Historiografie van de Vlaamse beweging (na 1995)

Begrip

In een internationaliserende historiografische context kreeg de Vlaamse beweging gedurende de voorbije drie decennia minder aandacht van academische historici dan tijdens de periode voordien. Een wetenschappelijke benadering van de beweging ontwikkelde zich echter ook in andere cultuurwetenschappelijke disciplines en in de ruimere historische cultuur. Daarbij werden steeds meer aspecten van de beweging geƫxploreerd en kwam de verbeelding van de natie centraal in de belangstelling te staan.

Leestijd: 47 minuten

Voor nationale bewegingen is het cruciaal een eigen nationale geschiedschrijving te creĆ«ren. Deze dient enerzijds om aan de beweging een eerbiedwaardig object ā€“ een natie met een lange geschiedenis ā€“ te verschaffen, maar anderzijds ook om de beweging zelf van een genealogie te voorzien. We moeten dus het onderscheid maken tussen geschiedschrijving die de geschiedenis van de natie vertelt, en diegene die de ontwikkeling van de nationale beweging beschrijft. In de geschiedenis van de Vlaamse beweging was dat niet anders. Jo Tollebeek stond in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging (NEVB)
De opvolger van de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging zocht bij het verschijnen in 1998 expliciet afstand tot zijn voorganger door de verwetenschappelijking van het historisch onderzoek... Lees meer
vooral uitvoerig stil bij de tweede variant ā€“ de historiografie over de Vlaamse beweging ā€“ maar beschreef ook hoe de beweging zelf een geschiedenis van de Vlaamse natie ontwikkelde. Hij liet zien hoe een aanvankelijk duidelijk geĆ«ngageerde geschiedschrijving zich vooral tijdens de laatste decennia van de 20ste eeuw een wetenschappelijke distantie had eigen gemaakt, en hoe deze verwetenschappelijking ook geĆÆnstitutionaliseerd was geraakt. Belangrijke mijlpalen in dat proces waren de omvorming in 1981 van Wetenschappelijke Tijdingen Wetenschappelijke Tijdingen
Wetenschappelijke Tijdingen is een tijdschrift, in 1935 opgericht door Jozef Goossenaerts als Wetenschap in Vlaanderen. Het blad moest de Nederlandstalige wetenschap bevorderen en verschi... Lees meer
van een nationalistisch blad voor wetenschapspopularisering tot een wetenschappelijk tijdschrift voor de geschiedenis van de Vlaamse beweging en de creatie in 1984 van het Archief- en Documentatiecentrum voor de Geschiedenis van het Vlaams-nationalisme (ADVN). De Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, waarin Tollebeeks artikel verscheen, vormde zelf een culminatiepunt van deze processen.

Naar aanleiding van zijn twintigste verjaardag organiseerde het ADVN in 2005 een colloquium over de geschiedschrijving van de Vlaamse beweging en van andere nationale bewegingen. Bij die gelegenheid maakte ik de balans op van wat er in de tien jaar sinds de afronding van Tollebeeks onderzoek was verschenen. De voornaamste inzichten daarvan worden in deze bijdrage hernomen en aangevuld met de evoluties die zich sindsdien hebben voorgedaan. De lineaire evolutie die door Tollebeeks relaas heen liep, kan niet de rode draad door deze bijdrage vormen. In de geschiedschrijving die de voorbije dertig jaar aan de Vlaamse natievorming en aan de Vlaamse beweging is gewijd, valt vooral een dialectische relatie op tussen enerzijds benaderingen vanuit de Vlaamse beweging (of de geĆÆnstitutionaliseerde Vlaamse politiek), en anderzijds benaderingen van buitenaf. Aan beide zijden konden deze benaderingen meer of minder wetenschappelijk zijn. Zoals elke geschiedschrijving was en is ook die van de Vlaamse beweging in hoge mate onderhevig aan zowel wetenschappelijke als maatschappelijke veranderingen. Deze staan ook niet los van elkaar, maar beĆÆnvloeden elkaar wederzijds.

De Vlaamse beweging geprovincialiseerd

Deze dialectische relatie tekende zich eerst en vooral af als we kijken naar de wetenschappelijke gemeenschap die zich toelegt op de historische studie van de Vlaamse beweging. In 1998 beschreef Tollebeek hoe deze studie van de beweging zelf naar de geschiedenisdepartementen van de Vlaamse universiteiten was verhuisd. In 2001 stelde ook Lode Wils Wils, Lode
Lode Wils (1929) is een emeritus hoogleraar eigentijdse geschiedenis. Hij publiceerde voornamelijk over het katholieke flamingantisme en is een van de belangrijkste geschiedschrijvers van... Lees meer
vast dat de tijd waarin ā€˜de geschiedschrijving van de Vlaamse beweging overgelaten was aan de flaminganten zelfā€™ definitief voorbij was. Daarmee leek de in 1995 door Marc Reynebeau Reynebeau, Marc
Marc Reynebeau (1956) is journalist, publicist en historicus. Als redacteur van Knack en later De Standaard ontpopte hij zich tot een gezaghebbend intellectueel die zich uitgesproken krit... Lees meer
uitgesproken wens te zijn vervuld dat de geschiedenis van het nationalisme niet langer door geĆ«ngageerde nationalisten zelf zou worden geschreven. Toen deze zelfverzekerde woorden werden geschreven stond aan de Vlaamse universiteiten de Belgische politieke geschiedenis centraal in het interesseveld van de zich ontwikkelende contemporaneĆÆstiek, en de geschiedenis van de Vlaamse beweging was daar een cruciaal onderdeel van. Een kwarteeuw na de verschijning van Tollebeeks artikel is binnen de geschiedenisdepartementen de interesse voor de Belgische politieke geschiedenis ā€“ en dus ook voor de Vlaamse beweging ā€“ echter gevoelig gedaald. Rond de eeuwwisseling werden nog relatief veel proefschriften aan de Vlaamse beweging gewijd, maar vanaf het tweede decennium van de 21ste eeuw daalde dat aantal zienderogen. Ook het aantal licentiaatsverhandelingen of (vanaf 2003) masterscripties bleef beperkt in verhouding tot de algemene toename van het aantal geschiedenisstudenten die zich toeleggen op de nieuwste geschiedenis. De verklaring daarvoor moet vooral worden gezocht in algemene transformaties van het historisch bedrijf in deze periode. Rond de eeuwwisseling werd immers steeds sterker gehoor gegeven aan de roep om interdisciplinariteit en internationalisering. De politieke geschiedenis verloor haar primaat ten voordele van de sociale en cultuurgeschiedenis, en stelde zelf ook de politieke cultuur centraler dan de geschiedenis van instellingen, partijen en bewegingen. In deze context werd de studie van de Belgische politieke geschiedenis en a fortiori die van de Vlaamse beweging al snel als ouderwets of provincialistisch ervaren. Deze tendensen werden nog versterkt door de toenemende professionalisering en internationalisering van de onderzoeksfinanciering. De nadruk ligt steeds meer op onderzoek dat internationaal concurrentieel moet zijn en waarvan de resultaten in Engelstalige publicatiekanalen moeten verschijnen.

Toch verdween de studie van de Vlaamse beweging niet helemaal van de academische agenda. De generatie historici die haar in de jaren 1970 op die agenda had geplaatst, verliet weliswaar geleidelijk de universiteiten, maar sommigen onder hen bleven ook nadien zeer actief publiceren en toonden zich ook nog actief in wetenschappelijke raden en redacties. Dit was onder meer het geval voor Lode Wils, Louis Vos en Lieve Gevers. Ook onder de generaties die hen aflosten, bevonden zich verschillende historici met een uitgesproken interesse voor de Vlaamse beweging en ook buiten de universiteiten bleven enkele academisch geschoolde historici (onder wie Luc Vandeweyer en Nico van Campenhout) zeer actief publiceren over deze materie. Dat konden zij doen in de tijdens de jaren 1980 daartoe ontwikkelde infrastructuur, die onafgebroken bleef bestaan. Van Wetenschappelijke Tijdingen, sinds 2015 herdoopt als WT, verschijnen onverminderd vier nummers per jaar en het ADVN breidde zowel zijn archiefcollecties als zijn publiekswerking verder uit. De verhuizing van de instelling naar een veel ruimere locatie in de Lange Leemstraat maakte deze groei zowel mogelijk als zichtbaar. De organisatie wordt sinds 2016 ook geadviseerd door een wetenschappelijke raad, waarin de verschillende Vlaamse universiteiten vertegenwoordigd zijn. Soortgelijke processen van verwetenschappelijking doen zich ook voor aan andere erfgoedinstellingen die de geschiedenis van de Vlaamse beweging centraal plaatsen, waaronder het in de IJzertoren IJzertoren
De IJzertoren is een Vlaamsgezind monument in Diksmuide, dat in 1928-1930 werd opgericht als eerbetoon aan de Vlaamse soldaten die sneuvelden aan het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoo... Lees meer
gevestigde Museum aan de IJzer (zie Archieven en collecties).

Bovendien verlegde de geschiedschrijving van de Vlaamse beweging zich gedeeltelijk naar andere academische disciplines. Literatuurwetenschappers begaven zich gedurende de laatste decennia bijvoorbeeld nadrukkelijk op dit terrein. Dat deden zij tevoren ook al in de mate dat zij auteurs bestudeerden die bewust voor het Vlaams of Nederlands als schrijftaal kozen. Sommigen onder hen, onder wie Ludo Simons Simons, Ludo
Ludo Simons (1939) is emeritus hoogleraar en stond aan het hoofd van het Letterenhuis, de Antwerpse Stadsbibliotheek en de Antwerpse universiteitsbibliotheek. Lees meer
, situeerden deze auteurs en andere literatuurverstrekkers binnen de Vlaamse beweging en binnen de ruimere evoluties van de Belgische politieke geschiedenis. Dit gebeurde op een meer systematische en vaak projectmatige wijze vanaf halfweg de jaren 1990. Een Leuvense groep literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
wetenschappers onder leiding van Dirk de Geest heeft zich aan het einde van de 20ste eeuw bijvoorbeeld toegelegd op een doorgedreven interne analyse van de manier waarop aan de idee Vlaanderen gestalte werd gegeven in de literaire vertogen van het interbellum en de Tweede Wereldoorlog. Een groep Antwerpse collegaā€™s onder leiding van Kris Humbeeck richtte zich dan weer op het blootleggen van de draden die tussen de literaire avant-garde en de Vlaamsgezinde politieke stromingen uit de 19de en 20ste eeuw lopen. Auteurs als Geert Buelens, Matthijs de Ridder en Kevin Absillis benadrukten daarbij hoe nadrukkelijk de erfenis van het romantische nationalisme doorwerkte in het literaire modernisme van de 20ste eeuw. Dit is ook een belangrijke vaststelling in het werk dat Hans Vandevoorde, eerst aan de Universiteit Gent en vervolgens aan de Vrije Universiteit Brussel, verrichtte over de Van Nu en Straks Van Nu en Straks
Van Nu en Straks (1893-1901) was een literair en cultureel tijdschrift, dat voor Vlaanderen vernieuwend was doordat het aansloot bij internationale eigentijdse denkrichtingen zoals het an... Lees meer
-beweging en haar culturele en politieke impact.Ā 

In het kielzog van de literatuurwetenschappers ontdekten ook kunsthistorici en communicatiewetenschappers de geschiedenis van de Vlaamse beweging, en leverden zij bijdragen over de rol die onder meer beeldende kunstenaars en film- en televisiemakers erin hebben gespeeld. Ten slotte wijdde ook een groeiend aantal buitenlandse historici minstens een deel van hun onderzoekstijd aan de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De studies van de Amerikaanse historica Karen Shelby over de IJzerbedevaarten IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
, van de Duitse historicus Jakob MĆ¼ller over de Duitse Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ā€˜Flamenpolitikā€™ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
en van de Italiaanse historicus Roberto Dagnino over de relaties tussen Vlaamse en Nederlandse katholieken tijdens de 19de eeuw zijn daar slechts enkele voorbeelden van.

