De Man, Hendrik

Persoon
Hendrik Defoort (2023, ongewijzigd), Hendrik Defoort (1998)
Pseudoniem
Manfred
Alternatieve naam
Henri
Geboorte
Antwerpen, 17 november 1885
Overlijden
Greng, 10 juni 1953
Leestijd: 15 minuten

Raakte als kind uit de Antwerpse liberale en Vlaamsgezinde kleinburgerij in mei 1902 sterk onder de indruk van de staking voor het algemeen stemrecht en werd lid van de Antwerpse Socialistische Jonge Wacht (SJW). De Man werd onmiddellijk secretaris in opvolging van de gearresteerde Jan Chapelle. Tussen januari 1903 en februari 1904 redigeerde hij het SJW- blad De Zaaier, waarvoor hij de titel koos naar een tekst van Multatuli. Tijdens de academiejaren 1903-1904 – natuurwetenschappen aan de Université libre de Bruxelles – en 1904-1905 – burgerlijk ingenieur aan de Rijksuniversiteit Gent – faalde De Man in zijn studies.

Ook in Gent engageerde De Man zich in de SJW en ontsnapte er dankzij zijn jeugdige leeftijd aan een gerechtelijke vervolging voor de publicatie van een antimilitaristische affiche. Hij was er lid van de literaire studentenkring Jonge Krachten, die tijdens de katoenstaking van juni 1905 lessen organiseerde voor de stakers, en van Ter Waarheid Ter Waarheid
De Gentse studentenkring Ter Waarheid ontstond eind 1904 als een afsplitsing van het liberale studentengenootschap ’t Zal Wel Gaan. De groep combineerde radicaal-flamingantische met maats... Lees meer
, de afscheuring van 't Zal wel gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
. In de schoot van de SJW richtte hij een studiekring op, waar hij lezingen gaf over Vlaamse letterkunde en de V.B. Het is dan ook typisch dat hij een reorganisatie van de SJW op communautaire basis voorstelde. In 1907 zou ten slotte de door hem uitgetekende Vlaamsche federatie der Socialistische Jonge Wachten gesticht worden. Het was de eerste aparte socialistische organisatie voor Vlaanderen. De Man bleef er tot aan de Eerste Wereldoorlog de onbetwiste maar officieuze politieke leider van.

In april 1905 namen de studenten van Ter Waarheid contact op met de Gentse socialistische partijleiding, waarop hun woordvoeder Oscar de Gruyter De Gruyter, Oscar
Lees meer
voor het Middencomiteit hun standpunt over de vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit mocht uiteenzetten. Uit die contacten groeiden in mei 1905 twee meetings in Ons Huis, waar socialisten en studenten van Ter Waarheid een principieel voorstel tot vernederlandsing formuleerden. De Man beweerde later Edward Anseele Anseele, Edward
Edward Anseele (1856-1938) was een Gents socialist en lag in 1885 mee aan de basis van de Belgische Werkliedenpartij. Hij was decennialang een van de tenoren van het socialisme in België.... Lees meer
'bekeerd' te hebben inzake de vernederlandsing. In feite was Anseele reeds eerder aan het evolueren naar een positief standpunt, al wilde hij die eis koppelen aan verplicht onderwijs in het algemeen en sociale hervormingen zoals de vermindering van arbeidsduur. In mei 1905 weigerde Anseele, met unanieme instemming van het Gentse partijbestuur waartoe ook De Man behoorde, het wetsontwerp van priester Adolf Daens Daens, Adolf
Priester Adolf Daens (1839-1907) was de grondlegger en het boegbeeld van de daensistische beweging en van de Christene Volkspartij. Lees meer
tot vernederlandsing te ondertekenen, daar het volgens hen onuitvoerbaar was en louter electorale motieven had.

