Geschiedenis van de Vlaamse beweging

Begrip
Bruno De Wever (2023)

Het ontstaan en verdwijnen van gemeenschappen is het gevolg van een complex geheel van onbewuste en bewuste processen. De verdediging van het Nederlands in Belgiƫ en van de belangen van de gemeenschap die deze taal spreekt, werd opgenomen door verschillende generaties bewuste burgers. Allemaal samen vormden ze de Vlaamse beweging, een verzamelterm voor mensen, organisaties, publicaties, manifestaties en instellingen die deze bekommernis deelden, maar verder sterk van elkaar konden verschillen. Zij voerden hun acties in de context van een permanent veranderende samenleving.

Leestijd: 66 minuten

'De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan.

De legerbenden sneven, een volk zal nooit vergaan.'

Deze regels van het lied De Vlaamse Leeuw De Vlaamse Leeuw
De Vlaamse Leeuw (1847) is een nationaal Vlaams lied op tekst van Hippoliet van Peene en muziek van Karel Miry. Op 11 juli 1985 werden tekst en muzikale notatie officieel vastgelegd als V... Lees meer
werden in 1847 gedicht door de Gentse toneelschrijver Hippoliet van Peene Van Peene, Hippoliet
Hippoliet van Peene (1811-1864) was een huisarts en toneelauteur. Hij schreef de tekst voor De Vlaamse Leeuw, dat later het Vlaamse volkslied zou worden. Met zijn vele oorsponkelijk theat... Lees meer
. Als ā€˜minnaarā€™ van de Nederlandse taal Taal
De ontwikkeling van het Nederlands vormde tot diep in de 20ste eeuw een fundamenteel aandachtspunt in de Vlaamse beweging. De wijze waarop het geschreven en gesproken Nederlands gehanteer... Lees meer
wou hij de Guldensporenslag Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
in herinnering brengen. Dat de Vlamingen op 11 juli 1302 het Franse ridderleger hadden getrotseerd, was een hart onder de riem van de jonge Belgische Belgiƫ
Geen Vlaamse beweging zonder Belgiƫ. Het is ook onmogelijk om Belgiƫ te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
staat, die zich bedreigd voelde door het Franse imperialisme. De roman De Leeuw van Vlaenderen De Leeuw van Vlaenderen
De leeuw van Vlaenderen (1838) is een historische roman van Hendrik Conscience over de gebeurtenissen rond de Guldensporenslag in 1302. Verschillende leuzen en symbolen uit de roman zijn ... Lees meer
(1838) die Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in BelgiĆ« aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zoā€™n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
, een andere Vlaamse taalminnaar, negen jaar eerder over die gebeurtenis had geschreven, werd een bestseller. Van Peene en Conscience werden gelauwerd en gesteund door de Belgische overheid vanwege hun vaderlandslievendheid. Vele Nederlandstalige Belgen reageerden enthousiast op hun geesteskinderen, omdat ze er ook een aansporing in zagen voor de autoriteiten om hun moedertaal als een volwaardige cultuur- en bestuurstaal te erkennen.

Dat laatste werd een moeizaam proces. Al in de 19de eeuw werden de dialecten samengesmeed tot een cultuurtaal: het Nederlands. Waar Vlaanderen vĆ³Ć³r 1830 en ook nog een tijd daarna refereerde aan het graafschap Vlaanderen of de provincies Oost- en West-Vlaanderen, verschoof de betekenis naar het Nederlandstalige deel van BelgiĆ« (zie Geschiedenis van Vlaanderen Geschiedenis van Vlaanderen
Vlaanderen heeft in de geschiedenis minstens drie verschillende betekenissen gehad: een middeleeuws graafschap, een pars pro toto voor de Lage Landen en het Nederlandstalige gedeelte van ... Lees meer
). Bij steeds meer Vlamingen groeide het bewustzijn dat ze, behalve hun taal en verleden, nog gemeenschappelijke belangen hadden. Zo ontstond geleidelijk een Vlaamse gemeenschap, een afgebakend Vlaams territorium en Vlaamse instellingen.

Het ontstaan en verdwijnen van gemeenschappen is het gevolg van een complex geheel van onbewuste en bewuste processen. De verdediging van het Nederlands in Belgiƫ en van de belangen van de gemeenschap die deze taal spreekt, werd opgenomen door verschillende generaties bewuste burgers. Allemaal samen vormden ze de Vlaamse beweging, een verzamelterm voor mensen, organisaties, publicaties, manifestaties en instellingen die deze bekommernis deelden, maar voor de rest sterk van elkaar konden verschillen. Zij voerden hun acties in de context van een permanent veranderende samenleving.

De Vlaamse beweging kan niet begrepen worden buiten die context, zoals men evenmin inzicht kan hebben in de geschiedenis van Belgiƫ zonder de Vlaamse beweging in rekening te brengen. Het gaat daarbij niet om een voorspelbaar verhaal met een onontkoombare uitkomst. Toen Conscience in 1838 aan het eind van De Leeuw van Vlaenderen de Vlamingen opriep om, de roemrijke daden van hun voorvaderen in 1302 indachtig, de toekomst van Vlaanderen veilig te stellen, stond het niet in de sterren geschreven dat in de 21ste eeuw een Vlaamse deelstaat met een eigen parlement en regering zou bestaan.

Waarom is het zo gelopen?

Vive la Belgique ā€“ Arm Vlaanderen

Vanaf de late Middeleeuwen ontstond een verfransingsdruk in de Zuidelijke Nederlanden als gevolg van centraliseringstendensen in de Bourgondische en Habsburgse rijken waarvan ze deel uitmaakten. De regerende elites spraken steeds vaker Frans, een taal met een groot prestige, die het Latijn had verdrongen in bestuurszaken.

Een nieuwe adem voor de volkstaal in Vlaanderen

Aan het einde van de 18de eeuw sprak in het territorium van de huidige Vlaamse deelstaat het overgrote deel van de bevolking uitsluitend een Nederlands dialect, maar de leidende klasse bestond grotendeels uit tweetalige of Franstalige edellieden. Toen de burgerij in opstand kwam tegen de adellijke elite, kreeg de taal van het volk een nieuwe kans. In 1788 publiceerde de Brabantse jurist Jan Baptist Verlooy Verlooy, Jan Baptist
Lees meer
zijn Verhandeling op dā€™onacht der moederlycke tael in de Nederlanden, waarin hij het Nederlands als de taal van de vrijheid beschouwde.

De nieuwe burgerlijke heersers die na de Franse revolutie van 1789 her en der in Europa aan de macht kwamen, gebruikten de volkstaal als een instrument om de trouw van hun onderdanen aan de nieuwe staat te verzekeren. Dat scenario speelde zich niet af in de Zuidelijke Nederlanden. De gewesten werden in 1795 geannexeerd door Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
, de staat die nog maar net en zeer radicaal had afgerekend met de leidende klasse uit het ancien rƩgime. De Franse revolutionairen voerden een verfransingspolitiek, omdat ze het Frans niet alleen beschouwden als een efficiƫnte staatstaal, maar ook als een bouwsteen van de natie. Frans spreken bewees je trouw aan het vaderland. In de Zuidelijke Nederlanden ging dat, zoals elders in Frankrijk, ten koste van de volkstaal.

Vooruitstrevenden als Verlooy, die het Nederlands voorheen verdedigden, verwelkomden nu de burgerlijke vrijheden van de nieuwe heersers met open armen en namen daar het Frans bij.

De aftocht van de Fransen na de nederlaag van Napoleon bij Waterloo in 1815 en de opname van de Zuidelijke Nederlanden in het Koninkrijk der Nederlanden onder Willem I der Nederlanden, Willem I
Willem I (1772-1843) was koning der Nederlanden van 1815 tot 1840, en dus ook tussen 1815 en 1830 (de jure tot 1839) van het zuidelijke deel daarvan. Zijn beleid inzake de nationale taal ... Lees meer
gaf het Nederlands een nieuwe adem. Als verlicht monarch wilde Willem I het Nederlands als staatstaal opleggen in zijn nieuwe koninkrijk. Hij voerde een schuchtere taalpolitiek met wetten die het Nederlands als bestuurstaal verplichtten in de Nederlandssprekende provincies, inclusief Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
(zie Taal Taal
De ontwikkeling van het Nederlands vormde tot diep in de 20ste eeuw een fundamenteel aandachtspunt in de Vlaamse beweging. De wijze waarop het geschreven en gesproken Nederlands gehanteer... Lees meer
). Toch wilde hij de Franstalige elites in de Zuidelijke Nederlanden niet al te zeer voor het hoofd stoten, want hij had ze nodig voor zijn economische politiek. Ondanks het bestaan van een niet onbelangrijke orangistische Orangisme
Het orangisme is de verzamelterm voor het verzet tegen de Belgische afsplitsing van het Koninkrijk der Nederland onder leiding van Willem I van Oranje. Lees meer
aanhang in het Zuiden, genoemd naar het Nederlandse koningshuis van Oranje, mislukte de integratie van Noord en Zuid.


Installatie van de Staten-Generaal van de Nederlanden door koning Willem I in het stadhuis van Brussel, 21 september 1815.
Installatie van de Staten-Generaal van de Nederlanden door koning Willem I in het stadhuis van Brussel, 21 september 1815.

Sedert de scheiding van de Nederlanden aan het einde van de 16de eeuw hadden Noord- en Zuid-Nederlanders al te zeer een eigen identiteit ontwikkeld. Op de culturele en mentale kloof entten zich politieke tegenstellingen. Het katholieke protest tegen de kerkpolitiek van de koning en het liberale misnoegen over zijn autoritaire regeringsstijl groeiden. De oppositie verenigde zich in een ā€˜monsterverbondā€™ dat streefde naar de vestiging van een parlementair regime met pers- en onderwijsvrijheid en ministeriĆ«le verantwoordelijkheid. Het conflict mondde uit in de succesvolle Belgische revolutie Belgische Revolutie
De Belgische Revolutie is de naam van de opstand van 1830-1831 in de zuidelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I. De opstand leidde tot de splits... Lees meer
van 1830 en voor Willem I in het verlies van het zuiden van zijn koninkrijk.

De taalpolitiek van Willem I speelde maar een beperkte rol in het verzet tegen zijn bewind. Zij heeft wel gunstige gevolgen gehad voor het Nederlands in Vlaanderen. De taal werd naar een hoger niveau getild en de kennis ervan verbeterde door het onderwijs. Dat alles zou op termijn het Vlaamse taalbewustzijn en het ontstaan van de Vlaamse beweging bevorderen.

Leve de taalvrijheid

De jonge Belgische staat voerde de vrijheid als staatsideologie hoog in het vaandel. De grondwet van 1831 bevatte een opvallende lijst van rechten en vrijheden. De twee krachten die aan de oorsprong lagen van de revolutie gaven er echter een andere interpretatie aan. Voor de katholieken Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
betekende vrijheid de ontwikkeling van een katholieke ruimte in de staat, voor de liberalen Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in Belgiƫ enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
de bescherming van individuele vrijheden en de vorming van een staatsapparaat dat hun belangen behartigde en los stond van enige kerkelijke beĆÆnvloeding.


Enkele dagen nadat Belgische opstandelingen de onafhankelijkheid uitriepen werden per proclamatie de eerste vrijheden vastgelegd, waaronder de vrijheid van meningsuiting en godsdienst, 16 oktober 1830. (Universiteitsbibliotheek Gent)
Enkele dagen nadat Belgische opstandelingen de onafhankelijkheid uitriepen werden per proclamatie de eerste vrijheden vastgelegd, waaronder de vrijheid van meningsuiting en godsdienst, 16 oktober 1830. (Universiteitsbibliotheek Gent)

Artikel 23 (vandaag 30) van de Belgische grondwet voerde ook de vrijheid bij het gebruik van de talen in: ā€˜l'emploi des langues usitĆ©es en Belgique est facultatifā€™. Die keuzevrijheid gold voor alle Belgen en dus voor alle gezagsdragers van hoog tot laag. Ze zette de deur open voor verfransing, want de elites en het staatsapparaat kozen als vanzelfsprekend voor het Frans, dat evenzeer als de vrijheid deel uitmaakte van de ideologie van een staat die zich net had ontvoogd van de Nederlanders. IJveren voor het Nederlands kreeg een orangistische en dus onvaderlandse smet, hoewel het orangisme nog tot 1839 een belangrijke politieke macht bleef met aanhang ook en vooral bij Franstalige industriĆ«le elites en er ook van meet af aan Belgisch-patriottische Vlaamsgezinden waren, Ā bijvoorbeeld Conscience, die nog had deelgenomen aan de Belgische revolutie.

De centrale administratie verfranste volledig, zonder dat daar een wet aan te pas kwam (zie Bestuur Bestuur
Het taalgebruik in het bestuur is een centraal aspect van de Belgische taalkwestie. Het omvat het proces van het afdwingen van taalrechten voor Vlamingen evenals de bestuurstaalwetgeving ... Lees meer
). Alle overheidsdocumenten werden in het Frans gesteld en het was ook de voertaal op de ministeriƫle departementen, in het parlement en in het leger Leger
Lees meer
. Athenea en bisschoppelijke colleges en ook de meeste rechtbanken in de Vlaamse provincies schakelden over op het Frans (zie Middelbaar onderwijs Middelbaar onderwijs
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van ... Lees meer
; Gerecht Gerecht
Lees meer
).

Toch bleef in Vlaanderen een groot deel van het bestuur in de dorpen en kleine steden Nederlandstalig, zoals ook 95% van de bevolking blijkens de talentellingen die vanaf 1846 werden georganiseerd. De nieuwe gezagsdragers konden die realiteit niet met een pennentrek ongedaan maken. De invloed van het centrale gezag op de grotendeels ruraal en kleinstedelijk gebleven Vlaamse samenleving was beperkt. De bevolking had genoeg aan het plaatselijke dialect voor haar communicatie. Bij gebrek aan leerplicht -- die kwam er pas in 1914 (tot 14 jaar) -- en algemene dienstplicht ontbrak het de overheid aan instrumenten om de verfransing door te voeren.

In delen van WalloniĆ« werd de samenleving vroeger dan in Vlaanderen diepgaand gewijzigd door de industrialisering. De Waalse dialecten sloten bovendien nauwer aan bij de Franse cultuurtaal, waardoor Walen gemakkelijker konden doorstoten tot het onderwijs en de administratie, ook in de Nederlandssprekende provincies, waar beambten, magistraten, leerkrachten en universiteitsprofessoren het Frans gebruikten. Andersom vertrokken vanaf het midden van de 19de eeuw honderdduizenden Vlamingen naar WalloniĆ«. Ze werden aangetrokken door de werkgelegenheid in de industriebekkens van Luik en Henegouwen en uitgestoten door de landbouwcrisis in Vlaanderen, dat verpauperde. VĆ³Ć³r de Eerste Wereldoorlog waren er volgens de talentellingen 130.000 eentalig Nederlandstaligen in Henegouwen en Luik. Deze migranten verfransten op termijn. In Brussel, zetel van het centrale gezag, waar Nederlandstaligen het overgrote deel van de bevolking uitmaakten, greep de verfransing vlug en diep om zich heen (zie Taalminderheden: Franstaligen in Vlaanderen Franstaligen in Vlaanderen
Lees meer
; Vlamingen in Walloniƫ Vlamingen in Walloniƫ
Lees meer
).

Ontstaan van een Vlaamse beweging

Het Nederlands, nog dikwijls Nederduits genoemd, leek in Belgiƫ ten dode opgeschreven. Daartegen ontstond verzet. Burgers die belang hechtten aan de Nederlandse taal, omdat ze er zich beroepshalve of uit liefhebberij bij betrokken voelden, soms ook uit sympathie met het orangisme, vonden elkaar. Figuren als de ontvanger van belastingen Jan Frans Willems Willems, Jan Frans
Jan Frans Willems (1793-1846), de ā€œvader van de Vlaamse bewegingā€, was dichter, polemist, filoloog, tekstediteur en initiatiefnemer of lid van tal van academies en genootschappen in binne... Lees meer
, de arts Ferdinand Snellaert Snellaert, Ferdinand A.
Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) was een arts, filoloog, letterkundige en leidende figuur in de Vlaamse beweging. Lees meer
of kanunnik Jan Baptist David David, Jan-Baptist
Jan-Baptist David (1801-1866) was een katholiek priester, en vanaf 1834 hoogleraar nationale taal, letterkunde en geschiedenis aan de Katholieke Universiteit in Mechelen en Leuven. Hij sp... Lees meer
, die Nederlandse letterkunde doceerde in Leuven. Zo ontstonden vanaf 1835 literair georiƫnteerde drukkingsgroepen van Vlaamsgezinde taalminnaren.

In dat milieu werd in 1840 een petitionnement Petitionnement
Het Vlaams petitionnement (1840) was een politieke actie waarbij taalminnaars uit Antwerpen, Gent en Leuven voor de eerste maal een ā€˜Vlaamsā€™ eisenprogramma formuleerden. Dit petitionnemen... Lees meer
georganiseerd, een verzoekschrift aan regering en parlement waarin onder meer het gebruik van het Nederlands werd geƫist voor bestuur, gerecht en onderwijs in de Vlaamse provincies. Het petitionnement telde ca. 13.000 handtekeningen. De Belgische overheid legde de klachten en eisen naast zich neer, maar was toch niet helemaal ongevoelig voor het lot van de volkstaal in Vlaanderen. De taalminnaren voerden namelijk aan dat de zorg voor de Nederlandse taal een daad was van vaderlandsliefde. Lag de eigenheid van Belgiƫ niet precies in de verbinding tussen de Romaanse en Germaanse cultuur? De tweetaligheid van Belgiƫ was tevens een argument tegen Franse aanspraken op het land (zie Frankrijk-Vlaanderen Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
). De bewindvoerders van het jonge Belgiƫ begonnen dan ook met de ondersteuning van Vlaamse culturele initiatieven.

De Belgische overheid steunde ook de inspanningen van de taalminnaren om tot een eengemaakte spelling te komen. Ze stelde een taalcommissie aan met Willems als voorzitter en legde in 1844 bij koninklijk besluit de commissiespelling op voor teksten van de overheid. Het werk van de commissie zorgde voor een dispuut (zie Spellingoorlog Spellingoorlog
Spellingoorlog verwijst naar de spellingstrijd van 1839 tot 1844 tussen voor- en tegenstanders van de zogenaamde Commissiespelling, die een aanpassing van het Nederlands in Vlaanderen aan... Lees meer
). Moest de spelling het Noord-Nederlands volgen of veeleer een Belgische variant verkiezen op basis van Vlaamse dialecten? De eerste visie haalde het, mede door de inspanningen van de gewezen orangist Willems. De commissie stelde taalregels voor die dicht aanleunden bij de spelling in Nederland, tot grote ergernis van vooral West-Vlaamse taalparticularisten die ook om godsdienstige redenen de ā€˜taal van de protestantenā€™ afwezen. In 1864 kwam er daadwerkelijk een eenheidsspelling in Vlaanderen en Nederland. Zo bevorderde de Belgische overheid de ontwikkeling van een Nederlandse cultuurtaal in BelgiĆ«.


