Scholierenbeweging

Begrip
Lieve Gevers (2023, aanvulling), Lieve Gevers (1998)

Deze bijdrage onderzoekt de invoed die de scholierenbeweging in het officieel onderwijs heeft gehad op de Vlaamse beweging.

Leestijd: 24 minuten

In de Vlaamse beweging speelden leerlingen van het middelbaar onderwijs Middelbaar onderwijs
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van ... Lees meer
een belangrijke rol. In de katholieke colleges ontstond er vanaf de jaren 1870 een krachtige scholierenbeweging die gedurende haar hele bestaan verbonden was met de Vlaamsgezinde beweging van Leuvense universiteitsstudenten en van priesterstudenten in de diocesane seminaries. Deze beweging krijgt een aparte behandeling in het lemma katholieke Vlaamse studentenbeweging Katholieke Vlaamse studentenbeweging
De Katholieke Vlaamse Studentenbeweging was de georganiseerde deelname van de katholieke studerende jeugd aan de Vlaamse beweging. Ze leverde daartoe met haar grote aanhang van ca. 1875 t... Lees meer
en blijft hier verder onbesproken. In deze bijdrage gaat de aandacht uitsluitend naar de scholierenbeweging in het officieel onderwijs. Ook in de athenea en de rijksmiddelbare scholen ontstond immers sinds de 19de eeuw een bij tijd en wijlen bloeiende Vlaamsgezinde scholierenwerking die aanhield tot het interbellum.

Van de scholierenbeweging ging een rechtstreekse invloed uit door haar deelname aan de Vlaamsgezinde politieke en culturele manifestaties. Niet minder belangrijk was de onrechtstreekse invloed die er op de lange termijn van uitgang. De scholierenbeweging fungeerde als een socialisatiekanaal en een kweekschool voor een volgende generatie van leiders in de Vlaamse beweging.

De geschiedenis van de Vlaamsgezinde scholierenbeweging in het officieel onderwijs heeft, in tegenstelling tot de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging, nog niet veel wetenschappelijke aandacht gekregen. Afgezien van een licentieverhandeling over de periode tot 1918 bestaat er wel een aantal gedenkboeken waarin een minder of meer geromantiseerde historische terugblik wordt gegeven op de ontwikkeling van plaatselijke scholierenbonden, zoals die van de athenea van Antwerpen Antwerpen
Lees meer
, Gent Gent
Lees meer
en Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
.

Anders dan haar katholieke tegenhanger had de scholierenwerking in het officieel onderwijs niet het karakter van een invloedrijke, wijdverspreide en goed georganiseerde beweging met een grote aanhang en continuïteit. Ze manifesteerde zich in een beperkter aantal plaatselijke bonden in athenea en in rijksmiddelbare scholen die vrij onafhankelijk van elkaar opereerden en erg van elkaar konden verschillen in omvang, invloed en werking. In de loop van de jaren ontstonden er anderzijds, via bepaalde gezamenlijke acties, tijdschriften en overkoepelende structuren wel banden tussen deze scholierenbonden onderling en, althans in de beginperiode, ook met de Vlaamsgezinde studentenbeweging Studentenbeweging
Lees meer
aan sommige universiteiten. Deze banden bleven evenwel fragiel en hielden dikwijls maar tijdelijk stand. De Goedendag De Goedendag (1891-1940)
Lees meer
, het tijdschrift van de Vlaamsgezinde scholierenkringen aan de rijksmiddelbare scholen dat verscheen van 1891 tot 1940, zij het met soms grote tussenpozen, vormde de belangrijkste factor van continuïteit.

Ook in ideologisch opzicht vertoonde de scholierenbeweging in het officieel onderwijs een veel grotere heterogeniteit dan de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging. Haar ledenbestand had een meer divers karakter. Naast vrijzinnigen Vrijzinnigheid
Dit artikel belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en de vrijdenkersbeweging van de 19de eeuw tot nu. Lees meer
waren er ook katholieken en andersgelovigen lid. Naast liberaalgezinden vond men er ook leden die beïnvloed waren door socialistische, anarchistische en andere politieke ideeën. De Vlaamsgezinde overtuiging vormde de gezamenlijke noemer voor de beweging, maar vooral in de eerste decennia leefde de discussie of die Vlaamsgezinde werking al dan niet voorrang moest krijgen op het antiklerikale element. Voorstanders van een soms militant vrijzinnig flamingantisme stonden toen tegenover pleitbezorgers van een onpartijdige samenwerking met katholieke flaminganten. Na 1900 werd er doorgaans voor een onpartijdige opstelling geopteerd.

Een voorloper

In februari 1852 richtten poësisleerlingen van het atheneum in Gent de Vlaamsgezinde leerlingenkring 't Zal wel gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
op. De knappe leerling Julius Vuylsteke Vuylsteke, Julius
Lees meer
was een van de voornaamste initiatiefnemers. Het doel van de vereniging was de beoefening van de Vlaamse letterkunde Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
. De vergaderingen vonden doorgaans plaats buiten het atheneum. De oprichting gebeurde onder rechtstreekse invloed van Jacob F. Heremans Heremans, Jacob
Lees meer
, leraar Nederlands in de poësis en een spilfiguur in het Gentse liberale flamingantisme. Heremans was lid van de Société Huet Société Huet
De Société Huet was een progressieve denkgroep (1846-1851) in Gent onder de leiding van de Franse filosoof en hoogleraar François Huet (1814-1869). Lees meer
, een progressief-liberale denkgroep die behoorde tot de democratisch-Vlaamsgezinde en tegelijk fel antiklerikale stroming die door de revolutiegolf van 1848 in de liberale opinie werd gestimuleerd. Ook de Gentse jongeren waren door die strijdend antiklerikale en vrijzinnige Vlaamsgezindheid getekend, zoals bleek uit de leuze "Klauwaard en Geus" die ze naar voren schoven. Ze zouden die vooral tot uiting brengen nadat zij in 1854 hun kring hadden overgebracht naar de Gentse universiteit. 't Zal wel gaan veranderde daardoor van een vrijzinnig-Vlaamsgezind leerlingengenootschap tot een studentengenootschap. Aan het atheneum viel de beweging opnieuw stil.

