Straatnamen

Begrip

Straatnamen kunnen als monumenten fungeren die een bepaalde nationalistische of andere politiek-ideologische agenda reflecteren. In de geschiedenis van de Vlaamse beweging dienden straatnamen als instrument van natievorming of als bron voor nationalistische agitatie.

Alternatieve term
Straatnaam
Leestijd: 19 minuten

Straatnamen en andere plaatsaanduidingen kunnen fungeren als monumenten Monumenten
Voor de Vlaamse beweging monumenten oprichtte, ging België haar daarin reeds voor. Na de onafhankelijkheid van 1830 ontstond in België een uitgebreide en diverse historische cultuur, die ... Lees meer
, in de brede zin van het woord. Door een eigennaam met een plaats te verbinden, wordt die eerste voor de vergetelheid behoed. Dat maakt straatnamen tot ‘lieux de mémoire’, een concept dat werd geïntroduceerd door Pierre Nora in de jaren 1980. Eerder dan de geschiedschrijving van Frankrijk op te hangen aan een positief, monolithisch nationaal verleden, pleitte Nora ervoor dat verleden te begrijpen als een complex geheel van verhalen en herinneringen. Monumenten waren slechts één van de vele materiële en immateriële ‘plaatsen’ waarop die herinneringen zich entten. In dat opzicht zijn straatnamen dus niet zozeer een exponent van één historisch narratief, maar eerder een van de vele stenen in het mozaïek dat weergeeft hoe samenlevingen hun verleden representeren.

Sinds de Franse Revolutie eigenden nationale en lokale overheden zich het recht toe om plaatsen een officiële naam te geven. Daardoor konden zij van bovenaf bepalen wie of wat in de herinnering van voorbijgangers verankerd moest worden. Het leidde tot de inzet van straatnamen voor politiek-ideologische doeleinden. In de 19de eeuw werd deze strategie ook gehanteerd in het kader van een 19de-eeuws nationaal Belgisch België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
discours. Gaandeweg gingen straatnamen ook als uiting van Vlaamsgezindheid dienen of werden ze voorwerp van flamingantische strijd, wat tot in de 21ste eeuw tot discussies kon leiden.

Straatnamen als taalkwestie

De Franse Tijd (1792-1815)

De Franse Tijd in de Zuidelijke Nederlanden bracht enkele belangrijke veranderingen wat straatnamen betreft. Om te beginnen werden die namen geïnstitutionaliseerd: het Frans bestuur eiste dat elke straat een naam en elk huis een nummer kreeg, en dat beide duidelijk zichtbaar op de gevels werden aangebracht. De belangrijkste straten hadden voorheen wel al namen, maar die waren een stuk informeler en voornamelijk van belang in het dagelijks taalgebruik van de inwoners. In het laatste decennium van de 18de eeuw werden straatnamen dus een hulpmiddel voor lokale besturen om plaatsaanduidingen rationeler en eenduidiger te maken.

Daarnaast leidde de Franse Tijd tot een verfransing van de straatnamen in Nederlandssprekende gebieden. Niet alleen moest er dus een officiële straatnamenlijst komen, elke Nederlandse naam diende een Franse tegenhanger te krijgen. Bovendien wilde het Franse bestuur, in overeenstemming met het gedachtegoed van de Franse Revolutie, aanvankelijk geen namen meer die verwezen naar de monarchie, de standen of religie, een beslissing die onder Napoleon teruggedraaid werd (zie verderop in deze bijdrage). Dat alles maakte het opstellen van een officiële namenlijst niet eenvoudig. De opeenvolgende veranderingen hadden soms dan ook gebrekkige vertalingen of spelfouten tot gevolg. Andere namen weken te zeer af van hoe de plaatsen in de volksmond bekendstonden, waardoor de rationalisering zijn doel voorbij dreigde te schieten.

Onder het Koninkrijk der Nederlanden en na de Belgische onafhankelijkheid (1815-heden)

Lokale besturen namen initiatieven om die namenlijsten te verbeteren, maar mede door de wisselende taalsituatie voor en na de Belgische onafhankelijkheid in 1830 lieten praktische oplossingen soms een tijd op zich wachten. Ondertussen breidden veel steden en dorpen zich uit en moesten bovendien nieuwe (doorgaans tweetalige) straatnamen geïntroduceerd worden. Ook dat maakte een aanpassing van de officiële lijsten er niet gemakkelijker op.