Er bestond en bestaat dus een vrij ruime, rijk geschakeerde en generatie-overschrijdende, maar nog steeds overwegend mannelijke wetenschappelijke gemeenschap die zich toelegt op de geschiedenis van de Vlaamse beweging. Anders dan in de jaren 1970 en 1980 staan binnen deze gemeenschap de activistische en de meer academisch-kritische historici niet langer met getrokken messen tegenover elkaar. Onderzoekers die volledig buiten de beweging zijn opgegroeid, ontmoeten in redactievergaderingen, in wetenschappelijke comitƩs en op congressen historici die wel een flamingantisch Flamingant
Flamingantisme is een term die met verschillende betekenissen wordt toegekend aan actoren binnen de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme. Lees meer
verleden met zich dragen of zich nog steeds tot de Vlaams-nationalistische traditie rekenen. Over het algemeen delen zij echter een kritische distantie, die een constructief gesprek mogelijk maakt. Sommige academische historici ervaren ook geen probleem om hun geschriften te publiceren bij uitgeverijen met een duidelijk Vlaams-nationalistisch profiel. Slechts wie zich nadrukkelijk met het radicaal-rechtse Rechts-radicalisme
De rechts-radicale traditie begon toen het Vlaams-nationalisme in het interbellum koos voor Nieuwe Orde en collaboratie. Na de oorlog evolueerde radicaal-rechts in Vlaanderen van nostalgi... Lees meer
Vlaams-nationalisme affilieert, lijkt van dit gesprek te worden uitgesloten. Toch blijken zelfs deze schotten niet waterdicht te zijn, althans wanneer de nodige onpartijdigheid wordt gerespecteerd. Symptomatisch in dat verband is de opname, in 2019, van Pieter Jan Verstraete Verstraete, Pieter Jan
Pieter-Jan Verstraete (1956) is een historicus en gewezen bibliothecaris. Hij is vooral bekend vanwege zijn vele biografische publicaties over figuren uit de Vlaamse beweging. Lees meer
in de adviesraad van deze digitale Encyclopedie van de Vlaamse beweging. Dat Verstraete met zijn biografieƫn van leidende figuren uit de Vlaams-nationalistische collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
veel lof oogst in rechts-radicale kringen, vormt daar geen belemmering voor.

Anders dan voor hun oudere en niet-academische collegaā€™s is de geschiedenis van de Vlaamse beweging voor veel van de jongere historici, literatuur- en communicatiewetenschappers slechts een deel van hun onderzoeksterrein. Zij verkennen daarnaast heel andere themaā€™s, niet zelden in internationaal verband. De geschiedenis van de Vlaamse beweging verhuisde daardoor van het centrum naar de buitenprovincies van de contemporaneĆÆstiek in Vlaanderen. Ook de onderzoeksinfrastructuur voor de geschiedenis van de Vlaamse beweging werd tijdens de voorbije decennia gedeeltelijk geĆÆnternationaliseerd. Zo presenteert het ADVN zich sinds 2019 als ā€˜archief voor nationale bewegingenā€™ (en dus niet langer uitsluitend van de Vlaamse beweging), en lag deze organisatie al in 2008 aan de basis van Nationalist Intermediary Structures in Europe (NISE), een internationaal netwerk van archief- en onderzoeksinstellingen die zich op de studie van het nationalisme toelegt. In de schoot van deze organisatie werden de voorbije jaren verschillende internationale conferenties belegd, waarin de Vlaamse beweging aan bod kwam naast andere casussen uit de geschiedenis van het nationalisme. De Nederlandse literatuurhistoricus Joep Leerssen Leerssen, Joep
De Nederlandse cultuurhistoricus Joep Leerssen (1955) voert vergelijkend en transnationaal onderzoek naar het ā€˜romantisch nationalismeā€™ en zijn politieke implicaties. Een van Leerssens v... Lees meer
, die een belangrijke rol vervult in NISE en zelf ook over de Vlaamse beweging heeft gepubliceerd, gaf een sterke impuls aan deze internationaliserende tendens door de redactie van een monumentale Encyclopaedia of Romantic Nationalism in Europe, waarvan de eerste editie in 2017 verscheen.

Inhoudelijke continuĆÆteit en verruiming

De provincialisering van de geschiedenis van de Vlaamse beweging draagt ertoe bij dat verschillende onderdelen uit die geschiedenis (net zoals van de ruimere Belgische politieke geschiedenis) voorlopig braakliggend terrein blijven. Er waren de voorbije decennia immers weinig historici die zich voltijds aan deze specialisatie wijdden. Anderzijds deed deze provincialisering ook kansen ontstaan om deze geschiedenis vanuit nieuwe perspectieven te belichten. Bij het overzien van de productie van de voorbije dertig jaar valt niettemin een opmerkelijke inhoudelijke en methodologische continuĆÆteit met de voorafgaande periode op. De verwetenschappelijking die tijdens de laatste decennia van de twintigste eeuw was ingezet, kreeg na 1995 een logisch vervolg. Inzichten die in een vorige periode waren ontwikkeld werden verfijnd en/of in ruimere kaders geplaatst, zelden echt radicaal vernieuwd.

Tekenend voor deze continuĆÆteit was het grote aantal biografieĆ«n van leidende figuren uit de Vlaamse beweging dat zowel vĆ³Ć³r als na 1995 verscheen. De vijfdelige biografie die Lode Wils Wils, Lode
Lode Wils (1929) is een emeritus hoogleraar eigentijdse geschiedenis. Hij publiceerde voornamelijk over het katholieke flamingantisme en is een van de belangrijkste geschiedschrijvers van... Lees meer
aan Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
wijdde, was daar het meest indrukwekkende voorbeeld van aangezien zij tegelijk een ruimere geschiedenis van de Vlaamse beweging van de eerste helft van de 20ste eeuw vormde. Daarnaast verschenen ook ā€“ al dan niet academische - biografieĆ«n van onder meer August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hƩt symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
, Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in BelgiĆ« aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zoā€™n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
, Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
, Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
, Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
, Camille Huysmans Huysmans, Camille
Camille Huysmans (1871-1968) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die van 1933 tot 1940 burgemeester van Antwerpen was, tweemaal een ministerpositie bekleedde en een jaar lang ... Lees meer
, Hendrik de Man De Man, Hendrik
Lees meer
, Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
, Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geĆÆnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
, Robert van Roosbroeck Van Roosbroeck, Rob
Robert van Roosbroeck (1898-1988) was een onderwijzer, publicist en historicus. Hij was betrokken bij het activisme en de collaboratie, onder andere als schepen van Antwerpen en lid van d... Lees meer
, Victor Brunclair Brunclair, Victor
Victor J. Brunclair (1899-1944) was een avant-gardistische schrijver en journalist, die behoorde tot de groep rond Paul van Ostaijen. Hij ging de geschiedenis in als een van de weinige Vl... Lees meer
, Hugo Verriest Verriest, Hugo
De Vlaamsgezinde en progressieve priester en letterkundige Hugo Verriest (1840-1922) was een van de belangrijkste intellectuele inspirators van de katholieke flamingantische scholieren- e... Lees meer
, Frantz van Dorpe Van Dorpe, Frantz
Lees meer
, Leo Augusteyns Augusteyns, Leo
Lees meer
, Maria Elisabeth Belpaire Belpaire, Marie-Elisabeth
Marie-Elisabeth Belpaire (1853-1948) was een welgestelde Vlaamsgezinde auteur die verschillende projecten realiseerde ter promotie van de literatuur (zoals het tijdschrift Dietsche Warand... Lees meer
, Paul van Ostaijen Van Ostaijen, Paul
Paul van Ostaijen (1896-1928) was een schrijver die met zijn poƫzie, proza en kritische werk grote invloed heeft uitgeoefend op de Nederlandstalige literatuur. Zijn zoektocht naar een nie... Lees meer
en vele anderen. Deze biografieĆ«n zijn in een meer of minder literaire stijl geschreven, maar zij delen wel hun streven naar een zakelijke en onpartijdige benadering van de behandelde historische figuur. Dit is ook het geval voor de lange reeks biografieĆ«n door de eerder genoemde Pieter Jan Verstraete. Zijn boeken worden niet gekenmerkt door de uitdrukkelijke apologetiek van oudere Vlaams-nationalistische geschriften, maar eerder door een vorm van hyper-objectivisme. Onwetenschappelijk is deze geschiedschrijving niet langer doordat zij duidelijke oordelen uitspreekt, maar doordat zij angstvallig weigert haar bevindingen te interpreteren. Slechts uit de keuze van onderwerpen blijkt haar band met het Vlaams-nationalisme. Doorgaans betreft het biografieĆ«n van grote ā€˜Vlaamse voormannenā€™ die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
in de collaboratie hebben geƫngageerd. Als martelaars worden zij in het werk van Verstraete en anderen niet langer voorgesteld, en hun collaborerende activiteiten worden al evenmin verzwegen. Maar de act van het schrijven is in dergelijke gevallen op zich al een act van piƫteit. Dit geldt onder meer voor de tien Cahiers Staf De Clercq die Verstraete tussen 2007 en 2016 uitgaf, ter voorbereiding van de nog ontbrekende biografie van de VNV-leider. Soortgelijke periodieke publicaties die bewondering aan empirische acribie koppelen, bestaan ook voor andere Vlaamsgezinde figuren zoals Joe English English, Joe
Joe English (1882-1918) was een Brugse kunstschilder, die zijn grote faam binnen de Vlaamse beweging vooral ontleende aan zijn tekenwerk als frontkunstenaar. Lees meer
, Joris van Severen en Filip de Pillecyn De Pillecyn, Filip
Filip De Pillecyn (1891-1962) was schrijver en journalist. Hij was actief in de Frontbeweging, werkte voor De Standaard en De Tijd en stichtte het satirisch weekblad Pallieter. Tijdens de... Lees meer
.

Ook geschiedenissen van Vlaamsgezinde organisaties bleven verschijnen. Vaak gebeurde dit op initiatief van de vereniging zelf, die daar doorgaans een samenwerking voor aanging met wetenschappelijke auteurs. Zo verschenen er monografieƫn over onder andere het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
, het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
, het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
, de Orde van den Prince Orde van den Prince
De Orde van den Prince, opgericht in 1955-1956, is een Vlaams-Nederlands genootschap dat zich op diverse wijzen en via uiteenlopende bedrijvigheden inzet voor de Nederlandse taal en cultu... Lees meer
, het Brusselse literaire en artistiek genootschap De Distel De Distel
De Distel was een in 1881 door Jan-Matthijs Brans en Jan Baptist Janmoulle te Brussel opgericht Nederlandstalig letterkundig genootschap, met als kenspreuk ā€˜Stekelig, niet hekeligā€™. ... Lees meer
, het Vlaams Economisch Verbond Vlaams Economisch Verbond
Het Vlaams Economisch Verbond (VEV) is een Vlaamsgezinde belangengroep en patronale organisatie, die werd opgericht in 1926. Tijdens het interbellum zette het VEV zich in voor algemeen ec... Lees meer
en heel recent nog over de Vlaamse Toeristenbond Vlaamse Toeristenbond
VTB-VAB (1922) was een cultureel-toeristische organisatie die bijdroeg aan de ontwikkeling van het toerisme en de mobiliteit in Vlaanderen. Ze was door haar financiƫle en culturele slagkr... Lees meer
. Aan de naoorlogse geschiedenis van de katholieke Vlaamsgezinde krant De Standaard De Standaard (1914-)
Het eerste nummer van het dagblad De Standaard verscheen op 4 december 1918. De krant was gedurende vele decennia hƩt blad bij uitstek van de katholieke Vlaamse beweging in al haar varian... Lees meer
werd een uitvoerige studie gewijd door historicus Karel van Nieuwenhuyse.

Een klassiek thema als de relatie tussen de katholieke Kerk en de Vlaamse beweging verdween evenmin van de historiografische agenda. Waar Johan Strobbe een naslagwerk wijdde aan Ć©Ć©n van de belangrijke broedplaatsen van de katholieke Vlaamse beweging, het Klein Seminarie van Roeselare, daar onderzocht Christian de Borchgraeve een orde die zich slechts geleidelijk Vlaamsgezind ging opstellen, de jezuĆÆeten. Het in 1925 in Antwerpen opgerichte Ruusbroecgenootschap Ruusbroecgenootschap
Lees meer
vervulde daarin een prominente rol. Ook de studies van Anton Milh over de kloosterorden tijdens de Tweede Wereldoorlog (zie verder) kunnen hier worden vermeld. Katholieke intellectuelen en studenten vormden het onderzoeksobject van respectievelijk Rajesh Heynickx en Louis Vos. Beiden beschreven zij de manier waarop deze groepen zich aan de moderne tijd aanpasten, en daarbij werden beĆÆnvloed door denkbeelden en idealen over de Vlaamse natie.