Taalparticularist Pieter Behaegel vormde samen met Leo de Foere en Frans Boon de belangrijkste protagonisten van de spellingoorlog. Zij ijverden voor een ā€˜Vlaamseā€™ taal en spelling, onafhankelijk van Nederland. (Universiteitsbibliotheek Gent)
Taalparticularist Pieter Behaegel vormde samen met Leo de Foere en Frans Boon de belangrijkste protagonisten van de spellingoorlog. Zij ijverden voor een ā€˜Vlaamseā€™ taal en spelling, onafhankelijk van Nederland. (Universiteitsbibliotheek Gent)

Aanvankelijk slaagden de Vlaamsgezinden er niet in hun politieke eisen door te drukken. Dat had vele redenen. Belgiƫ was een elitaire democratie als gevolg van het cijnskiesstelsel. Slechts zeer rijke burgers, uitsluitend mannen en meestal Franstaligen, mochten hun stem uitbrengen. Bovendien vond het pleidooi van de Vlaamsgezinden geen gehoor bij de massa, omdat ze de strijd voor het Nederlands niet systematisch koppelden aan de algemene lotsverbetering van de bevolking, die door de landbouwcrisis en crisis van de huisnijverheid steeds verder wegzakte in armoede en verpaupering (zie Economie Economie
Dit artikel gaat over de relatie tussen economie en Vlaamse beweging. Daarmee beoogt deze tekst geen economische geschiedenis te schetsen van wat we vandaag Vlaanderen noemen. Integendee... Lees meer
).

De Vlaamse beweging was een zaak van intellectuelen en kleine burgers. De onverschilligheid van de burgerlijke staat voor het onderwijs van de lagere sociale groepen had als onbedoeld effect dat de communicatiewaarde van het Frans in de Nederlandstalige provincies beperkt bleef. De fracties uit de middengroepen die voor hun broodwinning afhankelijk waren van contacten met de lagere sociale groepen, moesten zich dus wel van de volkstaal bedienen. Parochiepriesters, dokters, veeartsen, onderwijzers, advocaten, drukkers, uitgevers, kleine ondernemers en winkeliers konden in hun dagelijkse functioneren niet om het Nederlands heen. Als culturele tussenpersonen tussen de Franstalige top en het Nederlandstalige volk, was taalverlating voor hen geen realistisch perspectief.

Bij de brede massa in Vlaanderen bestond weinig belangstelling voor de Vlaamse beweging. Dat werd nog versterkt door het feit dat de vele gemeenschappen van vaak ongeletterden in het landelijke Vlaanderen weinig hinder ondervonden van de verfransing. De sociale functionaliteit van het Nederlands was groter op het platteland dan in de steden. Daar bestond een veel omvangrijker sociaal milieu waar men zich uitsluitend in het Frans kon bewegen, wat ook verband houdt met de stedelijke concentratie van (hogere) functies waarvan de uitoefening geen gebruik van de volkstaal impliceerde. Precies daarom vormden zich in de steden (met Antwerpen Antwerpen
Lees meer
voorop) als reactie belangrijke kernen van de Vlaamse beweging.

Verscheurd door levensbeschouwelijke twisten

De Vlaamsgezinden waren intern verdeeld over de levensbeschouwelijke kwestie die bij de maatschappelijke elites alle andere overschaduwde, namelijk de tegenstelling tussen de klerikalen en de antiklerikalen over de invloed van de Kerk Kerk
De verhouding tussen Kerk en Vlaamse beweging vertoont historisch een tweevoudig beeld. Enerzijds waren de godsdienstige en de Vlaamsgezinde overtuiging innig verstrengeld en vormde de cl... Lees meer
op de samenleving en de overheid. Tijdens de eerste jaren van de jonge Belgische staat werkten beide strekkingen nog samen in het unionisme, maar van het midden vanaf de 19de eeuw werd het land geregeerd door homogeen liberale of katholieke regeringen, wat de polarisatie in de hand werkte (zie Liberale partij Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in Belgiƫ enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
; Katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
).

In de tweede helft van de 19de eeuw won de Vlaamse beweging aan invloed. De belangrijkste oorzaak daarvan was de democratisering van het politieke leven. Een eerste stap was de verlaging van de kiescijns in 1848 tot het minimum dat in de grondwet was voorzien. Naarmate het Nederlandstalige electoraat groeide, werd de politieke klasse gevoeliger voor het taalprobleem.

De Vlaamse beweging trad zo in een nieuwe fase. Ze werd een mobilisatiekanaal van de sociaal ambitieuze, Nederlandstalige burgerij en verwierf daardoor politieke impact en een ruimere achterban. Ze wilde niet zozeer meer het hele Belgische volk versterken dan wel de rechten van de Vlamingen doen eerbiedigen. Zo groeide een bewustzijn van gezamenlijke Vlaamse belangen. Bij een minderheid van de Vlamingen voedde deze solidariteit de idee dat er in Belgiƫ naast een Franstalig Waals volk een apart Vlaams volk bestond.

Katholieke en liberale Vlaamsgezinden wilden de krachten bundelen om hun ideeƫn politiek te realiseren. Zo ontstonden in de jaren 1860 de Nederduitsche Bond Nederduitsche Bond
De Nederduitsche Bond (1861-1914) was een Antwerpse kiesvereniging die flamingantische katholieken en liberalen verenigde. De Bond was een invloedrijke machtsfactor binnen de Meeting, voo... Lees meer
in Antwerpen en gelijkaardige verenigingen elders. Behalve taalrechten verdedigden deze verenigingen een heel gamma van radicale ideeƫn: antimilitarisme Antimilitarisme
Lees meer
, decentralisatie, afschaffing van het verbod op arbeidersverenigingen, uitbreiding van het stemrecht. Zij hadden nauwe contacten met de jonge arbeidersbeweging. In Antwerpen veroverde de Meetingpartij Meetingpartij
De Meeting (1862-1914) was een Antwerpse politieke formatie die ontstond uit een coalitie van flaminganten, progressieve liberalen en katholieken. Ze liet zich kenmerken door een uitgespr... Lees meer
ā€“ met de Nederduitse Bond als harde kern ā€“ in 1862 de meerderheid in het stadsbestuur. Deze Vlaamsgezinde coalitie met katholieken en liberalen verdedigde de Antwerpse lokale belangen tegen de militaire plannen van de regering die de Scheldestad wilde uitbouwen als militaire vesting. Het was een aansporing tot samenwerking tussen Vlaamsgezinden elders in Vlaanderen.

Uiteindelijk liepen al die initiatieven dood op de ideologische onverenigbaarheid van liberalen en katholieken. Scherpe botsingen tussen beide kampen, zoals de Schoolstrijd (1879-1884) met als inzet de controle over het onderwijs, maakten een positie tussenin onhoudbaar. Bovendien werkte het kiesstelsel, dat alle zetels in een arrondissement toekende aan de grootste partij, polarisatie in de hand. Er ontstonden twee Vlaamse bewegingen naast elkaar, elk gebonden aan een levensbeschouwing.

Het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
bijvoorbeeld -- de eerste, naar Jan Frans Willems genoemde Vlaamsgezinde cultuurvereniging -- ontstond als een brede levensbeschouwelijk neutrale organisatie. Tien jaar na de stichting in 1851 had de vereniging een uitgesproken liberaal profiel gekregen onder het voorzitterschap van de Vlaamsgezinde Gentse advocaat Julius Vuylsteke Vuylsteke, Julius
Lees meer
. In 1875 ontstond met het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
, genoemd naar kanunnik David, een katholieke tegenhanger. Het Davidsfonds werd de bezieler van de katholieke Vlaamse beweging. De vereniging inspireerde zich in haar werking en organisatie op het Willemsfonds, maar dan vanuit een tegenovergestelde gezindheid, trouw aan zijn leuze ā€˜Voor Godsdienst, Taal en Vaderlandā€™.


Aankondiging van de inhuldiging van het standbeeld van kanunnik Jan Baptist David, oprichter van het Davidsfonds, in zijn geboortestad Lier, 1897. (KADOC, kcd000166)
Aankondiging van de inhuldiging van het standbeeld van kanunnik Jan Baptist David, oprichter van het Davidsfonds, in zijn geboortestad Lier, 1897. (KADOC, kcd000166)

Katholieken in Vlaanderen namen verschillende houdingen aan tegenover de Vlaamse beweging. De lagere clerus en de scholieren Scholierenbeweging
Deze bijdrage onderzoekt de invoed die de scholierenbeweging in het officieel onderwijs heeft gehad op de Vlaamse beweging. Lees meer
- en studentenbonden Studentenbeweging
Lees meer
in de colleges waren zonder voorbehoud Vlaamsgezind. De wijdverspreide slogan ā€˜ Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus (AVV-VVK)
Deze leuze werd in 1881 gelanceerd door Frans Drijvers in het scholierentijdschrift De Student. Ze verwoordde de dubbele motivatie van Vlaamsgezindheid en ultramontaanse geloofsijver die ... Lees meer
ā€™ (AVV-VVK) weerspiegelde hun overtuiging. Binnen de kerkelijke hiĆ«rarchie varieerde de houding van steun tot een Franstalige afwijzing. Ook in het partijpolitieke katholicisme waren er tegenstellingen tussen uitgesproken Fransgezinde, vaak conservatieve krachten en Vlaamsgezinde, vaak christendemocratische tendensen (zie Christelijke arbeidersbeweging Christelijke arbeidersbeweging
In de christelijke arbeidersbeweging heeft steeds een uitgesproken belangstelling voor de Vlaamse kwestie bestaan. De groeiende invloed van deze beweging, in het kielzog van de democratis... Lees meer
). Het daensisme Daensistische beweging
Daensistische beweging is de verzamelnaam voor een geheel van feiten, opvattingen, organisaties, personen en strijdmiddelen die tijdens de late 19de en de vroege 20ste eeuw een onderdeel... Lees meer
bijvoorbeeld, een dissidente christendemocratische partij, genoemd naar de Aalsterse priester Adolf Daens, was ronduit Vlaamsgezind. Ondanks de zeer uiteenlopende houdingen binnen het katholieke kamp, was er een groeiende verstrengeling tussen Vlaamsgezindheid en katholicisme, mede als gevolg van het katholieke overwicht in Vlaanderen.

In de katholieke Vlaamse beweging manifesteerde zich vanaf 1870 een uitgesproken antiliberale en ultramontaanse strekking. Die beriep zich op een geromantiseerd katholiek-Vlaams verleden en op de volkse traditie als wapen tegen de liberale pogingen tot ontkerkelijking. Priester-dichter Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
was een exponent van dat Vlaamsgezinde conservatisme. Het schoot vooral wortel in West-Vlaamse scholieren- en studentenorganisaties die in de ban raakten van de studentenleider en dichter Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
. Dit milieu werd ook sterk beĆÆnvloed door het Duitse romantisme, waardoor de Vlaamse taalstrijd als de strijd van een volk voor zijn bestaan werd gezien.

Van de weeromstuit groeide in liberale kringen de weerstand tegen de Vlaamse beweging, al was er ook een actieve Vlaamsgezinde minderheid. Al in 1852 richtte Vuylsteke met een groepje Gentse studenten ā€˜t Zal Wel Gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
op. Onder de slogan ā€˜Klauwaard en geusā€™ koppelden deze jongeren Vlaamsgezindheid aan de verspreiding van de vrijzinnigheid Vrijzinnigheid
Dit artikel belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en de vrijdenkersbeweging van de 19de eeuw tot nu. Lees meer
(zie Leuzen Leuzen
Lees meer
). De meest radicalen binnen de studentenorganisatie engageerden zich in de voorlopers van het socialisme. Ze verbonden de strijd tegen de taalverdrukking met die voor de emancipatie van de arbeiders.


Julius Vuylsteke richtte in 1851 de liberale en Vlaamsgezinde studentenkring ā€™t Zal Wel Gaan op, met als slogan ā€˜Klauwaard en geusā€™. (STAM Gent)
Julius Vuylsteke richtte in 1851 de liberale en Vlaamsgezinde studentenkring ā€™t Zal Wel Gaan op, met als slogan ā€˜Klauwaard en geusā€™. (STAM Gent)

Net als de liberale partij stelde ook de socialistische arbeidersbeweging zich gereserveerd op tegenover de ā€˜klerikaleā€™ en ā€˜kleinburgerlijkeā€™ Vlaamse beweging ten voordele van de ā€˜beschavende suprematieā€™ van het Frans. De in 1885 opgerichte Belgische Werkliedenpartij (BWP) maakte van de materiĆ«le lotsverbetering van de arbeiders haar prioriteit en de solidariteit met de sterke Franstalige vleugel in de Waalse industriebekkens was daartoe een voorwaarde. Toch bevorderde zij in Vlaanderen het gebruik van het Nederlands omwille van haar Fransonkundige achterban. Zij maakte werk van een populaire pers en vormings- en bibliotheekaanbod in het Nederlands. Door het algemeen stemrecht (1893) af te dwingen hebben de socialisten bovendien een zeer belangrijke onrechtstreekse bijdrage tot de Vlaamse beweging geleverd, omdat het Nederlandstalige electoraat zo meer gewicht in de schaal kon leggen (zie Socialistische partij Socialistische partij
De socialistische partij werd in Belgiƫ in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
).

De opmars van het socialisme maakte het gros van de Vlaamse beweging afkerig van een verdere democratisering. Als leden van de middengroepen zagen Vlaamsgezinden in de klassenstrijd een bedreiging voor hun sociale positie en ijverden ze voor een sociaal harmoniemodel. Ze meenden dat de emancipatie van de lagere sociale groepen onder hun leiding moest geschieden.

Eerste successen in het parlement

De toenemende druk van de Vlaamse beweging dwong de overheid tot toegevingen. In 1873 keurde het parlement een eerste wet op het taalgebruik in gerechtszaken goed. Het Nederlands werd erkend als hoofdtaal van de strafrechtspleging in het Vlaamse land, maar de pleidooien en strafvorderingen mochten in het Frans uitgesproken worden.

Jaren daarvoor werd de publieke opinie warm gemaakt door breed in de pers uitgesmeerde rechtszaken waaruit de onrechtvaardige behandeling van Fransonkundige verdachten moest blijken. Zo bestond er twijfel over de schuld van Jan Coucke en Pieter Goethals Coucke en Goethals
De zaak Coucke en Goethals diende voor de Vlaamse beweging lange tijd als hƩt symbool van de taaltoestanden in het gerecht. Daarbij werd aangeklaagd dat de Frans onkundige Pieter Goethals... Lees meer
, omdat hun proces uitsluitend in het Frans was verlopen. Beide Vlaamse arbeidsmigranten waren ter dood veroordeeld en onthoofd voor een roofoverval in de buurt van Charleroi in 1860.

In 1878 werd een eerste taalwet op het bestuur van kracht die het principe van de taalvrijheid anders formuleerde: de ambtenaar moest de taal van de burger gebruiken en niet andersom. De centrale besturen zouden voortaan Nederlandstalige brieven in dezelfde taal beantwoorden. In 1883 raakte een eerste taalwet op het officieel middelbaar onderwijs door het parlement. In de middelbare scholen moesten in totaal vijf vakken in het Nederlands worden onderwezen. Niettemin mochten die parallel in het Frans gegeven worden. Ondanks haar gebreken betekende deze taalwet de start van een langzaam vernederlandsingsproces in het hele secundair onderwijs. Vanaf de late jaren 1880 waren munten, bankbiljetten, postzegels en het Staatsblad tweetalig.


Affiche van het liberale Willemsfonds met een oproep om de toepassing van de drie taalwetten af te dwingen, 1883. (Liberas, 22-9-03-4-01-01)
Affiche van het liberale Willemsfonds met een oproep om de toepassing van de drie taalwetten af te dwingen, 1883. (Liberas, 22-9-03-4-01-01)

Al deze taalwetten kwamen er op initiatief van Vlaamsgezinde parlementsleden zoals Edward Coremans Coremans, Edward (1835-1910)
Advocaat Edward Coremans (1835-1910) was politicus voor de Meetingpartij en voorzitter van de Nederduitsche Bond. Gedurende 42 jaar was Coremans als kamerlid een leidende figuur van de Vl... Lees meer
, vertegenwoordiger van de Meetingpartij. Ze haalden pas de meet na talrijke afzwakkingen van het oorspronkelijke voorstel en tastten de suprematie van het Frans in Belgiƫ niet aan. Het Nederlands werd ten hoogste erkend als tweede taal in Vlaanderen en dan nog voor een beperkt aantal zaken. In Brussel greep de verfransing snel om zich heen, mede door de goedkeuring van aparte taalregelingen die Nederlandstaligen nauwelijks bescherming boden.

Walloniƫ bleef eentalig Frans, ondanks de aanwezigheid van heel wat Vlaamse immigranten. In feite was het aantal Nederlandse moedertaalsprekers er ongeveer zo groot als het aantal Franse moedertaalsprekers in Vlaanderen, maar de sociale status van deze arbeidsmigranten in de mijnen en de industrie was totaal verschillend van die van de Franstalige elites in Vlaanderen, inclusief de arbeidsmigranten uit Walloniƫ die de betere jobs in de administratie en de handel uitoefenden.

Pas een halve eeuw na het pleidooi van de Grievencommissie die een inventaris had opgesteld van de belangrijkste taalklachten en tevergeefs had aangedrongen op de tweetaligheid van onderwijs, bestuur, gerecht en leger, werd in 1886 de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KANTL, 1886) is een instelling die zich in de loop van haar geschiedenis heeft ingezet zowel voor taalculturele, -wetenschappeli... Lees meer
opgericht. Dat illustreerde goed hoe het Belgische establishment te laat en te weinig doortastend reageerde op de sterker wordende Vlaamse beweging.

Verruiming en massamobilisatie

Parallel met de democratisering en modernisering van de samenleving groeide het inzicht dat taalongelijkheid ook sociale en economische achterstelling betekende. De tweede industriĆ«le revolutie zorgde aan het eind van de 19de eeuw voor een uitbreiding van de industriĆ«le activiteit in Vlaanderen en voor de groei van de diensten- en transportsector. Daardoor ontwikkelde zich een klasse Vlaamse bedienden en ambtenaren die in taalgevoelige sectoren de taaldiscriminatie op de werkvloer ondergingen, terwijl ze ook de concurrentie van geĆÆmmigreerde Waalse middenkaders ondervonden. Niet toevallig waren het vooral ambtenaren en bedienden in taalgevoelige sectoren, zoals telegraaf en posterijen, spoorwegen en douanediensten, die het Nederlands als uitsluitende bestuurstaal eisten in het Vlaamse landsgedeelte. Zij begrepen dat de strijd voor vernederlandsing hun carriĆØremogelijkheden bevorderde. Voor de ontluikende groep Vlaamse ondernemers vormde de taal eveneens een geschikt instrument om een groter deel van de economische koek voor zich op te eisen ten koste van de Franstalige burgerij (zie Economie Economie
Dit artikel gaat over de relatie tussen economie en Vlaamse beweging. Daarmee beoogt deze tekst geen economische geschiedenis te schetsen van wat we vandaag Vlaanderen noemen. Integendee... Lees meer
).

