Vliebergh, Emiel

Persoon
Leen Van Molle (2023, herwerking), Leen Van Molle (1998)

Emiel Vliebergh (1872-1925) was een centrale figuur in de katholieke Vlaamse beweging. Hij stuurde aan op taalwetgeving, culturele ontwikkeling en eenheid onder de katholieke flaminganten. Zijn invloed steunde op zijn professoraat en functies in de Boerenbond, Eigen Leven en het Davidsfonds.

Volledige voornaam
Jan Emiel
Alternatieve naam
Emile Vliebergh
Geboorte
Zoutleeuw, 24 januari 1872
Overlijden
Leuven, 6 januari 1925
Leestijd: 10 minuten

Jeugd en studies

Emiel Vliebergh was de zoon van een Oost-Vlaams rijkswachter en een ‘bloemenwerkster’. Hij bracht zijn jeugd vooral door in het West-Vlaamse Gistel en Eernegem en volgde middelbaar onderwijs aan het atheneum van Oostende, het Klein Seminarie van Roeselare Klein Seminarie van Roeselaere
In het Klein Seminarie van Roeselare, opgericht in 1806, liepen tal van belangrijke figuren uit de Vlaamse beweging school of gaven er les (Gezelle, Verriest, Rodenbach). In 1875 ontstond... Lees meer
en het college van Veurne. Van 1891 tot 1896 studeerde hij in Leuven. Hij behaalde eerst het diploma van licentiaat in de morele en historische wetenschappen (1894), daarna het doctoraat in de rechten (1896). Een beurs liet hem vervolgens toe twee jaar lang, in 1897 en 1898, voor onderzoek in Duitsland, Zwitserland, Italië, Frankrijk, Engeland en Ierland te verblijven. In 1899 werd hij doctor in de politieke en sociale wetenschappen met een vergelijkende studie over de grondkredietsystemen in de landen die hij had bezocht. Later maakte Vliebergh ook naam met sociologische streekstudies over de Kempen, het Hageland, de Ardennen en Haspengouw (de laatste twee in samenwerking Robert Ulens). Toch gold hij niet als een eminent geleerde. Zijn reputatie steunde op zijn brede horizon, grote netwerk, werkkracht, ‘praktisch verstand’ en wijze oordeel.

Loopbaan

Met zijn grondige kennis van de landbouwproblematiek werd Vliebergh vanaf 1896 ingeschakeld in de Boerenbond Belgische Boerenbond
De Boerenbond is een beroepsorganisatie van en voor landbouwers die tot ver in de 20ste eeuw sterke banden had met de Kerk en de katholieke partij, zich van meet af sterk engageerde in de... Lees meer
, eerst als juridisch adviseur, vanaf 1901 als lid van het hoofdbestuur, van 1903 tot 1922 als afgevaardigde bestuurder van de Middenkredietkas en na de dood van Franz Schollaert Schollaert, Franz
De Franstalige katholieke politicus Franz Schollaert (1851-1917) engageerde zich niet rechtstreeks in de Vlaamse beweging, maar als kamervoorzitter en eerste minister effende hij wel het... Lees meer
in 1917 daar bovenop als bestuurder van de Boerenbondverzekeringen en ondervoorzitter.

In 1902 begon hij te doceren aan de Leuvense School voor Politieke en Sociale Wetenschappen, vanaf 1903 ook aan de School voor Handels- en Consulaire Wetenschappen en in 1905 werd hij buitengewoon hoogleraar aan de rechtsfaculteit. Zijn colleges betroffen de politieke economie en de landbouweconomie, het kredietwezen, strafrecht en strafrechtspleging. Tot 1907 combineerde hij zijn vele opdrachten met een privé-advocatuur en jarenlang ging hij op zondag voordrachten geven ergens te lande.  Aan de muur op zijn kantoor in de Boerenbond hing een bordje met de veelzeggende tekst: ‘Ontneem geen tijd aan mensen die veel werk hebben’ ( Emiel van Dievoet Van Dievoet, Emiel
Lees meer
).

