Algemeen Christelijk Vakverbond

Organisatie
Jozef Mampuys (2023, aanvulling), Jozef Mampuys (1998)

Het Algemeen Christelijk Vakverbond (1912) is de overkoepelende organisatie van het christelijk syndicalisme in Belgiƫ.

Afkorting
ACV
Oprichting
1912
Leestijd: 6 minuten

Het Algemeen Christelijk Vakverbond (1912) is de overkoepelende organisatie van het christelijk syndicalisme in Belgiƫ. De werking werd herhaaldelijk getekend door communautaire spanningen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
kwam het tot een breuk rond de opstellingen tegenover de bezetter. Ook de Koningskwestie Koningskwestie
Constitutioneel, politiek en maatschappelijk vraagstuk rond de persoon en de houding van koning Leopold III tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
zorgde voor spanning. Tegelijk bleef men proberen om de communautaire problemen in bedwang te houden. Midden jaren vijftig sprak het ACV zich uit voor de vernederlandsing van het bedrijfsleven. In het algemeen kan men zeggen dat de christelijke arbeidersbeweging Christelijke arbeidersbeweging
In de christelijke arbeidersbeweging heeft steeds een uitgesproken belangstelling voor de Vlaamse kwestie bestaan. De groeiende invloed van deze beweging, in het kielzog van de democratis... Lees meer
onder impuls van het ACV in haar Vlaams programma steeds meer de nadruk op sociaaleconomische eisen ging leggen. Vanaf de jaren ā€˜60 met de stakingen rond de Eenheidswet, was er terug sprake van verhoogde spanningen. Het federalistische idee maakte opmars. In 1978 werden in het ACV Regionale ComitĆ©s ingesteld. Het bleef een nationale organisatie, maar de werking werd sterk geregionaliseerd. Sinds de oprichting is de meerderheid van de leden Nederlandstalig.

Het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) wordt gevormd door 10 centrales die de beroepsbelangen van de aangesloten leden verdedigen en 13 gewestelijke verbonden die de woonplaats van de leden als uitgangspunt van die belangenverdediging hebben.

Ontstaan

De eerste christelijke vakorganisaties ontstonden rond 1890 in Gent en hadden als belangrijkste kenmerk het antisocialisme. Met de oprichting in 1904 van het Algemeen Secretariaat der Christelijke Beroepsverenigingen kwam de propaganda voor het christelijk syndicalisme in een stroomversnelling. Op initiatief van het Algemeen Secretariaat werd in 1912 door de beroepscentrales het ACV opgericht. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
was het aantal leden vertienvoudigd tot 123.000. Reeds in deze periode was het ACV een overwegend Vlaamse vakbond met gemiddeld 80% Nederlandstalige leden. De oorlog bracht vele vakbondsleiders zeer dicht bij de standpunten van de Vlaamse voormannen. Dat leidde in 1918 bijna tot een breuk in het ACV. Voorzitter Hendrik Heyman Heyman, Hendrik
Hendrik Heyman (1879-1958) engageerde zich in de christelijke vakbeweging en in de katholieke partij. Hij was onder meer de voorzitter van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) en va... Lees meer
pleitte toen onder meer voor de scheiding van het Belgisch leger Leger
Lees meer
in Vlaamse en Waalse regimenten en voor het behoud van de Belgische eenheidsstaat mits invoering van de culturele autonomie en de gelijkheid van de twee nationale landstalen.

