Leiding (1930-1931)

Publicatie
Nico Van Campenhout (2023)

Het tijdschrift Leiding werd in 1930 opgericht door Pieter Nicolaas van Eyck, Frederik Carel Gerretson en Pieter Geyl om sturing te geven aan het cultureel-maatschappelijke leven in het Nederlandse taalgebied.

Volledige titel
Leiding : algemeen tweemaandelijks tijdschrift
Periode
1930 -
1931
Leestijd: 4 minuten

Het tijdschrift Leiding was een initiatief van Pieter Nicolaas van Eyck Van Eyck, Pieter
Literator en literatuurhistoricus Pieter van Eyck (1887-1954) sympathiseerde met de Ierse vrijheidsstrijd en de Groot-Nederlandse beweging. Lees meer
, Frederik Carel Gerretson Gerretson, Frederik C.
Frederik Carel Gerretson (1884–1958) was een Nederlandse historicus, zakenman en politicus, die vanuit zijn Groot-Nederlandse overtuiging het Vlaams-nationalisme trachtte te beïnvloeden.... Lees meer
en Pieter Geyl Geyl, Pieter
Pieter Geyl (1887–1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.... Lees meer
. Alle drie konden zij zich in de jaren 1920 niet meer verzoenen met het primaat van het aloude blad De Gids in het landschap van de Nederlandse culturele en literaire tijdschriften, wat voor Van Eyck nog werd versterkt doordat het blad hem in 1925 aan de deur had gezet als poëziecriticus. Daarnaast waren vooral Geyl en Gerretson al enkele jaren op zoek naar een forum om hun Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
ideeën en intenties ongehinderd te ventileren. Het drietal wilde op diverse terreinen “leiding” geven aan de opinievorming in het Nederlandse taalgebied, zoals de literator en Leidse hoogleraar neerlandistiek Albert Verwey (1865-1937), een goede bekende van Van Eyck, het verwoordde en daarmee tegelijk de titel voor het tijdschrift aanbracht.

Oprichting en inhoud

Nadat men Leiding niet bij een gerenommeerd uitgeversbedrijf wist onder te brengen, werd door toedoen van Van Eyck in zee gegaan met de in 1921 opgerichte uitgeverij C. A. Mees in Santpoort, die werd geleid door een dochter van Verwey en haar toenmalige echtgenoot. Mees gaf vooral literair werk uit en in het tijdschriftensegment onder andere Dietsche Gedachte Dietsche Gedachte
De Dietsche Gedachte (1926-1941) was het maandblad van de Dietsche Bond, een in 1917 opgerichte organisatie van Groot-Nederlandse strekking. Lees meer
, het ledenblad van de Dietsche Bond Dietsche Bond
De Dietsche Bond (1917-1941) werd opgericht als activistisch gezind alternatief voor het neutrale Algemeen-Nederlands Verbond. De bond nam verschillende prominente activisten op in zijn ... Lees meer
, en het tijdschrift voor beeldende kunst Wendingen. Het startkapitaal werd in belangrijke mate aangebracht door Gerretson en op 19 oktober 1929 werd een contract overeengekomen tussen de drie redacteuren en de firma Mees, zodat het eerste nummer in januari 1930 kon worden gepresenteerd. Hoewel er slechts 52 abonnees hadden ingetekend, werd het tijdschrift gedrukt op 500 exemplaren. Die vaststelling is illustratief voor wat het gehele kortstondige bestaan van Leiding kenmerkte: te weinig lezers en een tekort aan financiële middelen. Toen Leiding in december 1931 ophield te bestaan, telde het 144 abonnees in Nederland en toenmalig Nederlands-Indië en 42 in Vlaanderen, samen dus nog geen 200. Nadat het blad was stopgezet, zou Geyl Gerretson moeten bijspringen om de achterstallige kosten op te hoesten. Ook Van Eyck had ondertussen geld uit eigen zak bijgepast.