Begin 1905 moest De Man enige tijd de gevangenis in wegens incidenten bij een solidariteitsactie voor de Russische Revolutie. Hij gaf zijn studies op en trok naar Duitsland. Hij werd er correspondent van de Leipziger Volkszeitung, het toonaangevende marxistische dagblad in Europa. Hij begon er ook opnieuw te studeren in de wijsbegeerte, onder meer sociale en gedragspsychologie bij W. Wundt en geschiedenis bij Karl Lamprecht Lamprecht, Karl
De Alduits gezinde historicus Karl Lamprecht (1856-1915) onderhield reeds vóór 1914 contacten met vooraanstaande Belgische vakgenoten die hij in 1914/15 ten dienste poogde te stellen van ... Lees meer
, en promoveerde met een proefschrift over de Gentse lakennijverheid in de Middeleeuwen tot doctor. In diezelfde periode had De Man contacten met de Austromarxisten (Bauer, Adler en Dannenberg) alsook met het kruim van de Europese marxistische linkerzijde (Rosa Luxemburg, Karl Kautsky...). Zo bijvoorbeeld richtte hij in 1907 samen met Karl Liebknecht de Socialistische Jeugdinternationale op, waarvan hij tot 1909 de internationale secretaris bleef.

In 1910 keerde De Man terug naar België, waar hij landelijk secretaris werd van de Centrale voor Arbeidersopvoeding Centrale voor Arbeidersopvoeding
De Centrale voor Arbeidersopvoeding van de Belgische socialistische partij bood vanaf 1911 aan laag- en middengeschoolde arbeiders algemene vorming in de volkstaal en rolde inzake cultuur... Lees meer
(CAO). Een jaar later werd hij medewerker aan het linkse tendensblad La Lutte des Classes en publiceerde hij samen met Louis de Brouckère kritische beschouwingen over het Belgisch reformisme in Die Neue Zeit. In "Vlamingen en Walen" in Die Neue Zeit stelde De Man dat België geen nationale staat was en dat het nationale enkel bestond in de gemeenschappelijke (Franstalige) cultuur van de "bezittende klasse". In Vlaanderen waren de "klassetegenstellingen" nog groter door een "taal-antagonisme". Het resultaat was dat het Vlaamse proletariaat verstoken bleef van de directe toegang tot de heersende cultuur, waaruit afgeleid werd dat het werk van de CAO diende te worden opgedreven. De Man zette zich af tegen het Belgisch "locale en territoriale patriottisme" en dan meer specifiek het territoriale en regionale particularisme in Wallonië en het stedelijk particularisme in Vlaanderen en Brabant. Uit zijn analyses trok hij evenwel geen 'flamingante' conclusies. Het is ook opvallend dat de vernederlandsing van de Gentse Universiteit, op dat ogenblik brandend actueel, niet ter sprake kwam. De conclusies van De Man en De Brouckère waren duidelijk: omvorming van de Belgische Werkliedenpartij (BWP) tot een echte politieke partij, aanvaarding van het (Duitse) centralistisch model in de vakbeweging en 'arbeidersopvoeding'. Vooral zijn uitlatingen over de Gentse Vooruit< Vooruit
Lees meer
/strong>
, die hij "coöperatief cretinisme" verweet, zorgden voor een scherp conflict met Anseele, die hem voordien nochtans positief bejegend had.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog meldde De Man zich als oorlogsvrijwilliger. Tegen het eind van de oorlog was hij officier (luitenant). Met de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
liet hij zich niet in, hoewel zijn houding tegenover België naar eigen zeggen veel meer een zaak van persoonlijke trouw wegens zijn eed als officier aan de koning was dan wel van vaderlandsliefde in de gewone zin van het woord. In april 1917 trok hij samen met Emile Vandervelde Vandervelde, Emile
Emile Vandervelde (1866-1936) was een socialistische partijleider en politicus die een vooraanstaande rol speelde in de Vlaamse vraagstukken van zijn tijd. Lees meer
en De Brouckère naar Rusland op regeringsmissie. Hij ontmoette er andermaal de Tsjechische sociaal-democratische nationalist Thomas Masaryck en kwam tussen bij de Russische regering om de Austromarxist Bauer vrij te krijgen.

