Studentenbeweging in Leuven

Begrip
Lieve Gevers / Louis Vos (2023, aanvulling), Lieve Gevers / Louis Vos (0)

De studentenbeweging in Leuven leverde een cruciale bijdrage aan de Vlaamse beweging, zowel via directe actie als door de vorming van toekomstige voormannen. De beweging had een grote aanhang en ontstond niet lang na de oprichting van de Katholieke Universiteit Leuven in 1834.

Leestijd: 54 minuten

Met Tijd en Vlijt (1836-1875)

Aan de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) werd onmiddellijk na haar oprichting in 1834 een facultatieve leerstoel voor Nederlandse taal- en letterkunde ingericht. Deze werd toevertrouwd aan de Vlaamsgezinde priester Jan Baptist David David, Jan-Baptist
Jan-Baptist David (1801-1866) was een katholiek priester, en vanaf 1834 hoogleraar nationale taal, letterkunde en geschiedenis aan de Katholieke Universiteit in Mechelen en Leuven. Hij sp... Lees meer
, wat een gunstig gevolg had voor de Nederlandstalige bedrijvigheid onder de studenten. In 1836 richtten sommigen van hen het ‘Tael- en letterlievend studentengenootschap der katolyke hoogeschool’ onder de kenspreuk Met Tijd en Vlijt Met Tijd en Vlijt
Met Tijd en Vlijt was een Vlaamsgezind Studentengenootschap dat in 1836 aan de Leuvense universiteit werd opgericht en bleef bestaan tot na de Tweede Wereldoorlog. Het speelde tot 1875 e... Lees meer
op. Ze wilden zich, naar het voorbeeld van letterlievende genootschappen die in deze jaren ook in andere steden ontstonden, toeleggen op de literaire beoefening van de moedertaal in een Belgischgezinde geest.

Om hun vereniging meer aanzien te geven werden al snel volwassenen bij de werking betrokken. Vanaf 1841 werd David voorzitter. Het genootschap publiceerde in de loop van de 19de eeuw verscheidene bundels Dicht- en Prozastukken. Onder Davids leiding werd het bovendien een belangrijk steunpunt voor de Vlaamsstrijdende beweging, voor zover die er al was. Zo nam het in 1840 met een eigen vertoogtekst deel aan het Vlaams petitionnement Petitionnement
Het Vlaams petitionnement (1840) was een politieke actie waarbij taalminnaars uit Antwerpen, Gent en Leuven voor de eerste maal een ‘Vlaams’ eisenprogramma formuleerden. Dit petitionnemen... Lees meer
en was het in 1844 initiatiefnemer van het feest Vlaemsch Taelverbond (zie Het Taelverbond Het Taelverbond
Het Taelverbond (1845-1855) was een Antwerps literair maandblad, dat gaandeweg vooral op geschiedenis en taalkunde focuste. Het tijdschrift had een sociaaleconomische inslag en cultiveerd... Lees meer
). Hoewel het genootschap in unionistische geest krachtig de onpartijdige Vlaamse beweging steunde droeg het vanaf de aanvang een katholieke stempel.

Vanaf het begin van de jaren 1860 kende Met Tijd en Vlijt Met Tijd en Vlijt
Met Tijd en Vlijt was een Vlaamsgezind Studentengenootschap dat in 1836 aan de Leuvense universiteit werd opgericht en bleef bestaan tot na de Tweede Wereldoorlog. Het speelde tot 1875 e... Lees meer
plots een veel grotere toeloop van studenten. Het aantal student-leden steeg van 12 in 1863-1864 naar 100 in 1869-1870. Studenten maakten voortaan om en bij de 90% van het actieve ledenbestand uit. Het genootschap werd trouwens veruit de grootste studentenvereniging aan de universiteit. Bijna 20% van de Leuvense studentenbevolking die afkomstig was uit de Vlaamse provincies en Brabant Vlaams-Brabant
De naam van de provincie Brabant herinnert aan het vroegere gelijknamige hertogdom, dat tijdens de Middeleeuwen vorm had gekregen en waarvan het noordelijke deel een belangrijke rol speel... Lees meer
was bij de vereniging aangesloten.

Deze evolutie ging gepaard met een inhoudelijke koerswijziging die zich al vanaf 1858-1859 begon af te tekenen met de veel grotere aandacht die de leden sindsdien in hun voordrachten aan de taalstrijd besteedden. De vereniging droeg in belangrijke mate bij tot de stroomversnelling waarin de hele Vlaamse beweging toen terechtkwam. Ze werd een belangrijke pijler zowel in de agitatie rond de Grievencommissie Vlaemsche Commissie
De Vlaemsche Commissie of Grievencommissie inventariseerde op vraag van de regering in 1856-1857 voor de eerste keer de problemen in verband met de positie van het Nederlands in België en... Lees meer
(1859) en rond de zaak- Jacob Karsman Karsman, Jacob
Lees meer
(1863) als in de onpartijdige Landdagbeweging Landdagbeweging
De Landdagbeweging, die zich ontwikkelde vanaf de vroege jaren 1860, vormde tot aan de Eerste Wereldoorlog de aanzet tot een reeks al dan niet succesvolle initiatieven tot samenwerking va... Lees meer
die in de jaren 1860 op gang kwam. Naast een taal- en letterkundige leerschool wilde Met Tijd en Vlijt nu ook een oefenterrein worden voor toekomstige redenaars. In februari 1866 werd de vereniging daarom gesplitst in een letterkundige en een redekundige afdeling. Als aanhangers van de “onafhankelijke volkspartij” beschouwden de leden de taalstrijd bovendien als een onderdeel van een ruimere progressieve hervormingsbeweging. Zij onderschreven ten volle het democratische programma dat de oppositiebeweging in deze jaren verdedigde: uitbreiding van en zelfs algemeen stemrecht, staatsonthouding, vrijhandel, antimilitarisme, sociale bescherming van de arbeiders.


Met Tijd en Vlijt verdedigde niet alleen het gebruik van het Nederlands in het onderwijs, maar ook in het gerecht en het bestuur. In 1869 verspreidde het genootschap de tussenkomsten van onder meer volksvertegenwoordigers De Maere, Gerrits, Pirmez, Coremans en De Laet omtrent het gebruik van het Nederlands in de Kamer. (ADVN, VBRB1446)
Met Tijd en Vlijt verdedigde niet alleen het gebruik van het Nederlands in het onderwijs, maar ook in het gerecht en het bestuur. In 1869 verspreidde het genootschap de tussenkomsten van onder meer volksvertegenwoordigers De Maere, Gerrits, Pirmez, Coremans en De Laet omtrent het gebruik van het Nederlands in de Kamer. (ADVN, VBRB1446)

Parallel met de ontwikkeling van de progressieve stroming in het genootschap manifesteerde zich ook een sterk jeugdig zelfbewustzijn. Overigens onderhield Met Tijd en Vlijt op het einde van de jaren 1860 ook vriendschappelijke contacten met Vlaamsgezinde studentenverenigingen die ook aan andere Belgische universiteiten actief waren, vooral het in 1854 aan de Rijksuniversiteit ontstane ’t Zal Wel Gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
. Na de katholieke machtsovername in 1870, in een algemene atmosfeer van verrechtsing en polarisering in het land, zou de progressiviteit van Met Tijd en Vlijt snel aan kracht inboeten. In het Gentse 't Zal Wel Gaan haalden de antikatholieke krachten opnieuw de overhand. In 1873 werden de vriendschapsbetrekkingen tussen beide studentenverenigingen afgebroken. De samenwerking kwam overigens in de hele Vlaamse beweging op de helling te staan. Als reactie tegen de evolutie van het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
in de richting van de militante vrijzinnigheid Vrijzinnigheid
Dit artikel belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en de vrijdenkersbeweging van de 19de eeuw tot nu. Lees meer
nam Met Tijd en Vlijt in 1875 het belangrijke initiatief tot oprichting van het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
. Het pas opgerichte fonds zou de rol die het genootschap tot dan toe had vervuld als centrum van de katholieke Vlaamse beweging overnemen. Aan de Leuvense universiteit zou Met Tijd en Vlijt bovendien weldra haar positie als enige Nederlandstalige vereniging verliezen.

De impuls van de blauwvoetgeneraties (1876-1883)

De koerswijziging in Met Tijd en Vlijt na 1870 toonde aan dat de aankomende generaties bezield waren met een andere mentaliteit. Ze waren geïnspireerd door een restauratieve, antiliberale ingesteldheid, waaraan Vlaamsgezindheid inherent verbonden was, volgens het concept van de West-Vlaamse school. In die geest verschenen omstreeks 1875 in West-Vlaanderen de eerste Vlaamsgezinde scholierenpublicaties en ontstond er een net van katholieke Vlaamsgezinde scholierenbonden. Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
van het Klein Seminarie van Roeselare Klein Seminarie van Roeselaere
In het Klein Seminarie van Roeselare, opgericht in 1806, liepen tal van belangrijke figuren uit de Vlaamse beweging school of gaven er les (Gezelle, Verriest, Rodenbach). In 1875 ontstond... Lees meer
ontpopte zich in deze ontluikende West-Vlaamse scholierenbeweging Scholierenbeweging
Deze bijdrage onderzoekt de invoed die de scholierenbeweging in het officieel onderwijs heeft gehad op de Vlaamse beweging. Lees meer
tot een leidersfiguur. Toen hij tezamen met zijn Vlaamsgezinde ex-klasgenoten in 1876 aan de Leuvense universiteit aankwam, stond hem een dubbel doel voor ogen. Hij wilde de Roeselaarse strijdvaardige geest vat doen krijgen op de Leuvense studentenbevolking en zo een nieuwe impuls geven aan de Vlaamsgezinde beweging onder de universiteitsstudenten. Tegelijk wilde hij van de Leuvense universiteit de spil maken van een Katholieke Vlaamse Studentenbeweging Katholieke Vlaamse studentenbeweging
De Katholieke Vlaamse Studentenbeweging was de georganiseerde deelname van de katholieke studerende jeugd aan de Vlaamse beweging. Ze leverde daartoe met haar grote aanhang van ca. 1875 t... Lees meer
waarin scholieren, seminaristen (priesterstudenten van diocesane seminaries) en universiteitsstudenten van het hele Vlaamse land zouden verenigd zijn.

De Roeselaarse jongeren sloten zich bij hun aankomst in Leuven aan bij Met Tijd en Vlijt en gaven een belangrijk nieuw elan aan de werking ervan. Tegelijk ontwikkelden zij nieuwe initiatieven buiten dit naar hun gevoelen al te gezapige genootschap. In de eerstvolgende maanden kwamen onder hun impuls de Gilde onder de bescherming des Heiligen Tillo, een koorgilde en een Vlaamsche Spelersgilde Spelersgilden
Spelersgilden waren studenten-vakantiebonden in de beginperiode van de katholieke Vlaamse studentenbeweging in West-Vlaanderen (rond 1875-1880). Ze legden zich voornamelijk toe op toneel ... Lees meer
tot stand. Hun belangrijkste initiatief werd de oprichting op 22 februari 1877 van een Studentenafdeling van het Davidsfonds met actieve steun van Vlaamsgezinde studenten uit andere provincies. Vanuit Leuven had Rodenbach intussen ook zijn contacten geïntensiveerd met scholieren en seminaristen in diverse provincies, in het bijzonder met Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
– die op dat ogenblik zijn retorica (laatste humaniorajaar) beëindigde aan het Klein Seminarie van Mechelen Klein Seminarie van Mechelen
Het Klein Seminarie van Mechelen was een belangrijke onderwijsinstelling van het aartsbisdom Mechelen met humaniora en filosofieafdeling voor priesterstudenten. Ze speelde in de 19de eeuw... Lees meer
. Die contacten resulteerden in september 1877 in de oprichting van een Vlaamsche Studentenbond Vlaamsche Studentenbond
De Vlaamsche Studentenbond was de eerste overkoepelende organisatie van de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Ze werd opgericht in 1877 door de Leuvense studenten Albrecht Rodenbach en... Lees meer
als koepel voor een katholieke scholieren- en studentenbeweging. Het hoofdbestuur ervan was in Leuven gevestigd en het bondstijdschrift Het Pennoen Het Pennoen (1878-1880)
Het Pennoen was het blad van de Vlaamsche Studentenbond van 1878 tot 1880. Belangrijkste figuren waren Albrecht Rodenbach en Pol de Mont. Lees meer
zou eveneens door Leuvense studenten worden geredigeerd.

Vanaf 1878-1879 boette dat dynamisme snel aan kracht in. De Leuvense studentenbeweging raakte in een scherp conflict gewikkeld naar aanleiding van een vete tussen de professoren Pieter Willems Willems, Pieter
Lees meer
en Pieter P. Alberdingk Thijm Alberdingk Thijm, Paul
Lees meer
, zowel in het hoofdbestuur van het Davidsfonds als in Met Tijd en Vlijt. De Mont voerde de pro-Willemsgezinde meerderheid aan in Met Tijd en Vlijt. Thijm, een sympathisant van de West-Vlaamse school, vond dan weer vurige aanhangers bij een aantal West-Vlamingen, met Rodenbach op kop. Het conflict nam zulke proporties aan omdat het bestaan van de Studentenafdeling van het Davidsfonds ermee gemoeid was. Terwijl Thijm, als toenmalige voorzitter van het Davidsfonds de vereniging van het begin af had gesteund, was Willems, als voorzitter van Met Tijd en Vlijt, steeds tegen de concurrerende studentenvereniging gekant geweest. Daarom schafte de laatstgenoemde in februari 1879, nadat hij Davidsfondsvoorzitter was geworden, de Studentenafdeling af. Vele West-Vlaamse blauwvoeters Blauwvoeterij
Blauwvoeterij is de benaming voor de eerste fase van de katholieke Vlaamse studentenbeweging, vanaf de ‘Groote Stooringe’ in 1875 in het Klein Seminarie van Roeselare tot omstreeks 1880, ... Lees meer
verlieten Met Tijd en Vlijt uit protest. Zij – en Rodenbach in het bijzonder – raakten door deze ontwikkeling wat gemarginaliseerd in de Leuvense studentenbeweging. Bij zijn voortijdige dood in juni 1880 leek veel van wat hij en zijn generatiegenoten met zoveel energie hadden aangevat weer verloren te zijn gegaan. Aan de Leuvense universiteit was Met Tijd en Vlijt opnieuw de enige toonaangevende studentenvereniging en de algemene studentenbond was een stille dood gestorven.


