Groot-Nederlandse Studentencongressen

Gebeurtenis
Louis Vos / Harold van der Kraan (2023, herwerking), Pieter Van Hees (1998)

De Groot-Nederlandse Studentencongressen waren bijeenkomsten van Vlaamse en Nederlandse studenten, gericht op het versterken van de onderlinge banden - vanuit de overtuiging dat Vlamingen en Nederlanders cultureel en taalkundig bij elkaar hoorden. Gestart in 1910 vonden ze afwisselend in Nederland en Vlaanderen plaats, vooral tijdens het interbellum. In die periode evolueerde de toon tijdelijk in anti-Belgische zin.

Alternatieve naam
Dietsche Studentencongressen [1924-1941]
Congressen der Lage Landen [1947-1949]
Algemeen Nederlandse Studentencongressen [1954-1961]
Eendrachtscongressen [1955-]
Congressen van het Algemeen-Nederlands Studentenverbond [1979-1981]
Periode
1910 -
1981
Leestijd: 19 minuten

De Groot-Nederlandse Studentencongressen waren bijeenkomsten van Vlaamse en Nederlandse studenten die werden georganiseerd vanuit de gedachte dat Vlaanderen en Nederland cultureel en taalkundig bij elkaar hoorden, en gericht waren op wederzijdse toenadering- en steun vanuit Nederland aan de Vlaamse beweging. De studentencongressen begonnen in 1910 in Antwerpen en vonden afwisselend zowel in Vlaanderen als in Nederland plaats. Voor 1914 droegen ze uitsluitend een culturele en op het versterken van de stamverwantschap gerichte signatuur. Tijdens het interbellum groeide er een uitgesproken anti Belgische toon en lag de klemtoon op het realiseren van een Groot-Nederlandse staat. Na de Tweede Wereldoorlog vonden er nog maar sporadisch congressen plaats die vooral de culturele toenadering tussen beide gebieden beoogden.

De contacten tussen de studenten in Vlaanderen en Nederland dateren uit de tweede helft van de 19de eeuw. In 1869 vroeg de Almanak-redactie van de Gentse studentenvereniging 't Zal Wel Gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
om medewerkers uit Noord en Zuid. Goed twintig jaar later waren er in Groningen, Leiden en Utrecht bloeiende studentenafdelingen van het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
. Na de stichting van het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
(ANV) in 1895 werden er in verscheidene universiteitssteden studentenafdelingen opgericht.

Culturele toenadering en stamverwantschap

Kort na 1900 was er een merkwaardige toename van contacten tussen Vlaanderen en Nederland. Toen werd het ‘Dietse stambewustzijn’ aangewakkerd door de Zuid-Afrikaanse Boerenoorlog. In 1901-1902 nodigde het Gentse ‘t Zal wel gaan Amsterdamse studenten uit om deel te nemen aan de jubileumviering bij het vijftigjarig bestaan van het genootschap, en bracht kort daarna een tegenbezoek aan Amsterdam. In 1903 was voor de Leuvense studenten het derde lustrum van hun tijdschrift Ons Leven Ons Leven
Ons Leven (1888) is een Leuvens studententijdschrift en het blad van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Lees meer
aanleiding om katholieke Nederlandse studenten uit te nodigen (zie Studentenbeweging in Leuven Studentenbeweging in Leuven
De studentenbeweging in Leuven leverde een cruciale bijdrage aan de Vlaamse beweging, zowel via directe actie als door de vorming van toekomstige voormannen. De beweging had een grote aan... Lees meer
). In datzelfde jaar werd ook in Leiden een studentenafdeling van het ANV opgericht, die vanaf 1904 vakantieleergangen voor Vlaamse en Zuid-Afrikaanse studenten organiseerde. In 1905 volgde onder impuls van Leiden een ANV-studentenafdeling in Amsterdam, die in 1907 een begin maakte met de uitwisseling van Almanakken tussen Vlaanderen en Nederland.

Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat de Nederlandsche studentenkring Nederlandse Studentenkring
De Nederlandse Studentenkring (1884-1965) ontstond aan het Hooger Handelsgesticht in Antwerpen. In 1965 werd het omgevormd tot de faculteitskring van toegepaste economische wetenschappen ... Lees meer
(NSK) van de Rijkshogere Handelsschool in Antwerpen bij haar vijfde lustrum in 1910 een Algemeen Nederlands Studentencongres opzette om de toenadering tussen Vlaamse en Nederlandse studenten te bevorderen. Daarmee begon ze een nieuwe traditie. Naast Vlaamse studenten waren er delegaties uit Amsterdam, Delft, Leiden, Groningen, Utrecht en Wageningen en ook enkele Zuid-Afrikaanse studenten die in Gent studeerden. Er werd besloten een Algemeen Nederlandsch Studentenverbond (ANSV) op te richten met als doel ‘de toenadering tusschen de studeerenden van den Nederlandschen stam aan inrichtingen van Hooger Onderwijs te bevorderen’, in het bijzonder door het regelmatig organiseren van studentencongressen, afwisselend in Nederland en Vlaanderen. Het ANSV zou geleid worden door een hoofdbestuur van afgevaardigden uit de verschillende universitaire centra en kreeg het al bestaand Nederlands studentenblad Minerva als orgaan.

