Spanje

Gebied
Vincent Scheltiens

De 19de-eeuwse Vlaamse beweging cultiveerde een overwegend negatief beeld van Spanje als vreemde overheerser tijdens de 16de eeuw. In de loop van de 20ste eeuw ontstond daarnaast een actieve belangstelling voor de Spaanse politieke actualiteit, die een opmerkelijke verschuiving zou ondergaan: waar katholieke flaminganten en Vlaams-nationalisten tijdens het interbellum nog vanuit een rechts-conservatieve overtuiging sympathiseerden met de opstand tegen de Tweede Spaanse Republiek, overheerste vanaf de jaren 1960 de solidariteit met de Baskische en Catalaanse nationale beweging.

Bovenliggend gebied
Europa
Leestijd: 22 minuten

Vanaf de jaren 1960 konden de nationale bewegingen binnen de Spaanse staat, voornamelijk de Baskische en de Catalaanse, op actieve steun rekenen bij Vlaamsgezinde politici en organisaties. Deze solidariteit situeerde zich in de context van een heroplevende Vlaamse beweging, die ijverde voor federalisme in een Europa der volkeren. Ze stond echter in schril contrast met de sympathie die de in rechtse zin radicaliserende Vlaamse beweging tijdens het interbellum had gekoesterd voor de militairen die in de zomer van 1936 de wapens opnamen tegen de Tweede Spaanse Republiek (1931-1939) en aan het einde van de burgeroorlog (1936-1939) de autonomie van deze Catalanen en Basken tenietdeden. Ook na de dood van dictator Francisco Franco (1975) en de daaropvolgende Spaanse transitie van dictatuur naar parlementaire monarchie (1975-1981) bleef er een gevoel van verbondenheid heersen met het Baskische en Catalaanse nationalisme. De Vlaamse beweging deelde bepaalde waarden en principes met deze buitenlandse strekkingen. Het merendeel van de flaminganten en Vlaams-nationalisten steunde echter noch de gewelddadige strategie van het radicalere deel van de Baskische beweging noch het pleidooi van de Catalaanse nationalisten voor een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van hun regio.

Spanje als motief in de 19de-eeuwse Vlaamse beweging

In het natievormend narratief van de prille Belgische staat nam het historische thema van de vreemde overheerser een voorname plaats in (zie België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
). Het cultiveren van de herinnering aan een buitenlandse dreiging, ook al lag die grotendeels in het verleden, hielp om interne spanningen en contradicties naar de achtergrond te verdringen. Door zowel de Spaanse als Franse bezetters als ‘anderen’ af te schilderen, kon men de eigen waarden in de verf zetten en vorm geven aan een eigen Belgische identiteit.

Datzelfde negatieve beeld van de vreemde overheerser zou vanaf jaren 1840 aangewend worden door de letterkundigen en literaire genootschappen die aan de basis lagen van een embryonale Vlaamse beweging. Wat Spanje betreft ging dat beeld terug tot de Tachtigjarige Oorlog (zie Geschiedenis van Vlaanderen Geschiedenis van Vlaanderen
Vlaanderen heeft in de geschiedenis minstens drie verschillende betekenissen gehad: een middeleeuws graafschap, een pars pro toto voor de Lage Landen en het Nederlandstalige gedeelte van ... Lees meer
). Het Spaanse Rijk, achtereenvolgens onder heerschappij van Filips II, III en IV, was in de Vlaamse representatie van het verleden doorgaans een boosaardige en wrede dwingeland, die de Nederlanden met bruut geweld onder de knoet hield. De harde kritiek op het Spaanse imperialisme beperkte zich in deze kringen van letterheren overigens niet tot wat in de 16de eeuw in de eigen contreien was gebeurd. Ook koloniale wandaden in de Nieuwe Wereld (Amerika) werden gehekeld.

De Tachtigjarige Oorlog vormde de achtergrond voor een van de eerste moderne Vlaamse romans, In’t Wonderjaer (1566) van Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
. Onder de ‘Spaenjaerden’ was er niet één die ‘den dood niet verdiene? zy hebben ons onze vryheden ontnomen en tot slaven gemaekt. Zy hebben onze vrouwen ongestraft verkracht: onze dochters ongestraft onteerd: onze broeders ongestraft gemoord!’. Conscience riep echter niet altijd een eenzijdig negatief beeld op van de Spaanse ‘ander’. Zo verhaalde zijn roman Houten Clara (1850) hoe een Vlaamse jonkvrouw een geslaagd huwelijk aanging met een Spaanse edelman.

In 1867 situeerde Charles de Coster De Coster, Charles
Charles de Coster (1827-1879) was een schrijver die behoorde tot de progressieve vleugel van het liberalisme. Zijn belangrijkste werken zijn Légendes flamandes (1858), Contes brabançons (... Lees meer
zijn Tijl Uilenspiegel Tijl Uilenspiegel
Tijl Uilenspiegel is een personage uit een laatmiddeleeuws Duits volksboek, dat van de 19de eeuw tot diep in de 20ste eeuw door uiteenlopende politieke bewegingen in België en Vlaanderen ... Lees meer
eveneens in de 16de eeuw. De schalkse Tijl, die De Coster nota bene op dezelfde dag geboren liet worden als de Spaanse koning Filips II, werd door de auteur neergezet als een Vlaamse maar ook, ruimer genomen, Brabantse en Belgische volksheld, die zich tijdens de Nederlandse Opstand verzette tegen de Spaanse bezetting.