Leuvense studenten omstreeks 1880. Vooraan liggend met pet Flor Heuvelmans; naast hem, zittend op de grond, vermoedelijk Aloïs Bruwier. (Universiteitsarchief KU Leuven, AMVS)
Leuvense studenten omstreeks 1880. Vooraan liggend met pet Flor Heuvelmans; naast hem, zittend op de grond, vermoedelijk Aloïs Bruwier. (Universiteitsarchief KU Leuven, AMVS)

De inzinking was maar tijdelijk. Omstreeks 1880 arriveerde in Leuven een tweede generatie van West-Vlaamse blauwvoeters die voortbouwde op de erfenis van Rodenbach. Tot die generatie behoorden onder meer Emiel Lauwers Lauwers, Emiel
Emiel Lauwers (1858-1921) was actief in het Leuvense studentenleven. Hij werkte mee aan verschillende tijdschriften: onder andere De Vlaamsche Vlagge, Kwaepenninck en Onze Vlaamsche Wekke... Lees meer
, Alfons Depla Depla, Alfons
Alfons Depla (1860-1924) was een Vlaamse arts, politicus en activist. Hij was onder meer actief in de Leuvense studentenbeweging en werd tijdens de Eerste Wereldoorlog lid van de Raad van... Lees meer
, Hendrik Persyn Persyn, Hendrik
Hendrik Persyn (1857-1933) raakte aan het college van Tielt geïnteresseerd in de blauwvoeterij. Hij engageerde zich in verschillende tijdschriften en genootschappen, waaronder Kwaepenninc... Lees meer
en Emiel de Visschere De Visschere, Emiel
Emiel de Visschere (1861-1910) engageerde zich tijdens zijn Leuvense studietijd in de katholieke Vlaamsgezinde scholieren- en studentenbeweging. Nadat hij zich in Brugge als advocaat had ... Lees meer
. In samenwerking met de oudere studenten Aloïs Bruwier Bruwier, Aloïs
Aloïs Bruwier (1857-1939) riep in Roeselare met Albrecht Rodenbach de Blauwvoeterij in het leven. Vanaf 1876 stimuleerde hij samen met andere West-Vlamingen de Vlaamsgezinde studentenwerk... Lees meer
en Renaat Adriaens Adriaens, Renaat
Renaat Adriaens (1855-1900) bracht als leerling in Roeselare mee de Blauwvoeterij op gang. Als student geneeskunde steunde hij Rodenbachs initiatieven in de Leuvense studentenbeweging. Ad... Lees meer
richtten zij in de loop van 1879-1880 opnieuw een Spelersgilde op en in 1883 kwam onder hun impuls een West-Vlaamse gouwgilde tot stand, een initiatief dat na enkele jaren door de andere provincies zou worden nagevolgd. Het waren diezelfde West-Vlaamse universiteitsstudenten die in 1880 en 1881 enkele nummers lieten verschijnen van het schimpblaadje Kwaepenninck Kwaepenninck
Kwaepenninck was een katholiek West-Vlaams studententijdschrift, 1881 (3 nummers), 1889 (1 nummer). Het blad stelde in cassante taal de tegenwerking aan de kaak die de West-Vlaamse Kathol... Lees meer
, dat scherp de repressieve kerkelijke politiek tegenover de West-Vlaamse leerlingenbeweging hekelde. In 1881 begonnen ze bovendien met de uitgave van het maandblad De Tassche De Tassche
De Tassche (1881) was een studentenmaandblad, uitgegeven in Leuven door West-Vlaamse studenten van de tweede blauwvoetgeneratie. Het kan worden beschouwd als een voortzetting van Albrecht... Lees meer
dat kan worden beschouwd als een voortzetting van Rodenbachs Het Nieuw Pennoen. Het werd in januari 1882 vervangen door het eveneens maandelijks verschijnende tijdschrift Onze Vlaamsche Wekker Onze Vlaamsche Wekker
Onze Vlaamsche Wekker was een Vlaamsgezind studentenblad dat tussen 1882 en 1887 verscheen in Leuven en West-Vlaanderen. Het ging uit van West-Vlaamse studenten aan de Leuvense universite... Lees meer
, waarvan Juliaan Delbeke Delbeke, Juliaan
Juliaan Delbeke (1859-1916) was een gevierd spreker, kunstliefhebber en katholiek politicus. Als volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Roeselare en als voorzitter voor de Katholi... Lees meer
en Camiel-Hector Marichal Marichal, Camiel-Hector
Camiel-Hector Marichal (1860-1911) was een Vlaamse (toneel)schrijver en emigrant. Hij behoorde tot de generatie van de blauwvoeterij en was gekend voor zijn Vlaams-katholieke toneelstukke... Lees meer
hoofdredacteuren waren. Deze eerste specifieke tolk van de Vlaamsgezinde studentenbeweging aan de Leuvense universiteit zou verschijnen tot in 1887.

Gangmakers van een nieuwe Landdagbeweging (1884-1890)

Het Vlaamsgezinde platform dat West-Vlamingen in de periode 1879-1884 in Leuven hadden opgebouwd werd vanaf 1884-1885 verbreed. Vooral studenten die voortkwamen uit de Antwerpse scholierenbeweging, in het bijzonder August Laporta Laporta, August
August Laporta (1864-1919) speelde een belangrijke rol in de katholieke Vlaamse studentenbeweging van het aartsbisdom Mechelen voor de Eerste Wereldoorlog. Hij was hoofdredacteur van De S... Lees meer
, Adolf Pauwels Pauwels, Adolf
Adolf Pauwels (1864-1902) was tijdens zijn jonge jaren erg actief in de katholieke flamingantische scholieren- en studentenbeweging. Als advocaat en als politicus zette hij zich nadien vo... Lees meer
en Adelfons Henderickx Henderickx, Adelfons
Adelfons Henderickx (1867-1949) was een Antwerpse katholieke volksvertegenwoordiger. Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde hij zich in het activisme en tijdens het interbellum in het ... Lees meer
, die respectievelijk in 1883 en 1885 aan de universiteit arriveerden, gaven een nieuw elan aan de universitaire studentenbeweging. Medestudenten uit andere provincies sloten zich daarbij ten volle aan. Ze activeerden de werking van Met Tijd en Vlijt Met Tijd en Vlijt
Met Tijd en Vlijt was een Vlaamsgezind Studentengenootschap dat in 1836 aan de Leuvense universiteit werd opgericht en bleef bestaan tot na de Tweede Wereldoorlog. Het speelde tot 1875 e... Lees meer
en richtten daarnaast nieuwe Vlaamse studiekringen op, waarin ze zich, in het licht van hun sterk gestegen aandacht voor de vernederlandsing van het onderwijs Onderwijs
Lees meer
, een Nederlandse vaktaal wilden eigen maken. In 1883 kwam een Oudheid- en geschiedkundige kring tot stand onder de wat eigenaardig klinkende naam van Constantius Buter. In 1884 volgde de oprichting van een Geneeskundig Genootschap, in 1885 een Vlaams Rechtsgenootschap en in 1887 een Landbouwkring. Deze kringen hadden een hoogleraar als voorzitter maar het waren vooral studenten die de resultaten van hun studiewerk naar voren brachten. Bovendien kwam tussen eind 1884 en begin 1886 aan de universiteit een Oost-Vlaamse, Antwerpse, Brabantse en Limburgse gouwgilde tot stand.

De Leuvense studentenbeweging speelde tijdens dit decennium ook een sleutelrol in het op gang brengen van een nieuwe Vlaamsgezinde Landdagbeweging Landdagbeweging
De Landdagbeweging, die zich ontwikkelde vanaf de vroege jaren 1860, vormde tot aan de Eerste Wereldoorlog de aanzet tot een reeks al dan niet succesvolle initiatieven tot samenwerking va... Lees meer
. De strijd voor de vernederlandsing van het onderwijs vormde hierbij een belangrijke katalysator. In december 1882 had Met Tijd en Vlijt al een meeting belegd in Leuven om druk uit te oefenen ten voordele van een onverminkte stemming van het in 1881 ingediende wetsvoorstel- Edward Coremans Coremans, Edward (1835-1910)
Advocaat Edward Coremans (1835-1910) was politicus voor de Meetingpartij en voorzitter van de Nederduitsche Bond. Gedurende 42 jaar was Coremans als kamerlid een leidende figuur van de Vl... Lees meer
. Na de goedkeuring van de wet in 1883 zetten katholieke flaminganten de verantwoordelijken van het katholiek onderwijs onder druk om van hen op zijn minst even vergaande toegevingen te verkrijgen. Op 19 maart 1885 belegden de pas opgerichte Leuvense gouwgilden opnieuw een meeting in de universiteitsstad, die bijgewoond werd door 300 tot 400 studenten. De Antwerpse meetingist (zie Meetingpartij Meetingpartij
De Meeting (1862-1914) was een Antwerpse politieke formatie die ontstond uit een coalitie van flaminganten, progressieve liberalen en katholieken. Ze liet zich kenmerken door een uitgespr... Lees meer
) Jan I. de Beucker De Beucker, Jan
Jan Ignaas de Beucker (1827-1906) was een pleitbezorger van de vernederlandsing van het publiek leven in Vlaanderen. Hij richtte mee de Nederduitsche Bond op, was actief in de Landdagbewe... Lees meer
hield er een fel opgemerkt pleidooi voor de volledige vernederlandsing van het onderwijs, van lagere school tot universiteit. Leuvense studenten gaven ook de toon aan op de groots opgezette studentenlanddag die op 7 september 1885 te Antwerpen werd gehouden op uitnodiging van de Nederduitsche Bond Nederduitsche Bond
De Nederduitsche Bond (1861-1914) was een Antwerpse kiesvereniging die flamingantische katholieken en liberalen verenigde. De Bond was een invloedrijke machtsfactor binnen de Meeting, voo... Lees meer
en die een nieuwe onzijdige Landdagbeweging op gang bracht.

In functie van de strijd voor het Vlaamse rechtsherstel bouwden Leuvense studenten in het academiejaar 1885-1886 de studentenbeweging verder uit tot een efficiënte strijdorganisatie. Op de Antwerpse landdag had Pauwels in het vooruitzicht gesteld dat de Leuvense gouwgilden zouden versmelten tot één grote Dietsche Bond die leiding zou geven aan de scholierenbeweging. Hij had toen ook de hoop uitgesproken dat studenten van de andere universiteiten zich daarbij zouden aansluiten, zodat de jeugd het voorbeeld zou geven van een bestendige vreedzame samenwerking tussen flaminganten van verschillende politieke strekkingen. Om dat plan te realiseren zochten de Leuvense studenten toenadering tot hun Vlaamsgezinde collega’s van de universiteiten van Brussel, Luik en Gent en nodigden ze hen uit op een gezamenlijke vergadering in Leuven in november 1885. Daar werd besloten tot de oprichting van een onzijdig Verbond van Vlaamsche studenten. Dat ontplooide in de eerste maanden van 1886 enig initiatief, maar bleek al op het einde van het academisch jaar ter ziele te zijn gegaan.

Het werd ook al gauw duidelijk dat er van de door Pauwels vooropgestelde versmelting van de Leuvense gouwgilden niets zou terechtkomen omdat de meerderheid van de in totaal circa 400 gildeleden niet met dezelfde strijdvaardigheid bezield was en zich distantieerde van de plannen van de radicale studentenleiders. Pauwels gooide het daarom over een andere boeg en ontwierp samen met uit Brugge afkomstige student Emiel de Visschere De Visschere, Emiel
Emiel de Visschere (1861-1910) engageerde zich tijdens zijn Leuvense studietijd in de katholieke Vlaamsgezinde scholieren- en studentenbeweging. Nadat hij zich in Brugge als advocaat had ... Lees meer
een systeem van kernwerking aan de Leuvense universiteit. Er werden provinciale strijderskringen opgericht, waarbij enkel de meest actieve en radicale studenten konden aansluiten. In mei 1886 kwam het tot een bundeling van deze provinciale kringen in een Algemene Vlaamsche Strijdersbond, die in zijn geheel ongeveer zestig leden telde. Vanuit deze vereniging werden voortdurend impulsen gegeven aan de Vlaamsgezinde studentenbeweging in Leuven, evenals aan de katholieke scholierenbeweging en, in het verlengde daarvan, aan de hele Vlaamse beweging. Dat alles droeg bij tot het succes van de tweede neutrale landdag in Antwerpen in 1886 die, behalve de vernederlandsing van het onderwijs, ook de vernederlandsing van het gerecht Gerecht
Lees meer
en de administratie op de agenda had staan.

In de tweede helft van de jaren 1880 groeide de Landdagbeweging, mede door het dynamisme van de Leuvense studentenbeweging, uit tot wat genoemd werd een ‘grote machtige volksbeweging’, een Vlaamsgezinde oppositiestroom die zich vooral manifesteerde binnen de katholieke rangen. Het kwam erop aan, zoals de Antwerpse student Pauwels tijdens het academiejaar 1886-1887 in enkele opgemerkte voordrachten voor Met Tijd en Vlijt en de Leuvense rederijkersmaatschappij Het Kersouwken stelde, om het ‘klein kransken heerszuchtigen in de politiek, die alle plaatsen voor zich en voor hun Fransgezinde vrienden willen bewaren’ van de troon te stoten. Hij pleitte voor de oprichting van een ‘Vlaamse staatspartij’, of ten allerminste... ‘het vervlaamsen van alle politieke kringen die er thans in het land bestaan zodat het gestelde doel Vlaams overal en in alles zou bereikt worden’. Leden van de Leuvense Strijdersbond zouden rechtstreeks of op termijn, als jonge afgestudeerden, die stuwende rol gaan spelen in de politieke Vlaamse beweging van hun provincie door de uitgave van nieuwe strijdbladen en een actieve inzet in bestaande of dikwijls nieuwe, door hen opgerichte, flamingantische verenigingen.

Intussen bleef de Leuvense studentenbeweging als geheel haar krachtige steun verlenen aan de zogenoemde volksbeweging die zij zelf op gang had gebracht. In januari 1888 werd in Leuven een meeting belegd als protest tegen de verminking die het amendement-Coremans op de Nederlandse taalkennis van de officieren zopas in het parlement had ondergaan. Leuvense studenten stuurden in dat verband, evenals ten voordele van het andere wetsvoorstel-Coremans dat verbeteringen wilde aanbrengen aan de wet van 1873 op het gerecht, vertogen aan het parlement en de pers Pers
Van bij het ontstaan van de Vlaamse beweging vervulde de Nederlandstalige pers een belangrijke rol als spreekbuis. De veelheid aan Vlaamse kranten en (week)bladen die in de 19de en 20ste ... Lees meer
. Ter ondersteuning van deze eisen bleven zij ook het woord voeren op de neutrale landdagen, zoals op die van februari 1888 in Brussel. In december 1889 werd alweer een talrijk bijgewoonde meeting in Leuven georganiseerd, nu ter ondersteuning van het wetsvoorstel-Coremans ten voordele van de vernederlandsing van het katholiek middelbaar onderwijs. De Leuvense gouwgilden en Met Tijd en Vlijt stuurden omstreeks nieuwjaar 1890 petities naar de Kamer met hetzelfde doel.

Spanningen

Aan de Leuvense universiteit leidde deze radicalere Vlaamsgezinde opstelling tot groeiende spanningen met Franstalige studenten, in het bijzonder binnen de in 1878 opgerichte Société Générale des Étudiants – Algemeen Studentengenootschap. In 1883 en 1885 hadden Vlaamsgezinde studenten er zonder succes bij het bestuur van de vereniging op aangedrongen om hun taal een plaats te geven op affiches en uitnodigingen. Toen ze uiteindelijk toch hun eis wisten door te drukken gingen Waalse studenten uit protest over tot de oprichting van eigen gouwgilden, met onder meer het uitdrukkelijke doel de Vlaamse beweging aan de universiteit te bestrijden omdat ze tweedracht zou zaaien. Tijdens het academiejaar 1887-1888 steeg de spanning tussen beide taalgroepen opnieuw. Bij de verkiezingen voor het Algemeen Studentengenootschap was een Franstalig bestuurslid vervangen door een Vlaamse kandidaat, wat leidde tot verontwaardigde reacties in Franstalige studentenbladen.


Vaandel van de Société Générale des Étudiants, 1879. (Universiteitsarchief KU Leuven)
Vaandel van de Société Générale des Étudiants, 1879. (Universiteitsarchief KU Leuven)

Henderickx diende hen van antwoord met de uitgave van Le Flamingant. Journal de circonstance Le Flamingant
Le Flamingant was een pamflet dat door Vlaamse studenten in Leuven werd uitgegeven in januari 1888. Het was een voorloper van Ons Leven. Lees meer
, waarin hij stelde dat de Vlaamsgezinde studenten geen strijd wilden voeren met hun Franstalige medestudenten maar enkel gelijkberechtiging vroegen. Daarop verscheen van Franstalige zijde een vinnig en afwijzend antwoord onder de titel La Protestation. De Vlaamsgezinde studenten trokken zich daarop terug uit het Algemeen Studentengenootschap en gingen hun eigen weg. Vanaf oktober 1888 startte Henderickx met de uitgave van het veertiendaagse studentenblad Ons Leven Ons Leven
Ons Leven (1888) is een Leuvens studententijdschrift en het blad van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Lees meer
, dat, zo zou later blijken, een uiterst belangrijke en definitieve tolk zou worden van de Vlaamse studentenbeweging in Leuven. In de eerste jaargangen besteedde het, overeenkomstig de richting die de Leuvense studentenbeweging in de voorgaande jaren was ingeslagen, veel aandacht aan de taalstrijd.