In verschillende domeinen van de samenleving ontstonden organisaties die sociaaleconomische eisen koppelden aan taalklachten. Nederlandstalige Vlamingen zagen zich steeds meer als een belangengemeenschap. De taal begon een volk af te bakenen. De strijd voor het Nederlands ging mee de identiteit van dat volk bepalen.

De politieke en sociale context veranderde grondig door de afschaffing van het cijnskiesrecht en de invoering van het algemeen meervoudig mannenstemrecht in 1893: alle mannen kregen minstens een stem, maar vermogenden en gestudeerden twee of drie. Het aantal kiezers vertienvoudigde. In Vlaanderen kregen honderdduizenden Fransonkundigen voor het eerst stemrecht. Het gaf een opstoot aan het Nederlands, al was het maar als enige doeltreffende propagandataal. Potentieel kreeg de Vlaamse beweging een massabasis.

De verkiezingen van 1894 leverden de BWP 28 zetels op, terwijl het liberale zetelaantal terugviel van 60 naar 20. De katholieke partij veroverde in Vlaanderen en Brussel alle 90 zetels. Ze had haar 14 Waalse gekozenen niet nodig om een regeringsmeerderheid te vormen, wat haar Vlaamse slagkracht vergrootte. Het nieuwe kiesstelsel was voordelig voor het platteland en de sociale middengroepen. Gaandeweg zou dit feit de positie van de Vlaamsgezinden en de christendemocraten in het katholieke kamp aanzienlijk versterken. Het was onder hun impuls dat het parlement een aantal nieuwe taalwetten goedkeurde.

Toen aan het eind van de 19de eeuw de principiĆ«le gelijkheid van het Frans en het Nederlands op de politieke agenda stond en het Franstalige establishment obstructie voerde, barstte een storm van protest los in Vlaanderen die duidelijk maakte dat de Vlaamse beweging een massabeweging was geworden. Tot in de kleinste gemeenten waren er manifestaties. De ā€˜Gelijkheidswetā€™ Gelijkheidswet
De gelijkheidswet van 1898 stelde het Nederlands voor officiƫle publicaties gelijk aan het Frans. De wet werd vanuit de Vlaamse beweging breed ondersteund, en leidde, na de Waalse afwijzi... Lees meer
werd in 1898 goedgekeurd. Het Nederlands was vanaf dat moment evenwaardig als staatstaal, dwingend voor wetten en besluiten, maar de wettelijke en feitelijke gelijkwaardigheid moest nog worden verkregen. In zowat alle domeinen van de samenleving bleef de achteruitstelling van het Nederlands voortduren, al werd het tempo van de taalwetgeving opgedreven. Er was overigens niet altijd duidelijkheid over de weg die moest worden ingeslagen: koos men voor eentaligheid van de regioā€™s of voor veralgemeende tweetaligheid in heel BelgiĆ«?


De vraag naar taalkundige gelijkheid klonk steeds luider. Op 7 maart 1897 berichtte het Brusselse flamingantische weekblad De Zweep over een grote manifestatie in Schaarbeek voor de Gelijkheidswet. (Universiteitsbibliotheek Gent)
De vraag naar taalkundige gelijkheid klonk steeds luider. Op 7 maart 1897 berichtte het Brusselse flamingantische weekblad De Zweep over een grote manifestatie in Schaarbeek voor de Gelijkheidswet. (Universiteitsbibliotheek Gent)

De economist en ambtenaar Lodewijk de Raet De Raet, Lodewijk
Lodewijk de Raet (1870-1914) was een econoom en ambtenaar die in belangrijke mate bijdroeg aan de theorievorming over de Vlaamse beweging en deze van een sociaaleconomisch denkraam voorza... Lees meer
maakte een verbinding tussen de economische en culturele onderontwikkeling van het Vlaamse volk en betoogde dat dit volk pas met een intellectuele vooruitgang economisch zou kunnen overleven. De vernederlandsing van de Gentse universiteit werd daardoor een topprioriteit (zie Hoger onderwijs in Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
). De campagne sloeg bruggen tussen de drie grote partijen. Zo traden de katholiek Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
, de liberaal Louis Franck Franck, Louis
De inzet van Louis Franck (1868-1937) voor de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs en de Gentse universiteit bracht hem rond 1910 op het hoogtepunt van zijn Vlaams-liberale roem.... Lees meer
en de socialist Camille Huysmans Huysmans, Camille
Camille Huysmans (1871-1968) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die van 1933 tot 1940 burgemeester van Antwerpen was, tweemaal een ministerpositie bekleedde en een jaar lang ... Lees meer
samen op voor een Nederlandstalige universiteit (zie Drie Kraaiende Hanen Drie Kraaiende Hanen
De ā€˜drie kraaiende hanenā€™ was de benaming voor de drie volksvertegenwoordigers die in 1910-1911 over de partijgrenzen heen een campagne voor de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit G... Lees meer
). De campagne had een grote principiƫle waarde, omdat universitair onderwijs in de eigen taal beschouwd werd als het sluitstuk van de strijd voor rechtsgelijkheid van het Frans en het Nederlands. Als een eigen universiteit mogelijk was, zou de rest volgen.

Zo redeneerden ook de tegenstanders van de Vlaamse beweging. Dat waren in de eerste plaats de Franstaligen in Vlaanderen. Zij zagen hun geprivilegieerde status bedreigd door een algehele vernederlandsing van Vlaanderen. Gezien de demografische Demografie
Lees meer
verhoudingen in heel Belgiƫ behoorde zelfs een minorisering van de Franstaligen tot de mogelijkheden. Die vrees werd nog geaccentueerd door de levensbeschouwelijke tegenstelling tussen een klerikale meerderheid in Vlaanderen en een antiklerikale meerderheid in Walloniƫ.

Dertig jaar onafgebroken katholiek bewind sedert 1884 zorgde voor frustratie bij antiklerikalen. Hoewel de katholieke regeringen weinig concrete maatregelen namen ten gunste van de Vlaamse beweging beschouwden Franstalige antiklerikalen het klerikale bewind als een Vlaamse dominantie. Uit die frustratie werd een Waalse beweging Waalse beweging
De Waalse beweging ontstond op het einde van de 19e eeuw en heeft zijn wortels in een culturele, politieke en taalkundige dimensie. Ze was verdeeld in verschillende stromingen, waarvan de... Lees meer
geboren. Ze liet voor het eerst haar tanden zien bij de parlementaire debatten over de Gelijkheidswet van 1898 en trad opnieuw naar voren in 1912, toen liberalen en socialisten tegen de verwachting in de verkiezingen verloren en de katholieke macht werd bestendigd.

De houding van de Waalse beweging tegenover Vlaanderen was tweeslachtig. Enerzijds noemde ze de Vlaamse beweging onvaderlands, omdat de Belgische staat voor haar enkel Franstalig kon zijn. Anderzijds werden de Vlamingen beschreven als slachtoffers, omdat ze geen Frans kenden, daardoor geen kennis konden nemen van de vooruitgangsideeƫn en zo gevangen zaten in een klerikale wereld. De wallingantische voorman Jules DestrƩe DestrƩe, Jules
Lees meer
maakte in 1912 ophef met een open brief aan de Koning, waarin hij pleitte voor de federalisering Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van Belgiƫ van unitaire t... Lees meer
van Belgiƫ met een eentalig Walloniƫ (waar nochtans honderdduizenden Vlaamse arbeidsmigranten woonden) en een tweetalig Vlaanderen.

Vlamingen, gedenkt de Slag der Gulden Sporen

Bij de Duitse inval van augustus 1914 riep koning Albert I van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
de Vlamingen op hun land dapper te verdedigen en daarbij de Guldensporenslag van 1302 te gedenken (zie Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
). Velen beschouwden dat als een erkenning van het Vlaamse volk en zijn verzuchtingen. Ondanks de eendrachtige bereidheid om het vaderland te verdedigen, moest het Belgische leger wijken en bleef slechts een klein stukje Belgiƫ achter de IJzer onbezet. Daar hielden de Belgische troepen aan de zijde van de geallieerden vier jaar stand. Terwijl het land onder de voet werd gelopen, aanvaardden de leiders van de Vlaamse beweging een godsvrede Godsvrede
Godsvrede is een middeleeuws begrip dat een schorsing van de vijandelijkheden tussen verschillende partijen inhoudt. In de geschiedenis van de Vlaamse beweging werd het begrip op verschil... Lees meer
. Ze waren bereid de strijdbijl te begraven om eensgezind de Duitse bezetter te verdrijven. Deze godsvrede was echter geen lang leven beschoren.

In het bezette land

Al in oktober 1914 was in bezet Belgiƫ het collaborerende Jong-Vlaanderen Jong-Vlaanderen (1914-1918)
Jong-Vlaanderen (1914-1918) was een in Gent opgerichte activistische drukkingsgroep, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een radicaal Vlaams-nationalistisch en anti-Belgisch politiek progr... Lees meer
ontstaan. Deze organisatie rekruteerde bij radicale Vlaamsgezinden die de vooroorlogse eis tot federalisering van Belgiƫ van de Waalse beweging hadden overgenomen. Met de steun van Duitsland ijverden ze nu voor een onafhankelijk Vlaanderen onder Duitse voogdij (zie Duitsland-Vlaanderen Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
). Vrijwel onmiddellijk volgde de afscheuring van een groep gematigden die een federatieve hervorming van Belgiƫ als het eindpunt beschouwde. Beide collaborerende kampen hadden gemeen dat ze met de steun van de Duitse bezetter actief Vlaamsgezinde eisen wilden realiseren. Vandaar dat zij zichzelf activisten Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiƫle... Lees meer
noemden. Het was een kleine groep. De overgrote meerderheid van de Vlaamsgezinden wees hun houding af omdat het Belgische vaderland erdoor geschaad werd en omdat ze een kloof sloeg tussen de Vlaamse beweging en de bevolking, die zwaar te lijden had onder de bezetting. Deze aan Belgiƫ loyale Vlaamsgezinden werden door de activisten smalend passivisten Passivisme
Het begrip ā€˜passivismeā€™ verwijst naar de Vlaamsgezinden die tijdens de Eerste Wereldoorlog verdere pogingen om de Vlaamse eisen te realiseren tot na het einde van het politiek-militair co... Lees meer
genoemd, omdat zij de geboden kansen niet wilden grijpen.

De activisten stelden zich op als een revolutionaire voorhoede die zichzelf het recht toemat om met steun van een externe machtsfactor, namelijk het dictatoriale gezag van de bezetter, ingrijpende hervormingen aan de bevolking op te leggen. De Vlaamsgezinden die voor de oorlog het verst van de macht hadden gestaan, waren logischerwijze het vatbaarst voor die totalitaire verleiding. Het betrof dan militanten van buitenparlementaire pressiegroepen, vrijzinnigen na dertig jaar katholiek bewind en Brusselaars die moesten opboksen tegen de alomtegenwoordige suprematie van het Frans.

De bezetter was enkel geĆÆnteresseerd in het activisme voor zover het een pion kon zijn op het grote militair-diplomatieke schaakbord en BelgiĆ« kon verzwakken. De hertekening van de Europese kaart werd in de allereerste plaats aan het front beslist, maar ook via onderhandelingen. Daarom kon een Duitsgezinde Vlaamse onafhankelijkheidsbeweging interessant zijn. Maar er bestond langs Duitse zijde geen eensgezindheid over de meest opportune Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ā€˜Flamenpolitikā€™ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
. De militaire leiding was gewonnen voor een simpele annexatie en steun aan het radicale Jong-Vlaanderen. In regeringskringen koos men voor een voorzichtiger strategie, die rekening hield met een Europese vrede na onderhandelingen. De bedoeling was de Duitse invloed naar het Westen op te schuiven. Beide visies over de Flamenpolitik waren in bezet Belgiƫ zelf aanwezig.

De Duitse gouverneur-generaal Moritz von Bissing Von Bissing, Moritz
Moritz von Bissing (1844-1917) was van november 1914 tot aan zijn dood in april 1917 gouverneur-generaal van het bezette Belgiƫ. Lees meer
lanceerde een plan om het activisme uit zijn isolement te halen. Op 31 december 1915 maakte hij bekend dat de Gentse universiteit vernederlandst zou worden. Vooraanstaande leiders van de Vlaamse beweging reageerden afwijzend op de ā€˜Von Bissinguniversiteitā€™. Toch waren er ook Vlaamsgezinden die zich engageerden, onder andere verleid door de mogelijkheid van een academische carriĆØre.

Uit het milieu van activistische professoren ontstond in 1917 onder impuls van de bezetter een Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
, die het Vlaamse volk zou moeten vertegenwoordigen als embryonaal parlement, maar die in werkelijkheid een schimmig bestaan leidde dat onbekend bleef voor de Vlaming. De Raad onderhandelde met de bezetter over een toekomstig statuut voor Vlaanderen, maar was intern verdeeld over de vraag of er voor onafhankelijkheid dan wel federalisering moest worden gekozen.


Met een optocht doorheen de stad betoonden activisten in Gent hun steun aan de door de Raad van Vlaanderen uitgeroepen ā€˜politieke zelfstandigheidā€™ van Vlaanderen, 27 januari 1918. (Universiteitsbibliotheek Gent)
Met een optocht doorheen de stad betoonden activisten in Gent hun steun aan de door de Raad van Vlaanderen uitgeroepen ā€˜politieke zelfstandigheidā€™ van Vlaanderen, 27 januari 1918. (Universiteitsbibliotheek Gent)

Op 21 maart 1917 voerde Von Bissing de administratieve scheiding van Belgiƫ door, met Vlaamse ministeries in Brussel en Waalse in Namen, maar einde 1917 riep de Raad van Vlaanderen de Vlaamse onafhankelijkheid uit. Veel praktische gevolgen had die laatste demarche niet. De Raad probeerde zich als officiƫle vertegenwoordiger van Vlaanderen op te werpen om deel te kunnen nemen aan eventuele vredesonderhandelingen na de oorlog. Hiervoor ontbeerde het orgaan echter elke legitimiteit, aangezien het activisme uitgespuwd werd door de bevolking. Op bevel van de bezetter ontbond de Raad zich. Na een zogenaamde volksraadpleging die allesbehalve democratisch verliep, werd in 1918 een tweede Raad van Vlaanderen opgericht. Het bleef een machteloos praatkabinet.

Aan en achter het front

Al die tijd waren ook de ā€˜passivistenā€™, in weerwil van hun naam, actief gebleven. In bezet BelgiĆ« voerden zij campagne tegen het activisme op het gevaar af gevangengezet en gedeporteerd te worden door de Duitse bezetter. Ze wendden hun invloed ook aan om de Belgische regering tot Vlaamse toegevingen te dwingen en zo het activisme de wind uit de zeilen te nemen. Op 30 april 1917 richtten Van Cauwelaert en de liberale journalist Julius Hoste jr. Hoste, Julius (jr.)
Julius Hoste jr. (1884-1954) was een Vlaamsgezinde liberaal die actief was in de pers en de politiek. Hij behoort tot de kopstukken van de Vlaamse beweging. Lees meer
in Nederland, waarnaar ze in 1914 waren uitgeweken, het Vlaams-Belgisch Verbond op. Deze organisatie van aan BelgiĆ« trouwe Vlaamsgezinden formuleerde een ā€˜ Minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
ā€™, dat de volledige vernederlandsing van Vlaanderen inhield. Maar de regering bleef onbeslist en kwam niet verder dan een belofte van ā€˜gelijkheid in rechte en in feiteā€™.


Frans van Cauwelaert tijdens een bezoek aan het Belgische front, augustus 1918. Van Cauwelaert probeerde de invloed van het activisme bij de Vlaamsgezinden in te dijken en adviseerde de regering over dit onderwerp. (Koninklijk Legermuseum)
Frans van Cauwelaert tijdens een bezoek aan het Belgische front, augustus 1918. Van Cauwelaert probeerde de invloed van het activisme bij de Vlaamsgezinden in te dijken en adviseerde de regering over dit onderwerp. (Koninklijk Legermuseum)

Het Belgisch-loyale flamingantisme werd ook onder druk gezet door Vlaamsgezinde soldaten die het onrecht jegens de Vlamingen aan het front aanklaagden. In totaal waren 350.000 Belgen actief in het Belgische leger tijdens de oorlog aan en achter het front. De meerderheid van de troep waren Vlamingen (59% in het begin van de oorlog, 67% aan het eind ervan), terwijl de Vlamingen 55% van de Belgische bevolking uitmaakten. Die oververtegenwoordiging was te wijten aan het feit dat in de onbezette Westhoek nog Vlaamse dienstplichtigen konden worden gerekruteerd, net als in Frankrijk, waar relatief meer Vlaamse vluchtelingen waren omdat zij in 1914 gemakkelijker konden wegkomen. Bij de frontsoldaten was het taalonevenwicht nog groter, omdat meer Waalse soldaten een industrieel beroep hadden dat nuttig was in de wapenindustrie achter het front.

Het kader van officieren en onderofficieren was grotendeels Franstalig, terwijl ook de beveltaal eentalig Frans was. In 1913 was wel een eerste taalwet op het leger Leger
Lees meer
uitgevaardigd, maar die werd wegens de oorlogstoestand niet toegepast. Meer dan welk ander milieu ook was het leger een bolwerk van Belgische patriotten voor wie de Franse taal deel uitmaakte van de staatsideologie. In deze context broeide een taalconflict.

Al in 1915 kwamen er klachten van Vlaamsgezinden over een onheuse behandeling van Vlamingen in het leger en het met voeten treden van de taalwet. Het stabiele en relatief rustige front gaf de gelegenheid tot culturele activiteiten. Voor vele Vlaamsgezinde intellectuelen was het de eerste werkelijke kennismaking met het ā€˜volkā€™ dat zij willen verheffen. Er gaapte een diepe kloof tussen ideaal en werkelijkheid. Dit was de aanzet tot een beschavingsoffensief in de vorm van studiekringen en de publicatie van ā€˜ frontblaadjes Frontblaadjes
Frontblaadjes waren krantjes die tijdens de Eerste Wereldoorlog onder de soldaten werden verdeeld, met als doel hun moraal op te krikken. Lees meer
ā€™. Vlaamsgezindheid en katholieke zedenijver gingen hand in hand. Priesters en seminaristen speelden een belangrijke rol.

