. Na lange onderhandelingen onder leiding van Jean-Luc Dehaene Dehaene, Jean-Luc
Lees meer
kwam een akkoord tot stand tussen christendemocraten, socialisten en VU. De staatshervorming zou plaatsvinden in drie fasen en voorzag in een versterking van de deelgebieden,  waaronder hun rechtstreekse verkiezing in de derde fase. Het akkoord raakte veel gemakkelijker goedgekeurd in de partij. Ook de Vlaamse beweging was minder onverdeeld kritisch, al was er veel weerstand, met name tegen de ‘betonnering’ van de faciliteiten Faciliteiten
Al sinds de eerste taalwet (1873) voorzag de wetgever in faciliteiten. Deze tegemoetkomingen gaven aanleiding tot tegengestelde interpretaties door Nederlandstaligen en Franstaligen, zo ... Lees meer
. Zeker het VB was vernietigend.


Bijeenkomst van de vijf over een staatshervorming onderhandelende partijen (CVP, PS, SP, PSC en VU) in Kasteel Hertoginnedal, mei 1988. V.l.n.r. Jaak Gabriëls, Hugo Schiltz, Philippe Moureaux en Guy Spitaels. Foto Studio Dann. (ADVN, VFB2112/4)
Bijeenkomst van de vijf over een staatshervorming onderhandelende partijen (CVP, PS, SP, PSC en VU) in Kasteel Hertoginnedal, mei 1988. V.l.n.r. Jaak Gabriëls, Hugo Schiltz, Philippe Moureaux en Guy Spitaels. Foto Studio Dann. (ADVN, VFB2112/4)

De VU had recht op drie nationale regeringsleden. Het werden minister van begroting en wetenschapsbeleid Schiltz, minister van ontwikkelingssamenwerking André Geens Geens, André
André Geens (1941) was senator en minister van Ontwikkelingssamenwerking voor de Volksunie. Nadien was hij senator voor de VLD. Lees meer
en staatssecretaris voor het Brussels Gewest Jef Valkeniers Valkeniers, Jef
De Vlaamsgezinde geneesheer Jef Valkeniers (1932) was van 1960 tot 1993 als politicus actief in de Volksunie en vervolgens tot 2018 in de VLD en de Open Vld. Lees meer
Johan Sauwens Sauwens, Johan
Johan Sauwens (1951) was een Limburgs kopstuk van de Volksunie. Hij was onder meer Vlaams volksvertegenwoordiger en bekleedde verschillende ministerposten in de Vlaamse regering. In 2001 ... Lees meer
 kreeg in de Vlaamse regering verkeer en openbare werken, terwijl Vic Anciaux bevoegd werd voor migrantenbeleid, energie en brandweer in de Brusselse gewestregering. Zeker de nationale regeringsdeelname was geen groot succes: de derde fase van de staatshervorming werd almaar uitgesteld en ook in het amnestiedossier kwam geen schot. De partij was bovendien verdeeld over de abortuskwestie. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 verloor de VU fors, terwijl het VB vooruitging, vooral in Antwerpen. Boegbeeld Filip Dewinter had daar zeer sterk ingezet op de migrantenproblematiek, in de lijn van radicaalrechtse partijen in andere Europese landen – zoals het Front National in Frankrijk – die daarmee gaandeweg eveneens succes hadden geoogst. Intussen trachtte de VU zich te vernieuwen en te verbreden, wat veruitwendigd werd in een gedeeltelijke naamsverandering naar VU-Vlaamse Vrije Demokraten.

Uiteindelijk stapte de VU uit de nationale regering in 1991, uit onvrede over de druk van Franstalige partijen om wapens van FN-Herstal uit te voeren, met de val van het kabinet als gevolg. De partij werd daarvoor allerminst beloond bij de verkiezingen van 24 november 1991, waar ze met 9,3% van de stemmen 6 van haar 16 Kamerzetels verloor. Dat terwijl het VB met 10,3% haar aantal volksvertegenwoordigers verzesvoudigde (van 2 naar 12 Kamerleden en van 1 naar 6 senatoren) en de grootste Vlaams-nationalistische partij werd op wat bekend werd als Zwarte Zondag Zwarte Zondag
“Zwarte zondag” was de benaming voor de doorbraak van het Vlaams Blok (VB) bij de Kamer- en Senaatsverkiezingen van 24 november 1991. De overwinning zorgde voor een politieke schokgolf en... Lees meer
. Ook nationaal had het VB zijn focus in de campagne nu sterk op zijn anti-migratiestandpunten gelegd, wat duidelijk meer aansloeg dan de communautaire, Vlaams-nationalistische klemtonen uit het verleden. Door dit verkiezingssucces zag het VB zich echter steeds meer als de enige legitieme partijpolitieke vertaling van het Vlaams-nationalisme. De partij kwam daardoor in conflict met meer gematigde organisaties zoals het  IJzerbedevaartcomité IJzerbedevaartcomité
Lees meer
. Het Vlaams Blok werd ook door de andere partijen sterk veroordeeld voor haar migrantenprogramma, alsook voor haar banden met buitenlandse rechts-radicale of fascistische bewegingen. Het cordon sanitaire, een afspraak uit 1989 tussen alle andere partijen om nooit te besturen met het VB, werd later verschillende keren bevestigd. De voorstelling door de partij van haar zeer controversiële 70-puntenplan in 1992 (zie Vlaams Blok/Belang Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ‘Vlaams Blok’, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
), dat onder meer een terugkeerbeleid voor migranten inhield, leidde zo mogelijk tot nog meer afstand.


Karel Dillen in de studio van de toenmalige BRTN in Brussel na de verkiezingsoverwinning van het Vlaams Blok op 24 november 1991 (Zwarte Zondag). Achter Dillen staan Filip Dewinter en Frank Vanhecke. Rechts van Dillen zitten Magda Aelvoet, Patrick Dewael, Frank Vandenbroucke en Herman van Rompuy. (Amsab-ISG, fo014660)
Karel Dillen in de studio van de toenmalige BRTN in Brussel na de verkiezingsoverwinning van het Vlaams Blok op 24 november 1991 (Zwarte Zondag). Achter Dillen staan Filip Dewinter en Frank Vanhecke. Rechts van Dillen zitten Magda Aelvoet, Patrick Dewael, Frank Vandenbroucke en Herman van Rompuy. (Amsab-ISG, fo014660)

