De Vlaamsche Vlagge (1941)

De Vlaamsche Vlagge werd opgericht in januari 1941 door drie Leuvense studenten: Jan Daelemans Daelemans, Jan
Jan Daelemans (1921-1944) richtte als Vlaamsgezinde, katholieke student het sluikblad De Vlaamsche Vlagge op. Hij sneuvelde tijdens een verkenningstocht van het Geheim Leger. Lees meer , Hubert Peeters en Jos Nicaise.

Als ondertitel hanteerde De Vlaamsche Vlagge de aan Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer ontleende leuze ‘uit houwe Trouwe wordt Moerenland herboren’. Het sluikblad verscheen in februari en mei 1941. Twee nummers zijn bewaard gebleven, beide gestencild en zes pagina’s lang. In deze nummers kantten de initiatiefnemers zich onder meer tegen collaborateurs Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer en werden de problemen rond de voedselbevoorrading aangeklaagd. Het sluikblad wilde er in dit verband voor zorgen dat de waarheid ‘aan het volle licht kome opdat aller oogen zouden open gaan’.

Positie van het sluikblad

De Vlaamsche Vlagge zocht aansluiting bij de Vlaamse beweging, maar trok daarbij resoluut de Belgische kaart. Het blad veroordeelde de Duitse bezetting, sympathiseerde sterk met Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiële houding en mee... Lees meer -- die op een ‘hachelijk moment’ de eerste was ‘om te begrijpen in welken toestand het land verkeerde en om de houding aan te nemen die moest aangenomen worden’ --, maar bleef niettemin trouw aan de regering.

De Vlaamsche Vlagge was ondubbelzinnig katholiek en wilde ‘vooral de katholieke Vlamingen er op wijzen dat er tegenover de Duitsers maar één logische houding kon aangenomen worden: weerstand’. Het sluikblad stond ondertussen wel een autoritaire, corporatistische Corporatisme
Het corporatisme was in het interbellum, vooral in de crisisjaren 1930, een wijdverspreid, maar tegelijk vaag alternatief maatschappelijk en politiek model. Na de Tweede Wereldoorlog zou ... Lees meer en christelijke staat voor en erkende voorts dat ‘Hitler een fameuze schoonmaak heeft gehouden’ en dat het nodig was dat ‘plutokraten, joden en vrijmetselaars gezuiverd werden’.