Voortaan werden tot 1914 ongeveer jaarlijks studentencongressen gehouden: na Antwerpen (januari 2010) volgden Leiden (september 1910, Gent (1911), Leuven (februari 1912) Amsterdam (februari 1913) en Gent (April 1914). Een ideologische lijn kan men door deze congressen heen moeilijk trekken. Afgezien van het feit dat de klemtoon lag op informatie over de taalstrijd en de vernederlandsing van de Gentse universiteit (zie Hoger onderwijs in Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
) dreven ze in belangrijke mate op het gevoel en waren niet veel meer dan een drie dagen lange 'kroegjool' met toasten op de groei en de bloei van Vlaams-Nederlandse stam. Het aantal deelnemers uit Nederland bedroeg aanvankelijk maar enkele tientallen, maar in 1914 mocht men in Gent toch 110 deelnemers uit Nederland begroeten.

De Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
veranderde alles. Nederland bleef buiten de oorlog en in de lijn van de Nederlandse regering hield het ANV-bestuur zich ook tegenover het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
aan een strikte neutraliteit. Wel organiseerde het in 1915 samen met zijn Utrechtse studentenafdeling een 11 juli-viering in Bussum, van waaruit een motie gestuurd werd aan koning Albert I ‘om Vlaanderens volkomen geestelijke vrijwording’ te waarborgen (zie Bussumer Telegram Bussumer Telegram
Het Bussumer Telegram was een motie opgesteld door René de Clercq, gericht aan koning Albert I en verzonden op 11 juli 1915. Daarin werd aan de vorst gevraagd om ‘Vlaanderens volkomen gee... Lees meer
). Behalve de Utrechtse studenten-afdeling voerde ook de Amsterdamse oppositie tegen het te neutraal bevonden ANV-hoofdbestuur, onder meer door een protestmeeting te houden tegen de bestraffing door de Belgische regering van de activisten René de Clercq De Clercq, René
Lees meer
en Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
. Afgevaardigden van deze studentenafdelingen van het ANV waren ook aanwezig op de openingsplechtigheid van de Gentse universiteit in 1916. Intussen was in Utrechtse kringen eind 1915 het maandblad Dietsche Stemmen Dietsche Stemmen
Dietsche Stemmen was een Groot-Nederlands georiënteerd tijdschrift (1915-1918) dat het activisme steunde, een zelfstandig Vlaanderen nastreefde en Nederlandse ‘stamgenoten’ voor dit prog... Lees meer
, met een redactie van Vlaamse activisten, Nederlanders en Afrikaners, verschenen dat een pro-Duitse koers koos. Dezelfde groep startte in juli 1917 met de Dietsche Bond Dietsche Bond
De Dietsche Bond (1917-1941) werd opgericht als activistisch gezind alternatief voor het neutrale Algemeen-Nederlands Verbond. De bond nam verschillende prominente activisten op in zijn ... Lees meer
, een radicalere versie van het ANV.

Na de oorlog werd onmiddellijk weer gedacht aan de hervatting van de vooroorlogse Groot-Nederlandse studentencongressen. De Belgische universiteiten werden in januari 1919 heropend en Vlaamsgezinde studenten sloten zich -- tegen de Belgisch-patriottische en anti-Vlaamse stroming in -- aaneen om opnieuw bestaansrecht voor de Vlaamse studentenbeweging af te dwingen. In april 1919 stichtten Leuvense en Gentse studenten samen een interuniversitaire Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond
Het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond (AVHV) was een overkoepeling voor Vlaamsgezinde studentenverenigingen van verschillende universiteiten, gesticht door Leuvense en Gentse Vlaamse... Lees meer
(AVHV), dat zich van meet af aan openstelde voor de oud-studenten van de activistische Gentse universiteit en zich voornam met ‘onze Groot-Nederlandse stambroeders’ de congressen te willen hernemen. In september 1919 werden in Roeselare bij de herinhuldiging van Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
s standbeeld afspraken gemaakt voor een congres in Leuven in maart 1920.

Het congres ging de geschiedenis in als ‘het Zoldercongres’, een allusie op het feit dat het ondanks veel tegenwerking van autoriteiten plaatsvond op de zolder van een pakhuis. In een sfeer van samenzwering en verzet kwamen zowel voorstanders van het minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
als van zelfbestuur voor Vlaanderen aan het woord. Het gaf de studentenleiders zelfvertrouwen en radicaliseerde de achterban. Nederlandse studenten waren er nauwelijks aanwezig omdat ze geen pasvisum kregen. Toch bleef dit congres en ook de volgende twee in Delft (maart 1921) en in Gent (maart 1923) binnen de bandbreedte van het culturele Grootneerlandisme en het aanwakkeren van de stamverwantschap. Politiek Groot-Nederland Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
kwam er niet ter sprake.

In het anti-Belgische spoor

In Nederland was er intussen een al sinds de oorlog groeiend antagonisme tussen de ‘burgers’ van het ANV en de studentenafdelingen, die een meer strijdvaardig optreden voorstonden. Op het Groot-Nederlands studentencongres in Delft in 1921, werd een eventuele afscheiding van de moederorganisatie al overwogen, en in juli 1922 werdde knoop doorgehakt en scheurden de studenten zich af van het ANV om het Dietsch Studentenverbond Dietsch Studentenverbond
Het Dietsch Studenten Verbond was een van oorsprong Nederlandse nationalistische studentenvereniging, die in de periode 1922-1941 actief was in Nederland en Vlaanderen. Op haar hoogtepunt... Lees meer
(DSV) te vormen, dat feitelijk en ideologisch aanleunde bij de Dietsche Bond. In Nederland was het DSV een ledenvereniging die probeerde aan alle Nederlandse universiteiten afdelingen van de grond te krijgen.