Interbellum

Na de Eerste Wereldoorlog concentreerde het ACV zich duidelijker op zijn taak als vakbeweging. Algemeen-politieke kwesties alsook standpuntbepalingen tegenover het Vlaamse emancipatiestreven werden overgelaten aan het in 1921-1923 opgerichte Algemeen Christelijk Werknemersverbond Algemeen Christelijk Werknemersverbond
Het Algemeen Christelijk Werkersverbond werd gesticht op 17 juli 1921 en in 1991 herdoopt als ACW Koepel van Christelijke Werknemers. In 2014 werd de organisatie omgevormd tot Beweging.ne... Lees meer
(ACW). Deze houding werd mee in de hand gewerkt door het feit dat in heel de tussenoorlogse periode het ACV feitelijk werd geleid door de Waal Henri Pauwels, algemeen secretaris sinds 1921 en nationaal voorzitter van 1932 tot 1946. Deze communautair neutrale houding verhinderde evenwel niet dat sommige vakbondsleiders, zoals Emiel Verheeke Verheeke, Emiel
Emiel Verheeke (1881-1963) was actief binnen het ACV en tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Unie van Hand- en Geestesarbeiders. Daarvoor werd hij bij het ACV nadien uit al zijn functies ... Lees meer
(textielcentrale), Antoon Wolfs Wolfs, Antoon
Antoon Wolfs (1896-1973) was professioneel actief in de christelijke arbeidersbeweging. Tijdens de Eerste Wereldoorlog propageerde hij het activisme en tijdens het interbellum stond hij d... Lees meer
(openbare diensten) en uiteraard de gewestelijke vakbondsleiders in Vlaanderen, zich soms zeer Vlaamsgezind opstelden. Overigens telde het ACV in de jaren 1920 gemiddeld bijna 90% Nederlandstalige leden. In de jaren 1930 klom het aantal Franstalige leden tot 20% en kwamen Vlaams-Waalse spanningen aan de oppervlakte onder de vorm van klachten over de Waalse ondervertegenwoordiging in de ACV-bestuursorganen.

WO II en de nasleep

Eind 1940 kwam het tot een breuk binnen het ACV toen de leiding het niet eens raakte over welke houding men moest aannemen tegenover de bezetter. Aan de basis van deze onenigheid lagen deels ideologische motieven, maar zeker ook de verschillende positie van het ACV in beide landsdelen. In Vlaanderen werd het Verbond belaagd door autoritaire tendensen vanuit Vlaams-nationale hoek. In Walloniƫ bestond iets dergelijks niet en had bovendien de socialistische vakbeweging resoluut voor het verzet gekozen. Tijdens de beslissende stemming op 13 november 1940 liep de scheidingslijn tussen medewerking met en verzet tegen de bezetter grosso modo tussen de Vlaamse en Waalse vertegenwoordigers in het ACV-bestuur. De (hoofdzakelijk) Vlaamse voorstanders traden toe tot de door de bezetter opgerichte eenheidsvakbond, de Unie van Hand- en Geestesarbeiders Unie van Hand- en Geestesarbeiders
Tijdens de Duitse bezetting in 1940-1945 probeerden Belgische vakbonden, zoals het Christelijk Vakverbond (ACV) en het Belgisch Vakverbond (BVV), hun positie te behouden. Onder druk van D... Lees meer
. In augustus 1941 verbraken ook de Vlaamse ACV-leiders de samenwerking met de bezetter en na moeizame gesprekken kwam er onder druk van kardinaal Ernest-Joseph van Roey Van Roey, Ernest-Joseph
Ernest-Joseph van Roey (1926-1961) was Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen. Hij aanvaardde geleidelijk de onvermijdelijkheid van een eentalig Vlaanderen en bestreed het Vlaams-nationalis... Lees meer
en dankzij de verzoenende houding van voorzitter Pauwels een nieuwe eenheid tot stand. Maar die was broos, want invloedrijke Waalse ACV-leiders weigerden samen te werken met de 'collaborateur' August Cool Cool, August
August Cool (1903-1983) was een syndicalist. Van 1946 tot 1964 was hij voorzitter van het Algemeen Christelijk Vakverbond. Lees meer
, wat enkel verdoezeld werd door het feit dat de Waal Pauwels voorzitter was. Toen deze in 1946 verongelukte, riskeerde de Waalse ACV-vleugel totaal buitenspel te geraken. Op aandringen van de Waalse ACV-leiders aanvaardde toen Louis Dereau, vĆ³Ć³r de oorlog nationaal propagandist voor WalloniĆ«, om algemeen secretaris te worden.

