Gerretson, Frederik C.

Persoon
Ulrich Tiedau (2023)

Frederik Carel Gerretson (1884–1958) was een Nederlandse historicus, zakenman en politicus, die vanuit zijn Groot-Nederlandse overtuiging het Vlaams-nationalisme trachtte te beïnvloeden.

Volledige voornaam
Frederik Carel
Pseudoniem
Erasmus
Geerten Gossaert
Geboorte
Kralingen, 9 februari 1884
Overlijden
Utrecht, 27 oktober 1958
Leestijd: 9 minuten

Hoewel Gerretson tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw een sleutelfiguur  van de Nederlandse politiek was, ontbreekt nog steeds een grondige wetenschappelijke biografie van deze invloedrijke en controversiële geleerde, politicus, zakenman en homme de lettres. Geboren in Kralingen op 9 februari 1884 als zoon van een verfhandelaar en Tweede Kamerlid voor de calvinistische Christelijk Historische Unie (CHU), volgde Gerretson de protestantse handelschool in Rotterdam (1896–1900), gevolgda door militaire dienst in Breda, die hij afsloot als reserveofficier (1904). Na reizen door Mexico en de Verenigde Staten in 1906–1907, waar hij een tijdlang Latijn doceerde aan een openbare school in El Paso, Texas, keerde Gerretson naar Europa terug en vestigde zich in Brussel, destijds een belangrijk centrum van de sociologie. Hij studeerde er van 1907 tot 1911 aan de Université Libre de Bruxelles (ULB), publiceerde het boek Prolegomena der Sociologie (1911) en begon met een proefschrift bij Émile Waxweiler Waxweiler, Emile
Socioloog Emile Waxweiler (1867-1916) was een hoogleraar aan de ULB, die zich als docent aan het Hooger Onderwijs voor het Volk en lid van de Tweede Hogeschoolcommissie inzette voor Nede... Lees meer
, die er in 1902 het sociologisch instituut had opgericht en het leidde tot zijn dood.

In Brussel raakte Gerretson ook betrokken bij de Vlaamse beweging en ontmoette hij op een studentenconferentie in Gent in 1911 Pieter Geyl Geyl, Pieter
Pieter Geyl (1887–1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.... Lees meer
, met wie hij een levenslange vriendschap en briefwisseling zou ontwikkelen, gebaseerd op hun gedeelde Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
overtuigingen. In hetzelfde jaar verscheen ook Gerretsons beroemde verzameling van expressionistische gedichten, Experimenten, uitgegeven onder zijn pseudoniem Geerten Gossaert, die hem een plaats in het pantheon van de Nederlandse literatuur zou opleveren, hoewel het zijn enige poëziebundel bleef. Vanuit Brussel zou hij ook regelmatig bijdragen aan Nederlandse kranten en tijdschriften leveren, onder meer aan De Nederlander, het dagblad onder redactie van zijn politieke mentor Alexander de Savornin Lohman (1837–1876), voorzitter van de CHU. Een beslissende invloed voor zijn wereldbeeld zou zijn kennismaking met het werk van de 19de-eeuwse calvinistische politicus, historicus en man van het Réveil Guillaume Groen van Prinsterer Groen van Prinsterer, Guillaume
Guillaume Groen van Prinsterer (1801-1876) was een antiliberale en antirevolutionaire publicist en politicus. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de protestants-christelijke politi... Lees meer
zijn, wiens omvangrijke correspondentie hij in 1913–1914 begon te redigeren; uiteindelijk publiceerde hij daar twee delen van, respectievelijk in 1925 en 1947.