Al in de eerste helft van de 19de eeuw lieten voorvechters van de Nederlandse taal zich kritisch uit over de situatie: de dichter en ‘taalminnaar’ Prudens van Duyse Van Duyse, Prudens
Lees meer
nam in 1837 bijvoorbeeld de slechte vertalingen in Gent op de korrel in Over de namen der straten van Gent in het Fransch overgebragt. In 1919 stelde Alfons van Werveke een reeks verbeteringen voor, maar niet elk euvel werd weggewerkt. In 1932, bijna een eeuw na Van Duyses verzuchtingen, kon Jozef Vercouillie Vercoullie, Jozef-Frederik
Lees meer
, Gents letterkundige en voorzitter van het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
, nog steeds een heleboel blijvende onjuistheden opnoemen in het mededelingenblad van de Vlaamsche Toponymische Vereeniging te Leuven. Dat de Burgstraat in het Frans bekendstond als de ‘rue de Bruges’ (eerder dan ‘rue du Bourg’), was slechts een van de vele voorbeelden.

De taalwetten Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
van 1921 en 1932 en de daarbij vastgelegde taalgebieden maakten van eentaligheid de norm in zowel Vlaanderen als Wallonië. Als gevolg daarvan werden ook de officiële straatnamenlijsten in Vlaamse steden en gemeenten eentalig Nederlands, althans op papier. In Leuven bijvoorbeeld bleven de meeste straatnaamborden tweetalig, tot ergernis van onder meer schrijver en drijvende kracht achter het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
Edward Amter Amter, Edward
De Vlaamsgezinde katholiek Eduard Amter (1898-1969) was van 1924 tot 1964 algemeen secretaris van het Davidsfonds en vanuit die functie een belangrijke actor in het flamingantische midden... Lees meer
. Hij kon in 1932 wel appreciëren dat de nieuwste borden vanaf dat moment de Nederlandse naam als eerste vermeldden, maar vond dat niet genoeg: ‘Principieel blijven wij […] gekant tegen de dwaze vertalingsmanie, die het Vlaamsche gelaat van onze steden op zooveel plaatsen heeft ontsierd.’ Ook enigszins creatievere oplossingen, in het genre ‘Place Foch Plaats’, sorteerden naar zijn mening ‘een dwaas effekt’.

Volgens Amter waren onder andere Brugge, Mechelen, Aalst en Sint-Truiden als gevolg van de taalwet van 1932 al overgeschakeld op uitsluitend Nederlandstalige straatnaamborden. Leuven moest snel volgen. De realisatie daarvan zou hij echter niet meer meemaken, want die kwam er pas in de jaren 1970, na de eerste staatshervorming. Slechts enkele van de oude borden bleven hangen, meestal beschadigd of uit het zicht, en kregen altijd het gezelschap van een nieuw, eentalig exemplaar.

Elders werden ook concrete initiatieven ondernomen opdat de taalwet van 1932 correct toegepast zou worden. Zo begon Flor Grammens Grammens, Flor
Onderwijzer Flor Grammens (1899-1985) verwierf tijdens zijn leven grote bekendheid door zijn herhaalde en soms spectaculaire acties tegen de schendingen van de taalwetgeving. Lees meer
in 1937 in Edingen en omstreken met acties tegen onwettige Franstalige straatnaamborden. Onder de bijnaam ‘het gramme schilderke’ overschilderde hij de Franse tekst en liet zich herhaaldelijk verbaliseren en arresteren. Aanvankelijk kregen zijn ‘zuiveringsacties’ weinig aandacht, maar na enige tijd inspireerden ze grote groepen studenten om in heel Vlaanderen Franstalige opschriften onleesbaar te maken. De steeds terugkerende onvrede toont hoe de taalstrijd ook in de openbare ruimte, in straat- en plaatsnamen, gevoerd werd.

Straatnamen als politiek-ideologisch instrument

De Franse Tijd (1792-1815)

In het ancien régime bleef een politiek-ideologische invulling van straatnamen nagenoeg volledig achterwege. Straten werden genoemd naar de realiteit ter plaatse: de voornaamste instellingen of imposante gebouwen die zich daar bevonden, de belangrijkste grondbezitter of bepaalde landschappelijke kenmerken. De Franse eis tot officialisering van de straatnamen bracht daar verandering in. In de loop van de jaren 1790 werden verschillende Vlaamse steden ertoe aangespoord alle straten te hernoemen die verwezen naar monarchie, standen of religie. Veel van de nieuwe namen waren duidelijk geïnspireerd door het revolutionaire gedachtegoed en zetten verlichte en republikeinse begrippen in de verf: zo kreeg Antwerpen onder meer een Gelyckheydtsplaets, een Dry coleurstraet en een Volksstraet.