Een almaar diepere interne kloof

De VU bleef in de Vlaamse en Brusselse regeringen (respectievelijk met Sauwens en Anciaux), terwijl de nieuwe rooms-rode nationale regering de staatshervorming voltooide, waarmee het communautaire programma van de partij voor een groot stuk gerealiseerd was. Samen met de electorale neergang stortte dit de partij in een crisis. Voorzitter Gabriëls en een deel van de partijtop wilden meegaan in de verruimingsoperatie van de liberale partijleider  Guy Verhofstadt Verhofstadt, Guy
Guy Verhofstadt (1953) is een liberaal politicus die actief was en is op het nationale en internationale niveau. Onder zijn voorzitterschap vond er een verruiming plaats van de liberale p... Lees meer
, dit tot een nieuwe partij moest leiden. Een groot deel van de VU volgde echter niet, waarna Gabriëls in 1993 aftrad en samen met vooraanstaande leden als  Jef Valkeniers Valkeniers, Jef
De Vlaamsgezinde geneesheer Jef Valkeniers (1932) was van 1960 tot 1993 als politicus actief in de Volksunie en vervolgens tot 2018 in de VLD en de Open Vld. Lees meer
André Geens Geens, André
André Geens (1941) was senator en minister van Ontwikkelingssamenwerking voor de Volksunie. Nadien was hij senator voor de VLD. Lees meer
 en Hugo Coveliers overstapte naar de nieuwe  VLD Vlaamse Liberalen en Democraten
Lees meer
. Anderen sloten zich aan bij de CVP en bij andere partijen, waardoor stilaan geruchten opdoken over het einde van de Volksunie.
De nieuwe voorzitter, Bert Anciaux Anciaux, Bert
Bert Anciaux (1959) is advocaat en doctor in de Pedagogie. Hij stapte al vroeg in de politiek. Voor de Volksunie was hij zes jaar voorzitter en twee jaar voor VU&amp;ID. Hij was schepen i... Lees meer
, probeerde het tij te keren door nog meer dan vroeger andere thema’s naar voren te schuiven en de partij een progressief en jonger profiel aan te meten. Anciaux maakte het voortbestaan van de partij tot inzet van de verkiezingen van 1995 door het streefdoel van 300 000 kiezers naar voren te schuiven als voorwaarde om door te gaan. Met 338.188 kiezers bij de eerste rechtstreekse verkiezing van de Vlaamse Raad (zie Vlaams Parlement Vlaams Parlement
Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale België. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Neder... Lees meer
) werd dat doel bereikt, wat resulteerde in 9 verkozenen. In de Kamer vertaalden 283.515 stemmen zich in 5 zetels. Die verkiezingen waren ook opnieuw een succes voor het VB, dat met 475.677 kiezers 12,2% van de stemmen haalde. Het aanhoudende verkiezingssucces bracht een almaar groeiende partijfinanciering met zich mee, wat het VB toeliet zich steeds verder te professionaliseren. Na 18 jaar voorzitterschap duidde Karel Dillen zijn opvolger aan in de persoon van Frank Vanhecke Vanhecke, Frank
Frank Vanhecke (1959) was als rechterhand van stichter Karel Dillen van 1996 tot 2004 partijvoorzitter van het Vlaams Blok en vervolgens ook van 2004 tot 2008 van de erfopvolger het Vlaam... Lees meer
.


Affiche van het Vlaams Blok voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1994. (ADVN, VAFB275)
Affiche van het Vlaams Blok voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1994. (ADVN, VAFB275)

De VU was opnieuw gelanceerd, maar Anciaux koesterde grotere ambities inzake een politieke herverkaveling. In 1998 werd hij tijdelijk vervangen als partijvoorzitter door Patrik Vankrunkelsven Vankrunkelsven, Patrik
Lees meer
om hem de gelegenheid te geven de links-liberale verruimings- en vernieuwingsbeweging ID21 ID21
ID21 was een politieke beweging die in 1998 boven de doopvont werd gehouden door Volksunie (VU)-politicus Bert Anciaux. Eind november 1997 kreeg de Brusselse VU’er van zijn partij de toel... Lees meer
op te richten, die vervolgens een alliantie vormde met de VU, en zich vooral richtte op thema’s rond de zogeheten Nieuwe Politieke Cultuur. De alliantie kende een zeker succes bij de verkiezingen van 1999, met als resultaat 8 Kamerleden, 2 senatoren, 11 Vlaamse parlementsleden en 1 Brussels parlementslid. Maar de progressieve verruiming gekoppeld aan een meer pragmatische communautaire koers zette opnieuw de verhoudingen onder spanning met de meer radicale en rechtse of ‘klassieke’ Vlaams-nationalisten in de partij, een dynamiek in de partij die herinnerde aan die van 20 jaar eerder.

Net zoals toen, zou het uiteindelijk een nieuw communautair akkoord zijn waardoor de confrontatie volledig uitbarstte. Na 1999 werden op alle niveaus paars-groene coalities gevormd. Voor de Vlaamse regering haalde deze formule echter geen meerderheid, waardoor de VU erbij werd gevraagd. Die stelde als voorwaarde voor Vlaamse deelname dat er federaal een staatshervorming zou komen waaraan zij mee zou onderhandelen. Aangezien paars-groen federaal geen tweederde meerderheid had, waren de extra VU-stemmen sowieso nodig voor de goedkeuring daarvan. Na interne discussies mochten Bert Anciaux en Johan Sauwens Vlaams minister worden. Sauwens moest in mei 2001 echter opstappen na ophef over zijn aanwezigheid op een bijeenkomst van het Sint-Maartensfonds Sint-Maartensfonds
Het Sint-Maartensfonds (1953-2006) was een organisatie van Vlaamse oud-Oostfrontstrijders. Lees meer
, dat voormalige Oostfrontstrijders Oostfronters
Het begrip oostfronters duidt in de context van de geschiedenis van de Vlaamse beweging op Vlamingen die als vrijwilliger aan de zijde van Duitsland vochten tegen het Sovjetrussische Rod... Lees meer
en sympathisanten groepeerde, waarna hij werd opgevolgd door Paul van Grembergen Van Grembergen, Paul
Paul van Grembergen (1937-2016) was een politicus die zijn politieke carrière startte bij de Volksunie (VU). Voor die partij werd hij gemeente- en provincieraadslid, alsook kamerlid, sena... Lees meer
.

Intussen hadden voorstanders van de nationalistische lijn binnen de VU zich verenigd in de Oranjehofgroep. Eén van de trekkers daarvan, Geert Bourgeois Bourgeois, Geert
Geert Bourgeois (1951) is een Vlaams-nationalistisch politicus voor de N-VA. Hij was van 2014 tot 2019 minister-president van Vlaanderen. Lees meer
, werd in 2000 onverwacht door de leden als voorzitter verkozen in een strijd met Patrik Vankrunkelsven Vankrunkelsven, Patrik
Lees meer
. Het leidde tot conflicten met de partijraad, die meer op de gematigd progressieve lijn zat. De spanningen zouden zich verder uitkristalliseren naar aanleiding van het Lambermontakkoord, dat vooral onderhandeld werd door Vankrunkelsven en Anciaux, en verworpen werd door vier van de acht federale parlementsleden van de VU, onder wie Bourgeois. Pogingen door de paars-groene partijen om hen te overtuigen via bijkomende onderhandelingen, met name over het Brusselse Lombard-akkoord, mislukten (zie staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die België omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
).


Affiche van VU&ID voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2000, met van links naar rechts: Margriet Hermans, Geert Bourgeois, Johan Sauwens en Bert Anciaux. (ADVN, VAFA2212)
Affiche van VU&ID voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2000, met van links naar rechts: Margriet Hermans, Geert Bourgeois, Johan Sauwens en Bert Anciaux. (ADVN, VAFA2212)

Meer dan twee decennia nadat een vorig communautair akkoord, het Egmontpact, tot diepe tegenstellingen en afscheuringen had geleid, zouden de conflicten rond de vijfde staatshervorming de VU uiteindelijk fataal worden. Onder leiding van de laatste partijvoorzitter, Fons Borginon Borginon, Fons
Fons Borginon (1966) is een jurist en was volksvertegenwoordiger en laatste voorzitter van de Volksunie en kabinetsmedewerker voor de Vlaamse Liberalen en Democraten. Lees meer
, werd op 13 oktober 2001 een intern referendum georganiseerd over de vraag welke groep de naam Volksunie mocht overnemen. Geen van de drie groepen haalde echter de noodzakelijke absolute meerderheid. ‘Vlaams-Nationaal’ rond Bourgeois overtuigde wel de meeste leden (47,18%), in vergelijking met de Toekomstgroep van Anciaux (22,63%) en een middengroep met de ietwat ironische naam Niet Splitsen (30,18%). Laatstgenoemde groep hield snel op te bestaan.

Spirit, N-VA en Vlaams Blok/Belang

Terwijl het VB electoraal onoverwinnelijk leek, herrezen uit de as van de VU twee nieuwe partijen. De Toekomstgroep richtte samen met ID21 Spirit op, terwijl de groep Vlaams-Nationaal verder werkte als de Nieuw-Vlaamse Alliantie Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
(N-VA). Een reeks kopstukken sloot zich bij andere partijen aan.

