Huysmans, Camille

Persoon
Harry Van Velthoven (2023)

Camille Huysmans (1871-1968) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die van 1933 tot 1940 burgemeester van Antwerpen was, tweemaal een ministerpositie bekleedde en een jaar lang als premier van Belgiƫ optrad (1946-1947). In de eerste helft van de 20ste eeuw speelde Huysmans een cruciale rol in de Vlaamse beweging door, onder meer, de strijd voor Nederlandstalig hoger onderwijs aan te voeren en de realisering van belangrijke taalwetten mee mogelijk te maken.

Volledige voornaam
Camille Jean Joseph
Pseudoniem
Spiridio
Alternatieve naam
Kamiel
Camiel Hansen
Geboorte
Bilzen, 26 mei 1871
Overlijden
Antwerpen, 25 februari 1968
Leestijd: 22 minuten

Studie, onderwijscarriĆØre en culturele activiteiten

Camille Huysmans groeide op in het Limburgse Bilzen, waar hij vanwege de schoolstrijd een tijdje de enige leerling in een leeglopende gemeenteschool werd. Daarna kon hij duur elitair onderwijs volgen: eerst middelbaar aan het atheneum van Tongeren, vanaf 1887 een opleiding tot atheneumleraar voor de hogere graad aan de Luikse Ecole normale des HumanitƩs, waar hij vier jaar later promoveerde in de Gemaanse filologie. Van de katholieke regering kreeg Huysmans geen aanstelling, zodat hij noodgedwongen naar Bilzen terugkeerde. Daar werd hij zeer actief in het culturele leven: hij speelde toneel, leidde een zanggroep en was mede oprichter van de Limburgse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde. Daarnaast specialiseerde Huysmans zich in de plaatsnaamkunde en wijdde samen met zijn vriend Jozef Cuvelier een studie aan de toponymie in Bilzen, die bekroond werd door de Koninklijke Academie.
Van 1893 tot 1895 kon hij les geven aan het vrijzinnige CollĆØge de L'Union, een ā€˜geuzenschoolā€™ in het West-Vlaamse Ieper. Huysmans werd er lid en na een tijd bestuurslid van de plaatselijke afdeling van het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
. Later zou hij ook toetreden tot het hoofdbestuur van deze vereniging in Gent. Hij zette er de stap naar het radicalere liberalisme, dat dicht bij het socialisme aanleunde, en verzorgde het Nederlandstalige gedeelte van een tweetalige weekblad La Lutte-De Strijd, gericht op de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen.

De katholieke verkiezingsoverwinning van 1894 was niet in zijn voordeel. Toch kreeg Huysmans een korte tijdelijke aanstelling als leraar Engels aan het atheneum van Elsene (december 1896-januari 1897), waarna het katholieke kabinet liet weten dat zijn politieke overtuiging een verdere loopbaan in het rijksonderwijs in de weg stond. De volgende jaren gaf hij les aan de Ecole des Petites Etudes, een nieuw lager schooltje in Elsene, en vanaf december 1897 aan de kort voordien gestarte UniversitƩ Nouvelle te Brussel. Maar financieel gezien bood deze betrekking weinig perspectief, terwijl de politiek lonkte.

Leider van de Vlaamsgezinde socialisten

In 1896 was Huysmans lid geworden van de Belgische Werkliedenpartij (BWP) en een jaar later engageerde hij zich voluit voor de Brusselse federatie van deze partij (zie Socialistische partij Socialistische partij
De socialistische partij werd in Belgiƫ in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
). Hij werkte in los verband mee aan het partijblad Le Peuple onder de schuilnaam Spiridio, maar een vaste plaats in de redactie kreeg hij niet. In 1897 kon Huysmans als parlementair redacteur beginnen bij het liberale blad Le Petit Bleu, wat financiƫle zekerheid betekende. In 1900 werd hij lid van de vrijmetselaarsloge Les Amis Philantropes. Dat jaar slaagde hij er niet in om volksvertegenwoordiger te worden voor het kiesarrondissement Tongeren-Maaseik en in 1908 evenmin voor dat van Aalst.

Huysmans politieke toekomst lag in Brussel. Gepatroneerd door partijvoorzitter Emile Vandervelde Vandervelde, Emile
Emile Vandervelde (1866-1936) was een socialistische partijleider en politicus die een vooraanstaande rol speelde in de Vlaamse vraagstukken van zijn tijd. Lees meer
werd hij in januari 1905 benoemd tot secretaris van de Tweede Internationale, die een zetel had in het Brusselse Volkshuis. Een tweede meevaller was dat de Brusselse federatie voor het kiesarrondissement Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
(de agglomeratie en vele gemeenten in Vlaams-Brabant) leidinggevende figuren miste die het Nederlands voldoende beheersten om met de arbeiders te spreken en de propaganda te verzorgen. Huysmans was er geknipt voor: nadat hij het in de middelbare school aanvankelijk moeilijk had gehad met de volledige overschakeling naar het Frans -- wat het principe moedertaal-onderwijstaal voor hem trouwens tot een heel gevoelige en belangrijke kwestie zou maken ā€“ was hij intussen perfect meertalig en hij fungeerde geregeld als tolk tijdens bijeenkomsten. Toen de partij met de publicatie van een Nederlandstalig weekblad startte, de Gazet van Brussel De Gazet van Brussel
Het weekblad De Gazet Van Brussel (1903-1912) was het orgaan van de Brusselse socialisten, dat onder impuls van Camille Huysmans en Edmond Doms Vlaamsgezinde standpunten innam, zoals de v... Lees meer
(1903-1912), werd hij hoofdredacteur en drukte er een Vlaamsgezinde stempel op. Voor de verkiezingen van 1910 besliste de Brusselse federatie dat de Nederlandstaligen voortaan twee verzekerde plaatsen op de Kamerlijst kregen. Maar toen kon een zetel Huysmans al niet meer ontsnappen. Om ook de Franstaligen te bereiken, begon hij in 1912 met het weekblad La Semaine Politique La Semaine Politique
La Semaine Politique was een socialistisch weekblad dat van begin 1912 tot begin 1914 verscheen. Lees meer
.

