Des Amorie van der Hoeven, Abraham

Abraham des Amorie van der Hoeven studeerde letteren en theologie aan de Rijksuniversiteit Leiden. Daarna volgde hij een opleiding tot predikant aan het Remonstrantsch Seminarie in Amsterdam, waar hij vanaf 1827 zelf doceerde. Des Amorie van der Hoeven genoot brede bekendheid als kanselredenaar en voerde onder meer het woord bij de onthulling van nationale standbeelden voor admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruyter (1607-1676) en koning Willem I der Nederlanden, Willem I
Willem I (1772-1843) was koning der Nederlanden van 1815 tot 1840, en dus ook tussen 1815 en 1830 (de jure tot 1839) van het zuidelijke deel daarvan. Zijn beleid inzake de nationale taal ... Lees meer (1772-1843), respectievelijk in Vlissingen in 1841 en in Den Haag in 1845. Tijdens de terugreis van een verblijf in een Duits kuuroord overleed hij aan boord van een schip op de Rijn.

Zoals destijds gebruikelijk bij intellectuelen was hij lid van tal van wetenschappelijke en literaire genootschappen, onder meer van De Olijftak De Olijftak
De Olijftak was een in 1835 opgerichte Antwerpse rederijkerskamer, die in de context van het ontluikende Vlaamsgezinde cultuurleven wilde aanknopen bij de bewonderde 16de-eeuwse rederijke... Lees meer en Voor Tael en Kunst Voor Tael en Kunst
Lees meer in Antwerpen en van De Tael is gan(t)sch het Volk De Tael is gansch het Volk
Lees meer en het Vlaemsch Gezelschap Vlaemsch Gezelschap
Het Vlaemsch Gezelschap was een culturele en politieke kring, in maart 1846 in Gent opgericht door Frans Rens, Ferdinand Augustijn Snellaert, Philip Marie Blommaert en Jacob Frans Hereman... Lees meer in Gent. In een toespraak op het eerste Nederlandsch Congres Nederlandse Congressen
De Nederlandse Congressen waren gemeenschappelijke (culturele) ontmoetingen van Vlamingen en Nederlanders in Vlaanderen en Nederland die met onderbrekingen werden georganiseerd sinds 1849... Lees meer in Gent in 1849 verklaarde Des Amorie van der Hoeven het volgende: ‘Er is een volkseenheid en een staatseenheid. De laatste is het werk der mensen, de eerste het werk van God en de grote mogendheden waren onvermogend om broedervolken te scheiden die uit éne stam gesproten en door éne taal verbonden waren’.