Cool, August

Persoon
Emmanuel Gerard (2023, aanvulling), Jozef Mampuys (1998, aanvulling)

August Cool (1903-1983) was een syndicalist. Van 1946 tot 1964 was hij voorzitter van het Algemeen Christelijk Vakverbond.

Volledige voornaam
Petrus Augustinus
Pseudoniem
Lieveken
Geboorte
Sint-Niklaas, 28 augustus 1903
Overlijden
Beigem, 7 januari 1983
Leestijd: 5 minuten

August Cool werd geboren als jongste telg in een arbeidersgezin met twaalf kinderen. Zijn vader was metser en geëngageerd in het christelijk verenigingsleven. Na een diploma te hebben gehaald aan de Sint-Antoniusberoepsschool in Sint-Niklaas ging Cool begin 1919 aan de slag als technisch tekenaar bij het metaalconstructiebedrijf Nobels.

De jonge Cool was zeer Vlaamsgezind en naar eigen zeggen een militant lid van De Vlaamsche Kerels, een Vlaams-radicale vereniging die van 1919 tot 1921 in de geest van de Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
in Sint-Niklaas actief was. Vader Cool was daar niet gelukkig mee en na overleg met zijn oudste zoon, de franciscaanse minderbroeder Anicetus Cool, zond hij August naar Limburg. Hier begon August op 15 augustus 1921 te werken in de Ateliers Sainte-Barbe in Eisden en werd hij door zijn broer pater Anicetus ingeschakeld in de beginnende christelijke sociale actie. Blijkbaar viel hij er in gunstige zin op, want Pieter J. Broekx, diocesaan directeur van sociale werken, stuurde hem in december 1922 naar de pas opgerichte Sociale Hogeschool in Heverlee, waar hij terechtkwam in een klas met onder anderen Paul-Willem Segers Segers, Paul-Willem
Paul-Willem Segers (1900-1983) was secretaris van het ACW en achtereenvolgens KVV- en CVP-politicus, die na de Tweede Wereldoorlog verschillende ministerposities bekleedde. Hij was betrok... Lees meer
, Oscar Behogne, Fernand Tonnet, Jacques van Buggenhout, Jules Coussens Coussens, Jules
Jules Coussens (1898-1978) was een katholiek volksvertegenwoordiger en burgemeester van Kortrijk. Zijn Vlaamsgezindheid en flamboyante karakter zorgden voor conflicten met de katholieke p... Lees meer
en Arthur Bertinchamps. Deze eerste lichting wordt ook wel eens 'het wonderjaar' genoemd omdat velen onder hen later een belangrijke rol speelden in de christelijke arbeidersbeweging en/of de nationale politiek. In juli 1924 studeerde Cool af met grootste onderscheiding en een eindverhandeling over De toestand der mijnarbeiders in de Limburgsche koolnijverheid.

Tijdens zijn studies liep Cool stage op het gewestelijk sociaal secretariaat van Beringen. Zo kwam hij in contact met de sociale ellende in Limburg en met de moeilijkheden van de Vlaamse en andere gastarbeiders in Wallonië. Het was in deze periode dat Cool voor zichzelf de definitieve band maakte tussen Vlaamse en sociale beweging. In een toespraak uit oktober 1923 lezen we dat ‘het in Vlaanderen onmogelijk is sociale werker te zijn, zonder tevens Vlaamsgezind te zijn en ook het omgekeerde: men kan onmogelijk flamingant zijn zonder tevens sociaal te voelen en te denken; of beter zonder democraat te zijn. In Vlaanderen is de sociale beweging en de Vlaamse beweging vergroeid tot één omdat ze allebei de volledige volksverheffing tot doelwit hebben’. Deze uitspraak bleef typerend doorheen heel zijn loopbaan, ook al kwam het Vlaamsgezinde aspect steeds minder uitdrukkelijk op de voorgrond naargelang hij een steeds belangrijkere nationale figuur werd.

Na het behalen van zijn diploma begon de jonge Cool aan een blitzcarrière in de christelijke vakbeweging. In januari 1925 werd hij propagandist voor Limburg van de Centrale der Vrije Mijnwerkers (CVM), in 1928 Vlaamse secretaris van de CVM en eind 1929 voorzitter van het Provinciaal Vakverbond Limburg. Als Limburgs propagandist van de CVM kreeg hij van zijn voorzitter Jacques van Buggenhout de opdracht in Luik, Charleroi, de Voerstreek Voeren
Lees meer
en de Oostkantons vergaderingen te houden voor de talrijke Vlamingen en de andere niet-Franstalige arbeiders die daar woonden. Hij werkte er samen met enkele religieuzen die voor de zielzorg van de ingeweken werklieden verantwoordelijk waren. Als Vlaams secretaris van de Centrale zorgde hij ervoor dat er een Vlaamse onderafdeling in Wallonië kon werken en dat er Vlaamse vakbondspropagandisten kwamen. Cool was tevens een actief medewerker van Broederbond, de vereniging van Vlamingen in Wallonië. In het blad van de vereniging schreef hij onder het pseudoniem van Lieveken geregeld over actuele zaken.