Historische episoden als het bewind van de Spaanse landvoogd Fernando Álvarez de Toledo, beter bekend als Alva (vanaf 1567), de arrestatie en onthoofding van Egmont en Horne (1567-1568) en de Spaanse Furie (1576) behoorden vanaf de 19de eeuw, naast vele andere, tot de bouwstenen van een specifiek-Vlaamse identiteitsconstructie, maar droegen ook bij aan een Brabantse en een Belgische identiteit. Het Vlaamse volk was in deze beeldvormingen niet alleen lang door vreemde bezetters gekoloniseerd en onderdrukt geweest, maar was ook telkens weer tegen bezetting en onrecht opgestaan. In het 19de-eeuwse België werd uit deze opflakkeringen van weerbaarheid en volkse vrijheidszin nationale trots geput. Na de Eerste Wereldoorlog nam het Vlaams-nationalisme dit negatieve, op de Tachtigjarige Oorlog gebaseerde Spanje-beeld over in zijn discours en propaganda, zoals het dat ook deed met de figuur van Tijl Uilenspiegel.

Toch bestond er in het katholieke Vlaanderen ook een enigszins positieve identificatie met Spanje. Daarbij verwees men naar de ongeschondenheid van het binnenland en de vroomheid, belichaamd door mystici als Theresia van Ávila en Sint-Jan van het Kruis. Spanje werd gepercipieerd als een overwegend ruraal, conservatief en christelijk land, waarin religieuze orden en congregaties veel economische macht concentreerden, het onderwijs domineerden en een conservatieve, streng katholieke moraal oplegden. Dat andere, katholieke Spanje had in deze voorstellingswijze net als Vlaanderen in de 19de eeuw met het Franse imperialisme af te rekenen gehad (zie Frankrijk-Vlaanderen Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
). Het had een onafhankelijkheidsoorlog gevoerd na de Franse inval van 1808. In die oorlog was het rurale, katholieke, conservatieve hinterland een sterk bastion gebleken tegen zowel de Franse troepen als de verlichtingsideeën, die in de steden wél door zogenaamde afrancesados overgenomen werden.

Tweede Spaanse Republiek (1931-1939)

De afkondiging van de Tweede Spaanse Republiek op 14 april 1931 kon in de Vlaamse beweging niet op enthousiasme rekenen. De liberale en socialistische krachten die in de grote Spaanse steden de gemeenteraadsverkiezingen wonnen en na de vlucht van koning Alfonso XIII nu ook de staatsmacht in handen namen, stonden ideologisch – op een gedeeld republikanisme na – haaks op de dominante ideeën binnen het Vlaams-nationalisme. Dat Vlaams-nationalisme voer vanaf de jaren 1930 overwegend een Nieuwe Orde-koers, waarbij fascistische en andere autoritaire maatschappijbeelden de toon zetten (zie Vlaams-nationalistische partijen Vlaams-nationalistische partijen
Het partijpolitieke Vlaams-nationalisme brak door in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en streefde een verregaande of volledige staatkundige verzelfstandiging van Vlaanderen na. De b... Lees meer
). Dat regio’s als Catalonië (in 1932), Baskenland en Galicië (beide in 1936) binnen de Tweede Spaanse Republiek een autonomiestatuut verwierven en eigen instellingen konden creëren, maakte weinig indruk op de geradicaliseerde Vlaamse beweging. Daar prevaleerden rabiaat anticommunisme, reactionair katholicisme, sociaal corporatisme Corporatisme
Het corporatisme was in het interbellum, vooral in de crisisjaren 1930, een wijdverspreid, maar tegelijk vaag alternatief maatschappelijk en politiek model. Na de Tweede Wereldoorlog zou ... Lees meer
en andere Nieuwe Orde-ideeën boven de verwantschap met andere volkeren, die nochtans eveneens een eigen cultuur- en taalautonomie nastreefden (Zie Rechts-radicalisme Rechts-radicalisme
De rechts-radicale traditie begon toen het Vlaams-nationalisme in het interbellum koos voor Nieuwe Orde en collaboratie. Na de oorlog evolueerde radicaal-rechts in Vlaanderen van nostalgi... Lees meer
).

De politieke en sociale krachten die de eerste twee jaar van de republiek (primer bienio) domineerden, werden door de in rechtse zin radicaliserende Vlaamse beweging beschouwd als een goddeloze, chaos stichtende verzameling van atheïsten, liberalen, socialisten, communisten en anarchisten. Meer verwantschap was er met de anti-hervormingsgezinde krachten die tijdens de volgende twee jaar (segundo bienio) binnen de republiek mee aan de macht kwamen. Meer in het bijzonder de radicaal rechts-conservatieve bundeling van katholieke partijen, de Confederación Española de Derechas Autónomas (CEDA), vertoonde gelijkenissen met zowel de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
als het in 1933 opgerichte Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV). CEDA-leider José María Gil-Robles kon in deze kringen aanvankelijk op veel prestige rekenen.

Toen in Spanje de linkerzijde in februari 1936 opnieuw een parlementaire meerderheid verwierf en een Volksfront-regering aan de macht kwam, ontstond er veel hoop onder de landloze boeren en het opkomende proletariaat in de steden. Daartegenover stond de openlijke vijandschap bij de kerkelijke hiërarchie, grootgrondbezitters, industriëlen en grote delen van het leger. Die krachten vreesden voor grote revolutionaire omwentelingen en eigen machtsverlies. In deze polarisering, dezelfde die op dat moment grote delen van Europa kenmerkte, koos het Vlaams-nationalisme resoluut de kant van de reactionaire krachten die in juli 1936 een staatsgreep tegen de Republiek organiseerden, met een burgeroorlog als gevolg.