Rond dezelfde tijd rezen meningsverschillen tussen Vlaamsgezinde studenten onderling, vooral over de houding die moest worden aangenomen tegenover de onpartijdige samenwerking. Het probleem werd acuut omdat er vanaf 1888 in de Vlaamse beweging stemmen opgingen voor een meer permanente organisatie van de partij-overstijgende Vlaamse beweging. Bij een deel van de universiteitsstudenten leefde het verlangen om opnieuw, zoals in 1886, de banden tussen vrijzinnigen aan te halen. Op 16 april 1889 bood zich daartoe een gelegenheid aan, bij de viering naar aanleiding van de toetreding van het honderdste lid tot Onze Taal, een onpartijdige Vlaamsgezinde studentenvereniging die in 1883 aan de Luikse universiteit was opgericht. De Gentse leden van 't Zal Wel Gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
bleven afwezig op de feestelijkheden, maar de Brusselse student Emile de Veen De Veen, Emile
Emile de Veen (1869-1954) was ambtenaar en jurist. Hij was de eerste Nederlandstalige voorzitter van het Rekenhof vanaf 1931 en speelde een actieve rol binnen het liberale verenigingsleve... Lees meer
en zijn Leuvense strijdgenoot, de Oost-Vlaming Pieter Bolsens, dronken er op ‘verbroedering en samenwerking’ tussen de Vlaamsgezinde studenten. Bolsens stelde voor om hen samen te roepen op een landdag. Ook Henderickx, die uit de Antwerpse Meetingtraditie voortkwam, was een vurig voorstander van de onpartijdige samenwerking in de studentenbeweging. Hij propageerde dit idee in Ons Leven en probeerde het ook door te drukken in de katholieke Vlaamsgezinde scholierenbeweging.

Het was vooral uit katholieke hoek dat hij tegenwind kreeg. Op het einde van de jaren 1880 werden plannen gesmeed voor de heroprichting van een nationale koepel voor de Vlaamse Katholieke Studentenbeweging. De stuwers ervan waren vooral Mechelse seminaristen en priesters die de redactie van het scholierentijdschrift De Student De Student
De Student was een katholiek scholieren- en studententijdschrift dat verscheen van 1881 tot in 1930. Het was voor 1914 het meest gezagvolle orgaan van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweg... Lees meer
in handen hadden, samen met Laporta, die in 1889 in Leuven afstudeerde en zich daarna als arts vestigde in zijn geboortestad Lier. Zij wezen bestendige samenwerking in de Vlaamse beweging en zeker in de studentenbeweging af, zowel om praktische als om principiële redenen. Deze tegenstanders van de samenwerking wonnen het pleit. Na een scherp conflict hierover op de Lierse studentengouwdag in 1889 werd Henderickx' invloed op de scholierenbeweging in het aartsbisdom Mechelen geweerd. In de Leuvense studentenbeweging werd hij in deze kwestie evenzeer in een minderheidspositie gedrongen. De discussie over de oprichting van een onafhankelijke Vlaamse partij verdeelde overigens niet alleen de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging, maar ook de hele Vlaamse beweging. Ze kreeg in 1890 haar beslag toen een minderheid van katholieke Vlaamsgezinden, onder wie Pauwels en Henderickx, besloten tot oprichting van een onpartijdig Nationaal Vlaamsch Verbond Nationaal Vlaamsch Verbond
Het Nationaal Vlaamsch Verbond was een vereniging waarin vrijzinnige en katholieke flaminganten van 1891 tot 1914 samenwerkten. Lees meer
, terwijl een meerderheid opteerde voor bundeling van de katholieke Vlaamsgezinde krachten in de Vlaamsche Katholieke Landsbond Vlaamsche Katholieke Landsbond
Lees meer
.

Voor volksontwikkeling en gelijkheid (1890-1902)

Vanaf het begin van de jaren 1890 steunden de Leuvense studenten krachtig de vernieuwingsbeweging die zich in de katholieke opinie voltrok. De oprichting van de Vlaamsche Katholieke Landsbond werd door hen begroet als de oprichting van de ‘katholieke Vlaamse partij’ (te begrijpen als: Vlaamsgezinde drukkingsgroep binnen de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
) waarbij de Leuvense gouwgilden zich onmiddellijk aansloten. Tijdens heel dit decennium, vooral in de eerste helft ervan, leefde bij hen de overtuiging dat alles ‘jong en nieuw’ moest worden, dat er een ‘algemene stroom van verandering was waartegen behoudsgezinden nutteloos streden’. De Vlaamse beweging heette nu een “volksbeweging” waarin ‘godsdienstige, Vlaamsgezinde en democratische beginselen’ hand in hand gingen. De kloof tussen arm en rijk kon, zo werd gesteld, worden gedicht door het overbruggen van de taalbarrière en het steunen van een sociaal-katholieke politiek. Vrees voor ‘socialistische volksverleiders’ evenzeer als een reële sociale bekommernis bracht hen tot een engagement in de opkomende sociale organisaties.

In 1891 richtten toenmalig priester-student en toekomstig hoogleraar Pieter-Jozef Sencie Sencie, Pieter-Jozef
Pieter-Jozef Sencie (1865-1941) was als classicus verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij was actief in de katholieke Vlaamse studentenbeweging en was de stichter en eerste v... Lees meer
en Emiel Vliebergh Vliebergh, Emiel
Emiel Vliebergh (1872-1925) was een centrale figuur in de katholieke Vlaamse beweging. Hij stuurde aan op taalwetgeving, culturele ontwikkeling en eenheid onder de katholieke flaminganten... Lees meer
, student in de rechten die weldra een voortrekkersrol zou gaan spelen in de Belgische Boerenbond Belgische Boerenbond
De Boerenbond is een beroepsorganisatie van en voor landbouwers die tot ver in de 20ste eeuw sterke banden had met de Kerk en de katholieke partij, zich van meet af sterk engageerde in de... Lees meer
, de Sociale Studiekring en Sprekersbond der Leuvensche studenten op. Het doel was om de sociale problemen te bestuderen en tegelijk sprekers te vormen voor antisocialistische meetings. In de eerste helft van het decennium waren kortstondig aan de universiteit ook nog een Antisocialistische studiebond en een Geheelonthoudersbond actief. De Leuvense studenten zochten in deze jaren contact met katholieke arbeidersgilden in de stad, woonden feesten bij in het Werkmanshuis en richtten hier met eigen middelen een volksboekerij in om het volk van “goede” Vlaamse lectuur te voorzien. Zij gaven financiële steun aan het Vlaamsgezinde christendemocratische blad Het Vlaamsche Volk (1894-1898) Het Vlaamsche Volk (1894-1898)
Het Vlaamsche Volk (1894-1898) was een daensistisch dagblad gesticht in Brussel op initiatief van de Vlaamsche Katholieke Landsbond. Lees meer
en betuigden in Ons Leven Ons Leven
Ons Leven (1888) is een Leuvens studententijdschrift en het blad van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Lees meer
sympathie voor pogingen die door Vlaamsgezinde christendemocraten werden ondernomen om hun eigen kandidaten op te dringen bij de verkiezingen. Zij bleven wel voorstanders van een eendrachtige katholieke partij en veroordeelden in 1897 de daensistische ‘scheurmakers’ toen ze door de Volksbond werden uitgestoten (zie Daensisme Daensistische beweging
Daensistische beweging is de verzamelnaam voor een geheel van feiten, opvattingen, organisaties, personen en strijdmiddelen die tijdens de late 19de en de vroege 20ste eeuw een onderdeel... Lees meer
).

Met de steun van de democratische beweging in de rug werd met nog meer vertrouwen uitgekeken naar de vooruitgang van de Vlaamse beweging De Leuvense studenten bleven gewoontegetrouw krachtige propaganda voeren voor de taalwetgeving Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
. In 1892 belegden de gouwgilden een meeting ten voordele van het voorstel van Edward Coremans Coremans, Edward (1835-1910)
Advocaat Edward Coremans (1835-1910) was politicus voor de Meetingpartij en voorzitter van de Nederduitsche Bond. Gedurende 42 jaar was Coremans als kamerlid een leidende figuur van de Vl... Lees meer
om bij de nakende grondswetsherziening het Nederlands naast het Frans als officiële taal Taal
De ontwikkeling van het Nederlands vormde tot diep in de 20ste eeuw een fundamenteel aandachtspunt in de Vlaamse beweging. De wijze waarop het geschreven en gesproken Nederlands gehanteer... Lees meer
in België te erkennen. In december 1894 deden ze dat opnieuw ter ere van de Vlaamse parlementsleden die de eed in het Nederlands hadden afgelegd. In de volgende jaren ging de aandacht naar de strijd rond het wetsvoorstel- Juliaan de Vriendt De Vriendt, Juliaan
Juliaan De Vriendt (1842-1935) was een pedagogisch en uitvoerend kunstschilder, die van 1894 tot 1900 kamerlid was voor de katholieke partij. In 1895 legde hij een wetsvoorstel neer voor ... Lees meer
-Coremans dat, na de eerste mislukte poging van 1892, de officiële erkenning van de gelijkheid van beide landstalen wilde bekomen. De verwerping van het voorstel in de Senaat ontlokte aan Ons Leven een felle reactie – niet enkel tegenover de Walen die aan de Vlamingen hun “Vaderland” zouden proberen te ontfutselen, maar ook tegenover het ‘overblijfsel van de vroegere hansworstenpolitiek dat een laatste toevluchtsoord in de Senaat gevonden heeft: 't is de behoudsgezinde partij’ waarvan er vertegenwoordigers waren te vinden zowel bij socialisten als liberalen en katholieken. Leuvense studenten richtten daarop een strijdpenning in om de verdere propaganda voor het wetsvoorstel te bekostigen. Zoals in de hele Vlaamse beweging kwam er in de studentenbeweging rond dit thema kortstondig opnieuw samenwerking tussen de politieke strekkingen tot stand op een algemene studentenlanddag in Antwerpen waar studenten van Gent, Luik, Brussel, Leuven en Antwerpen aanwezig waren. De uiteindelijke goedkeuring van het wetsvoorstel in 1898 werd in Ons Leven op jubelkreten onthaald.

Tegelijk werden in de Vlaamsgezinde werking van de Leuvense studenten ook andere accenten gelegd. Ze vormden een echo van de “nieuwe wegen” die in deze jaren, in het bijzonder door de Gentse hoogleraar Julius Mac Leod Mac Leod, Julius
Julius Mac Leod (1857-1919) was hoogleraar plantkunde aan de Gentse universiteit en een Vlaamsgezinde progressieve liberaal. Hij was een belangrijke pleitbezorger van de vernederlandsing ... Lees meer
, werden aangewezen. Redacteur Frans Meeus Meeus, Frans
Lees meer
schreef van 1893 tot 1898 verscheidene belangwekkende artikels in Ons Leven met als regelmatig terugkerende thema's: het ontbreken van een wetenschappelijke basis voor de Vlaamse beweging, de armoede van de Nederlandse wetenschappelijke taal en de noodzaak van Nederlandstalig hoger onderwijs Hoger onderwijs
De evolutie van het Vlaamse hoger onderwijs werd gekenmerkt door een moeizame vernederlandsingspolitiek, gaande van het vroegste verschijnen van Nederlandstalig onderwijs tot de integrale... Lees meer
. Hij zette zijn studiegenoten aan tot deelname aan de Vlaamsche Natuur- en Geneeskundige Congressen Vlaamsche Natuur- en Geneeskundige Congressen
Lees meer
die, op initiatief van Mac Leod, vanaf 1897 werden ingericht. Zijn medestudent Arthur de Vos richtte in 1898, in samenwerking met studenten en oud-studenten van de Hoogstudentenafdeling van de Antwerpse gilde Eigen Taal Eigen Zeden Eigen Taal Eigen Zeden
Eigen Taal Eigen Zeden (1887-1914) was een Antwerpse katholieke scholieren- en studentengilde. Ze ontstond in het elan van de Landdagbeweging en speelde een centrale rol in de vooroorlogs... Lees meer
, de Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding Katholieke Vlaamsche Hogeschooluitbreiding
De Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding is een vormings- en nascholingsorganisatie die in 1898 werd opgericht in Antwerpen. Later werden op diverse plaatsen in Vlaanderen afdelingen o... Lees meer
(KVHU) in Antwerpen op. De nieuwe organisatie beoogde de bevordering van de volksontwikkeling via de organisatie van kosteloze wetenschappelijke voordrachten door studenten en oud-studenten.

De Vos werd ook voorzitter van de Leuvense afdeling van de Studentencommissie voor de vervlaamsching van de Gentse hoogeschool die in het academiejaar 1900-1901 werd opgericht. Vanwege de Leuvense studenten had Lodewijk Dosfel Dosfel, Lodewijk
Lodewijk Dosfel (1881–1925) was een jurist die in de Vlaamse beweging bekendheid verwierf door zijn engagement in de Vlaamse katholieke studentenbeweging en in de campagne voor Vlaamse ta... Lees meer
ook het woord op het eerste studentencongres voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit, dat in november 1899 was samengeroepen op initiatief van de Gentse studentenverenigingen 't Zal Wel Gaan en de Rodenbach's Vrienden Rodenbach's Vrienden (1887-1923)
Lees meer
. Niettemin bleef de vertegenwoordiging vanuit Leuven op de Gentse studentencongressen zwak tot 1903.

Intussen werd aan de Leuvense universiteit het Vlaamse verenigingsleven verder uitgebouwd. Afgezien van de bovengenoemde Sprekersbond kregen de Vlaamsgezinde studenten uiteindelijk een eigen godsdienstig genootschap, nadat ze sinds 1890 vruchteloos hadden aangedrongen op een splitsing in twee taalafdelingen van de Sodalité, het door de jezuïeten geleide godsdienstig genootschap. De paters dominicanen kwamen in 1897 aan die verzuchtingen tegemoet door de heroprichting van het Sint-Thomasgenootschap Sint-Thomasgenootschap
Het Sint-Thomasgenootschap was in 1897-1975 een godsdienstig genootschap in de Vlaamse universiteitssteden. De dominicaan Jules Callewaert voerde er de strijd aan voor de vernederlandsing... Lees meer
dat aan de oude universiteit bestaan had. Er viel in dit decennium eveneens een sterke toename te noteren van het aantal Vlaams-regionale clubs, Vlaamse gezelligheidsverenigingen en sportverenigingen. De solidariteit onder de Vlaamse studenten werd versterkt door grote studentenfeesten die werden gehouden naar aanleiding van het 10-jarige bestaan van de gouwgilden (1893, 1895, 1896) en van Ons Leven (1898). De uitgave van het Studentenliederboek (1899), samengesteld door de Oost-Vlaamse studentenleider Karel Heynderickx Heynderickx, Karel
Karel Heynderickx (1875-1962), die zich tijdens zijn rechtenstudie aan de Leuvense universiteit bijzonder actief betoonde in de katholieke flamingantische studentenbeweging, was vanaf 190... Lees meer
, werd dan weer verwelkomd als een kostbare aanwinst voor de Vlaamse studentenliedercultuur.


<p>Deze prent van Pieter Dierickx uit het <em>Studentenliederboek</em> (1899) toont de Universiteitshal, de emblemen van de faculteiten en de student in vier ‘toestanden’: de verstokte blokker, de studentikoze, de gebuisde en de triomferende student. (Universiteitsarchief KU Leuven)</p>

Deze prent van Pieter Dierickx uit het Studentenliederboek (1899) toont de Universiteitshal, de emblemen van de faculteiten en de student in vier ‘toestanden’: de verstokte blokker, de studentikoze, de gebuisde en de triomferende student. (Universiteitsarchief KU Leuven)

De relatie tussen Vlaamsgezinde en Franstalige studenten binnen de Société Générale was sinds 1890 enigszins verbeterd nadat aan de Vlamingen de ruimte was geboden om per jaar één Nederlandstalig feest te organiseren. De actie voor de gelijkheidswet Gelijkheidswet
De gelijkheidswet van 1898 stelde het Nederlands voor officiële publicaties gelijk aan het Frans. De wet werd vanuit de Vlaamse beweging breed ondersteund, en leidde, na de Waalse afwijzi... Lees meer
inspireerde de Vlaamsgezinde studenten tot het stellen van verdergaande eisen, wat in 1898 eens te meer aanleiding gaf tot spanningen en tot een feitelijke schorsing van de werking van de Générale. De vereniging werd, door de bemiddeling van rector Adolphe Hebbelynck Hebbelynck, Adolphe
Adolphe Hebbelynck (1859-1939) was een Vlaamse katholieke priester, theoloog en oriëntalist en ook rector van de Katholieke Universiteit Leuven. In die hoedanigheid stond hij in 1902 mee ... Lees meer
, in 1902 heropgericht maar nu als koepel van twee min of meer autonome afdelingen: het Vlaamsch Verbond Vlaamsch Verbond (1861-1869)
Het Vlaamsch Verbond was een flamingantische politieke drukkingsgroep in Gent. Lees meer
en de Fédération Wallonne. Voor gezamenlijke activiteiten zou, zo werd bepaald, een strikte tweetaligheid Tweetaligheid
Lees meer
in acht worden genomen. Een nieuw conflict in 1908 luidde evenwel het definitieve einde in van de Société Générale des Étudiants: Waals en Vlaams Verbond werden volledig autonoom ten opzichte van elkaar.