De verkiezingen van 1910 zorgden in de Kamer voor een generatiewissel, met grote impact op de Vlaamse beweging. Terwijl de katholieke volksvertegenwoordiger Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
, verkozen in Antwerpen, een sterke Vlaamsgezinde parlementaire lobbygroep vormde, nam Huysmans het Vlaamse socialisme op sleeptouw. Beide politici vonden elkaar in hƩt strijdthema bij uitstek: de vernederlandsing van de Gentse rijksuniversiteit (zie Hoger onderwijs in Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
). In december lanceerden zij samen met de Vlaamsgezinde liberaal Louis Franck Franck, Louis
De inzet van Louis Franck (1868-1937) voor de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs en de Gentse universiteit bracht hem rond 1910 op het hoogtepunt van zijn Vlaams-liberale roem.... Lees meer
een opzienbarende campagne die bekend kwam te staan als de Drie Kraaiende Hanen Drie Kraaiende Hanen
De ā€˜drie kraaiende hanenā€™ was de benaming voor de drie volksvertegenwoordigers die in 1910-1911 over de partijgrenzen heen een campagne voor de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit G... Lees meer
, een vondst van Huysmans. Op het podium stonden de gele, de blauwe Ć©n de rode vlag. Van dan af werden Huysmans en Van Cauwelaert gezworen bondgenoten.


Camille Huysmans, Louis Franck en Frans van Cauwelaert waren de drie politieke boegbeelden van de pluralistische campagne voor de vernederlandsing van de Gentse rijksuniversiteit, 1910. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps7856)
Camille Huysmans, Louis Franck en Frans van Cauwelaert waren de drie politieke boegbeelden van de pluralistische campagne voor de vernederlandsing van de Gentse rijksuniversiteit, 1910. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps7856)

Culturele autonomie: Huysmansā€™ socialistische flamingantisme

Rond die tijd legde Huysmans de grondslag van zijn visie op de Vlaamse beweging en het socialisme. Hij was flamingant omdat hij socialist was. De taalstrijd was voor hem een onderdeel van de klassenstrijd tegen de francofone Vlaamse machtselite, die in het voordeel was van zowel de arbeiders als het Vlaamse volk. Vlak voordien had de Belgische Werkliedenpartij beslist om, bij gebrek aan eensgezindheid tussen Vlaamsgezinde en Franstalige socialisten, van de Vlaamse kwestie een vrije kwestie te maken waarover ieder zelf zijn standpunt kon bepalen. De campagne voor de Gentse rijksuniversiteit verhoogde de spanning tussen de Vlaamse en de Waalse partijgenoten. Huysmans argumenteerde dat de vernederlandsing ook in het belang van de arbeiders was. Er bestond nog kinderarbeid en er was nog geen leerplicht, waardoor een Nederlandstalige universiteit voor lagere sociaaleconomische klassen niet relevant leek, maar ā€“ zo betoogde Huysmans ā€“ zij waren ā€˜de mannen van morgenā€™ en om in de toekomst ook de culturele macht te kunnen veroveren, was het goed om de taalkloof in het (hoger) onderwijs al in een eerder stadium te dichten.

Die redenering gold a fortiori voor het pluralistische wetsvoorstel inzake het lager onderwijs Lager onderwijs
De ā€˜taalstrijdā€™ in Vlaanderen is op het niveau van het lager onderwijs minder problematisch verlopen dan op dat van het middelbaar en van het hoger onderwijs. Toch was de verfransing van ... Lees meer
, dat hij mee ondertekend had: in de Vlaamse gemeenten het Nederlands als voertaal met minimaal 18 uur per week, geen tweede taal voor het vijfde leerjaar. In de Brusselse agglomeratie en aan de taalgrens Taalgrens
Het begrip ā€˜taalgrensā€™ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
kon dat vroeger, maar bleef de moedertaal de voertaal, die om pedagogische redenen door de directie werd bepaald en niet door de ouders. Als Brussels gemeenteraadslid (1908-1921) veroordeelde Huysmans scherp het grootschalige verfransingsbeleid in de agglomeratie, dat van Vlaamssprekende kinderen zittenblijvers en ā€˜Beulemansenā€™ maakte, ten dienste van een door de Franstalige machtselite nagestreefde louter Franstalige in plaats van een tweetalige hoofdstad. In de marge van dit alles mislukte zijn amendement om in de wetsontwerpen ā€˜Vlaamse taalā€™ te vervangen door ā€˜Nederlandse taalā€™. Door zo ook naar de taaleenheid met Nederland te verwijzen, reageerde hij tegen een anti-Vlaams discours dat het Nederlands in Vlaanderen gelijkstelde met de Vlaamse dialecten.