Terug in België raakte De Man onder de indruk van president Woodrow Wilsons rede die "vrijheid voor alle volken en vrede door verzoening" beloofde. Hij trok op reis naar de Verenigde Staten, waar de remaking of a mind en de 'breuk met het marxisme' werden bezegeld. Bij zijn terugkeer in 1921 werd hij directeur van de Arbeidershogeschool in Ukkel. Via zijn werk in de 'arbeidersopvoeding' kwam hij andermaal in contact met Duitse socialisten en aanvaardde in 1923 een academische functie aan de Universiteit van Frankfurt. Hij werd er een adept van de nieuwe Duitse denkbeelden over het 'socialisme als cultuurbeweging' en ontwikkelde zijn ideeën over de psychologische drijfveren bij arbeiders en militanten en het concept 'arbeidsvreugde'. In 1926 verscheen De Psychologie van het socialisme in het Duits. In een bepaald hoofdstuk beschreef hij hierin de evolutie van de socialistische beweging van "proletarisch internationalisme tot sociaal- pattriotisme". De term 'sociaal-patriot' – in communistische kringen een graag gebruikt scheldwoord voor sociaal-democraten – kreeg bij De Man een positieve connotatie. Pas in 1931, in de brochure Nationalisme en socialisme, paste hij zijn opvatting over de synthese tussen nationale en sociale bewegingen toe op Vlaanderen. Over het separatisme nam De Man een vrij radicaal standpunt in: "Op België komt het aan. Met België als het kan, zonder België als het moet."

Na de machtsovername van de nazi's werd De Mans leeropdracht in Frankfurt met ingang van 1 september 1933 geschorst. Eerder, in mei 1933, werden zijn werken, net als die van vele andere wetenschappers, op de Römerberg verbrand. Op verzoek van Vandervelde keerde hij terug naar België om de studiedienst van de BWP, het Bureau voor Sociaal Onderzoek, te leiden. Dit resulteerde in het bekende Plan van de Arbeid, dat uitging van een oplossing voor de economische crisis binnen een nationaal kader, in casu de Belgische entiteit. Ondanks veel fanfaregeschal en een jaar van positief werk op het ministerie van openbare werken en voor opslorping van de werkloosheid – waarbij 80.000 werklozen weer een job vonden - - verflauwde achteraf de dynamiek van het planisme. Na 1937 werd de economische problematiek overschaduwd door de internationale spanningen. De 'nationale eenheid' was niet langer enkel een kader voor economische probleemoplossing, maar een bekommernis op zich.

In 1937 maakte De Man ophef toen hij samen met Paul-Henri Spaak Spaak, Paul-Henri
Paul-Henri Spaak (1899-1972) was een Franstalige socialistische politicus die een rol speelde in talrijke communautaire kwesties. Lees meer
zijn ideeën over een Socialisme national – in Nederlandse vertaling klonk de term nog ongelukkiger, 'nationaal socialisme' – ontwikkelde: un socialisme qui reconnaisse l'importance primordiale du fait national Maar, 'nationaal' zijn en nationalist zijn is niet hetzelfde: Je tiens autant à être un bon Européen, un bon citoyen du monde, qu'à être un bon Belge. Je hais le nationalisme économique, qui pousse les peuples à s'isoler et à s'apprauvrir dans l'autarchie; je hais le nationalisme politique, générateur de guerres; je hais le nationalisme racique et culturel, qui nie les valeurs supérieures d'une civilisation tout bonnement humaine De Man bleef dus denken binnen een Belgisch kader, maar werkte tegelijkertijd aan "de ontwikkeling van een Vlaams-socialistische mentaliteit in overeenstemming met de eigen karaktertrekken van het Vlaamse volk". Dit bleek bijvoorbeeld duidelijk op het eerste Vlaamsch Socialistisch Congres dat in 1937 te Antwerpen werd georganiseerd. In zijn slottoespraak over "De sociale en economische toekomst van Vlaanderen" stelde De Man dat de oplossing van de Vlaamse problemen, ook die inzake bestuurs- en cultuurautonomie, "niet buiten het raam van België" te zoeken was. Hij ging hierbij wel uit van de typisch Vlaamse economische onderbouw, met zijn nadruk op "middelmatige en kleine bedrijven". Die bedrijven, en dus niet de zware sectoren steenkool en staal, zouden de productievorm van de toekomst zijn. Het economische 'ideaal' dat De Man het congres voorhield was een "Vlaanderen waar iedereen de mogelijkheid zal hebben industriearbeid te verbinden met anderen arbeid en daarbij eigen haard en hof te bezitten". Zo lucide als zijn analyse was, zo idyllisch-utopisch was zijn toekomstbeeld. Op het concrete vlak ging De Man echter vrij ver. Inzake relaties met het patronaat pleitte hij ervoor om samen te werken met het Vlaams Economisch Verbond Vlaams Economisch Verbond
Het Vlaams Economisch Verbond (VEV) is een Vlaamsgezinde belangengroep en patronale organisatie, die werd opgericht in 1926. Tijdens het interbellum zette het VEV zich in voor algemeen ec... Lees meer
, omdat wij liever "met onze eigen menschen te doen" hebben. De Vlamingen in het algemeen moesten af van hun 'Assepoestermentaliteit' – een omschrijving van dichter Jan van Beers Van Beers, Jan
Jan van Beers (1821-1888) was een Vlaams leraar en dichter uit Antwerpen. Lees meer
, zijn grootvader van moeders zijde – de Vlaamse socialisten moesten ook af van hun 'minderwaardigheidscomplex' in de BWP en aldus afstand nemen van 'het vertaald socialisme'.