De vernieuwing sloeg echter niet aan. De bevolking herkende zich niet in de van hogerhand opgelegde namen, nog minder in hun Franse vertaling, en ze bleven dus doorgaans dode letter. Dat het in het ancien régime ondenkbaar was om straten te vernoemen naar abstracte begrippen zoals ‘gelijkheid’, bemoeilijkte de invoering nog meer. Onder Napoleon werd de situatie daarom ongedaan gemaakt. De meeste straten kregen opnieuw hun oude naam, zij het soms in (licht) gewijzigde vorm als gevolg van herhaaldelijke vertalingen.

Onder het Koninkrijk der Nederlanden en na de Belgische onafhankelijkheid (1815-heden)

Kort na de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden, in 1817, werd straatnaamgeving een bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen en/of van de gemeenteraad, afhankelijk van gemeente tot gemeente en van geval tot geval. Om advies in te winnen over dergelijke beslissingen werd in Antwerpen voor het eerst in 1825 een commissie van deskundigen samengesteld, waar onder anderen Jan Frans Willems Willems, Jan Frans
Jan Frans Willems (1793-1846), de “vader van de Vlaamse beweging”, was dichter, polemist, filoloog, tekstediteur en initiatiefnemer of lid van tal van academies en genootschappen in binne... Lees meer
deel van uitmaakte. In Gent gebeurde dat voor het eerst in 1833.

Of het nu het college of de gemeenteraad was die de naamgeving voor zijn rekening nam, het precedent om een straat te vernoemen naar historische gebeurtenissen of figuren, was geschapen. Niet zelden schemerde de politiek-ideologische strekking van het bestuur door in de keuze voor bepaalde namen. Zo introduceerde het nieuwe liberale stadsbestuur van Antwerpen vanaf 1872 een Marnix- en een Oranjestraat. In Filips van Marnix van Sint-Aldegonde en Willem van Oranje, en bij uitbreiding in de Opstand tegen het katholieke Spanje, zagen de liberalen immers een voorafspiegeling van hun eigen antiklerikale strijd. In Gent kwam er een paar jaar later om dezelfde redenen een Marnix- en een Nassaustraat.

In de 20ste eeuw vallen verder nog op: de wegzuivering van Duitse verwijzingen na de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
zoals die bijvoorbeeld in Antwerpen plaatsvond, de kortstondige inrichting van een Reimond Tollenaere Tollenaere, Reimond
Reimond Tollenaere (1909-1942) was een Vlaams-nationalistisch studentenleider in Gent en politicus in het VNV. Hij was parlementair (1936-1942) en propagandaleider. Hij stuurde het VNV in... Lees meer
straat of -plein in Roeselare, Oostakker, Emelgem en Zaffelare, kort nadat deze VNV Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
’er en SS-Untersturmführer in 1942 om het leven was gekomen aan het oostfront Oostfronters
Het begrip oostfronters duidt in de context van de geschiedenis van de Vlaamse beweging op Vlamingen die als vrijwilliger aan de zijde van Duitsland vochten tegen het Sovjetrussische Rod... Lees meer
, en de inwijding van een Leopoldlaan in Maldegem ten tijde van de Koningskwestie Koningskwestie
Constitutioneel, politiek en maatschappelijk vraagstuk rond de persoon en de houding van koning Leopold III tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
.

Ook van buiten de gemeenteraad klonk soms de roep om straatnamen in te zetten om bepaalde belangen te promoten. Toen Amter in 1932 de straatnamen in zijn stad bekritiseerde, betreurde hij onder meer dat er in zijn stad te weinig ‘Leuvenaars van verdienste’ met een straatnaam geëerd werden, en als dat toch gebeurde, dan wel met kleine pleintjes en steegjes. Dat enkele van de grootste straten en pleinen naar ‘vreemdelingen’ zoals Maria Theresia, Jozef II en Ferdinand Foch waren genoemd, was volgens hem de wereld op zijn kop. Hij riep de stad dan ook op om die situatie recht te zetten.

