Von Kühlmann, Richard

Persoon

Richard von Kühlmann (1873-1948) was van 1915 tot 1916 de Duitse gezant in Nederland. Als dusdanig was hij cruciaal voor de ontwikkeling van een systematische Duitse Flamenpolitik.

Geboorte
Istanbul, 3 mei 1873
Overlijden
Ohlstadt, 6 februari 1948
Leestijd: 6 minuten

Richard von Kühlmann (1873-1948) was een Duitse diplomaat en van april 1915 tot in de herfst van 1916 de Duitse gezant in Nederland. Hij kreeg de opdracht om te werken aan de positieve relaties met Nederland, die door de Duitse inval in België sterk beschadigd waren.

In zijn functie als Duits gezant in Nederland was Kühlmann een van de belangrijke personen in de ontwikkeling van de Duitse Flamenpolitik, die hij beschouwde als een strategie om de culturele, politieke en economische verwantschap tussen Vlaanderen, Duitsland én Nederland te benadrukken.

Van 7 augustus 1917 tot juli 1918 was Kühlmann minister van Buitenlandse Zaken en nam zijn rol in de Flamenpolitik af.

Toen Richard Kühlmann in april 1915 naar Den Haag werd gestuurd, werd hij als de coming man van de Duitse diplomatie beschouwd. De reden voor zijn plaatsing was de bezorgdheid om de dramatische verslechtering van de relatie met het neutrale Nederland na de Duitse inval in België. Die relatie was namelijk cruciaal voor de levering van voedsel en grondstoffen voor de Duitse oorlogseconomie.

Duitse gezant in Nederland

Vrijwel onmiddellijk na zijn aankomst in Den Haag begon Kühlmann aan de uitwerking van een grootscheeps pers- en cultuurbeleid ter beïnvloeding van de publieke opinie in Nederland. In het kader van de cultuurpolitiek werden Duitse wetenschappers, kunstenaars en schrijvers naar Nederland gestuurd om het imago van het keizerrijk op te poetsen. De ambassade stimuleerde academische contacten en organiseerde tentoonstellingen, concerten en voordrachten. Op het vlak van de perspolitiek werd aan Nederlandse kranten toegang naar het bezette België verleend, onder de voorwaarde dat ze zich onderwierpen aan de Duitse censuur. Met het plaatsen van advertenties, maar ook met directe betalingen aan journalisten probeerde men tevens financiële invloed op de verslaggeving te verkrijgen. Deze activiteiten werden gecoördineerd door een in mei 1915 opgerichte Hilfsstelle, die onder de leiding stond van de kunsthistoricus Friedrich Wichert Wichert, Friedrich
Friedrich (Fritz) Wichert (1878-1951) was een Duitse kunsthistoricus die tijdens de Eerste Wereldoorlog als diplomaat in Den Haag een belangrijke rol speelde bij het ontwikkelen van de Du... Lees meer
.

Terwijl pers- en cultuurbeleid een poging waren om de Nederlandse maatschappij in haar geheel te beïnvloeden, werd op politiek vlak vooral op het rechtse milieu gefocust. Kühlmann zag met name de protestantse partijen en de Groot-Nederlandse Beweging Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
voor potentiële bondgenoten aan. Hij knoopte contacten aan met onder meer de eerste minister Cort van der Linden en met de antirevolutionairen Abraham Kuyper en Hendrikus Colijn.

Net als kanselier Theobald von Bethmann-Hollweg Von Bethmann-Hollweg, Theobald
Als Duits rijkskanselier tussen 1909 en 1917 nam Theobald von Bethmann-Hollweg het initiatief tot Duitse inmenging in de Vlaamse beweging tijdens de Eerste Wereldoorlog en hij werd verant... Lees meer
beschouwde Kühlmann het thema ‘Vlaanderen’ als een middel om verschillende aspecten van de Duitse politiek in Nederland met elkaar te verbinden. De Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
was geschikt om de zogezegde stam- en taalverwantschap tussen Vlaanderen, Nederland en Duitsland te benadrukken. Anderzijds kon ze de Nederlandse vrees voor een annexatie van België sussen en de Nederlanders zelfs de rol van junior partner van Duitsland aanbieden. Hierbij maakte de Duitse propaganda handig gebruik van Nederlandse angsten voor de imperialistische ambities van een zegevierend België.