De spoorslag van de taalwet van 1883

De goedkeuring van de taalwet Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
-Coremans-De Vigne van 1883 voor een gedeeltelijke vernederlandsing van het officieel middelbaar onderwijs betekende, net zoals in de katholieke middelbare scholen, een spoorslag tot Vlaamsgezinde activiteit in de rijksinstellingen. Vanaf 1885 kwamen in de athenea van Antwerpen, Brussel, Gent en Brugge Vlaamsgezinde scholierenkringen tot stand. In het atheneum van Antwerpen, waar zich de invloed van de Vlaamsgezinde leraars Jan van Beers Van Beers, Jan
Jan van Beers (1821-1888) was een Vlaams leraar en dichter uit Antwerpen. Lees meer
, Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
en Alfons Moortgat deed gelden, ontstonden in dat jaar het Taalminnend Studentengenootschap de Vlaamsche Kring Vlaamsche Kring (Antwerpen)
De Vlaamsche kring (1885) was een Vlaamsgezind en vrijzinnig genootschap van atheneumleerlingen van Antwerpen. In 1901 hield de kring op te bestaan. In 1916 herrees een activistische opv... Lees meer
en de vereniging Voor 't Vlaamsch. De tweetalige Kring Studie − Cercle Etude die er sinds 1883 bestond evolueerde rond dezelfde tijd naar een eentalig Nederlandse en Vlaamsgezinde vereniging. Tot de oprichters van deze verenigingen behoorden onder meer de latere Gentse hoogleraren en voormannen in de liberale Vlaamse beweging Louis Franck Franck, Louis
De inzet van Louis Franck (1868-1937) voor de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs en de Gentse universiteit bracht hem rond 1910 op het hoogtepunt van zijn Vlaams-liberale roem.... Lees meer
en Maurits Basse Basse, Maurits
Maurits Basse (1868-1944) behoorde tot de vrijzinnige, liberale groep van atheneumleerkrachten en professoren die ook dicht bij het Willemsfonds stonden. Zijn betekenis voor de Vlaamse be... Lees meer
, evenals Jan van Menten Van Menten, Jan
Jan van Menten (1865-1945) was hoofdredacteur van Het Handelsblad van Antwerpen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam hij in aanvaring met de activisten en na de oorlog met de Frontpartij.... Lees meer
, de toekomstige hoofdredacteur van de katholieke krant Het Handelsblad Het Handelsblad (van Antwerpen)
Lees meer
. Eveneens in 1885 kwam in het atheneum van Brussel de vereniging Help U Zelf Help U Zelf (1885)
Help U Zelf (1885-) was een flamingantisch en Groot-Nederlands georiënteerde bond van Vlaamse leerlingen in het middelbaar onderwijs in het arrondissement Brussel. Lees meer
tot stand, in het atheneum van Brugge Voor taal vereenigd en in Gent De Heremans' Zonen Heremans' zonen
De Heremans’ Zonen was van bij de oprichting in 1884 tot haar wegdeemsteren in de late jaren 1930 een vereniging die leerlingen van het Gentse atheneum en later ook andere scholieren lite... Lees meer
.

Deze bonden verenigden zich in 1886 in een Verbond van de Schoolkringen. Het initiatief daartoe ging uit van de bovenvermelde Antwerpse Kring Studie en het tijdschrift van die kring De Schoolgalm werd ook het tijdschrift van het Verbond. Over deze opbloei van de leerlingenbeweging in het rijksonderwijs werd verslag uitgebracht op de tweede onzijdige studentenlanddag van 5 september 1886 in Antwerpen door de Brusselse universiteitsstudenten Emile de Veen De Veen, Emile
Emile de Veen (1869-1954) was ambtenaar en jurist. Hij was de eerste Nederlandstalige voorzitter van het Rekenhof vanaf 1931 en speelde een actieve rol binnen het liberale verenigingsleve... Lees meer
en Gustaaf Schepens, evenals door Herman Hiel, leerling van het atheneum van Elsene, een instelling waar dus blijkbaar ook een Vlaamsgezinde leerlingenwerking bestond.

Op 26 september 1886 werd vervolgens in Brussel een 'Vlaamse landdag der studenten van officiële gestichten' gehouden. De uitnodigingsbrief, ondertekend door de Brusselse studenten Willem de Vreese De Vreese, Willem
Willem L. de Vreese (1869-1938) was een filoloog, bibliothecaris en Gentse hoogleraar, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol speelde in het activisme. Lees meer
en Schepens en de Gentse student Hendrik Loveling, had Vlamingen van alle gezindten tot de landdag opgeroepen. De Antwerpse vrijzinnige jongeren verzekerden ook in het Antwerpse weekblad Het Recht Het Recht (1874-1893)
Lees meer
(1874-1893) dat de landdag een strikt onzijdig karakter zou hebben en deden zelfs een beroep op de medewerking van de Nederduitsche Bond Nederduitsche Bond
De Nederduitsche Bond (1861-1914) was een Antwerpse kiesvereniging die flamingantische katholieken en liberalen verenigde. De Bond was een invloedrijke machtsfactor binnen de Meeting, voo... Lees meer
, hoewel deze politieke vereniging de facto meer aan de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
was gelieerd. Julius Vuylsteke, de algemene secretaris van het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
, reageerde krachtig tegen deze gang van zaken. Onder dreiging van zijn ontslag als voorzitter van de landdag kon hij deze onzijdige tendens keren: de katholieken werden er geweerd bij zowel het publiek als bij de sprekers. De toch aanwezige Jan I. de Beucker De Beucker, Jan
Jan Ignaas de Beucker (1827-1906) was een pleitbezorger van de vernederlandsing van het publiek leven in Vlaanderen. Hij richtte mee de Nederduitsche Bond op, was actief in de Landdagbewe... Lees meer
van de Nederduitsche Bond gaf hij beleefdheidshalve aan het einde van de vergadering gedurende enkele minuten het woord. De landdag zelf stond volledig in het teken van de toepassing van de taalwet van 1883 in de officiële instellingen (vanaf oktober 1886 zou de wet volledig moeten worden uitgevoerd). Aan de bestuurstafel zaten, naast Vuylsteke, Max Rooses Rooses, Max
Lees meer
van Antwerpen en Julius Hoste (sr.) Hoste, Julius (sr.)
De liberaal Julius Hoste sr. (1848-1933), stichter van De Zweep en Het Laatste Nieuws, speelde eind 19de en begin 20ste eeuw een centrale rol in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd in Brussel.... Lees meer
van Brussel. Er werden voordrachten gehouden door leerlingen van de athenea van Antwerpen, Gent, Brugge en Elsene, van de rijksnormaalschool van Gent en van de Gentse en Brusselse universiteit.

Het Verbond van de Schoolkringen kende maar een kortstondig bestaan. Er zouden in de eerstvolgende jaren geen gelijkaardige bijeenkomsten voor scholieren en studenten van het officieel onderwijs meer georganiseerd worden. In het Antwerpse atheneum vielen Kring Studie en Voor 't Vlaamsch in 1887 stil. De Vlaamsche kring die er als enige overbleef ondernam in 1888 een nieuwe poging tot nationale federatie door de oprichting van het Algemeen Verbond der Vlaamsche Studentenkringen, waarbij ook universiteitsstudenten waren aangesloten en waarvoor het nieuwe, door de Antwerpse kring kortstondig uitgegeven tijdschrift Onze Taal Onze Taal (1888-1889)
Onze Taal was een tijdschrift uitgegeven door het taalminnende genootschap van Antwerpse atheneumstudenten, de Vlaamsche Kring (1888-1889). Lees meer
(1888-1889), als tolk fungeerde.