In Vlaanderen verloren de Vlaamse studenten tussen 1919 en 1923 in snel tempo het vertrouwen in de gematigde Vlaamsgezinde leiders zoals Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
, als gevolg van het groeiende ongenoegen over de vervolging en veroordeling van activisten, en het uitblijven van de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Rond 1923-1924 koos het merendeel van de Vlaamsgezinde studenten voor het anti-Belgische Vlaams-nationalisme en het was toen dat het overkoepelende AVHV zich in mei 1923 formeel aansloot bij het DSV, dat intussen uitdrukkelijk ijverde voor de realisatie van een politiek Groot-Nederland. In Vlaanderen was het DSV dus geen ledenvereniging, maar enkel een koepelorganisatie waarbij de Leuvense en Gentse studentenverbonden zich als geheel aansloten.

Toen op het Groot-Nederlandse studentencongres van 1924 in Leuven gepleit werd voor een politieke éénmaking van Vlaanderen en Nederland, werd dat door het radicale Vlaams-nationalistische weekblad Vlaanderen Vlaanderen (1922-1933)
Vlaanderen was een radicaal Vlaams-nationalistisch weekblad dat verscheen tussen 1922 en 1933. Het stond voor het grootste deel onder leiding van Robrecht de Smet en Josué de Decker. Het ... Lees meer
(1922-1933) op een juichkreet onthaald., Op het volgende congres in Leiden in 1925 pleitten sommige Nederlandse studentenkringen er echter voor om de Vlaams-Nederlandse toenadering louter cultureel te houden, wat door datzelfde weekblad dan weer werd gehekeld als een ‘verzwakking van de Groot-Nederlandse beginselen’. Al het jaar nadien verdween die ‘verzwakking’ evenwel helemaal onder invloed van de agitatie tegen een Belgisch-Nederlands ontwerpverdrag over het gemeenschappelijk gebruik van waterwegen.

Het verdrag moest nog door het Nederlandse parlement worden goedgekeurd, maar Groot-Nederlanders van De Dietsche Bond, activistenkringen in Den Haag en de Nederlandse leiding van het DSV verzetten zich vanuit anti-Belgische, Nederlands-nationalistische en Vlaams-nationalistische motieven hevig tegen het zogenaamde Belgische annexionisme dat uit het verdrag zou spreken. Gestuwd door het weekblad Vlaanderen kwam er in Nederland een ware anti-verdragbeweging op gang waarbij ook scheepvaart- en handelskringen die de concurrentie van de Antwerpse haven voor die van Rotterdam vreesden zich vanuit economische motieven aansloten. Het Groot-Nederlandse studentencongres van 1926 in Gent, waar een motie tegen het verdrag werd goedgekeurd, betekende een hoogtepunt van die antiverdragsbeweging. Nadat het verdragsontwerp in oktober 1926 met een kleine meerderheid door de Nederlandse Tweede Kamer was goedgekeurd, tekenden het DSV-hoofdbestuur, het AVHV en de Vlaamse Oud-Hoogstudentenverbonden begin 1927 opnieuw protest aan. Met succes, want in maart 1927 werd het met een grote meerderheid door de Nederlandse Eerste Kamer verworpen.

Een maand later bracht het Groot-Nederlandse studentencongres van 1927 in Wageningen ca 250 deelnemers samen en in Leuven in 1928 zelfs een duizendtal, waarvan 200 Nederlandse studenten. Het voor 1929 aan de Rijksuniversiteit Utrecht geplande congres kreeg geen groen licht van de Nederlandse overheid, omdat deze vreesde daarmee België te beledigen, zodat het congres moest uitwijken naar de Gemeente Universiteit van Amsterdam. Daar kreeg het congres af te rekenen met heftige acties van de de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij en de Vredesbeweging, die zich kantten tegen het nationalisme dat immers tot oorlog leidde. Het was toen dat het DSV besloot tot de naamsverandering naar Dietsch Studentencongres

Ideologische breuklijnen

Terwijl in de eerste helft van de jaren 1920 de Groot-Nederlandse studentencongressen hun cultureel jasje hadden afgelegd en steeds meer anti-Belgisch werden, manifesteerden zich binnen dat politieke Groot-Neerlandisme geleidelijk nieuwe breuklijnen, ook al bleef de verwerping van België en de realisatie van een Groot Nederlandse natiestaat het gemeenschappelijk platform.

Er tekenden zich vier verschillende Groot-Nederlandse strategieën af. Een eerste werd voorgestaan door de Nederlandse nationalisten (of patriotten) en Nederlandse zakenlui die de ‘muiterij van 1830’ betreurden en België wilden opslorpen in een Groot-Nederland, maar via wegen van geleidelijkheid en pragmatisme. De Groot-Nederlandse historici Pieter Geyl Geyl, Pieter
Pieter Geyl (1887–1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.... Lees meer
en Frederik C. Gerretson Gerretson, Frederik C.
Frederik Carel Gerretson (1884–1958) was een Nederlandse historicus, zakenman en politicus, die vanuit zijn Groot-Nederlandse overtuiging het Vlaams-nationalisme trachtte te beïnvloeden.... Lees meer
waren er de belangrijkste spilfiguren van en noemden zichzelf ‘constructieve’ Groot-Nederlanders.