Gerretson en de Flamenpolitik

Sinds 1913 adjunct-commies aan het departement van Koloniëen, keerde Gerretson bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
terug naar Nederland Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
, waar hij een van de eersten was die de aandacht van Duitse ambtenaren vestigde op het Vlaamse vraagstuk als een mogelijk middel om hun heerschappij over België te consolideren. Hij ontwikkelde een nauwe samenwerking met de Duitse legatie in Den Haag, in het bijzonder met Fritz Wichert Wichert, Friedrich
Friedrich (Fritz) Wichert (1878-1951) was een Duitse kunsthistoricus die tijdens de Eerste Wereldoorlog als diplomaat in Den Haag een belangrijke rol speelde bij het ontwikkelen van de Du... Lees meer
, rechte hand van gezant Richard von Kühlmann Von Kühlmann, Richard
Richard von Kühlmann (1873-1948) was van 1915 tot 1916 de Duitse gezant in Nederland. Als dusdanig was hij cruciaal voor de ontwikkeling van een systematische Duitse Flamenpolitik. ... Lees meer
, evenals met diens contactpersoon in de Politische Abteilung van de bezettingsadministratie in Brussel, de schrijver en vertaler Rudolf Alexander Schröder Schröder, Rudolf
Rudolf Alexander Schröder (1878-1962) begon zijn activiteit als vertaler en bemiddelaar van Vlaamse literatuur als censor tijdens de Eerste Wereldoorlog en zou voor dat pionierswerk ook v... Lees meer
, met wie Gerretson levenslang vriendschappelijk contact zou onderhouden. Het plan om het in Nederland verschijnende dagblad van Vlaamse vluchtelingen De Vlaamsche Stem De Vlaamsche Stem (1915-1916)
De Vlaamsche Stem (1915-1916) was een Vlaamsgezind dagblad dat in Nederland verscheen en na een tijd in Duitse handen overging. De koerswijziging die het dagblad als gevolg daarvan onderg... Lees meer
in 1915 van een anti-Duitse in een pro-Duitse krant te veranderen door clandestien aandelen op te kopen en de vorige redactie te vervangen, kwam bijvoorbeeld van Gerretson.

Zijn belangrijkste drijfveer was daarbij zijn diepgewortelde Groot-Nederlandse overtuiging (zoals bijvoorbeeld uitgedrukt in het tijdschrift Dietsche Stemmen Dietsche Stemmen
Dietsche Stemmen was een Groot-Nederlands georiënteerd tijdschrift (1915-1918) dat het activisme steunde, een zelfstandig Vlaanderen nastreefde en Nederlandse ‘stamgenoten’ voor dit prog... Lees meer
, dat hij van 1915–1917 redigeerde). Hij dacht dat zijn vurig gewenste Groot-Nederland gebaat was bij samenwerking met ‘gematigde’ Duitsers zoals Wichert en Schröder, die het bevorderen van Nederlands-Vlaamse betrekkingen als een voor het keizerlijke Duitsland perspectiefrijkere en realistischere vorm van verzwakking van echte of vermeende Franse invloeden in België beschouwden dan hetzij Vlaamse onafhankelijkheid (voorgesteld door radicale Vlaamse activisten), hetzij directe annexatie van Vlaanderen of heel België door Duitsland (voorgesteld door de Duitse legerleiding).

Gerretsons houding komt wellicht het duidelijkst tot uiting in een brief over de Vlaamsche Stem-coup aan de uitgeweken Vlaamse activist Leo Picard Picard, Leo
De vrijzinnige flamingant en journalist-publicist Leo Picard (1888-1981) engageerde zich in het activisme, maar sloeg al in de nazomer van 1915 een andere weg in en verhuisde naar Nederl... Lees meer
, die voor Wicherts geheime persbureau in Den Haag werkte: ‘zolang het uitsluitend Nederlandse karakter van ons handelen wordt gegarandeerd [door de Duitsers], maakt het niet uit wiens geld ons in staat stelt onze acties te voeren. In dit geval pecunia non olet. Tot het uiterste gaan voor Nederlandse belangen impliceert werken met buitenlands kapitaal als dat nodig is en er geen eigen middelen beschikbaar zijn door de lamlendigheid en nalatigheid van de Nederlandse overheid. Wij weten allebei dat onze morele onafhankelijkheid niet betwist kan worden.’