Jong, Vlaamsgezind en katholiek

Vanaf zijn eerste optredens blijkt dat Vliebergh de Vlaamse beweging niet louter als een taalstrijd, maar als een christelijke sociaal-culturele beweging opvatte, met een sterk educatief doel: het vormen van een Vlaamse intellectuele elite, het ontwikkelen van kennis, wilskracht en moreel-religieus besef bij het hele volk. Maar de volksontwikkeling moest voor hem wel gerelateerd blijven aan standenverschil, overeenkomstig de vermeende eigenheid en noden van de arbeiders, de boeren enz. Hij verdedigde - conform de visie van de Boerenbond die hij mee gestalte gaf - het standsgebonden onderwijs en verenigingsleven.

Vlieberghs Vlaamsgezinde overtuiging werd gevormd in Roeselare, Veurne en Leuven. In 1891-1892 zette hij zich in voor de nog jonge West-Vlaamsche Gouwbond, tegen de maatregelen van de Brugse bisschop Johannes Faict Faict, Johannes
Johannes Faict (1813-1889) was bisschop van Brugge (1864-1894). In het eerste decennium van zijn episcopaat steunde hij de katholieke Vlaamse beweging. Vanaf 1875 voerde hij een repressie... Lees meer
in die het flamingantisme onder scholieren probeerde de kop in te drukken. Ook daarna ging hij vaak spreken op gouw- en landdagen. Aan de universiteit engageerde hij zich energiek, soms wat voortvarend, in de studentengenootschappen Met Tijd en Vlijt Met Tijd en Vlijt
Met Tijd en Vlijt was een Vlaamsgezind Studentengenootschap dat in 1836 aan de Leuvense universiteit werd opgericht en bleef bestaan tot na de Tweede Wereldoorlog. Het speelde tot 1875 e... Lees meer
, de Vlaamsche Strijdersbond, de Sociale Studiekring en Sprekersbond, de Landbouwkring en het Vlaamsch Rechtsgenootschap, maar ook in de Conférence d’économie sociale. In Met Tijd en Vlijt verdedigde hij het standpunt dat de kandidaten voor een politiek mandaat in de eerste plaats Vlaming moesten zijn en dan pas katholiek, wat een bitse discussie uitlokte. Als hoogleraar werd hij een erkend mentor van de katholieke Vlaamse studenten- en hoogstudentenbeweging. In 1901 werd hij een van de nieuwe redactieleden van De Student, het blad van de katholieke Vlaamsgezinde scholieren Scholierenbeweging
Deze bijdrage onderzoekt de invoed die de scholierenbeweging in het officieel onderwijs heeft gehad op de Vlaamse beweging. Lees meer
- en studentenbeweging Studentenbeweging
Lees meer
. Vanuit die functie wilde hij, meer dan de louter strijdende, de vormende dimensie van de studentenbeweging versterken. In 1904 volgde hij Pieter P. Alberdingk Thijm Alberdingk Thijm, Paul
Lees meer
op als voorzitter van Met Tijd en Vlijt.

Vliebergh wendde zich ook tot het bredere publiek om de ‘Vlaamse zaak’ te bepleiten. Op het eerste congres van de Vlaamsche Katholieke Landsbond Vlaamsche Katholieke Landsbond
Lees meer
(21-22 augustus 1893) verdedigde hij de samenwerking tussen de Landsbond, de Belgische Volksbond en de Boerenbond, als een bundeling van de Vlaamse krachten binnen de katholieke partij Blok der Katholieken van België
Lees meer
. De idee kwam allicht vanuit de Landsbond, maar de Volksbond en de Boerenbond wilden niet volgen. Op het congres in Mechelen in 1896 stelde hij een nieuw programma voor de Vlaamse studentenbeweging voor dat, in de lijn van wat hij al langer voorstond, niet zozeer zou focussen op taaleisen dan wel op de vorming van een Vlaamse intellectuele elite. Tijdens het laatste congres, in Brugge in 1906, drong hij aan op een grondige reorganisatie van de verlamde Landsbond, wat uitmondde in de oprichting van het vooroorlogse Katholiek Vlaamsch Secretariaat.