Eengemaakte regels rond straatnaamgeving

Om keuzevrijheid bij het benoemen van straten enigszins te temperen, werden er stelselmatig procedures voor uitgedacht en voorwaarden aan gekoppeld. In 1885 werd in Gent bijvoorbeeld vastgelegd dat het college van burgemeester en schepenen niet zelfstandig over een straatnaam mocht beslissen indien die als eerbetoon genoemd was naar een historisch of politiek figuur of naar een gebeurtenis ‘sur l’appréciation desquels les opinions peuvent être partagés’. In dergelijke gevallen kon het slechts een voorstel doen aan de gemeenteraad. In 1897 werd er bovendien beslist dat personen minstens 25 jaar overleden moesten zijn voor er een straat naar hen genoemd mocht worden.

In het decreet van 28 januari 1977 legde de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap
Lees meer
voor heel Vlaanderen dezelfde regels vast: de gemeenteraad beslist over de naamgeving, na inwinning van advies bij bewoners en de cultuurraad en na goedkeuring door een Provinciale Commissie van Advies voor Plaatsnaamgeving. Toponiemen genieten daarbij de voorkeur, of anders figuren die voor de gemeente of de onmiddellijke omgeving van betekenis zijn geweest. In ieder geval dienen de personen overleden te zijn (uitgezonderd leden van de koninklijke familie) en het naambord moet voorzien worden van een korte biografische toelichting. Hoewel het ook voordien hoogst ongebruikelijk was om straten naar levende personen te vernoemen, werden de regels voor alle Vlaamse gemeenten sindsdien dus gelijkgeschakeld.

Dat het decreet er pas kwam na de grootschalige aanleg van nieuwe verkavelingen in de jaren 1960 en 1970, zorgde er echter wel voor dat veel nieuwe straatnamen nog op basis van de oude praktijken toegekend zijn.

De Vlaamse beweging in straatnamen

Veelgebruikte namen

In de twee eeuwen waarin belangrijke historische figuren in straatnamen begonnen op te duiken, is die eer ook vele personen uit de Vlaamse beweging te beurt gevallen. Verkennend onderzoek van Jan Art uit 2003 bracht reeds voor een stuk in kaart naar wie straten genoemd werden, hoe vaak en waar. Hij baseerde zich daarvoor op een cd-rom (Infobel) met daarop zowat alle straatnamen van België en nam de lemmata van de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging (NEVB)
De opvolger van de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging zocht bij het verschijnen in 1998 expliciet afstand tot zijn voorganger door de verwetenschappelijking van het historisch onderzoek... Lees meer
(NEVB) als uitgangspunt om te bepalen wie tot de Vlaamse beweging behoorde of ermee in verband kon worden gebracht.

De koningen Albert I van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
en Boudewijn van Saksen-Coburg, Boudewijn I
Boudewijn (1930-1993) moest als gevolg van de koningskwestie op jonge leeftijd en onvoorbereid zijn vader opvolgen. Zijn koningschap werd getekend door de Congolese dekolonisatie, staatsh... Lees meer
niet meegerekend, is Jozef Cardijn Cardijn, Jozef
Jozef Cardijn (1882-1967) was een Vlaamse rooms-katholieke priester en kardinaal. Hij was de stichter van de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ) en verwierf grote bekendheid als grondlegger v... Lees meer
de persoon opgenomen in de NEVB naar wie de meeste straten genoemd zijn: meer dan 100, verspreid over heel België. De Katholieke Arbeidersjeugd Katholieke Arbeidersjeugd
De Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ) was een jongerenvereniging van de christelijke arbeidersbeweging en tegelijk een gespecialiseerde Katholieke Actiebeweging, opgericht in 1924 door de pr... Lees meer
(KAJ) waarvan hij aan de wieg stond, had een veeleer indirecte rol in de Vlaamse beweging, maar volgens Art is het gewettigd om hem in de lijst op te nemen.