De rede van De Man was een duidelijke geloofsbelijdenis van Vlaams socialisme, die moet gezien worden tegen de achtergrond van de 'concentraties' die in de maak waren tussen de Katholieke Vlaamsche Volkspartij Katholieke Vlaamsche Volkspartij
De Katholieke Vlaamsche Volkspartij was de Vlaamse vleugel van het Blok der Katholieken van België, opgericht op 11 oktober 1936 met als Franstalige tegenhanger de Parti catholique social... Lees meer
(KVV), het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV) en Rex Rex
Rex was een Belgische politieke partij (1935-1940) en een collaboratiebeweging in Franstalig België (1940-1944). Lees meer
. De Man had een eigen kijk op die Vlaamsche Concentratie Vlaamsche Concentratie
Vlaamsche Concentratie (1935-±1940) was de naam voor de idee en de beweging die streefde naar de hergroepering van alle katholieke Vlamingen. Lees meer
: "Ofwel zijn wij erbij, en dan zal het geen anti-socialistische concentratie zijn ofwel zijn we er niet bij, en dan zal het geen Vlaamsche concentratie zijn." In het verlengde van die nieuwe Vlaamse profilering van de sociaal-democratie ligt ook de socialistische herdenking van de Guldensporenslag Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
in 1939 te Kortrijk, een initiatief dat De Man jaarlijks wou herhaald zien. Ook op het praktisch politieke terrein wilde hij tegemoetkomen aan een aantal eisen van de V.B. Toen de amnestie Amnestie
Lees meer
-kwestie in 1937 voor opschudding zorgde, nam De Man als minister van financiën (1936-1938) en vice-premier – in afwezigheid van Paul van Zeeland Van Zeeland, Paul
Toen hoogleraar en bankier Paul van Zeeland (1893-1973) tussen 1935 en 1937 aan het hoofd stond van de Belgische regering, werden onder andere de taalwet in rechtszaken en een amnestiewet... Lees meer
die in het buitenland zat – een positief standpunt in, dat indruiste tegen het standpunt van zowel de koning als de Franstalige regeringspartners. In mei 1939 werd De Man verkozen tot partijvoorzitter en nam hij ook de hoofdredactie van het intellectueel hoogstaand Nederlandstalig partijmaandblad Leiding op zich. Hierin uitte hij zijn ideeën over de toekomst van zijn partij en van het Belgisch politiek systeem. Sinds de Algemene Raad van de BWP hem in december 1939 niet meer volledig volgde in zijn strikte neutraliteitspolitiek raakte hij meer en meer geïsoleerd in de partij.