Het algemeen streven in de Vlaamse beweging naar vereniging op het einde van de jaren 1880 speelde hierbij een rol. Zoals in de katholieke studentenbeweging drong zich in dat kader opnieuw de discussie op de voorgrond over de wenselijkheid van een samenwerking met andersdenkenden. De Vlaamsche Kring van het Antwerpse atheneum was wat dat betreft in 1888 van een vrijzinnig naar een onzijdig standpunt geëvolueerd. In september van dat jaar trokken Antwerpse atheneumleerlingen samen met leden van de katholieke studentengilde Eigen Taal Eigen Zeden van de stad naar de Rodenbachfeesten Rodenbachfeesten
De Rodenbachfeesten is de verzamelnaam voor verschillende huldemanifestaties ter nagedachtenis van Albrecht Rodenbach. Lees meer
in Roeselare die werden georganiseerd ter herdenking van de in 1880 overleden Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
, de West-Vlaamse voorman van de Blauwvoeterij Blauwvoeterij
Blauwvoeterij is de benaming voor de eerste fase van de katholieke Vlaamse studentenbeweging, vanaf de ‘Groote Stooringe’ in 1875 in het Klein Seminarie van Roeselare tot omstreeks 1880, ... Lees meer
. Ze raakten daardoor in conflict met de Fransgezinde prefect van het atheneum.

Op het congres van het Verbond der Studentenkringen in Antwerpen van 16 december 1889 schenen de tegenstanders van de samenwerking het pleit te winnen. Ter vervanging van de vorige federatie werd toen het Vrijzinnig Verbond der Vlaamsche studenten opgericht dat in 1891 De Goedendag als tolk kreeg. De Antwerpse Vlaamsche Kring die zich bij deze vrijzinnige federatie aansloot bleef evenwel in het begin van de jaren 1890 geteisterd door discussies over de kwestie van de onzijdigheid. Vooral in 1892 bereikte de spanning een hoogtepunt. De zogenoemde 'martinisten', de volgelingen van Marten Rudelsheim Rudelsheim, Marten
Marten Rudelsheim (1873-1920) was een progressief-liberale flamingant die tijdens de Eerste Wereldoorlog koos voor het activisme. Lees meer
, die zich op een onzijdig en louter flamingantisch standpunt wilden stellen, stonden tegenover de 'constantisten', die in navolging van Constant van Weddingen Vlaamsgezindheid en vrijzinnigheid wilden verbinden. De laatstgenoemde strekking kreeg uiteindelijk de bovenhand, mede ten gevolge van de nauwe samenwerking die er in deze jaren bestond tussen de Vlaamsche Kring van het Antwerpse atheneum en de uitgesproken antiklerikale Nederlandsche Studentenkring van het Hoger Handelsinstituut te Antwerpen.

De Antwerpse atheneumbond verloor na zijn tienjarig bestaan in 1895 zijn scholierenkarakter. De bond evolueerde tot een oud-leerlingenkring van het atheneum die zich niet zozeer meer bezighield met de Vlaamse strijd dan wel met literatuur en met discussies over socialisme en internationalisme. Hij verdween volledig in 1898 en zou in 1901 een voortzetting vinden in de Vlaamsche Bond Vlaamsche Bond
De Vlaamsche Bond was een Vlaamsgezinde en vrijzinnige scholierenvereniging, opgericht in 1901 aan het Koninklijk Atheneum in Antwerpen, met antiburgerlijke trekken. De vereniging was ond... Lees meer
, dan weer als scholierenbond van het Antwerpse atheneum.

De Goedendag en het Verbond in de jaren 1890

Met het tijdschrift De Goedendag had de scholierenbeweging van het officieel onderwijs intussen een meer permanent orgaan gekregen. Het zou, mits soms lange onderbrekingen, blijven verschijnen tot in 1940. Het initiatief tot oprichting was niet meer uitgegaan van Antwerpse jongeren maar wel van atheneumleerlingen van Brugge. Daar had, onder impuls van Vlaamsgezinde leraars als Julius Sabbe Sabbe, Julius
Lees meer
, de Vlaamsgezinde scholierenwerking een beslissende start genomen met de oprichting in 1887 van het Taalstudentengenootschap de Van Maerlant's Zonen, dat de oudere kring Voor Taal Vereenigd verving. De kring sloot zich aan bij de taalrevendicatieve opstelling van het Algemeen Verbond der Vlaamsche Studentenkringen en van de scholierenbonden in de andere athenea. Hij ijverde voor een goede toepassing van de taalwet van 1883 in de eigen instelling, drong bij politieke verantwoordelijken en bestuurlijke instanties aan op maatregelen om het gerecht Gerecht
Lees meer
en het bestuur Bestuur
Het taalgebruik in het bestuur is een centraal aspect van de Belgische taalkwestie. Het omvat het proces van het afdwingen van taalrechten voor Vlamingen evenals de bestuurstaalwetgeving ... Lees meer
te vernederlandsen en bracht ook al onmiddellijk de eis van een 'Vlaamsche hoogeschool in Brugge' naar voren. De eerste voorzitter van de kring was de latere Leuvense hoogleraar Lodewijk Scharpé Scharpé, Lodewijk
Lodewijk Scharpé (1869-1935) was een taalkundige die aan het begin van de 20ste eeuw bijdroeg tot de vernederlandsing van de Leuvense universiteit. Na de Eerste Wereldoorlog zette hij zic... Lees meer
. Maurits Sabbe Sabbe, Maurits
Maurits Sabbe (1873-1938), zoon van Julius Sabbe, was een Germaans filoloog, een Vlaamsgezinde liberaal en een vrijzinnige letterkundige, hoogleraar en conservator van het museum Plantin-... Lees meer
, de zoon van Julius en een gerenommeerd Vlaams auteur in spe, was eerste secretaris.