Burgeroorlog (1936-1939)

De burgeroorlog (18 juli 1936-1 april 1939) werd in verschillende Vlaamsgezinde periodieken aandachtig gevolgd. Het niet-partijgebonden katholieke Nieuw Vlaanderen Nieuw Vlaanderen (1934-1944)
Nieuw Vlaanderen (1934-1944) had als uitgangspunt de eentaligheid van Vlaanderen. Door zijn federalistische stellingname midden jaren 1930 was het blad radicaler dan de katholieke partij ... Lees meer
(1934-1944), dat regelmatig een lans brak voor federalisme, steunde de opstandelingen. Deze voerden volgens het blad een ‘heilige strijd tegen het communisme’: ‘Wij hebben hier te doen met in de grond een godsdienstoorlog (…) Dit noopt ons, als katholieken, onvoorwaardelijk aan de zijde te staan van de Spaansche nationalisten’. Hoewel voorzichtiger in hun stellingname maakten de gematigder Vlaamsgezinde en christendemocratische tijdschriften Elckerlyc Elckerlyc
Elckerlyc (1935-1939) was een katholiek Vlaamsgezind weekblad dat werd opgericht door een groep rond de katholieke en flamingantische politicus Frans van Cauwelaert. Het verdedigde het mi... Lees meer
en Hooger Leven Hooger Leven (1927-1938)
Hooger Leven (1927-1938) was een algemeen katholiek Vlaams weekblad opgericht door Gerard Walschap. Nadat het blad initieel een politiek neutrale voer, steunde het de Katholieke Vlaamsche... Lees meer
(1927-1938)
dezelfde analyse. Een sterk door generaal Francisco Franco geleid gezag dat de orde herstelde was te verkiezen boven de republikeinse chaos. In de berichtgeving werd – overeenkomstig met het franquistische discours – de focus gelegd op de vervolging van priesters en andere religieuzen binnen de republikeinse zone.

Over Franco’s houding tegenover Basken en Catalanen waren deze tijdschriften kritischer. De Vlaams-katholieke commentatoren worstelden met het feit dat vrome Baskische katholieken de zijde van de republiek hadden gekozen. Zowel de Baskische als de Catalaanse autoriteiten streden met hun regionale instellingen tegen de opstandelingen. Voor hen was de burgeroorlog immers een strijd voor het behoud van een Spanje waarin hun autonomie gevrijwaard zou blijven. Daartegenover stond het centralistische staatsmodel van Franco, dat Spanje als één en ondeelbaar voorstelde en in cultureel en taalopzicht op Castilië gestoeld was. Die centralistische visie belette niet dat zowel katholieke flaminganten als radicale Vlaams-nationalisten hun voorkeur voor Franco uitspraken.

Hoe radicaler men de Nieuwe Orde omarmde, hoe uitgesprokener de steun aan Franco, die een dam tegen het communisme moest opwerpen. Een figuur als de dominicaanse pater Felix Morlion Morlion, André
André (Felix) Morlion (1904-1987) was een dominicaanse priester, die tijdens het interbellum uitgroeide tot een gezaghebbende stem in de katholieke en Vlaamsgezinde kunst- en filmkritiek.... Lees meer
hekelde in de Spaanse Volksfrontregering niet alleen de communisten maar ook Joden en vrijmetselaars Vrijmetselarij
Lees meer
(zie Antisemitisme Antisemitisme
Lees meer
). Dat in Vlaamse en internationale extreemrechtse kringen dominante discours spoorde naadloos met hoe Franco tot aan zijn dood in november 1975 de oppositie tegen zijn nationaal-katholieke dictatuur zou afschilderen.

Een dissonante stem onder deze pro-franquistische flamingantische geluiden was die van de communisten. Die hadden zich in 1937 omgedoopt tot Vlaamsche Kommunistische Partij Vlaamsche Kommunistische Partij
De Vlaamse Kommunistische Partij (1937-1945) was een onderafdeling van de Kommunistische Partij. Ze verdedigde een federaal standpunt en gaf het tijdschrift Het Vlaamsche Volk uit. ... Lees meer
(VKP) om zich nadrukkelijk als deel van de Vlaamse beweging te positioneren. Hun centraal orgaan, De Roode Vaan De Rode Vaan
Lees meer
, onderging eveneens een naamverandering en werd Het Vlaamsche Volk. Wekelijks werd met gloed en sympathie bericht over het Spaanse republikeinse kamp. Hier lag de nadruk op de wreedheden van het opstandelingenkamp. Tal van VKP-militanten gaven ook gehoor aan de oproep om Internationale Brigades te vormen en trokken naar Spanje om er mee te vechten aan het republikeinse front. Verschillende brieven van deze Vlaamse communisten aan de frontlinie verschenen in Het Vlaamsche Volk (zie Links-radicalisme Links-radicalisme
De verhouding tussen de radicale linkerzijde in Vlaanderen en de Vlaamse beweging werd nauwelijks bestudeerd. De marginaliteit van deze linkerzijde is hier natuurlijk niet vreemd aan, maa... Lees meer
).

Franco-dictatuur (1939-1975)

Een aantal collaborateurs, waaronder verschillende VNV-leden, ontliep aan het einde van de Tweede Wereldoorlog een veroordeling in België door – naast vele andere bestemmingen – naar Spanje te trekken (zie Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
). Daar had Franco op 1 april 1939 de burgeroorlog gewonnen, de regionale autonomie afgeschaft en de Catalaanse, Galicische en Baskische talen in het openbare leven verboden. Voor sommige gevluchte collaborateurs was de Spaanse militaire dictatuur een tussenstation richting Latijns-Amerika, dat ze probeerden te bereiken via ontsnappingsnetwerken die vaak vanuit kerkelijke kringen georganiseerd werden. Anderen, zoals bijvoorbeeld de bij versterk ter dood veroordeelde schilder Karel Holemans (1910-1979), begonnen er ongestoord een nieuw leven.