De 20ste-eeuwse geschiedenis trok tijdens deze recentere periode het leeuwendeel van de academische aandacht naar zich toe. De 19de-eeuwse geschiedenis van de Vlaamse beweging kreeg veel minder aandacht van historici. Het enige proefschrift dat gedurende de voorbije dertig jaar aan een geschiedenisdepartement van een Vlaamse universiteit werd geschreven, was dat van Greet Draye over de 19de-eeuwse literaire verenigingen. Licentiaatsverhandelingen of masterscripties werden en worden door geschiedenisstudenten nog nauwelijks aan deze periode gewijd. Binnen de departementen letterkunde van de Lage Landen bleef de 19de-eeuwse Vlaamse beweging meer in de belangstelling staan. Er werden proefschriften verdedigd over Theodoor van Ryswyck Van Ryswyck, Theodoor
Theodoor van Ryswyck (1811-1849) was een Vlaamse dichter die in dichtbundels, kranten en tijdschriften een omvangrijk literair oeuvre bij elkaar schreef. Met zijn gedichten gaf hij vorm a... Lees meer
(Adelheid Ceulemans), over het sentimentalisme in de zedenromans van Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in BelgiĆ« aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zoā€™n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
(Marlou de Bont), over literaire genootschappen ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (Janneke Weijermars) en over de Vlaamse-Nederlandse katholieke samenwerking (Roberto Dagnino). Daarnaast wijdde ook de musicoloog Jan Dewilde verschillende studies aan 19de-eeuwse Vlaamsgezinde componisten. Heel recent werd met studies van onder meer Kevin Absillis en Johan Vanhecke over Hendrik Conscience de 19de eeuw weer meer voor het voetlicht geplaatst. Toch bestaan er ook vandaag slechts een beperkte wetenschappelijke gemeenschap en een beperkt publiek voor de studie van de 19de-eeuwse geschiedenis van de Vlaamse beweging. Zo schortte het Snellaert Snellaert, Ferdinand A.
Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) was een arts, filoloog, letterkundige en leidende figuur in de Vlaamse beweging. Lees meer
-comitƩ in 2023 zijn activiteiten op wegens geringe belangstelling.

Bijzondere aandacht bleef wƩl uitgaan naar de geschiedenis van de Vlaamse beweging tijdens en tussen de twee wereldoorlogen. In verband met de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
bleef de vraag naar de impact van de Duitse Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
Flamenpolitik op de ontwikkeling van het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiƫle... Lees meer
en van het anti-Belgische Vlaams-nationalisme aan de basis liggen van verscheidene studies. Symptomatisch in dat verband is dat Lode Wils in 2014 onder de titel Onverfranst, Onverduitst?Ā een grondig bewerkte versie uitbracht van zijn in 1973 verschenen standaardwerk Flamenpolitik en Aktivisme. Hierop bouwden onder meer Bruno Yammine en de Duitse historici Ulrich Tiedau en Jakob MĆ¼ller voort om de Flamenpolitik van diverse overheden nog omstandiger te ontrafelen. In zijn Die importierte Nation toont MĆ¼ller ook uitvoerig de continuĆÆteit aan tussen de Duitse oorlogspolitiek met betrekking tot Vlaanderen tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. DaniĆ«l Vanacker erkende dat het anti-Belgische Vlaams-nationalisme een ā€˜oorlogskindā€™ was, maar vestigde in een grondige studie wel de aandacht op de frontbeweging als ā€˜moederā€™ (naast de activistische ā€˜vaderā€™). De eerder vermelde groep literatuurwetenschappers aan de Universiteit Antwerpen ging wel in tegen de Wils-these door de aandacht te vestigen op een radicale tendens die zich al vĆ³Ć³r de Eerste Wereldoorlog onder literaire jongeren had ontwikkeld, die tijdens de oorlog mee de basis zou vormen van het politieke activisme en die na de oorlog de literaire avant-garde zou uitmaken.

Voor het interbellum bleef de centrale vraag hoe de nationalistische vleugel van de Vlaamse beweging in de ban raakte van het fascisme en het antisemitisme Antisemitisme
Lees meer
en daardoor in een tweede collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
terecht kwam. Terwijl auteurs als Etienne Verhoeyen en de eerder genoemde Jakob MĆ¼ller onderzochten hoe deze tweede collaboratie actief werd voorbereid vanuit het nationaalsocialistische Duitsland, concentreerden andere auteurs zich meer op de radicaliseringsprocessen binnen de beweging zelf. Een uitgelezen milieu om deze te bestuderen waren de IJzerbedevaarten IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
, die onderzocht werden door onder meer Karen Shelby, Frank Seberechts, Annelies Beck en Lith Lefranc. Behalve voor klassieke plaatsen van politieke radicalisering kwam er ook meer belangstelling voor actoren die de economische en wetenschappelijke hefbomen in Vlaamse handen trachtten te krijgen. Zo was er de eerder vermelde studie over het Vlaams Economisch Verbond Vlaams Economisch Verbond
Het Vlaams Economisch Verbond (VEV) is een Vlaamsgezinde belangengroep en patronale organisatie, die werd opgericht in 1926. Tijdens het interbellum zette het VEV zich in voor algemeen ec... Lees meer
, maar ook het proefschrift van Olivier Boehme onder de titel Greep naar de macht. Daarin laat Boehme zien hoe tijdens het interbellum intellectuelen en wetenschappers uit diverse zijden van het economische spectrum de creatie van een Vlaamse economie op de agenda plaatsten. Recent behandelde Dries Goedertier de pogingen van de Vlaamse Ingenieursvereniging Vlaamse Ingenieursvereniging
De Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging (1928) wilde het wetenschappelijke leven vernederlandsen en de beroepsbelangen van de ingenieurs behartigen. Lees meer
om deze Vlaamse economie ook technisch in te richten, en stond Sebastian Vandenbogaerde stil bij de ontwikkeling van een Vlaamse rechtswetenschap sinds de jaren 1930.

Zoals het onderzoek naar de Vlaamse beweging tijdens de Eerste Wereldoorlog schatplichtig was aan het werk van Lode Wils, zo ontwikkelde zich dat naar de Tweede Wereldoorlog in het kielzog van Bruno de Wevers De Wever, Bruno
Historicus Bruno de Wever (1960) is een specialist van de geschiedenis van het Vlaams-nationalisme en van de Tweede Wereldoorlog. Hij weegt sinds de jaren 1980 op het debat over het oorlo... Lees meer
Greep naar de macht, waarvan de handelseditie in 1995 was uitgekomen. De erkenning niet alleen van de omvang, maar ook van het fascistische karakter van de Vlaams-nationalistische collaboratie vormde het uitgangspunt van een aantal studies naar de politieke, militaire en culturele collaboratie. Het uitgesproken ideologische karakter van de Vlaamse inzet aan het oostfront Oostfronters
Het begrip oostfronters duidt in de context van de geschiedenis van de Vlaamse beweging op Vlamingen die als vrijwilliger aan de zijde van Duitsland vochten tegen het Sovjetrussische Rod... Lees meer
werd bevestigd door onder meer Aline Sax en Frank Seberechts. Zij werd ook bevestigd in de veel bekeken documentaire-reeks die in 2018 aan De kinderen van de collaboratie werd gewijd, en waarvan De Wevers promovendus Koen Aerts de wetenschappelijke leiding in handen had. Een andere promovendus van De Wever, Nico Wouters, rekende in zijn proefschrift af met de mythe van de ā€˜goedeā€™ Vlaamsgezinde oorlogsburgemeester Oorlogsburgemeesters
De term ā€˜oorlogsburgemeestersā€™ verwijst naar de collaborerende burgemeesters die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden benoemd en de hoeksteen vormden van de machtsgreep van het Vlaamsch ... Lees meer
, die de belangen van zijn bevolking altijd voorop stelde. Toch toonde hij dat onder deze lokale bestuurders verschillende gradaties en vormen van politieke collaboratie bestonden. De theoloog Anton Milh onderzocht op een vergelijkbare wijze de diverse vormen van collaboratie die binnen drie kloosterorden (de dominicanen, de franciscanen en de kapucijnen) bestonden, en besteedde daarbij bijzondere aandacht aan de complexe positionering van de invloedrijke dominicaan Jules Callewaert Callewaert, Jules
Dominicaan Jules Laurentius Callewaert (1886-1964) verwierf bekendheid als flamingantisch predikant. Zijn sympathie voor het VNV deed hem aan het begin van de Tweede Wereldoorlog de colla... Lees meer
.

Dit laatste sluit aan bij de bijzondere interesse die een aantal auteurs toonde voor de ambigue stellingname van vele Vlaamsgezinden tijdens de bezetting. Zij maakten duidelijk dat rechts Vlaams-nationalisme een engagement in het verzet Verzet
Het georganiseerde verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Vlaamse provincies was doorgaans altijd Belgisch verzet: zowel op het vlak van de ideologische oriƫntatie, de motieven en he... Lees meer
ā€“ of minstens een verzetsgezinde positie - niet diende uit te sluiten (Marnix Beyen over Emiel Drieskens, Jan Creve en Vincent Stuer over Frantz van Dorpe Van Dorpe, Frantz
Lees meer
), maar omgekeerd ook dat mensen met uitgesproken linkse standpunten in het vaarwater van de collaboratie konden terechtkomen (Vincent Scheltiens over War van Overstraeten, Dieter Vandenbroucke over Victor Brunclair Brunclair, Victor
Victor J. Brunclair (1899-1944) was een avant-gardistische schrijver en journalist, die behoorde tot de groep rond Paul van Ostaijen. Hij ging de geschiedenis in als een van de weinige Vl... Lees meer
). Ook in deze tendens speelden literatuurwetenschappers een belangrijke rol. Zij bogen zich onder meer over de geschiedenis en het discours van het blad Volk en Kultuur Volk en Kultuur
Volk en Kultuur (1941-1944) was het orgaan van de werkgemeenschap Volk en Kunst, dat behalve door de romantisch-flamingantische traditie ook door het Nieuwe Orde-denken en de collaborati... Lees meer
, dat weliswaar in het vaarwater van de collaboratie opereerde, maar niettemin het streven naar culturele autonomie voorop stelde.

Opvallend is dat recent ook fictie-auteurs de ambiguĆ« stellingnamen van Vlaamsgezinden ten opzichte van de nationaalsocialistische bezetters zijn gaan thematiseren in vaak goed gedocumenteerde romans. In Wil (2016) koos Jeroen Olyslaegers een volledig fictieve figuur om deze ambiguĆÆteiten te belichamen, in De draaischijf (2022) van Tom Lanoye Lanoye, Tom
Tom Lanoye (1958) is sinds de jaren 1980 een van de meest spraakmakende en bestverkopende schrijvers van het land, actief in alle literaire genres en via een niet aflatende stroom columns... Lees meer
daarentegen vormde de oorlogsgeschiedenis van de theatermaker Joris Diels Diels, Joris
Lees meer
en zijn Joodse echtgenote Ida Wasserman het vertrekpunt voor een exploratie van de moeilijke keuzes die tijdens de bezetting moesten worden gemaakt. Stefan Hertmans stelde in zijn oorlogsroman De opgang (2020) dan weer een ondubbelzinnige en radicale collaborateur, de Vlaamse SSā€™er Willem Verhulst, centraal. Kristien Hemmerechts belichtte in Hubertina (2022) integendeel het leven van de Nederlandse verpleegster Hubertina Aretz Aretz, Hubertina
Hubertina Aretz (1893-1973) was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet en verbleef enige tijd in concentratiekampen. Na de oorlog zette zij zich in voor verzoening tussen ver... Lees meer
, die tijdens de bezetting werd gearresteerd vanwege haar rol in het ComitƩ voor Hulpverlening aan Verdrukte Joden, maar die zich na de oorlog actief inspande voor amnestie Amnestie
Lees meer
en daarbij zelfs de Vlaams-nationalistische collaboratie vergoelijkte (zie Literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
).

De naoorlogse bestraffing van de Vlaams-nationalistische collaboratie bleef evenzeer binnen de belangstelling van de historici staan. Ook op dit vlak bleef een studie uit de voorgaande periode de lijnen uitzetten. Luc Huyses Onverwerkt verleden (1991), waarvan in 2020 een grondig bewerkte versie uitkwam, blijft tot vandaag het referentiewerk ter zake. Huyses voornaamste bevinding, namelijk dat er geen sprake was van een georganiseerde wraakoefening door de Belgische staat op de Vlaamse Beweging of zelfs op Vlaanderen als geheel, werd onder meer bevestigd en verder onderbouwd in het proefschrift van Koen Aerts over de re-integratie van collaborateurs in de Belgische staat (zie Repressie na de Tweede Wereldoorlog Repressie na de Tweede Wereldoorlog
De repressie na de Tweede Wereldoorlog omvat alle maatregelen en acties tegen personen die na de oorlog verantwoordelijk werden gehouden voor samenwerking met de nationaalsocialistische b... Lees meer
).