Zoeken naar communautair evenwicht

Tot 1960 bleef het ACV gemiddeld zo'n 80% Nederlandstalige leden tellen. Daarna zou dit aandeel langzaam afnemen tot ongeveer 75% in 1995. In 2022 ligt de verhouding op 65 % Nederlandstaligen, 34 % Franstaligen en net geen 1 % Duitstaligen. In de eerste jaren na de oorlog bleef de ontevredenheid aan Waalse kant groot; ze werd nog versterkt door de Koningskwestie Koningskwestie
Constitutioneel, politiek en maatschappelijk vraagstuk rond de persoon en de houding van koning Leopold III tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
. Overigens trachtte het ACV na 1945 alles te doen om de communautaire splijtzwam geen kans te geven in eigen rangen. De Waalse vertegenwoordiging in de bestuursorganen werd meermaals aangepast en het was slechts onder zware druk van de Vlaamse gewestelijke verbonden en vooral de christelijke bediendenvakbond, de Landelijke Bedienden Centrale (LBC), dat het ACV op zijn congres in 1955 zich uitsprak voor de vernederlandsing van het bedrijfsleven Bedrijfsleven
Onder impuls van intellectuelen, ondernemers en gesalarieerde kaders verkreeg de Vlaamse beweging een economische oriƫntatie. De uitbouw van een Vlaams bedrijfsleven behelsde een politiek... Lees meer
. In het algemeen kan men wel zeggen dat de christelijke arbeidersbeweging Christelijke arbeidersbeweging
In de christelijke arbeidersbeweging heeft steeds een uitgesproken belangstelling voor de Vlaamse kwestie bestaan. De groeiende invloed van deze beweging, in het kielzog van de democratis... Lees meer
onder impuls van het ACV in haar Vlaams programma steeds meer de nadruk op sociaaleconomische eisen ging leggen.

Communautaire spanningen en regionalisering

Zware communautaire spanningen staken de kop op naar aanleiding van de acties tegen de zogenaamde Eenheidswet rond de jaarwisseling 1960-1961. De Waalse socialistische arbeidersbeweging schoof toen voor het eerst het federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van Belgiƫ van unitaire t... Lees meer
naar voren als dƩ oplossing voor de economische problemen. Een aantal Waalse ACV-verbonden sloot zich hierbij aan en weigerde de nationale ACV-richtlijnen op te volgen. Een commissie trachtte achteraf de plooien glad te strijken door de gewaarborgde Waalse aanwezigheid in de bestuursorganen nogmaals op te trekken; dit zou echter niet verhinderen dat parallel met de politieke ontwikkelingen in ons land de communautaire discussie in het ACV sindsdien nooit meer van de agenda is verdwenen. Na de eerste staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die Belgiƫ omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
in 1970 besliste het ACV-bestuur in december 1974 de syndicale actie regionaal te diversifiƫren en in oktober 1978 werden Regionale ComitƩs ingesteld voor Vlaanderen, Walloniƫ en Brussel met beslissingsbevoegdheid voor die sociale en economische materies die aansloten bij de politieke regionalisering. Op 22 mei 1984 werden de statuten van het ACV ten slotte aangepast aan deze feitelijke toestand. Sindsdien is de werking van de Regionale ComitƩs, gelijklopend met de steeds verdergaande regionalisering van ons land, nog sterk toegenomen. In dat kader werden overigens aan het eind van de jaren 1980 de onderwijscentrales geregionaliseerd en deels gefusioneerd. Dat laatste gebeurde na 2000 ook met een aantal andere nationale centrales, zodat het ACV nu 10 centrales telt waarvan 5 (de bedienden- en onderwijscentrales) op regionale basis.

Het ACV is voor zijn intern beleid en vooral voor wat zijn programma betreft (onder andere tegen een regionalisering van de sociale zekerheid) een nationale organisatie gebleven, maar de concrete werking is sterk geregionaliseerd.

Literatuur

ā€“ J. Neuville, La C.S.C. en l'an 40, 1988.
ā€“ P. Pasture en J. Mampuys, In de ban van het getal. Ledenanalyse van het ACV 1900-1990, 1990.
ā€“ J. Mampuys, De christelijke vakbeweging, in: E. Gerard (red.), De christelijke arbeidersbeweging in BelgiĆ« 1891-1991, pp. 147-271.
ā€“ P. Pasture, Kerk, politiek en sociale actie. De unieke positie van de christelijke arbeidersbeweging in BelgiĆ« 1944-1973, 1992.

Suggestie doorgeven

1973: Michel Neirynck (pdf)

1998: Jozef Mampuys (pdf)

2023: Jozef Mampuys

Databanken

Inhoudstafel