Geruggesteund door de Gentse partijleider Edward Anseele Anseele, Edward
Edward Anseele (1856-1938) was een Gents socialist en lag in 1885 mee aan de basis van de Belgische Werkliedenpartij. Hij was decennialang een van de tenoren van het socialisme in Belgiƫ.... Lees meer
, leidde hij het Vlaamse socialisme naar de parlementaire voorhoede van de Vlaamse beweging. Dat was niet vanzelfsprekend in een fractie die in 1912 27 Waalse, 6 Brusselse en slechts 6 Vlaamse volksvertegenwoordigers telde. In de Kamer kwam het tot hevige discussies met Waalse partijgenoten. Huysmans verweet hen dat zij in WalloniĆ« elke kennis van het Nederlands afwezen, zelfs voor wie een universitaire studie had gedaan, en in Vlaanderen vanuit een sociaal misbruikt vrijheidsprincipe de bondgenoot werden van de ā€˜franskiljonseā€™ klassevijand. En hij voegde eraan toe: ā€˜Sā€™il y une exagĆ©ration du cĆ“tĆ© flamand, cā€™est lā€™exagĆ©ration de la patienceā€™ (ā€˜Als er overdreven wordt aan Vlaamse kant, dan is het een overdrijving van het geduldā€™).

Toch ontwikkelden de Vlaamse en Waalse socialisten een gezamenlijke visie op de staat Belgiƫ. Nadat de Waalse socialist Jules DestrƩe DestrƩe, Jules
Lees meer
in 1912 het Belgisch-nationalistische ideaal van de Ć¢me belge had afgewezen, reageerde Huysmans, geĆÆnspireerd door de austromarxist Otto Bauer, met het concept van culturele autonomie. Daarmee verruimde hij de betekenis van een vrije kwestie in de BWP. Politiek-maatschappelijke problemen, zoals loonwetgeving, waren een nationale aangelegenheid, culturele niet. Op cultureel gebied had ieder ā€˜volkā€™, iedere ā€˜natieā€™ (Huysmans verwierp het begrip ā€˜rasā€™) het recht om zelf te beslissen. Dat gold ook voor het onderwijs en de voertaal aan de universiteit. Die beslissing hing dus niet af van een nationale meerderheid, evenmin van een partijstandpunt en kon zonder Waalse inmenging genomen worden. De volgende halve eeuw zou ā€˜culturele autonomieā€™ het eerste streefdoel van de hele Vlaamse beweging worden, op het Vlaams-nationalisme na.

Voor de BWP had de introductie van dit principe twee gevolgen. Ten eerste sloot het aan bij een in de partij gegroeide consensus dat BelgiĆ« weliswaar een politieke eenheid vormde, maar samengesteld was uit twee ā€˜volkenā€™. De invulling die Huysmans daaraan gaf, vonden de Waalse socialisten echter onaanvaardbaar. Taalkundig hielden ze vast aan de eentaligheid van WalloniĆ«, de taalvrijheid en de tweetaligheid van Vlaanderen, a fortiori de taalvrijheid in Brussel. Bovendien wilde Huysmans rekening houden met taalminderheden binnen elk territorium, vooral met migranten uit een andere regio. Dat moest dan wel voor heel BelgiĆ« het geval zijn, dus ook voor de tienduizenden Vlamingen in de Waalse industrie en voor de taalsituatie in Brussel. Intussen bleef de gezamenlijke strijd voor algemeen enkelvoudig stemrecht (AES) de prioritaire bekommernis van de socialistische partij.

Ten tweede waren de Waalse socialisten gekant tegen een samenwerking van de Vlaamse socialisten met katholieke flaminganten. Voor Huysmans paste dat evenwel in een bredere politieke strategie. Aangezien het socialisme in Vlaanderen een minderheid was, had het bondgenoten nodig. Daarvoor kwam het katholieke flamingantisme en zijn link met de startende christelijke arbeidersbeweging (het Algemeen Christelijk Werknemersverbond Algemeen Christelijk Werknemersverbond
Het Algemeen Christelijk Werkersverbond werd gesticht op 17 juli 1921 en in 1991 herdoopt als ACW Koepel van Christelijke Werknemers. In 2014 werd de organisatie omgevormd tot Beweging.ne... Lees meer
, ACW) van pas. Voor de samenwerking was het Vlaamse symbool van de Guldensporenslag Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
een goede keuze, omdat elke ideologie er in gezamenlijke herdenkingen een eigen interpretatie aan kon geven. Voor de socialisten was 1302 een klassenstrijd. Tegelijkertijd ergerde het Huysmans dat de katholieke flaminganten wel voor taalgelijkheid waren, maar niet voor politieke gelijkheid (algemeen enkelvoudig stemrecht) wilden strijden. In juni 1914 vergrootte hij zijn invloed met de uitgave van het dagblad Volksgazet Volksgazet
Volksgazet (1914-1978) was een Antwerps socialistisch dagblad, gesticht door Camille Huysmans en Willem Eekelers, dat regelmatig Vlaamsgezinde standpunten innam. Lees meer
, gericht op de provincies Antwerpen, Brussel en Limburg. Al zeer snel behoorde hij tot de top van de BWP.

Eerste Wereldoorlog en nasleep

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
begon Huysmans aan een evenwichtsoefening tussen zijn plichten als secretaris van de Tweede Internationale en zijn verontwaardiging over de brutale Duitse bezetting. Na de verhuizing van het Bureau naar Den Haag poogde Huysmans in 1917 te Stockholm een internationale vredesconferentie te houden met deelname van de Duitse sociaaldemocraten, wat ook in de BWP slecht werd onthaald en mislukte. Het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiƫle... Lees meer
had Huysmans vanaf het begin veroordeeld alsook de Duitse beslissing in 1916 om de Gentse universiteit te vernederlandsen. Toen de Belgische oorlogsregering echter geen toekomstperspectief bood, verfijnde Huysmans in 1917 zijn idee van culturele autonomie binnen BelgiĆ«. De regionale identificatie trok hij door tot het centrale bestuur. De nationale minister voor cultuur en onderwijs bleef behouden, maar de echte bevoegdheid en het budget zouden verschuiven naar een zelfstandige Vlaamse en Waalse ā€˜onderstaatssecretarisā€™. Tevens lanceerde hij al het idee van de cultuurraden (zie Nederlandsche Cultuurraad Vlaamsche Kultuurraad
Lees meer
). Dit verergerde het conflict met de Antwerpse partijleider Modeste Terwagne Terwagne, Modest
Lees meer
, die in Den Haag een Belgischgezinde propagandamachine leidde en een radicale Belgische nationalist was geworden, waardoor zijn positie in Antwerpen onhoudbaar werd, ook al vanwege een antiklerikaal sectarisme.