Vanaf de tweede helft van de jaren 1950 en het begin van de jaren 1960 deed zich binnen de heroplevende Vlaamse beweging een betekenisvolle wijziging voor in de analyse van en de houding tegenover Spanje en de nationaliteitenkwestie. Pogingen tot nieuwe partijvorming mondden in 1954 uit in de stichting van de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
(VU). Mede aangestuurd door een nieuwe naoorlogse generatie politici zoals Maurits Coppieters Coppieters, Maurits
De progressieve Vlaams-nationalist en christelijke humanist Maurits Coppieters (1920-2005) was vanaf het midden van de jaren 1960 een van de boegbeelden van de Volksunie (VU). Lees meer
ontwikkelde de partij in het verlengde van haar federalistische streven een internationaal perspectief: het Europa der volkeren. Cruciaal in dat volksnationalisme was het zelfbeschikkingsrecht. Dat leidde niet alleen tot interesse voor andere nationale bewegingen, maar ook tot actieve solidariteit met volkeren die binnen gevestigde staten ijverden voor zelfbeschikking.

De strijd voor deze soevereiniteit werd gelinkt aan een strijd voor mensenrechten. Een blik op Spanje leerde deze Vlaamsgezinde jonge politici en activisten dat de gecentraliseerde dictatuur van Franco Galiciërs, Basken en Catalanen cultureel onderdrukte. Vanaf de jaren 1960 verschenen in het VU-partijblad Wij Wij, Vlaams-nationaal
Lees meer
voor het eerst artikelen over de nationaliteitenkwestie in Spanje, waarin parallellen werden getrokken met de situatie van Vlamingen binnen de Belgische staat. De in 1956 opgerichte Vlaamse Volksbeweging Vlaamse Volksbeweging
De Vlaamse Volksbeweging (VVB) was een Vlaams-nationalistische drukkingsgroep, die werd opgericht in 1952 en tot het begin van de jaren 1970 een breder publiek mobiliseerde voor Vlaamsge... Lees meer
(VVB) deelde deze analyse. Het voedde de politieke en materiële solidariteit met nationalistische bewegingen en groepen die zich in deze nationale gemeenschappen organiseerden tegen de Franco-dictatuur.

Hoewel er ideologische affiniteiten bestonden met een formatie als de christelijk-conservatieve Baskische Nationalistische Partij (Eusko Alderdi Jeltzalea), situeerden deze meestal clandestiene organisaties zich veel meer aan de linkse kant van het ideologische en politieke spectrum dan hun Vlaamse sympathisanten. De extreemrechtse vleugel blikte zelfs nostalgisch terug op het Nieuwe Orde-verleden en ijverde vanuit een anti-Belgisch ressentiment voor eerherstel voor collaborateurs. Maar in tegenstelling tot in het interbellum prevaleerde nu wel een volksnationalistische band. De omslag was gemaakt: het had een kleine twee decennia geduurd voor de Vlaamse beweging niet sympathie voor Franco maar solidariteit met zijn slachtoffers centraal te stelde.

Laatfranquisme en transitie (1969-1977)

Een van de eerste Vlaamse politici die zich solidariseerde met de volkeren binnen de Spaanse staat was Daniël Deconinck Deconinck, Daniël
Daniël Deconinck (1921-2004) was een Vlaamsgezind politicus. Zijn poging om van de Volksunie een brede sociaal-flamingantische beweging te maken leidde in 1965 tot een breuk met de partij... Lees meer
. Deze woonde als eerste VU-volksvertegenwoordiger in 1962 een nationalistische Aberri Eguna (vaderlandsdag) in Frans-Baskenland bij. Willy Kuijpers Kuijpers, Willy
Willy Kuijpers (1937-2020) was een Vlaams-nationalistisch politicus voor de Volksunie en de N-VA. Lees meer
en Walter Luyten Luyten, Walter
Walter Luyten (1934-2008) was een studentenleider en VU-senator, die als Heel-Nederlander voorstander was van een Vlaams-Nederlandse confederatie en zich inzette voor de volksnationalisti... Lees meer
volgden al snel. Zij gingen zich vertrouwd voelen met Baskenland, dankzij de contacten die ze onderhielden met de enige tijd (van 1966 tot 1971) in Keerbergen verblijvende Bask Julen de Madariaga. Laatstgenoemde was eind jaren 1950 een van de stichters van ETA (Euskadi Ta Askatasuna, Baskenland en Vrijheid). In het zog van deze Vlaamse pioniers solidariseerden tientallen Vlaamsgezinde jongeren zich – voornamelijk, maar niet uitsluitend – met Baskenland en reisden ernaartoe. Die activiteit kwam helemaal op gang tijdens de laatste jaren van het Franco-regime, dat in 1975 eindigde met de dood van de dictator.

In 1972 richtte Luyten het Vlaams Komitee voor Steun aan Nationale Minderheden Vlaams Komitee voor Steun aan Nationale Minderheden
Het Vlaams Komitee voor Steun aan Nationale Minderheden (1972-1977) wilde de publieke opinie bewustmaken van de ontvoogdingsstrijd van nationale minderheden in andere landen. Lees meer
(VKSNM) op. Het hielp hem zijn veelvuldige contacten met Baskische, maar ook Catalaanse studenten en ballingen in België te structureren. Madariaga was niet de enige ETA-stichter die in België verbleef en contacten met Kuijpers, Luyten en andere Vlaams-nationalisten onderhield. Dat gold ook voor José Luis Álvarez Enparantza, ‘Txillardegi’. Via deze etarras (leden van de ETA) kwamen Kuijpers en Luyten in contact met Telesforo de Monzón, die in 1969 aan de basis lag van Anai Artea (Ons Huis), een links-nationalistische humanitaire organisatie die zich om de Baskische vluchtelingen bekommerde. Monzón was voormalig minister van de Baskische regering ten tijde van de Spaanse republiek en in 1978 stichter van de links-nationalistische partij Herri Batasuna.

In 1975 trokken Luyten en Kuijpers op uitnodiging van de Baskische vakbond ELA (Eusko Langileen Alkartasuna, Arbeiderssolidariteit) naar Gernika, waar ze na de misviering een solidariteitsverklaring verspreidden. Ze werden door de Guardia Civil opgepakt en het land uitgezet.