De Van Maerlant's Zonen hadden de leiding van het op het einde van 1889 opgerichte Vrijzinnig Verbond der Vlaamsche Studenten. Voorzitter Maurits Sabbe werd ook algemeen voorzitter van het Verbond. Hij riep op 7 oktober 1891 in Brugge De Goedendag in het leven als ‘Tolk der Vlaamsch-vrijgezinde studenten’. Bij het vijfde nummer van die jaargang werd die ondertitel, samenhangend met het Groot-Nederland Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
se ideaal van het blad, gewijzigd in ‘Tolk der Vrijzinnige Zuid-Nederlandse studenten’. De redactie van het tijdschrift verhuisde in de herfst 1891 samen met Sabbe, die toen aan de universiteit ging studeren, van Brugge naar Gent. Hij werd er lid van ’t Zal wel gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
en zou tot einde 1894 onder schuilnaam van Roeland Buskens de leiding van het tijdschrift in handen hebben, hierin bijgestaan door andere leden van het Gentse studentengenootschap zoals zijn broer Herman Sabbe (Hapken) en de bijzonder actieve Pieter Tack Tack, Pieter
De vrijzinnige flamingant Pieter Tack (1870-1943) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een van de leidende figuren van het activisme, onder andere als voorzitter van de Raad van Vlaanderen ... Lees meer
. De redactie van De Goedendag verhuisde vervolgens, tot november 1896, naar Geen Taal Geen Vrijheid, de Vlaamsgezinde studentenvereniging van de Brusselse universiteit, met onder meer Lodewijk de Raet De Raet, Lodewijk
Lodewijk de Raet (1870-1914) was een econoom en ambtenaar die in belangrijke mate bijdroeg aan de theorievorming over de Vlaamse beweging en deze van een sociaaleconomisch denkraam voorza... Lees meer
, Albéric Deswarte Deswarte, Albéric
Albéric Deswarte (1875-1928) was een radicaal Vlaamsgezinde socialistische politicus, die onder andere ijverde voor Nederlandstalig hoger onderwijs. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schippe... Lees meer
en Karel Dejaegher. Ze kwam daarna opnieuw terecht bij het Gentse ’t Zal wel gaan met onder meer Marten Rudelsheim.

De genoemde redacteurs van het tijdschrift waren ook drijvende figuren in de werking van het nationaal overkoepelend Verbond in de jaren 1890. Bij dat Verbond waren in 1891 de volgende groepen aangesloten: de atheneumbonden Vlaamsche kring (atheneum Antwerpen), de Van Maerlant’s Zonen (atheneum Brugge), Help U Zelf (atheneum Brussel) en De Heremans' Zonen (atheneum Gent) en verder een aantal Vlaamsgezinde studentenverenigingen van hogere onderwijsinstituten: de Nederlandsche Studentenkring (Hoger Handelsinstituut Antwerpen), Geen Taal Geen Vrijheid Geen Taal Geen Vrijheid
Geen Taal Geen Vrijheid is de kenspreuk en tot einde van de jaren 1940 de roepnaam van de Vlaamse studentenkring van de Brusselse universiteit. Lees meer
(Vrije Universiteit Brussel), 't Zal wel gaan (Rijksuniversiteit Gent) en Onze Taal (Rijksuniversiteit Luik). Aan het eerste nummer van De Goedendag werd ook meegewerkt door leerlingen uit de athenea van Oostende en van Hasselt. Er werd naar gestreefd om geregeld, zo mogelijk jaarlijks, een landdag te organiseren. Zo vonden er landdagen plaats in 1891 en mei 1892 in Brugge, in november 1894 in Brussel en in februari 1896 in Antwerpen, samenhangend met het tienjarige bestaan van de Nederlandsche Studentenkring. Op 23 en 24 april 1892 waren de leden van het Verbond al eerder in Antwerpen samengekomen voor de Peter Benoit Benoit, Peter
Peter Benoit (1834-1901) was een Vlaamsgezinde componist en muziekpedagoog. Lees meer
-hulde die door de Vlaamsche Kring en de Nederlandsche Studentenkring was georganiseerd.

Heroriëntering en crisis

Eind 1894 vond er tijdelijk een heroriëntering plaats. Het Verbond liet zijn vrijzinnige karakter varen en verklaarde zich onpartijdig. Verder was er in de ideologische oriëntering een zekere verschuiving waar te nemen van aandacht voor de vernederlandsing van het middelbaar naar die van het hoger onderwijs. Op de landdag van 1891 brachten Rudelsheim en De Raet het idee van de bestuurlijke scheiding ter sprake, evenals de wenselijkheid van de vernederlandsing van Rijksuniversiteit Gent. Het laatstgenoemd thema beheerste ook de landdagen van 1892 en 1894 en werd in de loop van de jaren 1890 bovendien geregeld naar voren gebracht in De Goedendag, naast overigens andere thema's als internationalisme, socialisme en antimilitarisme. Op de landdagen en in het tijdschrift werd verder aandacht besteed aan de thematiek van de hogeschooluitbreiding, waarvan overigens Tack en De Raet in 1892 de gangmakers werden aan de Gentse universiteit. De Groot-Nederlandse gerichtheid kreeg een concrete uitdrukking in de opname van artikels van Noord-Nederlandse studenten in De Goedendag. In 1896 formuleerde Rudelsheim een voorstel tot oprichting van een Algemeen Nederlandsch Studentenverbond, maar dat vond alsnog geen gehoor.

Bovendien kwam het overkoepelende Verbond zelf vanaf die tijd in een crisis terecht. Dat had te maken met de aanhoudende meningsverschillen over het al dan niet vrijzinnige of onpartijdige karakter ervan. Het Gentse ’t Zal en Gaan en het Brusselse Geen Taal Geen Vrijheid vormden elkaars tegenpolen in deze machtsstrijd. De eerstgenoemde vereniging slaagde erin om zijn leidinggevende positie in het Verbond en zijn daarmee verbonden keuze voor vrijzinnigheid te bevestigen. Dat leidde tot uitsluitingen en afscheuringen van plaatselijke afdelingen. Bovendien groeide er binnen het Verbond wantrouwen tussen leerlingen- en studentenkringen. De universiteitsstudenten hadden de leiding van het Verbond al te zeer naar zich toe getrokken en het initiatief aan de middelbare scholieren ontnomen. Sommige scholierenbonden hadden bovendien te kampen met tegenwerking van de schooloverheid. In de tweede helft van de jaren 1890 gaven tengevolge van die ontwikkelingen de plaatselijke kringen en het hoofdbestuur nauwelijks nog teken van leven. De Goedendag ging de facto over in handen van 't Zal wel gaan dat de ondertitel van het blad in 1899 nog maar eens omdoopte tot ‘Tolk der vrijzinnige Vlaamsche studenten’. Het blad zou tijdelijk verdwijnen in 1900.