Bezoek van Camille Huysmans aan een interneringskamp voor Belgische soldaten in Nederland, ca. 1916. (Amsab-ISG, fo024094)
Bezoek van Camille Huysmans aan een interneringskamp voor Belgische soldaten in Nederland, ca. 1916. (Amsab-ISG, fo024094)

Na de eerste naoorlogse verkiezingen met algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen in 1919 telde de socialistische Kamerfractie 38 Waalse, 24 Vlaamse en 8 Brusselse volksvertegenwoordigers. In Vlaanderen was de dominantie van Gent (3 in plaats van 2 zetels) naar Antwerpen Antwerpen
Lees meer
(6 in plaats van 2 zetels) verschoven, wat een eigenzinnige koers vergemakkelijkte. Huysmans kwam er aan de leiding van de meest Vlaamsgezinde federatie. Als enige had ze aandacht gehad voor het Vlaamse minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
. Door die uitgesproken flamingantische oriƫntering en door haar internationalistische, pacifistische Pacifisme
Lees meer
en vooruitstrevende profiel trok ze heel wat progressieven en activisten aan.

Het activisme beschouwde Huysmans als een uitvloeisel van een eeuw Vlaamse onderdrukking. De Belgische oorlogsregering was er mee verantwoordelijk voor. Bovendien moest men een onderscheid maken tussen verschillende soorten activisten: enerzijds radicale nationalisten die met de Duitsers de vernietiging van BelgiĆ« hadden gewild en de zogenaamde ā€˜zaktivistenā€™ (die gecollaboreerd hadden omwille van persoonlijk financieel gewin), anderzijds Vlaamsgezinden die uit ongeduld en goedgelovigheid beperkte handelingen hadden gesteld. Tot die laatste groep rekende hij de ondertekenaars van het manifest ter vernederlandsing van de Gentse universiteit, studenten uit de vernederlandste Von Bissing-universiteit, gestrafte soldaten en ontslagen ambtenaren. Zij werden te streng gestraft, zowel nationaal als door het liberale Antwerpse stadsbestuur. Tegelijkertijd meende Huysmans dat de francofonie, onder het mom van patriottisme, de hele Vlaamse beweging stigmatiseerde en erop uit was om posities te recupereren. Na de oorlog zou Huysmans in Antwerpen een aantal jonge activisten, zoals Lode Craeybeckx Craeybeckx, Lode
Lode Craeybeckx (1898-1976) was een socialistische politicus, die zich in zijn jeugd engageerde in het activisme tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hoewel hij later afstand nam van het radic... Lees meer
, rehabiliteren en opnemen in de redactie van Volksgazet. Tijdens de jaren 1920 steunde hij pluralistische acties voor amnestie Amnestie
Lees meer
, resulterend in de sensationele Bormsverkiezing Bormsverkiezing
De Bormsverkiezing ā€“ de verkiezing van de onverkiesbare, in de gevangenis verblijvende ex-activist August Borms tot Kamerlid bij tussentijdse verkiezingen in 1929 ā€“ was een politiek feit ... Lees meer
in 1928, en in 1933 stimuleerde hij de overstap van het Vlaams-nationalistische kopstuk Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
naar de Antwerpse socialisten.

Van het ā€˜mystiek huwelijkā€™ naar het ā€˜compromis des socialistes belgesā€™

Na de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht (1919) voor mannen waren in BelgiĆ« coalitieregeringen noodzakelijk. De BWP werd daarin slechts node geduld. Na de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen van 1921 sloten Huysmans en Van Cauwelaert het voor die tijd revolutionaire ā€˜mystiek huwelijkā€™, een katholiek-socialistische coalitie die in het teken stond van een ā€˜Vlaams en democratischā€™ gemeentebestuur, tegen de conservatieve katholieken en de liberalen in. Een dergelijke samenwerking was slechts mogelijk door een lokaal schoolpact af te sluiten. Van Cauwelaert werd burgemeester en Huysmans schepen van onderwijs. Een paar jaar later werden 1 mei en 11 juli stedelijke vrije dagen. Beiden wensten dit bestuursmodel te extrapoleren naar het nationale niveau, waar ze een coalitie van socialisten, katholieke flaminganten en Vlaamse christendemocraten hoopten te vormen, wat ook voor het loyaal flamingantische minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
gunstig kon zijn. De ā€˜democratischeā€™ regering Prosper Poullet Poullet, Prosper
Hoewel hij afkomstig was uit een Franstalig aristocratisch milieu, realiseerde de katholieke burggraaf Prosper Poullet (1886-1937) mee de eentaligheid van Vlaanderen en leidde hij de eers... Lees meer
- Emile Vandervelde Vandervelde, Emile
Emile Vandervelde (1866-1936) was een socialistische partijleider en politicus die een vooraanstaande rol speelde in de Vlaamse vraagstukken van zijn tijd. Lees meer
(1925-1926) lag in die lijn, maar ze hield niet lang stand en kreeg ook geen vervolg. In de BWP zelf kregen Huysmans en zijn aanhang het zeer moeilijk om de Antwerpse coalitie tegen een sterk antiklerikaal partijstandpunt te redden. In 1932 maakte een nationale schooloorlog het Huysmans onmogelijk om een verdere samenwerking met de katholieke partij tegenover partijgenoten te rechtvaardigen, waarna hij burgemeester werd van een paarse coalitie.


