Romsée, Gerard

Persoon
Evrard Raskin (2023, ongewijzigd), Evrard Raskin (1998)
Volledige voornaam
Gérard Lambert Marie Ghislain
Geboorte
Guigoven, 11 oktober 1901
Overlijden
Sint-Lambrechts-Woluwe, 14 april 1976
Leestijd: 8 minuten

Was de zoon van welstellende Franssprekende ouders. Romsées vader was advocaat en beheerder van de goederen van een aantal adellijke families in Zuid-Limburg en in Waals Haspengouw. De jonge Gerard kreeg basisonderwijs van een huisleraar. In 1914 werd hij leerling van het Onze-Lieve-Vrouwcollege te Tongeren, waar hij met succes de Grieks-Latijnse humaniora volgde. Van huize uit was hij belgicist en francofiel, maar rond 1917 werd hij flamingant Flamingant
Flamingantisme is een term die met verschillende betekenissen wordt toegekend aan actoren binnen de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme. Lees meer
en zelfs Vlaams-nationalist. Dat gebeurde onder invloed van priester-leraar Eugeen Froidmont (1891-1957).

In 1920 trok Romsée naar de universiteit te Leuven. Hij volgde er rechten en thomistische wijsbegeerte. Vrij snel werd hij actief in flamingantische studentenverenigingen als het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond
Lees meer
(KVHV) en Amicitia Amicitia
Amicitia was een katholieke en Vlaamsgezinde studentenvereniging die in 1911 werd opgericht aan de Leuvense universiteit. Lees meer
. 0ok speelde hij een leidende rol in het Sint-Thomasgenootschap Sint-Thomasgenootschap
Het Sint-Thomasgenootschap was in 1897-1975 een godsdienstig genootschap in de Vlaamse universiteitssteden. De dominicaan Jules Callewaert voerde er de strijd aan voor de vernederlandsing... Lees meer
. In 1924 geraakte hij betrokken bij een scherp en langdurig conflict tussen enerzijds de Vlaamse studenten en anderzijds de (Franstalige) academische overheid. De studenten eisten dat zij hun flamingantische overtuiging in volle vrijheid mochten beleven en uitdragen, maar de academische overheid verzette zich hiertegen. Toen bleek dat de studenten niet door de knieën gingen, werd een aantal van hun leiders, onder wie Romsée, van de universiteit weggezonden. Hierop ontzegde vader Romsée, die van in den beginne had betreurd dat zijn zoon flamingant was geworden, hem de toegang tot de ouderlijke woonst. Gerard was nu aangewezen op de financiële steun die hem door een tante en vooral door een aantal prominente Vlaamsgezinden verdekt werd gegeven. Hij trok naar Parijs en Berlijn. In de Duitse hoofdstad volgde hij de leergang rechtsfilosofie. Inmiddels bereidde hij zich voor op examens voor de Centrale Examenjury. In 1926 behaalde hij het diploma van doctor in de rechten.

Romsée werd ten gevolge van zijn optreden tijdens de studentenrevolte van 1924-1925 in Leuven een relatief bekend figuur. In milieus van Vlaamsgezinden, studenten en intellectuelen werd hij als een martelaar van de Vlaamse zaak beschouwd. Zelfs tal van – vooral lagere – geestelijken sympathiseerden met hem. 0ok in zijn eigen Limburg Limburg
Lees meer
had hij veel aanzien verworven.

In april 1927 werd hij advocaat in Antwerpen. Eind 1930 bracht hij zijn kantoor over naar Brussel. Inmiddels was hij betrokken bij de activiteiten van het Katholiek Vlaamsch Oud-Hoogstudentenverbond Katholiek Vlaams Oud-Hoogstudentenverbond
Lees meer
(KVOHV), afdeling Antwerpen. Ook trad hij op als spreker op diverse flamingantische en Vlaams-nationalistische samenkomsten. Op 26 mei 1929 werd hij verkozen tot volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Tongeren-Maaseik. Na een aanvankelijke aarzeling verklaarde hij zich bereid om voor de Katholieke Vlaamsche Volkspartij Limburg Katholieke Vlaamsche Volkspartij van Limburg
De Katholieke Vlaamsche Volkspartij Limburg (KVVL) (1929-1936) werd door katholieke Vlaams-nationalisten in 1929 opgericht, haalde meteen parlementszetels en ging na de parlementsverkiezi... Lees meer
(KVVL) te kandideren. Deze partij stond organisatorisch los van de Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
. Zij huldigde een uitgesproken katholiek standpunt, zwoer bij een omvorming van de Belgische staat in federalistische zin en wilde niet weten van Groot-Nederland Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
. De KVVL groeide vanaf 1936 uit tot de tweede sterkste partij in Limburg. Ongeveer een vierde van de Limburgse kiezers stemde toen voor Romsée en zijn politieke vrienden. Limburg werd op electoraal vlak de sterkste Vlaams-nationale provincie.