Taalwetgeving en culturele emancipatie

Tijdens studiereizen leerde Vliebergh de Vlaamse kwestie in de bredere historische context van natie- en staatsvorming plaatsen. Hij publiceerde zelf over de taalsituatie in Zwitserland (1897), de Ierse taalbeweging (1998) en de Polen in het Duitse Pruisen (1904) (zie Internationaal-comparatief Vlaamse beweging in internationaal-comparatief perspectief
De Vlaamse beweging heeft zich altijd internationaal georiënteerd. Niet alleen vertoonde ze opvallende gelijkenissen met andere nationale bewegingen in Europa en elders, ze maakte geregel... Lees meer
).

In 1898 stichtte Maria Belpaire Belpaire, Marie-Elisabeth
Marie-Elisabeth Belpaire (1853-1948) was een welgestelde Vlaamsgezinde auteur die verschillende projecten realiseerde ter promotie van de literatuur (zoals het tijdschrift Dietsche Warand... Lees meer
de besloten denk- en actiegroep Eigen Leven Eigen Leven
Eigen Leven was een genootschap dat werd opgericht door Marie-Elisabeth Belpaire om de katholieke Vlaamsgezinde krachten te bundelen, in het bijzonder op literair vlak. Als eerste project... Lees meer
met het doel de Vlaamse beweging aan katholieke zijde nieuw leven in te blazen. Vliebergh werd meteen een van de spilfiguren. Vanaf 1901 vergaderde Eigen Leven telkens in zijn woning in de Waaistraat nummer 10 in Leuven. Hij speelde vanuit Eigen Leven een cruciale rol in de fusieoperatie in 1899 van Dietsche Warande Dietsche Warande
Dietsche Warande was een Tijdschrift voor Kunst en Zedegeschiedenis, onder redactie van Pieter Paul Alberdingk Thijm. Het was de Vlaamse voortzetting van het Nederlandse tijdschrift De Di... Lees meer
met Het Belfort Het Belfort
Het Belfort was een Vlaams katholiek tijdschrift ‘toegewijd aan Letteren, Wetenschap en Kunst’. Het verscheen van 1886 tot 1899. Lees meer
tot Dietsche Warande en Belfort Dietsche Warande en Belfort
Dietsche Warande en Belfort was een Vlaams tijdschrift voor literatuur- en geestesleven. Het ontstond in 1900 door de samensmelting van de tijdschriften Dietsche Warande en Het Belfort.... Lees meer
. Zelf bleef hij zeven jaar lang de kordate en nuchtere hoofdredacteur van dat literair-culturele tijdschrift.

Dankzij de werkkracht van Vliebergh kon Eigen Leven in 1906 Hooger Leven Hooger Leven (1906-1914)
Het weekblad Hooger Leven was van 1906 tot 1914 een belangrijke spreekbuis van het katholieke flamingantisme. Lees meer
oprichten, een weekblad ‘voor ontwikkelde katholieke Vlamingen’ dat zich tegen het standpunt van de bisschoppen in voor de vernederlandsing van het katholiek middelbaar en hoger onderwijs durfde uit te spreken. Norbert Gijsen Gijsen, Norbert
Norbert Gijsen (1883-1971) nam geen erg zichtbare rol op in de Vlaamse beweging, maar verrichtte wel bijzonder veel werk achter de schermen, in het spoor van Maria Belpaire, Emiel Vlieber... Lees meer
werd er in 1907 de hoofdredacteur van. De jurist Gijsen werd ook de rechterhand en opvolger van Vliebergh in de Boerenbond. Het drukken van Hooger Leven gebeurde op de persen van De Vlaamsche Drukkerij De Vlaamsche Drukkerij
De Vlaamsche Drukkerij was een katholieke drukkerij en uitgeverij die in 1907 in Leuven werd opgericht. In 1969 sloot de uitgeverij van de Vlaamsche Drukkerij de deuren. De drukkerij zelf... Lees meer
, opgericht in 1907 en gevestigd in Leuven vlakbij de Boerenbond. Ook dat was een creatie van Vliebergh, samen met onder meer Lodewijk Scharpé Scharpé, Lodewijk
Lodewijk Scharpé (1869-1935) was een taalkundige die aan het begin van de 20ste eeuw bijdroeg tot de vernederlandsing van de Leuvense universiteit. Na de Eerste Wereldoorlog zette hij zic... Lees meer
en Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
.