"Het mystieke huwelijk". Affiche uitgegeven door de Liberale Partij voor de wetgevende verkiezingen van 1921. De liberale campagne viseerde vooral Huysmans, met Van Cauwelaert in de rol van onderdanige bruid. Ontwerp Louis Raemaekers. (ADVN, VAFC93)
"Het mystieke huwelijk". Affiche uitgegeven door de Liberale Partij voor de wetgevende verkiezingen van 1921. De liberale campagne viseerde vooral Huysmans, met Van Cauwelaert in de rol van onderdanige bruid. Ontwerp Louis Raemaekers. (ADVN, VAFC93)

Nu de BWP tot regeringen kon toetreden en de mogelijkheid kreeg om haar programma te realiseren, rees de vraag wat de partij met de taalwetgeving zou doen. Er was nu meer eendracht en er werd naar compromissen gezocht. Intussen hadden de Waalse socialisten wel het streefdoel van een Vlaamse universiteit in een tweetalig Vlaanderen aanvaard, maar dat mocht voor hen niet ten koste gaan van de Franstalige Gentse universiteit. Rond diezelfde tijd raakten de Vlaamse socialisten ook onderling verdeeld, doordat de Gentse federatie en de minister geworden Anseele het strijdpunt van de vernederlandsing van de Gentse universiteit loslieten. Als reactie moest Huysmans er in congressen mee dreigen dat hij inzake culturele autonomie geen partijtucht aanvaardde en de Vlaamse kwestie een vrije kwestie moest blijven.

Tussen twee periodes van socialistische oppositie (1921-1925 en 1927-1935) werd Huysmans, met steun van Van Cauwelaert, minister van onderwijs. Op alle niveaus greep hij in. Tegen de adviezen in begon hij jonge Vlaamsgezinde professoren te benoemen aan de Gentse universiteit. In het secundaire rijksonderwijs in Vlaanderen werd in de Vlaamse afdelingen voortaan twee derde van de uren (in plaats van een derde) in het Nederlands gegeven en een derde in het Frans, voor de bestaande ā€˜Waalseā€™ afdelingen gold de omgekeerde verdeling. In het verplichte programma van het lager onderwijs mocht om pedagogische redenen niet met een tweede taal voor de derde graad begonnen worden. Tegen de Brusselse scholen begon een uitputtingsoorlog om de taalwet van 1914 correct toe te passen, desnoods door de subsidiekraan dicht te draaien.

Vlak voor de viering van het Belgische eeuwfeest in 1930 kwam de taalkwestie opnieuw hoog op de politieke agenda. Een globale regeling drong zich op. De unitaire arbeidersbewegingen namen het voortouw en zochten intern naar een akkoord. In de BWP sloten DestrƩe en Huysmans, buiten de partijstructuur om, in maart 1929 het Compromis des Belges Compromis des Belges
Lees meer
, mede ondertekend door een aantal Vlaamse en Waalse volksvertegenwoordigers. Het akkoord overleefde de ontgoochelende verkiezingen van mei niet. Vervolgens richtte de partij zelf een taalcommissie op waarbij zowel DestrĆ©e als Huysmans betrokken waren. De besprekingen leidden in november tot een radicaler totaalconcept: Ć©Ć©ntalige regioā€™s zonder taalminderheden Taalminderheden
Lees meer
Ć©n minimale tweetaligheid op nationale niveaus. Deze interne overeenkomst maakte het de BWP mogelijk om vanuit de oppositie de cruciale taalwetten van 1930 en 1932 te helpen realiseren, tegen een onwillige liberale regeringspartij in (zie Taalpolitiek Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieƫn. Ook in Belgiƫ verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
en -wetgeving Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieƫn. Ook in Belgiƫ verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
).

De jaren 1930: laveren tussen communautaire verhitting en de Nieuwe Orde

Twintig jaar nadat hij zijn ideeĆ«n over culturele autonomie voor het eerst had geformuleerd zag Huysmans het basisprincipe ervan aanvaard: het onderwijs in Vlaanderen werd van het lager tot het hoger in het Nederlands georganiseerd en een eerste ontdubbeling van het bevoegde ministerie was een feit. Toch was hij niet tevreden. Volgens zijn visie op BelgiĆ« moest het beginsel van territorialiteit gecorrigeerd worden door maatregelen ten voordele van taalminderheden, vooral voor migranten met een andere voertaal, maar zonder vrije taalkeuze zoals voor de ā€˜ franskiljons Franskiljon
'Franskiljon' is in het traditionele flamingantische discours de benaming van een voorstander en bevorderaar van de verfransing in Vlaanderen. Het begrip kenmerkt iemand die overtuigd is ... Lees meer
ā€™ in Vlaanderen. Dat project liep vast op een gebrek aan wederkerigheid. De meeste Waalse socialisten wilden van geen taalfaciliteiten in WalloniĆ« weten en de Brusselse machtselite bleef op een dominant Ć©Ć©ntalig Frans Brussel aansturen. Wel slaagde Huysmans erin om het idee van transmutatieklassen Transmutatieklassen
De transmutatieklassen, ingevoerd in Brussel in 1881, beoogde tweetaligheid door geleidelijk leren via de moedertaal. Het faalde door tegenstand, gebrek aan geschikt lerarenkorps en vers... Lees meer
door het parlement te sluizen. Anderstalige leerlingen zouden in het lager onderwijs in hun moedertaal worden opgevangen, waarna ze de lessen in de streektaal konden volgen, maar de uitvoering ervan viel onder de gemeentelijke autonomie, waardoor deze klassen voornamelijk tot Vlaanderen beperkt zouden blijven. Daarnaast wilde Huysmans de Belgische tweetaligheid versterken via het onderwijscurriculum, maar ook daarin slaagde hij niet. Zo mocht in Walloniƫ het Nederlands niet als tweede landstaal worden opgelegd.

