de Jonghe, Jan

Persoon
Sam Van Clemen (2023, aanvulling), Sam Van Clemen (1998)

Jan A. de Jonghe (1797-1861) was een schrijver, leraar en later directeur van de Rijksnormaalschool van Lier. Hij was een voorvechter van het gebruik van het Nederlands in het onderwijs.

Volledige voornaam
Jan Antoon
Geboorte
Lokeren, 6 oktober 1797
Overlijden
Brugge, 2 september 1861
Leestijd: 3 minuten

Jan de Jonghe was leraar in Diest, Brugge (1828-1851) en in Luik (1851). Daarna werd hij directeur van de Rijksnormaalschool van Lier Rijksnormaalschool van Lier
De Rijksnormaalschool in Lier (1817-1830, 1844-2012) ging de concurrentie aan met de vrije normaalscholen en vormde meerdere generaties Nederlandstalige intellectuelen in Vlaanderen: ond... Lees meer
(1852- 1858). Hij was een voorvechter van het gebruik van het Nederlands in het onderwijs Onderwijs
Lees meer
.

De Jonghe was secretaris van De Tael is gan(t)sch het Volk De Tael is gansch het Volk
Lees meer
. Verder zette hij zich in voor de oprichting in Brugge van de liberale sociale kring Burgerwelzijn, die bekend zou staan als een kweekschool van flaminganten Flamingant
Flamingantisme is een term die met verschillende betekenissen wordt toegekend aan actoren binnen de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme. Lees meer
. In 1835 publiceerde hij Iets over de volksbeschaving, en een woord over de Vlaemsche taal, waarin hij pleitte voor de uitbreiding van het volksonderwijs door middel van de volkstaal. In 1842 werd hij aangesteld tot voorzitter van het net gestichte Nederduitsch Tael- en Letterkundig genootschap en in 1843 werd hij lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde is een letterkundig-historisch genootschap dat in 1766 in Leiden werd opgericht. Lees meer
in Leiden. In datzelfde jaar was hij stichter en leider van het tijdschrift Waerheid en Licht en van 1846 tot 1848 gaf hij De Nijverheid uit. Op het eerste Nederlandsch Congres in Gent in 1849 sprak hij over het nationaal belang van Nederlandstalig onderwijs, dat hij als het beste middel zag om andere Germaanse talen makkelijk aan te leren.

In 1860 verscheen zijn Voorstel tot oprichting van eene Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, opgenomen in de Handelingen van het Nederlandse Congres van 1860. Zijn voorstel kwam neer op de oprichting van een gemeenschappelijke Academie met een Vlaamse en een Hollandse afdeling.

De Jonghe publiceerde voorts historische, pedagogische en literaire geschriften en enkele Nederlandstalige dichtbundels.

Werken

– Artikelen in Waerheid en Licht en De Vlaemsche Biekorf.
Waterloo, in drie zangen, 1821.
De vaderlyke toorn, toneelspel, 1828.
Iets over de volksbeschaving, en een woord over de Vlaemsche taal, 1835.
De Leeuw van Waterloo, 1840.
Handboek van nederduitsche tael- en letterkunde, 1847.
De vlaemsche kreet, 1849.
Een traen op het graf van onze koningin, 1850.
Schola latina in quator partes distincta, 1850.

Literatuur

– J. Stecher, De Jonghe, J.A., in Biographie Nationale, 1876, dl. 5.
– H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte, 1964, dl. 3.
– R. van Eenoo, Post-revolutionaire contestatie: priester Beeckman en zijn blad ‘Het Brugsche Vrije’, 1848-1853, in: Standen en Landen, jg. 60, 1972, pp. 223-224.
– L. van Leemput (red.) 175 jaar Rijksnormaalschool te Lier : gedenkboek 1817-1992, 1992.
– G. Draye, Laboratoria van de natie: literaire genootschappen in Vlaanderen 1830-1914, 2009.
– M. Carlier, De “ieverzugtige liefhebbers der rym- en reden-konst” of het Vlaams letterkundig leven in Brugge in de Franse en de Hollandse tijd (1792-1830), 2017.
– M. Carlier, De laatste Brugse rederijkers. Het Vlaams letterkundig leven in Brugge van het einde van het Ancien Regime tot na de Belgische Onafhankelijkheid, Brugge, 2017.

Suggestie doorgeven

1998: Sam Van Clemen

2023: Sam Van Clemen

Databanken

Inhoudstafel