In dat milieu groeide een Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
van Vlaamsgezinden die op een meer gestructureerde manier taaleisen stelden. De legerleiding reageerde geprikkeld, waardoor het protest radicaliseerde. Koning-opperbevelhebber Albert I en zijn generaals zagen er een bedreiging in voor de tucht en de loyauteit. De oorlogsmoeĆ« soldaten waren gemakkelijk beĆÆnvloedbaar. De legertop greep naar tuchtstraffen en vervolging zodat enkele leiders een Geheime Frontbeweging stichtten die op 11 juli 1917 een Open Brief liet verschijnen gericht aan de Koning. Later volgden er nog meer. De Open Brieven klaagden de taaltoestanden in het leger aan en eisten de opdeling van de krijgsmacht in Vlaamse en Waalse eenheden en zelfbestuur voor Vlaanderen.


Guldensporenviering door leden van de Frontbeweging, 11 juli 1917. (ADVN, VFA4722)
Guldensporenviering door leden van de Frontbeweging, 11 juli 1917. (ADVN, VFA4722)

Met die laatste eis kwam de Frontbeweging op dezelfde lijn te staan als de gematigde activisten. Ze besliste contact met hen te zoeken. Enkele soldaten trokken in opdracht van de leiders over de linies. Hun missie liep verkeerd af. Ze werden onmiddellijk in het propagandacircuit van het activisme gebruikt. De Frontleiding trok haar handen van deze ā€˜ sublieme deserteurs Sublieme Deserteurs
De zogenaamde ā€˜Sublieme Deserteursā€™ waren overlopers die in het voorjaar van 1918 door de Frontbeweging naar de Duitse linies werden gestuurd om contact op te nemen met het activisme. ... Lees meer
ā€™ af, maar inmiddels had een anti-Belgisch sentiment wortel geschoten. Dat leidde tot een breuk met de vooroorlogse leiders van de Belgischgezinde Vlaamse beweging.

Hier spreekt men Nederlands

Op 11 november 1918 capituleerde het Duitse leger en het Belgische grondgebied werd ontruimd. Diegenen die hun lot verbonden hadden met de bezetter vluchtten naar het neutrale Nederland of naar Duitsland. Activisten die toch in het land bleven, vielen ten prooi aan een volkswoede. Een honderdtal belangrijkste figuren werd vervolgd en verdween in de cel. Meer dan drieduizend activistische ambtenaren werden ontslagen of geschorst en oud-studenten van de Von Bissinguniversiteit mochten niet voortstuderen. Vele gestraften en ballingen begonnen Belgiƫ te haten en stelden het land verantwoordelijk voor hun lot (zie Repressie na de Eerste Wereldoorlog Repressie na de Eerste Wereldoorlog
De ā€˜repressieā€™ na de Eerste Wereldoorlog was de bestraffing van degenen die tussen 1914 en 1918 met de Duitse bezetter collaboreerden en misdrijven tegen de veiligheid van de (Belgische)... Lees meer
).

Taaleisen in de koelkast

De inzet van alle Belgen tijdens de oorlog maakte hun volwaardige participatie aan het politieke bestel onvermijdelijk. Dat begreep ook koning Albert I, die tijdens zijn troonrede op 22 november 1918 tegemoetkwam kwam aan de eisen van de BWP. Hij beloofde de onmiddellijke invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen en van sociale wetten. De verwijzing naar een Nederlandstalige universiteit in Gent deed de Vlaamsgezinden hopen. Tevergeefs, want in de regeringsverklaring die zes dagen later werd verspreid, was daarover geen woord terug te vinden. Anders dan de arbeidersbeweging kwam de Vlaamse beweging met lege handen uit de oorlog. De smet van het activisme dwong haar in het defensief. Een triomferend Franstalig Belgisch nationalisme associeerde elke Vlaamsgezinde eis met een gebrek aan vaderlandsliefde.

De breuk die tijdens de Eerste Wereldoorlog binnen de Vlaamse beweging was ontstaan, zou ze tijdens het interbellum blijven verdelen. De belangrijkste breuklijn tussen de Vlaams-nationalisten en de Belgisch-loyale strekking die zich groepeerde rond de katholieke leider Frans van Cauwelaert was de strategische vraag of de Vlaamse natievorming moest verlopen via een eigen staat (zelfbestuur: de optie van de Vlaams-nationalisten) dan wel via Vlaamse machtsvorming in de Belgische staat (de optie van Van Cauwelaert).

Van Cauwelaert probeerde de Vlaamse beweging te verenigen rond het Minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
. De eerste doelstelling was de volledige vernederlandsing van Vlaanderen en de wettelijke en feitelijke rechtsgelijkheid van het Nederlands in het bestuur, het onderwijs, het gerecht en het leger. Deze eisenbundel werd gedragen door een brede groep van Vlaamsgezinden. Op 28 september 1919 richtte Van Cauwelaert de Katholieke Vlaamsche Landsbond Katholieke Vlaamse Landsbond (1919-1964)
De Katholieke Vlaamsche Landsbond (1919-1955) was de federatie van de Katholieke Vlaamsche Arrondissementsbonden, die als drukkingsgroep streed voor de vernederlandsing van Vlaanderen met... Lees meer
(KVL) op, een Vlaamsgezinde drukkingsgroep binnen de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
, waarvan de bijna volledige Vlaamse vleugel het Minimumprogramma aanvaardde. In 1921 dwong zij een bestuurlijke taalwet af, die het Nederlands oplegde als bestuurstaal in de Vlaamse provincies en gemeenten (zie Bestuur Bestuur
Het taalgebruik in het bestuur is een centraal aspect van de Belgische taalkwestie. Het omvat het proces van het afdwingen van taalrechten voor Vlamingen evenals de bestuurstaalwetgeving ... Lees meer
).


Al tijdens de eerste parlementsverkiezingen na de oorlog wierpen bepaalde afdelingen van de katholieke partij het minimumprogramma van Frans van Cauwelaert in de strijd: ā€˜de volledige gelijkheid op taalgebied tussen Vlamingen en Walenā€™, 1919. (KADOC, kcb000379)
Al tijdens de eerste parlementsverkiezingen na de oorlog wierpen bepaalde afdelingen van de katholieke partij het minimumprogramma van Frans van Cauwelaert in de strijd: ā€˜de volledige gelijkheid op taalgebied tussen Vlamingen en Walenā€™, 1919. (KADOC, kcb000379)

Er waren echter nog veel weerstanden te overwinnen. Allereerst kwam het Belgische establishment moeilijk los van de vooroorlogse logica van een tweetalig Vlaanderen met het Nederlands als officieel erkende tweede taal. Zo kon er in 1923 geen sprake zijn van de integrale vernederlandsing van de Gentse universiteit en koos het parlement voor een constructie met twee taalsecties. Ten tweede was er de interne verdeeldheid in de Vlaamse beweging. De poging die Van Cauwelaert ondernam om ook niet-katholieken te verenigen in een Algemeen Vlaamsch Verbond mislukte.

Het levensbeschouwelijke wantrouwen kreeg opnieuw de bovenhand. De liberale partij Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in Belgiƫ enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
wierp zich voluit op als de bestrijder van het Minimumprogramma, dat ze als verraad aan Belgiƫ beschouwde. De BWP had het te druk met de verankering van haar machtspositie in de Belgische staat en moest bovendien rekening houden met een Franstalig overwicht in eigen rangen. Niettemin speelde de Vlaamse socialist Huysmans een belangrijke rol in de realisatie van het Minimumprogramma. In een gemeentelijke coalitie met Van Cauwelaert bouwde hij de stad Antwerpen Antwerpen
Lees meer
uit tot een Vlaamsgezind bastion. Eenzelfde strategie wilde hij op nationale schaal volgen. Als een Vlaamsgezinde strekking dominant werd, konden de Vlamingen als meerderheid in Belgiƫ de wet stellen. Dit is de geschiedenis ingegaan als de Van Cauwelaertstrategie.

Een pistool tegen de slaap van Belgiƫ

De verdeeldheid in de Vlaamse beweging toonde zich vooral in de ontwikkeling van een nieuwe, Vlaams-nationalistische partij die van de eis tot Vlaams zelfbestuur haar bestaansreden maakt (zie Vlaams-nationalistische partijen Vlaams-nationalistische partijen
Het partijpolitieke Vlaams-nationalisme brak door in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en streefde een verregaande of volledige staatkundige verzelfstandiging van Vlaanderen na. De b... Lees meer
). Deze maximalistische Maximalisten
ā€˜Maximalistenā€™ was de benaming die de Vlaams-nationalisten zich tussen beide wereldoorlogen gaven. Ze gebruikten de term om zich te onderscheiden van de gematigdere Vlaamsgezinden die het... Lees meer
eis stond tegenover het minimalisme Minimalisten
De zogenaamd minimalistische flaminganten probeerden het eisenprogramma voor de Vlaamse beweging, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog onder de leiding van Frans van Cauwelaert was tot stan... Lees meer
van Van Cauwelaert. In 1919 ontstond de Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
, erfgenaam van zowel de Frontbeweging als het activisme. De partij viel in 1925 uiteen in zelfstandige regionale partijen vanwege disputen over het al dan niet katholieke karakter van de partij en de strategie om zelfbestuur te bereiken langs een wettelijke of revolutionaire weg. Desondanks kon het Vlaams-nationalisme zijn electoraat gestaag uitbreiden. De meeste regionale Vlaams-nationalistische partijen waren uitgesproken katholiek. Hun succes ging vooral ten koste van de Vlaamse katholieken, die tegelijkertijd toch hun aanhang en invloed in de eigen partij wisten uit te breiden.


Verkiezingsaffiche van de Frontpartij, s.d. (ADVN, VAFB385)
Verkiezingsaffiche van de Frontpartij, s.d. (ADVN, VAFB385)

De strijd tussen maximalisten en minimalisten heeft de realisatie van het Minimumprogramma zowel gestimuleerd als afgeremd. De groeiende aanhang van het anti-Belgische Vlaams-nationalisme was een pistool tegen de slaap van het Belgische establishment, dat de onafwendbaarheid van een volledige vernederlandsing van Vlaanderen aanvaardde om erger ā€“ het uiteenvallen van BelgiĆ« ā€“ te voorkomen. Een radicale Franstalige lobbygroep aanvaardde dat niet en bleef obstructie voeren. Door elke oplossing die afbreuk deed aan het tweetalige Vlaanderen af te wijzen, maakte ze een compromis onmogelijk. Dit was ook de strategie van de Vlaams-nationalisten, die het Minimumprogramma beschouwden als een nutteloze reanimatie van een land dat moest verdwijnen opdat een Vlaamse staat kon ontstaan.

Groeiend Vlaams natiebewustzijn

De ontwikkelingen in het partijpolitieke veld waren een afspiegeling van brede maatschappelijke veranderingen.

De economische modernisering van Vlaanderen zette zich voort met onder meer de ontwikkeling van de Vlaamse havens, de inplanting van chemische industrie in de Kempen en de ontginning van steenkool in Limburg. Er ontstond een Vlaamse burgerij die haar wortels in de industrie en het financiewezen had en die als een aparte groep optrad, naast en tegen de Belgische holdingbourgeoisie. Daarnaast groeide een gevarieerde sector van kleine ondernemingen. Zo groeide een Vlaamse middenklasse die in toenemende mate werk vond in een taalgevoelige dienstensector (zie Bedrijfsleven Bedrijfsleven
Onder impuls van intellectuelen, ondernemers en gesalarieerde kaders verkreeg de Vlaamse beweging een economische oriƫntatie. De uitbouw van een Vlaams bedrijfsleven behelsde een politiek... Lees meer
).

Het bewustzijn van een economische belangengemeenschap van Nederlandstaligen veruitwendigde zich in het ontstaan van aparte Vlaamse organisaties zoals het Vlaamsch Economisch Verbond Vlaams Economisch Verbond
Het Vlaams Economisch Verbond (VEV) is een Vlaamsgezinde belangengroep en patronale organisatie, die werd opgericht in 1926. Tijdens het interbellum zette het VEV zich in voor algemeen ec... Lees meer
(VEV) van Lieven Gevaert Gevaert, Lieven
Lees meer
. Vaak namen ze Vlaamsgezinde standpunten in en droegen ze bij tot de vernederlandsing van Vlaanderen. De Boerenbond Belgische Boerenbond
De Boerenbond is een beroepsorganisatie van en voor landbouwers die tot ver in de 20ste eeuw sterke banden had met de Kerk en de katholieke partij, zich van meet af sterk engageerde in de... Lees meer
was een Belgische organisatie, maar stond zoals de christelijke arbeidersbeweging Christelijke arbeidersbeweging
In de christelijke arbeidersbeweging heeft steeds een uitgesproken belangstelling voor de Vlaamse kwestie bestaan. De groeiende invloed van deze beweging, in het kielzog van de democratis... Lees meer
pal achter het Minimumprogramma. De bond had een eigen bank, die onder meer het kapitaal voor de Antwerpse Boerentoren bijeenbracht.


Als symbool van de economische expansie van Vlaanderen verrees in Antwerpen de Boerentoren, het op dat moment hoogste torengebouw van Europa. Bij zijn afwerking in 1932 werd de toren de zetel van de Algemene Bankvereniging, een fusie van verschillende Vlaamse financiƫle groepen. (Vlaams Architectuurinstituut)
Als symbool van de economische expansie van Vlaanderen verrees in Antwerpen de Boerentoren, het op dat moment hoogste torengebouw van Europa. Bij zijn afwerking in 1932 werd de toren de zetel van de Algemene Bankvereniging, een fusie van verschillende Vlaamse financiƫle groepen. (Vlaams Architectuurinstituut)

De Vlaamse beweging was inmiddels uitgegroeid tot een brede maatschappelijke beweging die doorgedrongen was tot in de kleinste gemeenten. Jaarlijkse bijeenkomsten zoals 11-julivieringen werden massaal bijgewoond. Vele socioculturele verenigingen hadden een uitgesproken Vlaamsgezind karakter en er ontstonden Vlaamsgezinde massaorganisaties in uiteenlopende maatschappelijke domeinen, zoals bijvoorbeeld de Vlaamse Toeristenbond Vlaamse Toeristenbond
VTB-VAB (1922) was een cultureel-toeristische organisatie die bijdroeg aan de ontwikkeling van het toerisme en de mobiliteit in Vlaanderen. Ze was door haar financiƫle en culturele slagkr... Lees meer
(VTB), die in de jaren 1930 100.000 leden telde. Jeugdbewegingen Jeugdbeweging
Lees meer
in Vlaanderen, zoals scouts en katholieke actiegroepen, waren uitgesproken Vlaamsgezind. Ook in het culturele veld was de Vlaamse beweging nog sterker dan voordien vertegenwoordigd (zie Literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
, Beeldende Kunst Beeldende kunst
De beeldende kunsten en de Vlaamse beweging onderhielden van 1830 tot vandaag een complexe en gelaagde relatie, die pendelde tussen gematigde sympathie, radicaal engagement en kritische a... Lees meer
, Toneel Toneel
Het Vlaamse toneel onderhield vanaf zijn ontstaan in de 19de eeuw een complexe en gelaagde verhouding met de Vlaamse beweging. Van een belangrijk emancipatorisch instrument en voorwerp va... Lees meer
, Muziek Muziek
Lees meer
en Film Film
Sinds het ontstaan van film eind 19de eeuw evolueerde het filmbedrijf in Vlaanderen van een Belgische, overwegend Franstalige sector naar een steeds meer onderscheidende Vlaamse filmsect... Lees meer
).

In het bijzonder de herinnering aan de Eerste Wereldoorlog had een mobiliserende kracht. Het Vlaams-nationalistische Verbond van Vlaamse Oudstrijders Verbond VOS
Het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS), opgericht in 1919, was een flamingantische vereniging voor oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog, die in de loop van het interbellum tot ee... Lees meer
(VOS) was een massaorganisatie maar ook de Nationale Strijdersbond Nationale Strijdersbond van Belgiƫ
De Nationale Strijdersbond van Belgiƫ was de grootste Belgische oud-strijdersorganisatie (1919). In tegenstelling tot het concurrerende Verbond der Vlaamse Oud-strijders (VOS) probeerde d... Lees meer
(NSB) had in Vlaanderen een Vlaamsgezind karakter. De jaarlijkse bedevaarten naar de graven van enkele bekende Vlaamsgezinde gesneuvelden groeiden uit tot de belangrijkste politieke manifestatie van de Vlaamse beweging, met vele tienduizenden aanwezigen (zie IJzerbedevaarten IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
). Het publiek bestond hoofdzakelijk uit katholieke flaminganten en Vlaams-nationalisten. Ze waren verdeeld over de mate waarin Vlaanderen zelfbestuur moest verwerven. In 1928-1929 werd de IJzertoren IJzertoren
De IJzertoren is een Vlaamsgezind monument in Diksmuide, dat in 1928-1930 werd opgericht als eerbetoon aan de Vlaamse soldaten die sneuvelden aan het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoo... Lees meer
gebouwd onder het motto AVV-VVK, dat aanknoopte bij de vooroorlogse Vlaamse beweging en haar uitgesproken katholieke karakter. Er werd tevens een cultus opgebouwd rond het zogenaamde IJzertestament van de Vlaamsgezinde soldaten in 1914-1918, gesymboliseerd door het parool Zelfbestuur, Nooit meer oorlog en Godsvrede. Godsvrede was een opening naar niet-katholieke Vlaamsgezinden, maar vooral ook een aansporing om politieke tegenstellingen te begraven om het Vlaamse zelfbestuur te realiseren.

Het IJzerbedevaartcomitƩ danste op een slappe koord om het evenwicht te bewaren tussen radicalen en gematigden, maar vanaf de jaren 1930 trokken de Vlaams-nationalisten aan het langste eind. Zo werd de IJzertoren in toenemende mate een symbool van anti-Belgisch radicalisme.


De IJzertoren was bijna voltooid tijdens de IJzerbedevaart van 1929. Vanuit een vliegtuigje, ingehuurd door de Vlaamse Toeristenbond (VTB), werden bloemen uitgestrooid over de bedevaarders. (ADVN, VFFY31/475)
De IJzertoren was bijna voltooid tijdens de IJzerbedevaart van 1929. Vanuit een vliegtuigje, ingehuurd door de Vlaamse Toeristenbond (VTB), werden bloemen uitgestrooid over de bedevaarders. (ADVN, VFFY31/475)

Al die tendensen spoorden met een sterker wordend Vlaams natiebewustzijn dat zich vooral in het katholieke deel van de Vlaamse bevolking nestelde. De Vlaamse christendemocratie wierp zich met de steun van de Kerk op tot de vertegenwoordiger van het Vlaamse volk. Uit dezelfde katholieke bron borrelden Vlaams-nationalistische tendensen op die als bedreigend werden ervaren voor de eenheid van het Belgische katholicisme en dus voor de kerkelijke belangen. De bisschoppen aarzelden niet om in 1925 het Vlaams-nationalisme krachtig te veroordelen Ć©n tegelijk steun te betuigen aan het Minimumprogramma. Anti-Belgische tendensen, zoals die zich bijvoorbeeld voordeden in het Algemeen Katholiek Vlaamse Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS) en het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond
Lees meer
(KVHV), werden gefnuikt.