Over de geschiedenis van het naoorlogse politieke Vlaams-nationalisme zijn de voorbije dertig jaar veel deelstudies verschenen, voornamelijk in de vorm van licentiaatsverhandelingen/masterscripties of tijdschriftartikelen. Een standaardwerk over de geschiedenis van de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in Belgiƫ, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
is er nog niet, onder meer omdat Bart de Wever De Wever, Bart
Bart de Wever (1970) is een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij is sinds 2004 voorzitter van de N-VA, die onder zijn voorzitterschap de grootste partij van Belgiƫ werd. Sinds 2013 is hi... Lees meer
zijn doctoraatsonderzoek over dit thema vroegtijdig beƫindigde om de overstap naar de actieve politiek te maken. Ook over het Vlaams Blok/Vlaams Belang Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ā€˜Vlaams Blokā€™, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
en over de N-VA Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
zijn voorlopig uitsluitend journalistieke en politiekwetenschappelijke studies verschenen.

In de eerste decennia van de 21ste eeuw kwamen ook enkele studies op de markt die de Vlaamse beweging als geheel trachtten te overschouwen, vanaf haar ontstaan in de 19de eeuw tot het heden. Onvoltooid Vlaanderen van Frank Seberechts kwam er in opdracht van de N-VA en bevatte ook een slotbeschouwing door de voorzitter van die partij, Bart de Wever. Zoals de titel suggereerde, wilde het boek het verleden van de Vlaamse beweging overschouwen om lijnen te kunnen trekken naar de toekomst. Volgens sommige commentatoren ā€“ onder wie Marc Reynebeau Reynebeau, Marc
Marc Reynebeau (1956) is journalist, publicist en historicus. Als redacteur van Knack en later De Standaard ontpopte hij zich tot een gezaghebbend intellectueel die zich uitgesproken krit... Lees meer
, die in 1995 een geschiedenis van de Vlaamse beweging had geschreven om haar te deconstrueren ā€“ hield deze benadering een terugkeer in naar het 19de-eeuwse kaakslagnationalisme. Anderen oordeelden veel milder. Ondanks de duidelijke politieke doelstelling van het boek, zo benadrukte bijvoorbeeld Lode Wils, nam de auteur toch nadrukkelijk afstand van een aantal hardnekkige Vlaams-nationalistische mythen. Zelf keek Wils met meer nostalgie en spijt terug naar de manier waarop de Vlaamse natie vanuit de Belgische was gegroeid en deze laatste uiteindelijk had doen verschrompelen. Hij deed dat in twee bundels, respectievelijk uit 2009 en 2020, waarin hij een aantal van zijn oudere artikelen samenbracht binnen een groter kaderverhaal dat de hele geschiedenis van de Vlaamse beweging omspande. In een NISE-essay uit 2019 benaderden Bruno de Wever, Frans-Jos Verdoodt Verdoodt, Frans-Jos
Historicus Frans-Jos Verdoodt (1939) specialiseerde zich in de geschiedenis van het daensisme en van de Vlaamse beweging. In 1984 was hij de gangmaker achter de oprichting van het ADVN, w... Lees meer
en Antoon Vrints de geschiedenis van de Vlaamse Beweging vanuit een zakelijker en meer sociaalhistorisch perspectief, dat was geĆÆnspireerd door de nationalisme-theorie van Miroslav Hroch Hroch, Miroslav
De Tsjechische historicus Miroslav Hroch (1932) vergeleek de historische evolutie van nationale bewegingen die streden in de naam van ā€˜kleineā€™ naties. Zijn werk, en vooral het door hem o... Lees meer
. Zij benadrukten dat de Vlaamse beweging er pas in de jaren 1960 in slaagde een brede basis bij arbeiders en lagere middenklassen te verwerven, en op die manier uit te groeien tot een brede massabeweging. Els Witte en Harry van Velthoven, ten slotte, situeerden de Vlaamse beweging binnen een veel breder scala aan sociale, demografische en institutionele factoren om de taalpolitieke evoluties in Belgiƫ te verklaren.

Van beweging naar verbeelding

Ondanks deze opmerkelijke continuĆÆteit hebben zich gedurende de vorige drie decennia niettemin ook enkele duidelijke verschuivingen voorgedaan. Er werden enkele nieuwe terreinen verkend, zoals de taalstrijd die de Vlaamse beweging ook voerde in Belgisch- Congo Congo
Lees meer
. Deze kwestie werd onder meer behandeld in artikelen van historicus en televisiemaker Bert Govaerts en van de Gentse afrikanist Michael Meeuwis. Op een heel ander niveau opende ook de studie van Bieke Nouws over de rol van vertalers Vertaling
De Vlaamse beweging onderhield in de lange 19de eeuw een complexe relatie tot vertaling door overheidsinstanties. Terwijl vertalingen bijdroegen tot het voortbestaan en de ontwikkeling va... Lees meer
in de ontwikkeling van de taalpolitiek in Belgiƫ nieuwe pistes voor het onderzoek van de Vlaamse beweging.

Doorslaggevender dan deze inhoudelijke verruimingen is echter een perspectiefwijziging die de historiografie van de Vlaamse beweging doormaakte. Meer bepaald heeft zij de cultural turn genomen die tijdens diezelfde periode bepalend werd voor een groot deel van de geschiedschrijving in de westerse wereld. Deze houdt in dat niet langer wordt ingezoomd op de institutionele uitbouw en de politieke belangen van de politieke bewegingen, maar wel op de representaties die deze creƫerden om hun strijd te onderbouwen. Daarbij ging het in de eerste plaats om historische beelden van de Vlaamse natie. Deze tendens was niet helemaal nieuw, want al in de eerste Encyclopedie van de Vlaamse Beweging Encyclopedie van de Vlaamse Beweging
De tweedelige Encyclopedie van de Vlaamse beweging verscheen in 1973-1975 en gold jarenlang als het voornaamste naslagwerk met betrekking tot de geschiedenis van de Vlaamse beweging. ... Lees meer
waren lemmata gewijd aan de flamingantische representatie van historische figuren als Jacob van Artevelde Van Artevelde, Jacob
Jacob van Artevelde was een Gents volksleider (overleden in 1345) die in de jaren 1337-1345 de feitelijke macht uitoefende in Gent en in Vlaanderen. Hij verzette zich tegen de Franse invl... Lees meer
en Breydel en De Coninck Breidel en De Coninck
Jan Breidel en Pieter de Coninck waren volksleiders in de vroege 14de eeuw. Door de Vlaamse beweging werden ze later vereerd als helden van de vrijheidsstrijd en het Vlaamse verzet tegen ... Lees meer
. Vanaf de jaren 1990 werd deze evolutie echter verruimd en versneld. Luc FranƧois stond uitvoerig stil bij de flamingantische en andere beeldvorming rond de Boerenkrijg, Lieve Gevers bestudeerde de Werdegang van de Heilige Lutgart Lutgardis
Lutgardis (1182-1246) was een Diets sprekende benedictines en mystica. Ze werd in Vlaamsgezinde middens vereerd als de patrones van het Vlaamse volk en van de Vlaamse beweging. Lees meer
als religieus symbool van de Vlaamse beweging in de negentiende en twintigste eeuw, Marnix Beyen onderzocht hoe de folkloristische en literaire held Tijl Uilenspiegel Tijl Uilenspiegel
Tijl Uilenspiegel is een personage uit een laatmiddeleeuws Duits volksboek, dat van de 19de eeuw tot diep in de 20ste eeuw door uiteenlopende politieke bewegingen in Belgiƫ en Vlaanderen ... Lees meer
gaandeweg werd ingekapseld in een katholieke Vlaams-nationalistische en uiteindelijk zelfs in een nazistische voorstellingswereld. Ook rond de verbeelding van de middeleeuwse literaire figuur Reinaert de Vos ontstond een ruime literatuur, onder meer in het aan die materie gewijde blad Tiecelijn. Ulrike Burki stelde vast dat de recentere literaire figuur Pallieter bijna ondanks de Vlaamse beweging in het pantheon van Vlaamse helden terechtkwam (zie Felix Timmermans Timmermans, Felix
Felix Timmermans (1886-1947) is de auteur van een omvangrijk en veelgelezen oeuvre. Tot zijn bekendste romans horen Pallieter (1916) en Boerenpsalm (1935). Tijdens de Eerste Wereldoorlog ... Lees meer
). In een recent proefschrift bestudeerde de literatuurwetenschapper Tijl Nuyts vergelijkbare processen die zich voordeden rond de 13de-eeuwse mystieke dichteres Hadewijch. Ook de cultus rond flaminganten zelf werd het voorwerp van onderzoek. Zo onderzocht Maarten van Ginderachter hoe Rosa de Guchtenaere De Guchtenaere, Rosa
Rosa de Guchtenaere (1875-1942) was een Vlaams-nationalistisch activiste, onderwijzeres en feministe. Ze engageerde zich voor talrijke anti-Belgische comitƩs en verwierf bekendheid als pr... Lees meer
uitgroeide tot een Vlaamse martelares en werd in verschillende van de eerder genoemde biografieƫn ook stilgestaan bij de manier waarop de beschreven figuren na hun dood voortleefden in de collectieve herinnering. Aragorn Fuhrmann, tot slot, onderzocht hoe Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
na zijn dood als verlosser van Vlaanderen werd voorgesteld door de rechts-radicale vleugel van de Vlaamse beweging.

De beeldvormingsstudies concentreerden zich echter vooral rond Guldensporenslag Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
. Jo Tollebeeks bijdrage hierover in het ophefmakende boek Les grands mythes de Belgique, de Flandre et de Wallonie was in dat opzicht richtinggevend. Vooral naar aanleiding van de zevenhonderdste verjaardag van de slag (in 2002) verscheen er een immense stroom aan publicaties, waarin behalve aan de middeleeuwse gebeurtenis zelf aandacht werd besteed aan de transformatie van deze gebeurtenis in een ā€˜herinneringsplaatsā€™, of eerder, in verschillende herinneringsplaatsen tegelijk. Ook de Vlaamsgezinde herinnering aan de Tweede Wereldoorlog vormde het voorwerp van een breed scala aan publicaties, waarin vooral de processen werden blootgelegd die leidden tot een negatieve beeldvorming over het verzet en tot relatieve vergoelijking van de Vlaams-nationalistische, ā€˜idealistischeā€™, collaboratie.

De meeste van deze studies betroffen in de eerste plaats de tekstuele en eventueel ook de visuele voorstelling van episodes en personen uit het verleden, en het globalere narratief dat dat coherentie verschafte aan dit ā€˜herinneringsuniversumā€™. Feestdagen werden bestudeerd als momenten waarop deze narratieven op een directe wijze met een ruim publiek werden gedeeld. In zijn in 2002 aan de VUB verdedigde proefschrift onderzocht Jan Fransen bijvoorbeeld hoe deze feestdagen specifiek in Brussel na de Tweede Wereldoorlog hadden bijgedragen tot de vorming en legitimering van Vlaamse, Waalse, Franstalige, Belgische en Brusselse identiteiten. Toch stelden zij ook de monumentale uitdrukking die aan de herinnering werd gegeven en de discussies die zich daarover ontsponnen, zijdelings aan de orde. In 2003 werden de monumenten Monumenten
Voor de Vlaamse beweging monumenten oprichtte, ging Belgiƫ haar daarin reeds voor. Na de onafhankelijkheid van 1830 ontstond in Belgiƫ een uitgebreide en diverse historische cultuur, die ... Lees meer
van de Vlaamse beweging voor het eerst echt op de voorgrond geplaatst, meer bepaald in de door het ADVN uitgebrachte bundel Duurzamer dan graniet. Niet alleen de monumenten die de beweging oprichtte voor groten uit het als Vlaamse beschouwde verleden, maar ook de monumenten waarmee zij haar eigen voormannen bedacht, kregen daarbij aandacht. Terwijl in deze bundel wordt beschreven hoe op materiĆ«le wijze gestalte werd gegeven aan de herinnering, bestudeert Andreas Stynen in Een geheugen in fragmenten ā€“ een handelseditie van zijn licentiaatsverhandeling ā€“ hoe omgekeerd ook rond plaatsen in de materiĆ«le zin van het woord, zoals de voor de Vlaamse beweging symbolische kerkhoven Campo Santo Campo Santo
Campo Santo, de begraafplaats van Sint-Amandsberg, geniet faam als ā€˜de merkwaardigste van Vlaanderenā€™, als gevolg van de vele Vlaamsgezinde boegbeelden die er, te beginnen met Jan-Frans W... Lees meer
en het Schoonselhof Schoonselhof
Het Schoonselhof is een begraafplaats in de stad Antwerpen. Als laatste rustplaats van tal van culturele en politieke boegbeelden van de Vlaamse beweging speelt de begraafplaats een bijzo... Lees meer
, een haast religieus commemoratief discours kon ontstaan.