Nieuwe wegen na 1900

Kort na 1900 kwam, eens te meer vanuit het atheneum van Antwerpen, een nieuwe impuls voor de beweging. Daar begon, aanvankelijk onder het welgezinde oog van de nieuwe prefect Frans du Mont en verscheidene leraars, vanaf 1901 opnieuw een Vlaamsgezinde leerlingenkring te werken. Hij werd aanvankelijk gedoopt als de Vlaamsche Leerlingenbond, maar al na korte tijd werd zijn naam gewijzigd in de Vlaamsche Bond Vlaamsche Bond
De Vlaamsche Bond was een Vlaamsgezinde en vrijzinnige scholierenvereniging, opgericht in 1901 aan het Koninklijk Atheneum in Antwerpen, met antiburgerlijke trekken. De vereniging was ond... Lees meer
. Leidende figuren waren in de eerste jaren August van Geertruyden, Hendrik Picard, Hendrik
Hendrik Picard (1883-1946) was een advocaat en Vlaams-nationalistisch politicus. Lees meer
en Antoon Picard Picard, Antoon
Huisarts Antoon Picard (1881-1949) was tijdens WOI betrokken bij het Antwerpse activisme. Daarna was hij gemeenteraadslid voor de Frontpartij en medeoprichter van het Vlaamse Kruis. Tijd... Lees meer
en René de Bock. In november van 1901 werd, mogelijk op initiatief van deze Antwerpse kring, een congres in Brussel georganiseerd van een Vlaamsch Leerlingenverbond der Athenea van België. Daar werd besloten tot de oprichting van een nieuw tijdschrift Jong Leven Jong Leven
Jong Leven (1901-1903) was het tweewekelijkse tijdschrift van het Vlaamsche Leerlingenverbond der Athenea van België. Lees meer
ter vervanging van De Goedendag. Het zou verschijnen van november 1901 tot januari 1903, waarna het samen met het Leerlingenverbond alweer van het toneel verdween.

Vanaf 1904 trad evenwel een fase in van een meer bestendige heropleving van zowel het Verbond als van De Goedendag. Het initiatief daartoe ging ditmaal uit van de nieuwe Vlaamsgezinde leerlingenkring Voor onze Moedertaal, die in 1903 was opgericht in het atheneum van Mechelen, op aansporing van Pieter Tack die daar intussen leraar geworden was. De Mechelse kring riep op 10 januari 1904 een congres samen in Gent waar het toen zogenoemde Verbond der Vlaamsche Studenten van Middelbaar Onderwijs werd opgericht. Het was op onpartijdige grondslag georganiseerd. Het hoofdbestuur werd toevertrouwd aan de sterkste afdeling, de Antwerpse Vlaamsche Bond (in 1905 telde hij meer dan 100 leden). De Brugse Van Maerlant’s Zonen, in het bijzonder Octaaf Sabbe, trokken opnieuw de redactie van De Goedendag naar zich toe. Het blad kon verschijnen met de financiële steun van het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
en het Willemsfonds. Algemeen voorzitter van het nieuwe verbond werden achtereenvolgens de Antwerpenaren De Bock en Albert van Laar, terwijl Karel Bollengier zeer bedrijvig was als algemeen secretaris.

Mede door hun toedoen ontstonden of herleefden tussen 1904 en 1906 vele nieuwe afdelingen in de athenea, rijksmiddelbare scholen, normaalscholen en militaire scholen van Gent, Oostende, Veurne, Brussel, Leuven, Diest, Lier, Boom, Dendermonde, Chimay en Philippeville. In 1905 kwam ook de leiding van De Goedendag naar Antwerpen met onder meer René en Eugeen de Bock De Bock, Eugène
Eugène de Bock (1889-1981) was een Vlaamse uitgever en auteur. Hij was de oprichter en directeur van uitgeverij De Sikkel en stichtte ook mee de Vereniging ter bevordering van het Vlaamse... Lees meer
, Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
, Antoon Picard Picard, Antoon
Huisarts Antoon Picard (1881-1949) was tijdens WOI betrokken bij het Antwerpse activisme. Daarna was hij gemeenteraadslid voor de Frontpartij en medeoprichter van het Vlaamse Kruis. Tijd... Lees meer
en Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
. In 1908 sloot het Verbond aan bij het Algemeen-Nederlands Verbond met behoud van zijn eigen autonomie. De blijvende Groot-Nederlandse gerichtheid bleek verder uit de zich steeds wijzigende ondertitels van De Goedendag. Vanaf 1905 luidde die ‘Tijdschrift voor het jonge volk van Zuid- en Noord-Nederland’, vanaf 1910 ‘Studentenblad voor Noord en Zuid’. Er werden Nederlanders bij de redactie betrokken en het blad vond ook verspreiding in het Noorden. In 1910 besloot het verbond zich ook open te stellen voor meisjes van het rijksonderwijs. De eerste meisjeskring die zich aansloot was de Helena Swarthkring die actief was aan het atheneum van Gent. Universiteitsstudenten werden bewust geweerd uit het Verbond. Hun ideologische of organisatorische dominantie werd niet meer geduld.

Inhoudelijk spitste de werking zich na 1900 meer toe op culturele en wetenschappelijke activiteiten. De oproep van Julius Mac Leod Mac Leod, Julius
Julius Mac Leod (1857-1919) was hoogleraar plantkunde aan de Gentse universiteit en een Vlaamsgezinde progressieve liberaal. Hij was een belangrijke pleitbezorger van de vernederlandsing ... Lees meer
en Lodewijk de Raet De Raet, Lodewijk
Lodewijk de Raet (1870-1914) was een econoom en ambtenaar die in belangrijke mate bijdroeg aan de theorievorming over de Vlaamse beweging en deze van een sociaaleconomisch denkraam voorza... Lees meer
tot het bewandelen van 'nieuwe wegen' voor de Vlaamse beweging vond gehoor. De Goedendag besteedde veel aandacht aan literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
en kunst Kunst
Lees meer
. De Antwerpse Vlaamsche Bond legde zich toe op het organiseren van culturele voordrachten evenals op toneel Toneel
Het Vlaamse toneel onderhield vanaf zijn ontstaan in de 19de eeuw een complexe en gelaagde verhouding met de Vlaamse beweging. Van een belangrijk emancipatorisch instrument en voorwerp va... Lees meer
en poppenspel. Zijn leden spanden zich in voor de verspreiding van de geschriften van de eveneens door hen bewonderde August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
Kritiek der Vlaamsche Beweging en Vlaamsche en Europeesche beweging. Ze verbonden de Vlaamse beweging met de sociale strijd en evolueerden na 1905 zelfs in de richting van een revolutionair anarchisme. In een pamflet dat zij in 1907 in het atheneum ronddeelden werd de Guldensporenslag Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
voorgesteld als een klassenstrijd.

Taalstrijd en Rein Leven-beweging in de belle époque

Vanaf 1907 ging er weer meer aandacht naar de taalstrijd. Het in 1901 ingediende wetsvoorstel-Coremans betreffende het middelbaar onderwijs kwam opnieuw in de politieke belangstelling. Het voorstel beoogde niet alleen een uitbreiding van de taalwet van 1883 tot het katholiek onderwijs, maar evenzeer een meer strikte toepassing ervan in de rijksinstellingen door de afschaffing van de Waalse afdelingen. Eugeen de Bock publiceerde in De Goedendag van 1907 een scherp artikel over het taalregime in het atheneum van Antwerpen. Dat veroorzaakte (nieuwe) spanningen met de prefect en een deel van het lerarenkorps alsook tweedracht tussen Vlaamsgezinde en Fransgezinde leerlingen. De uitsluiting van De Bock uit de instelling werd in de brede Vlaamsgezinde opinie op verontwaardigde reacties onthaald en leidde tot de oprichting van een vereniging van Vlaamsgezinde oud-leerlingen van het atheneum voor de bescherming van de leerlingen tegen verdere represailles van de atheneumoverheid.