Bormsverkiezing en nieuwe taalwetten

De verandering in het Vlaamse opinielandschap kwam spectaculair aan het licht als gevolg van de Bormsverkiezing Bormsverkiezing
De Bormsverkiezing ā€“ de verkiezing van de onverkiesbare, in de gevangenis verblijvende ex-activist August Borms tot Kamerlid bij tussentijdse verkiezingen in 1929 ā€“ was een politiek feit ... Lees meer
op 9 december 1928. De activist August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hƩt symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
, die als een van de weinige activistenleiders niet was gevlucht, werd als gewezen lid van de Raad van Vlaanderen aanvankelijk ter dood veroordeeld en zat na gratie een levenslange gevangenisstraf uit. Dat maakte hem onverkiesbaar, hoewel hij zich wel kandidaat kon stellen. Zo behaalde hij 83.058 stemmen bij een tussentijdse verkiezing voor een Kamerzetel in Antwerpen. Dat de landverrader Borms bijna twee keer meer stemmen haalde dan de gedoodverfde liberale kandidaat veroorzaakte een psychologische schok, nog versterkt door de Vlaams-nationalistische zetelwinst van 5 naar 11 Kamerzetels bij de verkiezingen in mei 1929. Het was een niet mis te verstaan signaal van de burger: de Vlaamse eisen waren ernstig te nemen. Het politieke establishment trok er zijn conclusies uit. De regering voerde het Minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
uit om een verdere radicalisering te voorkomen. Op 19 januari 1929 keurde de Kamer bovendien de uitdovingswet Uitdovingswet
Lees meer
goed, waardoor bepaalde straffen tegen de activisten vervallen werden verklaard.

Op 13 maart 1929 bereikte de christelijke arbeidersbeweging een akkoord over de eentaligheid van de regioā€™s. Op hetzelfde moment sloot de BWP het Compromis des Belges Compromis des Belges
Lees meer
dat een paar maanden later tot een officieel en radicaal partijstandpunt leidde: Compromis des socialistes belges, dat de eentaligheid van de regioā€™s als principe stelde. Op basis hiervan zou de BWP tussen 1930 en 1932 meewerken aan de totstandkoming van de taalwetgeving die de Vlaamse eentaligheid wettelijk verankerde. Op 5 april 1930 werd de volledige vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit goedgekeurd. De nieuwe taalwetten op de administratie (1932), het lager Lager onderwijs
De ā€˜taalstrijdā€™ in Vlaanderen is op het niveau van het lager onderwijs minder problematisch verlopen dan op dat van het middelbaar en van het hoger onderwijs. Toch was de verfransing van ... Lees meer
en middelbaar onderwijs Middelbaar onderwijs
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van ... Lees meer
(1932), het gerecht Gerecht
Lees meer
(1935) en het leger Leger
Lees meer
(1938) gaven aan het taalprobleem in Belgiƫ een territoriale oplossing met drie taalgebieden: een eentalig Nederlands Vlaanderen, een eentalig Frans Walloniƫ en Brussel als tweetalige hoofdstad.


Affiche ter promotie van de vernederlandste Gentse universiteit, 1930.  (ADVN, VFB702)
Affiche ter promotie van de vernederlandste Gentse universiteit, 1930. (ADVN, VFB702)

Er bleven echter problemen bestaan. Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
kreeg in elke taalwet een apart statuut dat geen dam opwierp tegen de voortschrijdende verfransing. Ook de grenzen van de taalgebieden werden betwist. Rond de taalgrens Taalgrens
Het begrip ā€˜taalgrensā€™ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
liepen de emoties hoog op. De uiterst actieve Florimond Grammens Grammens, Flor
Onderwijzer Flor Grammens (1899-1985) verwierf tijdens zijn leven grote bekendheid door zijn herhaalde en soms spectaculaire acties tegen de schendingen van de taalwetgeving. Lees meer
eiste dat het nieuwe principe van een eentalig Vlaanderen onmiddellijk vertaald werd door officiƫle eentalig Nederlandstalige opschriften en aankondigingen. In vele taalgrensgemeenten, maar ook in een aantal Vlaamse steden, ging hij met medestanders Franstalige mededelingen overkladden of vernietigen. Voor dit eigenmachtige optreden belandde hij herhaaldelijk in de gevangenis, wat zijn populariteit bij zijn navolgers vergrootte.

Tegen Belgiƫ en voor een Nieuwe Orde

De aanslepende taalproblemen in Brussel en op de taalgrens waren koren op de molen van de Vlaams-nationalisten, al beschouwden zij taalwetten als een achterhaalde remedie. De radicalen onder hen zagen enkel heil in de vernietiging van de Belgische staat, die zij als onnatuurlijk beschouwden en verantwoordelijk stelden voor elk onheil in de samenleving. Gematigden achtten een Vlaams zelfbestuur realiseerbaar in een gefederaliseerde Belgische staat, maar zij zaten in het defensief.

Antidemocratische en anti-Belgische koers

De anti-Belgische strekking in de Vlaamse beweging raakte steeds meer vervlochten met een rechts volksnationalisme dat de burgerlijke vrijheden afwees (zie Rechts-radicalisme Rechts-radicalisme
De rechts-radicale traditie begon toen het Vlaams-nationalisme in het interbellum koos voor Nieuwe Orde en collaboratie. Na de oorlog evolueerde radicaal-rechts in Vlaanderen van nostalgi... Lees meer
). Overal in Europa staken uiterst rechtse ideeƫn en regimes de kop op. Het invloedrijkst was het nationaalsocialisme, dat in 1933 onder de leiding van Adolf Hitler de macht greep in Duitsland. De economische crisis, die vanaf 1929 in Belgiƫ toesloeg, maakte velen ontvankelijk voor utopieƫn.

De buitenlandse voorbeelden voegden een revolutionaire component toe aan het Vlaams-nationalisme, dat in de jaren 1930 evolueerde tot een rechts-radicale anti-Belgische en antidemocratische stroming die streefde naar een Nieuwe Orde die komaf maakte met de parlementaire democratie. Voorts kreeg het een Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van Belgiƫ of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
of Dietse Diets
Het woord ā€˜Dietsā€™ stamt uit het Middelnederlands. In de context van de Vlaamse beweging dook deze term voor het eerst op in de loop van de 19de eeuw, meestal als equivalent voor Nederlan... Lees meer
inslag vanuit de opvatting dat een volk zich via zijn taal toonde en dus enkel een vereniging van Vlaanderen en Nederland het politieke einddoel kon zijn. Die ideologische heroriƫntering had weinig praktische implicaties en het was in de eerste plaats een alibi om Belgiƫ volledig te verwerpen en verketteren. Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geĆÆnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
, in 1921 verkozen in de Kamer voor de Frontpartij maar in 1929 niet herkozen, stichtte in 1931 het Verbond van Dietsche Nationaal-Solidaristen Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geĆÆnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
(Verdinaso) dat de parlementaire democratie afwees. Het betekende een zweepslag voor het verbrokkelde partijpolitieke Vlaams-nationalisme.

Zo ontstond in 1933 het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV). De partij wees de Belgische parlementaire democratie af, stond op een Diets standpunt, maar nam anders dan het Verdinaso wel deel aan de verkiezingen en behaalde in 1936 een klinkende overwinning met 13,6% van de Vlaamse kiezers, goed voor 16 Kamerzetels. Dit resultaat was vooral een bevestiging van het prestige van VNV-leider Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carriĆØre begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
, een gewezen Kamerlid van de Frontpartij, die zijn rol als toekomstig autoritair leider van het Dietse volk ernstig nam. Tegelijkertijd was hij pragmatisch genoeg om tegemoet te komen aan een gematigde vleugel van het VNV, die actief wilde blijven in de Belgische politiek.


Staf de Clercq, omgeven door geĆ¼niformeerde militanten, op de eerste landdag van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) in Kester, 1935. (Amsab-ISG, fo009843)
Staf de Clercq, omgeven door geĆ¼niformeerde militanten, op de eerste landdag van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) in Kester, 1935. (Amsab-ISG, fo009843)

De verkiezingen van 1936 boden daartoe een uitstekende gelegenheid. Ze verliepen in een sfeer van regimecrisis, waardoor een populistische rechtse partij als Rex Rex
Rex was een Belgische politieke partij (1935-1940) en een collaboratiebeweging in Franstalig Belgiƫ (1940-1944). Lees meer
van LĆ©on Degrelle Degrelle, LĆ©on
LĆ©on Degrelle (1906-1994) was de leider van Rex, initieel een Belgische, extreemrechtse nationalistische beweging, nadien omgevormd tot partij, die na 1936 radicaliseerde in fascistische ... Lees meer
grote aanhang verwierf (21 Kamerzetels). De katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
was er het grootste slachtoffer van: min 16 zetels en voorbijgestoken door de BWP als grootste partij. Deze terugval noopte de partij tot een feitelijke splitsing met de oprichting in Vlaanderen van een Katholieke Vlaamse Volkspartij (KVV).

Poging tot een rechtse, Vlaamse alliantie

De radicalisering van het Vlaams-nationalisme ging niet voorbij aan de Vlaamsgezinde achterban van de katholieke partij. De politiek van de taalwetten werd door velen als achterhaald beschouwd. Een structuurhervorming van de Belgische staat en een ideologische samenwerking met andere rechtse krachten tegen een mogelijk links Volksfront onder de leiding van de socialisten kwamen op de agenda. Zo ontstond de idee van een rechtse en Vlaamse krachtenbundeling van KVV met VNV en/of Rex (zie Vlaamsche Concentratie Vlaamsche Concentratie
Vlaamsche Concentratie (1935-Ā±1940) was de naam voor de idee en de beweging die streefde naar de hergroepering van alle katholieke Vlamingen. Lees meer
).

Degrelle hoopte door de samenwerking met het VNV een crisis te veroorzaken die hem aan de macht zou brengen. Het VNV wilde meeprofiteren en op korte termijn de achterban van Rex in Vlaanderen inpalmen. Uiteindelijk kwam er van de herverkaveling niets terecht. Degrelles Belgisch-nationalistische achterban verteerde zijn flirt met het VNV niet. Rex werd in april 1937 bovendien door aartsbisschop Ernest van Roey Van Roey, Ernest-Joseph
Ernest-Joseph van Roey (1926-1961) was Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen. Hij aanvaardde geleidelijk de onvermijdelijkheid van een eentalig Vlaanderen en bestreed het Vlaams-nationalis... Lees meer
veroordeeld als ā€˜een gevaar voor het land en de kerkā€™. Rex ging ten onder en hield in 1939 nog 4 Kamerzetels over. Ook een Vlaamse concentratie van KVV en VNV mislukte. Een radicale vleugel van het VNV voelde er niets voor, omdat het KVV een gefederaliseerd Belgisch parlementair bestel in het vooruitzicht stelde. Gematigde VNVā€™ers, voorstanders van samenwerking met de Vlaamse katholieken, delfden het onderspit.

Het VNV stond politiek geĆÆsoleerd, maar beschikte over een stabiele achterban die bovendien ingebed was in een ruimere Vlaamse beweging. De partij telde 25.000 leden. Bij de verkiezing van 1939 behaalde ze 15% in Vlaanderen, ondanks een scherpe campagne van de andere partijen, die haar bestreden als een bondgenoot van het imperialistische Duitse nationaalsocialisme.

Aan de vooravond van een tweede wereldbrand was BelgiĆ« een heel ander land geworden. De Vlaamse beweging had het Franstalige Belgische vaderland veranderd in een land met twee officiĆ«le talen, twee min of meer homogene taalgebieden en een in principe tweetalige hoofdstad. De eenheid van het land werd nog niet ernstig bedreigd, al waren de separatistische tendensen reeds aanwezig. In Vlaanderen was tijdens de vorige oorlog een politieke familie ontstaan met als hoofddoel de vernietiging van BelgiĆ«. In 1939 stemde 1 op 7 Vlamingen voor het Vlaams-nationalistische VNV. Een meerderheid van Vlaamsgezinden ijverde vooralsnog voor hervormingen binnen de Belgische staat, maar zonder veel effect op het beleid, al kwamen er toch barstjes in de unitaire Belgische staat. Zo werd in 1938 een Nederlandse (en ook Franse) Cultuurraad in het leven geroepen als adviserend college inzake ā€˜het vraagstuk van de culturele ontwikkeling van de Natieā€™ (zie Nederlandsche Cultuurraad Vlaamsche Kultuurraad
Lees meer
) en in hetzelfde jaar werden Vlaamse Academies opgericht voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten enerzijds en voor Geneeskunde anderzijds naast de AcadĆ©mie royale de Belgique.Ā Ā 

Naar een tweede collaboratie

Toen op 28 mei 1940 koning Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiƫle houding en mee... Lees meer
aan het hoofd van zijn leger capituleerde (zie Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
), was De Clercq al in onderhandeling met Duitsland Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
. In het geheim had hij binnen het VNV al voor de oorlog een Militaire Organisatie Militaire Organisatie
De Militaire Organisatie (MO) werd opgericht door Staf de Clercq, leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV), tijdens de mobilisatie na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog (193... Lees meer
in het leven geroepen en contact gezocht met de Duitse geheime diensten. Op 3 juni 1940 ontmoette hij de nieuwe Duitse machthebbers in Brussel en bood de medewerking van zijn partij aan, ook al had de partijtop kort daarvoor een nieuw activisme uitgesloten.

Net zoals in de Eerste Wereldoorlog voerde de Duitse bezetter een Flamenpolitik die de invloed van Duitsland naar het Westen moest verschuiven. Op 14 juli 1940 beval Hitler een voorkeursbehandeling voor de Vlamingen. Tegelijk maakte hij duidelijk over de toekomst van Belgiƫ nog geen beslissing te hebben genomen. Van een administratieve scheiding van Belgiƫ en het uitroepen van de Vlaams onafhankelijkheid zoals dat in de vorige bezetting was gebeurd kon geen sprake zijn.

Greep naar de macht van het VNV

Het VNV moest zich plooien naar een toekomstige wilsbeschikking van Hitler. Propaganda voor Groot-Nederland was verboden. Op 10 november 1940 sprak De Clercq zijn vertrouwen uit in de FĆ¼hrer en verklaarde dat Vlaanderen zich moest inschakelen in de Nieuwe Orde, geboren uit de nationaalsocialistische revolutie (zie Collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
). Het gros van zijn volgelingen reageerde enthousiast. Niet alle medestanders waren even geestdriftig over wat zij als een vlucht vooruit zonder politieke garanties beschouwden. Sommigen zouden liever samenwerken met Belgische groepen rond koning Leopold III om zo de macht te verwerven en meer Vlaamse zelfstandigheid te verwezenlijken onder Duitse voogdij. Het waren de gematigden die vĆ³Ć³r de oorlog hadden geijverd voor een Vlaamse concentratie, maar ook zij werden door hun partijgenoten meegezogen in de collaboratie met het VNV als kern.

Het VNV eiste het politieke monopolie op in overeenstemming met de nationaalsocialistische doctrine dat de wil van het volk zich veruitwendigde in de leider en zijn partij. Het probleem was dat de Vlaamse bevolking deze claim niet erkende en na verloop van tijd en in groeiende mate vijandig stond tegenover iedereen die de zijde van de bezetter koos. Niettemin probeerde het VNV zijn achterban uit te breiden. Dat lukte alleen in kringen van rechtse Vlaamsgezinden met wie de partij al voor de oorlog had samengewerkt. Zo collaboreerde een veel groter deel van de Vlaamse beweging dan in de jaren 1914-1918. Het VNV-ledental groeide tot 50.000 in 1941, ook door de talrijke Belgische bestuursposten die de partij kon aanbieden. In april 1941 werd VNV-topman Gerard RomsƩe RomsƩe, Gerard
Lees meer
secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken, onder meer bevoegd voor de benoeming van burgemeesters. Mede door zijn beleid werd 50%van de Vlaamse gemeenten bestuurd door een VNVā€™er (zie Oorlogsburgemeesters en -schepenen Oorlogsburgemeesters
De term ā€˜oorlogsburgemeestersā€™ verwijst naar de collaborerende burgemeesters die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden benoemd en de hoeksteen vormden van de machtsgreep van het Vlaamsch ... Lees meer
).


Toespraak van VNV-leider Staf de Clercq op een bijeenkomst naar aanleiding van het vertrek van Vlaamse vrijwilligers naar het Oostfront, zomer 1941. (Amsab-ISG, fo013421)
Toespraak van VNV-leider Staf de Clercq op een bijeenkomst naar aanleiding van het vertrek van Vlaamse vrijwilligers naar het Oostfront, zomer 1941. (Amsab-ISG, fo013421)

1941 bleek een hoogtepunt te zijn. Onpopulaire bezettingsmaatregelen, zoals de verplichte tewerkstelling in Belgiƫ (maart 1942) en in Duitsland (oktober 1942), en het keren van de Duitse krijgskansen maakten verdere groei onmogelijk en leidden integendeel tot een afkalving van het ledental tot 10.000 in 1944. De bewering dat het VNV het Vlaamse volk vertegenwoordigde, bleek als puntje bij paaltje kwam slechts ongeloofwaardige retoriek.

Groot-Duitse concurrentie en roemloos einde

Het VNV kreeg een koekje van eigen deeg toen de bezetter zelf een tegenbeweging op gang bracht die de machtsaanspraak van het VNV openlijk ter discussie stelde. Heinrich Himmler, chef van de SS en de op een na machtigste man van het Derde Rijk, wilde een Groot-Duits rijk tot stand brengen waarin alle Germaanse volkeren zouden samenleven. De Vlamingen beschouwde hij als vernederlandste Duitsers. Himmler wees de aparte politieke toekomst van Vlaanderen of Groot-Nederland van de hand en stond zo lijnrecht tegenover het VNV, dat de steun van het Duitse Militaire Bestuur had. Om zijn ideeƫn in Vlaanderen te verspreiden richtte Himmler de Algemeene-SS Vlaanderen Algemeene-SS Vlaanderen
De SS-Vlaanderen was een collaborerende militie tijdens de Tweede Wereldoorlog, die deel uitmaakte van de Duitse SS. Ze ijverde voor de aanhechting van Vlaanderen bij Duitsland. Lees meer
op en gaf hij de Duitsch-Vlaamse Arbeidsgemeenschap Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap
De Duitsch-Vlaamsche Arbeidersgemeenschap (DeVlag) (1935-1945) was vĆ³Ć³r de Tweede Wereldoorlog een organisatie van Vlaamse en Duitse studenten. Tijdens de oorlog ontpopte de DeVlag zich ... Lees meer
(DeVlag), een culturele vriendschapsvereniging onder de leiding van Jef van de Wiele Van de Wiele, Jef
Jef van de Wiele (1903-1979) was een leraar, schrijver en leider van de Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap. Hij trad tijdens de Tweede Wereldoorlog in de culturele en politieke collabor... Lees meer
die al sedert 1935 bestond, de opdracht zich als Groot-Duitse politieke concurrent van het VNV op te stellen. Met zeer veel Duits geld en middelen wist Van de Wiele al snel duizenden volgelingen aan te trekken.