Ten tweede was er daarnaast (en daartegen) de stategie van het hierboven al genoemde weekblad Vlaanderen van de bij Maastricht wonende Vlaamse priester Robrecht de Smet De Smet, Robrecht
Robrecht de Smet (1875-1937) was een West-Vlaamse priester en kapelaan. Hij evolueerde in radicale anti-Belgische en autoritaire richting en was betrokken bij het Verbond van Vlaamsche Na... Lees meer
. De zuiver principiële ‘docrinaire’ lijn die hij voorstond, verwierp elk compromis met België (‘Belgicam esse delendam’) en streefde naar een eenheidsstaat Nederland, zonder daarbij ook sociale of levensbeschouwelijke elementen te betrekken. De Smets invloed was bijzonder groot bij de jongere generatie Nederlandse studenten met als spilfiguren Willem Goedhuys Goedhuys, Willem
De Nederlander Willem Goedhuys (1899-1978) was radicaal Groot-Nederlands georiënteerd en speelde een belangrijke rol bij verschillende Vlaams-nationalistische en Groot-Nederlandse tijdsch... Lees meer
, Hendrik van der Wielen Van der Wielen, Hendrik
Hendrik van der Wielen (1903-1990) was in zijn Amsterdamse studietijd een van de spilfiguren van het Dietsch Studentenverbond. Vanaf de jaren 1930 ontpopte deze doctor in de sociale geog... Lees meer
en Jan Snijders die hem als hun mentor beschouwden en die vanaf 1927 de DSV-leiding in handen kregen.

Een derde soort Groot-Neerlandisme kwam op het einde van de jaren twintig in Vlaanderen op de voorgrond. Het was niet enkel afkerig van België, maar stond ook kritisch tegenover het bestaande liberale politieke en maatschappelijke systeem en droomde van een nieuw-rechtse orde, die solidaristisch zou zijn en waarin ook het katholicisme een plaats zou vinden. Als exponent van die strekking gold het sinds 1927 verschijnende weekblad Jong Dietschland Jong Dietschland (1926-1933)
Jong Dietschland (1926-1933) was een radicaal Vlaamsgezind en Groot-Nederlands weekblad met veel interesse voor kunst en literatuur en met aandacht voor de Nieuwe Orde-stromingen. Het bla... Lees meer
(1926-1935) onder redactie van Victor Leemans Leemans, Victor
Victor Leemans (1901-1971) was een politiek en sociaaleconomisch theoreticus, die het gedachtegoed van de revolutie van rechts introduceerde in de Vlaamse beweging. Tijdens de Tweede Were... Lees meer
, dat veel steun kreeg van katholieke Vlaamse studenten en oud-studenten afkomstig uit het Vlaams-nationalistisch geworden AKVS. Vanaf ca. 1930 verdrong Jong Dietschland als oriënteringspunt bij de Vlaamse studenten geleidelijk het weekblad Vlaanderen.

In Nederland vond deze derde Groot-Nederlandse oriëntering een equivalent in een vierde Groot-Nederlandse lijn, die van het ‘Brabantisme’. Het steunde in Noord-Brabant op het regionalisme en het katholiek reveil dat in de jaren twintig vooral door katholieke jongeren werd gedragen. Spilfiguren waren Gerard Knuvelder Knuvelder, Gerard
Gerard Knuvelder (1902-1982) was een Nederlandse literatuurhistoricus en promotor van de Groot-Nederlandse gedachte. Afkomstig uit Gelderland was hij vooral invloedrijk in Noord-Brabant.... Lees meer
, Gerard en Henri Bruning Bruning, Henri
Lees meer
, Jan Engelman en Anton van Duinkerken, die bewogen werden door het katholiek humanitair expressionisme van die jaren en reageerden tegen alle triomfalisme en holle uiterlijkheid in de katholieke zuil. Hun streven werd haast even sterk of sterker gevoed door anti-Hollandisme dan door anti-Belgische gevoelens. Een aantal tijdschriften als Roeping Roeping
Roeping (1923-1975) was een Nederlands katholiek tijdschrift. Vanaf 1962 heette het Raam. Het blad toonde grote belangstelling voor de Vlaamse Beweging en telde meerdere Vlamingen in de ... Lees meer
, De Valbijl en De Gemeenschap gaven richting aan deze stroming. Haar streven naar authentiek katholicisme en Brabantse regionale bewogenheid liep haast vanzelf uit op contacten met Vlaamsgezinde jongeren. Ze werden wel door de ‘constructieve’ Groot-Nederlanders als bondgenoten begroet, maar niet door de doctrinairen rond Robrecht de Smet.

Terwijl aanvankelijk Vlaanderen en De Smet de toon aangaven in het studerend milieu, verminderde hun impact vanaf 1928. Wel kon De Smet door manipulatie achter de schermen op het Leuvense studentencongres in 1928 doen besluiten dat er in de toekomst geen ‘belgicisten’ als sprekers meer zouden worden gevraagd, maar zijn daaropvolgende poging om zowel de Leuvense als de Gentse studentenbeweging in te schakelen in de door hem opgerichte Jong Nederlandsche Gemeenschap Jong Nederlandsche Gemeenschap
De Groot-Nederlandse en rechts-radicale Jong Nederlandsche Gemeenschap bestond van 1931 tot 1935 en was de laatste poging van priester Robrecht de Smet om impact te hebben in de Vlaamse e... Lees meer
(1931) mislukte. In Nederlandse studentenkringen bleef de Vlaamse priester wel nog het referentiepunt, en versterkte hij zelfs zijn invloed. Hij schakelde de leiding van het DSV in als redacteurs van Vlaanderen, met figuren als Goedhuys, Van der Wielen, Jan H. Broekman Broekman, Jan H.
De Groot-Nederlander Jan H. Broekman (1907-1983) was lid van onder meer het Dietsch Studentenverbond en De Dietsche Bond, en publiceerde in het culturele Verdinaso-orgaan Dietbrand. Van ... Lees meer
, Johan H.H. Hülsmann Hülsmann, Johan
De Nederlandse jurist Johann Hülsmann (1902-1983) engageerde zich tijdens zijn Amsterdamse studententijd in de Groot-Nederlandse beweging. Lees meer
en Theo de Jong.