Dat de driekoppige redactie hoopte leiding te kunnen geven aan het intellectuele en maatschappelijke leven, bleek toen de oprichtingstekst niet alleen werd opgenomen in het eerste nummer, maar daarnaast ook als brochure werd verspreid op 10.000 exemplaren. De eindredacteur van dit tien bladzijden tellende werkstuk was Van Eyck, terwijl Gerretson en Geyl optraden als aanbrenger, inspirator, commentator en corrector. ‘Ons tijdschrift betreurt het over twee staten verdeeld zijn van het Nederlandsche Volk. Het betreurt dat als teeken van zijn onvolgroeidheid, maar ook, omdat het tegenwoordig karakter van de Belgische staat de belemmering der vrije zelfontwikkeling van zijn Nederlandsche onderdanen tot een stuk Nederlandsche gemeenschap onmogelijk maakt’, zo werd onverbloemd het Groot-Nederlands cement als richtsnoer van Leiding geformuleerd.

De redactie van Leiding was de facto in handen van Van Eyck en Geyl, die toe beiden in Londen woonden, mede omdat Gerretson op dat moment in beslag werd genomen door allerhande andere besognes. ‘Van Eyck leverde in beide jaargangen bijna een kwart van de bijdragen en was de voornaamste auteur van Leiding’, zo werd later terecht geconcludeerd, maar ook Geyl erkende destijds ruiterlijk hoe bepalend diens inbreng was. Met bijdragen over de Belgisch-Nederlandse relaties, de Belgische Revolutie Belgische Revolutie
De Belgische Revolutie is de naam van de opstand van 1830-1831 in de zuidelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I. De opstand leidde tot de splits... Lees meer
van 1830, het Federaal Statuut Federaal Statuut
Lees meer
voor de herinrichting van de Belgische staat dat Gerretson en Geyl toen samen met Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
redigeerden, en een enkel stuk over de Friese beweging, vormde de nationaliteitenkwestie de hoofdmoot van de inhoud van het blad, met literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
en vooral literatuurkritiek als goede tweede.

‘Een krampachtige poging, die falen moest’

Dat Leiding uitliep op een fiasco, was het resultaat van een samenspel van factoren. Allereerst was er een van bij de aanvang te beperkte financiële draagkracht, die nog werd versterkt door de wereldwijde economische crisis na de beurskrach van 1929 en vooral door het feit dat nooit een min of meer behoorlijk lezersbestand kon worden aangesproken, waarbij de respons vanuit Vlaanderen compleet ondermaats bleef. Dat had te maken met concurrentie van vergelijkbare of verwante tijdschriften, maar ook met het feit dat men er nauwelijks in slaagde om jongeren aan te trekken als auteurs of als lezers. Er bestond eigenlijk geen of een onvoldoende draagvlak voor het project, waar vooral Van Eyck zich voor inzette, maar dat voor Gerretson en Geyl – ondanks hooggestemde, vooral verbale, ambities – in de praktijk geen prioriteit vormde. Aangevuld met de politieke en menselijke wrijvingen tussen de drie protagonisten, die al jaren vriendschappelijk met elkaar omgingen maar tegelijk alle drie dominante persoonlijkheden waren, leidde dat ertoe dat het blad een doodgeboren kind was. ‘Leiding was een krampachtige poging, die falen moest’, zo concludeerde Geyl een kwarteeuw later, een vaststelling die werd bevestigd door zijn leerling Pieter van Hees Van Hees, Pieter
De Nederlandse historicus Pieter van Hees (1937-2021) was vanaf de jaren 1960 gedurende meer dan een halve eeuw – naast de Vlaming Lode Wils, met wie hij meermaals polemiseerde – de histo... Lees meer
(1937-2021): ‘Resumerend wil ik stellen dat de betekenis van Leiding, ondanks de pretentieuze titel, gering is geweest.’

Literatuur

– P. van Hees, Het tijdschrift Leiding, 1930-1931, in: E. Jonker en M. van Rossem (reds.), Geschiedenis en Cultuur. Achttien opstellen, 1988, pp. 199-210.
– W. Lindhout en I. Snijders, De wiegendood van een ambitieus tijdschrift: Leiding (1930-1931), in: Zacht Lawijd, jg. 6, 2006-2007, pp. 92-107.

Suggestie doorgeven

1973: Pieter Van Hees (pdf)

1998: Pieter Van Hees

2023: Nico Van Campenhout

Inhoudstafel