Het VNV reageerde met machtsvertoon en vroeg tevergeefs een officiƫle erkenning als enige toegelaten partij. De Clercq schakelde het VNV ook in in de Duitse oorlogsvoering op het thuisfront in paramilitaire formaties en aan het oostfront Oostfronters
Het begrip oostfronters duidt in de context van de geschiedenis van de Vlaamse beweging op Vlamingen die als vrijwilliger aan de zijde van Duitsland vochten tegen het Sovjetrussische Rod... Lees meer
na het uitbarsten van de Duits-Russische oorlog op 22 juni 1941 met de oprichting van een antibolsjewistisch Vlaamsch Legioen Vlaamsch Legioen
Het Vlaamsch Legioen (1941-1943) was een Vlaamse eenheid aan het oostfront tijdens de Tweede Wereldoorlog, die deel uitmaakte van de Waffen-SS. Lees meer
dat in de Waffen-SS werd ingezet. De rekruten werden geĆÆndoctrineerd met Groot-Duitse ideeĆ«n en sommigen stuurden daarover klachten aan het adres van het VNV.


Machtsontplooiing van het VNV tijdens de herdenkingsmars voor de aan het oostfront gesneuvelde Reimond Tollenaere in Brussel, 12 juli 1942. (CegeSoma, 14604)
Machtsontplooiing van het VNV tijdens de herdenkingsmars voor de aan het oostfront gesneuvelde Reimond Tollenaere in Brussel, 12 juli 1942. (CegeSoma, 14604)

In het VNV groeide de twijfel. Invloedrijke leden vroegen dat de leiding politieke garanties zou afdwingen voor de zware oorlogsinspanningen. VNVā€™ers sneuvelden aan de Duitse fronten en waren het doelwit van het gewapende verzet Verzet
Het georganiseerde verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Vlaamse provincies was doorgaans altijd Belgisch verzet: zowel op het vlak van de ideologische oriƫntatie, de motieven en he... Lees meer
tegen de bezetter en zijn handlangers. Vooral Hendrik Elias Elias, Hendrik
Hendrik Elias (1902-1973) was een historicus en Vlaams-nationalistisch politicus die als leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond collaboreerde met de Duitse bezetter tijdens de Tweede W... Lees meer
, de tweede leider van het VNV na het overlijden van De Clercq op 22 oktober 1942, werd met dat probleem geconfronteerd. Elias wilde de bezetter dwingen een bevoorrechte collaboratiepartner te kiezen, tevergeefs. Hij probeerde druk op de ketel te zetten door in augustus 1943 de werving voor de Waffen-SS stop te zetten, maar het VNV bleef voort collaboreren omdat het geen beter alternatief zag. Wanneer in september 1944 de geallieerde tanks Belgiƫ binnenrolden, kwam een roemloos einde aan de Vlaams-nationalistische collaboratie.

Het VNV heeft niet de hele Vlaamse beweging meegesleurd in de collaboratie, maar toch een groot deel. Vele Vlaamsgezinde schrijvers en kunstenaars stelden hun talent ten dienste van de collaboratie en de bezetter, die ook een actieve cultuurpolitiek voerde.

De collaboratie van de Vlaamse beweging in de Tweede Wereldoorlog vereenzelvigde zich met het nationaalsocialisme. Ze criminaliseerde andersdenkenden, rechtvaardigde racistische opvattingen en de Jodenvervolging (zie Antisemitisme Antisemitisme
Lees meer
), en ontwikkelde een superioriteitsidee waarmee zelfs imperialisme jegens Walen werd gelegitimeerd. Een keiharde reactie na de bevrijding viel dan ook te verwachten.

Repressie

Ongeveer honderdduizend Belgen waren het voorwerp van de naoorlogse gerechtelijke en burgerlijke repressie Repressie
Lees meer
. Daaronder bevonden zich zowel Franstaligen als Vlamingen. Deze repressie was niet anti-Vlaams in die zin dat ze Vlaamsgezinden vaker en harder trof. Wel werden relatief veel Vlaamsgezinden getroffen, omdat een belangrijk deel van de Vlaamse beweging had gecollaboreerd en omdat de omvang van de zuiveringen en de sfeer waarin ze verliepen soms ook tot ontsporingen leidden. Dat was vooral het geval bij de straatrepressie, toen burgers het recht in eigen handen namen in de weken na de bevrijding en in mei 1945 toen de oorlog eindigde en het lot van de Belgen in Duitse gevangenschap in het volle licht kwam te staan.


Aanhouding van vermeende collaborateurs in Antwerpen door leden van het verzet, 4 september 1944. (CegeSoma, 28413)
Aanhouding van vermeende collaborateurs in Antwerpen door leden van het verzet, 4 september 1944. (CegeSoma, 28413)

De unitaire staat onder communautaire druk

Doordat de anti-Belgische strekking samen met het Derde Rijk ten onder ging, vloeide de Vlaamse beweging weer binnen loyaal-Belgische banen. De Vlaams-nationalisten verdwenen uit het parlement en belandden in de politieke marginaliteit. Een bomaanslag in juni 1945 op de IJzertoren ā€“ hĆ©t symbool van het ā€˜Vlaamse oorlogsleedā€™ aan het IJzerfront ā€“ en in de jaren 1930 verzamelpunt van de IJzerbedevaarten, lokte nauwelijks commentaar uit. Elk protest verstomde omdat tijdens de bezetting aan dit monument de collaboratie was verrechtvaardigd. Maar het tij keerde snel. Toen in de nacht van 15 op 16 maart 1946 een nieuwe aanslag de toren totaal vernielde, protesteerden Vlaamsgezinden luid en duidelijk. Vooral in de katholieke hoek vond de Vlaamse beweging een nieuwe adem, onder meer omdat ze verstrengeld raakte met de Koningskwestie Koningskwestie
Constitutioneel, politiek en maatschappelijk vraagstuk rond de persoon en de houding van koning Leopold III tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
die Belgiƫ tot 1950 in zijn greep hield (zie Monarchie Monarchie
In deze bijdrage over de Belgische vorsten, van Leopold I tot en met Albert II (1831-2013), wordt gepeild naar hun oordeel over en aandeel in de ontwikkeling van de Belgische taalstrijd e... Lees meer
).

De nieuw opgerichte Christelijke Volkspartij (CVP) ambieerde het rechtse flamingantische electoraat op te zuigen. De Van Cauwelaertstrategie werd geactualiseerd: binnen het herstelde Belgische vaderland moest de gelijkheid tussen de taalgroepen gerealiseerd worden Ć©n het demografische Demografie
Lees meer
overwicht binnen de unitaire staat bood bovendien uitzicht op duurzame Vlaams-katholieke dominantie. Een hele generatie Vlaamsgezinde CVPā€™ers zou steunend op de electorale kracht van de katholieke sociale organisaties dat programma incarneren.


Na de Tweede Wereldoorlog stonden de katholieke zuil en partij open voor de integratie van gewezen collaborateurs. De liberale partij klaagde deze situatie tijdens de verkiezingen van 1946 fel aan. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps5024)
Na de Tweede Wereldoorlog stonden de katholieke zuil en partij open voor de integratie van gewezen collaborateurs. De liberale partij klaagde deze situatie tijdens de verkiezingen van 1946 fel aan. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps5024)

Het katholieke bevolkingsdeel, aangevoerd door de CVP, kon begrip opbrengen voor Leopold III. Net als de Koning hadden katholieke organisaties, de Kerk Kerk
De verhouding tussen Kerk en Vlaamse beweging vertoont historisch een tweevoudig beeld. Enerzijds waren de godsdienstige en de Vlaamsgezinde overtuiging innig verstrengeld en vormde de cl... Lees meer
op kop, tijdens de bezetting een pragmatische koers gevaren. Vele niet-katholieken hadden dat ook gedaan, maar dat nam niet weg dat zij zich veel sterker vereenzelvigden met het linkse verzet en de terugkeer afwezen van een Koning die geen afstand wilde nemen van zijn beleid tijdens de oorlog. De tegenstelling steeg ten top en kreeg een communautaire lading. De katholieke aanhang voor de Koning was veel groter in Vlaanderen dan in de Franstalige provincies van Luik en Henegouwen, waar socialisten en liberalen domineerden.

De Koningskwestie en de houding tegenover de repressie raakten vervlochten. De CVP en vele katholieke vooraanstaanden pleitten al snel voor een verzachting van de vervolgingen en voor een breed gratiebeleid. Dit werd voor de CVP een middel om het Vlaams-nationalistische electoraat, partijloos na de verdwijning van het VNV, voor zich te winnen. Elke stem werd belangrijk wanneer de CVP de polarisering rond de Koningskwestie wilde uitbuiten om een absolute meerderheid in het parlement te halen.

In 1950 organiseerde de regering een volksraadpleging over de terugkeer van Leopold III op de Belgische troon. 72% van de Vlamingen was voor, 58% van de Franstaligen tegen. Ondanks deze uitslag kon de Koning niet terugkeren. Hij was een symbool van verdeeldheid geworden en zijn radicaalste tegenstanders dreigden met geweld. Voor de CVP, die inmiddels de absolute meerderheid had veroverd, was Leopolds troonsafstand een trauma. Bij vele Vlaamsgezinden voelde de situatie aan alsof de (Vlaamse) volkswil door de linkse Walen met voeten werd getreden.


De koningskwestie verdeelde het land. Affiche naar aanleiding van de volksraadpleging over de terugkeer van koning Leopold III. (Amsab-ISG, af000888)
De koningskwestie verdeelde het land. Affiche naar aanleiding van de volksraadpleging over de terugkeer van koning Leopold III. (Amsab-ISG, af000888)

Federalisme op de agenda

De Koningskwestie wakkerde de communautaire tegenstelling aan. Daarnaast waren er onopgeloste taalproblemen. Met name de voortschrijdende verfransing in Brussel en langs de taalgrens zat vele Vlaamsgezinden dwars. Deze kwestie kwam op de politieke agenda toen de socialistisch-liberale regering in 1954 besloot de resultaten van de talentelling van 1947 te publiceren en op basis daarvan de tweetalige Brusselse agglomeratie uit te breiden van zestien naar negentien gemeenten. Volgens de Vlaamse beweging was er sprake van manipulatie om het taalstatuut van gemeenten in het nadeel van de Vlamingen te wijzigen. Het verzet tegen de komende talentelling werd gebundeld in een Vlaams Aktiekomitee voor Brussel en Taalgrens Vlaams Aktiekomitee Brussel en Taalgrens
Lees meer
(VABT).

Het stijgende belang van Vlaamsgezinde eisen spoorde met de sociaaleconomische veranderingen in Vlaanderen en Walloniƫ. Beide hadden het moeilijk in de jaren 1950, maar de Vlaamse economie Economie
Dit artikel gaat over de relatie tussen economie en Vlaamse beweging. Daarmee beoogt deze tekst geen economische geschiedenis te schetsen van wat we vandaag Vlaanderen noemen. Integendee... Lees meer
had betere troeven voor de toekomst. Het sociale klimaat was er rustig, de lonen relatief laag en de infrastructuur verbeterde zienderogen, met de haven van Antwerpen als groeipool. Hierdoor groeide het aantal binnen- en buitenlandse investeringen. In Walloniƫ zat de traditionele zware industrie in een neerwaartse spiraal, wat de sociale onrust bevorderde. De Luikse socialistische vakbondsleider AndrƩ Renard Renard, AndrƩ
Lees meer
zette de toon met een antikapitalistisch vertoog over nationaliseringen en een door de staat geleide economie. In 1960-1961 leidde hij de algemene werkstaking tegen de door de regering geplande bezuinigingen. In Vlaanderen bestond er weinig animo om mee te staken, zelfs niet bij de socialistische vakbond. Renard voelde zich in de steek gelaten en richtte de Mouvement Populaire Wallon (MPW) op waarmee hij pleitte voor een federalisering van Belgiƫ in twee gewesten: Vlaanderen en Walloniƫ die een eigen economisch beleid zouden kunnen voeren. Zo gaf hij een nieuwe impuls aan de Waalse beweging Waalse beweging
De Waalse beweging ontstond op het einde van de 19e eeuw en heeft zijn wortels in een culturele, politieke en taalkundige dimensie. Ze was verdeeld in verschillende stromingen, waarvan de... Lees meer
, die voor het eerst een massa-aanhang onder de arbeiders kreeg en dan ook impact had op de Waalse socialisten.


Affiche van de Mouvement Populaire Wallon (MPW) voor de federale omvorming van Belgiƫ, ca. 1961. (Amsab-ISG, af003212)
Affiche van de Mouvement Populaire Wallon (MPW) voor de federale omvorming van Belgiƫ, ca. 1961. (Amsab-ISG, af003212)

Dat de idee van de federale omvorming van Belgiƫ opnieuw een plaats op de politieke agenda veroverde, bleek ook uit het succes van de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in Belgiƫ, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
(VU), een nieuwe Vlaams-nationalistische partij gesticht in december 1954 met federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van Belgiƫ van unitaire t... Lees meer
en amnestie Amnestie
Lees meer
voor gestrafte collaborateurs als belangrijkste programmapunten. De VU steunde op het electoraat van het VNV, maar kon ook nieuwe Vlaamsgezinde kiezers aantrekken.

Het succes van de VU liep parallel met de groei van de Vlaamse beweging. In de jaren 1950 slaagde de Vlaamse Volksbeweging Vlaamse Volksbeweging
De Vlaamse Volksbeweging (VVB) was een Vlaams-nationalistische drukkingsgroep, die werd opgericht in 1952 en tot het begin van de jaren 1970 een breder publiek mobiliseerde voor Vlaamsge... Lees meer
(VVB) erin een koepel van Vlaamsgezinde organisaties te vormen. Ook linkse niet-katholieke prominenten voelden zich aangesproken. Door de ondertekening van het Schoolpact in 1958 na een nieuwe Schoolstrijd (1950-1958) verloor de levensbeschouwelijke tegenstelling haar scherpte en nam de angst van linkse Vlamingen voor minorisering in een klerikaal Vlaanderen af, al verdween ze zeker niet helemaal. De VVB was de motor achter de VABT en Vlaamsgezinde acties zoals het verzet tegen het Franstalige karakter van de Wereldtentoonstelling Wereldtentoonstelling van 1958
Naar aanleiding van de ondervertegenwoordiging van Nederlandstaligen bij de organisatie van de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel ontstond commotie vanuit het flamingantische midde... Lees meer
in Brussel in 1958. Haar grootste overwinningen boekte ze samen met de VABT, toen ze in 1961 en 1962 de Marsen op Brussel Marsen op Brussel
De Mars(en) op Brussel waren twee flamingantische massabetogingen die in Brussel op 22 oktober 1961 en 14 oktober 1962 werden georganiseerd. Lees meer
organiseerde. Het waren de grootste Vlaamsgezinde betogingen uit de geschiedenis. Vele tienduizenden Vlamingen kwamen op straat en toonden dat de eisen van de Vlaamse beweging ernstig te nemen waren. Het ging niet alleen om de probleemgebieden Brussel en taalgrens, maar ook om structurele hervormingen zoals de opdeling van de centrale besturen en de aanpassing van het aantal parlementszetels aan de demografische Demografie
Lees meer
evolutie.

Het Belgische antwoord: pacificatie

De overheid reageerde door in 1961 de talentellingen af te schaffen. Voortaan bestonden er geen officiĆ«le cijfers meer over het taalgebruik in taalgemengde gebieden. In 1962 werd de taalgrens bij wet vastgelegd en ā€˜verhuisdenā€™ bepaalde gemeenten van Vlaanderen naar WalloniĆ« (bijvoorbeeld Komen Komen-Moeskroen
Beide gemeenten, Komen en Moeskroen, zijn nu gelegen in de provincie Henegouwen, maar behoorden tot 1963 tot de provincie West-Vlaanderen. De overheveling hebben ze te danken aan de resul... Lees meer
) en omgekeerd (bijvoorbeeld de Voerstreek Voeren
Lees meer
). In 1963 begrensde de regering de Brusselse agglomeratie definitief tot negentien gemeenten. Belgiƫ bestond voortaan uit vier taalgebieden: het Nederlandse, Franse, Duitse en het tweetalige gebied Brussel. Voor Brussel werd een complex pacificatiemodel uitgewerkt, met de uitbreiding van faciliteiten Faciliteiten
Al sinds de eerste taalwet (1873) voorzag de wetgever in faciliteiten. Deze tegemoetkomingen gaven aanleiding tot tegengestelde interpretaties door Nederlandstaligen en Franstaligen, zo ... Lees meer
(reeds ingevoerd in 1954) aan Franstaligen van vier naar zes Vlaamse gemeenten die grensden aan Brussel. Volgens vele Vlamingen ging het om een tijdelijke maatregel die bedoeld was om de aanpassing van Franstaligen aan het Nederlandstalig statuut te bevorderen. Vele Franstaligen beschouwden de faciliteiten als een officiƫle erkenning van de tweetaligheid van de betrokken gemeenten.

De Belgische pacificatiepolitiek slaagde niet volledig. De MPW betwistte de overheveling van de Voerstreek naar Limburg. Volgens de Vlaamsgezinden boden de akkoorden onvoldoende garantie voor de Vlamingen in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
. De Franstalige Brusselaars, inmiddels uitgegroeid tot een demografische meerderheid in de hoofdstad, voelden zich betutteld door de opgelegde tweetaligheid. Ze eisten taalvrijheid, dus de mogelijkheid om het Frans naar eigen goeddunken te gebruiken. Uit dit milieu groeide in 1964 het Front DƩmocratique des Francophones DƩmocrate fƩderaliste indƩpendant
Lees meer
(FDF), dat al snel een kwart van het Brusselse electoraat achter zich schaarde.

Het unitarisme onder druk

Terwijl in Brussel de taalmeerderheid het voor het zeggen moest hebben, vreesden de Franstaligen de toepassing van hetzelfde meerderheidsprincipe in Belgiƫ, waar Vlaanderen Walloniƫ op democratische wijze, door de macht van zijn bevolkingsaantal, zijn wil zou kunnen opleggen. De onrust groeide toen in 1965 de zetelaanpassing Zetelaanpassing
In 1965 werd door de regering-LefĆØvre het aantal parlementszetels aangepast aan de bevolkingscijfers. Met het oog op de Waalse minorisatievrees werden daarbij garanties beloofd tegen een... Lees meer
in het parlement werd goedgekeurd en het aandeel van de Vlaamse vertegenwoordiging toenam. De federalistische stroming aan Waalse zijde groeide en daaruit kwam in 1968 het Rassemblement Wallon Rassemblement Wallon
Lees meer
(RW) als nieuwe partij tevoorschijn. In Vlaanderen bekoorde de federalistische VU in 1965 al 11,6% van het electoraat.