Behalve voor de herinneringsplaatsen van de Vlaamse beweging, kwam er ook meer aandacht voor de algemene representatie van Vlaanderen in de literatuur, de populaire cultuur en media. Dit gebeurde onder meer in het werk van de eerder vermelde literatuurwetenschappers, maar ook kunsthistorici, communicatie- en cultuurwetenschappers zoals Alexander Dhoest, Hilde Vandenbulck, Gertjan Willems, Lieselotte Goessens, Dennis van Mol, Daniƫl Biltereyst en Roel Vande Winkel speelden hierin een toonaangevende of minstens pionierende rol. Zij onderzochten welke beelden van Vlaanderen werden verspreid via de beeldende kunsten Beeldende kunst
De beeldende kunsten en de Vlaamse beweging onderhielden van 1830 tot vandaag een complexe en gelaagde relatie, die pendelde tussen gematigde sympathie, radicaal engagement en kritische a... Lees meer
, de radio Radio
Lees meer
, in films Film
Sinds het ontstaan van film eind 19de eeuw evolueerde het filmbedrijf in Vlaanderen van een Belgische, overwegend Franstalige sector naar een steeds meer onderscheidende Vlaamse filmsect... Lees meer
en televisie Televisie
Als geen ander massamedium heeft de televisie bijgedragen aan de vorming van de Vlaamse ā€˜verbeelde gemeenschapā€™. Terwijl de staatshervormingen zich voltrokken, werd de Vlaamse natie dagel... Lees meer
series. Biltereyst en Vande Winkel vestigden onder meer ook de aandacht op de bijdrage van filmmakers aan de culturele constructie van de Flandrien Flandrien
De term ā€˜flandrienā€™ verwijst naar een (Vlaamse) wielrenner met specifieke sportieve kenmerken. Lees meer
ā€“ de fysiek sterke, door weer en wind geharde Vlaamse wielrenner ā€“ als modern Vlaams icoon. Dit paste in een groeiende tendens om ook de relatie tussen sport Sport
Sport en Vlaamse beweging raakten in de loop van de 19de en 20ste eeuw steeds meer met elkaar verstrengeld. Niet alleen drukten de taalkwestie en de communautaire problematiek hun stempel... Lees meer
en Vlaams-nationalisme te onderzoeken. Verreweg de meeste aandacht ging daarbij uit naar de wielersport, die centraal staat in onder meer het proefschrift van de sportwetenschapper Stijn Knuts en in de populair-historische werken van Dries de Zaeytijd.

Door de nadruk te leggen op de manier waarop de Vlaamse beweging het Vlaamse verleden en heden verbeeldde, hebben deze hedendaagse auteurs automatisch meegewerkt aan de deconstructie van de Vlaamse beweging als een imagined community. Daarmee vonden zij aansluiting bij dominante tendensen in het internationale nationalisme-onderzoek. De nadruk kwam steeds minder op de nationale bewegingen en hun acties, steeds meer op de creatie van nationale identiteiten te liggen.

Een implicatie van deze perspectiefverschuiving was dat de aandacht gedeeltelijk verschoof van de actieve politieke militanten van de Vlaamse beweging naar diegenen die in de eerste plaats aan het flamingantische vertoog gestalte gaven, dus naar wat men de culturele voedingsbodem van die beweging zou kunnen noemen: de meer of minder in de kijker staande intellectuelen die in blaadjes, krantenartikelen, pamfletten, boeken, traktaten, liederen, illustraties hun ideaalbeeld van Vlaanderen gestalte gaven. Zo konden biografische bijdragen verschijnen over onder meer figuren als de flamingantische arts en antropoloog Gustaaf Schamelhout Schamelhout, Gustaaf
Gustaaf Schamelhout (1869-1944) was een arts die zich ook cultureel engageerde. Vooral na de Eerste Wereldoorlog ontpopte hij zich tot een expert in de antropologie en rassenkunde. Die in... Lees meer
(door Raf de Bont) en de Vlaamse voordrachtkunstenaar Ast Fonteyne Fonteyne, Ast
Lees meer
(door Peter Anthonissen en anderen), en kreeg ook het muzieknationalisme van componisten als Peter Benoit Benoit, Peter
Peter Benoit (1834-1901) was een Vlaamsgezinde componist en muziekpedagoog. Lees meer
en Edgar Tinel Tinel, Edgar
Edgar Tinel (1854-1912) was een componist die zich met zijn liederen aanvankelijk binnen de Vlaamse beweging situeerde, maar later uitsluitend nog religieuze muziek componeerde. Hij verdi... Lees meer
vernieuwde aandacht (in studies van onder meer Staf Vos). Binnen dit kader past eveneens het groepsportret dat Olivier Boehme liet verschijnen van de intellectuelen die zich tijdens het interbellum bekenden tot wat men nu de ā€˜Revolutie van rechtsā€™ noemt (zie Rechts-radicalisme Rechts-radicalisme
De rechts-radicale traditie begon toen het Vlaams-nationalisme in het interbellum koos voor Nieuwe Orde en collaboratie. Na de oorlog evolueerde radicaal-rechts in Vlaanderen van nostalgi... Lees meer
). Bovendien werd ook geregeld ingezoomd op de artistieke en literaire cenakels waarin deze intellectuelen elkaar ontmoetten. Enkele van de eerder vermelde studies over Vlaamse verenigen zijn daar een voorbeeld van.

De nadruk op discours en representatie heeft dus wel de aandacht naar andere actoren verschoven, maar tot vandaag lijkt de belangstelling toch nog vooral de elites te betreffen. De vraag in welke mate discursieve patronen en topoi ook door ruimere geledingen van de bevolking werden overgenomen, heeft minder aandacht gekregen. In een in 2002 door het ADVN uitgegeven bundel werd de mobilisatie van de volksmassaā€™s voor de Vlaamse zaak grondig onderzocht, en werd dit onderzoek zelf voorgesteld als een ā€˜via regiaā€™ naar het Vlaams bewustzijn en identiteit. Toch staan in deze bundel nog steeds vooral de elites centraal en hun pogingen de massa voor zich te winnen. Maarten van Ginderachter heeft de vraag naar het ā€˜nationalisme van onderuitā€™ wel nadrukkelijk op de agenda van de Belgische historici geplaatst, maar in zijn eigen studies bestudeerde hij eerder de socialistische achterban en militanten dan het voetvolk van de Vlaamse beweging. Uit zijn onderzoek blijkt alvast dat aan het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw een Vlaamsgezinde verbeelding ook buiten de traditionele Vlaamse beweging was doorgedrongen.

Een laatste, belangrijke implicatie van het centraal stellen van de creatie van een nationale identiteit veeleer dan de nationalistische beweging zelf, is dat de aandacht gedeeltelijk ook naar de relatie tussen Vlaamse identificatie en andere, concurrerende identificatiemodellen is verschoven. Zichzelf een identiteit aanmeten, betekent immers ook steeds positie innemen tegenover de identiteit van anderen. In de Belgische context betekende dat natuurlijk in de eerste plaats dat de Vlaamse identiteit zich constitueerde in de interactie met de andere nationale identificatiemodellen. Het is de grote verdienste van Kas Deprezā€™ en Louis Vosā€™ overzichtswerk Nationalism in Belgium: shifting identities 1780-1995 dat zij de geschiedenis van deze verschuivende identiteiten in een boekdeel hebben samengebracht. Maar ook zowat alle studies over de Vlaamse herinneringsplaatsen laten zien hoe een groot deel van deze Vlaamse symboliek is ontleend aan het Belgische nationalisme. Deze studies versterken daarmee enerzijds Wilsā€™ thesis dat de Vlaamse beweging is ontstaan uit het enthousiasme over de Belgische Revolutie Belgische Revolutie
De Belgische Revolutie is de naam van de opstand van 1830-1831 in de zuidelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I. De opstand leidde tot de splits... Lees meer
, maar tonen anderzijds ook duidelijk aan dat vanuit Vlaamse hoek al zeer vroeg motieven uit het Belgische patrimonium voor eigen gebruik (en dus niet langer voor de versterking van de Belgische natie) werden gerecupereerd. Recenter is ook de aandacht gegroeid voor de relatie tussen de Vlaamse en de Waalse beweging Waalse beweging
De Waalse beweging ontstond op het einde van de 19e eeuw en heeft zijn wortels in een culturele, politieke en taalkundige dimensie. Ze was verdeeld in verschillende stromingen, waarvan de... Lees meer
en de processen van natievorming die ermee gepaard gingen. Aanvankelijk vertaalde deze aandacht zich in vergelijkende studies tussen beide nationale bewegingen, waarbij Maarten Van Ginderachter de tegenstelling tussen een ā€˜etnischā€™ Vlaams nationalisme en een ā€˜civielā€™ Waals regionalisme nuanceerde. In tweede instantie kwamen er ook studies over wederzijdse beeldvorming. Nadat de politieke wetenschapper Dave Sinardet deze in de actuele media had onderzocht, bestudeerde Vincent Scheltiens hoe nationale bewegingen in beide landsdelen sinds het ontstaan van het onafhankelijke BelgiĆ« over de ā€˜nationale andereā€™ hadden gecommuniceerd.

Niet alleen de relatie tussen de verschillende nationale identiteiten heeft de voorbije decennia veel aandacht gekregen, ook de manier waarop nationale identificaties doorkruist, of integendeel versterkt werden door andere mogelijke bronnen van collectieve identiteit heeft het voorbeeld uitgemaakt van uitvoerig onderzoek. In het in 1997 verschenen nationalisme-nummer van de Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis werden vooral de soms gespannen relaties tussen natie, klasse en religie aan de orde gesteld. Dit waren thematieken die ook in de oudere historiografie al veel aandacht hadden gekregen, maar die onder invloed van de cultural turn in een nieuw daglicht kwamen te staan. In verband met de relatie tussen religieuze en nationale identificatie flakkerde bijvoorbeeld bij het begin van de 21ste eeuw het oudere debat tussen vrijzinnige en katholieke historici nog sporadisch op over de vraag of de Vlaamse beweging in de 19de en vroege 20ste eeuw vooral vanuit katholieke dan wel vrijzinnige hoek was aangedreven. Zo benadrukte Harry van Velthoven in een in 2014 uitgegeven boek dat de kloof tussen de christendemocratie en de opkomende Vlaamse beweging groter was dan door Lode Wils werd beweerd. Tijdens dezelfde periode werd dezelfde relatie echter ook vanuit een heel ander perspectief bestudeerd in het in 2000 verdedigde proefschrift van Henk de Smaele, dat in 2009 werd uitgegeven onder de titel Rechts Vlaanderen. Religie en stemgedrag in BelgiĆ«, 1884-1914. De Smaele was niet in de eerste plaats geĆÆnteresseerd in de ontwikkeling van de Vlaamse beweging of natievorming, maar zocht een verklaring voor het overdonderende succes van de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
aan het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Op basis van een discursieve lezing van een breed arsenaal aan politieke en culturele bronnen concludeerde hij dat partij-identificatie in hoge mate door nationale identificatie werd bepaald, en dat deze nationale identificatie in Vlaanderen in hoge mate werd vormgegeven vanuit beelden van landelijkheid, traditie en religiositeit. Daardoor kwam geleidelijk een soort homologie tot stand tussen Vlaams en katholiek aan de ene kant, Waals en vrijzinnig aan de andere kant. Onafhankelijk van de Vlaamse beweging was het gewicht van de Vlaamse identificatie volgens De Smaele zo groot dat zij de voornaamste verklaring bood voor de langdurige dominantie van de katholieke partij in Vlaanderen.

In studies over de relatie tussen nationale en klasse-identificatie ontwikkelden zich vergelijkbare inzichten, opnieuw in studies door auteurs die zich niet in de eerste plaats als specialisten van de Vlaamse beweging profileerden. Nadat Jan Moulaert had vastgesteld dat zich binnen de anarchistische beweging sterk verschillende gevoeligheden hadden ontwikkeld in het Vlaamse en het Waalse landsgedeelte, kwam Maarten van Ginderachter in zijn eerder vermelde studies tot een vergelijkbare vaststelling in verband met de sociaaldemocratie. In de verbeeldingswereld van de militanten en de achterban van de Belgische Werkliedenpartij, zo toonde hij aan, waren verwijzingen naar het Vlaamse symbolische repertorium alomtegenwoordig. Later zou Harry van Velthoven uiteenzetten hoe binnen het Belgische socialisme Socialistische partij
De socialistische partij werd in Belgiƫ in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
tijdens het interbellum de Vlaamse en Waalse identificatie geleidelijk de klasse-identificatie overvleugelde.