Van 1911 tot 1914 ging de redactie van De Goedendag weer over in Gentse handen met onder meer Marcel Minnaert Minnaert, Marcel
De vrijzinnige flamingant en Groot-Nederlander Marcel Minnaert (1893-1970) was ook een overtuigde links-radicaal en (atoom)pacifist. Vanaf het begin van de jaren 1920 tot zijn emeritaat a... Lees meer
, August Remouchamps Remouchamps, August
August Remouchamps (1892-1927) was tijdens WOI lid van de Gentse groep van Jong-Vlaanderen. In Nederland diende hij vervolgens de Duitse propaganda. Na de oorlog was zijn rol uitgespeeld... Lees meer
, Robert van Genechten Van Genechten, Bob
Robert van Genechten (1895-1945) was een advocaat, docent en publicist. Hij was actief in het Vlaamsgezinde studentenleven en trad toe tot het activisme. Hij week uit naar Utrecht en groe... Lees meer
en Adolf Peremans Peremans, Adolf
Adolf Peremans (1894-1966) was tijdens de Eerste Wereldoorlog betrokken bij het activisme in Brussel. Daarna vestigde hij zich in Nederland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij betrok... Lees meer
. De nationale federatie van de studentenkringen werd nu het Verbond Jong-Vlaanderen genoemd. De Antwerpse Vlaamsche Bond nam dat jaar het initiatief om voordrachten te gaan houden in andere afdelingen, onder meer in Gent en Oostende. Zo hoopten de Antwerpenaren de banden tussen de kringen weer nauwer aan te halen en de werking ervan te stimuleren. Het hoofdbestuur van het Verbond Jong-Vlaanderen was sinds 1912 overigens weer in Antwerpen gevestigd. Datzelfde jaar verleende de Vlaamsche Bond steun bij de oprichting van een Meisjesstudiekring in de Rijksnormaalschool in Antwerpen.

Rond dezelfde tijd kwam de Antwerpse atheneumbond evenwel zelf in een zware crisis terecht. De vrijzinnig-libertijnse opstelling van een aantal bondsleden veroorzaakte interne wrijvingen en een conflict met de (katholieke) atheneumprefect Constant Libbrecht. Deze bondsleden waren sinds enkele jaren geëvolueerd naar een anti-conventioneel individualisme, dat zich onder meer richtte tegen de zogenoemde kleinburgerlijkheid van de Vlaamse beweging en een uitweg zocht in een ‘literair wereldburgerdom’. Ze werden aangesproken door de in Nederland vigerende Rein Leven-beweging waarin zedelijke verheffing, vegetarisme en geheelonthouding centraal stonden. Ze richtten, geïnspireerd door het boek van de Nederlandse auteur Frederik van Eeden en vervuld van het ethisch ideaal van naïeve zuiverheid, buiten het atheneum een Johanneskring Johanneskring
De Johanneskring was een Antwerpse culturele studentenvereniging die zich inspireerde op het werk van Frederik van Eeden. Ze kan als de voorloper beschouwd worden van de in 1918 door Lode... Lees meer
op. Hier kiemde het mystieke en avant-gardistische expressionisme dat verder tot ontwikkeling zou komen in het activisme. Paul van Ostaijen Van Ostaijen, Paul
Paul van Ostaijen (1896-1928) was een schrijver die met zijn poëzie, proza en kritische werk grote invloed heeft uitgeoefend op de Nederlandstalige literatuur. Zijn zoektocht naar een nie... Lees meer
, die er een van de belangrijkste vertegenwoordigers van zou worden, was toen overigens lid van de Vlaamsche Bond.

Anderzijds steeg in de laatste vooroorlogse jaren opnieuw de Vlaamsgezinde strijdbaarheid ten gevolge van de wetsvoorstellen in verband met de Rijksuniversiteit Gent, het leger en het lager onderwijs. De radicale groep Jong-Vlaanderen Jong-Vlaanderen (1907-1914)
Lees meer
zette in 1912 een actie op het getouw voor de verspreiding van Nederlandstalige agenda's ('Klasboeken voor den Vlaamschen student'). Het Brusselse Help U Zelf nam de leiding van een grievencommissie die melding zou maken van overtredingen in de officiële middelbare onderwijsinstellingen van de in 1910 goedgekeurde taalwet Franck-Segers op het middelbaar onderwijs. De Brugse Van Maerlant’s Zonen voerden actie voor gelijkberechtiging van beide taalgroepen in het leger en richtten een petitie aan het Brugse schepencollege waarin werd aangedrongen op Nederlandstalige straatnaamborden. In De Goedendag trad Minnaert in 1913 Jules Destrée Destrée, Jules
Lees meer
bij in zijn pleidooi voor bestuurlijke scheiding en zijn afwijzing van de âme belge-theorie. Op 4 oktober 1913 belegden de Meisjesstudiekring en de Vlaamsche Bond van Antwerpen een gezamenlijke zitting in het atheneum waarop ze met de voordrachtgever Albéric Deswarte Deswarte, Albéric
Albéric Deswarte (1875-1928) was een radicaal Vlaamsgezinde socialistische politicus, die onder andere ijverde voor Nederlandstalig hoger onderwijs. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schippe... Lees meer
eveneens de bestuurlijke scheiding toejuichten. Zij werden daarin aangemoedigd door onder meer de Antwerpse atheneumleraar August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
.

Intussen werd ook de Groot-Nederlandse gedachte verder kracht bijgezet. Karl A. Mayer, die in 1911 voorzitter werd van de Vlaamsche Bond en in 1912 ook van het algemeen bestuur van Jong-Vlaanderen, zorgde voor toenadering tussen de Nederlandse Gymnasiastenbond en de Vlaamse studenten. Door zijn toedoen waren in de paasvakantie 1913 Nederlandse meisjesstudenten te gast bij leden van de Vlaamsche Bond. Er werd ook verbroederd met Nederlandse studenten op het congres van Jong-Vlaanderen in Antwerpen tijdens de paasvakantie van 1914.