De jaren 1920

Nadat hij in november 1918 zeer actief had geholpen om de revolutiepoging van de socialistische leider Pieter Jelles Troelstra (1860–1930) in Nederland in de kiem te smoren, volgde Gerretson de Savornin Lohman naar Londen, waar hij bij de Bataafsche Oliemaatschappij werkte, een dochteronderneming van Royal Dutch Shell, als persoonlijk secretaris van diens CEO en latere eerste minister van Nederland Hendrikus Colijn (1869–1944). In de Britse hoofdstad ontmoette hij ook Geyl weer, die tijdens de oorlog als Londens correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant had gewerkt en in 1919 benoemd werd als eerste leerstoelhouder Dutch Studies aan de Universiteit van Londen. Samen met Pieter Nicolaas van Eyck Van Eyck, Pieter
Literator en literatuurhistoricus Pieter van Eyck (1887-1954) sympathiseerde met de Ierse vrijheidsstrijd en de Groot-Nederlandse beweging. Lees meer
, die Geyls opvolger werd bij de krant, is het opmerkelijk dat Londen in de jaren 1920 een echt centrum was van de Groot-Nederlandse gedachte. In 1930–1931 zouden de drie samen een nieuw politiek-literair tijdschrift Leiding Leiding (1930-1931)
Het tijdschrift Leiding werd in 1930 opgericht door Pieter Nicolaas van Eyck, Frederik Carel Gerretson en Pieter Geyl om sturing te geven aan het cultureel-maatschappelijke leven in het N... Lees meer
redigeren. Het blad was bedoeld als tegenblad van het gezaghebbende De Gids, maar boekte niet veel succes.

In 1925 keerde Gerretson terug naar Nederland, nadat hij in Utrecht met ondersteuning van de Ondernemersraad voor Nederlandsch-Indië was benoemd tot bijzonder hoogleraar geschiedenis en antropologie van de overzeese kolonie. Naast zijn verdere veelzijdige productie als historicus, politicus en polemist, onder meer zijn interpretatie van het uiteenvallen van het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden, Meuterij en Scheuring 1830 (1936), publiceerde hij tussen 1932 en 1941 de eerste drie delen van zijn magnum opus Geschiedenis der Koninklijke, het Nederlandse deel van Royal Dutch Shell, na zijn dood gevolgd van twee verdere delen, afgewerkt door historicus George Puchinger (1922–1999), die via Gerretson eveneens een tijdlang werkzaam was bij de Koninklijke Shell en later aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.

In 1925 was Gerretson een van de oprichters van de Nationale Unie, oorspronkelijk een studiekring, die later een koepelorganisatie wilde worden voor verschillende fracties van het politieke uiterst rechtse spectrum in Nederland. In nauwe samenwerking met Rotterdamse haven- en scheepvaartskringen, die concurrentie van Antwerpen vreesden, voerde hij van 1925 tot 1927 een buitenparlementaire campagne tegen het Nederlands-Belgische Verdrag over de herziening van het regime van de Schelde, wat ertoe leidde dat de Eerste Kamer in Den Haag het verdrag in april 1927 afkeurde. Gerretson was ook de drijvende kracht achter het clandestiene aankopen van het Antwerps dagblad De Schelde De Schelde (1919-1936)
Lees meer
, met Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
als redacteur, wat de noorderlijke Groot-Nederlanders een mogelijkheid bood om het Vlaams-nationalisme te beïnvloeden. Samen met Geyl zou Gerretson in 1931 ook meewerken aan de formulering van het voorstel voor een Federaal Statuut voor België dat Vos tevergeefs in het Belgische parlement introduceerde.