Na Cardijn volgt een hele reeks schrijvers, dichters en componisten. Naar Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
zijn meer dan 80 straten vernoemd, gevolgd door Stijn Streuvels Lateur, Frank
Lees meer
, Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
, Peter Benoit Benoit, Peter
Peter Benoit (1834-1901) was een Vlaamsgezinde componist en muziekpedagoog. Lees meer
, Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
, Hugo Verriest Verriest, Hugo
De Vlaamsgezinde en progressieve priester en letterkundige Hugo Verriest (1840-1922) was een van de belangrijkste intellectuele inspirators van de katholieke flamingantische scholieren- e... Lees meer
, Ernest Claes Claes, Ernest
Ernest Claes (1885-1968) was een schrijver van volkse romans en verhalen en een leidend ambtenaar in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij vervolgd wege... Lees meer
, Felix Timmermans Timmermans, Felix
Felix Timmermans (1886-1947) is de auteur van een omvangrijk en veelgelezen oeuvre. Tot zijn bekendste romans horen Pallieter (1916) en Boerenpsalm (1935). Tijdens de Eerste Wereldoorlog ... Lees meer
en Edgar Tinel Tinel, Edgar
Edgar Tinel (1854-1912) was een componist die zich met zijn liederen aanvankelijk binnen de Vlaamse beweging situeerde, maar later uitsluitend nog religieuze muziek componeerde. Hij verdi... Lees meer
, die laatste met nog steeds bijna 30 straten. Ook lager in de lijst duiken nog vele namen op die hun bekendheid vooral aan hun bijdrage aan kunst en cultuur te danken hebben. In 2021 kwam Luk Lazeure op basis van andere, completere straatnaambestanden wel tot licht andere cijfers. Vooral het aantal straten genoemd naar Gezelle ligt volgens de nieuwe gegevens aanzienlijk hoger: de priester-dichter Priester-dichters
Als verspreiders van het woord speelden priester-dichters als Guido Gezelle, Cyriel Verschaeve en Anton van Wilderode een belangrijke rol binnen de behoudend katholieke grondstroom van de... Lees meer
zou zelfs de populairste naam op de straatnaamborden zijn.

Belangrijker dan de exacte rangschikking is de vaststelling dat andere categorieën van personen, en dan vooral politici, heel wat minder vaak voorkomen in straatnamen. Slechts drie van hen, August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
, Adolf Daens Daens, Adolf
Priester Adolf Daens (1839-1907) was de grondlegger en het boegbeeld van de daensistische beweging en van de Christene Volkspartij. Lees meer
en Edward Anseele Anseele, Edward
Edward Anseele (1856-1938) was een Gents socialist en lag in 1885 mee aan de basis van de Belgische Werkliedenpartij. Hij was decennialang een van de tenoren van het socialisme in België.... Lees meer
, halen dubbele cijfers. Vermeylen stond bovendien ook bekend als schrijver en letterkundige, waardoor hij zijn straatnamen dus niet noodzakelijk ‘als politicus’ toegewezen kreeg. Daarnaast komen historische figuren zoals Jan Breydel Breidel, Jan
Lees meer
, Pieter de Coninck De Coninck, Pieter
Lees meer
en Jacob (en/of zoon Filips) van Artevelde Van Artevelde, Jacob
Jacob van Artevelde was een Gents volksleider (overleden in 1345) die in de jaren 1337-1345 de feitelijke macht uitoefende in Gent en in Vlaanderen. Hij verzette zich tegen de Franse invl... Lees meer
geregeld voor, maar ook zij blijven een flink stuk onder de populairste literatoren en musici.

Schrijvers en componisten zijn nu eenmaal een ‘veiligere’ optie voor gemeentebesturen dan politici. Terwijl die laatsten doorgaans geassocieerd worden met een specifieke strekking of partij, kunnen de eersten geëerd worden voor wat zij in het algemeen betekend hebben voor de literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
, poëzie of muziek Muziek
Lees meer
in Vlaanderen, wat veel minder mensen tegen de borst stoot. In de zoektocht naar nieuwe straatnamen, niet het minst voor de nieuwe verkavelingen van de jaren 1960 en 1970, vormden zij dan ook een bruikbare inspiratiebron. Het is bijvoorbeeld in die periode dat de meerderheid van de Streuvelsstraten (en -lanen en dergelijke meer) ingewijd werden. Daarbij komt ook dat schrijvers een handige categorie vormen voor gemeenten die thematische overeenkomsten zoeken voor bij elkaar gelegen straten. Zo liggen er vaak een Guido Gezelle- en een Stijn Streuvelsstraat in dezelfde gemeente of zelfs dezelfde wijk.