Zoals afgesproken voor de oorlog ontvluchtten de meeste socialistische leiders in mei 1940 het aangevallen België. Partijvoorzitter De Man voelde zich evenwel meer aangesproken door zijn militaire functie als voorzitter van het Werk van koningin Elisabeth voor onze soldaten en bleef in het land. Op 11 mei 1940 bood hij zijn diensten aan bij Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiële houding en mee... Lees meer
en was de enige politicus die aan de zijde bleef van de koning. Samen met Leopold III was De Man ervan overtuigd dat men gedurende lange tijd rekening zou moeten houden met een Duitse overmacht op het Europse continent. De capitulatie – voor De Man een logisch uitvloeisel van de neutraliteitspolitiek – bezegelde volgens hem het failliet van het parlementair democratisch regime. Het hoofddoel op zijn agenda was de inschakeling van België en de dynastie in een door Duitsland beheerst federaal Europa. In de hoop tot een eenheidsbeweging, en vervolgens een regering, te komen die een nieuw autoritair regime rond de koning zou steunen, had hij in de loop van juni 1940 gesprekken met diverse vertegenwoordigers van onder andere de gematigde vleugel van het VNV, het Verdinaso Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
, en een ruimer deel van de niet- partijpolitieke V.B. Struikelblok was echter het uitblijven van een consensus over de verhouding Vlaanderen-België en het Dietse Diets
Het woord ‘Diets’ stamt uit het Middelnederlands. In de context van de Vlaamse beweging dook deze term voor het eerst op in de loop van de 19de eeuw, meestal als equivalent voor Nederlan... Lees meer
vraagstuk. De Man bleef vasthouden aan de dynastie, waardoor onderhandelen met het VNV als blok onmogelijk werd. Als militair viel het hem makkelijker te onderhandelen met het Verbond der Vlaamse Oud-strijders Verbond VOS
Het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS), opgericht in 1919, was een flamingantische vereniging voor oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog, die in de loop van het interbellum tot ee... Lees meer
(VOS). Via zijn contacten met Germain Lefever Lefever, Germain
Lees meer
en Karel de Feyter De Feyter, Karel
Lees meer
bracht hij het VOS ertoe een propagandacampagne voor Leopold III op te zetten. Om zijn betrachtingen kracht bij te zetten lanceerde hij verschillende politieke plannen zoals het Programme de restauration politique van 19 juni 1940 en vooral het bekende Manifest aan de leden van de BWP van 28 juni 1940. In dit manifest ontbond hij als partijvoorzitter de socialistische partij Socialistische partij
De socialistische partij werd in België in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
, maar riep hij ook op "de activiteit van de niet politieke organisaties van de BWP voort te zetten". Zijn oproep werd evenwel gericht aan het 'Belgische Volk' en zette in Vlaams-nationalistische middens nogal wat kwaad bloed.

In het geheel aan plannen tot politieke hervormingen in de zomer van 1940 werden ook talrijke blauwdrukken gemaakt voor de herschikking van de vakbonden. Ook op syndicaal vlak streefde De Man naar een eenheidsvakbeweging. De oprichting van het Nieuwe Belgisch Vakverbond (BVV) maakte inherent deel uit van zijn politieke actie. Ook hier kwam De Man in aanvaring met het VNV, wiens Arbeidsorde Vlaamsche Arbeidsorde
Vlaamsche Arbeidsorde (1936-1941) werd opgericht onder de leiding van Victor Leemans als een corporatistische organisatie die in theorie de rexistische vakbonden en het Vlaamsch Nationaal... Lees meer
naar een vakbondsmonopolie streefde en aldus een hypotheek legde op 'zijn' syndicale manoeuvres. Uiteindelijk zou dit resulteren in De Mans voorstel aan de Duitse bezetter om over te gaan tot de oprichting van een autoritaire gecentraliseerde eenheidsvakbond. Op basis van dit voorstel ontwierp de Duitse bezettingsadministratie haar blauwdruk tot oprichting van de Unie van Hand- en Geestesarbeiders Unie van Hand- en Geestesarbeiders
Tijdens de Duitse bezetting in 1940-1945 probeerden Belgische vakbonden, zoals het Christelijk Vakverbond (ACV) en het Belgisch Vakverbond (BVV), hun positie te behouden. Onder druk van D... Lees meer
(UHGA), waar het Nieuwe BVV, het Algemeen Christelijk Vakverbond Algemeen Christelijk Vakverbond
Het Algemeen Christelijk Vakverbond (1912) is de overkoepelende organisatie van het christelijk syndicalisme in België. Lees meer
, de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België en Arbeidsorde vrijwillig bij aansloten (22 november 1940).