De Belgische unitaire logica werd in vraag getrokken, maar het verzet daartegen was even groot. In Vlaanderen leefde bij niet-katholieken ondanks het Schoolpact de angst voor minorisering voort. Toen de VVB zich in 1962 uitsprak voor het federalisme, verlieten de vrijzinnigen de organisatie. Als spreekbuis van een brede Vlaamsgezinde opinie roerde het in 1965 opgerichte Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen
Lees meer
(OVV) de grieventrommel, maar deze organisatie sprak zich niet uit voor federalisme. Aan Franstalige zijde stonden de belangen van de Waalse federalisten haaks op die van de Belgische elite in de hoofdstad, die zoveel mogelijk macht centraal wilde houden.


Affiche van de Volksunie (VU) voor de federale omvorming van Belgiƫ, ca. 1961. (Stadsarchief Brussel)
Affiche van de Volksunie (VU) voor de federale omvorming van Belgiƫ, ca. 1961. (Stadsarchief Brussel)

De unitaire principes werden ondersteund door een amalgaam van organisaties, instellingen en groepen die om uiteenlopende reden hun belangen verbonden met het voortbestaan van de Belgische staat: van het Belgische koningshuis en de Kerk over Belgische kapitaalsgroepen zoals de Generale Maatschappij tot vakbonden en ziekenfondsen voor wie de op Belgisch niveau uitgebouwde sociale zekerheid belangrijk was. Hun verkleefdheid aan een unitair Belgiƫ kwam samen met de pacificatiepolitiek steeds meer onder vuur te liggen.

Leuven Vlaams

Een hoogtepunt was het conflict rond de splitsing van de Leuvense universiteit en de overheveling van de Franstalige sectie naar Walloniƫ (zie Hoger onderwijs in Leuven Hoger onderwijs in Leuven
De Franstalige Katholieke Universiteit Leuven werd vanaf 1910 geleidelijk vernederlandst. De strijd voor ā€˜Leuven Vlaamsā€™ leidde in 1968 tot een splitsing, het ontstaan van twee autonome L... Lees meer
). In het brandpunt ervan stond de Belgische Kerk, niet alleen de inrichtende macht van de universiteit, maar ook een instelling wier belangen verstrengeld waren met de Belgische staat. Sinds de jaren 1930 kende de universiteit twee taalstelsels met volwaardige Nederlandstalige opleidingen naast de Franse. Zo bleef er in Leuven een belangrijke Franstalige aanwezigheid van professoren en studenten, een toestand die niet strookte met de logica van de regionale eentaligheid, die de leidraad was van de taalwetten van de jaren 1930. ā€˜Leuven Vlaamsā€™ kwam op de politieke agenda als gevolg van de vastlegging van de taalgrens Taalgrens
Het begrip ā€˜taalgrensā€™ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
in 1962 en het plan van de universitaire overheid om in het Nederlandstalige deel van de provincie Brabant Vlaams-Brabant
De naam van de provincie Brabant herinnert aan het vroegere gelijknamige hertogdom, dat tijdens de Middeleeuwen vorm had gekregen en waarvan het noordelijke deel een belangrijke rol speel... Lees meer
nieuwe vestigingen in te planten. Vele Vlaamsgezinden vreesden dat hierdoor een ā€˜corridorā€™ naar Brussel zou komen met een uitbreiding van het tweetalige statuut van de gemeenten in Vlaams-Brabant.


Vlaamse studenten manifesteren voor de splitsing van de universiteit van Leuven, 15 december 1965. Foto. J. Guyaux. (ADVN, VFA2203)
Vlaamse studenten manifesteren voor de splitsing van de universiteit van Leuven, 15 december 1965. Foto. J. Guyaux. (ADVN, VFA2203)

De agitatie werd in gang gezet door Vlaamsgezinde studenten en professoren van de universiteit (zie Studentenbeweging in Leuven Studentenbeweging in Leuven
De studentenbeweging in Leuven leverde een cruciale bijdrage aan de Vlaamse beweging, zowel via directe actie als door de vorming van toekomstige voormannen. De beweging had een grote aan... Lees meer
). Hun verzet ging hand in hand met een bredere, Europese studentenbeweging tegen autoriteit en overheid. De zaak bereikte haar kookpunt in het internationale contestatiejaar 1968. De universiteit werd opgedeeld en de Franstalige afdeling werd overgebracht naar Waals-Brabant. De christendemocratische politieke familie was niet meer in staat daarover een consensus te bereiken en trok dat jaar gescheiden naar de kiezer, een voorbode van de definitieve splitsing van de partij in 1972. Bij de verkiezing van 1968 stemde 16,9% van de Vlamingen voor de VU, terwijl het RW 10,5% van het Waalse electoraat bekoorde. In 1971 verdubbelde het RW zijn score tot 20,9% en het kiespercentage van de VU steeg tot 18,8%.

Het politieke landschap splitst

De groeiende aanhang voor een federale staatshervorming zette ook de socialistische en liberale partij onder druk. Bij de Vlaamse socialisten was na de oorlog een generatie aan de macht gekomen die brak met de Vlaamse beweging zowel uit afschuw voor de Vlaams-nationalistische collaboratie als uit toenemende onvrede met de Waalse federalistische vleugel in de partij. Desondanks ontstond in 1945 het August Vermeylenfonds August Vermeylenfonds
Het August Vermeylenfonds, opgericht in 1945 door Vlaamse socialisten, beoogde de versmelting van socialistische en Vlaamse idealen. In de jaren 1960 en 1970, onder leiding van Gerlo, koo... Lees meer
als derde en socialistisch geĆÆnspireerd Vlaamsgezind cultuurfonds, dat evenwel nooit grote impact kreeg op de partij. Toch kreeg na het Schoolpact (1958) een Vlaamsgezinde stroming weer wind in de zeilen in Belgische Socialistische Partij/ Parti Socialist Belge (BSP/PSB). In het debat over het vastleggen van de taalgrens stonden Vlaamse en Franstalige socialisten tegenover elkaar. Waalse socialisten eisten grendels op de Vlaamse demografische meerderheid, Brusselse socialisten oriĆ«nteerden zich op de anti-Vlaamse strategie van het FDF, waardoor in Brussel een dissidente Vlaamse socialistische partij ontstond: de Rode Leeuwen Rode Leeuwen
De Rode Leeuwen waren Vlaamse socialisten in Brussel die vanaf 1968 opkwamen met een eigen verkiezingslijst en erkend werden als de 'Vlaamse BSP-federatie van Brussel'. Lees meer
. Ook in de nationale partijstructuren groeiden de spanningen zowel over taalkwesties, staatshervorming als over de aanpak van de economische crisis. In 1977 werden in de BSP twee taalvleugels geofficialiseerd en een jaar later blies de Waalse vleugel de nationale partij de facto op. In 1980 werd de splitsing officieel met het ontstaan van de SP in Vlaanderen (zie Socialistische partij Socialistische partij
De socialistische partij werd in Belgiƫ in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
).


Cartoonist Pil stak de draak met Jos van Eynde, de Vlaamse ondervoorzitter van de BSP en een vertegenwoordiger van de naoorlogse unitaire generatie, die uitgleed over de toenemende federalistische tendensen binnen de partij. In 1967 vormden het Waalse congres van Verviers en het Vlaamse congres van Klemskerke de aanzet tot de latere splitsing van de BSP. (ADVN)
Cartoonist Pil stak de draak met Jos van Eynde, de Vlaamse ondervoorzitter van de BSP en een vertegenwoordiger van de naoorlogse unitaire generatie, die uitgleed over de toenemende federalistische tendensen binnen de partij. In 1967 vormden het Waalse congres van Verviers en het Vlaamse congres van Klemskerke de aanzet tot de latere splitsing van de BSP. (ADVN)

De liberale partij Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in Belgiƫ enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
werd na de oorlog zoals ervoor gedomineerd door Franstaligen, in de eerste plaats Brusselaars die van de uitbreiding van Brussel een strijdpunt maakten. Het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
en het Liberaal Vlaams Verbond Liberaal Vlaams Verbond
Liberaal Vlaams Verbond (LVV) is een autonome, sociaal-progressieve, liberale en Vlaamsgezinde vereniging die werd opgericht in 1913. Van een overkoepelend en coƶrdinerend orgaan voor lib... Lees meer
(LVB) hadden nauwelijks impact. Dat veranderde langzaam met de oprichting van de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang/ Parti de la LibertĆ© et du ProgrĆØs (PVV/PRL) in 1961, waardoor er hevige interne discussies ontstonden tussen Vlamingen en Franstaligen rond de vastlegging van de taalgrens in 1962. In 1965 pleitte het LVB ervoor om een federale hervorming in overweging te nemen, maar de PPV/PRL bleef het unitarisme verdedigen, waardoor de VU in 1968 campagne voerde tegen de PVV als een ā€˜Pest Voor Vlaanderenā€™ en de partij in Vlaanderen electoraal overvleugelde. Het leidde tot een crisis en in 1972 splitste de partij.

Nog voor de tweede staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die Belgiƫ omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
(1980) waren de drie traditionele Belgische partijen dus gesplitst op taalbasis. Het bevorderde de middelpuntvliedende krachten die de unitaire staat onder druk zetten en zorgde voor een versterking van de Vlaamse beweging, die ook meer pluralistisch werd. Tot de jaren 1960 overheerste in de Vlaamse beweging een stroming die vasthield aan de Belgische eenheidsstaat en die in vormen van culturele autonomie voor Vlaanderen een eindstation zag. De staatshervorming van 1970 met de oprichting van gemeenschappen, aan Vlaamse kant aanvankelijk nog Cultuurraad voor de Nederlandstalige Cultuurgemeenschap genoemd, was een belangrijke stap in die richting. Ze kwam wel met een prijs, namelijk de vergrendeling van de Vlaamse demografische meerderheid (zie Grendelgrondwet Grendelgrondwet
De grendelgrondwet was de naam die Vlaamsgezinden gaven aan de grondwetsherziening van 1970-1971 wegens de ingebouwde waarborgen voor de Waalse minderheid tegenover de Vlaamse meerderheid... Lees meer
). Voor sommige institutionele wetten was voortaan een meerderheid in elke taalgroep en een algemene twee-derde meerderheid in beide Kamers nodig. De unitaire logica werd nog versterkt door de zogeheten ā€˜alarmbelprocedureā€™, waarbij een drie-vierde meerderheid van een taalgroep de behandeling van een wetsontwerp of ā€“voorstel kan opschorten, en de paritaire samenstelling van de regering met evenveel Vlaamse en Franstalige ministers. Dat betekende het einde van de Van Cauwelaertstrategie, want zelfs een unanieme Vlaamse meerderheid kon geen wet gestemd krijgen als er niet ook een meerderheid was aan Franstalige kant.

Op weg naar een federale staat

De Belgische staatshervorming hervormden Belgiƫ van een unitaire tot een federale staat. Dit proces maakt het steeds moeilijker om een geschiedenis van de Vlaamse beweging te schrijven, aangezien de Vlaamse staatsvorming een groeiende Vlaamse staatsmacht creƫerde die de belangen van de Vlamingen behartigde. De geschiedenis van de Vlaamse beweging viel zo meer en meer samen met de geschiedenis van Vlaanderen zelf. De traditionele buitenparlementaire Vlaamse beweging smolt langzaam maar zeker weg omdat haar rol werd overgenomen door Vlaamse staatsinstellingen en beperkte zich op den duur steeds meer tot separatistische en/of radicaal-rechtse organisaties.

Het proces van staatshervorming verliep in de context van een veranderende Vlaamse samenleving. Er waren de Vlaamse economische expansie en het ontstaan van een klasse van Vlaamse ondernemers met belangen die divergeerden van die van het oude Belgische patronaat. Ten tweede was er een expansie van een taalgevoelige tertiaire sector in Vlaanderen met een sterke werknemersbeweging (vooral bediendenvakbonden). Ten derde was er de ontwikkeling van sociale groepen in de Vlaamse expansieve industriƫle en postindustriƫle maatschappij met andere belangen en behoeften dan de sociale groepen in de Waalse krimpende industriƫle maatschappij. Tot slot stootte de eerste generatie in het Nederlands opgeleide universitairen door tot machtsposities. Een nieuwe generatie bewindvoerders achtte structuurhervormingen noodzakelijk om de spanningen tussen de taalgroepen in Belgiƫ te pacificeren. Het leidde tot een staatshervorming in (voorlopig) zes grote rondes tussen 1970 en 2014, die van Belgiƫ sedert het Sint-Michielsakkoord Sint-Michielsakkoord
Het Sint-Michielsakkoord (1992) was een regeerakkoord rond de vierde fase van de federale staatshervorming. Het vormde Belgiƫ om tot een federale staat. Lees meer
(1992) en de vierde staatshervorming (1993) grondwettelijk een federale staat maakte.

Al in 1977 werd een poging ondernomen de Belgische staat in federale zin te hervormen door een rooms-rode regering met de VU en het FDF. Op 24 mei 1977 werd het Egmontpact ondertekend, later Gemeenschapspact Gemeenschapspact
Het Egmontpact of Egmontakkoord maakt samen met de Stuyvenbergakkoorden deel uit van het zogenaamde Gemeenschapspact, dat de definitieve pacificatie van de communautaire problemen tot doe... Lees meer
genoemd. Het akkoord mislukte doordat er onmiddellijk aan Vlaamsgezinde zijde fel protest rees. De toegevingen inzake Brussel, waren onaanvaardbaar voor een breed front van Vlaamsgezinden die zich verenigden in een Anti-Egmontkomitee Anti-Egmontkomitee
Het Anti-Egmontkomitee verenigde een 50-tal niet-partijpolitieke Vlaamse verenigingen in hun verzet tegen het Egmontpact. De uitgeoefende druk lag aan de basis van de val van de regering-... Lees meer
. Vooral het inschrijvingsrecht van Franstalige inwoners van Vlaams-Brabant in Brussel om zo de facto over taalfaciliteiten te beschikken was een struikelsteen.



De federale staatsstructuur van Belgiƫ, bestaande uit drie gemeenschappen en drie gewesten. Kaarten Vlaams Parlement.
De federale staatsstructuur van Belgiƫ, bestaande uit drie gemeenschappen en drie gewesten. Kaarten Vlaams Parlement.

Veranderingen in het partijpolitieke Vlaams-nationalisme

De VU betaalde de politieke rekening voor de mislukking van het Egmontpact. Bij de verkiezingen verloor de partij een derde van zijn kiezers. Ze had regeringsverantwoordelijkheid opgenomen om de communautaire kwestie op te lossen in het Belgische staatsverband. Vele Vlaams-nationalisten binnen en buiten de VU wezen evenwel elke constructieve oplossing van de hand omdat zij de Belgische staat wilden zien verdwijnen. Op die basis werd in 1980 het Vlaams Blok Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ā€˜Vlaams Blokā€™, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
(VB) gesticht dat het Vlaamse separatisme voorstond. De partij trok in de jaren 1980 minder dan 3% van het Vlaamse electoraat aan. In 1991 sprong het VB boven de 10% en haalde het een procent meer stemmen dan de VU. Ā In 1995 behaalde de partij 12,2%, waarmee ze de VU (7,4%) ver achter zich liet.


Harde campagne van het Vlaams Blok voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1994. (ADVN, VAFB275)
Harde campagne van het Vlaams Blok voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1994. (ADVN, VAFB275)

Het VB boekte vooral succes met zijn xenofoob programma gericht tegen allochtonen van Marokkaanse en Turkse origine, een programma dat ook onderschreven werd door zijn Vlaams-nationalistische achterban, omdat het in de lijn lag van zijn rechts-nationalistische opvattingen. Het VB kon bogen op de continuĆÆteit van een gedachtegoed dat al aanwezig was in het VNV en dat voortleefde in en aan de rand van de VU, zoals bijvoorbeeld in een organisatie als de Vlaamse Militanten Orde Vlaamse Militanten Orde (1950-1971)
De Vlaamse Militanten Orde was een Vlaams-nationale militantenorganisatie die werd opgericht in 1950, aanvankelijk ter ondersteuning van de Vlaams-nationale partijpolitiek. Lees meer
(VMO). De partij stond door haar xenofobe standpunten politiek geĆÆsoleerd, met als gevolg dat haar separatistische programma weinig invloed kon uitoefenen. In 2004 werden de vzwā€™s van het VB veroordeeld wegens racisme Racisme
Lees meer
, waardoor het zich in een cosmetische operatie ontbond om als Vlaams Belang (VB) opnieuw op het toneel te verschijnen.

Door het succes van het VB evolueerde de VU gedeeltelijk in de tegenovergestelde richting. Zij ontwikkelde een links-liberaal profiel, wat uiteindelijk tot zware interne spanning en de ontbinding van de partij leidde.

Brussel als struikelsteen en ā€˜trait dā€™unionā€™

Het verzet tegen het Egmontpact toonde al aan dat de Vlaamse beweging vooral bezorgd was over de Vlamingen in en rond Brussel en over de ontwikkeling van Brussel tot een derde hond in het communautaire kegelspel. Brussel en de taalgrens bleven de Vlaamse beweging mobiliseren in de jaren 1970 en 1980 met onder meer acties van het Taalaktiekomitee Taal Aktie Komitee
Het Taalaktiekomitee (TAK) (1972) is een partijpolitiek-onafhankelijke Vlaams-nationalistische actiegroep met ā€“ zeker tot in de jaren 1990 ā€“ als handelsmerk ludieke stunts en verrassende ... Lees meer
(TAK) tegen de anti-Vlaamse maatregelen van de Schaarbeekse burgemeester Roger Nols Nols, Roger
Roger Nols (1922-2004) was een Belgisch politicus en burgemeester van Schaarbeek van 1971 tot 1989. Lees meer
en de Voerense burgemeester JosƩ Happart Happart, JosƩ
Lees meer
. Minder politiek geladen waren de fiets- en wandeltochten De Gordel De Gordel
Oorsponkelijk gestart als extrapolitieke manifestatie om de problematiek van de toenemende verfransing van de gemeenten rond Brussel aan te kaarten, is de gordel uitgegroeid tot een van ... Lees meer
, die het Vlaamse karakter van de Brusselse Rand als inzet hadden, maar toch vooral een recreatief gebeuren waren en op hun hoogtepunt honderdduizend deelnemers telden.