In datzelfde jaar werd, mede door Luyten, het Vlaams Steuncomité voor Baskische Schooltjes gesticht dat zich weliswaar toespitste op Frans-Baskenland ( Flandriatik Ikastolentzan Flandriatik Ikastolentzat
Het in 1975 opgerichte Vlaams Steuncomité voor Baskische Schooltjes gaf morele en financiële steun aan schooltjes in Frans Baskenland. Lees meer
, FLIK). Sleutelfiguur in dit initiatief was de priester en leerkracht Ludo Docx Docx, Ludo
Ludo Docx (1933-2021) was een Vlaamse priester, pedagoog en vredeswerker in het Baskenland, die onder meer als brugfiguur optrad tussen het Vlaams-nationalisme en de Baskische nationale ... Lees meer
. De onder het franquisme clandestiene ikastolas (schooltjes) waren cruciaal om de verboden Baskische taal levend te houden. FLIK organiseerde Baskenavonden waarop Baskische zangers, zoals het duo Eñaut Etxamendi en Larralde, optraden. Naast Docx speelden ook Paul Catreels, Dirk Heyman en Bert Murawski een cruciale rol in FLIK. Docx emigreerde na zijn pensioen in de jaren 1980 naar Baskenland en legde zich sterk toe op de Baskische taal, het euskera. In 1990 richtte hij er een Vlaams Huis op, een ontmoetingsplaats voor Vlamingen en Basken, die  op de bedevaartroute naar Santiago de Compostela lag. De laatste Baskenavond vond plaats in 1999.

Er werden ook reizen naar Baskenland georganiseerd. Deze eerste ontmoetingsreizen vonden plaats vanaf 1977 onder impuls van Kuijpers en Luyten en hadden het Baskische stadje Oñati in de provincie Gipuzkoa als bestemming. In een latere fase werden deze reizen georganiseerd door het Dosfelinstituut ( Vormingscentrum Lodewijk Dosfel Vormingscentrum Lodewijk Dosfel
Het Vormingscentrum Lodewijk Dosfel werd opgericht in 1966 en fungeerde als vormingsinstituut en denktank van de Volksunie. Sinds de opheffing van deze partij in 2001 en de oprichting van... Lees meer
, VCLD).

Het zwaartepunt van de Vlaamse politieke en humanitaire solidariteit met Baskenland situeerde zich in de linkse tak van de Vlaamse beweging, die historisch gezien marginaal was gebleven. Naast het volksnationalisme deelden linkse Vlaams-nationalisten tot op zekere hoogte ook ideologische affiniteit met de linkse abertzales, letterlijk vertaald: de Baskische patriotten, een omschrijving voor de linkse Baskische nationalisten.

De organisatorische wortels van deze microkosmos lagen bij verenigingen die tussen eind jaren 1960 en begin jaren 1980 vaak een efemeer bestaan kenden: de Witte Kaproenen Werkgroep De Witte Kaproenen
De Werkgroep De Witte Kaproenen (DWK), meestal kortweg Witte Kaproenen genoemd, was een Antwerpse studiegroep die in 1967-1968 ontstond in de schoot van de Vlaamse Volksbeweging (afdeling... Lees meer
, het tijdschrift Het Pennoen Het Pennoen (1950-1977)
Het Pennoen was een Vlaamsgezind maandelijks opinieblad dat, geleid door Jan Olsen, verscheen tussen 1950 en 1977. Het evolueerde van een traditioneel jeugdblad naar een vernieuwend en la... Lees meer
(1950-1977)
, de Werkgroep Arbeid Werkgroep Arbeid
Werkgroep Arbeid was een linkse, flamingantische groep die in 1972 werd opgericht door Paul van Caeneghem. Lees meer
met het tijdschrift Arbeid, later De Wesp, en haar opvolgers Vlaams Socialistische Beweging (VSB) en Vlaams Republikeins Socialistische Beweging (VRSB). In 1976 ontstond de eerste versie van het tijdschrift Meervoud Meervoud (1976-1980)
Meervoud was een driemaandelijks tijdschrift over nationale minderheden. Het blad verscheen onder leiding van Christian Dutoit en werd uitgegeven door de links-flamingantische Werkgroep A... Lees meer
(1976-1980)
.

Dat laatste gebeurde onder impuls van Christian Dutoit Dutoit, Christian
De Vlaamsgezinde publicist en journalist Christian Dutoit (1956-2016) was in de Vlaamse beweging een buitenbeentje en een cultfiguur. Vanaf het midden van de jaren 1970 was hij een van de... Lees meer
, die vanaf de jaren 1980 de sleutelfiguur was in de Vlaamse solidariteitsacties met Baskenland. Dutoit had al deze organisaties en publicaties doorzwommen en situeerde zich ideologisch in het zog van flamingantische marxisten als Jef van Extergem Van Extergem, Jef
Jef van Extergem (1898-1945) was een Vlaamsgezinde, eerst socialistische en later communistische politicus. Lees meer
en Antoon Roosens Roosens, Antoon
Antoon Roosens (1929-2003) was een flamingantisch en links georiënteerd denker, opiniemaker, publieke intellectueel en (para)politicus, die zijn hele leven consequent heeft geprobeerd om ... Lees meer
. Dutoit leerde Baskenland kennen toen hij in 1977 een Baskische vluchteling, Iñigo Jaca, vergezelde bij zijn terugkeer naar zijn geboortedorp Zumarraga. In diezelfde gemeente in de Baskische provincie Gipuzkoa overleed Dutoit op 19 juni 2016.