De Man bleef het VNV beschouwen als een verderfelijke en separatistische partij. Zo keurde hij Edgard Delvo Delvo, Edgard
Edgard Delvo (1905-1999) was een, socialistisch kaderlid en volgeling van Hendrik de Man. Hij trad toe tot de VNV-leiding in 1940 en werd in 1942 leider van de Unie van Hand- en Geestesar... Lees meer
's toetreden tot de VNV-leiding ten zeerste af. Tegen de Eenheidsbeweging-VNV lanceerde De Man de oprichting van een Nationale Bond Vlaanderen (NBV). Hiervoor zocht hij nieuwe bondgenoten die hij vond bij het Verdinaso dat in 1941 in een zware crisis zat. In zijn Schets van een programma voor een Vlaamsche Beweging in het kader van een Belgische federale staat verklaarde hij trouwens dat het unitaire België had afgedaan. Onder leiding van de koning en zijn regering moest België worden omgebouwd tot een federatieve staat met 'zelfbeheer' voor de twee volkeren ( federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
). Hij omschreef zijn Bond als Vlaams-nationaal (= "Belgisch- federalistisch") en nationaal-socialistisch (= streven naar een "socialistische orde en een autoritaire staatsinrichting"). De NBV werd opgericht op 12 juni 1941, een maand na de stichting van de Eenheidsbeweging-VNV waardoor dit initiatief niet anders kon worden gezien dan als een aanval op het VNV. Het Militair Bestuur legde De Man een verbod op te vergaderen, waardoor de NVB nooit van de grond kwam.

Dit was een zoveelste politieke nederlaag voor De Man, wiens rol op het politieke toneel was uitgespeeld. In november 1941 werd hij ook ontslagen als hoogleraar aan de Brusselse Universiteit en trok hij zich in vrijwillige ballingschap terug in de Haute-Savoye waarmee hij zijn politiek failliet toegaf. Nog een keer mengde hij zich schriftelijk in de UHGA om te protesteren tegen de afzetting van Grauls als voorzitter en vooral tegen diens opvolging door de VNV'er Delvo (1 april 1942). In die publieke brief riep hij de socialistische militanten op om actief te blijven in de UHGA en zo haar 'neutraal' karakter te verdedigen. In augustus 1944 vluchtte De Man naar Zwitserland waar hij politiek asiel aanvroeg. Op 12 september 1946 werd hij door de Brusselse krijgsraad bij verstek veroordeeld tot 20 jaar hechtenis, 10 miljoen frank schadevergoeding aan de Belgische staat, ontslag uit militaire rang... Toen De Standaard De Standaard (1914-)
Het eerste nummer van het dagblad De Standaard verscheen op 4 december 1918. De krant was gedurende vele decennia hét blad bij uitstek van de katholieke Vlaamse beweging in al haar varian... Lees meer
in 1947 terugkeerde, was De Man een van de medewerkers, onder de schuilnaam van Manfred. Op 20 juni 1953 kwam hij om in een auto-ongeluk.

De Man is een van de weinige originele theoretici van de Belgische sociaal-democratie. Zijn uiteenzettingen over de relatie tussen nationale en sociale beweging vormen hiervan slechts een onderdeel. Na de Tweede Wereldoorlog kwam De Man nog eenmaal terug op zijn oorspronkelijke ideeën over de relatie tussen socialisme en nationalisme in Au delà du nationalisme (1946). Deze synthese kon volgens De Man twee richtingen uit: of het leidt naar nationaal-socialisme, als men het socialisme wil transformeren in nationalisme; of het leidt naar een socialistisch nationalisme als men de nationale elementen wil winnen voor socialistische experimenten en sociale hervormingen. Ondanks het getheoretiseer volgde zijn standpunt tegenover de V.B. steeds de concrete en actuele politieke gebeurtenissen. Als pragmaticus inzake V.B. zag hij daarenboven elke oplossing steeds binnen de Belgische staatsstructuur.