Op 1 juli 1932 werd Cool naar Brussel geroepen om algemeen secretaris van het Algemeen Christelijk Vakverbond Algemeen Christelijk Vakverbond
Het Algemeen Christelijk Vakverbond (1912) is de overkoepelende organisatie van het christelijk syndicalisme in België. Lees meer
(ACV) te worden. Op korte tijd ontpopte hij zich ook op dat niveau tot een bezielende propagandist, een vindingrijke organisator en een ervaren, pragmatische onderhandelaar. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
en de Duitse bezetting plaatsten hem voor moeilijke keuzes. Als geëngageerd gelovige was Cool ook een kind van zijn tijd. Hij was overtuigd van de corporatistische opvattingen van de katholieke sociale leer en had sympathie voor katholiek geïnspireerde autoritaire corporatieve regimes zoals in Oostenrijk en Portugal. Deze opvattingen en de overtuiging dat het behouden van de ACV-machtspositie in Vlaanderen enkel mogelijk was door zich aan te passen aan het bezettingsregime maakten van Cool een van de sleutelfiguren in de discussie binnen het ACV tussen voor- en tegenstanders van voortzetting van de syndicale activiteiten tijdens de bezetting. Cool groeide uit tot de leider van de hoofdzakelijk uit Vlamingen bestaande groep die voorstander was van de toetreding tot de Unie van Hand- en Geestesarbeiders, het door de Duitse bezetter opgelegde eenheidssyndicaat; een samenwerking die overigens geen vol jaar duurde.

Alhoewel hij daarom voor sommige Waalse ACV-leiders ook na de oorlog onaanvaardbaar bleef, werd hij op 15 oktober 1946 tot nationaal voorzitter van het ACV verkozen. Hij zou deze functie blijven uitoefenen tot eind 1968. In de naoorlogse periode en in de context van de overlegeconomie groeide Cool uit tot een van de belangrijkste persoonlijkheden van België. Als ACV-voorzitter vervulde hij talrijke maatschappelijke functies op sociaaleconomisch en cultureel vlak. In deze periode werd hij ook enkele malen geconfronteerd met uitgesproken communautaire spanningen, zoals tijdens de Koningskwestie, de stakingsbeweging tegen de Eenheidswet en de Leuvense kwestie. Cool trachtte daarbij steeds de Vlaams-Waalse verzuchtingen te verbinden met het belang van de Belgische unitaire natie. In die zin was hij een echte Belgische staatsman. Hij nam ook het initiatief tot oprichting van een Vlaams weekblad in toenmalig Belgisch Kongo, een weekblad waarvan hij de mogelijkheden ter plaatse naging en dat in juli 1951, onder de titel De Week en in samenwerking met Het Volk, voor het eerst verscheen.

Ook na 1968 bleef Cool zeer actief. Hij werd naast Segers een 'éminence grise' van de christelijke arbeidersbeweging en de Christelijke Volkspartij Christene Volkspartij
De Christene Volkspartij (1893-1919) was de eerste daensistische politieke partij. Lees meer
(CVP). In 1973 werd hij tot minister van staat benoemd.

Literatuur

– L. Hancké, August Cool, in: Travaillisme? De toekomst der arbeidersbewegingen in België, 1968, pp. 133-14.
– J. Florquin, Ten huize van ..., 1971, dl. 7.
– J. Neuville, La CSC en l'an 40. Le déchirement et la difficile reconstruction de l'unité, 1988.
– J. Mampuys, De christelijke vakbeweging, in: E. Gerard (red.), De christelijke arbeidersbeweging in België 1891-1991, 1991, pp. 147-271.
– P. Pasture, Kerk, politiek en sociale actie. De unieke positie van de christelijke arbeidersbeweging in België 1944-1973, 1992.
– G. Leemans, Des voies divergentes. Péripéties communautaires au sein de la C.S.C. des années 1940-1941, in: F. Maerten (ed.), Entre la peste et le choléra. Vie et attitudes des catholiques belges sous l’occupation, 1999, pp. 49-62.

Suggestie doorgeven

1973: Gaston Durnez (pdf)

1998: Jozef Mampuys (pdf)

2023: Emmanuel Gerard

Databanken

Inhoudstafel