Ook in de Vlaamse solidariteit met Catalonië vervulde Willy Kuijpers een pioniersrol. In 1977, tijdens de transitie van dictatuur naar democratie, werd hij uitgenodigd op een congres van het Front Nacional de Catalunya (FNC). Dat was een onafhankelijkheidsgezinde progressieve partij die in 1990 zou opgaan in Esquerra Republicana de Catalnuy (ERC), de historische centrumlinkse Catalaans-nationalistische partij. Een jaar later woonde hij samen met Toon van Overstraeten Van Overstraeten, Toon
Toon van Overstraeten (1926-2011) was de zoon van VTB-coryfee Jozef van Overstraeten. Hij was een van de jongste oostfronters. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij snel actief in de herople... Lees meer
, die jarenlang verschillende belangrijke posities binnen de Volksunie had bekleed, het congres bij van de Convergència Democràtica de Catalunya (CDC). Die was in 1974 opgericht door Jordi Pujol, die vanaf 1980 tot 2003 ononderbroken minister-president van de autonome Catalaanse regio was.

Binnen de VU heerste grote bewondering voor de persoon van Pujol. In 1978 zong Van Overstraeten uitgebreid de lof van de Catalaanse politicus, die hij omschreef als ‘het prototype van de handige, merkantiele, behoedzame maar ook spontane en levendige Katalaan’. De vriendschappelijke contacten tussen de VU en de ‘pujolistische’ stroming werden later door de Nieuw-Vlaamse Alliantie Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
(N-VA) voortgezet en tot op de dag van vandaag onderhouden.

Waar de Vlaams-nationalistische contacten met Baskenland voornamelijk via linkse en radicaal linkse groeperingen verliepen, gaat de uitwisseling met Catalonië tot vandaag vooral uit van de centrumrechtse, liberale stroming waar de N-VA deel van uitmaakt. Een tweede verschil is dat de banden met Catalonië sneller een institutioneel karakter hebben verworven, met als zwaartepunten: de samenwerking binnen het Europees Parlement en, iets later, de bilaterale contacten tussen gewestregeringen en politieke partijen.

De verkiezing van Maurits Coppieters in het allereerste rechtstreeks verkozen Europees Parlement in 1979 liet toe regionalistische partijen te bundelen in wat de Europese Vrije Alliantie (EVA) werd. Vanaf 1981 zou Coppieters’ medewerker en opvolger, Jaak Vandemeulebroucke Vandemeulebroucke, Jaak
Jaak Vandemeulebroucke (1943) is een Vlaamsgezind politicus die tot de progressieve stroming binnen de Volksunie werd gerekend. Later stapte hij over naar de N-VA. Hij verwierf vooral bek... Lees meer
, dit werk in de Europese instellingen voortzetten. Binnen EVA speelde ook Herman Verheirstraeten een coördinerende rol. In de zoektocht naar partners verving diplomatie grotendeels het activisme van weleer. Wat partners in Spanje betrof, slaagde men er geleidelijk in tal van regionalistische formaties te betrekken zoals het Bloque Nacionalista Galego (BNG), Esquerra Republicana de Catalunya (ERC), Eusko Alkartasuna (EA), dat een afsplitsing was van de centrumrechtse Baskische Nationalistische Partij (PNV), en enkele kleinere groepen.

Spanje na de dictatuur

Na de dood van Franco (25 november 1975) was de door de dictator voorbereide en aangewezen koning Juan Carlos aan de macht gekomen. De republiek die in 1939 gewelddadig verslagen werd, keerde niet terug. Spanje werd een parlementaire monarchie. In 1978 werd de nieuwe grondwet goedgekeurd die het land onderverdeelt in zeventien autonome gemeenschappen (comunidades autónomas) en twee enclaves in Noord-Afrika (Ceuta en Melilla).

Wat men in Spanje ‘historische nationaliteiten’ noemt – namelijk Galicië, Baskenland en Catalonië – verwierven dankzij deze postfranquistische grondwet opnieuw eigen instellingen met regioregering, waarvan de leden rechtstreeks verkozen werden. Er mocht in deze regio’s opnieuw een eigen taal- en cultuurbeleid gevoerd worden. Toch waren de nationalistische krachten waarmee de Vlaamse beweging in contact stond niet helemaal tevreden en bleven ze, elk op hun manier en in verschillende mate, ervoor ijveren om hun soevereiniteit uit te breiden.

Daarbij konden ze blijven rekenen op de solidariteit van hun Vlaamse contacten. Die solidariteit beperkte zich overigens niet tot de geïnstitutionaliseerde Europese kanalen. Christian Dutoit kopieerde en introduceerde begin jaren 1990 in Brussel het concept van de txoko. In oorsprong waren dat gastronomische mannenclubs waar gekookt, gegeten en gesocialiseerd werd. Onder het franquisme werd in deze txokos de illegaal verklaarde Baskische taal clandestien doorgegeven. Dutoit stichtte Gure Etxea (Ons Huis), dat zich onder meer toespitste op het ondersteunen van Baskische vluchtelingen. Uit die solidariteitsactiviteit ontstond in augustus 1989 het tijdschrift Anai Artea (Wij Broeders), genoemd naar het initiatief van Telesforo Monzón tijdens het laatfranquisme. Anai Artea werd tevens de naam van het solidariteitscomité Vlaanderen-Baskenland.

Het ondersteunen van Baskische politieke vluchtelingen (vermeende ETA-leden en leden van de radicaal links-nationalistische partij Herri Batasuna, later achtereenvolgens Batasuna, Euskal Herritarrok en vandaag Euskal Herria Bildu) nam in de Vlaamse solidariteit uitermate praktische vormen aan. Onder anderen de VU-volksvertegenwoordigers Kuijpers en Luyten zorgden voor onderduikadressen én trachtten politieke druk te zetten om uitlevering te voorkomen.