De 'belle époque' van het Vlaams studentenleven (1902-1911)

De eerste jaren na de oprichting van het Vlaamsch Verbond beleefde de Vlaamse studentenbeweging in Leuven een grote bloeiperiode. Parallel met de aandacht die zich in de Vlaamse beweging ontwikkelde voor de culturele en wetenschappelijke ontvoogding van Vlaanderen werd met succes gewerkt aan de uitbouw van een hoger Vlaams-cultureel studentenleven en gestreefd naar een verdere ontplooiing van de Nederlandstalige wetenschapsbeoefening Wetenschap
Lees meer
. In 1903 kwam aan de universiteit de kring Taal en Kennis Taal en Kennis
Taal en Kennis was een Vlaamsgezinde studentenkring uit Leuven die begin 1903 werd opgericht door Frans van Cauwelaert, met als doel de vernederlandsing van het onderwijs en de wetenschap... Lees meer
tot stand op initiatief van Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
, die toen student was aan het door Désiré Mercier Mercier, Désiré
Désiré Mercier (1851-1926) was van 1906 tot 1926 de kardinaal-aartsbisschop van het aarts­bisdom Mechelen. Hij was een vurig propagandist van het Belgisch patriottisme en leefde tijdens ... Lees meer
opgerichte Hoger Instituut voor Wijsbegeerte. Doel van het nieuwe initiatief was om de studenten vertrouwd te maken met het hanteren van een Nederlandse wetenschapstaal. De vereniging was verdeeld in verschillende vakgroepen: wijsbegeerte en letteren, landbouw, geneeskunde en enkele jaren later ook algemene (positieve) wetenschappen. De werking ervan bevorderde de deelname van Leuvense studenten aan de Gentse studentencongressen. Die werd sindsdien opvallend groter. In 1905 kwam daarnaast in Leuven ook de universitaire studiekring Geloof en Wetenschap tot stand, van dewelke de leden, zowel professoren als studenten, door voordracht en discussie zochten naar een synthese van de twee.

Het Vlaamse verenigingsleven aan de Leuvense universiteit kende tegelijkertijd een enorme opbloei. Het Vlaamsch Verbond bracht in zijn maandelijkse vergaderingen een divers aanbod van voordracht, muziek- en toneelavonden. De gouwgilden organiseerden eveneens geregeld lieder- en concertavonden. Jef van den Eynde Van den Eynde, Jef
Jef van den Eynde (1879-1929) was een Leuvens studentenleider in de periode 1899-1908. Hij zorgde voor het zelfbewuster worden van de Vlaamse studenten in Leuven door hen te onderscheiden... Lees meer
droeg in belangrijke mate bij tot de cultivering van het Leuvense studentenleven. Hij was een rijke, muzikaal getalenteerde ‘prins-student’ die van 1900 tot 1908 aan de universiteit verbleef en gedurende al die tijd fungeerde als hoofdredacteur van Ons Leven. Het tijdschrift werd onder zijn leiding naar een hoger niveau getild, niet enkel inhoudelijk maar ook vormelijk. Het verscheen vanaf 1906 in een nieuw formaat met een fraai gekleurde omslag in Jugendstil, getekend door Alfred van Neste Van Neste, Alfred
Alfred Van Neste (1874-1969) was een Vlaamse kunstschilder, boekillustrator en ontwerper van ex librissen en affiches. Zijn Vlaamsgezindheid beperkte zich tot artistieke betrokkenheid bi... Lees meer
. Van den Eynde introduceerde in 1906-1907 ook nieuwe Vlaamse studentenpetten naar Duits model, terwijl de Waalse studenten de oude pet (de astrakanmuts of “calotte”), bleven behouden. Studentenfeesten groeiden uit tot culturele manifestaties waarop Vlaamse componisten en liedschrijvers als Emiel Hullebroeck Hullebroeck, Emiel
Emiel Hullebroeck (1878-1965) was een Vlaamsgezinde componist en dirigent. Hij is van grote betekenis geweest voor de Vlaamse liedbeweging in de 20ste eeuw en voor het sociale statuut van... Lees meer
, Arthur Meulemans Meulemans, Arthur
Arthur Meulemans (1884-1966) was een Vlaams-nationalistisch georiënteerde componist, die onder meer dirigeerde op het Vlaams Nationaal Zangfeest en de IJzerbedevaart. Lees meer
, Jan Blockx Blockx, Jan
Jan Blockx (1851-1912) was een leerling en opvolger van Peter Benoit als directeur van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Hij componeerde Nederlandstalige muziekstukken die internat... Lees meer
en Karel Mestdagh Mestdagh, Karel
Karel Mestdagh (1850-1924) zette zich met zijn vele composities in voor de vernederlandsing van het muziekleven in Vlaanderen. Lees meer
werden uitgenodigd en waartoe werd opgeroepen met kunstzinnige affiches. Dat gebeurde onder meer ter gelegenheid van de viering van het 15-jarige bestaan van Ons Leven in 1905, de gildenfeesten in 1906, waarop Albrecht Rodenbach gehuldigd werd als stichter van de studentenbeweging, en in het bijzonder de viering van het 20-jarige bestaan van Ons Leven in 1908.


<p>Aankondiging van de festiviteiten ter gelegenheid van het twintigjarige bestaan van het studentenblad <em>Ons Leven</em>, 1908. Ontwerp Karel Verhoeft. (Universiteitsarchief KU Leuven)</p>

Aankondiging van de festiviteiten ter gelegenheid van het twintigjarige bestaan van het studentenblad Ons Leven, 1908. Ontwerp Karel Verhoeft. (Universiteitsarchief KU Leuven)

Deze culturele en wetenschappelijke activiteiten drongen de taalstrijd tijdelijk wat op de achtergrond, al bleef die wel aanwezig. Leuvense studenten ageerden ten voordele van het in 1901 ingediende wetsvoorstel- Edward Coremans Coremans, Edward (1835-1910)
Advocaat Edward Coremans (1835-1910) was politicus voor de Meetingpartij en voorzitter van de Nederduitsche Bond. Gedurende 42 jaar was Coremans als kamerlid een leidende figuur van de Vl... Lees meer
voor de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs door deel te nemen aan landdagen ( Landdagbeweging Landdagbeweging
De Landdagbeweging, die zich ontwikkelde vanaf de vroege jaren 1860, vormde tot aan de Eerste Wereldoorlog de aanzet tot een reeks al dan niet succesvolle initiatieven tot samenwerking va... Lees meer
) en meetings en het sturen van petities naar de Kamer. Het thema werd ook druk besproken in hun kringen als Taal en Kennis en Met Tijd en Vlijt. Maar het was toch vooral pas vanaf 1907-1908 dat de taalstrijd zich weer meer op het voorplan drong, onder meer via het toen geregeld verschijnende gelegenheidsblaadje Als 't past Als 't past
Als ’t past was een onregelmatig verschijnend gelegenheidsblad tussen 1907 en 1914. Het werd uitgegeven door Leuvense studenten en behandelde vooral de situatie van de Vlaamse studenten i... Lees meer
. Dat viel samen met een algemene opleving in de Vlaamse beweging van de strijd voor het wetsvoorstel-Coremans en niet minder met de impuls die daartoe uitging van de nu beter georganiseerde Oud-Hoogstudentenbonden. Die hadden zich in 1907 verenigd in de Katholieke Vlaamsche Landsbond Katholieke Vlaamsche Landsbond (1907-1914)
Lees meer
en richtten in 1908 als dagelijks bestuur het Katholiek Vlaamsch Secretariaat op.

De contacten tussen deze organisaties en de Leuvense studentenbeweging werden aangehaald. Sinds 1908 gaven de Oud-Hoogstudentenbonden financiële steun aan het Vlaamsch Verbond. Oud-studenten voerden nu ook geregeld het woord op de talrijk bijgewoonde verbondsvergaderingen. Zij benadrukten daar het belang van de politieke strijd en haalden als voornaamste actiepunten de vernederlandsing van het middelbaar en hoger onderwijs naar aan. Vooral de vraag naar een Vlaamse universiteit vond weerklank bij de Leuvense studenten. Zij dachten hierbij niet in de eerste plaats aan de vernederlandsing van het Gentse hoger onderwijs, maar vooral aan de verdubbeling naar taalgemeenschap van hun eigen universiteit.

Dat leidde tot spanningen met de academische overheid. Ze kwamen aan de oppervlakte bij de viering van het 75-jarige bestaan van de universiteit in mei 1909. Vlaamsgezinde studenten maakten bij deze gelegenheid hun eis voor een gedeeltelijke vernederlandsing van de universiteit op luidruchtige wijze bekend voor de eretribune waar kardinaal Mercier als hoge gast de feeststoet gadesloeg. Het kwam die dag ook tot rellen met Waalse studenten. Een en ander leidde tot een verbod van rector Adolphe Hebbelynck om de activiteiten van het Vlaamsch Verbond en de Fédération Wallonne voort te zetten. Het volgende academiejaar deed zich een nieuw conflict voor naar aanleiding van de publicatie van spotprenten van de kerkelijke en academische overheid in Levenum Nostrum, een bijblaadje van Ons Leven. Ernest Claes Claes, Ernest
Ernest Claes (1885-1968) was een schrijver van volkse romans en verhalen en een leidend ambtenaar in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij vervolgd wege... Lees meer
, de toenmalige hoofdredacteur van het studentenblad, ontsnapte ternauwernood aan een consilium abeundi. Het studentenprotest bleef evenwel niet zonder resultaat. Onder druk van de Vlaams-katholieke opinie en op voorstel van rector Paulin Ladeuze Ladeuze, Paulin
Paulin Ladeuze (1887-1940) was een priester, hoogleraar en tussen 1909 en 1940 rector van de Leuvense universiteit. Onder externe druk richtte hij tussen 1911 en 1935 naast Franstalige oo... Lees meer
gingen de bisschoppen vanaf oktober 1911 over tot de verdubbeling naar taalrol van een tiental leergangen aan de Leuvense universiteit.


Een grimmige vicerector Jean van Cauwenbergh hakt een stevige boom om, waaruit echter meteen de vijf sterke takken van de Vlaamse gouwgilden voortspruiten. Karikatuur op de afschaffing van het Vlaamsch Verbond in Ons Leven, maart 1910. (ADVN, VY1633)
Een grimmige vicerector Jean van Cauwenbergh hakt een stevige boom om, waaruit echter meteen de vijf sterke takken van de Vlaamse gouwgilden voortspruiten. Karikatuur op de afschaffing van het Vlaamsch Verbond in Ons Leven, maart 1910. (ADVN, VY1633)

Leuven was intussen ook een belangrijke spil geworden in het organiseren van contacten tussen Vlaamsgezinde studerende jongeren onderling. In 1903 slaagden Leuvense studenten erin om, in samenwerking met seminaristen, een nationale koepel tot stand te brengen voor de gezamenlijke Vlaamsgezinde werking van scholieren, seminaristen en universiteitsstudenten. Het was, na de twee mislukte pogingen van 1877 en 1890, een cruciale stap in de verdere ontwikkeling van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging. De nieuw opgerichte koepel, het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS), kende in de eerstvolgende jaren een snelle ontplooiing. De oorzaak daarvan lag niet het minst in de stimulerende rol die Leuvense studenten erin vervulden op lokaal, provinciaal en nationaal vlak.

Leuvense studenten zochten aarzelend ook toenadering tot Nederlandse studenten. De eerste contacten werden gelegd in 1903, op de viering van het 15-jarige bestaan van Ons Leven, waar katholieke Nederlandse studenten aanwezig waren. Sindsdien bleef een goede verstandhouding onderhouden door wederzijdse uitnodigingen op belangrijke studentenfeesten. Er werd anderzijds ook door een beperkt aantal studenten van Leuven en Gent deelgenomen aan de jaarlijkse vakantieleergang voor Vlamingen die sinds 1904 door de Leidse Studentenafdeling van het Algemeen-Nederlands Verbond werd georganiseerd. De drempelvrees tegenover de Nederlanders bleef alsnog heel groot. In de laatste vooroorlogse jaren kwam het niettemin tot een meer bestendige vorm van samenwerking tussen Vlaamse en Nederlandse studenten. In januari 1910 werd in Antwerpen een Algemeen Vlaams-Nederlands Studentencongres gehouden. Daar vond de oprichting plaats van een Algemeen Nederlandsch Studentenverbond dat zich richtte tot Nederlandse en Vlaamse studenten van alle gezindten. Minerva, een al bestaand Nederlands studentenblad, werd de tolk van het verbond. Er werden van 1911 tot 1914 nog vier Vlaams-Nederlandse studentencongressen georganiseerd, beurtelings in Vlaanderen en in Nederland (zie Nederland-Vlaanderen Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
).

Samenwerking met Vlaamsgezinde studenten van andere universiteiten kwam, afgezien van de gezamenlijke aanwezigheid op de Gentse studentencongressen, minder goed van de grond. Op het zevende en voorlopig laatste Gentse studentencongres in 1906 was een voorstel van vrijzinnige studenten tot de oprichting van een algemeen onpartijdig studentenverbond gestrand op verzet van Leuvense studenten. Hun weigering kwam voort uit de overweging dat hun eigen werking er nauwelijks bij zou winnen, terwijl er zodoende aan de Vlaamsgezinde scholierenwerking ongetwijfeld veel schade zou worden berokkend. Naar aanleiding van het pas ingediende wetsvoorstel voor de vernederlandsing van de rijksuniversiteit vond in februari 1911, op initiatief van de Gentse studenten, in de Arteveldestad opnieuw een studentencongres plaats. Op dit congres waren Leuvense studenten aanwezig. Katholieke studenten van Leuven, Gent, Antwerpen, Luik en andere hogere onderwijsinstellingen kwamen daar tot de oprichting van een Algemeen Katholiek Vlaamsch Hoogstudentenverbond, dat evenwel voor de Eerste Wereldoorlog niet veel meer heeft gewerkt. De Leuvense studentenbeweging, die de spil van de vereniging vormde, werd vanaf 1911-1912 in haar dynamisme immers afgeremd door interne spanningen.

Crisisjaren (1911-1918)

Sinds het academiejaar 1907-1908 had zich in de Leuvense studentenkringen een nieuwe visie op de taak van de studentenbeweging ontwikkeld. Dat gebeurde onder invloed van het Sekretariat Sozialer Studentenarbeit in het Rijnlandse Mönchengladbach en, in het verlengde daarvan, de toen gepubliceerde Verhandelingen en Voordrachten van Frans van Cauwelaert. De belangrijkste opdracht, aldus deze nieuwe strekking, bestond erin om de studenten te vormen tot geestelijk hoogstaande en voorname mensen, opdat ze later bekwame en waardige leiders van hun volk zouden worden. In de studententijd moest worden gewerkt aan karaktervorming en innerlijke zelfvervolmaking, een proces waarin drankbestrijding, godsdienstzin, streven naar een hoger cultuurleven en studie een belangrijke plaats innamen, al mocht daarbij ook de Vlaamse strijd niet uit het oog worden verloren. Naargelang de nieuwe strekking meer aanhang kreeg, vooral bij eerstejaarsstudenten, had ze ook meer af te rekenen met heftige tegenstand. Lang niet alle studenten waren ingenomen met dit streven naar persoonlijkheidsvorming en de daarmee gepaard gaande kritiek op het traditionele ideaalbeeld van de drinkende en uitgaande student. De discussie hierover dreigde de hele Leuvense studentenwereld in zijn greep te krijgen en sloeg een diepe bres in de eensgezindheid.