Aan de wederzijdse beĆÆnvloeding van Vlaams-nationalistische motieven en gender Gender
Vrouwen en mannen kregen verschillende rollen binnen de Vlaamse beweging. De heersende verwachtingen spoorden echter niet altijd met de werkelijke genderverhoudingen en evolueerden boven... Lees meer
stereotiepe voorstellingen werden verschillende artikelen en masterscripties gewijd. Daarin wordt een duidelijke spanning blootgelegd tussen de enerzijds de traditionele man- en vrouwbeelden die heersten in de overwegend katholieke Vlaamse beweging van het interbellum, en anderzijds het appel dat binnen de geradicaliseerde variant van deze beweging werd gedaan op strijdbare vrouwen. Behalve de studies van Geraldine Reymenants over Marie Elisabeth Belpaire Belpaire, Marie-Elisabeth
Marie-Elisabeth Belpaire (1853-1948) was een welgestelde Vlaamsgezinde auteur die verschillende projecten realiseerde ter promotie van de literatuur (zoals het tijdschrift Dietsche Warand... Lees meer
en Maarten van Ginderachter over Rosa de Guchtenaere dient hier ook het onderzoek van Lith Lefranc naar mannelijkheidsidealen in het discours van de IJzerbedevaarten te worden vermeld. Een meer omvattende studie over mannelijkheids- en vrouwelijkheidsidealen in de Vlaamse beweging ontbreekt echter nog.

Ook de relatie tussen raciale en nationalistische voorstellingen heeft tijdens de voorbije dertig jaar wetenschappelijke belangstelling genoten. Daarbij werd enerzijds aandacht besteed aan de racialisering van de verschillen tussen de taalgroepen in BelgiĆ« ā€“ waarbij de Vlamingen als Germanen werden voorgesteld, de Walen als gelatiniseerde Kelten ā€“ maar anderzijds ook aan de verbanden tussen Vlaamse identificatie en de racialisering van de door BelgiĆ« gekoloniseerde bevolking in Centraal-Afrika. Zo wees onder meer de Gentse antropologe Bambi Ceuppens erop dat etnische onderscheiden die binnen de Belgische bevolking tussen Vlamingen en Walen werden gemaakt, ook werden geprojecteerd op de bevolking van Congo Congo
Lees meer
ā€“ waardoor fluĆÆde tribale verschillen tot fundamentele etnische verschillen werden uitvergroot. Zij neemt nadrukkelijk afstand van de mythe dat de Vlaamse beweging intrinsiek antikoloniaal zou zijn geweest, wat later ook Hidde Slotboom zou doen in zijn masterscriptie aan de Universiteit Leiden. Omgekeerd weerlegt de Antwerpse literatuurhistoricus Kevin Absillis in zijn eerder vermelde boek over Hendrik Conscience de vaak gehoorde aanname dat Conscience (en het romantische flamingantisme dat hij belichaamde) intrinsiek racistisch was.

Ten slotte kreeg ook de vergelijking tussen Vlaams-nationale identificatie en nationale identificatie in het buitenland enige aandacht, al blijven op dit vlak nog vele pistes onontgonnen. Er werden onder meer scripties geschreven waarin Vlaams-nationale identificatieprocessen werden vergeleken met analoge processen in Ierland en het Baskenland. Recent maakte Kas Swerts in hun proefschrift ook een uitvoerige vergelijking tussen katholieke nationalistische vertogen in Vlaanderen en Quebec tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw. Michael Meeuwis vergeleek de strijd voor het Nederlands in Belgisch-Congo met die voor het Afrikaans in Zuid-Afrika.

Een subtiele toonverschuiving

Hoewel de hierboven geschetste evoluties eerder als voorzichtige verruimingen en verschuivingen dan als revolutionaire wendingen kunnen worden geduid, toch hebben zij de algemene toon van de historiografie over de Vlaamse beweging subtiel gewijzigd. Deze geschiedschrijving werd gedurende de voorbije kwarteeuw meer dan ooit onttrokken aan de beweging zelf, maar lijkt vandaag minder dan in de jaren 1990 op een constructivistische basis te berusten. Het adagium dat het moderne Vlaanderen door de Vlaamse beweging was gecreĆ«erd, heeft zijn toenmalige vanzelfsprekendheid verloren. Dat kan op het eerste gezicht vreemd lijken, gezien het centrale belang van culturele representatie en identificatie in de historiografische productie van deze periode. In studies zoals de hierboven genoemde bleek immers telkens weer dat verbeeldingen van de Vlaamse natie ook al vĆ³Ć³r de Eerste Wereldoorlog op bredere schaal leefden binnen groepen die niet tot de traditionele achterban van de Vlaamse beweging behoorden. Dit zorgde ervoor dat er diepe kloven liepen door politieke bewegingen, en zelfs door de Belgische natie heen. Het Wilsiaanse paradigma dat de ā€˜barst in BelgiĆ«ā€™ pas tijdens de Eerste Wereldoorlog en onder invloed van de Duitse Flamenpolitik ontstond ā€“ een paradigma dat nieuw leven werd ingeblazen door Jakob MĆ¼llers concept van de ā€˜geĆÆmporteerdeā€™ natie ā€“ werd derhalve ondergraven door auteurs die zelf ver verwijderd waren van de essentialistische opvattingen die in nationalistische kringen worden gehuldigd. Terwijl auteurs als De Smaele en Van Ginderachter deze conclusie niet zelf trokken, deed de Duitse historicus Gevert Nƶrtemann dat wel in zijn studie over de 19de-eeuwse verwerking van de Guldensporenslag. Daarin opperde hij de visie dat zelfs de beginnende Vlaamse beweging al gedreven werd door een breed gedragen etnonationalistische afkeer van een staat die ook ā€˜vreemdeā€™ cultuurelementen bevatte. In de lijn van het constructivisme beschreef hij hoe de Vlaamse natie werd ā€˜uitgevondenā€™, maar hij situeerde deze uitvinding veel vroeger dan Wils.

Deze visie vond nadien bevestiging in Herman van Goethems studie over de houding van de Belgische monarchie Monarchie
In deze bijdrage over de Belgische vorsten, van Leopold I tot en met Albert II (1831-2013), wordt gepeild naar hun oordeel over en aandeel in de ontwikkeling van de Belgische taalstrijd e... Lees meer
ten aanzien van de Vlaamse beweging. Van Goethem situeerde het ontstaan van een moeilijk overbrugbare kloof tussen een rechts Vlaanderen en een links WalloniĆ« in 1894, toen voor het eerst alle volwassen mannelijke Belgen mochten ā€“ en zelfs moesten ā€“ gaan stemmen, ook al was dat nog in een systeem van meervoudig stemrecht. Deze electorale uitbreiding legde volgens Van Goethem voor het eerst de opinie bloot van de landelijke en grotendeels Fransonkundige bevolking, die haar belangen het best gediend zag door de katholieke partij, maar waarvan een radicaal deel zich later zou verzetten tegen de burgerlijke en Belgischgezinde vleugel van deze partij. Blijkens een recente studie van Antoon Vrints en Martin Schoups werden sterke Vlaamsgezinde reflexen na de Eerste Wereldoorlog ook zichtbaar in kringen waar men ze niet zou verwachten, met name in de patriottische oud-strijdersverenigingen. Zij bleken geen milieus te vormen waar een sterke Belgische dam werd gebouwd tegen het opkomende Vlaams-nationalisme. Iets vergelijkbaars bleek ook uit enkele recente studies over het verzet Verzet
Het georganiseerde verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Vlaamse provincies was doorgaans altijd Belgisch verzet: zowel op het vlak van de ideologische oriƫntatie, de motieven en he... Lees meer
in Vlaanderen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Uit analyses van de sluikpers komt immers naar voor dat een flamingantische reflex ook nadrukkelijk aanwezig was in dit milieu dat als patriottisch geboekstaafd staat.

De auteurs van deze academische studies verbonden hun analyse van de Belgische politieke geschiedenis niet met uitspraken over de onvermijdelijkheid van het uiteenvallen van BelgiĆ« of met een blauwdruk voor de toekomst. Maar hun publicaties functioneerden wel in een context waarin de communautaire verdeeldheid van het land tot verschillende langlopende electorale crisissen leidde, en de vraag naar het einde van BelgiĆ« steeds acuter werd. In de titel van Van Goethems eerder vermelde boek werd de verwijzing naar ā€˜het einde van BelgiĆ«ā€™ nadrukkelijk tussen aanhalingstekens geplaatst. De ondertitel, Een communautaire geschiedenis van Leopold I tot Albert II, vertoont echter een opmerkelijke overeenkomst met Communautaire geschiedenis van BelgiĆ«, een boek dat de Vlaamsgezinde journalist Marc Platel in 2004 had gepubliceerd. Een andere journalist, Jos Bouveroux, liet in 2012 een historisch boek verschijnen waarvan de titel een duidelijke verwijzing bevat naar het tweede deel van de Van Cauwelaert-biografie van Lode Wils, maar met een betekenisvolle wijziging: De barst in BelgiĆ«ā€¦ is er altijd al geweest. Het boek kwam er in het verlengde van een documentairereeks die Bouveroux voor de VRT had gemaakt over het uiteenvallen van BelgiĆ«. In tegenstelling tot Wils oordeelde Bouveroux dus dat dit desintegratieproces niet het gevolg was van de twee opeenvolgende collaboraties van het Vlaams-nationalisme met de Duitse bezetter ā€“ waarover hij zich nochtans zeer kritisch uitliet ā€“ maar wel van een inherente constructiefout in de Belgische staat. Daarmee was hij een heel eind in de richting van het militante Vlaams-nationalisme opgeschoven.

Epiloog: Over historici, natie en beweging

In haar regeerakkoord uit 2019 deed de door de N-VA Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
gedomineerde Vlaamse Regering Vlaamse Regering
De Vlaamse regering is de uitvoerende macht van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, geĆÆnstalleerd na de staatshervorming van 1980 en aanvankelijk aangeduid met de term 'executie... Lees meer
een nadrukkelijk beroep op het Vlaamse verleden om een ā€˜complexlozeā€™ Vlaamse identificatie te bevorderen. Zij stelde daarbij onder meer een Canon van Vlaanderen Canon van Vlaanderen
De Canon van Vlaanderen (2023) is een door de Vlaamse Regering geƫntameerd initiatief, dat de geschiedenis van het geografische gebied Vlaanderen belicht via 60 vensters over diverse maat... Lees meer
in het vooruitzicht, die onder meer in het onderwijs en bij inburgeringscursussen zou kunnen worden gebruikt. Zij vond evenwel slechts weinig academische historici bereid om invulling te geven aan dit instrument. Een Standpunt dat in het kader van de Koninklijke Vlaamse Academie van BelgiĆ« werd geschreven door Jo Tollebeek, Marc Boone en Karel van Nieuwenhuyse stelde de verhoudingen tussen enerzijds de Vlaamse regering en de canoncommissie, anderzijds het merendeel van de Vlaamse academische historici op scherp. N-VA-voorzitter Bart de Wever verklaarde in die context zelfs dat ā€˜de academische historici serieus van het padje afā€™ waren.

De historiografische ontwikkelingen die in deze bijdrage werden beschreven, maken duidelijk waarom vele academische historici terughoudend zijn om mee te werken aan een instrument dat met behulp van historische argumenten een Vlaamse identiteit dient te bevorderen ā€“ zelfs indien die link met identiteitsvorming in latere communicatie door de Vlaamse overheid en de canoncommissie nadrukkelijk, zij het niet ondubbelzinnig, werd betwist. De meeste academische historici zien de constructie van identiteit door politieke elites immers als iets wat zij kritisch dienen te bestuderen, en dus niet als iets waaraan zij zelf dienen mee te werken. Dit is zeker het geval wanneer die identiteit op een anachronistische wijze wordt teruggevoerd tot lang vĆ³Ć³r het ontstaan van het moderne Vlaanderen.