Deze solidariteit met Baskische vluchtelingen bereikte een hoogtepunt toen medio jaren 1990 protest rees tegen de uitlevering door België van het echtpaar Luis Moreno en Rakel García. Het in 1992 naar Brussel gevluchte koppel werd er door de Spaanse autoriteiten van beschuldigd onderdak verleend te hebben aan leden van een ETA-commando. Vanuit Anai Artea werd een ad hoc-solidariteitscomité opgericht. Juridisch werden Moreno en García verdedigd door meester Paul Bekaert, die in de jaren 1970 onder meer waarnemingsmissies naar Baskenland had ondernomen en vanaf 2017 ook de naar België gevluchte Catalaanse regioministers (zie verder) zou bijstaan. Ondanks herhaalde pogingen vanuit Spanje werd het echtpaar nooit uitgeleverd.

Intussen verstevigde de VU de banden met de in 1987 opgerichte partij Eusko Alkartasuna (EA, Baskische Solidariteit). De gematigd links-nationalistische partij werd geleid door de advocaat Carlos Garaikoetxea, die zich afscheurde van de PNV. VU-senator Hans de Belder De Belder, Hans
Hans de Belder (1938-2018) was een Vlaamse diplomaat. Hij zetelde daarnaast voor de Volksunie in de Senaat en was lid van het partijbestuur. Lees meer
, die in 1989 het EA-congres bijwoonde, schreef in Wij dat EA ‘de Baskische Volksunie’ was.

Rond de eeuwwisseling doofde het niet-geïnstitutionaliseerde solidariteitsactivisme met Baskenland geleidelijk uit. Na de moord door ETA op de lokale conservatieve politicus Miguel Ángel Blanco nam Anai Artea met een communiqué onomwonden afstand. ETA zelf zou in januari 2011 een eenzijdig staakt-het-vuren afkondigen. In oktober van datzelfde jaar volgde de aankondiging dat de organisatie het geweld definitief stopzette. Begin mei 2018 hield de organisatie op te bestaan. De solidariteit met de nationalistische politieke bewegingen binnen de Spaanse staat ging evenwel door via de tweede versie van het tijdschrift Meervoud (1992) onder impuls van Bernard Daelemans.

De Vlaams-nationalistische aandacht én sympathie verplaatsten zich in het begin van de 21ste eeuw steeds meer naar Catalonië. In 2014 sloten de twee voornaamste nationalistische partijen, Convergència i Unió (CiU, de opvolger van Pujols CDC) en Esquerra Republicana de Catalunya (ERC), er een akkoord om een onafhankelijkheidsreferendum te houden en koers te zetten naar een eigen Catalaanse staat.

Catalaans onafhankelijkheidsproces

De expliciet geformuleerde ambitie om een autonoom Catalonië te realiseren kon de Vlaamse beweging bekoren. Verschillende Vlaamsgezinde groeperingen intensiveerden hun contacten met de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging. De VVB nam jaarlijks met een delegatie deel aan de optocht in Barcelona naar aanleiding van de Diada, de Catalaanse nationale feestdag op 11 september. Op partijpolitiek vlak hadden zich bij de Vlaamse bondgenoten van het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven verschillende ontwikkelingen voorgedaan. De VU was in 2001 opgeheven. In datzelfde jaar werd de N-VA gesticht. Op het hoogtepunt van de crisis rond het Catalaanse onafhankelijkheidsproces in 2017 maakte deze partij deel uit van zowel de Belgische als de Vlaamse regering.

N-VA-politici waren graag geziene sprekers op activiteiten van de Assemblea Nacional Catalana (ANC, de Catalaanse volksbeweging). De band tussen het centrumrechtse, post-pujolistische catalanisme en het centrumrechtse Vlaams-nationalisme was hecht. De N-VA telde militanten die tijdens hun VVB- of ander verenigingsmilitantisme Catalonië hadden bezocht of die in hun jongere jaren hadden deelgenomen aan Baskenreizen, -kampen en -avonden.

Het Catalaanse onafhankelijkheidsproces culmineerde in een door de Spaanse regering illegaal verklaard referendum op 1 oktober 2017 (na een eerder referendum op 9 november 2014, dat eveneens werd verboden). Tal van Vlaams-nationalistische politici woonden het referendum bij als waarnemer. De beelden van de gewelddadige interventie van naar Catalonië gestuurde eenheden van Guardia Civil en Policía Nacional schokten de publieke opinie, zeker het Vlaamsgezinde publiek. Op 27 oktober 2017 stemde het Catalaanse regioparlement de onafhankelijkheid en kondigde minister-president Carles Puigdemont (Junts per Catalunya, de voortzetting van de pujolistische stroming) eenzijdig de onafhankelijkheid af (DUI, Declaración Unilateral de Independencia). Vervolgens plaatste de Spaanse regering, na een stemming in de Senaat, de Catalaanse autonomie onder curatele (middels art. 155 van de Spaanse grondwet) en nam de Spaanse vicepremier de bevoegdheden over.

Op 29 oktober 2017 raakte bekend dat minister-president Puigdemont samen met vier andere kabinetsleden (Clara Ponsatí, Meritxell Serret, Antoni Comín en Lluís Puig) naar België gevlucht was. Op 7 december 2017 betoogden ongeveer 45.000 Catalanen in Brussel. Ze riepen Europa op om ‘te ontwaken’. Ze wilden dat de Europese instellingen en lidstaten een kritischere houding ten opzichte van Madrid aannamen. Vlaamsgezinde verenigingen en lokale N-VA-partijafdelingen zorgden voor voeding en onderdak voor deze betogers.

N-VA-politici bekommerden zich ook om het lot van Puigdemont. De voormalige Catalaanse minister-president kon onder meer op sympathie en steun rekenen van partijkaders als Peter Luykx en toenmalig Europarlementslid Mark Demesmaeker.

De aanwezigheid van N-VA in de federale regering was echter niet van die aard dat de spanningen met de Spaanse staat ten top gedreven werden, laat staan dat het onafhankelijke Catalonië erkend werd. De federale N-VA-excellenties doorbraken de EU-consensus, waarbij men zich achter lidstaat Spanje bleef scharen, niet. Zelf volgden ze niet de rechttoe, rechtaan- strategie van hun Catalaanse vrienden die met zogeheten ‘plebiscitaire’ verkiezingen krachten voor een eenzijdige onafhankelijkheid hadden gemobiliseerd. Diplomatiek trachtte men een rel met Spanje te vermijden.