Verrechtsing, oorlog en naoorlogse politieke carrière

In de volgende jaren begaf Gerretson zich steeds meer in rechts-autoritaire kringen en was van 1932 tot 1934 ook voorzitter van de Nationale Unie, die hij met de Algemeene Nederlandsche Fascistenbond (ANFB) van Jan Baars (1903–1989) fuseerde tot de kortstondige Corporatieve Concentratie. Tegelijk bleef hij sterk gekant tegen Anton Musserts Mussert, Anton
Anton Mussert (1894-1946) was een Nederlandse politicus. Hij was de oprichter en leider van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Lees meer
Nationaal-Socialistische Beweging Nationaal-Socialistische Beweging
De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) was een Nederlandse politieke partij, op 14 december 1931 opgericht en geleid door Anton Mussert. Lees meer
(NSB), de latere collaboratiepartij, die hij als onpatriottisch beschouwde. Ook adviseerde hij tijdens de parlementaire verkiezingen van 1933 om voor zijn vriend Colijn te stemmen, van wie hij hoopte dat hij in de voetsporen van de Italiaanse fascistenleider Benito Mussolini (1883–1945) een autoritair, antiparlementair en corporatistisch Corporatisme
Het corporatisme was in het interbellum, vooral in de crisisjaren 1930, een wijdverspreid, maar tegelijk vaag alternatief maatschappelijk en politiek model. Na de Tweede Wereldoorlog zou ... Lees meer
regime zou gaan leiden. Toen de regering in 1934 het lidmaatschap van de Nationale Unie voor staatspersoneel verbood, verliet hij de organisatie maar bleef ermee in verbinding staan. Zijn fascistische fase zorgde ook voor een tijdelijke bekoeling van zijn vriendschap met Geyl.

In 1939 zou hij zijn buitengewone leerstoel inruilen voor een gewone leerstoel, namelijk voor constitutionele geschiedenis van Nederland, op initiatief van Geyl, die sinds 1936 ook hoogleraar in Utrecht was. Nadat hij net als zijn vriend in 1940 gearresteerd werd door de Duitsers, al was het maar voor een korte periode, concentreerde hij zich tot aan het einde van de oorlog op zijn wetenschappelijk werk en trok zich in grote mate terug uit de actieve politiek. Na 1945 was Gerretson, die in zijn eerste huwelijk (1923–1931) getrouwd was geweest met Christine Elisabeth van Daalen, de dochter van een voormalige gouverneur van Atjeh (hij hertrouwde in 1941 met Christina Elisabeth Harmsen), een van de belangrijkste tegenstanders van de dekolonisatie van Indonesië. Hij werd de eloquente woordvoerder van de conservatief-koloniale vleugel van de CHU en was van 1951 tot 1956 voor deze partij lid van de Eerste Kamer van het Nederlandse parlement. Ook behoorde hij tot de groep rond de voormalige eerste minister van de Nederlandse regering-in-ballingschap Pieter Sjoerds Gerbrandy (1885–1961) die een staatsgreep zou hebben voorbereid om de onafhankelijkheid van Indonesië te voorkomen.

Bijna doof in de latere fase van zijn leven, ontpopte hij zich als een bedrijvig brievenschrijver. Zijn correspondenties met zijn mede-Grootnederlanders Pieter Geyl en P. N. van Eyck, evenals zijn verzamelde werken, werden in de jaren 1970 en 1980 gepubliceerd en geven diepe inzichten in zijn kijk op Vlaanderen. In 1950 ontving Gerretson de Constantijn Huygens-prijs, een prestigieuze Nederlandse literaire onderscheiding voor zijn historisch en literair levenswerk.

Werken

– F. C. Gerretson, Verzamelde werken, 7 dln., red. G. Puchinger, 1973–1987.
– Briefwisseling Gerretson-Geyl, 5 dln., red. G. Puchinger en P. van Hees, 1979–1981.
– Briefwisseling Gerretson-Van Eyck, red. P. van Hees en G. Puchinger, 1984.