Toch toonde deze bijdrage ook aan dat de academische contemporaneĆÆsten in Vlaanderen het bestaan van een Vlaamse identiteit niet ontkennen. Meer zelfs, verschillende van hen hebben in hun werk blootgelegd dat deze al in de loop van de 19de eeuw ook buiten de aanhangers van de georganiseerde Vlaamse beweging een breed gedeelde en bepalende realiteit was. Er bestond bovendien onder academische historici een relatief grote bereidheid om mee te werken aan de gul door de Vlaamse regering gesubsidieerde televisieserie Het verhaal van Vlaanderen Het verhaal van Vlaanderen
Het Verhaal van Vlaanderen is een televisiereeks die van 1 januari tot 5 maart 2023 op de VRT werd uitgezonden. De reeks beroerde het publieke debat, mede in de context van enkele door de... Lees meer
, die enkele maanden vĆ³Ć³r de bekendmaking van de Canon van Vlaanderen werd uitgezonden op de eerste zender van de VRT. De kloof tussen de Vlaamse natie en haar historici is dus minder groot dan sommige Vlaams-nationalistische politici het willen doen uitschijnen.

Opmerkelijk in zowel Het verhaal van Vlaanderen als de Canon van Vlaanderen is dat de geschiedenis van de Vlaamse beweging als zodanig er relatief weinig aandacht in krijgt. Dit draagt bij tot de suggestie dat Vlaanderen de Vlaamse beweging niet nodig had om tot ontwikkeling te komen. Op die manier verschillen deze recente publiekshistorische producten aanzienlijk van de militante Vlaams-nationalistische geschiedschrijving, die de Vlaamse beweging zag en ziet als de instantie die de eeuwenoude, maar ingeslapen Vlaamse natie opnieuw tot leven zou wekken. Gemeenschappelijk is echter wel het gebruik van het concept Vlaanderen om fenomenen te beschrijven die lang aan het ontstaan van het moderne Vlaanderen Ć©n van de Vlaamse beweging voorafgaan. Van deze anachronistische lezing wordt afstand genomen binnen de academische gemeenschap die zich op de geschiedenis van de Vlaamse beweging toelegt. Zelfs indien het ontstaan van een Vlaamse identiteit ā€“ en dus van een Vlaamse natie ā€“ niet volledig op rekening van de Vlaamse beweging kan worden geschreven, toch was de beweging cruciaal in de culturele, economische Ć©n politieke vormgeving van de natie. Dat is ook de voornaamste reden waarom zovele leden van deze gemeenschap bereid waren aan deze derde Encyclopedie van de Vlaamse beweging mee te werken: niet omdat deze beweging een oude natie tot leven heeft gewekt, wel omdat zij een belangrijke politieke factor is geweest in de transformatie van het moderne BelgiĆ«. Zij heeft immers niet alleen een stem gegeven aan bestaande verzuchtingen van (een deel van) de Nederlandstalige bevolking van het land, maar deze stem ook uitvergroot en gevormd.

