Nationale Strijdersbond van België

Organisatie

De Nationale Strijdersbond van België was de grootste Belgische oud-strijdersorganisatie (1919). In tegenstelling tot het concurrerende Verbond der Vlaamse Oud-strijders (VOS) probeerde de vereniging om de communautaire tegenstellingen te neutraliseren door tweetalig en tweeledig te worden en politieke invloeden niet toe te laten.

Afkorting
NSB
Alternatieve naam
Fédération nationale des combattants de Belgique Bruxelles (FNC)
Oprichting
1919
Leestijd: 4 minuten

Een tweetalige en tweeledige bond

De Nationale Strijdersbond van België (NSB) –Fédération Nationale des Combattants (FNC) was tijdens het Interbellum de belangrijkste Belgische oud-strijdersorganisatie. De NSB ontstond in de winter van 1918-1919 en had de intentie alle Belgische oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog te verenigen. Die ambitie werd echter gedwarsboomd door het ontstaan van het rivaliserende Verbond der Vlaamsche Oudstrijders Verbond VOS
Het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS), opgericht in 1919, was een flamingantische vereniging voor oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog, die in de loop van het interbellum tot ee... Lees meer
(VOS). Het flamingantische VOS schilderde in die rivaliteit de NSB-FNC consequent af als een francofone Belgisch-nationalistische Belgisch nationalisme
Lees meer
organisatie waar Vlaamse veteranen niets te zoeken hadden. Dat beeld strookte echter niet met de werkelijkheid. Aangezien de NSB zijn wortels in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
had, verliepen de eerste vormen van officiële communicatie en vergaderingen hoofdzakelijk in het Frans, maar hier kwam al snel verandering in onder druk van de Vlaamse leden. De NSB evolueerde gauw naar een tweetalige en tweeledige organisatie. Het tweetalige ledenblad werd vanaf maart 1920 gesplitst in een Nederlands- en een Franstalige versie. Een proces van verzelfstandiging van de Nederlands- en Franstalige afdelingen kwam snel op gang. Vanaf 1922 organiseerde de NSB afzonderlijke Vlaamse en Waalse congressen. Op voorstel van de Vlaamse NSB werd het bestuur van de bond vanaf 1925 paritair samengesteld. Die pariteit beantwoordde ook min of meer aan het de werkelijkheid van het ledenbestand : een kleine helft van de leden waren Nederlandstalig. Vergeleken met de gehele populatie oud-strijders was dat een ondervertegenwoordiging, die aan de concurrentie van het VOS toe te schrijven valt.

Interbellum: de botsing Vlaanderen-België indammen

De wens van taalgelijkheid en pariteit binnen de bond was het resultaat van Vlaamsgezinde reflexen bij de Nederlandstalige NSB’ers, wat gezien de verspreiding van het flamingantisme onder de oud-strijders niet kan verwonderen. Bij de overwegend volkse basis van de NSB waren Vlaamse identificatievormen en steun voor de vernederlandsing van Vlaanderen duidelijk aanwezig. Het verschil met het VOS lag hem vooral in de politieke strategie. Voor de NSB als geheel stond de eenheid onder de oud-strijders voorop en gaf het geen pas hen politiek te verdelen. In 1923 verbood de NSB zijn afdelingen daarom om deel te nemen aan francofone protesten tegen de vernederlandsing van de Gentse universiteit (zie Hoger onderwijs in Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
). Daarnaast ging de NSB wegens zijn binding met de vaderlandse eenheid niet mee in de toenemende botsing tussen Vlaanderen en België. De bond stelde België voor als het gedeelde vaderland waarbinnen beide culturen zich konden ontwikkelen. Daarmee distantieerde de bond zich zowel van het VOS, dat in anti-Belgische zin evolueerde, als van francofone Belgische nationalisten, die de Vlaamse beweging als onvaderlands brandmerkten. Exemplarisch voor dat streven waren de pogingen van de NSB in 1930 om de IJzerbedevaart IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
weer uit anti-Belgisch vaarwater te halen. Die positionering stelde de NSB op zijn beurt bloot aan kritiek uit zowel Vlaams-nationalistische als elitair-francofone hoek.

Na 1945: voor de eenheid van België

Na 1945 wist de NSB ook een belangrijk deel van de veteranen van de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
aan zich te binden, en bleef hij de belangrijkste Belgische oud-strijdersorganisatie. Op communautair vlak werkten de tendensen van tijdens het Interbellum onverminderd door. De Belgische eenheid stond voorop. De NSB ondernam nieuwe pogingen om de anti-Belgische toeëigening van de IJzersymboliek IJzersymbolen
Lees meer
om te keren. In augustus 1946 organiseerde de bond een week voor de gebruikelijke datum van de IJzerbedevaarten ‘Dagen van de NSB’ op de IJzervlakte. Daarbij werden plannen ontvouwd om onder auspiciën van oud-strijdersorganisaties een nieuw, Belgisch IJzermonument voor de doden van beide oorlogen op te richten. De Vlaams-nationalistische herinneringsdynamiek bleek echter te sterk en de IJzerbedevaarten verliepen al snel weer volgens het vooroorlogse patroon. De steun van de NSB aan zogenaamde herstelbedevaarten die er op gericht waren de Vlaamse en Belgische oorlogssymbolen met elkaar te verbinden, kon dat niet verhinderen. Hoe gehecht de NSB ook aan Belgiës België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
eenheid mocht zijn, hij hield net als tijdens het interbellum afstand van elitaire francofone krachten. Gemotiveerd door de vrees meegesleurd te worden in partijpolitiek spel, trok in 1963 de NSB zo zijn steun in voor het Rendez-vous des Belges, een manifestatie tegen de akkoorden van Hertoginnedal Hertoginnedal-besprekingen
Lees meer
. Die betoging was geïnitieerd door het UFAC en de Vuurkruisers, rechtse elitaire oud-strijdersorganisaties. De afwezigheid van de NSB, de talrijkste vaderlandslievende vereniging, was ongetwijfeld een gevoelige slag voor de geloofwaardigheid van dit evenement. Naarmate de oorlogen verder in het verleden kwamen te liggen, nam de politieke dynamiek van de NSB steeds verder af en legde de bond zich toe op de oorlogsherinnering. Ook ideologisch gezien raakte het NSB-nationalisme, waarin flamingantisme en Belgisch patriottisme hand in hand gingen, steeds meer uit de mode.

Literatuur

– A.Colignon, Les anciens combattants en Belgique francophone 1918-1940, 1984.
– F. Brigode, La Fédération Nationale des Combattants (1919-1927), 1987.
– A. Colignon, La Belgique, une patrie d’anciens combattants?, in: Cahiers d’histoire du temps présent, nr. 3, 1997, 115-141.
– B. Benvindo en E. Peeters, Scherven van de oorlog. De strijd om de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, 1945-2010, 2011.
– M. Schoups en A. Vrints, De overlevenden. De Belgische oud-strijders tijdens het interbellum, 2018.

Suggestie doorgeven

2023: Antoon Vrints

Databanken

Inhoudstafel