De overlevingsstrijd van de VU-erfgenamen

Spirit werd opgericht in mei 2001 en had Annemie van de Casteele Van de Casteele, Annemie
Annemie van de Casteele (1954) was achtereenvolgens Kamerlid voor de Volksunie, voorzitter van Spirit en Senator voor de Vlaamse Liberalen en Demokraten. Lees meer
als eerste voorzitster. Het profiel was duidelijk links-liberaal. Al snel ontstond frictie over allianties met andere partijen. In november 2002 slaagde Bert Anciaux Anciaux, Bert
Bert Anciaux (1959) is advocaat en doctor in de Pedagogie. Hij stapte al vroeg in de politiek. Voor de Volksunie was hij zes jaar voorzitter en twee jaar voor VU&amp;ID. Hij was schepen i... Lees meer
er uiteindelijk in om Spirit een kartel te doen aangaan met sp.a Vooruit
Lees meer
, wat leidde tot de overstap van de voorzitster en andere kopstukken als Sven Gatz Gatz, Sven
De jurist en Brusselse Vlaming Sven Gatz (1967) bekleedde verkozen mandaten op lokaal, Brussels en Vlaams niveau voor de Volksunie (VU) en VU-ID21. In 2002 stapte hij over naar Open Vld e... Lees meer
en Vincent van Quickenborne naar Open VLD. Bart Staes vertrok naar AGALEV Groen
In 1982 werd onder de naam AGALEV in Vlaanderen een ecologische partij opgericht, die zich later Groen! noemde en vandaag Groen. Lees meer
.

De in november 2001 door Geert Bourgeois Bourgeois, Geert
Geert Bourgeois (1951) is een Vlaams-nationalistisch politicus voor de N-VA. Hij was van 2014 tot 2019 minister-president van Vlaanderen. Lees meer
opgerichte N-VA, die het partij-apparaat van de VU erfde, profileerde zich veel meer op het centrumrechtse deel van het politieke spectrum, maar in de eerste plaats als een Vlaams-nationalistische én separatistische partij, die koos voor ‘de onafhankelijke republiek Vlaanderen, lidstaat van een democratische Europese Unie’, zoals het eerste artikel van de statuten stipuleerde. De eerste verkiezingen waren een zware teleurstelling: enkel in de kieskring West-Vlaanderen werd de kiesdrempel gehaald, waardoor Bourgeois het enige Kamerlid werd. Voor Spirit en boegbeeld Anciaux was diezelfde stembusslag als onderdeel van het zegevierende kartel sp.a/Spirit ondertussen een eclatant succes. Mede door opvolging van sp.a-mandatarissen die minister werden of in het Vlaams Parlement bleven telde Spirit uiteindelijk 6 Kamerleden. Anciaux, die in 2002 nog ontslag genomen had als Vlaams minister, werd in de regering Verhofstadt II federaal minister voor mobiliteit en sociale economie. Dat het Vlaams Blok intussen voor de vijfde verkiezing op rij zijn aantal Kamerleden had weten op te trekken – dit keer met 761.407 stemmen naar 18 – ging in vergelijking met vroeger eerder onopgemerkt voorbij. Het leek erop dat de progressieve variant van het partijpolitieke Vlaams-nationalisme na de interne strijd in de VU te hebben verloren dan toch de strijd om politieke relevantie won, terwijl de nationalistisch-conservatieve strekking voor haar overleven moest vrezen.

Nog geen jaar later, bij de Vlaamse verkiezingen van juni 2004, zag dat plaatje er echter totaal anders uit. Na een eerste mislukte poging in de zomer van 2003 hadden CD&V, onder leiding van Yves Leterme Leterme, Yves
Yves Leterme (1960) was christendemocratisch minister-president (2004-2007) van de Vlaamse Regering en eerste minister (2008-2011) van de federale regering. Hij ijverde voor confederalism... Lees meer
, en de N-VA van Geert Bourgeois op 14 februari een alliantie gesloten: voor CD&V leek dit de enige manier om opnieuw de grootste te worden (zie katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&amp;V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
), voor N-VA was het een kwestie van overleven (zie Vlaams Kartel Vlaams Kartel
Lees meer
). Het kartel focuste in zijn campagne onder meer op de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV). Hoewel het kartel in 2004 eigenlijk niet meer dan de opgetelde slechte score van CD&V en N-VA uit 2003 had behaald, was dit voldoende om de grootste formatie te worden en als grote overwinnaar uit de bus te komen, temeer daar sp.a/Spirit beduidend onder haar score van 2003 bleef en ook de liberalen heel wat stemmen moesten inleveren.

De partij die de grootste sprong vooruit maakte, was echter het VB, dat van 22 naar 32 zetels ging en met 981.587 stemmen (24,15%) haar grootste overwinning ooit behaalde. De crisis rond het ‘migrantenstemrecht’ en de daaropvolgende goedkeuring ervan kan de electorale verschuivingen mee verklaren. Wat ook zal hebben meegespeeld is dat het VB twee maanden voor de verkiezingen (via drie van haar vzw’s) veroordeeld werd voor racisme Racisme
Lees meer
door het Gentse Hof van Beroep en daarop inspeelde in haar campagne. Omdat de partij naar het Hof van Cassatie trok, was ze bij de verkiezingen van 2004 nog onder de naam ‘Vlaams Blok’ kunnen opkomen. Toen in november dat jaar dat Hof de veroordeling bevestigde, wijzigde de partij haar naam in ‘Vlaams Belang’.


Na de veroordeling voor racisme veranderde het Vlaams Blok van naam. De partij heette nu Vlaams Belang. Affiche voor de federale verkiezingen van 2007. (ADVN, DA672/18)
Na de veroordeling voor racisme veranderde het Vlaams Blok van naam. De partij heette nu Vlaams Belang. Affiche voor de federale verkiezingen van 2007. (ADVN, DA672/18)

Meteen na de verkiezingen was het VB ook voor de eerste keer uitgenodigd voor een formeel gesprek in het kader van een regeringsvorming, meer bepaald door Leterme die daartoe het initiatief kreeg en een signaal aan de VB-kiezers wou geven. Nog steeds dacht geen enkele partij er echter aan met het VB een regering te vormen. Daarom werd het uit noodzaak een klassieke tripartite, waarin echter ook de twee Vlaams-nationalistische kartelpartners van CD&V en sp.a vertegenwoordigd waren. Via deze weg kwamen tegenstanders Anciaux en Bourgeois elkaar opnieuw tegen als minister in de Vlaamse regering Leterme. Die nam in haar regeerakkoord op dat BHV ‘onverwijld’ gesplitst moest worden, waarmee zij de federale regering Verhofstadt II onder druk zette. Toen Spirit-voorzitter Geert Lambert in 2005 het compromisvoorstel rond BHV afwees, daarmee aangevend dat ook Spirit de Vlaams-nationalistische waarden hooghield, belandde het dossier in de koelkast.