Tot slot kan op de opmerkelijke vaststelling gewezen worden dat Streuvels nog leefde bij het toekennen van veel van zijn straatnamen. Met meer dan 20 straten, de meeste ingewijd in de jaren 1960, maar sommige al in de eerste helft van de eeuw, bevindt de auteur zich in een unieke positie, binnen de Vlaamse beweging en daarbuiten. Behalve leden van de koninklijke familie viel enkel Conscience bij leven dezelfde eer te beurt, zij het ‘slechts’ twee keer. Hoewel het in de meeste gemeentes verboden of op zijn minst hoogst ongebruikelijk was om straten naar levende personen te noemen, was de reputatie van Streuvels zo sterk dat men de regels naast zich neer legde. Op die manier blijkt ook uit de straatnaamgeving dat hij nog voor zijn overlijden een vooraanstaande plaats in de Vlaamse literatuur gekregen had.

Wat straatnamen betreft, merkt Art op dat een aantal prominente figuren uit de Vlaamse beweging opvallen door hun afwezigheid: van schrijver Richard Minne Minne, Richard
Lees meer
tot politicus Edward Coremans Coremans, Edward (1835-1910)
Advocaat Edward Coremans (1835-1910) was politicus voor de Meetingpartij en voorzitter van de Nederduitsche Bond. Gedurende 42 jaar was Coremans als kamerlid een leidende figuur van de Vl... Lees meer
, van rechtsgeleerde René Victor Victor, René
René Victor (1897-1984) was een advocaat en leverde een belangrijke bijdrage aan de vernederlandsing van het rechtsleven in Vlaanderen, voornamelijk via het Rechtskundig Weekblad en de v... Lees meer
tot cultuurfilosoof Max Lamberty Lamberty, Max
Max Lamberty (1893-1975) was een politiek en sociaal filosoof, die theoretisch werk over de grondslagen van de Vlaamse beweging leverde. Lees meer
. Vaak is het gissen waarom net zij op de straatnaamborden ontbreken. Van anderen, zoals Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carrière begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
, Hendrik Elias Elias, Hendrik
Hendrik Elias (1902-1973) was een historicus en Vlaams-nationalistisch politicus die als leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond collaboreerde met de Duitse bezetter tijdens de Tweede W... Lees meer
, Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
of Hendrik de Man De Man, Hendrik
Lees meer
, moet de reden dan weer bij hun oorlogsverleden gezocht worden. Tegelijk werd niet iedereen met een problematische rol in de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
een straatnaam ontzegd. Integendeel, vooral vanaf het einde van de 20ste eeuw leidden dergelijke benamingen geregeld tot controverses.

Controverses

Dat straatnamen soms controverses uitlokken, hangt uiteraard nauw samen met hun doel tot herinnering of verering. Als een straatnaam een eerbetoon is, volgt namelijk al snel de vraag wie wel of niet geëerd mag worden. Wat de Vlaamse beweging betreft, kwamen sinds de late 20ste eeuw vooral figuren in opspraak die beschuldigd werden van en/of veroordeeld werden voor collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
tijdens de Tweede Wereldoorlog. De concrete gevolgen voor de straatnamen verschilden van casus tot casus.

In 1997 bijvoorbeeld stelde Vlaams Blok Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ‘Vlaams Blok’, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
in Antwerpen voor om een straat te vernoemen naar Ward Hermans Hermans, Ward
Ward Hermans (1897-1992) was een Vlaams-nationalistische schrijver, journalist en politicus, die in de loop van het interbellum radicaliseerde in nationaalsocialistische zin. Tijdens de T... Lees meer
, een medeoprichter van SS-Vlaanderen Algemeene-SS Vlaanderen
De SS-Vlaanderen was een collaborerende militie tijdens de Tweede Wereldoorlog, die deel uitmaakte van de Duitse SS. Ze ijverde voor de aanhechting van Vlaanderen bij Duitsland. Lees meer
, die vijf jaar daarvoor overleden was. De partij koos hem naar eigen zeggen als voorbeeld van een soldaat die tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
vervolgd werd wegens zijn Vlaamse overtuiging, al valt het niet uit te sluiten dat daarmee ook tegemoet gekomen werd aan de sympathie die sommige partijleden nog hadden voor oud-collaborateurs. De Joodse gemeenschap van de stad tekende protest aan tegen het voorstel, waarna het snel werd ingetrokken.