Vanuit Eigen Leven heeft Vliebergh herhaaldelijk gepoogd een nieuwe dynamiek in het verstarde Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
op gang te brengen. Een van zijn eerste manuscripten, De boeren en de maatschappelijke zaak, een boekje met een sterk antisocialistische ondertoon, was in 1893 door het fonds bekroond en uitgegeven. Nog voor hij afstudeerde, gaf hij voordrachten voor Davidsfondsafdelingen. Na zijn opname in het hoofdbestuur, in 1903, nam zijn invloed merkbaar toe. Zo wist hij vanaf 1905 de klassieke Davidsfondscongressen te verruimen tot groots opgezette katholieke Vlaamse congressen. In 1910 werd hij waarnemend voorzitter en vanaf 1911, in opvolging van Joris Helleputte Helleputte, Joris
Joris Helleputte (1852-1925) heeft bijna een halve eeuw lang gewogen op de Belgische samenleving: als neogotisch architect, als gangmaker van sociale organisaties, inzonderheid de Belgisc... Lees meer
, voorzitter tot aan zijn dood in 1925. Onder zijn leiding bereikte het Davidsfonds in 1913 het vooroorlogse record van 12.000 leden.

In 1905 startte Vliebergh in de Boerenbond, naar Duits voorbeeld, met Vacantieleergangen: bijscholingscursussen voor bestuurders van landbouwwerken. In de zomer van 1907, na de bisschoppelijke Instructions van oktober 1906, die slechts een beperkte uitbreiding van het gebruik van het Nederlands in het middelbaar onderwijs Middelbaar onderwijs
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van ... Lees meer
toelieten (zie Desiré Mercier Mercier, Désiré
Désiré Mercier (1851-1926) was van 1906 tot 1926 de kardinaal-aartsbisschop van het aarts­bisdom Mechelen. Hij was een vurig propagandist van het Belgisch patriottisme en leefde tijdens ... Lees meer
), vonden - opnieuw onder zijn impuls en die van Van Cauwelaert - de eerste Vlaamsche Vacantieleergangen plaats. Ze wilden de leraars van de secundaire scholen vertrouwd maken met Nederlandstalige vakterminologie en hun nieuwe didactische methoden bijbrengen. Vliebergh bleef er het voorzitterschap van waarnemen tot aan zijn overlijden in 1925.

Tussen ca. 1900 en 1912 bereikte Vliebergh het toppunt van zijn gezag en invloed. Zijn netwerk in politieke en kerkelijke, culturele en landbouwkringen was bijzonder groot. Steunend op zijn professoraat en functies in de Boerenbond, en met Eigen Leven, Hooger Leven en het Davidsfonds als spreekbuis, zette hij stelselmatig de politieke en kerkelijke overheid onder druk om aan de Vlaamse taaleisen tegemoet te komen. Zijn aandeel in de goedkeuring in 1910 van het wetsvoorstel- Edward Coremans Coremans, Edward (1835-1910)
Advocaat Edward Coremans (1835-1910) was politicus voor de Meetingpartij en voorzitter van de Nederduitsche Bond. Gedurende 42 jaar was Coremans als kamerlid een leidende figuur van de Vl... Lees meer
uit 1901, betreffende het taalgebruik in het vrij middelbaar onderwijs, mag niet worden onderschat. Hij zette het Davidsfonds in 1910 in om het episcopaat tot vernederlandsing van de Leuvense universiteit aan te zetten, wat leidde tot de toegift van twee Nederlandstalige colleges per faculteit vanaf 1911. Zo werd hij zelf de eerste hoogleraar die de vakken strafrecht en strafrechtspleging in het Nederlands doceerde.