Brussel was ook de belangrijkste struikelsteen in de Belgische staatshervorming. De Vlaamse beweging wilde verhinderen dat Brussel een volwaardig derde gewest zou worden, wat de deur zou openzetten voor een federalisme met drie en een minorisering van de Vlamingen. Het bemoeilijkte de gewestvorming en de staathervorming van 1980 en 1988. Dat Brussel een eigen parlement en regering verwierf, kon echter niet worden belet. Het FDF (vandaag DĆ©fi) bepleitte bovendien de territoriale uitbreiding van Brussel met Vlaamse gemeenten uit de Vlaamse Rand Vlaamse Rand
De Vlaamse Rand omvat de negentien gemeenten grenzend aan Brussel of aan een faciliteitengemeente. De relatie tot Brussel leidt er tot specifieke uitdagingen. Lees meer
. De partij vond dat de Vlamingen oververtegenwoordigd waren in de Brusselse instellingen, aangezien het Gewest nog maar circa 10 Ć  15% Nederlandstaligen telde. De groei van een aparte Brusselse identiteit maakte het niet langer evident dat Nederlandstaligen zich nog als Brusselse ā€˜Vlamingenā€™ profileerden, laat staan enige verbondenheid voelden met de Vlaamse beweging. Maar die Brusselse Vlamingen of Vlaamse Brusselaars behoorden institutioneel tevens tot de Vlaamse Gemeenschap Vlaamse Gemeenschap
De Vlaamse Gemeenschap (1980) is een van de drie gemeenschappen in BelgiĆ« (naast de Franse en Duitstalige Gemeenschap) die bevoegd is voor de zogenaamde ā€˜persoonsgebonden aangelegenhedenā€™... Lees meer
. Bovendien had het Vlaamse parlement Vlaams Parlement
Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale Belgiƫ. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Neder... Lees meer
Brussel tot hoofdstad van Vlaanderen uitgeroepen, terwijl het niet tot zijn territorium behoorde. De relatieve oververtegenwoordiging van de Brusselse Vlamingen werd als pasmunt gezien voor de bescherming van de Franstalige minderheid op nationaal niveau. Daarom heeft elke nieuwe regeling voor Brussel belang voor het hele land. Brussel wordt dan ook niet ten onrechte beschouwd als de sleutel voor de verdere institutionele hervormingen van BelgiĆ« en als ā€˜trait dā€™unionā€™ van het federale land. Brussel zorgde ook voor de grootste institutionele crisis uit de Belgische geschiedenis.


<p>In <em>De Brusselse Post</em> steekt cartoonist Brasser de draak met de complexe institutionele structuren van Brussel. (ADVN, VY900066)</p>

In De Brusselse Post steekt cartoonist Brasser de draak met de complexe institutionele structuren van Brussel. (ADVN, VY900066)

Communautaire crisis

In 1995 was de provincie Brabant Vlaams-Brabant
De naam van de provincie Brabant herinnert aan het vroegere gelijknamige hertogdom, dat tijdens de Middeleeuwen vorm had gekregen en waarvan het noordelijke deel een belangrijke rol speel... Lees meer
als gevolg van de vierde staatshervorming gesplitst in de provincies Vlaams- en Waals-Brabant, zonder Brussel. Toen in 2003 door de paarsgroene regering Verhofstadt Verhofstadt, Guy
Guy Verhofstadt (1953) is een liberaal politicus die actief was en is op het nationale en internationale niveau. Onder zijn voorzitterschap vond er een verruiming plaats van de liberale p... Lees meer
I besloten werd tot oprichting van provinciale kieskringen zou het bestaande kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) in principe moeten worden gesplitst, waarbij Halle en Vilvoorde samen met het arrondissement Leuven de kieskring van de provincie Vlaams-Brabant zou vormen. Zo zouden Franstaligen in Halle-Vilvoorde niet meer op Brusselse kandidaten kunnen stemmen. Alle Franstalige partijen weigerden de splitsing, waardoor er een uitzondering werd gemaakt voor BHV. De Vlaamse beweging eiste al decennialang de splitsing, onder meer met een betoging in Halle in 1974 met 35.000 deelnemers. De christendemocratische minister-president van Vlaanderen Yves Leterme Leterme, Yves
Yves Leterme (1960) was christendemocratisch minister-president (2004-2007) van de Vlaamse Regering en eerste minister (2008-2011) van de federale regering. Hij ijverde voor confederalism... Lees meer
(2004-2007) maakte van de splitsing een halszaak.

In 2007 won Leterme met een kartellijst van Christendemocratisch & Vlaams (CD&V -opvolger van de CVP sedert 2001) en de Nieuw-Vlaamse Alliantie Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
(N-VA) de federale verkiezingen (zie Valentijnskartel Vlaams Kartel
Lees meer
). De N-VA was in november 2001 ontstaan uit de door ideologische tegenstellingen ter ziele gegane VU waaruit ze de rechtse vleugel recupereerde. De N-VA deelde het separatisme met het VB, maar verschilde van laatstgenoemde partij in ideologisch opzicht, doordat ze expliciet afstand nam van radicaal-rechtse themaā€™s zoals xenofobie en van de radicale stijl en taalgebruik van het VB. De partij bood zich in 2003 voor het eerst aan de kiezer aan. Alleen voorzitter Geert Bourgeois Bourgeois, Geert
Geert Bourgeois (1951) is een Vlaams-nationalistisch politicus voor de N-VA. Hij was van 2014 tot 2019 minister-president van Vlaanderen. Lees meer
raakte verkozen. In 2004 werd hij als gevolg van het kartel minister in de Vlaamse regering Leterme (2004-2007). Bart de Wever De Wever, Bart
Bart de Wever (1970) is een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij is sinds 2004 voorzitter van de N-VA, die onder zijn voorzitterschap de grootste partij van Belgiƫ werd. Sinds 2013 is hi... Lees meer
, verkozen in 2004, volgde hem op als voorzitter van de N-VA.

De federale regeringsvorming werd bemoeilijkt, onder meer door de tegenstellingen rond BHV. Uiteindelijk vormde Leterme tot tweemaal toe een regering, maar hij slaagde er niet in zijn belofte uit te voeren. Het kartel met de N-VA liep in 2008 op de klippen.

De opmars van separatistische partijen

De federale verkiezingen in 2010 betekenden de grootste politieke aardverschuiving in de Belgische geschiedenis. De N-VA werd met 28% van de Vlaamse stemmen (17% in Belgiƫ) de grootste Belgische partij. De partij zette een nieuwe verregaande staatshervorming op de politieke agenda die Belgiƫ tot een confederale staat moest omvormen, door het gros van de bevoegdheden naar de gemeenschappen en de gewesten over te hevelen en ze ook financieel verantwoordelijk te maken.

Onder leiding van de Parti Socialiste (PS) ā€“ met 36% in 2010 de onbetwiste koploper in Franstalig BelgiĆ« (13% in BelgiĆ«) ā€“ wilden de Franstalige partijen niet aan het systeem van de sociale zekerheid en de sociaaleconomische solidariteit raken. De financiĆ«le transfers FinanciĆ«le transfers
Dit lemma brengt het verloop van veertig jaar interregionale transfers in Belgiƫ in kaart, evenals de verklaring, de verantwoording en de effecten ervan. Meer dan een centenkwestie zijn t... Lees meer
van Vlaanderen naar Brussel en WalloniĆ« werden al decennia aangeklaagd door de Vlaamse beweging, alsmede dat in de onderhandelingen rond de staatshervorming meer bevoegdheden voor Vlaanderen moesten worden ā€˜afgekochtā€™ met meer middelen voor WalloniĆ« en Brussel. De N-VA maakte er nu een speerpunt van en koppelde financiĆ«le verantwoordelijkheid van de deelstaten aan ā€˜goed bestuurā€™ en een eigen sociaaleconomisch beleid (zie Economisch federalisme Economisch federalisme
Deze bijdrage onderzoekt de interactie tussen enerzijds de principes van (orthodox) economisch federalisme en anderzijds de invulling van deze economische en financiƫle aspecten in de ope... Lees meer
).

De krachtmeting tussen beide visies leidde tot de langste regeringsonderhandelingen uit de Belgische geschiedenis. Na 541 dagen onderhandelen sloten de christendemocraten, socialisten en liberalen samen met de groenen een communautair akkoord, zonder de steun van de N-VA. Het akkoord regelde de splitsing van BHV als onderdeel van een zesde staatshervorming.

Na de federale en regionale verkiezingen van 2014 sloten PS en christendemocraten regeerakkoorden in het zuiden van het land, in Vlaanderen kwam een coalitie van N-VA, christendemocraten en liberalen aan de macht onder de leiding van Geert Bourgeois, die de eerste Vlaams-nationalistische minister-president werd. Ook in de federale regering besloten N-VA, liberalen en de Vlaamse christendemocraten samen te werken. N-VA stapte in de regering zonder communautaire eisen, met het argument dat een regering zonder de PS uitzicht gaf op een rechts sociaaleconomisch beleid, wat in het belang van Vlaanderen zou zijn. De militanten volgden zonder noemenswaardige tegenstemmen. Dat was in belangrijke mate op het conto te schrijven van De Wever die, nadat hij in 2012 ook de lokale verkiezingen had gewonnen en zelf burgemeester was geworden in Antwerpen, een nagenoeg onaantastbare status had verworven.


Goedkeuring van het Vlaamse regeerakkoord en de Vlaamse regeringsdeelname op het N-VA-ledencongres, 2 oktober 2019. Foto Emmanuel de Prycker.
Goedkeuring van het Vlaamse regeerakkoord en de Vlaamse regeringsdeelname op het N-VA-ledencongres, 2 oktober 2019. Foto Emmanuel de Prycker.

In 2018 stapte de N-VA uit de federale regering onder druk van de peilingen en de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 die het VB opnieuw in de electorale lift zetten. Sedertdien zit de partij federaal in de oppositie en Vlaams als leidinggevende partij in de regering. Het VB boekte een electorale remonte. Circa de helft van de Vlamingen stemde in de verkiezingen van 2019 en 2021 voor een van de beide partijen.

De Vlaamse beweging op apegapen

Door de staatkundige verzelfstandiging van Vlaanderen als gevolg van de staatshervorming begon de Vlaamse beweging langzaam maar zeker aan aanhang en kracht te verliezen. Het vanzelfsprekende Vlaamsgezinde karakter van vele Vlaamse jeugdbewegingen en culturele organisaties maakte plaats voor een meer afstandelijke houding. Het Davidsfonds, sedert de 19de eeuw veruit de belangrijkste Vlaamsgezinde cultuurorganisatie, richtte zich in de 21ste eeuw op taal, geschiedenis, kunst en erfgoed. Een parallelle evolutie tekende zich al vroeger af bij de Vlaamse Automobilisten/Toeristen Bond (VAB/VTB). Het VEV fuseerde in 2004 met de Vlaamse kamers van koophandel tot Voka, een Vlaams netwerk van ondernemingen. Het werden Vlaamse organisaties, gericht op een specifieke niche van de maatschappij zonder een uitgesproken Vlaamsgezinde politieke missie. Jaarlijkse manifestaties zoals de IJzerbedevaarten en het Vlaams Nationale Zangfeest Vlaamsch Nationale Zangfeesten
Lees meer
trokken steeds minder volk.

Zij werden bovendien verlamd door interne twisten die een gevolg waren van de ideologische tegenstellingen in het partijpolitieke Vlaams-nationalisme. In 1991 hertaalde het IJzerbedevaartcomitĆ© het IJzertestament tot ā€˜Vrijheid, Vrede en Verdraagzaamheidā€™. Het werd niet ten onrechte gezien als een kritiek op de xenofobe standpunten van het VB dat dat jaar zijn eerste grote electorale doorbraak kende. Tijdens de IJzerbedevaart van 2000 werden verontschuldigingen aangeboden voor de Vlaams-nationalistische collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 2003 organiseerden radicaal-rechtse organisaties een alternatieve IJzerwake IJzerwakes
De IJzerwake is een Vlaams-nationale manifestatie die, na een eerste editie in 1995, sinds 2003 plaatsvindt als radicaal alternatief voor de IJzerbedevaart. Lees meer
. Het evenement trok enkele duizenden deelnemers. De IJzerbedevaarten evolueerden tot pacifistische oorlogsherdenkingen met een beperkt aantal deelnemers terwijl de IJzertoren in 1999 een museum werd over de Eerste Wereldoorlog en de Vlaamse ontvoogding.

Er blijven vandaag nog enkele actieve organisaties in de Vlaamse beweging over, waarvan de VVB, het weekblad ā€™t Pallieterke 't Pallieterke
ā€™t Pallieterke (1945-ā€¦) is een Vlaams-nationalistisch weekblad, dat aanvankelijk uiterst-rechts georiĆ«nteerd was en overwegend satirische bijdragen publiceerde, maar dat de afgelopen dece... Lees meer
en de opinie- en nieuwswebsite Doorbraak Doorbraak
Doorbraak was vanaf 1962 het tijdschrift van de Vlaamse Volksbeweging (VVB). Aan het begin van de 21ste eeuw werd parallel een digitale output gelanceerd. In 2013-2014 koos de website Doo... Lees meer
de belangrijkste zijn. De Vlaamse beweging wordt steeds meer vereenzelvigd met het partijpolitieke confederalisme en/of separatisme van N-VA en VB, en met rechts-conservatieve standpunten.

Epiloog

Een kleine tweehonderd jaar Vlaamse beweging heeft de geschiedenis van Belgiƫ en zijn inwoners diepgaand bepaald. De lange strijd voor het Nederlands vormde de sprekers van die taal in Belgiƫ om tot een Vlaamse gemeenschap. Het verklaart waarom al na de tweede staatshervorming in 1980 de Vlaamse gemeenschaps- en gewestinstelling gefuseerd werden tot een Vlaamse Raad, die zich als een Vlaams parlement Vlaams Parlement
Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale Belgiƫ. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Neder... Lees meer
beschouwde nog voor het bij decreet in 1996 officieel die naam kreeg. Als Vlaanderen vandaag beschikt over eigen democratische verkozen instellingen die in principe de emanatie zijn van de volkswil in Vlaanderen, is dat zeker op het conto te schrijven van de Vlaamse beweging. Tegelijk hebben de vernederlandsing van Vlaanderen en de Belgische staatshervorming deze beweging van haar relevantie beroofd. Dat geldt niet voor het Vlaamse separatisme of confederalisme, vandaag belichaamd door VB en N-VA. Uit opinieonderzoek blijkt nochtans dat de Vlaamse bevolking gehecht blijft aan Belgiƫ en dat slechts een kleine minderheid een onafhankelijk Vlaanderen wenst en dat geldt zelfs voor een deel van het electoraat van beide separatistische partijen.

De geschiedschrijving over de Vlaamse beweging is zeer omvangrijk, zoals deze encyclopedie al aantoont. Toch blijven er nog blinde vlekken en ook smeulende kwesties waarover geen eensgezindheid bestaat. Over het aandeel van de onderscheiden politieke families in de Vlaamse beweging is er al een lange pennenstrijd aan de gang tussen auteurs die de inbreng van de katholieken/christendemocraten doorslaggevend vinden en auteurs die de verdiensten van liberalen en socialisten in de verf zetten en erop wijzen dat de Vlaamse beweging haar grootste successen boekte als beide kampen samenwerkten. Over de rol en de impact van de beide Duitse bezettingen en de twee Vlaams-nationalistische collaboratie is veel inkt gevloeid, maar de consensus groeit dat het activisme werd uitgelokt door de Duitse Flamenpolitik. De collaboratie met het nationaalsocialisme werd lang vergoelijkt als een begrijpelijke reactie tegen een Vlaamsvijandige Belgische staat, maar wordt vandaag gezien als een fascistische poging tot staatsgreep. De impact van de collaboratie op de ontluikende Vlaamse natievorming is een blinde vlek in het onderzoek, al is het duidelijk dat de Belgische federale staatshervorming erdoor werd afgeremd. Maar hoe dan het Vlaamse natievormingsproces een impact heeft gehad op het uiteenvallen van de unitaire partijen en de daarop volgende staatshervormingen is nog niet duidelijk. Ook de impact van Vlamingen met een migratieachtergrond op de Vlaamse natievorming is een werf voor toekomstig onderzoek.

Literatuur

ā€” H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse gedachte, Antwerpen, 1963ā€“1965, 4 dl.
ā€” H.J. Elias, 25 jaar Vlaamse Beweging 1914ā€“1939, Antwerpen, 1969, 4 dln.
ā€” A.W. Willemsen, De Vlaamse Beweging (ā€¦), in: M. Lamberty e.a. (red.), Twintig Eeuwen Vlaanderen, Hasselt, 1974-1975, dl. 4 en 5.
ā€” L. Wils, Honderd jaar Vlaamse beweging, Leuven, 1977-1989, 3 dln.Ā 
ā€” A.W. Willemsen e.a., De Vlaamse Beweging na 1940, in: Id., Twintig eeuwen Vlaanderen, Hasselt, 1979, dl. 6.
ā€” H. van Velthoven, De Vlaamse kwestie 1830-1914. Macht en onmacht van de Vlaamsgezinden, Kortrijk, 1982.
ā€” B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV, 1933ā€“1945, Tielt/Gent, 1994.
ā€” M. Reynebeau, Het klauwen van de leeuw. De Vlaamse identiteit van de 12de tot de 21ste eeuw, Leuven, 1995.
ā€” E. Witte en H. van Velthoven, Language and Politics. The Situation in Belgium in an Historical Perspective, Brussel, 1999.
ā€” L. Wils, Waarom Vlaanderen Nederlands spreekt, Leuven, 2001.
ā€” M. van Ginderachter, Het rode vaderland: de vergeten geschiedenis van de communautaire spanningen in het Belgische socialisme voor WOI, Tielt, 2005.
ā€” H. van Velthoven, De historiografie over de Vlaamse beweging: ideeĆ«ngeschiedenis, machtsstrijd, natievorming, in: G. Vanthemsche, M. De Metsenaere en J-C. Burgelman (red.), De tuin van heden. Dertig jaar wetenschappelijk onderzoek over de hedendaagse Belgische samenleving, Brussel, 2007, pp. 233-263.
ā€” H. van Velthoven, Scheurmakers & carriĆØristen: de opstand van christendemocraten en katholieke flaminganten (1890-1914), Kalmthout, 2014.
ā€” B. de Wever, F.-J. Verdoodt en A. Vrints, Flemish patriots and the construction of the nation: how the Flemish nation ceased to be 'small', Antwerp, 2019.
ā€” H. van Velthoven, Bevriende vijanden. Hoe de Belgische socialisten uit elkaar groeiden, Kalmthout, 2019.

Suggestie doorgeven

1975: Arie Wolter Willemsen

1998: Els Witte / Arie Wolter Willemsen / Lieve Gevers

2023: Bruno De Wever

Databanken

Inhoudstafel