In die jaren kreeg Huysmans het gevoel dat hij niet langer gezien werd als een fanatieke extremist, maar eerder als een gematigde flamingant. Hij bekritiseerde alleszins de acties van Flor Grammens Grammens, Flor
Onderwijzer Flor Grammens (1899-1985) verwierf tijdens zijn leven grote bekendheid door zijn herhaalde en soms spectaculaire acties tegen de schendingen van de taalwetgeving. Lees meer
(de heimelijke overschildering van onwettig geworden tweetalige straatnaamborden): hoewel er ook Vlaamse socialisten waren die Grammens steunden, kantte Huysmans zich ertegen omdat hij het actiemiddel ongepast vond en de tweetalige straatnaamborden voor hem een tweederangsprobleem waren dat onder meer in Antwerpen geleidelijk aan vanzelf opgelost raakte.

Tijdens de turbulente jaren 1930 bleef Huysmans burgemeester van Antwerpen en werd hij voorzitter van de Kamer (1936-1939). Met lede ogen zag hij de doorbraak en de verdere verrechtsing van het Vlaams-nationalisme aan. Volgens hem geloofden vele Vlamingen niet meer in de eerlijke uitvoering van de taalwetten vanwege de ongestrafte sabotage ervan bij gebrek aan sancties. Maar ook in de BWP zelf herleefden de communautaire spanningen. De Vlaamse socialisten namen steeds meer aanstoot aan het bijna exclusieve gebruik van het Frans in de partijstructuren, wat nog pijnlijker werd wanneer hun visie verschilde van die van hun Franstalige partijgenoten. Daarom pleitte Huysmans in 1931 en vooral in 1935 voor een andere organisatie van de congressen: in de voormiddag apart, in de namiddag samen. Een uitloper van deze voorstellen was het in maart 1937 belegde Vlaams Socialistisch Congres te Antwerpen, waarvan hij voorzitter werd. Intern was het gericht tegen het ā€˜vertaalde socialismeā€™ en de dominantie van het Frans binnen de partij; extern tegen de opkomst van een klerikale Nieuwe Orde in Vlaanderen (zie Vlaamsche Concentratie Vlaamsche Concentratie
Vlaamsche Concentratie (1935-Ā±1940) was de naam voor de idee en de beweging die streefde naar de hergroepering van alle katholieke Vlamingen. Lees meer
). Als alternatief voor het gefasciseerde Vlaams-nationalisme wilde het congres binnen het Belgische kader een radicalere culturele zelfbeschikking nastreven.

Toen in 1939 de zaak- Adriaan Martens Martens, Adriaan
Lees meer
losbarstte, kwamen Vlaamse en Waalse socialisten lijnrecht tegenover elkaar te staan. Huysmans verdedigde principieel de benoeming van de gewezen activist Martens, die amnestie had gekregen, tot lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde. Voor hem ging het om een autonome Vlaamse culturele aangelegenheid. Het zeer scherpe Manifest van Antwerpen Manifest van Antwerpen
In het Manifest van Antwerpen (februari 1939), dat ondertekend werd door vier Vlaamse en evenveel katholieke parlementariƫrs, werd op basis van het principe van culturele autonomie gepone... Lees meer
, gepatroneerd door Huysmans en Van Cauwelaert, dreef de tegenstellingen op de spits. Achteraf vergaderden de Vlaamse socialistische parlementsleden onder leiding van Huysmans apart en buiten de fractie om, wat tijdens de Spaanse burgeroorlog ook reeds was gebeurd. Daarop entten zich nog andere tegenstellingen. Om het uiteenvallen in autonome taalvleugels te vermijden, vroeg het partijbureau aan de op dat moment al 68-jarige Huysmans en aan de Waalse socialist Louis PiĆ©rard om zich over een nieuw ā€˜Compromis des socialistes belgesā€™ te buigen.


<p>Karikatuur van Camille Huysmans en Frans van Cauwelaert op de omslag van het tijdschrift <em>Pourquoi Pas?</em> (24 februari 1939), naar aanleiding van de zaak-Adriaan Martens. Tekening Jacques Ochs. (Amsab-ISG, pr001356)</p>

Karikatuur van Camille Huysmans en Frans van Cauwelaert op de omslag van het tijdschrift Pourquoi Pas? (24 februari 1939), naar aanleiding van de zaak-Adriaan Martens. Tekening Jacques Ochs. (Amsab-ISG, pr001356)

Tweede Wereldoorlog en latere levensjaren

In februari 1940 werd Huysmans voorzitter van de Tweede Socialistische Internationale. Hij nam afstand van de Belgische neutraliteitspolitiek. Hoewel hij als burgemeester van Antwerpen met Duitse havenkringen moest rekening houden, nam hij openlijk stelling voor de Spaanse republiek, kantte hij zich tegen fascisme en nationaalsocialisme, en trad hij hard op tegen het antisemitisme Antisemitisme
Lees meer
. Bij de Duitse inval in mei vluchtte hij naar Frankrijk en dan naar Engeland om daar met de liberale minister Marcel-Henri Jaspar een regering in ballingschap op te richten. De komst van andere regeringsleden smoorde die ambitie. Maar Huysmans bleef belangrijk als voorzitter van het Belgisch Parlementair Bureau dat in Londen de aanwezige Kamerleden en senatoren verenigde. Vlijmscherp veroordeelde hij de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
met nazi-Duitsland en de houding van Hendrik de Man De Man, Hendrik
Lees meer
, voormalig voorzitter van de BWP.
Op het gebied van de taalkwestie bleef Huysmans zijn visie verdedigen. Hij noemde het strakke beginsel van territorialiteit, waarbij de Vlaamse provincies alleen Nederlands spreken en principieel maar ƩƩn taal kennen, zoals het Frans in de Waalse provincies, een feodale opvatting en een miskenning van pedagogische principes. Bovendien was het wenselijk dat alle Belgen op zijn minst de twee talen zouden verstaan, opdat de solidariteit tussen de twee taalgroepen zou verbeteren. Zo zag hij dat vele Walen in Engeland wƩl Engels leerden. Ten slotte toonde Huysmans zich een tegenstander van elke vorm van discriminatie van Nederlandstaligen.