Romsée was een belangrijke figuur in Limburg. Ook buiten de provincie speelde hij een vooraanstaande rol. Hij was een van de topfiguren in de Vlaams-nationale Kamerfractie en in 1939 werd hij, in opvolging van Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
, voorzitter van deze parlementaire groep. Hij kwam met veel gezag en aanzien regelmatig tussenbeide in de debatten en lag aan de basis van het akkoord van 6 oktober 1936 tussen het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV) en Rex Rex
Rex was een Belgische politieke partij (1935-1940) en een collaboratiebeweging in Franstalig België (1940-1944). Lees meer
. Ook werkte hij mee aan de totstandkoming en het afsluiten van het Beginselakkoord KVV-VNV Beginselakkoord KVV-VNV
Het beginselakkoord KVV-VNV werd ondertekend door vertegenwoordigers van de Katholieke Vlaamsche Volkspartij (KVV) en het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) op 8 december 1936. Het moest ee... Lees meer
van 8 december 1936.

Oorspronkelijk was Romsée democraat. Zeker vanaf het midden van de jaren 1930 evolueerde hij naar extreem-rechts Rechts-radicalisme
De rechts-radicale traditie begon toen het Vlaams-nationalisme in het interbellum koos voor Nieuwe Orde en collaboratie. Na de oorlog evolueerde radicaal-rechts in Vlaanderen van nostalgi... Lees meer
. Weliswaar was hij geen ideoloog en had hij in de eerste plaats oog voor de praktische kanten van de politiek, maar toch sprak hij zich uit voor een Nieuwe Orde. Hij meende dat het staatsbestuur niet langer verlamd mocht worden door partijtwisten en 'parlementair getreuzel'. Ook werd hij – zoals overigens veel katholieken – voorstander van een corporatief systeem ( corporatisme Corporatisme
Het corporatisme was in het interbellum, vooral in de crisisjaren 1930, een wijdverspreid, maar tegelijk vaag alternatief maatschappelijk en politiek model. Na de Tweede Wereldoorlog zou ... Lees meer
). Toch bleef hij duidelijk afstand houden van de radicale vleugel van het VNV, die hem overigens niet in het hart droeg.

Hoewel de KVVL in 1933 formeel tot het VNV was toegetreden, bleef zij tot na de succesvolle verkiezingen van 1936 een onafhankelijke koers varen. Pas dan sloeg zij de extreem-rechtse richting in. 0ok werd zij nu een gestructureerd onderdeel van het VNV. Natuurlijk had dit alles te maken met het feit dat Romsée, haar nummer één, naar rechts was geëvolueerd. Hij had wel gewacht met de heroriëntering van zijn partij, tot was gebleken dat het VNV het elders in Vlaanderen electoraal goed deed.

Na 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval in België, begon een tweede periode in Romsées politieke leven. Van in den beginne stemde het Limburgse Kamerlid zijn houding af op deze van koning Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiële houding en mee... Lees meer
. Hij keurde de capitulatie van het Belgisch leger goed en keerde zich tegen de regering-Hubert Pierlot, die was uitgeweken naar Frankrijk en zich vanaf oktober 1940 vanuit Londen opwierp als Belgiës enige wettelijke regering. Volgens Romsée was zij in haar verplichtingen zwaar tekortgeschoten en leidde zij een onwettelijk bestaan.

Tot juli 1940 had Romsée tal van contacten met topfiguren uit de koninklijke omgeving en met vooraanstaande politici als graaf Maurice Lippens Lippens, Maurice
Graaf Maurice Lippens (1875-1956) was een Belgisch liberaal politicus, senator voor het arrondissement Gent-Eeklo en minister van onderwijs. Lees meer
en Hendrik de Man De Man, Hendrik
Lees meer
. Leopold III dacht er toen aan een nieuwe regering te vormen. Volgens Romsées contactpersonen dienden de Vlaams-nationalisten hiervan deel uit te maken. Toen de juli-instructies van Adolf Hitler een einde maakten aan de koninklijke plannen, sloeg Romsée een andere weg in, deze van de 'collaboratie van het minste kwaad'.

Begin augustus werd hij door de bevoegde secretaris-generaal benoemd tot commissaris voor de repatriëring van Belgische vluchtelingen in Frankrijk. Deze benoeming was totstandgekomen onder Duitse druk. Eggert Reeder Reeder, Eggert
Eggert Reeder (1894-1959) leidde van 1940 tot 1944 het Duitse militaire bestuur. Hij was een van de centrale figuren in de Duitse Flamenpolitik van tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
, de chef van de Militärverwaltung in Brussel, meende aldus de Vlamingen ter wille te zijn – hij streefde ernaar hen van de Walen te vervreemden: de zogenaamde Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
. Romsée verbleef van eind augustus tot half september in Frankrijk. Onmiddellijk na zijn terugkeer in België nam hij het ambt van gouverneur van de provincie Limburg op, waartoe hij op 17 augustus door secretaris-generaal Jean Vossen was benoemd. 0ok deze aanstelling was gebeurd onder Duitse druk. Zij beantwoordde wel aan de verwachtingen en de wensen van het VNV.