Malaise

Rond 1930 werd evenwel het vinden van een gemeenschappelijke basis steeds moeilijker. In augustus klaagde de Vlaamse student René Lagrou Lagrou, René
René Lagrou (1904-1969) was een Vlaams-nationalistisch politicus. Lagrou had contacten met het naziregime, stichtte in 1940 de Algemeene-SS Vlaanderen waar hij de eerste leider van werd e... Lees meer
er bij Robrecht de Smet over dat de katholieke studenten de indruk kregen door de Hollandse Dietsers te worden genegeerd, en omgekeerd beklaagde twee weken later Hendrik van der Wielen Van der Wielen, Hendrik
Hendrik van der Wielen (1903-1990) was in zijn Amsterdamse studietijd een van de spilfiguren van het Dietsch Studentenverbond. Vanaf de jaren 1930 ontpopte deze doctor in de sociale geog... Lees meer
er zich bij De Smet over dat de katholieke studenten te veel kritiek hadden op Vlaanderen en te terk door Jong Dietschland werden beïnvloed. Van der Wielen suggereerde daarom suggereerde dat het volgende congres ‘beter niet in het katholieke Nijmegen’ zou worden gehouden, maar wel in Groningen. Dat gebeurde ook in 1931. In zijn toespraak trok professor Hendrik Burger Burger, Hendrik
Hendrik Burger (1864-1957) was een Nederlandse arts-specialist en hoogleraar, die zich via De Dietsche Bond, waarvan hij van 1931 tot 1941 de voorzitter was, inzette voor de Groot-Nederl... Lees meer
van Amsterdam, voorzitter van de Dietsche Bond, van leer tegen de linkse Studenten-Vredesactie, maar die stellingame werd nadien door Vlaanderen en het DSV -bestuur afgekeurd omdat ‘het Verbond niet betrokken mag worden in, andere dan Dietsche strijdvragen’.

Om in het algemeen ‘het gebrek aan voeling’ tussen Nederlandse en Vlaamse studenten op te heffen besloot het DSV-hoofdbestuur in april 1931 meer plaats in te ruimen voor Vlaamse studenten. Die zouden voortaan de helft van het dagelijks bestuur vormen. Dat gebeurde ook omdat de Vlaamse studenten zich interuniversitair sterker waren gaan organiseren onder impuls van de Leuvense oud-studenten Jos Custers Custers, Jos
Lees meer
en Jozef Vermeulen Vermeulen, Jef
Lees meer
die vanaf 1930 het overkoepelende AVHV nieuw leven in bliezen.

De discussie over het federaal statuut dat Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
in 1931 in samenwerking met de ‘constructieve’ Geyl had opgesteld activeerde in het Vlaams-nationalistische kamp de discussie over de wenselijkheid van federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
als eerste stap naar Groot-Nederland, maar zorgde ook voor verdeeldheid. Gentse studentenleiders, Jong Dietschland, katholieke Vlaams-nationalisten in West-Vlaanderen, en het in oktober 1931 opgericht Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
(Verdinaso) van Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
en Wies Moens Moens, Wies
Lees meer
verwierpen federalisme als een ‘neo-Belgische valstrik’’. Dat deden natuurlijk ook het weekblad Vlaanderen en De SmetsJong Nederlandsche Gemeenschap.

Tegen die achtergrond vond in 1932 het Groot Nederlandsche congres in Leuven plaats. Als deel van het programma was daar door de Leuvense organisator Piet Meuwissen Meuwissen, Piet
Piet Meuwissen (1909-1968) hervormde in 1932-34 als preses het Leuvense KVHV, steunde het AKVS bij de bouw van het Studentenhuis in Nijlen en streefde naar een verzoening tussen de Vlaams... Lees meer
een bezoek aan Antwerpen gepland. In een complot met het DSV-hoofdbestuur en de Gentse studentenleiders wist De Smet zodanig te manipuleren dat de tevoren geregelde ontvangst op het stadhuis door burgemeester Van Cauwelaert de dag voor het bezoek werd afgelast door een DSV-bestuursmeerderheid. Dat gebeurde tot groot ongenoegen van de Leuvense organisatoren, want het ging gepaard met een persmededeling over ‘de verrader Van Cauwelaert’. Ook na het congres bleef Vlaanderen fulmineren tegen ‘de verkeerde leiding van het AVHV’, waardoor het weekblad in Leuven steeds meer in isolement verzeilde. In 1932 namen de Vlaamse studenten formeel het hoofdbestuur van het DSV over, waardoor De Smet stilaan zijn greep op de vereniging verloor.