Werken

– 'Een debat in Ons Huis', in Vooruit (6 mei 1905).
– 'De vervlaamsching der Gentsche hoogeschool', in Vooruit (29 mei 1905).
– 'Eene nationale Vlaamsche partijschool', in Vooruit (19 september 1911), p. 6.
– 'Fleming versus Walloon', in The Atlantic Monthly, nr. 1 (1923), p. 665-683.
– 'Het socialisme in de ruimte: van kosmopolitisme tot sociaal patriottisme', in De Psychologie van het Socialisme, 1927.
– Nationalisme en socialisme, 1931.
– Sozialismus und Nationalfascismus, 1931.
– 'Le nouveau nationalisme allemand', in Revue de l'Université de Bruxelles, nr. 3 (1932), p. 256-282.
– 'In het teeken van 't aanstaande kongres: de Vlaamsche socialisten en de eenheid', in Volksgazet (23 oktober 1934), p. 1-2 en in Vooruit (24 oktober 1934), p. 1-2.
– 'De sociale en economische toekomst van Vlaanderen', in Belgische Werkliedenpartij, het eerste Vlaamsch Socialistisch Congres, 1937.
– The New Flemish Academy, 1938.
– 'De richtlijnen der Vlaamsche toekomst', in Het Nieuws van den Dag (10 augustus 1940), p. 1.
– Après coup, mémoires, 1941.
– Herinneringen, 1941.
– Cahiers de ma montagne, 1944.
– Au delà du nationalisme, 1946.
– Cavalier seul, 45 années de socialisme européen, 1948.
– Vermassung und Kulturverfall, eine Diagnose unserer Zeit, 1951.
– Gegen den Strom, memoiren eines europaïschen Sozialisten, 1953.
– Autobiografie, 1974 (compilatie door M. Claeys-van Haegendoren).
– Voorbij het nationalisme, 1988.
– M. Brélaz (ed.), Le 'dossier Léopold III' et autres documents sur la période de la Seconde Guerre Mondiale, 1984.

Literatuur

– M. Claeys-van Haegendoren, 'Hendrik de Man en het nationaliteitenvraagstuk', in Ons Erfdeel, nr. 4 (1970), p. 95-100.
– id., Hendrik de Man. Biografie, 1972.
– id., Hendrik de Man, persoon en ideeën, I, 1974.
– H. Balthazar, 'Inleiding bij: Een debat in Ons Huis', in Hendrik de Man. Persoon en ideeën, V, 1976, p. 35-39.
– W. Steenhaut, 'Bibliografie van werken van en over H. de Man', in Hendrik de Man. Persoon en ideeën, VI, 1976, p. 255-405.
– G. Vanschoenbeek, Ontstaan, situering en karakterisering van de Socialistische Jonge Wacht 1886- 1914, RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1978.
– W. Steenhaut, De Unie van Hand- en Geestesarbeiders, een onderzoek naar het optreden van de vakbonden in de bezettingsjaren 1940-1944, RUG, onuitgegeven doctoraatsverhandeling, 1983.
– M. van Haegendoren, 'Chat echaudé craint l'eau froide (Au delà du nationalisme)', in Voorbij het nationalisme, 1988, p. I-VI.
– M. Brélaz, Léopold III et Henri De Man, 1988.
– E. de Baene, 'De Vlaamse beweging volgens Hendrik de Man', in De Vlaamse socialisten tegenover de Vlaamse beweging in eigen rangen 1960-1978, 1990, p. 3-6.
– P. Lemmens, 'De politieke verhoudingen tussen het Verbond V.O.S., Hendrik De Man en Leopold III na de Belgische capitulatie van 28 mei 1940', in WT, jg. 52, nrs. 3-4 (1993), p. 176-182 en p. 193-213.
– J. Velaers en H. van Goethem, Leopold III. De Koning, het Land, de Oorlog, 1994.

Suggestie doorgeven

1975: Mieke Van Haegendoren (pdf)

1998: Hendrik Defoort

2023: Hendrik Defoort

Databanken

Inhoudstafel