Op 2 april 1941 werd Romsée secretaris-generaal van binnenlandse zaken en volksgezondheid en hij bleef dit tot het einde van de oorlog. Deze aanstelling liep niet van een leien dakje. Zij werd uitdrukkelijk gewenst door de Militärverwaltung en door het VNV, maar er kwam zwaar verzet van de meeste secretarissen-generaal in functie. Pas nadat de Duitsers enkelen van hen hadden afgezet en graaf Robert Capelle, de secretaris van de koning, bij anderen had bemiddeld, kon de benoeming doorgang vinden. Aanvankelijk was Romsée niet bereid van Hasselt terug naar Brussel te verhuizen. Graaf Capelle en Hendrik Elias Elias, Hendrik
Hendrik Elias (1902-1973) was een historicus en Vlaams-nationalistisch politicus die als leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond collaboreerde met de Duitse bezetter tijdens de Tweede W... Lees meer
, de leider van het VNV, drongen er bij hem op aan het nieuwe ambt te aanvaarden. Capelle, die hoopte het VNV van separatistische avonturen te kunnen weerhouden, wekte bij Romsée de indruk dat de koning zijn benoeming wenste. Elias van zijn kant rekende op een massale benoeming van partijgenoten in de vele besturen en diensten die van Romsée zouden afhangen: de 'greep naar de macht' van het VNV. De leider overtuigde de Limburger ervan dat hij zijn partij deze dienst moest bewijzen.

Romsée was nu een machtig man. Behalve departementschef van binnenlandse zaken was hij de grote baas van de Rijkswacht en van de verschillende diensten die toezicht uitoefenden op de productie en de distributie van levensnoodzakelijke producten. Hij voerde tal van hervormingen door: eenmaking van de stedelijke agglomeraties, reorganisatie van Rijkswacht en gemeentelijke politie, uitbreiding van de macht van de Algemene Rijkspolitie, beknotting van de macht van de ondergeschikte besturen ten voordele van binnenlandse zaken. Ook richtte hij tal van nieuwe overheidsinstellinggen op: Orde van Geneesheren, Orde van Apothekers, Commissariaat voor de Lichamelijke 0pvoeding en Sport, Dienst van Toezicht, Tijdelijke Commissie voor Onderwijsaangelegenheden. Het opzet van dit alles was het mogelijk maken van een efficiënt beleid in oorlogstijd.

De nieuwe secretaris-generaal had tot juni 1943 regelmatig contact met graaf Capelle, aan wie hij verslag uitbracht over zijn beleid. Enkele keren vroeg hij dat de koning bepaalde van zijn bestuursdaden zou goedkeuren. Doordat Capelle zweeg, ging Romsée ervan uit dat hij in de lijn van de opvattingen van de koning handelde.

Romsée voerde niet alleen een 'koninklijke' politiek, maar hij manifesteerde zich ook als een man van het VNV: hij leverde met name een grote bijdrage aan de 'greep naar de macht' van het VNV door de benoeming van duizenden Vlaams-nationalisten in de vele diensten die van hem afhingen. Ook hield hij persoonlijk contact met de leiding van het VNV, vooral dan met Elias.

Romsées beleid botste op heel wat tegenstand: bij de regering in Londen, bij het verzet Verzet
Het georganiseerde verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Vlaamse provincies was doorgaans altijd Belgisch verzet: zowel op het vlak van de ideologische oriëntatie, de motieven en he... Lees meer
, bij een aantal collega-secretarissen-generaal, bij een vrij groot deel van de bevolking. Daartegenover stond dat de meeste Vlaamsgezinden en ook vele intellectuelen er achting voor hadden.

Begin september 1944 vluchtte Romsée naar Bregenz in Oostenrijk. In mei 1945 kwam hij terug naar België. Hij werd in de gevangenis opgesloten in afwachting van een proces voor het krijgsgerecht. In 1948 werd hij in beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar en een boete van tien miljoen frank. Zes jaar later kwam hij vervroegd vrij en op 22 juni 1966 kreeg hij eerherstel. Hij speelde geen rol meer in het openbaar leven.

Romsée was een man met een ingewikkelde karakterstructuur, vooral gekenmerkt door geslotenheid. Zijn optreden kan niet afdoende verklaard worden als men zijn persoonlijkheid buiten beschouwing laat. Die ligt ook aan de basis van de vele zogenaamde raadsels, mysteries en andere geheimen die rond zijn figuur tot na zijn dood zijn blijven bestaan.

Literatuur

– L. Reynders, Het Vlaams-nationalisme in Limburg (1929-1940), KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1981.
– W. Massin, 'Van K.V.V. tot V.N.V. Vlaamse ondertonen in Limburg (1929-1940)', in Het 0ude Land van Loon (1990).
– B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994.
– J. Velaers en H. van Goethem, Leopold III. De Koning, het Land, de Oorlog, 1994.
– E. Raskin, Gerard Romsée. Een ongewone man. Een ongewoon leven, 1995.

Suggestie doorgeven

1975: Mark Van den Wijngaert (pdf)

1998: Evrard Raskin

2023: Evrard Raskin

Databanken

Inhoudstafel