Vanuit deze opvattingen was hij betrokken bij twee belangrijke initiatieven die zich bezighielden met de taalsituatie en het onderwijs in het naoorlogse Belgiƫ. Als voorzitter van de onderwijscommissie ontwikkelde hij een totaalconcept dat het onderwijs democratischer, rationeler en kwalitatief beter moest maken, gebaseerd op een achtjarig eenheidsprogramma en leerplicht tot zestien jaar, met de nadruk op moedertaal en burgerschap. Daarnaast was hij actief in een Nederlands-Vlaamse commissie die de eenheid van de spelling van het Nederlands in Belgiƫ en Nederland wilde herstellen.

Na de bevrijding werd Huysmans weer burgemeester van Antwerpen tot augustus 1946. Na een kort premierschap aan het hoofd van een regering zonder de Christelijke Volkspartij (CVP) (augustus 1946-maart 1947), werd hij minister van Openbaar Onderwijs (maart 1947-juli 1949) en voorzitter van de Kamer (april 1954-november 1958). Hij bleef Antwerps volksvertegenwoordiger tot 1965, waarna hij met een splinterpartij opkwam tegen de Belgische Socialistische Partij (BSP).

In de context van de repressie Repressie
Lees meer
reageerde Huysmans opnieuw met een zekere mildheid jegens collaborateurs, verklikkers en moordenaars daargelaten. Voor vele personen intervenieerde hij ten gunste. Op zijn departement verleende hij heel wat kwijtscheldingen of milderde hij straffen. Wel veroordeelde hij de politieke exploitatie van de situatie door de CVP (zie Katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&amp;V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
).


Toespraak door Antwerps burgemeester Camille Huysmans naar aanleiding van de onvoorwaardelijke Duitse overgave, 8 mei 1945. Foto Louis van Cauwenbergh. (Amsab-ISG, fo024444)
Toespraak door Antwerps burgemeester Camille Huysmans naar aanleiding van de onvoorwaardelijke Duitse overgave, 8 mei 1945. Foto Louis van Cauwenbergh. (Amsab-ISG, fo024444)

Als minister verkleinde Huysmans de achterstand van het rijksonderwijs en voerde hij de voorbereide hervorming door: het beter op elkaar afstemmen van het lager en middelbaar onderwijs, dat geen privilege van de burgerij mocht blijven. Bij de vernieuwing van het leerplan geschiedenis greep hij herhaaldelijk in.

De Vlaamse beweging herstelde zich moeizaam van de tweede collaboratie. In de BWP koos een nieuwe generatie Vlaamse socialistische leiders voor een unitair-Belgische koers en een breuk met de Vlaamse beweging. Hoewel Huysmans in zijn ministerie een einde maakte aan het reeds lang geviseerde taalonevenwicht bij topambtenaren, vervreemdde hij vanaf 1958 vervreemde hij steeds meer van een heroplevende Vlaamse beweging. Het ideaal van een tweetalig Belgiƫ door een verbetering van het onderwijs in de tweede landstaal bleek steeds meer een illusie. In Walloniƫ en in Brussel sloeg het niet aan. Pas in 1963 was er in de Brusselse agglomeratie voor het eerst sprake van een ernstiger controle op de onderwijstaal van het kind, wat Huysmans toejuichte. Zelfs in het BSP-partijbureau bleef het vertaalsocialisme tot 1972 voortduren.

Ondertussen groeide zijn aversie voor de toenmalige Vlaamse beweging, die door de taalwetten van 1962 en 1963 een taalhomogeen gebied wilde afbakenen naar het voorbeeld van Walloniƫ. Volgens hem had het Vlaamse emancipatiestreven zijn doel bereikt met de verovering van de culturele autonomie en het behoud van de Vlaamse cultuur , waardoor het franskiljonisme Franskiljon
'Franskiljon' is in het traditionele flamingantische discours de benaming van een voorstander en bevorderaar van de verfransing in Vlaanderen. Het begrip kenmerkt iemand die overtuigd is ... Lees meer
geen toekomst meer had. In 1962 veroordeelde hij de verstoring van Franstalige kerkdiensten in Antwerpen en elders. Bitter reageerde hij op de afschaffing van de aanpassingsklassen voor anderstalige kinderen in Vlaanderen. Hoewel hij de overheveling van Voeren Voeren
Lees meer
naar Limburg steunde, relativeerde hij de betekenis van de aangebrachte begrenzing van de taalgemengde gebieden tussen Vlaanderen en Walloniƫ (1962) en tussen Vlaanderen en de Brusselse agglomeratie (1963). Volgens hem zou de economie Economie
Dit artikel gaat over de relatie tussen economie en Vlaamse beweging. Daarmee beoogt deze tekst geen economische geschiedenis te schetsen van wat we vandaag Vlaanderen noemen. Integendee... Lees meer
de cirkel van tweetalige gemeenten wijder maken. In 1971 zou in de Brusselse agglomeratie de culturele autonomie institutioneel en organisatorisch worden doorgevoerd, zij het met behoud van de vrije taalkeuze. Drie jaar voordien was Huysmans overleden.