In het academiejaar 1911-1912 nam het conflict scherpe vormen aan. In oktober van dat jaar werd in Leuven de kring Amicitia Amicitia
Amicitia was een katholieke en Vlaamsgezinde studentenvereniging die in 1911 werd opgericht aan de Leuvense universiteit. Lees meer
opgericht die de krachten van de nieuwe beweging bundelde. De stichters, Firmin Deprez Deprez, Firmin
Firmin Deprez 1890-1916) speelde vóór de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol in de katholieke Vlaamsgezinde scholieren- en studentenbeweging. Hij sneuvelde in 1916 aan het IJzerfront ... Lees meer
en Hilaire Gravez Gravez, Hilaire
Hilaire Gravez (1889-1974) was een Vlaams-nationalistische politicus en arts, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol speelde in de Frontbeweging. Tijdens de jaren 1930 koos... Lees meer
, wilden aan de leden van deze Vlaamsgezinde kring een aangenaam maar “deftig” verenigingsleven bieden dat hen diende te bevrijden van de ‘ideaaldodende stroming van onverschilligheid en halfheid’. Ze viseerden hiermee vooral de studentenclubs. Binnen de gouwgilden en op gildevergaderingen riepen de Amicitianen grote weerstand op, onder meer omdat ze zich bij een “salamander” onthielden. De Vlaamse studiekringen ondervonden de negatieve weerslag van de ruzie omdat ze bij heel wat studenten de interesse voor studie en maatschappelijke inzet ondermijnde. Het Vlaamsch Verbond raakte in diskrediet bij zowel de ene als de andere partij omdat het niet duidelijk stelling wilde nemen. Zodoende ging tot aan het uitbreken van de oorlog de belangrijkste werking in Leuven uit van de nieuw gestichte kring die door zijn tegenstanders spottend ‘het waterkasteel’ werd genoemd.

De aandacht voor de taalstrijd, die tussen 1911 en 1913 door het conflict was afgezwakt, flakkerde opnieuw op in het laatste vooroorlogse academiejaar, in het bijzonder naar aanleiding van de verwerping van het amendement-Van Cauwelaert dat het territorialiteitsbeginsel had willen vooropstellen in het lager onderwijs. Amicitia gaf naar aanleiding daarvan een nieuw nummer van Als 't past uit. Hierin werd felle kritiek geleverd op de “partijslavernij” van de katholieke Kamerleden en op de “âme belge” waaraan de Vlaamse belangen heetten te worden opgeofferd. Als die toestand zou aanhouden, zo werd gesteld, zou zelfbestuur de enige oplossing zijn. Ook Ons Leven sloeg in het laatste vooroorlogse academiejaar een meer radicale toon aan. De koerswijziging kaderde in het algemene Vlaamsgezinde ongenoegen over het uitblijven van wettelijke resultaten dat zich in de laatste maanden voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
manifesteerde.


<p>Het ‘oorlogsnummer’ van <em>Ons Leven</em>, verschenen in 1916 op initiatief van Hendrik Borginon. (ADVN, VY1633)</p>

Het ‘oorlogsnummer’ van Ons Leven, verschenen in 1916 op initiatief van Hendrik Borginon. (ADVN, VY1633)

Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef de Leuvense universiteit gesloten en heel wat actievelingen uit de vooroorlogse Leuvense studentenbeweging waren nu frontsoldaat. Het frontleven had tot gevolg dat er een verzoening tot stand kwam tussen twee strekkingen die in de vooroorlogse Leuvense Vlaamse studentenwereld tegen over mekaar stonden: de ernstige zedelijk-godsdienstige – maar tegelijk ook radicaal-Vlaamse – stroming van Amicitia enerzijds, en de meer studentikoze romantisch-luidruchtige strekking anderzijds. Uit de eerste stroming kwamen aan het front initiatieven voort zoals de Gebeden- en Heilige Hartbonden voor de Vlaamse soldaten van Gravez en het Secretariaat der Katholieke Vlaamsche Hoogstudenten Secretariaat der Katholieke Vlaamsche Hoogstudenten
Het Secretariaat der Katholieke Vlaamsche Hoogstudenten (SKVH) was een initiatief aan het IJzerfront tot bestrijding van de immoraliteit bij de soldaten. Het SKVH kwam tot stand onder imp... Lees meer
(SKVH) van Frans Daels Daels, Frans
Frans Daels (1882-1974) vormde de spil van de Vlaamsgezinde organisaties aan het IJzerfront en groeide in het interbellum als voorzitter van het IJzerbedevaartcomité en voorvechter van N... Lees meer
. Uit de tweede hoek kwam de uitgave van een oorlogsnummer van Ons Leven, een initiatief van Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
dat werd gerealiseerd door Jan Guldentops en Eugeen van Nuffel Van Nuffel, Eugeen
Jurist Eugeen Van Nuffel (1890-1974) was als student redacteur van Ons Leven. In 1916 gaf hij in Den Haag een oorlogsnummer daarvan uit. Lees meer
(die in Den Haag verbleef). Het nummer verscheen in 1916 en leidde ook tot samenwerking met Vlaamse studenten rond Adiel Debeuckelaere Debeuckelaere, Adiel
Adiel Debeuckelaere (1888-1979) was een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij zou zijn imago vooral opbouwen dankzij zijn leidende rol in de Frontbeweging. Lees meer
uit Gent. Door de achterstelling die Vlamingen aan het front ondervonden van het francofone officierenkorps werd het Vlaamse bewustzijn van de studenten er versterkt en geradicaliseerd (zie Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
).

Vlaams-nationalisme en "revolution von rechts" (1919-1944)

Toen de Leuvense universiteit in januari 1919 haar deuren heropende en het georganiseerde studentenleven opnieuw een aanvang nam, deed een Belgisch-patriottische en anti-Vlaamse reactie de Vlaamsgezinde studenten nauwer aaneensluiten. De studentenleiders, onder wie heel wat oud-studenten van voor 1914 en voormalige frontsoldaten, volgden het vooroorlogse patroon. Het Vlaamsch Verbond, nu onder de naam van Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond
Lees meer
(KVHV), kortweg "het Verbond", werd de centrale leidinggevende en koepelorganisatie waarbinnen alle Vlaamsgezinde strekkingen – meer gematigde of meer radicale – zich thuis konden voelen.

Dat kwam onder meer tot uiting op het eerste naoorlogse Groot-Nederlands Studentencongres Groot-Nederlandse Studentencongressen
De Groot-Nederlandse Studentencongressen waren bijeenkomsten van Vlaamse en Nederlandse studenten, gericht op het versterken van de onderlinge banden - vanuit de overtuiging dat Vlamingen... Lees meer
dat in maart 1920 in Leuven gehouden werd. Dit congres staat bekend als het ‘zoldercongres’, omdat het ondanks alle mogelijke externe tegenwerking toch kon plaatsvinden op de zolder van een boerenbondpakhuis. Het congres bezegelde de politieke bewustwording van de eerste naoorlogse studentengeneratie, die tijdens de oorlog nog op de middelbare school zat. Het markeerde de definitieve breuk tussen voor- en tegenstanders van de Vlaamse beweging in Leuven, en het was vooral een manifestatie van eensgezinde Vlaamse strijdbaarheid, waartoe zowel de verdediger van het minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
Frans van Cauwelaert als de Fronter Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
en het IJzersymbool IJzersymbolen
Lees meer
Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
bijdroegen.

Dit ‘zoldercongres’ was echter meteen de laatste Leuvense manifestatie waar zich flaminganten van alle slag thuis konden voelen, want vrij vlug in de jaren 1920 evolueerde het grootste deel van de Leuvense Vlaamse studenten in nationalistische richting. De oorzaak daarvan was ongenoegen over het uitblijven van de vernederlandsing van de Gentse universiteit, de lijdensweg van het in 1919 opnieuw ingediende wetsvoorstel ter zake en de halfslachtige oplossing van het compromis-Nolf, waarbij studenten twee derde van de colleges in de ene landstaal moesten volgen, en een derde in de andere taal (zie Hoger onderwijs Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
). Omdat ook de christendemocraten dit compromis hadden aanvaard, verloren ze bij veel Vlaamse studenten hun geloofwaardigheid. Het overkoepelende Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond
Het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond (AVHV) was een overkoepeling voor Vlaamsgezinde studentenverenigingen van verschillende universiteiten, gesticht door Leuvense en Gentse Vlaamse... Lees meer
(AVHV) riep een boycot van de Vlaamse afdeling uit en het Leuvense KVHV stelde zich radicaler op tegenover de eigen academische overheid door zich afzijdig te houden van academische plechtigheden zolang er in Leuven geen volledige Nederlandstalige opleiding zou zijn.

Het was vooral toen de eerste volledig naoorlogse generatie studentenleiders (met onder meer Dries Devos Devos, Dries
Dries Devos (1894-1960) speelde tijdens de jaren 1920 en begin jaren 1930 een prominente rol in het politieke Vlaams-nationalisme. Eind jaren 1930 en tijdens de Tweede Wereldoorlog was hi... Lees meer
, Rarden Iserbyt Iserbyt, Rarden
Lees meer
, Berten Catry Catry, Berten
Berten (Albert) Catry (1896-1941) was een Vlaams-nationalistische studentenleider tijdens het interbellum en fungeerde als beheerder van De Vlaamsche Vlagge (1875-1933) en van Jong Diets... Lees meer
, Antoon Ampe Ampe, Antoon
Antoon Ampe (1901-1975) was AKVS-voorzitter in 1924-1925 toen het AKVS formeel koos voor het Vlaams-nationalisme. Hij verliet Leuven voor Gent tijdens het conflict met de Leuvense rector ... Lees meer
, Dries van Rompaey Van Rompaey, Andries
Dries van Rompaey (1897-1964) speelde tussen 1920 en 1922 een prominente rol in de geradicaliseerde Leuvense studentenbeweging. Nadien was hij actief in de Kristene Vlaamsche Volkspartij... Lees meer
) vanaf 1921 de leiding overnam dat die radicalisering merkbaar werd. Ze verwachtten steeds minder heil van de realisatie van het minimumprogramma, met een taalwetgeving Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
die onderwijs Onderwijs
Lees meer
, gerecht Gerecht
Lees meer
, bestuur Bestuur
Het taalgebruik in het bestuur is een centraal aspect van de Belgische taalkwestie. Het omvat het proces van het afdwingen van taalrechten voor Vlamingen evenals de bestuurstaalwetgeving ... Lees meer
en leger Leger
Lees meer
in Vlaanderen zou vernederlandsen, en zochten de oplossing in zelfbestuur voor Vlaanderen. Ze werkten aan een theoretische fundering voor een versmelting van katholicisme en Vlaams-nationalisme in een in februari 1922 gestichte Vlaams-nationalistische studiekring, in artikelen in Ons Leven en via debatavonden in Leuven tussen nationalisten en voorstanders van het minimumprogramma in 1923 en 1924.

Behalve door het verlies van vertrouwen in de taalwetgeving werd de Vlaams-nationalistische oriëntering ook in de hand gewerkt door de groeiende identificatie met de oud-activisten (zie Activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
), de ‘martelaars voor Vlaanderen’, die – zo meende men – recht op amnestie Amnestie
Lees meer
hadden. Betogingen ten gunste van August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
, de ‘ongekroonde koning van Vlaanderen’ die in de Leuvense gevangenis zat opgesloten, leidden herhaaldelijk tot relletjes met vaderlandslievende studenten die zich in hun patriottische gevoelens gekwetst voelden en daarom in februari 1924 van de rector zelfs eisten dat verbondsvoorzitter Iserbyt zou worden buitengezet.

De spanning tussen Vlamingen en Franstaligen kreeg een dramatische wending toen na het Groot-Nederlands Studentencongres van april 1924 een Vlaamse student ( Berten Vallaeys Vallaeys, Berten
Berten Vallaeys (1898-1975) groeide in de jaren 1920 uit tot een martelaar van de Vlaamsgezinde studentenbeweging, toen hij tijdens een handgemeen tussen Vlaamse en Waalse studenten werd ... Lees meer
) door een Waalse student met een revolverschot ernstig werd verwond. Voor de Franstalige pers lag de schuld volledig bij de Vlaamse studenten, maar de Vlaamse pers nam het voor de Vlaamse studenten op. Rector Paulin Ladeuze verbood daarop in mei 1924 alle verdere politieke manifestaties, zowel van Vlaamse als van Franstalige zijde. Toen namens het verbondsbestuur Paul-Felix Beeckman Beeckman, Paul-Felix
Paul-Felix Beeckman (1900-1978) was als student actief in het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond en het KVHV. Later engageerde hij zich binnen het VNV. Na de Tweede Wereldoorlog... Lees meer
en Gerard Romsée Romsée, Gerard
Lees meer
hiertegen in een open brief protesteerden kregen zij het consilium abeundi, dat ondanks onderhandelingen tijdens de zomervakantie van 1924 gehandhaafd bleef. Het conflict kende een verdere escalatie tijdens het eerste semester van 1924-1925, waarbij nog andere Vlaamse studenten, onder meer Tony Herbert Herbert, Tony
Tony Herbert (1902-1959) was een aanvankelijk radicaal Vlaams-nationalistische en vanaf medio jaren 1930 Belgischgezinde ingenieur en textielindustrieel met autoritaire opvattingen. Hij ... Lees meer
, van de universiteit werden uitgesloten.

Hoogtepunt van het conflict en tevens het keerpunt was het besluit van het Verbondsbestuur in februari 1925 de kerkomhalingen voor de katholieke universiteit te boycotten. Daardoor kwam het Verbond rechtstreeks in conflict met de bisschoppen en werd het zelfs door de rector ontbonden. Het bleef wel bestaan, maar verloor de steun van de katholieke Vlaamse pers en tijdelijk ook van de Vlaamsgezinde professoren. ‘Het geslacht van het offer’ zoals de leiders ervan zichzelf graag noemden, sleepte in zijn principiële radicalisering ook het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS) mee dat immers vanuit Leuven geleid werd en door zijn hoofdbestuur stap voor stap naar een nationalistische beginselverklaring was gedreven (op de landdagen in Lier, 1924 en Brugge, 1925). Hierdoor moest het wel in botsing komen met de kerkelijke overheid.


Het bestuur van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV) afdeling Leuven 1923-1924. Vooraan in het midden staat verbondspreses Gerard Iserbyt. Het neerschieten van Berten Vallaeys, hier te zien op zijn ziekbed (medaillon), was het begin van een escalatie die leidde tot de Vlaamse studenterevolte van 1924-1925 en het wegsturen van een aantal KVHV-kopstukken. (Universiteitsarchief KU Leuven, AMVS)
Het bestuur van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV) afdeling Leuven 1923-1924. Vooraan in het midden staat verbondspreses Gerard Iserbyt. Het neerschieten van Berten Vallaeys, hier te zien op zijn ziekbed (medaillon), was het begin van een escalatie die leidde tot de Vlaamse studenterevolte van 1924-1925 en het wegsturen van een aantal KVHV-kopstukken. (Universiteitsarchief KU Leuven, AMVS)

In de jaren na de revolte gingen er in de Vlaamse studentenwereld van Leuven zelfs stemmen op om de op conflict gerichte koers van de Leuvense studentenleiders aan te klagen. Die oppositie werd aanvankelijk gedragen door een klein groepje Antwerpse studenten – Het Kringeske, al gesticht in de beginjaren 1920 – rond Louis Kiebooms Kiebooms, Louis
Louis Kiebooms (1903-1992) was een journalist en politicus. Hij was hoofdredacteur van de Gazet van Antwerpen, kamerlid voor de Christelijke Volkspartij en burgemeester van Wilrijk. Hij w... Lees meer
en seminarist Rik Hellemans. Deze groep wees niet enkel de conflictzoekende strategie van het Verbondsbestuur af, maar ook de Vlaams-nationalistische oriëntering. Bij het groepje sloot zich een aantal Vlaams-nationalistische studenten aan, die zich beperkten tot kritiek op de onverzoenlijke houding van de leiding en de monopoliepositie van het Verbondsbestuur, zonder de Vlaams-nationalistische oriëntering in vraag te stellen. De kritiek kwam in de openbaarheid door een artikelenreeks die in De Standaard De Standaard (1914-)
Het eerste nummer van het dagblad De Standaard verscheen op 4 december 1918. De krant was gedurende vele decennia hét blad bij uitstek van de katholieke Vlaamse beweging in al haar varian... Lees meer
begin maart 1927 gepubliceerd werd. Maar ze had geen versoepeling tot gevolg. Integendeel. De Verbondsleiding – vooral Seppe Coene Coene, Seppe
Seppe Coene (1904-2000) was als student actief in het Algemeen Katholiek Vlaamsch Hoogstudentenverbond en het KVHV. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij gouwleider voor het VNV. Later w... Lees meer
– raakte steeds meer in de ban van de radicale lijn van het weekblad Vlaanderen Vlaanderen (1922-1933)
Vlaanderen was een radicaal Vlaams-nationalistisch weekblad dat verscheen tussen 1922 en 1933. Het stond voor het grootste deel onder leiding van Robrecht de Smet en Josué de Decker. Het ... Lees meer
en speelde zelfs even met de gedachte het KVHV om te vormen tot een radicale, elitaire en hiërarchisch geleide kerngroep. Maar dat plan werd doorkruist door een onverwachte gebeurtenis.