Literatuur

– F. Gericke [= D. Hoek], Frederik Carel Gerretson (Kralingen, 9 februari 1884 - Utrecht, 27 oktober 1958), in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1959–1960, 1960, pp. 82–91.
– G. Puchinger, Van Eyck en Gerretson, in: De Gids, 1963, nr. 2, pp. 208–240.
– H. J. Scheffer, November 1918, Journaal van een revolutie die niet doorging, 1968.
– P. van Hees, Het tijdschrift “Leiding”, in: E. Jonker en M. van Rossem (red.), Geschiedenis en E. W. A. Henssen, Gerretson en Indië. 1983.
– P. van Hees, Frederik Carel Gerretson (1884–1958) als Groot-Nederlander, in: Wetenschappelijke Tijdingen, 1984, pp. 36–43 en pp. 75–88.
– E. H. Kossmann, De geschiedenis van een vriendschap, in: Idem, Politieke theorie en geschiedenis. Verspreide opstellen en voordrachten. 1987, pp. 408–419.
– E. Verhoeyen, De financiering van het dagblad “De Schelde-Volk en Staat (1929–1940)”, in: WT, jg. 46, 1987, nr. 4, pp. 224–240 en WT, jg. 47, 1988, nr. 1, pp. 35–61.
– M. van Amerongen, Gerretson dichterbij I en II, in: Idem, Een kleine dondersteen, 1989, pp. 198–203.
– G. Puchinger, Gerretson, Frederik Carel, in: Biografisch Woordenboek van Nederland, dl. 3, 1989.
– J. W. van Hulst, Gerretson dichterbij, 1989.
Cultuur. Achttien opstellen. Afscheidsbundel voor prof. dr. H. W. von der Dunk. 1990.
– E. A. van den Heuvel-Strasser, Inventaris van het archief van F. C. Gerretson, 1990.
– D. Vanacker, Het aktivistisch avontuur, 1991.
– L. Wils, Vlaanderen, België, Groot-Nederland: mythe en geschiedenis. Historische opstellen, gebundeld en aangeboden aan de schrijver bij het aanbreken van zijn emeritaat als hoogleraar aan de K. U. Leuven, 1994.
– S. van Clemen, De betrokkenheid van F. C. Gerretson bij de financiering van het dagblad Ons Vaderland (1920–1921), in: WT, jg. 55, 1996, nr. 4, pp. 257–263.
B. J. Spruijt, ‘Daemon en anti-daemon’. De vriendschap tussen Geerten Gossaert en Rudolf Alexander Schröder, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1997, pp. 7–42.
– S. van Clemen, De verkoop van het dagblad “De Schelde” (1927–1929), in: WT, jg. 56, 1997, nr. 1, pp. 25–44.
– S. van Clemen, Het beheer van het dagblad “De Schelde” (1929–1933), in: WT, jg. 58, 1999, nr. 4, pp. 229–247.
– M. van Dijk, Frederik Carel Gerretson (1884–1958). Tussen vrijheid en gezag, 1999.
– G. Puchinger, Jonge jaren 1921–1945, 2001.
– A. Alberts, Verzameld werk, dl. 3, Memoires en beschouwingen, 2005.
– L. Wils, De Groot-Nederlandse beweging, in: WT, jg, 64, 2005, nr. 1, pp. 23–34.
– W. Lindhout en I. Snijders, De wiegendood van een ambitieus tijdschrift: Leiding (1930–1931), in: Zacht Lawijd, 2006–2007, pp. 92–107.
– J. Harskamp en R. Salverda, ‘Het zwijgen van Geerten Gossaert’ en ‘J. F. Kunst is toch J. F. Kunst’, in Trouw, 3 en 23 maart 2007.
– P. Geyl, Ik die zo weinig in mijn verleden leef. Autobiografie 1887–1940, 2009.
– C. Fasseur, Eigen meester, niemands knecht. Het leven van Pieter Sjoerds Gerbrandy, minister-president van Nederland in de Tweede Wereldoorlog, 2014.
– L. Wils, Onverfranst, onverduitst? Flamenpolitik, activisme, Frontbeweging, 2014.
– W. S. Huberts, In de ban van een beter verleden. Het Nederlandse fascisme 1923–1944, 2017.
– R. Hartmans, De revolutie die niet doorging. De tragedie van Troelstra – november 1918, 2018.
N. van Campenhout, Wie schrijft de biografie van “onze Groot-Nederlandse vertrouwensman”?, in: WT, 2019, nr. 3, pp. 267–273.

Suggestie doorgeven

1973: Anthonius A. De Jonge (pdf)

1998: Pieter Van Hees

2023: Ulrich Tiedau

Databanken

Inhoudstafel