Bijzonder vruchtbaar was de samenwerking met Frederik Carel Gerretson Gerretson, Frederik C.
Frederik Carel Gerretson (1884–1958) was een Nederlandse historicus, zakenman en politicus, die vanuit zijn Groot-Nederlandse overtuiging het Vlaams-nationalisme trachtte te beïnvloeden.... Lees meer
die Kühlmann ‘unseren großniederländischen Vertrauensmann’ (onze Groot-Nederlandse vertrouwenspersoon, vertaling UB) noemde. In mei 1915 slaagde Gerretson er met geld van de ambassade in om de financiële controle over het vluchtelingenblad De Vlaamsche Stem verkrijgen. Vervolgens trachtte hij de koers van het blad in de richting van een ‘voorwaardelijke loyaliteit’ te veranderen. Dat wil zeggen: de Vlaamse beweging moest de Godsvrede Godsvrede
Godsvrede is een middeleeuws begrip dat een schorsing van de vijandelijkheden tussen verschillende partijen inhoudt. In de geschiedenis van de Vlaamse beweging werd het begrip op verschil... Lees meer
alleen eerbiedigen als er van de kant van de Belgische regering uit tegenprestaties gedaan werden. Dit leidde uiteindelijk tot een breuk in de redactie tussen een activistische meerderheid en een passivistische minderheid, waarbij laatstgenoemde de krant verliet.

Kühlmann en het Duitse bezettingsbestuur in België

Kühlmann beperkte zich niet tot het bewerken van Vlaamse vluchtelingen in Nederland, maar oefende ook invloed uit op het bezettingsbeleid in het bezette België. Op 23 augustus 1915 schreef hij een brief aan de Duitse kanselier, nadat in de Nederlandse krant De Tijd een bericht was verschenen dat stelde dat de Duitse autoriteiten van plan waren de Franstalige universiteit Gent te heropenen. Volgens Kühlmann had dit nieuws in Nederland voor ontevredenheid gezorgd omdat men op de inrichting van een Vlaamse hogeschool had gehoopt. Hierbij, aldus de ambassadeur, had men ook op de deelname van Nederlandse docenten gerekend.

Deze interventie van Kühlmann dwong gouverneur-generaal Moritz von Bissing Von Bissing, Moritz
Moritz von Bissing (1844-1917) was van november 1914 tot aan zijn dood in april 1917 gouverneur-generaal van het bezette België. Lees meer
uiteindelijk om toe te geven. De Franstalige universiteit werd niet heropend en op het einde van het jaar werd de inrichting van een Vlaamse hogeschool onder Duits bewind aangekondigd. Dat Kühlmann, in zijn functie als gezant in Nederland, een grote invloed kon uitoefenen op de Flamenpolitik blijkt ook uit het feit dat hij op 7 oktober 1915 het programma 'Deutschland, Flandern, Holland' naar Berlijn opstuurde.

In dit door de Nederlanders Gerretson, Derk Hoek Hoek, Derk
De Nederlander Derk Hoek (1887-1976) studeerde vóór 1914 rechten aan de Brusselse universiteit en kwam er in contact met de Vlaamse beweging. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij betrok... Lees meer
en de activisten Eugène Cantillon Cantillon, Eugène
Eugène Cantillon (1893-1942) werkte in 1915 vanuit Nederland kortstondig mee aan de activistische krant De Vlaamsche Post. Van 1918 tot zijn overlijden was hij journalist bij de krant Het... Lees meer
, August Remouchamps Remouchamps, August
August Remouchamps (1892-1927) was tijdens WOI lid van de Gentse groep van Jong-Vlaanderen. In Nederland diende hij vervolgens de Duitse propaganda. Na de oorlog was zijn rol uitgespeeld... Lees meer
en Leo Picard Picard, Leo
De vrijzinnige flamingant en journalist-publicist Leo Picard (1888-1981) engageerde zich in het activisme, maar sloeg al in de nazomer van 1915 een andere weg in en verhuisde naar Nederl... Lees meer
geschreven manifest werd in grote lijnen de weg naar een Vlaamse staat ontworpen. De doelstellig was om via de Vlaamse kwestie een gemeenschap van belangen tussen Duitsland, Vlaanderen en Nederland te creëren. Het programma vertrok van het standpunt dat België voor de oorlog slechts formeel neutraal was geweest en alleen zelfbestuur in Vlaanderen en Wallonië, dus een federalisering van België, de garantie voor werkelijke neutraliteit kon zijn. In het geval van een Duitse nederlaag wilden de auteurs een Vlaams-nationalistische partij doen ontstaan en de contacten van Vlaamse politici met de bezetter aan het licht brengen. Op die manier moest een anti-Belgische beweging gecreëerd worden. In het geval van vredesonderhandelingen moest een Vlaams-nationaal comité de Vlamingen vertegenwoordigen. Een dergelijk comité zou al tijdens de bezetting opgericht moeten worden. Dit programma was niet alleen een Duitse exit-strategie, maar was tevens de eerste stap naar een systematische natievormende politiek.