In december 1928 werd Borms bij een tussentijdse Kamerverkiezing in Antwerpen gekozen met een overweldigend aantal stemmen (zie Bormsverkiezing Bormsverkiezing
De Bormsverkiezing – de verkiezing van de onverkiesbare, in de gevangenis verblijvende ex-activist August Borms tot Kamerlid bij tussentijdse verkiezingen in 1929 – was een politiek feit ... Lees meer
). Dat wees op het groeiende ongeduld van de Vlaamse publieke opinie over het uitblijven van taalgelijkheid, maar voor de nationalistische Leuvense studenten was het de triomf van het Vlaams-nationalisme. Nieuwe Bormsbetogingen in Leuven leidden weer tot rellen met Franstalige studenten en eens temeer tot een conflict met de rector, die in de kerstvakantie 1928-1929 aan alle Vlaamse studenten een verklaring liet ondertekenen waarin ze moesten beloven zich verre te houden van anti-Belgische betogingen. Verbondsvoorzitter Coene weigerde principieel te tekenen en werd dus uit de universiteit gezet, anderen tekenden wel, maar trokken er zich verder niets van aan. Dat het conflict vanzelf uitdoofde, kwam doordat de rector zelfs flagrante overtredingen van zijn richtlijnen stilzwijgend door de vingers zag.

Het jaar 1930 bracht trouwens nieuwe aandacht voor de vernederlandsing van de Leuvense universiteit onder druk van de vernederlandsing van Gent die toen werd doorgevoerd. De katholiek Vlaamse publieke opinie drong erop aan nu spoed te zetten achter de uitbouw in Leuven van een volledige Nederlandstalige afdeling. Een gebaar van goede wil was de benoeming van een Vlaamse vice-rector, Mgr. Karel Cruysberghs Cruysberghs, Karel
De Antwerpse priester Karel Cruysberghs (1891-1976) speelde als algemeen proost van het Jeugdverbond voor Katholieke Actie een rol als bemiddelaar in het conflict met het AKVS eind jaren ... Lees meer
, en inderdaad werd in versneld tempo de verdubbeling van de colleges doorgevoerd, zodat in 1935 de Vlaamse studenten hun universitaire opleiding helemaal in hun moedertaal konden volgen. Er trad een nieuwe generatie studentenleiders aan. Zij loste ‘het geslacht van het offer’ af en koos voor een heroriëntering van de Leuvense Vlaamse studentenbeweging in meer constructieve zin.

In 1931-1932 groeide in het Verbond twijfel over de tot dan toe gevolgde anti-Belgische koers, de verwerping van het minimumprogramma en het anti-bisschoppelijke conflictmodel. De interne discussie over het einddoel van de Vlaamse strijd, de welwillende houding van de overheid inzake vernederlandsing, de doorbraak van de katholieke actie en de belangstelling voor ‘de grote politieke en culturele stromingen in Europa’ – vooral voor de Revolution von Rechts –, waren daar de oorzaak van. In Leuven wilde een nieuwe studentengeneratie ( Piet Meuwissen Meuwissen, Piet
Piet Meuwissen (1909-1968) hervormde in 1932-34 als preses het Leuvense KVHV, steunde het AKVS bij de bouw van het Studentenhuis in Nijlen en streefde naar een verzoening tussen de Vlaams... Lees meer
, Maurits Langohr Langohr, Maurice
Jurist Maurits Langohr (1909-1990) was docent aan de UGent en magistraat. Hij was actief in de Vlaams-nationale studentenbeweging. Tijdens het Interbellum was hij betrokken bij het VNV.... Lees meer
, Karel Devriendt, Lode Claes Claes, Lode
Lode Claes (1913-1997) was een Vlaams-nationalistisch politicus, publicist en zakenman die een Vlaamse elite wilde vormen om de Vlaamse demografische meerderheid de leiding te laten nemen... Lees meer
en Eugène Mattelaer Mattelaer, Eugène
Eugène Mattelaer (1911-1999) engageerde zich in verschillende Vlaamsgezinde verenigingen en speelde een belangrijke rol in de vernederlandsing van het Belgische Rode Kruis. Lees meer
) deze revolutie verbinden met een katholiek reveil. Het aanvankelijk vanuit Verbondskringen gelanceerde tijdschrift Universitas Universitas
Universitas was een Vlaams studententijdschrift en spreekbuis van het Hoogstudentenverbond voor Katholieke Actie (HVKA). Lees meer
, dat vanaf 1933-1934 de duidelijkste exponent was van deze stroming, werd uiteindelijk het tijdschrift van het Hoogstudentenverbond voor Katholieke Actie Hoogstudentenverbond voor Katholieke Actie
Het Hoogstudentenverbond voor Katholieke Actie (HVKA) (1933 - circa 1965) was een studentenvereniging voor universitaire Katholieke Actie (KA) met als tijdschrift Universitas. Lees meer
(HVKA), dat in 1933 met steun van de hoogleraren Albert Dondeyne Dondeyne, Albert
Albert Dondeyne (1901-1985) was hoogleraar filosofie aan de KU Leuven en de mentor van Universitas. Hij was tegenstander van de splitsing van de Leuvense universiteit. Lees meer
en Paul Sobry Sobry, Paul
De priester en Leuvense hoogleraar Paul Sobry (1895-1954) was – mede vanuit flamingantische motieven - een pleitbezorger van de universiteit als een instituut dat in de plaats instond voo... Lees meer
tot stand was gekomen.

Meuwissen, die van 1932 tot 1934 verbondspreses was, vormde het KVHV om tot een corporatie voor alle studenten. Deze corporatie zou een einde maken aan politieke verdeeldheid, dialoog – ook met de overheid – verkiezen boven conflict, en werken aan de opbouw van ‘een academische stand’ die de ‘geestelijke aristocratie van Vlaanderen’ zou worden. Het was het ‘derde rijk van het Vlaamsch Verbond’ na dat van Jef van den Eynde rond de eeuwwende en van Beeckman en Romsée in de jaren 1920. Dat impliceerde dat het KVHV eerder een koepel met vormende en dienstverlenende functie werd in plaats van een ideologische voorhoede, een functie die werd overgenomen door een hele waaier van politieke studentenformaties, alle min of meer geïnspireerd door een nieuw, rechts maatschappijbeeld. In het begin hadden de Dinaso-studenten het overwicht, daarna de studenten van het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV), maar ook het Jong Volksche Front en het Jeugdfront hadden aanhang terwijl enkelen kozen voor AKVS Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
- Algemeen Katholiek Dietsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Diets Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Dietsch Studentenverbond (AKDS, 1935-1937) was de organisatorische voortzetting van het intussen sterk gereduceerde AKVS en een erfgenaam van de Katholieke Vlaamse ... Lees meer
- Dietsch Jeugdverbond Dietsch Jeugdverbond
Het Dietsch Jeugdverbond (1937-1941) was de organisatorische voortzetting van het Algemeen Katholiek Dietsch Studentenverbond (AKDS). De beweging richtte zich niet meer enkel naar katholi... Lees meer
of de Jong Nederlandsche Gemeenschap Jong Nederlandsche Gemeenschap
De Groot-Nederlandse en rechts-radicale Jong Nederlandsche Gemeenschap bestond van 1931 tot 1935 en was de laatste poging van priester Robrecht de Smet om impact te hebben in de Vlaamse e... Lees meer
.

Was er onder de koepel van de corporatie dus een grote ideologische verscheidenheid, soms werd er toch ook eensgezind opgetreden, zoals bij de deelname aan de Flor Grammens Grammens, Flor
Onderwijzer Flor Grammens (1899-1985) verwierf tijdens zijn leven grote bekendheid door zijn herhaalde en soms spectaculaire acties tegen de schendingen van de taalwetgeving. Lees meer
-acties op het einde van de jaren 1930. Of bij de vieringen van ‘vijftig jaar Ons Leven’ in 1938 en van het eeuwfeest van Met Tijd en Vlijt in hetzelfde jaar, waarvan telkens verbondspreses Karel Goddeeris Goddeeris, Karel
De Vlaamsgezinde katholieke arts Karel Godderis (1913-2006) vervulde van in zijn Leuvense studietijd tal van bestuursfuncties in uiteenlopende flamingantische middenveldorganisaties en la... Lees meer
de spilfiguur was. Toen werd duidelijk dat de verstandhouding met de rector genormaliseerd was want de academische overheid verleende ter gelegenheid van die laatste viering een eredoctoraat aan de Vlaamse letterkundigen Marie-Elisabeth Belpaire Belpaire, Marie-Elisabeth
Marie-Elisabeth Belpaire (1853-1948) was een welgestelde Vlaamsgezinde auteur die verschillende projecten realiseerde ter promotie van de literatuur (zoals het tijdschrift Dietsche Warand... Lees meer
, Stijn Streuvels Lateur, Frank
Lees meer
en Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
.


Optocht van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond met voorop de Verbondswacht met knuppel, de vaandels en de fanfare. In het midden Herman Wagemans, 1938. (Universiteitsarchief KU Leuven, AMVS)
Optocht van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond met voorop de Verbondswacht met knuppel, de vaandels en de fanfare. In het midden Herman Wagemans, 1938. (Universiteitsarchief KU Leuven, AMVS)

Tijdens de Duitse bezetting verloor het KVHV zijn impact op de Leuvense studenten. Het wijzigde zijn naam tot Leuvens Studentenverbond (LSV). De redactie van Ons Leven verhuisde naar Gent. Een aantal traditionele studentenverenigingen haakte af, naar aanleiding van incidenten rond een spreekbeurt van Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carrière begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
voor VNV-studenten. Dat compromitteerde het LSV, zodat het in aanvaring kwam met de sinds 1940 als rector aangetreden Mgr. Honoré van Waeyenbergh. Een paar honderd HVKA-georiënteerde studenten stapten eruit, en in het derde trimester scheurde ook de Sociale Hulp zich los van het LSV dat het verweet al te zeer in collaboratievaarwater te zijn terechtgekomen.

Vanaf 1941-1942 werd LSV opnieuw KVHV, ging het zich in de lijn van het zogenaamd 'Diets Verzet' distantiëren van het VNV en kiezen voor een Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
koers, maar kwam eens temeer in aanvaring met de rector naar aanleiding van plannen tot het organiseren van een Diets Studentencongres. Vanaf 1942-1943 zocht het Verbond meer toenadering tot de Universitasbeweging terwijl enkele jongeren, geïnspireerd door Verdinaso Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
-ideeën, los van het KVHV een Dietsch Studenten Keurfront Dietsch Solidaristisch Keurfront
Lees meer
vormden.

Tijdens de oorlog hield de grote meerderheid van de Vlaamse studenten in Leuven zich afzijdig van alles wat naar collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
zweemde, en volgde voor het grootste deel de koers van het HVKA. Het lag voor de hand dat vanuit deze formatie de naoorlogse Leuvense studentenwereld zou worden geherstructureerd, wat ook gebeurde.

Katholieke actie, flamingantisme en democratisering (1944-1965)

Vanaf december 1944 kwam er een nieuwe koepel, het Leuvens Studentencorps, waarin het Hoogstudentenverbond voor Katholieke Actie (HVKA) en het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV) de twee belangrijkste organisaties waren. Het Verbond, dat vanuit het HVKA opnieuw werd opgestart, werd vlug de grootste studentenvereniging in Leuven die zich in de lijn van de traditie beschouwde als een voorhoede van de Vlaamse beweging en als een leerschool voor de toekomstige leiders van het Vlaamse volk.

De eerste generatie studentenleiders na de bevrijding, ook die van het KVHV dat opnieuw een belangrijke rol zou gaan spelen in de Vlaamse beweging, kwam grotendeels uit de anti-collaboratiestrekking. Zij distantieerde zich van het oorlogs-KVHV, verwierp het anti-belgicisme en wilde eigenlijk opnieuw aanknopen bij de cultuurnationalistische Vlaamse studentenbeweging die voor en direct na de Eerste Wereldoorlog had bestaan. Ze werd daarom door een minderheid meer radicale Vlaams-nationalistische studenten die veelal afkomstig waren uit collaboratiefamilies, als belgicisten en zoetwaterflaminganten beschouwd. De volkskunstgroep De Kegelaar werd een beetje het verzamelpunt van deze minderheid.

De tweede generatie studentenleiders, die grotendeels na de bevrijding in Leuven was beland en circa 1949 de fakkel overnam, stond meer open voor radicale geluiden. De naoorlogse repressie Repressie
Lees meer
tegen de collaborateurs en de anti-Vlaamse agitatie die daarmee samenging, de Vlaamse nederlaag in de Koningskwestie en de spanningen in Leuven met de rector en de Franstalige studenten rond acties voor amnestie Amnestie
Lees meer
, tekenden haar politieke socialisatie. Zij was geneigd het KVHV opnieuw te doen aanknopen bij de vooroorlogse Vlaams-nationalistische strekking, of althans uitgesproken radicale Vlaamsgezindheid te propageren. Figuren die tot deze generatie behoorden waren Hugo Schiltz Schiltz, Hugo
Hugo Schiltz (1927-2006) was een advocaat en politicus voor de Volksunie. Hij zetelde in de Antwerpse gemeenteraad, de Kamer en maakte deel uit van een Vlaamse Regering. Hij zetelde in he... Lees meer
, Frans Baert Baert, Frans
Jurist Frans Baert (1925-2022) was actief in de Volksunie als parlements- en gemeenteraadslid. Hij legde zich vooral toe op de staatshervormingen. Daarnaast speelde hij een prominente rol... Lees meer
, Karel van der Mueren en Raymond Derine Derine, Raymond
Raymond Derine (1926-1987) was jurist, hoogleraar, politicus, auteur en polemist. Hij was Antwerps schepen voor de CVP en voorzitter van het Davidsfonds (1970-1972), en zette zich in voor... Lees meer
. Zij hadden af te rekenen met de politieke tegenstand van een stilaan in omvang slinkende groep die de verzoening met België en de cultuur-nationalistische Vlaamsgezindheid wilde continueren.

Vanaf 1952 trad een derde generatie aan die in het KVHV de balans definitief in de richting van het Vlaams-nationalisme deed doorslaan en die tegelijk ook de traditionele rol van de studentenbeweging – namelijk een voorhoede te zijn in de Vlaamse beweging – sterker ging beklemtonen. Tot de toonaangevende figuren van deze generatie behoorden Rik Seghers, Jaak van Passel, Rik Vandekerckhove Vandekerckhove, Rik
Rik Vandekerckhove (1932-1990) was een Vlaams orthopedisch chirurg en politicus voor de Volksunie. Van 1977 tot 1979 was hij minister van Wetenschapsbeleid. Lees meer
, Johan Fleerackers Fleerackers, Johan
Johan Fleerackers was bestuurder van vele culturele organisaties en voor verschillende ministers van Cultuur de kabinetschef. Hij besteedde veel aandacht aan de Vlaams-Nederlandse culture... Lees meer
, Jan Devroe en Vic Anciaux Anciaux, Vic
Vic Anciaux (1931-2023) was geneesheer en militeerde vanaf 1950 in het partijpolitieke Vlaams-nationalisme. Voor de Volksunie, waarvan hij voorzitter was van 1979 tot 1986, vervulde hij ... Lees meer
. Zij zouden later binnen en buiten de Volksunie (VU) een nieuw democratisch Vlaams-nationalisme vormgeven. De periode van de schoolstrijd om het middelbaar onderwijs (1954-1958), onder de liberaal-socialistische regering-Léo Collard zorgde voor een versterkte maatschappelijke betrokkenheid van de Leuvense studenten. De noodzaak van het samengaan van een Vlaams-radicale en een principieel katholieke houding werd toen herhaaldelijk onderstreept.