Dat lag anders op Vlaams niveau, toen parlementsvoorzitter Jan Peumans Peumans, Jan
Jan Peumans (1951) is een Limburgse Vlaams-nationalistische politicus, die Limburgs provincieraadslid was en Vlaams parlementslid en van 2009 tot 2019 voorziter van het Vlaams parlement.... Lees meer
(N-VA) in september 2018 een brief schreef aan zijn gearresteerde Catalaanse ambtgenoot Carme Forcadell. Deze links-republikeinse politica zat, net als acht andere Catalaanse leiders, in de gevangenis. Ze was voor haar aandeel in de onafhankelijkheidsverklaring veroordeeld tot 11,5 jaar opsluiting. Peumans schreef dat ‘Spanje niet in staat is aan de voorwaarden te voldoen om deel uit te maken van een moderne democratische Europese Unie’. De Vlaamse parlementsvoorzitter was met deze kritiek aan het adres van Spanje niet aan zijn proefstuk toe. Als reactie trok Spanje het diplomatiek statuut in van de vertegenwoordiger van de Vlaamse regering in Madrid, André Hebbelinck. Deze werd vervolgens door Vlaams minister-president Geert Bourgeois Bourgeois, Geert
Geert Bourgeois (1951) is een Vlaams-nationalistisch politicus voor de N-VA. Hij was van 2014 tot 2019 minister-president van Vlaanderen. Lees meer
(N-VA) teruggeroepen. Het Vlaams gezantschap in Madrid werd gesloten.

Samenwerking in Europa

Tijdens het tweede decennium van de 21ste eeuw vonden de contacten en uitwisselingen tussen Vlaamse organisaties en vertegenwoordigers van Spaanse regio’s plaats in de schoot van een aantal Europese en internationale samenwerkingsverbanden . Naast het eerder vermelde EVA ontstond de International Commission of European Citizens (ICEC). Dat gebeurde omstreeks 2015, ten tijde van de dynamiek rond het Catalaanse onafhankelijkheidsproces. Naast Catalaanse waren vooral Schotse en Vlaamse verenigingen zoals de VVB en de Beweging Vlaanderen-Europa de motor van deze ngo. Ook binnen de in 2007 opgerichte Coppieters Foundation, die in de schaduw van de Europese instellingen regionalistische cultuurorganisaties bundelde, werd vlot samengewerkt met Galicische, Catalaanse, Baskische studie- en cultuurverenigingen.

In het Europees Parlement slaagden de Vlaamse partijen en de regionalistische partijen die actief waren binnen de Spaanse staat er ondertussen minder vlot in om zich te verenigen. De ERC en het Galicische BNG vonden onderdak bij De Groenen/Europese Vrije Alliantie. Drie van de gevluchte Catalaanse ministers werden in het EP verkozen en gingen als niet-fractiegebonden leden zetelen. EH Bildu koos voor de rood-groene fractie van Verenigd Links. De Baskische PNV ging naar de christendemocratisch geïnspireerde Europese Volkspartij. N-VA koos ervoor om nog wel deel uit te maken van de EVA-partij, maar verliet de fractie en sloot zich aan bij die van de Europese Conservatieven en Hervormers (ERC). Wat Spanje betrof, kwam de N-VA terecht in dezelfde fractie als het extreemrechtse VOX. Dat wil terug naar een eengemaakt, gecentraliseerd Spanje zoals ten tijde van de dictatuur van Franco. In zijn verkiezingscampagne pleitte VOX voor de afschaffing van de autonome regio’s, het terugdringen van de Catalaanse, Baskische en Galicische talen en voor het buiten de wet stellen van onafhankelijkheidsgezinde partijen.

 

 

 

Literatuur

– H. Conscience, In ’t Wonderjaer (1566), 1837.
– C. Dutoit, De Basken en hun strijd, 1984.
– T. van Overstraeten, Op de barrikaden. Het verhaal van de Vlaamse Natie in wording, 1984.
– B. Foubert, De Spaanse burgeroorlog in katholiek Vlaanderen onderzocht in de periodieke pers (1936-1939), in: Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 1987, nr. 3-4, pp. 753-777.
– J. de Smet, ‘Een paradijselijke natie’. Het Baskenlandbeeld van de na-oorlogse Vlaams-nationalisten. KU Leuven, ongepubliceerde licentiaatsverhandeling, 1991.
– L. Thiers, De (ver)houding van de Volksunie tegenover de nationaliteitenproblematiek in Spanje (1954-1993). UGent, ongepubliceerde masterscriptie, 2003.
– V. Scheltiens Ortigosa, Spanish and Catalan Nationalism and their relevance for Flanders, in: B. de Wever e.a., Multi-level nationalism? The Catalan question and its lessons for Belgium and Europe, 2018, pp. 33-41.
– E. Ucelay-Da Cal, Breve historia del separatism catalán, 2018. – X. Domènech, Un haz de naciones. El Estado y la plurinacionalidad en España (1830-2017), 2020. – V. Scheltiens Ortigosa, Nationalisme de droite en Catalogne et en Flandre. Un même projet , des stratégies divergentes, in: La Revue Nouvelle, 2020, nr. 6, pp. 24-29.
– L. R. Aizpeolea, ETA. Del cese del terrorismo a la disolución, 2021.
– K. Absillis, Het slechte geweten van Vlaanderen. Nationalisme, racisme en kolonialisme in de tijd van Hendrik Conscience, 2022.
– C. Holemans, Los espías no hablan. 2023.

Suggestie doorgeven

2023: Vincent Scheltiens

Databanken

Inhoudstafel