De nieuwe generatie studenten die rond die tijd aantrad, werd zowel in Vlaanderen als in Nederland sterk aangesproken door het droombeeld van een nieuwe rechtse orde. In Vlaanderen kon het Vlaams-nationalisme van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS) of de katholieke bewogenheid van de sinds 1928 stevig georganiseerde Katholieke Actie zich gemakkelijk verruimen tot een globale rechtse maatschappijkritiek. Dat ging samen met een nieuw generatiegebonden zendingsbewustzijn, en resulteerde organisatorisch eerst in Leuven (1932) en dan in Gent (1933) in de omschakeling van het bestaande ‘hoogstudentenverbond’ tot een ‘corporatie’ die zich als koepel van de bestaande studentenverenigingen zou bezighouden met de nationale vorming van de ‘leiders van morgen’. In Nederland kwam op hetzelfde moment in de interuniversitaire Unie van RK Studenten, in de Brabantse Studentengilde van Onze Lieve Vrouw en in de lokale verenigingen in Tilburg en Nijmegen ook een nieuwe generatie katholieke studenten op de voorgrond. Zij was sterk beïnvloed door de dominicaan Carlos van Sante Van Sante, Carlos
Carlos van Sante (1896-1947) was een Vlaamse dominicaan, die deel uitmaakte van het radicaal Vlaamsgezinde en pro-activistische milieu rond kapelaan Cyriel Verschaeve. Tijdens de Eerste ... Lees meer
die tot 1932 in Nijmegen had gewoond en een integralistisch-katholiek gekleurde nieuwe maatschappelijke orde voorstond.

Het in april 1933 in Nijmegen samengeroepen studentencongers ademde die nieuwe tijdsgeest. De Utrechtse hoogleraar Willem Pompe en de Tilburgse docent Jozef de Brouwer pleitten er voor een verzoening van de nationale strijd met het streven naar een nieuwe maatschappelijke orde, Ernest van der Hallen Van der Hallen, Ernest
Ernest van der Hallen (1898-1948) was een romantische katholiek-Vlaamse auteur, redacteur van Boekengids en Lectuurrepertorium, later bibliotheekinspecteur. Hij was een mentor van de jeug... Lees meer
schilderde er de contouren van een nieuwe ‘gemeenschapscultuur’ met sterk godsdienstige inslag. Gerretson onderstreepte het belang van ‘midden-Nederland’ - dat was Noord-Brabant en Nederlands Limburg - als schakel in de te realiseren economische volkseenheid, oud-activist Anton Jacob verwierp het federalisme als Belgische oplossing en richtte al zijn hoop op het Verdinaso. Het DSV-bestuur bevestigde er het ‘opvoedingsstandpunt’ en koos uitdrukkelijk voor een inbedding van de nationale strijd in de Nieuwe Orde.

Het volgende Dietsch Studentencongres in maart 1934 in Gent weerspiegelde nog even de euforische pretentie van het jaar voordien. Dat de weg naar een rechtse analyse van maatschappelijke problemen inderdaad was ingeslagen bleek daar onder meer uit het feit dat de Nederlandse fascist Jonkheer R.F. Groeninx van Zoelen werd uitgenodigd, evenals de met het nazi-regime in Duitsland sympathiserende Jacob, die er een rede hield met een anti-joodse ondertoon.

Maar het congres liet meteen ook zien de eensgezindheid onder de Groot-Nederlandse studenten tot het verleden behoorde. De Dinaso-studenten boycotten het door op dezelfde dag en plaats een eigen Groot-Nederlands studentencongres op te zetten, waaraan een vijftigtal Nederlandse studenten deelnamen. De Jong Nederlandsche Gemeenschap van De Smet die zich tevergeefs in Leuven en Gent had proberen in te planten werd er door de DSV-leiding afgekraakt. Het was meteen het laatste door het DSV geleide congres, dat in de volgende jaren verschrompelde.

Het voor 1935 geplande congres moest worden afgelast wegens gebrek aan belangstelling, wellicht ook samenhangend met de devaluatie van de Belgische frank, wat het voor Vlaamse studenten te duur maakte om naar Nederland te reizen. In januari 1938 belegde de Leuvense Verbondscorporatie onder leiding van Karel Goddeeris Goddeeris, Karel
De Vlaamsgezinde katholieke arts Karel Godderis (1913-2006) vervulde van in zijn Leuvense studietijd tal van bestuursfuncties in uiteenlopende flamingantische middenveldorganisaties en la... Lees meer
een vergadering die hij als Diets Studentencongres aankondigde, zij het zonder samenspraak met het Nederlandse DSV.

In februari 1939 werd het twintigste Dietsch Studentencongres in Amsterdam gehouden waar de aanwezigheid als sprekers van Tobie Goedewaagen en Jan de Vries De Vries, Jan
Lees meer
wees op pro-Duitse en nationaalsocialistische invloeden. Ondanks de internationale spanning en de mobilisatie vond in december 1939 nog een congres plaats in Leuven met een beperkte opkomst. Een regelmatig en georganeerd wederzijds contact tusen Nederlandse en Vlaamse studenten was er toen al lang niet meer.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
namen in Vlaanderen de met het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) gelieerde studenten de leiding van de studentenkoepels over. Ze hielden nog zogenoemde Dietse studentencongressen in 1940 in Leuven en in 1941 in Gent, maar er waren geen Nederlandse studenten aanwezig en uit Vlaanderen kwamen enkel uit collaboratiekringen deelnemers opdagen. Het nauwelijks nog bestaande DSV werd in juni 1941 opgeheven door de bezetter.