Werken

ā€” Met Louis Bertrand en Louis de BrouckĆØre, 75 annĆ©es de domination bourgeoise, Gent, 1905.
ā€” De omwenteling van 1830, Gent, 1907.
ā€” De Vlaamsche politiek in BelgiĆ«, 1916.
ā€”R. Roemans en H. van Assche, Camille Huysmans. Een levensbeeld gevestigd op persoonlijke getuigenissen en eigen werk, 1961.

Literatuur

ā€” J. Kuypers, Het werk van K. Huysmans, 1927.
ā€” A. van Laar, Camille Huysmans. Zijn leven, zijn streven, z.j. (1937-1938).
ā€” M. Claeys-Van Haegendoren, 25 jaar Belgisch Socialisme 1914-1940, 1967.
ā€” L. Wils, Bormsverkiezingen en Compromis des Belges. Het aandeel van regerings- en oppositiepartijen in de taalwetgeving tussen beide wereldoorlogen, in: BTNG, 1973, nr. 3-4, pp. 265-330.
ā€” B. Lamiroy, Huysmans' visie op en werking in de Vlaamse Beweging, in: De Vlaamse Beweging tijdens de eerste wereldoorlog. Mededelingen van het colloquium ingericht door de afdeling geschiedenis van de 19de en 20ste eeuw, 1974, pp. 63-71.
ā€” H. van Velthoven, Onenigheid in de Belgische Werkliedenpartij: de Vlaamse kwestie wordt een vrije kwestie (1894-1914), in: BTNG, 1974, nr. 1-2, pp. 123-165.
ā€” D. de Weerdt en W. Geldolf, Camille Huysmans in Brussel, 1974.
ā€” D. de Weerdt en W. Geldolf, Camille Huysmans en BelgiĆ« tijdens Wereldoorlog I, 1975.
ā€” H. van Daele, Camille Huysmans en het onderwijs, 1976.
ā€” H. Balthazar en J. Gotovitch, Camille Huysmans te Londen, 1978.
ā€” D. de Weerdt en W. Geldolf, Camille Huysmans en de cultuur, 1979.
ā€” H. van Velthoven, Taal en onderwijspolitiek te Brussel, 1878-1914, in: E. Witte (red.), Taal en Sociale Integratie 4, 1981, pp. 261-387.
ā€” H. van Velthoven, De Vlaamse kwestie 1830-1914. Macht en onmacht van de Vlaamsgezinden, 1982.
ā€” R. Boijen, De taalwetgeving in het Belgische leger (1830-1940), 1992.
ā€” J. Tyssens, Strijdpunt of pasmunt. Levensbeschouwelijk links en de Schoolkwestie, 1918-1940, 1993.
ā€” J. Hunin, Van Brussel naar Antwerpen. De verhuis van Camille Huysmans na de Eerste Wereldoorlog, in: Bijdragen tot de Geschiedenis, 1994, nr. 3-4, pp. 223-237.
ā€” J. Hunin, Between Germanophobia and Anglophilia. The Belgian Statesman Camille Huysmans and the Second World War, in: La RĆ©sistance et les EuropĆ©ens du Nord. Het Verzet en Noord-Europa (Handelingen van het colloquium van het Navorsings- en Studiecentrum voor de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog), 1994, pp. 69-85.
ā€” W. Geldolf, Stockholm. Camille Huysmans in de schaduw van de titanen, 1996.
ā€” B. van Causenbrouck, Herman Vos. Van Vlaams-nationalisme naar socialisme, 1997.
ā€” M. van Ginderachter, De politieke partijen en de taalwetgeving. Een argumentatieschema van de Kamerdebatten (1873-1963), Rijksuniversiteit Gent, licentiaatsverhandeling, 1998.
ā€” J. Hunin, Het enfant terrible Camille Huysmans 1871-1968, 1999.
ā€” L. HanckĆ©, Antwerpen en Camille Huysmans (1921-1940), in: Brood en Rozen, 1999, nr. 1, pp. 73-99.
ā€” W. Geldolf, Camille Huysmans en Lode Craeybeckx (1921-1968). Het verhaal van een politieke relatie in goede en in kwade dagen, 1999.
ā€” J. Clement, Taalvrijheid, bestuurstaal en minderheidsrechten. Het Belgisch model, 2003.
ā€” M. van Ginderachter. Het Rode Vaderland. De vergeten geschiedenis van de communautaire spanningen in het Belgische socialisme voor WOI, 2005.
ā€” H. van Velthoven, Zwerver in niemandsland. Julius Hoste en zijn Londens oorlogsdagboek, 2005.
ā€” O. Boehme, Greep naar de markt. De sociaal-economische agenda van de Vlaamse Beweging en haar ideologische versplintering tijdens het interbellum, 2008.
ā€” H. Van Velthoven, Commotie rond een nieuwe invulling van het leerplan geschiedenis in het algemeen secundair Rijksonderwijs (1947-1952). Analyse van een pedagogisch en politiek besluitvormingsproces, in: Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, jg. 88, 2010, nr. 2, pp. 299-336.
ā€” J.W. Stutje, Hendrik de Man. Een man met een plan, 2018.
ā€” H. van Velthoven, Bevriende vijanden. Hoe de Belgische socialisten uit elkaar groeiden, 2019.

Suggestie doorgeven

1973: Mieke Van Haegendoren (pdf)

1998: Jan Hunin

2023: Harry Van Velthoven

Databanken

Inhoudstafel