Als partijvoorzitter van N-VA werd Bourgeois opgevolgd door Bart de Wever De Wever, Bart
Bart de Wever (1970) is een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij is sinds 2004 voorzitter van de N-VA, die onder zijn voorzitterschap de grootste partij van België werd. Sinds 2013 is hi... Lees meer
. Nadat hij in 2006 Jean-Marie Dedecker Dedecker, Jean-Marie
Lees meer
binnenhaalde, die door Open VLD was uitgesloten, dreigde CD&V ermee het kartel met N-VA op te blazen. De Wever koos voor het kartel, waardoor er gesprekken volgden tussen Dedecker en het VB, maar ook deze poging om tot een ‘Forza Flandria’ komen strandde, net zoals de eerdere poging die het VB en N-VA al hadden ondernomen. Dedecker richtte in allerijl zijn eigen partij op voor de federale verkiezingen van 2007 (zie Lijst Dedecker), wat hem onverwacht vijf zetels opleverde. Spirit verloor als onderdeel van het kartel met sp.a mee de verkiezingen, alsook haar meeste federale verkozenen. Het VB, dat bij de Antwerpse Antwerpen
Lees meer
gemeenteraadsverkiezingen van 2006 een symbolische klap had moeten incasseren toen sp.a/Spirit onder leiding van Patrick Janssens de grootste formatie werd, ging er tegenover 2003 nog licht op vooruit, maar boerde achteruit tegenover 2004, het begin van een gestage neergang. Dat terreinverlies deed nu ook binnen het VB debatten en conflicten losbarsten, onder meer over de vraag of het strategisch niet interessanter zou zijn een meer gematigde koers te varen, weg van de vaak harde en provocerende taal van een boegbeeld als Dewinter Dewinter, Filip
Filip Dewinter (1962) is een Vlaams-nationalistisch politicus voor het Vlaams Belang (tot 2004: Vlaams Blok). Lees meer
. Zo ondernam Vanhecke een vruchteloze poging om de partij uit het cordon sanitaire te halen door haar in de richting van een rechtse beleidspartij te doen evolueren. De inhoudelijke meningsverschillen entten zich ook op een almaar groeiende persoonlijke anomisiteit tussen een aantal boegbeelden, die onder meer zou leiden tot het ontslag uit de partij van Frank Vanhecke Vanhecke, Frank
Frank Vanhecke (1959) was als rechterhand van stichter Karel Dillen van 1996 tot 2004 partijvoorzitter van het Vlaams Blok en vervolgens ook van 2004 tot 2008 van de erfopvolger het Vlaam... Lees meer
, die in 2008 het voorzitterschap al had doorgegeven aan Bruno Valkeniers Valkeniers, Bruno
Bruno Valkeniers (1955) was werkzaam in de haven en vanaf 2006 was hij politicus voor het Vlaams Belang. Voor deze partij was hij gemeente- en provincieraadslid in Antwerpen, Kamerlid en ... Lees meer
.

De federale verkiezingen van 2007 waren opnieuw een succes voor CD&V/N-VA. De regeringsvorming liep echter allesbehalve van een leien dakje, onder meer omdat het intussen tot grote proporties opgeblazen dossier BHV nu op het bord van formateur Leterme terechtkwam. Een structureel probleem was ook de wens om een nieuwe staatshervorming te onderhandelen in het kader van een regeringsvorming met de christendemocratische en de liberale partijen, die niet de benodigde tweederde meerderheid haalden.

Het einde van de kartels

De regeringsvorming zette de verhoudingen tussen CD&V en N-VA geregeld onder druk. Na de interim-regering Verhofstadt II kon Leterme in maart 2008 uiteindelijk toch premier worden. N-VA stelde echter als voorwaarde voor steun dat er tegen de zomer een akkoord zou worden gevonden over de staatshervorming. Dat dit uiteindelijk niet gebeurde, leidde ertoe dat in september 2008 het kartel werd verbroken en Bourgeois uit de Vlaamse regering stapte. Ook het kartel tussen sp.a en Vl.Pro – de nieuwe naam die Spirit aannam in april 2008 als onderdeel van een vernieuwingspoging – kwam onder druk te staan. Er was druk om op te gaan in een nieuwe beweging met de socialisten, een project dat ook Anciaux steunde. De partij wenste echter onafhankelijk te blijven, waarna Anciaux en enkele anderen overstapten naar sp.a. Om nogmaals een nieuwe start te nemen werd de naam begin 2009 alweer veranderd naar Sociaal-Liberale Partij, waarin het links-liberalisme, dat altijd al de onderliggende ideologie was geweest, nog meer werd veruitwendigd. Na dramatische verkiezingen in 2009 (1,09% voor het Vlaams Parlement) kwam er een fusie met Groen!, waarin de SLP de facto werd opgeslorpt. Daarmee verdween het partijpolitieke progressieve Vlaams-nationalisme.

De N-VA slaagde er bij diezelfde verkiezingen echter alsnog in als onafhankelijke partij door te breken met een onverwachte 13,06% van de stemmen, wat resulteerde in 10 Vlaamse parlementszetels. Voorzitter De Wever groeide inmiddels uit tot een Bekende Vlaming Bekende Vlaming
Bekende Vlaming (BV) is een term waarmee sinds de jaren 1990 bekende personen in Vlaanderen aangeduid worden. Sinds de komst van commerciële televisie nemen zij in het Vlaamse medialandsc... Lees meer
, waarvoor bovenal zijn talrijke reeks deelnames aan de televisiequiz De slimste mens ter wereld symbool stond. N-VA sloot een deal met sp.a om samen toe te treden tot de Vlaamse regering onder leiding van Kris Peeters Peeters, Kris
Kris Peeters (1962) is jurist. Hij is cd&amp;v-politicus en voormalig UNIZO-topman. Peeters werd Vlaams minister in 2004 en was minister-president van 2007 tot 2014. Van 2014 tot 2019 was... Lees meer
, waaruit de liberalen werden weggehouden. N-VA schoof vooral communautaire eisen naar voor als de oprichting van een Vlaams energiebedrijf, de uitbouw van een embryonale Vlaamse sociale zekerheid in de vorm van een kindpremie en hospitalisatieverzekering alsook de versterking van de Vlaamse diplomatieke vertegenwoordiging in het buitenland. Geert Bourgeois kreeg als Vlaams minister het onverwachte gezelschap van Philippe Muyters, die bij de Vlaamse werkgeversorganisatie (VOKA )werd weggeplukt (zie Bedrijfsleven Bedrijfsleven
Onder impuls van intellectuelen, ondernemers en gesalarieerde kaders verkreeg de Vlaamse beweging een economische oriëntatie. De uitbouw van een Vlaams bedrijfsleven behelsde een politiek... Lees meer
). De federale regering Leterme II slaagde er in die periode nog steeds niet in een oplossing voor BHV te vinden. De vertragingen in het dossier waren de aanleiding voor de nieuwe Open VLD-voorzitter Alexander de Croo om de regering in 2010 te laten vallen.


Bij de regionale verkiezingen van 7 juni 2009 brak de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) door met een onverwachte 13,1% van de stemmen. Van links naar rechts: Geert Bourgeois, Paul de Ridder, Helga Stevens, Ben Weyts, Bart de Wever, Frieda Brepoels. Foto N-VA.
Bij de regionale verkiezingen van 7 juni 2009 brak de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) door met een onverwachte 13,1% van de stemmen. Van links naar rechts: Geert Bourgeois, Paul de Ridder, Helga Stevens, Ben Weyts, Bart de Wever, Frieda Brepoels. Foto N-VA.

N-VA en Vlaams Belang

Van Vlaams-nationalistische naar rechts-liberale focus

Tijdens de verkiezingscampagne van 2010 profileerde de N-VA zich vooral rond het thema ‘confederalisme’ (zie federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
). Hoewel de partij dat concept nog niet concreet had uitgewerkt, sprak ze er al sinds enkele jaren over en niet meer over een onafhankelijk Vlaanderen, wetende dat het draagvlak onder de Vlaamse bevolking hiervoor zeer beperkt was. Het waren andere partijen die tijdens de campagne wezen op het separatistische karakter van N-VA, ervan uitgaande dat dit potentiële kiezers zou kunnen afschrikken. Naast het verdwijnen van de retoriek rond separatisme, evolueerde onder De Wever ook de argumentatie die gebruikt werd om voor meer Vlaamse autonomie te pleiten. Gaandeweg werd het klassieke nationalistische discours, dat autonomie naar voren schoof als een logisch, legitiem en noodzakelijk doel wegens het bestaan van een Vlaamse identiteit en natie, vervangen door een narratief waarin autonomie als middel diende om andere politiek-maatschappelijke doelstellingen te bereiken. Concreet ging het dan over een rechtser beleid, vooral op socio-economisch en migratievlak, dat meer in de lijn  van de wensen van de Vlamingen zou liggen, maar onmogelijk te realiseren zou zijn op federaal niveau, vooral door de electorale kracht van de PS in het zuiden van het land. Zo werd die PS, en bij uitbreiding ook de Vlaamse socialisten, steeds meer de antipode van de N-VA. Het ging daarbij duidelijk om een poging om de grote groep Vlamingen – met name teleurgestelde kiezers van CD&V, Open VLD en VB – te overtuigen die niet zozeer wakker lag van Vlaamse autonomie, maar wel een rechtser beleid wenste.