In Duffel stelde de Socialistische Partij Belgische Socialistische Partij
Lees meer
(SP) zich in 1999 dan weer vragen bij twee nieuwe straten genoemd naar schrijvers Felix Timmermans Timmermans, Felix
Felix Timmermans (1886-1947) is de auteur van een omvangrijk en veelgelezen oeuvre. Tot zijn bekendste romans horen Pallieter (1916) en Boerenpsalm (1935). Tijdens de Eerste Wereldoorlog ... Lees meer
en Ernest Claes Claes, Ernest
Ernest Claes (1885-1968) was een schrijver van volkse romans en verhalen en een leidend ambtenaar in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij vervolgd wege... Lees meer
, vanwege hun ‘dubieuze rol’ in de Tweede Wereldoorlog. De Christelijke Volkspartij Christelijke Volkspartij
Lees meer
(CVP), gesteund door Vlaams Blok, zag er echter geen graten in, net omdat beide schrijvers nooit voor collaboratie veroordeeld werden.

In gevallen zoals de bovenstaande, waarbij het ging over nieuw toe te kennen straatnamen, kwam men doorgaans snel tot een beslissing: een voorstel werd aanvaard of afgewezen. Wanneer er integendeel sprake was van een wijziging van bestaande namen, bleef de zaak vaak veel langer aanslepen. In het licht van de Vlaamse beweging springt vooral het debat rond de zes straten genoemd naar Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
in het oog. De priester-dichter steunde tijdens de Tweede Wereldoorlog openlijk het nazisme en riep katholieke jongeren op om te gaan vechten aan het oostfront. In 1946 werd hij daarom bij verstek ter dood veroordeeld. Behalve die in Breendonk bij Puurs, stamden alle Verschaevestraten uit de naoorlogse periode. Officieel werden ze toegekend vanwege Verschaeves literaire verwezenlijkingen, maar tegelijk vallen ze niet los te zien van een vergoelijkend discours ten aanzien van collaboratie.

In 1995 wilde Philippe de Coene, Kortrijks gemeenteraadslid voor de SP, de Verschaevestraat in Marke herdopen. Zijn oproep bleef zonder gevolg. Ook in Puurs stond de straat sinds 2000 verschillende keren ter discussie, temeer omdat de straat zich niet ver van het fort van Breendonk bevond, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog als opvangkamp voor Joodse en andere gevangenen fungeerde.

Voorstanders om de straatnamen te behouden, bevonden zich vaak in Vlaams-nationalistische hoek, maar ook christendemocraten toonden zich doorgaans niet enthousiast om de naam ‘Verschaeve’ te schrappen. Het veranderen van de straatnaam werd gekoppeld aan een nodeloze problematisering van het verleden of zelfs een uitwissing ervan. Daarnaast haalden onder meer enkele burgemeesters de praktische bezwaren aan: de inwoners vonden het geen probleem en waren de administratieve rompslomp van een naamsverandering liever kwijt dan rijk.

In 2017, parallel aan de gelijkaardige debatten rond verwijzingen naar koning Leopold II van Saksen-Coburg, Leopold II
Leopold II (1865-1909) is vooral bekend gebleven voor zijn bewind over het Congogebied. In de Belgische politiek stond hij neutraal in de levensbeschouwelijke kwesties maar ijverde voor d... Lees meer
in het straatbeeld (zie Congo Congo
Lees meer
), laaide het debat in de media opnieuw op, dit keer met concrete gevolgen. Tussen 2017 en 2021 besloten Lanaken, Kortrijk, Kapelle-op-den-Bos, Puurs en Zoersel om hun Verschaevestraat of -laan te vervangen. Sommigen van de burgemeesters hadden bij het losbarsten van het debat nochtans aangegeven geen naamswijziging te willen doorvoeren, maar uiteindelijk bleef er weinig animo over om Verschaeve en zijn straatnamen te verdedigen.

Overigens hebben niet alle straatnaamperikelen in de flamingantische sfeer te maken met het oorlogsverleden. Zo haalde in 2012 een voorstel de media om het Pieter de Coninckplein in Antwerpen om te dopen tot het Herman de Coninckplein. Kunstencentrum Behoud de Begeerte wilde de dichter eren en vond het bestaande De Coninckplein daarvoor een geschikte optie. Burgemeester Bart de Wever De Wever, Bart
Bart de Wever (1970) is een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij is sinds 2004 voorzitter van de N-VA, die onder zijn voorzitterschap de grootste partij van België werd. Sinds 2013 is hi... Lees meer
van de Nieuw-Vlaamse Alliantie Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
(N-VA) beschouwde het eerder als een regelrechte afwijzing van het Vlaamse symbool Pieter de Coninck en als een bewijs dat in Antwerpen ‘Hendrik Conscience onder de mat [wordt] geveegd’. Aan de oproep werd dan ook geen gehoor gegeven.