Literatuur

ā€“ K. Absillis, Vechten tegen de bierkaai. Over het uitgevershuis van AngĆØle Manteau (1932-1971), Antwerpen, 2009.
ā€“ K. Absillis, Het slechte geweten van Vlaanderen. Nationalisme, racisme en kolonialisme in de tijd van Hendrik Conscience, Antwerpen, 2022.
ā€“ K. Aerts, Repressie zonder maat of einde? De juridische reĆÆntegratie van collaborateurs in de Belgische staat na de Tweede Wereldoorlog, Gent, 2014.
ā€“ P. Anthonissen e.a. (red.), Een kwestie van stijl. Ast Fonteyne (1906-1991), Leuven, 1999;
ā€“ B. Benvindo en E. Peeters, Scherven van de oorlog. De strijd om de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, Antwerpen, 2011.
ā€“ J. Baerten, Kritische reflecties bij recente publicaties over de Vlaamse beweging en het nationalisme in BelgiĆ«, in: Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, jg. 79, 2001, nr. 4, 1255-1274.
ā€“ M. Beyen, ā€œLevet scone! of de ambiguĆÆteit van een Vlaams-katholieke geschiedvisie tijdens de Tweede Wereldoorlogā€. Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 50 (1998), 19-45.
ā€“ M. Beyen, Held voor alle werk. De vele gedaanten van Tijl Uilenspiegel, Antwerpen, 1998; M. Beyen, ā€œ ā€˜Zwart wordt van langsom meer de zwartgezinde massaā€™. De Vlaamse beeldvorming over bezetting en repressie, 1945-2000ā€ in: J. Gotovitch en C. Kesteloot (red.), Het gewicht van het oorlogsverleden, Gent, 2003, 105-120.
ā€“ M. Beyen, ā€œA parricidal memory : Flandersā€™ memorial universe as product and producer of Belgian historyā€, Memory studies, 5, 2012), nr. 1, 32-44; O. Boehme, Revolutie van rechts en intellectuelen in Vlaanderen tijdens het interbellum: ideeĆ«nhistorische bijdragen, Leuven, 1999.
ā€“ O. Boehme, Greep naar de macht. De sociaal-economische agenda van de Vlaamse beweging en haar ideologische versplintering tijdens het interbellum, Leuven, 2008; J. Bouveroux, De barst in BelgiĆ«ā€¦ is er altijd geweest, Leuven, 2011.
ā€“ G. Buelens, e.a. (red.), De trust der vaderlandsliefde. Over Literatuur en Vlaamse beweging (1890-1940), Antwerpen, 2005.
ā€“ A. Ceulemans, Tussen liereman en literator. Het poĆ«tische oeuvre van Theodoor van Ryswyck, Brussel, 2015; U. Burki, ā€œOnze goede naam is ermee gemoeid! De romanfiguur Pallieter als (ongewenst) Vlaams symbool in het interbellum (1916-1940)ā€, WT, 80, 2021, 293-335.
ā€“ B. Ceuppens, Congo made in Flanders. Koloniale Vlaamse visies op ā€˜blankā€™ en ā€˜zwartā€™ in Belgisch Congo, Gent, 2004.
ā€“Ā  M. Corthals, Welke toekomst voor een bevrijd BelgiĆ«? Hoe de Vlaamse verzetspers zich voorbereidde op het einde van de Tweede Wereldoorlog, in: Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, jg. 48, 2018, nr. 3, 36-63.
ā€“ J. Creve, Frantz van Dorpe en het Verdinaso, s.l., 2021; R. Dagnino, Twee leeuwen en een kruis. De rol van katholieke kringen inĀ  de Vlaams-Nederlandse verstandhouding (1830-ca.1900), Groningen, 2013.
ā€“ R. de Bont, Van literaire avant-garde tot raswetenschap: Gustaaf Schamelhout (1869-1944), Brussel, 2002.
ā€“ C. de Borchgraeve, Eerst Vlaanderen voor Christius.De pioniersjaren van het Ruusbroecgenootschap, Averbode, 2001.
ā€“ C. de Borchgraeve, Ā Les JĆ©suites et le mouvement flamand. Histoire dā€™un engagement tardif mais virulent, Leuven, 2014.
ā€“ D. De Geest, e.a., Collaboratie of Cultuur? Een Vlaams tijdschrift in bezettingstijd (1941-1944). Antwerpen - Amsterdam, 1997.
ā€“ K. Deprez en L. Vos (red.), Nationalism in Belgium: shifting identities 1780-1995, Basingstoke, 1998; E. de Maesschalck, Davidsfonds, 1875-2000, Leuven, 2000.
ā€“ M. de Ridder, Staatsgevaarlik! De activistische tegentraditie in de Vlaamse letteren, 1912-1933, Antwerpen, onuitgegeven proefschrift, 2009.
ā€“ M. de Ridder, Pol van Ostaijen. De dichter die de wereld wilde veranderen, Amsterdam, 2022; H. de Smaele, Rechts Vlaanderen. Religie en stemgedrag in BelgiĆ«, 1884-1914, Leuven, 2009.
ā€“ Ba. De Wever, Het Vlaams-nationalisme na de Tweede Wereldoorlog. Herrijzenis of verrijzenis?, in: Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis, nr. 3, 1997, 277-290.
ā€“ Br. De Wever en G. Willems, de verbeelding van de leeuw. Een geschiedenis van media en natievorming in BelgiĆ«, Antwerpen, 2020.
ā€“Ā  Br. De Wever, F.-J. Verdoodt en A. Vrints, Flemish patriots and the construction of the nation: how the Flemish nation ceased to be ā€˜smallā€™, NISE-essay 4, Antwerp, 2019.
ā€“Ā  J. Dewilde, ā€˜Nationalistische muziek in Vlaanderenā€™, in: Een muziekgeschiedenis der Nederlanden, Amsterdam, 2001, 455-460.
ā€“ A. Dhoest, Reconstructing Flanders. The representation of the nation in Flemish period drama, in: Communications, jg. 28, 2003, nr. 3, 253-274.
ā€“Ā  G. Draye, Smartelijk te handelen. Een politiek-culturele biografie van het Brusselse kunstgenootschap De Distel, Brussel, 2004.
ā€“ G. Draye, Laboratoria van de natie. Literaire genootschappen in Vlaanderen (1890-1914), Nijmegen, 2009; L. FranƧois, De boerenkrijg. Twee eeuwen feit en fictie, Leuven, 1998.
ā€“ L. Gevers, De heilige Lutgart als ā€˜patrones van Vlaanderenā€™. Evolutie van een religieus symbool in de 19de en 20ste eeuwā€™, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg.59, nr. 1, 35-44.
ā€“ B. Govaerts, De universiteit van Elisabethstad (1956-1960). Arena van het laatste Vlaamse gevecht in Belgisch-Congo, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg.69, 2010, nr. 2, 107-146.
ā€“ J. Fransen, Feestdagen en nationale identiteiten. Een constructivistisch onderzoek naar de vorming en legitimering van Vlaamse, Waalse, Franstalige, Belgische en Brusselse identiteiten in Brussel, 1945-1993, Brussel, onuitgegeven proefschrift, 2002.
ā€“ A. Fuhrmann, ā€œEn vandaag kunnen wij verzekeren: Verschaeve is niet dood!ā€ Discours en retoriek tijdens de bedevaarten naar Solbad Hall (1950-1973), WT, 2020, nr. 4, pp. 221-292.
ā€“ D. Goedertier, ā€œGewrongen tussen beschaving en cultuur? De Vlaamse ingenieursvereniging en de inrichting van de Vlaamse economieā€, WT, jg. 81,2022, 197-251.
ā€“ L. Goessens, Discursieve en muzikale constructies van Vlaamse identiteit(en). Studie naar de nationale en muzikale discours, retoriek en programmering van de Vlaamse verzuilde omroepverenigingen, 1928-1939, onuitgegeven proefschrift UGent, 2014.
ā€“ R. Heynickx, Meetzucht en mateloosheid. Kunst, religie en identiteit in Vlaanderen tijdens het interbellum, Nijmegen, 2008.
ā€“ J. Hunin, Het enfant terrible. Camille Huysmans, 1871-1968, Amsterdam, 1999.
ā€“ L. Huyse e.a., Onverwerkt verleden. Collaboratie en repressie in BelgiĆ«, 1942-1952. Een update na dertig jaar, Tielt, 2020.
ā€“ G. Leemans, L. Boeva en F.-J. Verdoodt (red.), Vlamingen komt in massa. De Vlaamse beweging als massabeweging, Gent, 2002.
ā€“ S. Knuts, Converging and competing courses of identity construction: shaping and imagining society through cycling and bicycle racing in Belgium before World War Two, KULeuven, onuitgegeven proefschrift, 2014.
ā€“ M. Meeuwis, Taalstrijd in Afrika. Het taalwetsartikel in het koloniaal charter van 1908 en de strijd van de Vlamingen en Afrikaners voor het Nederlands in Afrika tot 1960, in: Wetenschappelijke Tijdingen, 75, 2001, nr. 1, 27-61.
ā€“ J. Leerssen, The Encyclopaedia of Romantic Nationalism in Europe, 2 dln, Amsterdam, 2017.
ā€“ L. Lefranc, ā€˜ ā€œDen nieuwen menschā€ als homo fascistus. ā€œFasciseringā€ van mannelijkheidsidealen op de Vlaams-nationalistische IJzerbedevaarten tijdens de jaren dertig en WOIIā€™, Historica, 2015, 22-27.
ā€“ L. Meyvis, Markt en macht. Het VEV van 1926 tot heden, Tielt, 2004.
ā€“Ā  A. Morelli, Les grands mythes de lā€™histoire de Belgique, de Flandre et de Wallonie, Brussel, 1995.
ā€“ A. Milh, ā€˜Van het ā€œuur van Vlaanderenā€ tot de ā€œramp van Vlaanderenā€. De houding van dominicaan Jules Callewaert tegenover de collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlogā€, Trajecta. Religion, Culture and Society in the Low Countries, 25 (2016) 238-272.
ā€“ A. Milh, ā€˜Denkend aan Callewaert. Over de pater-dominicaan Juul Callewaert en de Vlaamse bewegingā€™, Wetenschappelijke Tijdingen op het gebied van de Vlaamse beweging, 75, 2016, 147-165.
ā€“ A. Milh, Bruine en witte paters. Franciscanen, kapucijnen en dominicanen en de collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog in Vlaanderen, KULeuven, onuitgegeven proefschrift, 2020.
ā€“ J. MĆ¼ller, Die importierte Nation. Deutschland und die Entstehung des flƤmischen Nationalismus 1914 bis 1945, Gƶttingen, 2020.
ā€“ Nationale bewegingen en geschiedschrijving. Acta van het colloquium over de geschiedschrijving van de Vlaamse beweging en van andere nationale bewegingen in Europa. Bijzonder nummer van Wetenschappelijke Tijdingen, 64 (2005) .
ā€“ J. Moulaert,Rood en zwart. De anarchistische beweging in BelgiĆ«, 1880-1914, Leuven, 1995.
ā€“ G. Nƶrtemann, Im Spiegelkabinet der Historie. Der Mythos der Schlacht von Kortrijk und die Erfindung Flanderns im 19. Jahrhunderts, Berlijn, 2002.
ā€“ B. Nouws, 'Van de woede der Noormannen en vertalers verlos ons heer!' Opvattingen over vertaling en juridisch vertaalbeleid in BelgiĆ«, 1830-1914ā€™, Leuven, onuitgegeven proefschrift, 2019.
ā€“ T. Nuyts, Remembering Hadewijch.Ā The Travelling Memory of a Medieval Mystical Author in Modern Belgium, Antwerpen, onuitgegeven proefschrift, 2022.
ā€“ L. Pauwels, Joris Van Severen. Op leven en dood, letterlijk. Biografie, 1894-1940, Antwerpen, 2021.
ā€“ M. Platel, Communautaire geschiedenis van BelgiĆ«, van 1830 tot vandaag, Leuven, 2004.
ā€“ G. Reymenants, Marie Elisabeth Belpaire. Gender en macht in het literaire veld, 1900-1940, Leuven, 2013.
ā€“ M. Reynebeau, Het klauwen van de leeuw. De Vlaamse identiteit van de 12de tot de 21ste eeuw, Leuven, 1995.
ā€“ A. Sax, Voor Vlaanderen, Volk en FĆ¼hrer. De motivatie en het wereldbeeld van de Vlaamse collaborateurs tijdens de Tweede Wereldoorlog, Antwerpen, 2015.
ā€“ V. Scheltiens, Met dank aan de overkant. Een politieke geschiedenis van BelgiĆ«, Kalmthout, 2017.
ā€“ F. Seberechts (red.), Duurzamer dan graniet. Over monumenten en Vlaamse beweging, Tielt-Gent, 2003.
ā€“ F. Seberechts (red.), Onsterfelijk in uw steen. Soldatengraven, Heldenhulde en de groote oorlog, Antwerpen, 2016.
ā€“ F. Seberechts, Onvoltooid Vlaanderen. Van taalstrijd tot natievorming, Antwerpen, 2017.
ā€“ F. Seberechts, Drang naar het Oosten. Vlaamse soldaten en kolonisten aan het Oostfront, Kalmthout, 2019.
ā€“ K. Shelby, Flemish Nationalism and the Great War. The Politics of Memory, Visual Culture and Commemoration, Basingstoke, 2014.
ā€“ D. Sinardet, Wederzijdse mediarepresentaties van de nationale "andere": Vlamingen, Franstaligen en het Belgische federale samenlevingsmodel, Antwerpen, onuitgegeven proefschrift, 2007.
ā€“ H. Slotboom, Congo in Vlaanderen. Opvattingen over Congo en kolonisatie in Vlaanderen, 1885-1914, onuitgegeven masterscriptie Universiteit Leiden, 2019.
ā€“ J.Strobbe, 200 jaar dichters, denkers en durvers. Het Klein Seminarie van Roeselare: Biografie van een college, Tielt, 2007.
ā€“ V. Stuer, Hoogmoed: Van Verdinaso tot verzet, Gent, 2021.
ā€“Ā  J.W. Stutje, Hendrik de Man. Een man met een plan, Antwerpen, 2018.
ā€“ L. Stynen, Pol De Mont. Een tragisch schrijversleven, Kalmthout, 2017.
ā€“ A. Stynen, Een geheugen in fragmenten. Heilige plaatsen van de Vlaamse beweging, Tielt, 2005.
ā€“ K. Swerts, Vetera Novis Augere. Nationalism, Neo-Thomism and Historiography in Quebec and Flanders, 1900-1945, Edinburgh, onuitgegeven proefschrift, 2017.
ā€“ K. Swerts, 100 jaar trippen. De Vlaamse Toeristenbond, 1922-2022, Antwerpen, 2022.
ā€“ U.Tiedau, ā€˜De Duitse cultuurpolitiek in Vlaanderen tijdens de Eerste Wereldoorlogā€™, Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis 11, 2003, 21-45.
ā€“ J. Tollebeek, M. Boone en K. Van Nieuwenhuyse, Een canon voor Vlaanderen. Motieven en bezwaren, Brussel, 2022.
ā€“ D. Vanacker, De Frontbeweging. Vlaamse strijd aan de IJzer, Koksijde, 2000.
ā€“ D. Vanacker, Van activist tot antifascist. Leo Augusteyns en het Vlaams-nationalisme, Gent, 2008.
ā€“ R. Van Caeneghem (red.), 1302. Feiten en mythen van de Guldensporenslag, Antwerpen, 2002.
ā€“ B. Van Causenbroeck, Herman Vos. Van Vlaams-nationalisme naar socialisme, Antwerpen-Baarn-Gent, 1997.
ā€“ S. Vandenbogaerde, ā€˜Volksverlichting als hoogste doel. Het Rechtskundig Weekblad en de ontwikkeling van de Vlaamse rechtswetenschap (1931-2021), Rechtskundig weekblad, jg. 85, 2021, 82-90.
ā€“ D. Vandenbroucke, Dansen op een vulkaan. Victor Brunclair, schrijver in een bewogen tijd, Antwerpen, 2013.
ā€“ K. van der Wee, Nederland ontmoet Vlaanderen. Geschiedenis van de Orde van den Prince, Tielt, 2005.
ā€“;Ā  R. Vande Winkel en D. Biltereyst (red.), Filmen voor Vlaanderen. Vlaamse beweging, propaganda en film, Antwerpen, 2008.
ā€“; C. van Everbrouck, August Borms. Zijn leven, zijn oorlogen, zijn dood, Antwerpen/ Amsterdam, 2005.
ā€“; M. Van Ginderachter, ā€˜Dragen en baren willen weā€™ of ā€˜Wij zijn zelf mans genoegā€™? De ambivalente verhouding tussen vrouwen en Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum, in: Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, jg. 80, 2002, nr. 2, 531-561.
ā€“; M. Van Ginderachter, Lā€™introuvable opposition entre le rĆ©gionalisme citoyen wallon et le nationalisme ethnique flamand. ƀ propos de lā€™EncyclopĆ©dieĀ  du Mouvement wallon, in: Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis, nr. 13-14, 2004, 67-94.
ā€“ M. Van Ginderachter, ā€œā€˜De ongekroonde koningin van Vlaanderenā€™. Rosa de Guchtenaere herdacht (1875-1942)ā€,Ā WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse bewegingĀ 60(2), 96-113.
ā€“ M. Van Ginderachter, Gender, te extreme right and Flemish nationalist womenā€™s organisations in interwar Belgium, in: Nations and Nationalism, jg. 11, 2005, nr. 2,Ā 265-284.
ā€“ M. Van Ginderachter, Het rode vaderland. De vergeten geschiedenis van de communautaire spanningen in het Belgische socialisme vĆ³Ć³r WOI, Tielt, 2005.
ā€“ M. Van Ginderachter, The everyday nationalism of workers in Belgium. A social history of modern Belgium, Stanford, 2019.
ā€“ H. Van Goethem, De monarchie en het ā€˜einde van BelgiĆ«ā€™. Een communautaire geschiedenis van Leopold I tot Albert II, Tielt, 2008.
ā€“Ā  J. Vanhecke, Voor moedertaal en vaderland. Hendrik Conscience biografie, Antwerpen, 2021.
ā€“ P. van Hees en H. de Schepper (red.), Tussen cultuur en politiek: het Algemeen-Nederlands Verbond, 1895-1995, Hilversum, 1995.
ā€“Ā  R. Vanlandschoot, Kapelaan Verschaeve: biografie, Tielt-Gent, 1998.
ā€“ R. Vanlandschoot,Ā Albrecht Rodenbach Biografie,Tielt, 2002.
ā€“ R. Vanlandschoot, Hugo Verriest: biografie, Tielt, 2014.
ā€“ D. van Mol, ā€˜(persoonlijk ben ik er niet voor)ā€™. Over de moeizame doorbraak de moderne -ismen en het ontstaan van een activistische tegentraditie in Vlaanderenā€™, UAntwerpen, onuitgegeven proefschrift, 2017.
ā€“ A. van Nimmen, Rob van Roosbroeck en tijdgenoten: het verdriet van Vlaanderen, Gent, 2014.
ā€“ K. van Nieuwenhuyse, De klauw van een papieren leeuw. Een politieke geschiedenis van de krant de Standaard, 1947-1976, Leuven, 2005.
ā€“Ā  H. van Velthoven, Scheurmakere en carriĆØristen. De opstand van christendemocraten en katholieke flaminganten (1890-1914), Kalmthout, 2014.
ā€“ H. van Velthoven, Bevriende vijanden. Hoe de Belgische socialisten uit elkaar groeiden, Kalmthout, 2019.
ā€“ H. van Velthoven en J. Tyssens, Vlaamsch van taal, van kunst en zin: 150 jaar Willemsfonds (1851-2001), Gent, 2001.
ā€“ E. Verhoeyen, Spionnen aan de achterdeur. De Duitse Abwehr in BelgiĆ«, 1936-1945, Antwerpen, 2011; .
ā€“ Ā P.J. Verstraete, Reimond Tollenaere. Biografie, Kortrijk, 1996.
ā€“ P.J. Verstraete, Leven en werk van Arthur De Bruyne, Kortrijk, 1998.
ā€“ P.J. Verstraete, De oorlogsjaren van Jeroom Leuridan, Kortrijk, 2000.
ā€“ P.J. Verstraete (red.), Cahiers Staf De Clercq. Bijdragen ter bevordering van de studie van Staf De Clercq en tijdgenoten, Kortrijk, 2007-2016.
ā€“ L. Vos, Idealisme en engagement. De roeping van de katholieke studerende jeugd in Vlaanderen (1920-1990), Leuven, 2012.
ā€“ S. Vos, ā€˜Feestklok van Vlaanderen. Peter Benoit en de Nationale feesten van 1880ā€™, Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 60, 2001, nr. 3, 147-166.
ā€“ S. Vos, Il nā€™y a pas de musique flamande ā€¦ Edgar Tinel tussen Vlaamse beweging en katholicisme, Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 63, 2004, nr. 4, 215-230.
ā€“ T. Vrints en M. Schoups, De overlevenden. De Belgische oud-strijders tijdens het interbellum, Kalmthout, 2018.
ā€“ L. Wils, De stand van het onderzoek naar de Vlaamse Beweging, in: Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, jg. 79, 2001, nr. 4, pp. 1283-1300.
ā€“ L. Wils, Van de Belgische naar de Vlaamse natie. Een geschiedenis van de Vlaamse beweging, Leuven, 2009.
ā€“ L. Wils, Onverfranst, onverduitst? Flamenpolitik, activisme, frontbeweging, Kapellen, 2014.
ā€“Ā  L. Wils, Frans Van Cauwelaert. Politieke biografie, Antwerpen, 2017.
ā€“ L. Wils, Op zoek naar een natie. Het ontstaan van Vlaanderen binnen BelgiĆ«, Antwerpen, 2020.
ā€“ E. Witte en H. van Velthoven, Taal en politiek. De Belgische casus in historisch perspectief, Brussel, 1998.
ā€“ E. Witte en H. van Velthoven, Strijden om taal. De Belgische taalkwestie in historisch perspectief, Kalmthout, 2010.
ā€“Ā  N. Wouters, Oorlogsburgemeesters 1940/44. Lokaal bestuur en collaboratie in BelgiĆ«, Tielt,2004.
ā€“ B. Yammine, Fake news in oorlogstijd. Duitse mediamanipulatie en de Flamenpolitik, 1914-1915, Leuven, 2022.

Suggestie doorgeven

2023: Marnix Beyen

Inhoudstafel