De strategie sloeg aan, want N-VA haalde in 2010 een grote verkiezingsoverwinning: 27,8% van de Vlaamse kiezers vertaalde zich in 27 Kamerzetels. Een grote stap voor de nog jonge partij, die zich in ijltempo professionaliseerde, inclusief een strakke partijdiscipline. Dat was ook nodig omdat de partij nu zelfstandig moest onderhandelen over de splitsing van BHV en een zesde staatshervorming met geroutineerde partijen als de PS. Daarbij kwam binnen de N-VA ook de aloude Vlaams-nationalistische tweestrijd rond beleidsdeelname weer aan de oppervlakte, die mee tot de splitsing van de VU en dus het ontstaan van de partij had geleid: hoe compromisbereid kan men zich opstellen op communautair vlak en is een Belgische regeringsdeelname te verantwoorden? Na meer dan een jaar verliet N-VA in juli 2011 de onderhandelingstafel. In overeenstemming met haar geëvolueerde positionering focuste de partij in haar communicatie tegen de nota van pre-formateur Di Rupo sterk op de te links bevonden socio-economische voorstellen. Uiteindelijk kwamen de acht andere partijen zonder N-VA tot een akkoord over de zesde staatshervorming, waarbij evenwel voor het grootste deel de teksten werden behouden waarover de N-VA mee had onderhandeld. De regering Di Rupo werd gevormd, waartegen de N-VA de belangrijkste oppositiepartij zou worden.

Intussen stak de N-VA veel energie in de uitbouw van lokale afdelingen ter voorbereiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 2012, die eveneens een succes werden voor de partij. Vooral Antwerpen Antwerpen
Lees meer
was daarbij belangrijk, waar De Wever erin slaagde de eerste niet-socialistische burgemeester te worden sinds 1933 (met uitzondering van waarnemend oorlogsburgemeester Leo Delwaide Delwaide, Leo
Leo Delwaide (1897-1978) was advocaat en politicus voor achtereenvolgens de katholieke partij en de Christelijke Volkspartij. Als burgemeester van Antwerpen (1940-1944) speelde hij tijden... Lees meer
in 1940-1944). Het was een opsteker richting de opnieuw samenvallende verkiezingen van 2014. In de aanloop van die verkiezingen concretiseerde N-VA haar confederalisme aan de hand van een groots opgezet inhoudelijk congres. Het goedgekeurde model was geen echte confederatie (die immers een verdrag tussen onafhankelijke staten impliceert), maar probeerde wel zo dicht mogelijk in de buurt te komen: hoewel België op het internationale toneel de gesprekspartner bleef, zou intern de Belgische grondwet vervangen worden door een Vlaams-Waals verdrag en zou het ‘confederale’ parlement bestaan uit afgevaardigden van de Vlaamse en Waalse parlementen, net zoals de ‘confederale’ regering’ met een roterende premier, die sowieso nog maar zeer beperkte bevoegdheden zou overhouden (zie federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
). Opnieuw ingegeven door de wetenschap dat de meeste Vlamingen gehecht waren aan het voortbestaan van België en goeddeels onverschillig stonden tegenover de Vlaamse staatsvorming werd dit plan tot verregaande opsplitsing in de toelichting van voorzitter De Wever in de media echter voorgesteld als een België 2.0 met nog belangrijke gedeelde bevoegdheden, wat tot een pacificatie tussen Vlamingen en Walen zou leiden. Ondanks het confederalisme-congres liet N-VA tijdens de campagne ook doorschemeren dat ze de voorkeur zou kunnen geven aan een ‘socio-economische herstelregering’ en dus niet noodzakelijk een staatshervorming als voorwaarde zou stellen voor regeringsdeelname. Tegelijk bleef ze zich wel richten tot de klassieke Vlaams-nationalistische achterban, onder meer door de derde plaats op de Antwerpese Kamerlijst aan te bieden aan Peter de Roover De Roover, Peter
Peter de Roover (1962) is een Vlaams-nationalistisch politicus voor de N-VA. Sinds 2016 is hij fractieleider in de Kamer. Lees meer
, als politiek secretaris van de Vlaamse Volksbeweging Vlaamse Volksbeweging
De Vlaamse Volksbeweging (VVB) was een Vlaams-nationalistische drukkingsgroep, die werd opgericht in 1952 en tot het begin van de jaren 1970 een breder publiek mobiliseerde voor Vlaamsge... Lees meer
een boegbeeld van wat op dat moment nog overbleef van de Vlaamse beweging. Ook op thema’s als migratie en integratie bleef N-VA zich scherp profileren.

Van oppositie naar Belgische bestuurspartij

De verkiezingen van 2014 waren de grootste overwinning ooit voor N-VA, dat nu bijna een derde van de Vlaamse stemmen haalde (32,5 % en 33 zetels in de Kamer, 31,88% en 43 zetels in het Vlaams Parlement). Tegelijk was het VB naar een historisch dieptepunt gezakt (5,9 en 3 zetels in de Kamer, 5,9 % en 6 zetels in het Vlaams Parlement). Ook Gerolf Annemans Annemans, Gerolf
Gerolf Annemans (1958) is een advocaat en de langst dienende volksvertegenwoordiger van het Vlaams Blok (sinds 2004: Vlaams Belang). Van 2012 tot 2014 was hij voorzitter van de partij. ... Lees meer
, die sinds 2012 voorzitter was, kon het tij niet keren en moest een zware sanering van de partij doorvoeren, maar stond ook in voor een zekere vernieuwing door jongere politici te lanceren.

In de lijn van haar campagne maakte de N-VA in de daaropvolgende regeringsonderhandelingen een radicale breuk met de historische traditie van het partijpolitieke Vlaams-nationalistisme om enkel Belgische regeringsdeelname te overwegen in ruil voor een voldoende grote vooruitgang inzake Vlaamse autonomie. De partij zou toetreden tot de regering Michel zonder één enkele communautaire eis. Het N-VA-discours waarin Vlaamse autonomie als een middel werd voorgesteld om een rechtser beleid te bewerkstelligen had als logisch gevolg dat de partij tot regeringsdeelname bereid moest zijn als er op federaal vlak een centrumrechtse regering kon worden gevormd zonder de PS. Zeker omdat die verwachting intussen was gecreëerd bij werkgeversorganisaties als VOKA en de talrijke (centrum-)rechtse kiezers. Het was ook duidelijk dat het kompas van N-VA gericht was op federale regeringsdeelname, eisen stellen voor een staatshervorming op een moment dat geen enkele andere partij daar voor openstond, zou dat onmogelijk hebben gemaakt. Ondanks kritiek vanuit de Vlaamse beweging werd de federale regeringsdeelname massaal goedgekeurd door het N-VA-congres: slechts 3 van de zowat 2500 aanwezigen stemden tegen. In haar keuze voor portefeuilles wou N-VA duidelijk haar rechtse profiel op socio-economisch, veiligheids- en migratievlak verder uitbouwen. Zo stuurde ze Jan Jambon Jambon, Jan
Jan Jambon (1960), informaticus, brak in 1988 met de VU en werd een prominente figuur in de Vlaamse Volksbeweging. Hij pleitte voor een onafhankelijk Vlaanderen in de EU. In 2006 trad hi... Lees meer
naar de federale regering als vicepremier en minister van veiligheid en binnenlandse zaken, Steven Vandeput als minister van defensie, Johan van Overtveldt als minister van financiën, Theo Francken Francken, Theo
Lees meer
als staatssecretaris voor asiel en migratie, terwijl Elke Sleurs Sleurs, Elke
Elke Sleurs (1968) is gynaecologe van opleiding en politica voor de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA). Ze stamt uit een Vlaams-nationalistisch gezin en zetelt sinds 2014 in het Vlaams Parlem... Lees meer
staatssecretaris voor onder meer gelijke kansen en armoedebestrijding werd. Het besturen van departementen als binnenlandse zaken, defensie en asiel en migratie, die nauw verbonden zijn met het concept van de natiestaat, gekoppeld aan de ideologische keuze voor een law and order-politiek (investeringen in het Belgisch leger, de staatsveiligheid, strengere nationaliteitswetgeving, …) maakte dat N-VA-mandatarissen in zekere zin onvermijdelijk ook meewerkten aan de versterking van de Belgische staat, ook al werd er tegelijk bespaard op de federale overheid.