Minister van Buitenlandse Zaken

Terwijl Kühlmann voor de eerste fase van de Flamenpolitik een van de belangrijke figuren was, is dit op de latere fase niet van toepassing. In de herfst van 1916 werd hij benoemd tot ambassadeur in het Ottomaanse Rijk en op 7 augustus 1917 werd hij staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, een functie die in het keizerrijk het equivalent van minister was. In tegenstelling tot de legerleiding geloofde Kühlmann niet in een oorlog door overwinning. De realpoliticus wist dat een onvoorwaardelijk herstel van België een van de belangrijkste eisen van de Entente was. Daarom zag hij in de bestuurlijke scheiding Bestuur
Het taalgebruik in het bestuur is een centraal aspect van de Belgische taalkwestie. Het omvat het proces van het afdwingen van taalrechten voor Vlamingen evenals de bestuurstaalwetgeving ... Lees meer
net als in de installatie van de Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
een hinderpaal voor onderhandelingen.

Mede door zijn invloed weigerden de opvolgers van kanselier Bethmann-Hollweg, de zelfstandigheidsverklaring te erkennen of een officiële afvaardiging van de Raad van Vlaanderen te ontvangen. Toen Kühlmann in juni 1918 in de Rijksdag twijfels durfde uiten over de mogelijkheid van een militaire overwinning, werd hij gedwongen om ontslag te nemen. Pas daarna was kanselier Georg von Hertling Von Hertling, Georg
Georg von Hertling (1843-1919) was de Duitse rijkskanselier van oktober 1917 tot september 1918. Op het einde van zijn ambtstermijn zette hij een streep onder de ‘flamenpolitieke’ koers v... Lees meer
bereid de bestuurlijke scheiding tot een voorwaarde voor vredesonderhandelingen te maken en individuele leden van de Raad van Vlaanderen te ontvangen. Deze stappen hadden gezien de Duitse nederlaag echter geen gevolgen.

Kühlmann speelde na de nederlaag van1918 geen rol meer in de Duitse politiek en werd zakenman. Over zijn tijd als gezant in Nederland en dus ook over zijn rol in de Flamenpolitik zweeg hij vervolgens. In zijn postuum verschenen memoires maakte hij geen gewag van zijn tijd in Den Haag.

Werken

Erinnerungen, 1948
Die Diplomaten, 1939
Gedanken über Deutschland, 1931

Literatuur

– L. Wils, De Grootnederlandse Beweging 1914-1944, in: L. Wils, Vlaanderen, België, Groot- Nederland. Mythe en geschiedenis, 1994, pp. 261-319.
– M. Bußmann, Richard von Kühlmann und die Niederlande, in: Jahrbuch des Zentrums für Niederlandestudien, nr. 9, 1998, pp. 139-173.
– M. Frey, Der Erste Weltkrieg und die Niederlande. Ein neutrales Land im politischen und wirtschaftlichen Kalkül der Kriegsgegner, 1998.
– M. Frey, Kriegsziele, Politik und Wirtschaft. Deutschland und die Niederlande im Ersten Weltkrieg, in: Jahrbuch des Zentrums für Niederlandestudien, nr. 9, 1998, pp. 174-193.
– N. Eversdijk, Kultur als politisches Werbemittel. Ein Beitrag zur deutschen kultur- und pressepolitischen Arbeit in den Niederlanden während des Ersten Weltkrieges, 2010.
– L. Wils, Onverfranst, onverduitst? Flamenpolitik, Activisme, Frontbeweging, 2014.
– J. Müller, Die importierte Nation. Deutschland und die Entstehung des flämischen Nationalismus , 1914 bis 1945, 2020.

Suggestie doorgeven

2023: Jacob Müller

Databanken

Inhoudstafel