Engagement in laatste levensjaren

Tijdens een studiereis voor de Boerenbond in Zuid-Amerika, in 1908, begon Vliebergh verlammingsverschijnselen te vertonen. Hij leed aan multiple sclerose. Van jaar tot jaar namen zijn fysieke mogelijkheden af. Vanaf 1912 werden belangrijke vergaderingen steevast in zijn huis gehouden, waar hij ook zijn lessen gaf. Hij kon niet meer stappen, niet meer schrijven en werd stilaan onverstaanbaar. Maar hij bleef werken, mensen ontvangen en adviseren, met de hulp van zijn inwonende zus Maria, een religieuze voor verpleegzorg en een secretaris, vanaf 1916 Eduard Amter Amter, Edward
De Vlaamsgezinde katholiek Eduard Amter (1898-1969) was van 1924 tot 1964 algemeen secretaris van het Davidsfonds en vanuit die functie een belangrijke actor in het flamingantische midden... Lees meer
, die hem door de Boerenbond ter beschikking was gesteld.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
slaagde Vliebergh er nog in zijn cursussen - in het Nederlands - persklaar te maken. Hij keurde het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
af, ontraadde verschillende Vlaamse vrienden een professoraat te aanvaarden aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit en ondertekende als Davidsfondsvoorzitter het pamflet van 10 maart 1917, waarin 77 vooraanstaande Vlamingen zich uitspraken tegen de bestuurlijke scheiding. Maar door zijn gedwongen immobilisme nam zijn reële invloed af. Het Davidsfonds, waarvan de vaste secretaris Karel Heynderickx Heynderickx, Karel
Karel Heynderickx (1875-1962), die zich tijdens zijn rechtenstudie aan de Leuvense universiteit bijzonder actief betoonde in de katholieke flamingantische studentenbeweging, was vanaf 190... Lees meer
in het activisme belandde, viel bijna stil.

Na de oorlog probeerde Vliebergh nogmaals om invloed te krijgen in de katholieke Vlaamse beweging en de katholieke partij, hopend op een nieuwe eenheid, waarbij hij een verzoenende houding aannam ten aanzien van activisten die uit een ‘naïef idealisme’ hadden gehandeld. Vanaf medio 1919 kwam het Davidsfondsbestuur terug op gang. In januari 1919 werd in zijn huis het Katholiek Vlaamsch Verbond van het arrondissement de Leuven opgericht, waarvan hij het voorzitterschap opnam. Het organiseerde tientallen politieke meetings. In maart 1919 trad hij toe tot het voorlopig bestuur van het Algemeen Vlaamsch Verbond Algemeen Vlaamsch Verbond
Het Algemeen Vlaamsch Verbond (1919) was een bondgenootschap van Belgisch gezinde flaminganten. Het Verbond kon nooit een rol van betekenis spelen en hield na enkele jaren op te bestaan.... Lees meer
en in september werd hij lid van het dagelijks bestuur van de overkoepelende Katholieke Vlaamsche Landsbond die ten doel had het Vlaams minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
te realiseren. Van dat programma werd, mee onder druk van het Davidsfonds, in de zomer van 1921 de wet op het taalgebruik in bestuurszaken Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
gerealiseerd.