De verkiezingsoverwinning van N-VA leidde er ook toe dat de Vlaamse regering met Geert Bourgeois voor het eerst een Vlaams-nationalistische minister-president kreeg. De vorming van die regering werd echter mee bepaald door de federale formatie: omdat het cdH niet wilde deelnemen, was Open VLD nodig. Laatstgenoemde partij eiste ook in de Vlaamse regering te komen, die intussen al bijna gevormd was tussen N-VA en CD&V. De communautaire standstill die federaal werd afgesproken en het feit dat dezelfde Vlaamse partijen in beide regeringen zaten, maakten dat ook de Vlaamse regering de communautaire trom niet sterk zou roeren. Algemeen kwam de regering Bourgeois – waarin verder Liesbeth Homans Homans, Liesbeth
Historica Liesbeth Homans (1973) is sinds de oprichting van de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) actief in deze partij, waarvan zij een van de vrouwelijke boegbeelden is. Zij was onder meer... Lees meer
, Ben Weyts Weyts, Ben
Ben Weyts (1970) is politicus en voormalig Kamerlid voor de N-VA. Sinds 2014 is hij minister in de Vlaamse regering. In 2019 werd hij viceminister-president. Lees meer
en Philippe Muyters toetraden – doorgaans niet daadkrachtig en overtuigend uit de verf, wat bij N-VA voor frustraties zorgde en als gevolg had dat Bourgeois vervolgens geen tweede termijn meer zou worden gegund.


Samenstelling van de Vlaamse regering-Bourgeois, 2014. Met Geert Bourgeois (midden) kreeg de Vlaamse regering voor het eerst een Vlaams-nationalistische minister-president. Foto Joris Casaer. (Vlaams Parlement)
Samenstelling van de Vlaamse regering-Bourgeois, 2014. Met Geert Bourgeois (midden) kreeg de Vlaamse regering voor het eerst een Vlaams-nationalistische minister-president. Foto Joris Casaer. (Vlaams Parlement)

Hoewel de N-VA plots vele minsterposten en bijbehorende kabinetten moest invullen, slaagde ze er al met al goed in zich verder als bestuurspartij te ontpoppen en via het ministerschap nieuwe populaire namen te lanceren. Jan Jambon en Theo Francken scoorden zelfs goed bij Franstalige Belgen. De regering Michel ging echter van bij de start gebukt onder continue conflicten tussen de Vlaamse partijen en dan vooral tussen N-VA en CD&V, dat zich onder meer verzette tegen al te rechtse socio-economische maatregelen. De keuze van federaal vicepremier Kris Peeters om naar Antwerpen te verhuizen en De Wever uit te dagen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 zette de verhoudingen verder onder spanning. De Wever slaagde er gemakkelijk in burgemeester te blijven, maar globaal waren de lokale verkiezingen vooral een onverwacht succes voor Vlaams Belang, dat er na lange tijd weer in slaagde om een electoraal succes te boeken, dit keer meer in suburbane gebieden (en dan vooral in West-Vlaamse gemeenten) dan in de steden. Na de zware verkiezingsnederlaag van 2014, had de partij een vernieuwingsoperatie ingezet onder leiding van de nieuwe, jonge voorzitter Tom van Grieken Van Grieken, Tom
Tom van Grieken (1986) is volksvertegenwoordiger en partijvoorzitter van het Vlaams Belang. Lees meer
. Die slaagde erin onder meer van N-VA kiezers terug te winnen, waaronder er wellicht heel wat teleurgesteld waren door het migratiebeleid van de partij, ondanks de scherpe en vaak controversiële profilering van Theo Francken.

De heropstanding van Vlaams Belang

Het succes van Vlaams Belang had naar alle waarschijnlijkheid een impact op de federale regeringscrisis die kort daarna ontstond rond de ondertekening door België van het VN-migratiepact. Hoewel die ondertekening al een proces had doorlopen in de federale regering, verzette N-VA, en dan vooral staatssecretaris Francken, zich daartegen. Dit was echter onaanvaardbaar voor de andere regeringspartijen, wat er uiteindelijk toe leidde dat N-VA in december 2018 de regering verliet. Haar poging om het eigenaarschap van het migratiethema te blijven claimen in de strijd met VB draaide voor N-VA verkeerd uit. Bij de samenvallende verkiezingen van 2019 bleef de partij weliswaar de grootste, maar ze zag in de Kamer en in het Vlaams Parlement maar liefst zo’n vijfde van haar kiezers uit 2014 vertrekken. Daardoor kwam ze uit op respectievelijk 25,6% en 24,8%, goed voor 25 zetels (-8) in de Kamer en 35 (-8) in het Vlaams Parlement. Dat VB vooruit zou gaan ten opzichte van 2014 was verwacht, maar niet dat de sprong zo groot zou zijn: in de Kamer steeg de partij van 5,9% naar 19,1%, waardoor ze haar aantal zetels eensklaps verzesvoudigde (van 3 naar 18), in het Vlaams Parlement ging het van 5,9% naar 18,50% en van 6 zetels naar 23. Een van de nieuwe verkozenen was Dries van Langenhove Van Langenhove, Dries
Lees meer
, de leider van de rechts-radicale en ultra-nationalistische jeugdorganisatie Schild en Vrienden, die eind 2018 in opspraak was gekomen. De keuze om hem de Vlaams-Brabantse lijst te laten trekken (naar eigen zeggen als ‘onafhankelijke’) vertroebelde het beeld dat Van Grieken de partij salonfähig probeerde te maken. Omdat het verlies voor N-VA minder groot was dan de winst voor VB, kwam de optelsom van beide Vlaams-nationalistische partijen hoger uit dan in 2014. Na de verkiezingen werd Van Grieken samen met de andere partijvoorzitters uitgenodigd door Koning Filip. Een primeur, waarbij het minstens even verrassend was dat het Koninklijk Paleis de VB-voorzitter uitnodigde als dat deze laatste de invitatie accepteerde. Het toonde dat het VB geëvolueerd was tot een partij die niet te allen koste buiten het politieke systeem wou blijven staan en die – hoe hypothetisch ook – in principe bereid was tot regeringsdeelname.

De Wever, die op Vlaams niveau het initiatief kreeg om een regering te vormen, voerde in de zomer van 2019 wekenlange gesprekken met VB. Dat beide partijen uiteindelijk niet met elkaar in zee gingen, was volgens kopstukken als Jambon en Francken de verantwoordelijkheid van CD&V en Open VLD, die zich verzetten tegen een coalitie met VB. Later zou De Wever echter stellen dat hij ook fundamentele bezwaren tegen een coalitie met VB koesterde, wat evenwel ingegeven kon zijn door de keuze om de partij opnieuw op het centrumrechtse deel van het politieke schaakbord te positioneren. Alleszins werd uiteindelijk de Vlaamse centrum-rechtse coalitie tussen N-VA, Open VLD en CD&V voortgezet, maar dan geleid door Jan Jambon.