Taal- en cultuurverbondenheid

Na de Tweede Wereldoorlog werd de Vlaamse beweging vrij algemeen met fascisme en nationaal-socialisme vereenzelvigd, wat automatisch Groot-Nederlandisme een ‘foute’ bijklank gaf. Maar de Benelux Benelux
Het begrip Benelux verwijst naar de intergouvernementele samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg na de Tweede Wereldoorlog. Het concept kon op verschillende tijdstippen op bijz... Lees meer
en de Europese samenwerking boden wel een kader voor het hernemen van de congressen, waarin de nadruk nu gelegd werd op de culturele en taalkundige verbondenheid.

In 1947 werd in Gent het eerste Congres der Lage Landen gehouden waartegen vooraf een Franstalig pamflet werd verspreid. Het was gericht aan de Nederlandse deelnemers en bestempelde het congres als een actie tegen België, met verwijzing naar de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
. Maar eigenlijk was de inhoud meer gericht op praktische zaken zoals gelijkschakeling van studieprogramma's en diploma's. Een tweede Lage Landencongres, in 1949 in Amsterdam lokte opnieuw negatieve reacties uit in de Nederlandse pers, waar het beeld van Vlaanderen nog sterk bepaald werd de collaboratie van een deel van de Vlaamse beweging.

Pas vijf jaar later, in 1954, nam een jongere generatie studenten de draad weer op, toen de Vereniging van Vlaamse Studenten Vereniging van Vlaamse Studenten
De Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) is het overlegorgaan van de representatieve studentenverenigingen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen. VVS behartigt de belangen van de ... Lees meer
(VVS) en de Nederlandse Studentenraad (NSR) samen in Leuven een eerste ‘Algemeen Nederlands Studentencongres’ hielden, waar onder meer Geyl het had over de historische achtergrond en hedendaagse problemen van de Nederlands-Vlaamse cultuurgemeenschap. Op het volgend congres, in Amsterdam in 1955, voerde Gerretson het woord. Met het oog op een duurzame voortzetting van de congressen werd daar de zogenaamde Eendrachtscommissie opgericht met als stuwende figuren in Nederland J. Schrakamp, Erik Jurgens en Harry J. Brinkman Brinkman, Harry J.
Harry J. Brinkman (1934-2016) was een docent Nederlandse taalkunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij ijverde als (bestuurs)lid van onder meer het Algemeen-Nederlands Verbond v... Lees meer
en in Vlaanderen Johan Fleerackers Fleerackers, Johan
Johan Fleerackers was bestuurder van vele culturele organisaties en voor verschillende ministers van Cultuur de kabinetschef. Hij besteedde veel aandacht aan de Vlaams-Nederlandse culture... Lees meer
en Piet Maddens.

Ondanks geringe waardering vanuit de NSR lukte het die commissie met steun van de Belgische en Nederlandse overheid gedurende een aantal jaren de congrestraditie voort te zetten. In 1956 werd gecongresseerd in Gent, in 1957 in Nijmegen rond problemen van ruimtelijke ordening, in 1958 in Brussel met als thema de student en de technische samenleving, in 1959 in Amsterdam over student en toneel. In 1961 vond het laatste congres over universitaire vorming gehouden in Antwerpen. Deze reeks congressen waren vooral gericht op een bredere culturele en taalkundige toenadering tussen Nederland en Vlaanderen, niet meer op politieke eenmaking zoals in het interbellum.

In de jaren 1960 verschoof de belangstelling van een jongere generatie studenten naar andere sociale en maatschappelijke problemen dan de Vlaams-Nederladse toenadering. In Nederland evolueerde de nieuwe Studentenvakbeweging, mede door de opkomende democratisering van het hoger onderwijs, in linkse richting, en raakten de traditionele studentencorpora in verval. In Vlaanderen leidde het studentenprotest rond Leuven-Vlaams eerst naar een versterkt Vlaams-nationalisme, maar het markeerde tegelijk in een tweede beweging een snelle en definitieve verschuiving naar een nieuw-linkse maatschappijkritiek, los van de Vlaamse beweging of een Groot-Nederlandse orientering.

Pogingen na 1968 om de traditie van de studentencongressen nieuw leven in te blazen waren initiatieven van kleine traditionele studentenverenigingen en bleven in de marge van het bredere georganiseerde studentenleven, dat er onverschillig tegenover stond. In 1979 wisten enkele Utrechtse studenten aan de universiteit in samenwerking met het ANV een tweedaags congres te houden over de Nederlandse houding tegenover de ‘Belgische cultuurtegenstellingen’, waar zowel Nederlandse als Vlaamse prominenten het woord voerden. Het initiatief kreeg in 1981 een vervolg in een congres waarop vooraanstaande sprekers uit Vlaanderen in het Brusselse Paleis der Academiën aan bod kwamen, maar dat nauwelijks nog een studentenkarakter had. Een laatste ‘Algemeen Nederlands Studentencongres’ kwam er in november 1992 op initiatief van KVHV-Leuven Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Leuven K
Het Katholiek Vlaamsch Hoogstudenten Verbond (KVHV) werd opgericht in 1902 onder de benaming Vlaamsch Verbond als eerste Vlaamse studentenkoepel aan de Katholieke Universiteit Leuven, een... Lees meer
met Bart de Wever De Wever, Bart
Bart de Wever (1970) is een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij is sinds 2004 voorzitter van de N-VA, die onder zijn voorzitterschap de grootste partij van België werd. Sinds 2013 is hi... Lees meer
als drijvende kracht. Het was gewijd aan het Nederlands als taal van wetenschap en hoger onderwijs en het kreeg steun van de autoriteiten met onder meer Vlaams minister-president Luc van den Brande Van den Brande, Luc
Luc van den Brande (°1945) was een christendemocratisch federaal minister van Tewerkstelling en Arbeid (1988-1991) en leidde van eind 1992 tot 1999 de Vlaamse executieve/Vlaamse Regering.... Lees meer
als spreker. Ondanks het beperkte aantal deelnemers werd het uitgebreid in de Vlaamse en Nederlandse pers becommentarieerd.