De Eerste Wereldoorlog en de lokroep van het activisme

Activistisch-gezinde Antwerpse jongeren gaven de toon aan tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
, zowel in het hoofdbestuur van het Verbond Jong-Vlaanderen als in de redactie van De Goedendag, dat na ongeveer een jaar onderbreking in 1915 opnieuw begon te verschijnen. In 1915-1916 werd die redactie waargenomen door Leo de Smet, in 1916-1917 door Robert Neeffs, in 1917-1918 door Herman van den Reeck Van den Reeck, Herman
Herman van den Reeck (1901-1920) was een Vlaamsgezinde links-radicale student, die zich van 1916 tot zijn overlijden in 1920 engageerde in de activistische jongerenbeweging. Toen Van den ... Lees meer
. Paul van Ostaijen bekende zich in 1915 in dit studententijdschrift tot het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
en werkte ook geregeld mee aan de volgende jaargangen. In 1916 sprak Robert van Genechten zijn voldoening uit over de vernederlandsing van de Gentse universiteit. In de volgende jaargang werd hulde gebracht aan August Borms die intussen een van de leidende figuren van het activisme was geworden. Het 30-jarige bestaan van het Verbond (sinds 1886) en het 25-jarige bestaan van het tijdschrift werden herdacht met een speciaal feestnummer in oktober 1916.

De plaatselijke afdelingen plooiden door de oorlogsomstandigheden sterk terug op de eigen werking. Een aantal leden verzette zich tegen de activistische stellingname van het Verbond, wat in de eerste oorlogsjaren aanleiding gaf tot felle discussies; in onder meer de atheneumbonden van Antwerpen (toenmalige benaming Vlaamsche Kring), Leuven (Klauwaert en Geus), en Brussel (Help u Zelf). Op sommige plaatsen ondervond de plaatselijke werking hinder van de oorlog, zoals in Brugge waar telkens een Duitse toelating voor de vergaderingen moest verkregen worden. De Vlaamsgezinde leraar Julius Pée Pée, Julius
De vrijzinnige cultuurflamingant Julius Pée (1871-1951) was een breed geïnteresseerde intellectuele emancipator, via zijn functies in het middelbaar onderwijs maar ook als publicist. Hij ... Lees meer
, die al van voor de oorlog tot de sympathisanten van de kring behoorde, nam in die jaren de functie van waarnemend studieprefect waar en bleef intussen lid van de Van Maerlant’s Zonen. In 1917 ontstond evenwel een crisis die leidde tot de tijdelijke neergang van de Brugse bond. In de laatste oorlogsjaren waren behalve de hogergenoemde afdelingen nog een zevental plaatselijke kringen bij het Verbond aangesloten: in Gent (De Heremans’ Zonen, de vrouwelijke Helene Swarthkring en Lovelingkring), Antwerpen (Meisjes Studiekring), Hasselt (Max Rooseskring), Mechelen (Voor onze moedertaal) en Boom (Vlaanderen Bovenal).

Moeizame herstart tijdens het interbellum

In de naoorlogse periode had de beweging het moeilijk om opnieuw van de grond te komen. De sterk patriottische reflex na de oorlog in liberale kringen kan mee de terugslag van de Vlaamsgezinde werking in het rijksonderwijs verklaren. In het atheneum van Brugge bijvoorbeeld kreeg voormalig dienstdoend prefect Julius Pée te maken met de beschuldiging van activisme terwijl de Van Maerlant’s Zonen door de nieuwe prefect ontbonden werden. Ze konden pas in 1924 hun activiteiten hernemen onder de uitdrukkelijke belofte zich louter met literatuur en toneel bezig te houden en te vergaderen onder toezicht van een leraar. Onder die leraars bevonden zich overigens wel zeer Vlaamsgezinde figuren zoals Jozef Pruûost en Hendrik Elias Elias, Hendrik
Hendrik Elias (1902-1973) was een historicus en Vlaams-nationalistisch politicus die als leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond collaboreerde met de Duitse bezetter tijdens de Tweede W... Lees meer
. Ze gaven een nieuwe bezieling aan de kring. Ook in het atheneum van Antwerpen werd de Vlaamsche Bond na de oorlog ontbonden. Anderzijds werd kort na de oorlog het Algemeen Vlaamsch Normalistenverbond opgericht dat van 1920 tot 1923 het maandblad Herleving uitgaf.

Verder was het enige contactorgaan tussen wat er in de eerste helft van de jaren 1920 aan Vlaamsgezinde kringen in de rijksinstellingen overbleef het nog slechts onregelmatig verschijnende De Goedendag. Daarvan verschenen op initiatief van Herman van den Reeck twee nummers in 1919. Daarna werd het van oktober 1920 tot juli 1922 uitgegeven op initiatief van achtereenvolgens een Brugse en Antwerpse redactie (met onder meer Berten Hornick, Jan Timmermans Timmermans, Jan
Jan Timmermans (1901-1962) was VNV-kamerlid (1939-1940) en oorlogsschepen (1941-1944) en -burgemeester (1944) van Antwerpen. Lees meer
, Firmin Mortier Mortier, Firmin
Antwerpenaar Firmin Mortier (1899-1972) was tijdens WOI betrokken bij het activisme. Daarna militeerde hij in de Frontpartij en de BWP. Na WOII was hij directeur van de Koninklijke Neder... Lees meer
, L. de Smet, Paul Verbruggen en Robert van Roosbroeck Van Roosbroeck, Rob
Robert van Roosbroeck (1898-1988) was een onderwijzer, publicist en historicus. Hij was betrokken bij het activisme en de collaboratie, onder andere als schepen van Antwerpen en lid van d... Lees meer
). Na drie jaar onderbreking verschenen opnieuw enkele nummers in 1925, toen het tijdschrift zich onder redactie van R. de Creus presenteerde als orgaan van het Vlaamsch Nationalistisch Studentenverbond. Daarna viel het stil tot in 1939.

Algemeen Vlaamsch Studentenverbond en jeugdbewegingsmethodiek

Intussen had zich vanaf 1927 wel een zekere herleving voorgedaan met de oprichting van een nieuwe overkoepelende structuur. Op 26 mei van dat jaar werd het onpartijdige Algemeen Vlaamsch Studentenverbond (AVS) opgericht als overkoepelende structuur van enkele tientallen lokale bonden en gewestbonden van zowel jongens als meisjes van het middelbaar rijksonderwijs. Het tijdschrift Opkomst was hun enige contactmiddel. De plaatselijke bonden behielden een grote zelfstandigheid. Na een verzwakking van de werking werd onder het voorzitterschap van Renaat Merecy Merecy, Renaat
Renaat Merecy (1909-1987) was een Vlaamsgezinde socialist, die als overtuigde vrijzinnige een fervente verdediger was van het rijksonderwijs, waarin hij gedurende heel zijn beroepsloopbaa... Lees meer
(1929-1930) en Paul de Ryck De Ryck, Paul
Paul de Ryck (1913-1956) was dichter, redacteur en auteur van diverse essays over Vlaamse poëzie. Lees meer
− Rie de Cordier (1931-1932) gestreefd naar een sterkere beklemtoning van de jeugdbewegingsmethode zodat een compromis tussen jeugdbeweging en studiekring zou worden bereikt.