Na enige interne twijfel leek N-VA bereid tot het vormen van een federale coalitie met de PS, hoewel de daartoe uitgedachte coalitieformules niet aan de benodigde meerderheid zouden komen voor een staatshervorming. Bij de PS lag dit gedurende een jaar echter zeer moeilijk. Zelfs een poging tot het vormen van een noodregering bij het uitbreken van de Coronacrisis in maart 2020 mislukte. In de zomer van dat jaar kwamen PS en N-VA, met in hun zog CD&V, sp.a en cdH, dan toch tot de basis van een mogelijk akkoord: in ruil voor sociale toegevingen aan de PS, kreeg de N-VA onder meer een vooruitzicht op staatshervorming, aan de hand van vormen van voorlopige defederalisering en asymmetrisch regionaal beleid rond federale bevoegdheden als arbeidsmarkt en gezondheidszorg. Rond deze deal viel echter zelfs geen gewone meerderheid te bouwen, omdat de liberale partijen er geen brood in zagen. Een poging van De Wever om Open VLD en MR uit elkaar te spelen, slaagde er enkel in deze partijen dichter bij elkaar te brengen.

Uiteindelijk werd de Vivaldi-regering gevormd, waardoor de N-VA in de oppositie terechtkwam. Tijdens de Coronacrisis vond ze daar niet helemaal haar draai en slaagde ook de Vlaamse regering Jambon er niet in om zich krachtdadig te profileren. Voor die laatste bleek dat een fundamenteler probleem, dat zich ook later in de legislatuur de kop zou opsteken, ondanks de zichtbaarheid van rijzende ster Zuhal Demir Demir, Zuhal
Lees meer
en een vrij gezonde begroting. Zeker op een ogenblik dat N-VA de Vlaamse regering nodig had om het verschil te maken tegenover het federale bestuur, leidde dit opnieuw tot frustraties binnen de partij. Het stond gaandeweg in de sterren geschreven dat het ook voor Jan Jambon bij één termijn als Vlaams minister-president zou blijven. Het leek erop dat oppositievoeren tegen België N-VA beter lag dan het vormgeven van het Vlaamse zelfbestuur. In die context rezen steeds meer speculaties over de vraag of N-VA en VB bij de verkiezingen van 2024 samen een meerderheid van de stemmen zouden halen en of dit dan zou leiden tot een coalitie tussen beide Vlaams-nationalistische partijen en dus tot een eerste regeringsdeelname van de radicaal-rechtse variant van het partijpolitieke Vlaams-nationalisme.

Conclusie

In dit overzicht van een eeuw Vlaams-nationalistische partijvorming vallen veel wisselingen, maar toch ook een zekere continuïteit waar te nemen.

Zo was het succesvolle Vlaams-nationalisme altijd veeleer centrum- tot radicaal-rechts. In de afgelopen honderd jaar was er nooit een onafhankelijke, uitgesproken linkse of progressieve Vlaams-nationalistische partij die levensvatbaar was. Hoogstens bestonden er vooruitstrevende stromingen binnen partijen als de Frontpartij en de Volksunie, maar die waren niet dominant. Spirit was heel even succesvol, maar enkel als kartelpartner van de sociaaldemocraten.

Een andere constante is de blijvende worsteling van het partijpolitieke Vlaams-nationalisme met deelname aan de Belgische macht en het instemmen met communautaire compromissen. In het interbellum keert het VNV zich af van de democratische weg en het werken via een uitbreiding en verfijning van de taalwetten. Na de Tweede Wereldoorlog leidden zowel het Egmontpact als het Lambermontakkoord tot interne conflicten, afscheuringen en splitsingen binnen de Volksunie om te eindigen in de implosie van de partij.

Onderliggend speelde een anti-Belgisch sentiment een belangrijke rol. Twee collaboraties met de Duitse bezetter en de daarop volgende strafrechtelijke gevolgen hebben generaties Vlaams-nationalisten gevormd die met niets minder dan het verdwijnen van België genoegen namen. Aangezien dit streefdoel moeilijk - en na de zogeheten Grendelgrondwet Grendelgrondwet
De grendelgrondwet was de naam die Vlaamsgezinden gaven aan de grondwetsherziening van 1970-1971 wegens de ingebouwde waarborgen voor de Waalse minderheid tegenover de Vlaamse meerderheid... Lees meer
zelfs onmogelijk - was te realiseren langs wettelijke weg zonder een Franstalige meerderheid, stelde het de Volksunie en haar opvolgers voor een dilemma. Federalisme en de daaruit voortvloeiende staatshervormingen konden dit tijdelijk overbruggen.

Het VB had minder moeite met het dilemma. Zijn anti-Belgische opstelling vloeide naadloos over in een anti-systeemopstelling. De veroordeling wegens racisme in 2004 stelde de partij tegenover de Belgische wettelijkheid. De N-VA lost het dilemma voorlopig op met het vage concept confederalisme, maar gaf in 2021 bij monde van voorzitter De Wever te kennen dat de Belgische grondwet het onafhankelijke Vlaanderen niet in de weg mocht staan. N-VA en VB konden in 2019 bijna de helft van het Vlaamse electoraat bekoren, maar worden beide telkens opnieuw geconfronteerd met peilingen die aantonen dat slechts een kleine minderheid van de Vlamingen België wil zien verdwijnen.