Chronologisch overzicht

Onder verantwoording van het Algemeen Nederlandsch Studentenverbond:

Iste congres, januari 1910 in Antwerpen; IIde congres, september 1910 in Leiden; IIIde congres, februari 1912 in Leuven; IVde congres, februari 1913 in Amsterdam; Vde congres, juni 1914 in Gent; VIde congres, maart 1920 te Leuven; VIIde congres, maart 1921 in Delft.

Onder verantwoording van het Dietsch Studentenverbond Dietsch Studentenverbond
Het Dietsch Studenten Verbond was een van oorsprong Nederlandse nationalistische studentenvereniging, die in de periode 1922-1941 actief was in Nederland en Vlaanderen. Op haar hoogtepunt... Lees meer
en Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond
Het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond (AVHV) was een overkoepeling voor Vlaamsgezinde studentenverenigingen van verschillende universiteiten, gesticht door Leuvense en Gentse Vlaamse... Lees meer
:

VIIIste congres, maart 1923 in Gent; IXde congres, april 1924 in Leuven; Xde congres, april 1925 in Leiden; XIde congres, maart 1926 in Gent; XIIde congres, april 1927 in Wageningen; XIIIde congres, april 1928 in Leuven; XIVde congres, maart 1929 in Amsterdam; XVde congres, april 1930 in Gent; XVIde congres, maart 1931 in Groningen; XVIIde congres, maart 1932 in Leuven; XVIIIde congres, april 1933 in Nijmegen; XIXde congres, maart 1934 in Gent; XXste congres, februari 1939 in Amsterdam; XXIste congres, december 1939 in Leuven; XXIIste congres, april 1941 in Gent. Veel gegevens over deze congressen zijn te vinden in bladen als Vlaanderen Vlaanderen (1922-1933)
Vlaanderen was een radicaal Vlaams-nationalistisch weekblad dat verscheen tussen 1922 en 1933. Het stond voor het grootste deel onder leiding van Robrecht de Smet en Josué de Decker. Het ... Lees meer
, Ons Leven Ons Leven
Ons Leven (1888) is een Leuvens studententijdschrift en het blad van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Lees meer
, Den Uyl Den Uyl
Lees meer
, Neerlandia Neerlandia
Neerlandia, gesticht door Hippoliet Meert in 1896, werd in 1897 de spreekbuis van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV). Na verloop van tijd werd Neerlandia een zelfstandig kwartaalperiod... Lees meer
en Dietsche Gedachte Dietsche Gedachte
De Dietsche Gedachte (1926-1941) was het maandblad van de Dietsche Bond, een in 1917 opgerichte organisatie van Groot-Nederlandse strekking. Lees meer
.

Na 1945 Congressen der Lage Landen: Iste congres, maart 1947 in Gent; IIde congres, april 1949 in Amsterdam.

Algemeen Nederlandse Studentencongressen, sedert 1955 ook wel Eendrachtscongressen genoemd: Iste congres, februari 1954 in Leuven; IIde congres, februari 1955 in Amsterdam; IIIde congres, februari 1956 in Gent; IVde congres, februari 1957 in Nijmegen; Vde congres, februari 1958 in Brussel; VIde congres, december 1959 in Amsterdam; VIIde congres, februari 1961 in Antwerpen.

Congressen van het Algemeen-Nederlands Studentenverbond; november 1979 in Utrecht en april 1981 in Brussel.

Algemeen Nederlands Studentencongres (genoemd: ‘XXXIIIste’) in november 1992 in Leuven, op initiatief van KVHV-Leuven,

Literatuur

— J. Vermeulen, De Dietsche Studentenbeweging, in: Voor – 1830 – Na, 1930.
— A.W. Willemsen, Het Vlaams-nationalisme. De geschiedenis van de jaren 1914-1940, 19692.
— L. Buning, De Vlaamse en Grootnederlandse studentencongressen, in: WT, jg. 32, 1973, nr. 1, kol. 13-28.
— L. Buning, Drie Grootnederlandse studentencongressen (1912-1914), in: WT, jg. 32, 1973, nr. 2, kol. 75-98.
— Algemeen- Nederlands Studentencongres, in: Neerlandia, jg. 83, 1979, pp. 160-185.
— L. Vos, Bloei en ondergang van het AKVS, Geschiedenis van de katholieke Vlaamse studentenbeweging. 1914-1935, 1982.
— P. van Hees, Dietsche Orde (1932-1933) en Schouw (1933-1934). Twee tijdschriften van het DSV en het AVHV, in: WT, jg. 54, 1995, nr. 3, pp. 151-167.
— W. Voorthuysen, Trouw Dietsch. Het Dietsch Studenten Verbond (1922-1941). 2005.
— L. Vos, Ba. de Wever, W. Weets (red.). Vlaamse vaandels, rode petten. Honderd jaar Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond, 2002.
— L. Vos, Idealisme en Engagement. De roeping van de katholieke studerende jeugd in Vlaanderen (1920-1990), Leuven, 2011.

Suggestie doorgeven

1973: Pieter Van Hees (pdf)

1998: Pieter Van Hees

2023: Louis Vos / Harold van der Kraan

Inhoudstafel