Groepsfoto van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond afdeling Leuven in de jaren 1950, met o.a. Jos Mees, Vic Anciaux, Rik Vandekerckhove en Mik Babylon. (ADVN, VFB29)
Groepsfoto van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond afdeling Leuven in de jaren 1950, met o.a. Jos Mees, Vic Anciaux, Rik Vandekerckhove en Mik Babylon. (ADVN, VFB29)

Het HVKA volgde intussen een enigszins ander spoor, buiten de Vlaamse beweging. Sommigen pleitten op het einde van de jaren 1940 voor een zuiver religieuze Katholieke Actie-beweging, anderen zochten een verbreding door de sociale dimensie sterker te beklemtonen. In de beginjaren 1950 trad hier een nieuwe generatie aan met onder meer Gerard Buysse, Guido van Hoof en Lode Bostoen, die samen met de nog tot 1957 als proost meedraaiende professor Albert Dondeyne, de Universitasbeweging haar klassieke vorm gaf. Zij beschouwden de verzoening van geloof en wereld als de belangrijkste opgave van de zich universitair vormende gelovige, wat een open kerkmodel en plaats voor de leek in de Kerk Kerk
De verhouding tussen Kerk en Vlaamse beweging vertoont historisch een tweevoudig beeld. Enerzijds waren de godsdienstige en de Vlaamsgezinde overtuiging innig verstrengeld en vormde de cl... Lees meer
impliceerde. Na haar studententijd zette deze generatie haar streven verder met de oprichting van het niet van de kerkelijke hiërarchie afhankelijke cultureel en maatschappelijk tijdschrift De Maand.

Ten slotte werden de studenten in de eerste tien naoorlogse jaren nog sterk getekend door materiële problemen. Vandaar dat ze zowel aan Franstalige als aan Vlaamse kant – onder impuls van figuren als Leo Wieërs en Lode Verhaegen – een hele reeks sociale initiatieven gingen nemen, zoals een cursusdienst (later uitgegroeid tot Acco), gemeenschapshuizen, een studentenrestaurant en een sociale studiedienst. Vanaf 1953 kreeg deze sociale stroming in Leuven een eigen stem in het weekblad Solidariteit, dat zich de verdediger van de beroepsbelangen van de studenten noemde en van 1955 tot 1958 in een gezamenlijk abonnement met het maandblad Universitas werd aangeboden.

Dat ijveren voor materiële belangen had ook een ideële basis. Na de Tweede Wereldoorlog won in brede kringen de gedachte veld dat de universiteit niet langer voorbehouden mocht blijven voor de betere stand, maar dat ze aan jongeren uit lagere sociale kringen een weg moest bieden om te stijgen op de maatschappelijke ladder. Bij hen verloor student-zijn zijn elitaire status en een deel van de studenten ontwikkelde een anti-houding tegenover ‘prins-student’-achtige folklore. Deze ‘democratische studenten’ gaven gestalte aan het in het begin van de jaren 1960 doorbrekende zogenaamde “studentensyndicalisme”, dat zowel ijverde voor een verdere verlaging van de drempel tot de universiteit (externe democratisering), als voor inspraak en medebeheer in het universitaire bestuur (interne democratisering). Het was overigens geen verschijnsel van de Vlaamse studenten in Leuven alleen; ook aan andere universiteiten in België en het buitenland deed zich dezelfde ontwikkeling voor.

Ook in Leuven vertaalde de nieuwe geest zich in nieuwe structuren. Van 1958 af functioneerde een Leuvens Studentenparlement (LSP), bestaande uit rechtstreeks verkozenen die zich in commissies bezighielden met het organiseren en coördineren van bepaalde aspecten van het studentenleven. Maar het LSP kon de studenten niet echt mobiliseren en werd daarom in 1962 stopgezet. In dat jaar riep de overkoepelende Vereniging van Vlaamse Studenten Vereniging van Vlaamse Studenten
De Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) is het overlegorgaan van de representatieve studentenverenigingen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen. VVS behartigt de belangen van de ... Lees meer
(VVS), die al sinds 1938 bestond en waarin Leuvense studentenleiders traditioneel de toon aangaven, zich uit tot Studentensyndicaat. In 1963 besloot het opnieuw als koepel opgerichte Leuvense Studentencorps dat het – zoals dat landelijk voor het VVS was – statutair tot zijn opdracht behoorde de syndicale belangen van de student te verdedigen, en nam het deel aan het toen door VVS georganiseerde “syndicaal congres” over de leefomstandigheden van de studenten.

Vernieuwingen waren er ook in de groep rond Universitas. Daar tekenden zich in het begin van de jaren 1960 twee richtingen af. De ene richting hield de redactie van het tijdschrift in handen, maar vormde dit om tot een weekblad met een progressief-intellectualistisch karakter. Hierin was veel aandacht voor cultuurvernieuwing ( film Film
Sinds het ontstaan van film eind 19de eeuw evolueerde het filmbedrijf in Vlaanderen van een Belgische, overwegend Franstalige sector naar een steeds meer onderscheidende Vlaamse filmsect... Lees meer
, theater Toneel
Het Vlaamse toneel onderhield vanaf zijn ontstaan in de 19de eeuw een complexe en gelaagde verhouding met de Vlaamse beweging. Van een belangrijk emancipatorisch instrument en voorwerp va... Lees meer
, literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
, avant-garde in de kunst Kunst
Lees meer
, wooncultuur), sympathie voor het studentensyndicalisme en een brede sociale belangstelling die zich uitbreidde tot de hele wereld met thema's als dekolonisatie en dialoog met het marxisme (zie Links-radicalisme Links-radicalisme
De verhouding tussen de radicale linkerzijde in Vlaanderen en de Vlaamse beweging werd nauwelijks bestudeerd. De marginaliteit van deze linkerzijde is hier natuurlijk niet vreemd aan, maa... Lees meer
). Anderzijds was er een religieus bewogen groep rond Seppe Yperman die nieuwe pastorale wegen wilde bewandelen en in 1963 een volwaardige juridisch erkende studentenparochie tot stand wist te brengen, die ook een eigen tijdschrift kreeg, los van Universitas, dat als progressief weekblad nog heel de jaren 1960 door richtinggevend bleef voor vele Leuvense studenten.

Daarnaast kreeg de Vlaamsgezindheid een nieuwe impuls in Leuven. KVHV en Ons Leven – dat een nog grotere verspreiding kende dan Universitas – hadden de aandacht ervoor gaande gehouden en nu, na de pacificatie van de levensbeschouwelijke tegenstellingen in het schoolpact van 1958, kwamen de problemen tussen de taalgemeenschappen volop naar voren. Er was de herleving van het Waals regionalisme-nationalisme tijdens de winterstaking van 1960-1961, het ontstaan van een anti-Vlaamse Brussels-francofone partij ( Front démocratique des francophones Démocrate féderaliste indépendant
Lees meer
, nu DéFi) die zich verzette tegen de vastlegging van de taalgrens Taalgrens
Het begrip ‘taalgrens’ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
rond Brussel, en een grotere strijdvaardigheid van Franstaligen die hun positie in Leuven wilden versterken.

De generatie studentenleiders van de vroege jaren 1960 liet haast vanzelf de Vlaamse bewogenheid en de sociale en democratische bekommernis in één bedding samenvloeien. De Vlaamse strijd was een sociale strijd, zo beklemtoonden ze, en de taaltegenstelling was ook een tegenstelling tussen democratische Vlaamsgezinden en Franstalige bourgeois. Halfweg de jaren 1960 raakte de grote meerderheid van Vlaamse studenten gemobiliseerd rond de kwestie Leuven.


Talrijke manifestaties en optochten, zoals die op 15 december 1965, benadrukten de eis van de studenten dat in Leuven enkel een Nederlandstalige universiteit zou blijven. De ‘Walen’ werd gevraagd naar ‘huis’ te gaan. (ADVN, VFA2203)
Talrijke manifestaties en optochten, zoals die op 15 december 1965, benadrukten de eis van de studenten dat in Leuven enkel een Nederlandstalige universiteit zou blijven. De ‘Walen’ werd gevraagd naar ‘huis’ te gaan. (ADVN, VFA2203)

Die kwestie stelde zich vanaf 1963 in alle scherpte. Franstalige Leuvense professoren, assistenten en administratief personeel vroegen toen in afwijking van de nieuwe taalwetten Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
inzake gemeentelijke administratie en onderwijs ook taalfaciliteiten Faciliteiten
Al sinds de eerste taalwet (1873) voorzag de wetgever in faciliteiten. Deze tegemoetkomingen gaven aanleiding tot tegengestelde interpretaties door Nederlandstaligen en Franstaligen, zo ... Lees meer
voor Franstaligen in Leuven, zoals in Brussel. De vrees voor ‘de verfransing van Vlaams-Brabant’ die daaruit voortvloeide bracht de Vlaamse beweging tot de eis de Franstalige afdeling van de Leuvense universiteit over te hevelen naar Wallonië. Een argument dat de studentenleiders daaraan toevoegden, was dat een universiteit in dienst moest staan van het volk en de Franstalige zich dus moest bevinden au coeur de la Wallonie, dicht bij de Waalse mensen. De academische overheid en de inrichtende macht wensten daarentegen de twee taalafdelingen te handhaven in Leuven. Ze waren wel bereid de spreiding van de kandidaturen te overwegen. Dat werd mogelijk door de wet op de universitaire expansie van 9 april 1965 en was nodig omdat Leuven zonder 'uitzwerming' overbevolkt zou raken.

Twee studentenrevoltes (1966-1968)

De beslissing over de toekomst lag in handen van de inrichtende macht van de universiteit, in casu van de Belgische bisschoppen. In hun verklaring van 13 mei 1966 verwierpen zij de Vlaamse overhevelingseis en bevestigden zij eens en voorgoed de toekomstige eenheid en ondeelbaarheid van de tweetalige Tweetaligheid
Lees meer
katholieke universiteit in Leuven. De reactie van de Vlaamse studenten in Leuven was een revolte die herinnerde aan de 'opstandigheid' tegen het kerkelijke gezag van de Vlaams-nationalistische studenten in de jaren 1920, maar die nu nog meer uitdijde over het hele Vlaamse land. Het bisschoppelijk mandement ging lijnrecht in tegen het Vlaamse standpunt en lokte een mobilisering uit van de hele Vlaamse beweging. Het was bovendien in zo autoritaire bewoordingen gesteld, dat het protest ook een antiklerikaal en weldra een antiautoritair karakter kreeg.

Vlaamsgezinde, antiklerikale en anti-gezagsargumenten raakten geheel met elkaar verstrengeld, het eerst in Leuven. Weldra tekende zich een tendens af bij enkele studentenleiders om de Vlaamse “overhevelingseis” minder te beklemtonen dan het anti-gezagsaspect. Zij herkenden hun eigen streven in wat elders aan democratische antiautoritarisme groeide en voelden zich vaag verwant met de gediscrimineerde zwarten in de Verenigde Staten, zoals bleek uit het belangrijkste strijdlied van deze mei-revolte 1966: dat was niet De Vlaamse Leeuw De Vlaamse Leeuw
De Vlaamse Leeuw (1847) is een nationaal Vlaams lied op tekst van Hippoliet van Peene en muziek van Karel Miry. Op 11 juli 1985 werden tekst en muzikale notatie officieel vastgelegd als V... Lees meer
, maar het door de Amerikaanse civil-rights-activisten gezongen We shall overcome. Naar het model van de Amerikaanse protestmarsen voor gelijke burgerrechten organiseerden Leuvense studentenleiders ook een meerdaagse voettocht doorheen het Vlaamse land in september 1966. Heel wat flamingantische studenten waren het met deze accentverschuiving niet eens; de snelle groei na de mei-revolte van de Vlaams-Nationale Studentenunie Vlaams-Nationale Studentenunie (1958-1984)
De Vlaams-Nationale Studentenunie (VNSU), opgericht in 1958, was een studentenorganisatie aan de Vlaamse universiteiten die bij de Volksunie (VU) aanleunde en die haar hoogtepunt kende in... Lees meer
(VNSU), die bij de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
(VU) aanleunde, was daarvan een signaal.


Studenten in Leuven keerden hun professoren de rug toe bij de opening van het academiejaar, 10 oktober 1966. (Nationaal Archief, Den Haag)
Studenten in Leuven keerden hun professoren de rug toe bij de opening van het academiejaar, 10 oktober 1966. (Nationaal Archief, Den Haag)

De protesthouding van de Vlaamse studenten bleef bestaan doorheen 1966-1967. Een toen gehouden enquête bij Vlaamse derdejaarsstudenten bracht aan het licht dat drie vierde van hen het bisschoppelijk mandement verwierpen. Ook de massale Vlaamse mobilisatie in talrijke betogingen wees op een sterke flamingantische reflex. Die leidde tot heel wat kritiek op de intussen verder naar links evoluerende top van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Die moest uiteindelijk haar poging om het Verbond om te vormen tot een Studentenvakbeweging Studentenvakbeweging
De Studentenvakbeweging was een progressieve studentenvereniging, in 1967 opgericht in de schoot van het Leuvense Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond. Lees meer
(SVB) opgeven, en verliet in juni 1967 het KVHV om verder als autonoom SVB te blijven opereren. Omdat uitgerekend de meest dynamische en charismatische leiders zoals Ludo Martens, Paul Goossens en Walter de Bock eruit stapten, verloor het KVHV en Ons Leven zijn kader, en meteen ook de hegemonie in de Leuvense studentenwereld.

De bisschoppen hadden na mei 1966 de indruk gewekt dat zij de ‘kwestie-Leuven’ hadden doorgespeeld aan de politici, maar de academische overheid van de Franstalige afdeling in Leuven hield vast aan het bisschoppelijk besluit. Dat bleek uit de bekendmaking van haar expansieplannen in januari 1968: Leuven-Frans zou in Leuven blijven. Dat was het signaal voor een tweede, veel radicalere studentenrevolte: die van januari 1968. Een vier weken durende staking van de Vlaamse studenten – bijgetreden door Vlaamse professoren – legde het normale academische leven lam en hield Leuven bovenaan op de politieke agenda. Meetings, betogingen, spreekbeurten en scholierenstakingen doorheen heel Vlaanderen, ijverig gevolgd door de Vlaamse pers Pers
Van bij het ontstaan van de Vlaamse beweging vervulde de Nederlandstalige pers een belangrijke rol als spreekbuis. De veelheid aan Vlaamse kranten en (week)bladen die in de 19de en 20ste ... Lees meer
, hielden de kwestie actueel. De ontknoping was de val van de regering- Paul vanden Boeynants Vanden Boeynants, Paul
De rechts-conservatieve christendemocraat Paul vanden Boeynants (1919-2001) werd twee keer premier, in 1966-1968 en in 1978-1979. Tegelijk drukte hij zijn stempel op het bestuur van de st... Lees meer
op zwarte dinsdag 6 februari 1968. De studenten als voorhoede van een zich breed ontplooiende Vlaamse beweging behaalden de overwinning, misschien de grootste in het bestaan van de Vlaamse studentenbeweging in Leuven. Maar in elk geval de laatste.

Tijdens de januarirevolte van 1968 kwam er immers een einde aan de traditionele studentenbeweging die de beweeglijke spits vormde van de Vlaamse beweging en ontstond de “nieuwe studentenbeweging”. De januarirevolte was het ‘mei ‘68’ van Leuven. De confrontatie met de rijkswacht en de gevestigde orde, de dagelijkse bijeenkomsten van actiecomités en van zogenaamde 'Volksvergaderingen' waaraan (letterlijk) duizenden studenten deelnamen en de permanente discussie over de 'actie' in oververhitte studentenkroegen, zorgden immers voor een ideologische stroomversnelling. Velen raakten doorheen dit stakingsengagement in een sfeer van conspiratieve broederlijkheid en revolutionaire ernst meegesleurd naar een radicale kritiek op de maatschappij.