Literatuur

– M.P. Herremans, La Volksunie (VU), in: Courrier Hebdomadaire du CRISP, nr. 148/169, 1962. 
Le Congrès de Malines de la Volksunie (14 et 15 décembre 1963), 1964, (Courrier Hebdomadaire du CRISP, nr. 230).
La Volksunie, 1966, (Courrier Hebdomadaire du CRISP, nr. 336/345).
– H. Elias, 25 jaar Vlaamse Beweging, 1914-1939, 1969, 4 dln.
– A.W. Willemsen, Het Vlaams-nationalisme. De geschiedenis van de jaren 1914-1940, 1969.
– W. Augustijnen, De samenstelling van de kandidatenlijsten van de Volksunie voor de parlementaire verkiezingen van 7 november 1971, in: Res Publica, jg. 14, 1972, nr. 2, pp. 279-286.
L’évolution récente de la Volksunie, 1973, (Courrier Hebdomadaire du CRISP, nr. 604/606).
– F. Van der Elst, Twintig jaar Volksunie (1954-1974). Een beknopt overzicht van de wording, de stichting en de geschiedenis van de Vlaams-nationale partij, 1974.
– L. Wils, Flamenpolitik en Aktivisme: Vlaanderen tegenover België in de Eerste Wereldoorlog, 1974.
– A.W. Willemsen, De Vlaamse Beweging II: van 1914 tot 1940, in: Twintig Eeuwen Vlaanderen, 1975, dl. 5.
– E. Raskin, Van binnenuit bekeken. De herinneringen van een V.U.-parlementslid, 1980.
– M. Ruys, De Volksunie: opgang, inzinking, uitdaging, in: Ons Erfdeel, jg. 23, 1980, nr. 1.
– J. Vinks, Van repressie tot Egmont. 35 jaar Vlaamse strijd, 1980.
– H. Todts, Hoop en wanhoop der Vlaamsgezinden. Kroniek van de Vlaamse Beweging, 1961-1981, 5 dln.
– H. Schiltz, Macht en onmacht van de Vlaamse Beweging, 1982.
– A. de Jonghe, De strijd Himmler-Reeder om de benoeming van een HSSPF te Brussel (1942-1944), in: Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, IV, 1976, pp. 5-152; V, 1978, pp. 5-178; VII, 1982, pp. 97-178.
– M. van Haegendoren, Van taalstrijd tot staatsvorming, 1983.
– G. van Gorp, De Vlaamse Beweging in Turnhout van 1840 tot 1940. Een eeuw partijvorming rond de taalstrijd in een provinciestadje, in: H. de Kok en E. Autenboer (red.), Turnhout, groei van een stad, 1983, pp. 348-350.
– W. Vandaele, Wij Vlaams-nationaal. 30 jaar Volksunie-pers doorgelicht, 1984.
– L. Vandeweyer, Robrecht De Smet in het Vlaamse Front 1918-1920, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 43, 1984, nr. 3, pp. 173-185.
– F. van der Elst, De Bewogen Jaren. Mijn memoires 1920-1958, 1985.
– R. d'Haese, De integratie van de resten der Christene Volkspartij in het Vlaams-nationalisme na WOI, in R. d'Haese, Daens in brons, 1985, pp. 55-67.
– H. Schiltz, Uitdaging aan de Vlaamse meerderheid, 1985.
– L. Vandeweyer, De eerste barsten in het Vlaamse Front, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 44, 1985, nr. 2, pp. 78-94.
– L. Vandeweyer, Machtsstrijd in het Vlaamse Front. Het afsterven van "Ons Vaderland", de geboorte van "Vlaanderen", in: Wetenschappelijke Tijdingen, 1985, jg. 44, nr. 4, pp. 206-224.
– B. Verhaert, De verhouding van volksvertegenwoordiger Thomas De Backer tot het VNV, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 43, 1984, nr. 4, pp. 230-242 en jg. 44, 1985, nr. 1, pp. 14-26.
– J. Creve, Recht en trouw: de geschiedenis van het Verdinaso en zijn milities, 1987.
– A. Gerlo, Kroniek van de Vlaamse Beweging 1965-1980, 1988.
– H. Todts, Staat in ontbinding? België: de jaren '80, 1988.
– L. Bosman, De Vlaamse Beweging na 1945: actualisering van de historische dualiteit, in: E. Witte e.a., Tussen restauratie en vernieuwing. Aspecten van de Belgische naoorlogse politiek (1944-1950), 1989, pp. 225-261.
– L. Wils, Honderd jaar Vlaamse Beweging, 1977-1989, 3 dln.
– L. Vandeweyer, Het katholieke Vlaams-nationalisme in Antwerpen naast het Vlaamse Front 1925-1931, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 50, 1990, nr. 4, pp. 193-197.
– P.J. Verstraete, Odiel Spruytte. Een priesterleven in dienst van het Vlaams nationalisme, 1990.
– D. Vanacker, Het Aktivistisch Avontuur, 1991.
– H. Gijsels, Het Vlaams Blok, 1992.
– K. Hoflack, Monologen met Hugo Schiltz, 1992.
– R. van Doorslaer e.a., Herfsttij van de 20ste eeuw. Extreem-rechts in Vlaanderen 1920-1990, 1992.
– L. Vos, De rechts-radicale traditie in het Vlaams-nationalisme, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 52, 1993, nr. 3, pp. 129-149.
– Br. de Wever, De Vlaams-nationalisten in de gemeentebesturen tijdens het Interbellum, in: De gemeenteraadsverkiezingen en hun impact op de Belgische politiek (1890-1970). Handelingen van het 16de Internationaal Colloquium te Spa, 2-4 september 1992, 1994, pp. 195-230.
– Br. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994.
– L. Wils, Vlaanderen, België en Groot-Nederland. Mythe en geschiedenis, 1994.
– Br. de Wever, Het Vlaams Nationaal Verbond in Limburg 1933-1945, in: Het Oude Land van Loon, jg. 50, 1995, pp. 23-49.
– Br. de Wever, Vlaams-nationalisme in de Gentse regio; 1914-1945, in: Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, jg. 49, 1995, pp. 265-281.
– J. van Dingenen, Zijn doel, zijn middelen: Staf De Clercq, het VNV, de collaboratie, 1995.
– M. Spruyt, Grove Borstels, 1995.
– Ba. de Wever, Herrijzenis van de Vlaams-nationalistische partijpolitiek (1949-1965). Het arrondissement Antwerpen, KULeuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1995.
– P.J. Verstraete, Reimond Tollenaere. Een biografie, 1996.
– Ba. de Wever, Het Vlaams-nationalisme na de Tweede Wereldoorlog. Verrijzenis of herrijzenis?, in: Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis, 1997, nr. 3, pp. 277-290.
– L. De Winter, The Volksunie and the dilemma between policy success and electoral survival in Flanders, in: L. De Winter & H. Tursan, Regionalist parties in Western-Europe, Londen, 1998.
– S. Govaert, La Volksunie. Du déclin à la disparition, 2002, (Courrier Hebdomadaire du CRISP, nr. 1748).
– J. Noppe & B. Wauters, Het uiteenvallen van de Volksunie en het ontstaan van de N-VA en Spirit: een chronologisch en morfologisch overzicht, in: Res Publica: Tijdschrift voor Politieke wetenschappen, jg. 30, 2002, nr. 2, pp. 397-471.
– J. Vekeman, Hugo Schiltz in de spiegel van de Belgische pers (1963-2006), UGent, masterproef, 2008.
– D. Sinardet, From consociational consciousness to majoritarian myth. Consociational democracy, multi-level politics and the Belgian case of Brussels-Halle-Vilvoorde, in: Acta Politica. International Journal of Political Science, jg. 45, 2010, nr. 3, pp. 346-369.
– D. Sinardet, Zwart, geel, groot. Het Vlaams-nationalisme na 1945, in: Reflector, 2012, nr. 5, pp. 14-19.
– D. Sinardet, Federal Reform and Party Politics. The case of the Fifth Belgian State Reform, in: Arthur Benz & Felix Knuepling, Changing Federal Constitutions: Lessons from International Comparison, Opladen / Farmington Hills, 2012, pp. 135-160.
– S. Beyens, K. Deschouwer E. Van Haute & T. Verthé, Born again, or born anew: Assessing the newness of the Belgian New-Flemish Alliance (N-VA), in: Party Politics, , jg. 23, 2015, nr. 4, pp. 389-399
– B. Wauters & N. Bouteca, Van Volksunie (VU) naar Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) : een analyse van de ideologische opvattingen van hun partijleden, in: Res Publica, 2016, jg. 58, nr. 3, pp. 317–337.
– P. Loobuyck & D. Sinardet, Belgium: a hard case for liberal nationalism, in: K. Banting & W. Kymlicka (red.), The Strains of Commitment. The Political Sources of Solidarity in Diverse Societies, 2017, pp. 389-419.
– D. Sinardet, L. De Winter, J. Dodeigne & M. Reuchamps, Language identity and voting, in: K. Deschouwer, K. (red.), Mind the gap. Political participation in Belgium, Colchester, 2018, pp. 113-132.
– Br. De Wever, F. Verdoodt, A. Vrints, Flemish Patriots and the Construction of the Nation: How the Flemish Nation Ceased to Be 'Small', Antwerpen, 2019, (NISE Essays, nr. 4).
– E. Clijsters, Volksunie/Vlaamse demokraten 1965: van “vurig begeerde eendracht” naar “misdadige broederstrijd”, in: WT, jg. 80, 2021, nr. 1, pp. 5-36 en nr. 2, pp. 101-129.
– R. Dandoy & D. Sinardet, The Separatism Debate in Flanders: Actors and Arguments, in: Annegret Eppler, Charlie Jeffery and Stefan August Lütgenau (red.), Qualified Autonomy and Federalism versus Secession in EU Member States, 2021, pp. 187-201.
– J-B. Pilet, Hard times for governing parties: the 2019 federal elections in Belgium, in: West European Politics, jg. 44, 2021, nr. 2, pp. 439-449
– D. Sinardet, Flemish Nationalism and the Left-Right Divide. Consequences for Constitutional Politics in Belgium, in: A. Lecours, N. Brassard-Dion & G. Laforest (red.), Constitutional Politics in Multinational Democracies, Montreal, 2021, pp. 132-157.
– D. Sinardet & J. Pieters, Nationalism and Covid in Belgium: A surprisingly united response in a divided federal country, in: Nationalism and Ethnic Politics, jg. 27, 2021, nr. 2, pp. 311-330.

Suggestie doorgeven

1975: Frans van der Elst (pdf)

1998: Bruno De Wever / Frank Seberechts

2023: Bruno De Wever / Dave Sinardet

Inhoudstafel