Deze nieuwe methodiek vond aantrekkingskracht bij vele bonden, maar stootte ook op weerstand. Vooral kringen uit de omgeving van Antwerpen zagen er een bedreiging in voor het Vlaamsvoelend karakter van hun werking. Ten gevolge van financiële moeilijkheden ging het AVS aanleunen bij een gelijkaardige onpartijdige vereniging van studiekringen in het rijksonderwijs, de Jeugd- en Studiekring Opgang Jeugd- en Studiekring Opgang
De Jeugd- en Studiekring Opgang (JESO) werd opgericht in 1931 als bond van leerlingen van het officieel middelbaar onderwijs. In 1934 versmolt het JESO met het Algemeen Vlaamsch Studenten... Lees meer
(JESO) totdat beide verenigingen in 1934 fusioneerden in het Algemeen Vlaamsch Jeugdverbond Algemeen Vlaamsch Jeugdverbond
Het Algemeen Vlaamsch Jeugdverbond (AVJ) ontstond op 8 april 1934 als de versmelting van twee scholierenbonden van het officieel onderwijs: het Algemeen Vlaamsch Studentenverbond en de Je... Lees meer
(AVJ) en hun respectievelijke tijdschriften Opkomst en Opgang Opgang
Opgang was het orgaan van de Jeugd- en Studiekring Opgang (JESO) en verscheen van 1932 tot april 1934. Het handelde over Vlaamse cultuur en literatuur en streefde naar culturele ontvoogdi... Lees meer
versmolten in Rezultante Rezultante
Rezultante was bedoeld als maandblad van het Algemeen Vlaamsch Jeugdverbond (AVJ) voor scholieren van het officieel middelbaar onderwijs. Het was een samensmelting van de tijdschriften Op... Lees meer
. Voorzitter van het nieuwe verbond werd Gaston Moorkens, secretaris Constant van Ingelgem. De doelstelling ervan was ‘ideël Vlaams-nationaal’ te zijn en Vlaamse actie te voeren. In het tijdschrift kwamen thema's als antimilitarisme, zelfstudie en openluchtleven aan bod. Het AVJ kende wellicht maar een kortstondig bestaan en omvatte, voor zover we hierover zijn ingelicht, slechts een zestal bonden in Blankenberge, Boom, Brugge, Gent, Laken en Lier.

Wellicht in 1938 werd nogmaals een poging tot vereniging ondernomen met de oprichting van een onpartijdig Vlaamsch Studentenverbond (VSV). Tot de oprichters behoorden Reimond van Avondt, Julius van Geit en Renaat van Haelst van het atheneum van Brussel, Frans van Langendonck van het atheneum van Leuven en verder leerlingen van de athenea en rijksmiddelbare scholen van Koekelberg, Vilvoorde, Laken, Molenbeek en Tienen. De werking bestond uit culturele en literaire activiteiten en vertoonde geen jeugdbewegingskenmerken. Het verbond gaf gedurende korte tijd in 1938 en 1939 Kentering, Letterkundig maandblad der jongeren, algemeen orgaan van het Vlaamsch Studentenverbond uit. Voor zover bekend omvatte het zeven lokale bonden: Roeland in Brussel, Kentering in Leuven, Van Helmont in Vilvoorde, Taal- en letterkundig genootschap De Heremans' Zonen in Gent, Denderdauw in Aalst, Ontwikkeling in Antwerpen en Studiekring Kentering in Mechelen. De Goedendag, dat sinds februari 1939 opnieuw werd uitgegeven op initiatief van Volba, de Vlaamse oud-leerlingenbond van het atheneum van Antwerpen, evenals van de Antwerpse atheneumbond Ontwikkeling, zou in de loop van 1939 de rol van Kentering overnemen als tolk van het Vlaamsch Studentenverbond. In de redactie was er een nauwe samenwerking tussen leerlingen van de athenea van Antwerpen, Mechelen en Leuven, onder meer Mark Jespers, Piet van Aken, Herman Pauwels, Jan Vercammen en Karel Jonckheere Jonckheere, Karel
Karel Jonckheere (1906-1993) was een auteur en propagandist voor de Vlaamse letterkunde in binnen- en buitenland. Lees meer
. De Goedendag zou als zodanig nog tot juli 1940 verschijnen. Na de Tweede Wereldoorlog werd er, voor zover bekend, in het officieel middelbaar onderwijs geen overkoepelende Vlaamsgezinde leerlingenwerking meer ingericht.

Literatuur

Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van het T.L.G. De Heremans’ zonen − Gent. 1885-1935, 1936.
De Goedendag. Maandschrift voor Vlaamsche studenten uitgegeven door Jong Vlaanderen. Feestnummer van De Goedendag uitgegeven ter gelegenheid van het 30 jarig bestaan van het Verbond en het 25 jarig bestaan van het orgaan, 1886-1891-1916.
– O. de Smedt, De Vlaamsche Bond en zijn voorgangers. Een bijdrage tot de geschiedenis van de Vlaamse studentenkringen aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen (1883-1914), 1954.
– V. van den Berghe, Het studententijdschrift De Goedendag (1891-1940), in: WT, jg. 31, 1972, nr. 3, kol. 141-152.
– M. van Doorslaer, Vrije jeugdbeweging, volksdansbeweging en jeugdherbergen in Vlaanderen (1918-1940), RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1980.
Het Koninklijk Atheneum te Antwerpen 175 jaar. De geschiedenis van een school en haar rol in de Vlaamse beweging, 1982.
– L. Gevers, Bewogen jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging. 1830-1894, 1987.
– R. Podevijn, 'Vlaamse beweging aan het Koninklijk atheneum te Brugge', in AKVS-schriften, jg. 16 (april 1988), p. 35-41.
– M. Carlier en A. Deprez, Bibliografie van de Vlaamse Tijdschriften in de negentiende eeuw. Jong Vlaanderen (1880-1890), Ons Tooneel (1880-1891), De Eikel (1889) – De Vrije Vlucht (1890) – Onze Kunst (1890-1891), Zingende Vogels (1891-1896), De Goedendag (1891-1901), De Jonge Vlaming (1894-1895). Andere Tijdschrifteninitiatieven aan de R.U.G. en de Vlaamse Athenea, Gent, 1990.
– K. Essers, “Voor ’t Vlaamsch”: Vlaamsgezinde scholierenbonden aan het officieel middelbaar onderwijs (1880-1918), KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2000.

Suggestie doorgeven

1998: Lieve Gevers

2023: Lieve Gevers

Inhoudstafel