Hardhandig optreden van de Rijkswacht tegen protesterende studenten in Leuven, 19 januari 1968. (Universiteitsarchief KU Leuven, AMVS)
Hardhandig optreden van de Rijkswacht tegen protesterende studenten in Leuven, 19 januari 1968. (Universiteitsarchief KU Leuven, AMVS)

Dat was voor een deel het resultaat van een bewuste bijsturing door de SVB, dat een nieuw-links maatschappijbeeld ontwikkelde waarlangs ook de eerste belangstelling voor Lenin en Mao in Leuven binnen sijpelde. Maar het was vooral ook ‘de ontdekking van een generatie’, die plots het gevoelen kreeg de dubbelzinnigheid en schijnheiligheid van het bestaande bestel te doorzien en via haar actie meende te kunnen ontmaskeren. Vele student-activisten vonden stilaan de Vlaamse eisen – zelfs in hun ‘sociale bedding’ – niet meer dan een begin, of zelfs voorbijgestreefd. De taalkwestie en het Vlaams-nationalisme leken een restant uit een romantisch verleden en hadden bovendien rechtse connotaties. De strijd van arbeiders en van wie in de Derde Wereld werd uitgebuit leek hun veel meer een radicaal engagement waard. Zij knipten na de revolte bewust de band met de Vlaamse beweging door, of raakten er onbewust steeds meer van vervreemd, en besloten zelf een spoor te trekken naar een nieuwe maatschappij, die vrijer, democratischer en meer authentiek zou zijn, via een nieuwe studentenbeweging, die geen aansluiting meer zocht met een bestaande emancipatiebeweging

Het einde van de traditie (sinds 1968)

Na 1968 bleef er in de lijn van de revolte een nieuw-linkse studentenbeweging actief, die nieuwe strijdthema's naar voren bracht. Ze vroeg aandacht voor wantoestanden in de bredere maatschappij. Ze wilde steun geven aan de bevrijdingsguerrilla in de Derde Wereld, aan stakende mijnwerkers en aan migranten. Ze protesteerde tegen plannen voor een beroepsleger, tegen de afschaffing van het uitstel van de militaire dienst om studieredenen en tegen brutaal politieoptreden. Ze contesteerde ook de – intussen eigen Vlaamse – academische overheid onder rector Pieter de Somer, die verweten werd niet genoeg studentenmedezeggenschap toe te staan, het apartheidsregime te steunen door de benoeming van een Zuid-Afrikaans ambassade-lid tot lector (een benoeming die werd ingetrokken) en het collegegeld te verhogen. De Vlaamse beweging kwam niet meer aan de orde. De Leuvense studentenbeweging werd niet meer opnieuw de voorhoede van de Vlaamse beweging Ze bleef de erfgenaam van de Leuvense revolte van 1968, zonder ooit opnieuw aan te knopen bij wat haar een eeuw lang — van de jaren 1860 tot de jaren 1960 – had bezield.

Tot ongeveer 1979 bleef de meerderheid van de actieve studenten geloven in de eigen roeping van de nieuw-linkse studentenbeweging, al waren er intussen ook traditionalistische, Vlaamsgezinde en anti-linkse groepjes die deze koers bestreden. Vanaf het einde van de jaren 1970 werd de kloof tussen studenten die de contestatielijn wilden verderzetten en de grote meerderheid van de aantredende generaties die van contestatie niets meer wilden weten, steeds groter. Studenten die zich toch voor iets wilden inzetten, deden dat voortaan het liefst in het kader van de apolitiek geworden faculteitskringen.

Voor de meerderheid van de studenten was er echter doorheen de jaren 1980, met de toenemende economische crisis, een nagenoeg complete vervreemding merkbaar tegenover de overkoepelende raden, de politieke studentengroeperingen en de 'studentenpolitiek' in het algemeen. Grote studentenacties vonden nog wel sporadisch plaats maar hadden uitsluitend betrekking op de eigen studentensituatie: in 1981 was er protest tegen een hervorming van het studiebeurzenstelsel, in 1986 tegen het Sint-Annaplan dat besparingen oplegde aan de universiteiten en in 1990 tegen de universitaire hervormingsplannen van minister Daniël Coens Coens, Daniël
Daniël Coens (1938-1992) was een socioloog en politicus voor de Christelijke Volkspartij. Hij was kamerlid, staatssecretaris van de Nederlandse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest en minist... Lees meer
. Die acties kwamen telkens onverwachts en spontaan, zonder dat ze waren ingebed in een intussen gecontinueerde studentenbeweging, en ook zonder dat ze voor de meeste actievoerders waren ingebed in een globale maatschappijvisie, behalve dan dat lippendienst werd bewezen aan het ideaal van de democratisering van het universitair onderwijs.

De belangrijkste erfgenamen van de historische Vlaamse studentenbeweging die nog wel aansluiting bleven zoeken bij de Vlaamse beweging, waren eerst het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV) en de Vlaams-Nationale Studentenunie (VNSU), in de jaren 1980 het KVHV en de Nationalistische Studentenvereniging Nationalistische Studenten Vereniging
De Nationalistische Studentenvereniging is een uiterst-rechtse Vlaams-nationale studentenvereniging, opgericht in 1976, met afdelingen in Leuven, Gent, Antwerpen, Brussel, Hasselt, Mechel... Lees meer
(NSV). Het KVHV probeerde de oude traditie voort te zetten of te doen herleven en vooral de studentikoze gebruiken – die tijdelijk verdwenen waren – nieuw leven in te blazen, door codices uit te geven, modelcantussen te organiseren en studentenpetten en linten opnieuw in te voeren. Het probeerde ook de politieke en culturele werking in te bedden in Vlaamsgezindheid met een rechtse en soms radicaal-rechtse Rechts-radicalisme
De rechts-radicale traditie begon toen het Vlaams-nationalisme in het interbellum koos voor Nieuwe Orde en collaboratie. Na de oorlog evolueerde radicaal-rechts in Vlaanderen van nostalgi... Lees meer
ondertoon. Het slaagde er nooit meer in om het isolement waarin het terecht was gekomen te doorbreken. Afhankelijk van de individuen die er de leiding van hadden, werd soms voor een sterke anti-linkse opstelling gekozen en dan weer voor het afficheren van een traditioneel katholicisme.


Onder meer door codexen opnieuw uit te geven en de studentenpetten en linten terug in te voeren trachtte het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond vanaf het einde van de jaren 1970 verdwenen studentikoze gebruiken nieuw leven in te blazen. (ADVN, ARBO195/14)
Onder meer door codexen opnieuw uit te geven en de studentenpetten en linten terug in te voeren trachtte het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond vanaf het einde van de jaren 1970 verdwenen studentikoze gebruiken nieuw leven in te blazen. (ADVN, ARBO195/14)

Halfweg de jaren 1970 kwam het in het KVHV-Antwerpen Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Antwerpen KVHV
Het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Antwerpen (KVHV-Antwerpen) werd opgericht in 1973 als een Vlaams-nationalistische en traditioneel-studentikoze studentenvereniging aan de Antwerp... Lees meer
tot een scheuring, waaruit een nieuwe uitgesproken rechts-radicale studentenformatie voortkwam: de NSV. Na de mislukking van het Egmontpact Gemeenschapspact
Het Egmontpact of Egmontakkoord maakt samen met de Stuyvenbergakkoorden deel uit van het zogenaamde Gemeenschapspact, dat de definitieve pacificatie van de communautaire problemen tot doe... Lees meer
en de dissidentie van de rechtse nationalisten uit de Volksunie (VU) hun hergroepering in wat later het Vlaams Blok Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ‘Vlaams Blok’, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
(VB) werd, raakte de NSV steeds meer in het vaarwater van die partij waarvoor het een soort kaderschoolfunctie ging vervullen, al ontkende het steeds elke formele binding ermee. Het isolement en de uitgesproken vijandschap van de Leuvense studentengemeenschap tegen deze commilitones met de grijze petten die sinds 1981 een Leuvense NSV-afdeling vormden, bleek onder meer hieruit dat de NSV er niet in slaagde in Leuven te worden erkend door de financiële commissie die instaat voor de verdeling van de studentensubsidies.

Er zijn tekenen dat er met het aantreden van jongere generaties in Leuven, die zijn opgegroeid in tijden van crisis en werkloosheid, een andere mentaliteit is gegroeid, waarvan depolitisering en individualisering de karakteristieken zijn. Een continu engagement voor problemen in de bredere maatschappij is sinds de tweede helft van de jaren 1980 voor de meeste studenten hoe langer hoe minder aantrekkelijk geworden. Men kan zich daarom afvragen of er nog wel een studentenbeweging als dusdanig bestaat. Wie zich voor politiek interesseert, sluit zich vandaag meestal aan bij studentenafdelingen van de gevestigde partijen en probeert vaak op die manier 'zijn weg' in de grote politiek later voor te bereiden.

Literatuur

– L. Vos, Ideologie en idealisme. De Vlaamse studentenbeweging te Leuven in de periode tussen de twee Wereldoorlogen, in: BTNG, jg. 6, 1974, nr. 3-4, pp. 263-328.
– L. Gevers, De Vlaamse studentenbeweging te Leuven (1836-1914), in: Onze Alma Mater, jg. 29, 1975, nr. 2, pp. 109-142.
Een eeuw Vlaamse studentenbeweging te Leuven. Catalogus van de tentoonstelling. KU Leuven 16 februari tot 2 maart 1976, 1976.
– L. Gevers, Studenten en sociale kwestie. "De Sociale Studiekring en Sprekersbond der Leuvensche studenten" ten tijde van Leo XIII, in: Onze Alma Mater, jg. 30, 1976, nr. 4, pp. 222-244.
– L. Gevers en L. Vos, Dat volk moet herleven. Het studententijdschrift De Vlaamsche Vlagge. 1875-1933, 1976.
– L. Vos, Nationalisme en rechtse stroming bij de Vlaamse studenten te Leuven tijdens het interbellum, 1977.
– O. Reinquin, Universitas (1933-1940). Universitaire Katholieke Aktie in Leuven in de jaren ’30, KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1977.
– O. Reinquin, Terugblik op roerige jaren. De Leuvense studentenbeweging sinds de jaren zestig, in: Onze Alma Mater, jg. 32, 1978, nr. 4, pp. 223-242.
– M. de Bruyne en L. Gevers, Kroniek van Albrecht Rodenbach (1856-1880), 1980.
– L. Vos, Het "Zoldercongres". Perikelen rond het VIe Grootnederlands studentencongres. Leuven, 20-23 maart 1920, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 40, 1981, nr. 2, pp. 65-84.
– M. Vlayen, De evolutie van de Vereniging van Vlaamse Studenten. 1938-1962, KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1982.
– L. Vos, Bloei en ondergang van het AKVS. Geschiedenis van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging (1914-1935), 2 dln., 1982.
– C. Cober, Sociale opvattingen en initiatieven van de Leuvense studenten tussen 1944 en 1965, KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1984.
– A. Schramme, De Universitas-beweging (1940-1960), KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1985.
– A. Schramme, 'Universitas: meer dan een studentenbeweging'. In: Onze Alma Mater, 39, 1985, 251-264.
– A.-L. Domen, De Derde Wereld in Leuven. Een onderzoek naar de visie van de Leuvense studenten op de Derde wereld, (1945-1970), KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1986.
– L. Vos, 'De nieuwe studentenbeweging. Welvaart en mentaliteit in de jaren zestig, in: Bewogen en bewegen. De historicus in het spanningsveld tussen economie en cultuur. Liber Amicorum aangeboden aan Prof. Dr. H.F.J.M. van den Eerenbeemt, 1986, pp. 393-409.
– L. Gevers, Bewogen Jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), 1987.
– L. Vos, Twee Leuvense studentenrevoltes (1924/25 - 1968), in: Liber Amicorum dr. J. Scheerder, 1987, pp. 291-30.
– L. Gevers en L. Vos. Intellectuelen in de Vlaamse beweging. De roeping van de Leuvense studenten, in: Kultuurleven, jg. 55, 1988, nr. 4, pp. 336-344.
– L. Vos, M. Derez, I. Depraetere en W. van der Steen, Studentenprotest in de jaren zestig. De stoute jaren, 1988.
– L. Gevers en L. Vos, Kerk vormen in Leuven. 25 jaar Universitaire Parochie, 1989.
– R. Tielen, Met revolutionaire groeten. 25 jaar sociale raad (1964-1989), KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1989.
– W. Weets, Tussen traditie en beweging. De geschiedenis van het katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (1944-1956), KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1991.
– L. Vos, De politieke kleur van jonge generaties. Vlaams-nationalisme, nieuwe orde en extreem rechts in: Herfsttij van de 20ste eeuw. Extreem-rechts in Vlaanderen 1920-1990, 1992, pp. 15-46.
– B. Henkens, De Vereniging van Vlaamse Studenten. 1974-1983. Van nationale overkoepeling naar klein-linkse vakbond, KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1993.
– L. Vos, Van Vlaamse Leeuw tot rode vaan... en verder: de naoorlogse Leuvense studentenbeweging, in: Onze Alma Mater, jg. 47, 1993, pp. 241-259.
– P. Baert, De geschiedenis van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV) van 1956 tot 1970, KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1994.
– L. Gevers, De "Kulturkampf" van Albrecht Rodenbach, in: Onze Alma Mater, jg. 48, 1994, nr. 1, pp. 74-84.
– W. Weets, Historische schets van de Vlaamse studentenbeweging. "Vliegt de Blauwvoet !...", 1996.
– L. Alaerts, Tussen ideologie en pragmatisme. De dynamiek van de Derde Wereld in Leuvense studentenmilieu’s van 1970 tot 1978, KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2000.
– L. Gevers en L. Vos, Vlaamse en Waalse studentenbeweging in Leuven (1836-2000)’ /‘Le mouvement estudiantin Flamand et Wallon à Louvain (1836-2000), in: J. Roegiers en I. Vandevivere, Leuven/ Louvain-la-Neuve. Kennismaken, 2001, pp. 161-173.
– L. Vos, B. de Wever, W. Weets (ed.), Vlaamse vaandels, rode petten. Honderd jaar Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond, 2002.
– L. Vos, Studentenpolitiek. Contestatie en participatie, in: J. Tollebeek, L. Nys, m.m.v. L. Gevers, L. Vos en R. Mantels. De stad op de berg. Een geschiedenis van de Leuvense universiteit sinds 1968, 2005, pp. 64-81.
– L. Gevers, “Eens zal de wereld zijn wat wij willen dat zij weze.” Albrecht Rodenbach en de katholieke Vlaamse studentenbeweging, in: B. Vermeulen (red.), Omtrent Albrecht Rodenbach. Historisch-literaire schetsen en essays, 2006, pp. 13-29.
– L. Gevers, Vragenboek van het Vlaamsch Studentengenootschap “Met Tijd en Vlijt”, 1878, in: P. Delsaerdt, K. Smeyers en M. Derez (eds.), Anima Academiae Bibliotheca. Dertig jaar aan­winsten voor de Leuvense universiteitsbibliotheek, 1980-2010, 2010, p. 109.
– L. Vos, Idealisme en Engagement. De roeping van de katholieke studerende jeugd in Vlaanderen (1920-1990), 2011.
– L. Gevers, “Opdat Vlaanderen bij zijn herleven, voor Christus herleve”. Prosper Thuysbaert en de roeping van de katholieke Vlaamse studentenbeweging, in: N. van Campenhout (ed.), De zoektocht van een katholieke intellectueel: Prosper Thuysbaert (1889-1965) en de vragen van zijn tijd, 2011, pp. 13-27.
– L. Vos, Flemish Nationalism, New Left and Beyond. The student Movement at Leuven University (1960s-1970s), in: P. Dhondt and E. Boran (eds.), Student Revolt, City and Society in Europe. From the Middle Ages to the Present, 2018, pp. 376-392.
– L. Vos, Het politieke falen van een kerkvorst. Kardinaal Suenens en ”Leuven Vlaams” (1962-1968), in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 77, 2018, nr. 4, pp. 328-364.

Suggestie doorgeven

Lieve Gevers / Louis Vos

2023: Lieve Gevers / Louis Vos

Inhoudstafel