In februari 1921 nam Vliebergh nog het voorzitterschap op zich van een comité dat, overigens tevergeefs, hoopte een brede beweging voor amnestie Amnestie na de Eerste Wereldoorlog
Na de Eerste Wereldoorlog ontstond als reactie op de bestraffing van de activistische collaboratie een Vlaamsgezinde amnestiebeweging, waarin Vlaams-nationalisten sterk vertegenwoordigd w... Lees meer
op gang te brengen. Met Lodewijk Scharpé Scharpé, Lodewijk
Lodewijk Scharpé (1869-1935) was een taalkundige die aan het begin van de 20ste eeuw bijdroeg tot de vernederlandsing van de Leuvense universiteit. Na de Eerste Wereldoorlog zette hij zic... Lees meer
stichtte hij in 1922 het Studiefonds voor kinderen van getroffen Vlamingen, dat later de naam Scharpé-fonds Scharpé-fonds
Het Scharpé-fonds, opgericht in 1922, verleende aanvankelijk financiële studiesteun aan de kinderen van de ter dood veroordeelde activist August Borms. Later werd de doelgroep uitgebreid ... Lees meer
kreeg. In 1923 maakte hij gebruik van een jubelnummer van het Leuvense studentenblad Ons Leven Ons Leven
Ons Leven (1888) is een Leuvens studententijdschrift en het blad van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Lees meer
om in een ‘kleine boetpreek’ het radicaliserende nationalisme van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS) af te wijzen en nogmaals te pleiten voor eenheid onder de katholieken. In 1924 nog liet hij het Davidsfonds een amnestieactie ondernemen. Toen hij overleed, net geen 53 jaar oud, kon Amter het Davidsfondsbeleid onmiddellijk overnemen.

De berusting waarmee Vliebergh zijn progressieve verlamming heeft gedragen, bezorgde hem bij Vlaamsgezinde vrienden en kennissen het aureool van ‘heilige der Vlaamse beweging’. De jezuïet Jozef Salsmans Salsmans, Jozef
Jozef Salsmans (1873-1944) was een Vlaamse priester-jezuïet en professor moraaltheologie. Hij pleitte voor een culturele verheffing van het Vlaamse volk en was bezieler van de Nederlands... Lees meer
- Vlieberghs biechtvader, latere biograaf en hagiograaf - stuurde trouwens een tijdlang aan op canonisatie. Maar zover is het nooit gekomen.

Werken

De Vlaamsche jongeling en zijne vijanden, 1892.
De nieuwe kieswet en de kiezers, 1893.
De boeren en de maatschappelijke zaak, 1894.
De drie wetstalen in Zwitsersland, 1897.
— De Iersche taalbeweging, in: Lettervruchten van Met Tijd en Vlijt, 1898.
— De Polen in Pruisen', in Dietsche Warande en Belfort, 1904.
— Is Coremans' wetsvoorstel ongrondwettelijk?, in: Dietsche Warande en Belfort, 1904.
— Hooger Onderwijs voor katholieke vrouwen, in: Dietsche Warande en Belfort, 1913.
Beginselen van volkshuishoudkunde, 1920.
Beginselen van niet- technische landhuishoudkunde, 1920.
Beginselen van strafrecht, 1920.
Beginselen van strafrechtspleging, 1921.

Literatuur

— J. Persyn, De wording van het tijdschrift Dietsche Warande en Belfort en zijn ontwikkeling onder de redactie van Em. Vliebergh en Jul. Persyn, 1963.
— J. Salsmans, Prof. dr. Emiel Vliebergh. Biografische aanteekeningen, 1945.
— L. van Molle, Ieder voor Allen. De Belgische Boerenbond 1890-1990, 1990.
— L. van Molle, “Een heilig man voor Vlaanderen”. Emiel Vliebergh, 1872-1925, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 59, 2000, nr. 2, pp. 99-109.
— L. Wils, Frans van Cauwelaert. Politieke biografie, 2017.

Suggestie doorgeven

1975: Ludo Helsen (pdf)

1998: Leen Van Molle

2023: Leen Van Molle

Databanken

Inhoudstafel