Onontgonnen onderzoeksthema’s

Hoezeer keuzes voor een welbepaalde straatnaamgeving ook met een ideologische voorkeur vervlochten konden zijn, in veel gevallen moest het verzet tegen veranderingen vooral in een andere hoek gesitueerd worden, zeker wanneer het afkomstig was van de bewoners zelf. Zij wezen vooral op de praktische problemen, zoals een adreswijziging en bijhorende kosten. Daarnaast was soms ook sprake van gehechtheid: mensen hadden nooit iets anders gekend en wilden niet dat hun straat een deel van haar eigenheid verloor. Die genegenheid richtte zich haast uitsluitend op de straatnaam zelf, niet op de persoon erachter.

Daar komt tot slot bij dat het gros van de straatnamen, ook degene genoemd naar personen, nooit echt ter discussie gesteld werd. Net door de complexe, vluchtige omgang met verleden en herinnering, die typerend is voor lieux de mémoire, kregen veel historische figuren geen nieuwe invulling meer. Ze werden niet meer gemobiliseerd in eigentijdse debatten. Die ‘verstening’ van de herinnering kan op haar beurt, paradoxaal genoeg, weer tot vergeten leiden, omdat mensen minder stilstaan bij wie herinnerd wordt en waarom. De primaire functie van straatnamen, ook wanneer ze naar personen verwijzen, blijft tenslotte plaatsbepaling. Dat neemt de herinnerings- of zelfs de vereringsfunctie van straatnamen niet weg, maar nuanceert ze wel. Wat de persoon op een straatnaambord betekend heeft of waarom hij herinnerd werd, maakt niet altijd uitgesproken deel uit van het collectieve geheugen. In die spanning liggen ongetwijfeld mogelijkheden tot verder onderzoek naar straatnamen en (Vlaams)nationalisme.

Andere onderzoeksthema’s zijn: de verschillen in tijd en ruimte en de genderbalans in straatnamen. De chronologische dimensie blijft in lijsten zoals die van Art en Lazeure achterwege. Hoewel er reeds een aantal stappen in die richting gezet zijn, kan daar nog dieper in gegraven worden. Wat de geografische verspreiding betreft, lichtte Art een tipje van de sluier op door een aantal namen per provincie te overschouwen, maar ook hij geeft aan dat het slechts een aanzet is tot meer. Bijzonder belangwekkend kan een onderzoek zijn naar de aanwezigheid van vrouwen in straatnamen, al dan niet in het kader van de Vlaamse beweging. Wie zijn, in een context waarin hoofdzakelijk mannennamen in het straatbeeld opduiken, de vrouwen die een gemeente wil herinneren? Ook daar zijn tijd en ruimte interessante factoren, gezien de veelvuldige pleidooien in de laatste jaren voor ‘meer vrouw op straat’.

Literatuur

– A. van Werveke, De namen van de straten der stad Gent. Een voorstel tot verbetering van de schrijfwijze dier namen en bijvoeging, op de naamborden in de straten, van historische notas, 1919.
– V. Fris, De oude straatnamen van Gent: Een Prijsboek voor de Schooljeugd, 1925.
– F. Prims en M. Verbeeck, Antwerpsch Straatnamenboek: Lijst van al de straatnamen oude en nieuwe, met hun beteekenis, reden, oorsprong en veranderingen, 1926.
– E. Amter, Leuvensche straatnamen, in: Mededeelingen uitgegeven door de Vlaamsche Toponymische Vereeniging te Leuven, jg. 8, 1932, nr. 2, pp. 31-36.
– J. Vercoullie, De Straatnamen van Gent, in: Mededeelingen uitgegeven door de Vlaamsche Toponymische Vereeniging te Leuven, jg. 8, 1932, nr. 1, pp. 12-18.
– L. de Man, Verfransing van de Leuvense straatnamen, in: Album Dr. Jan Lindemans, 1951, pp. 309-312.
– R. vande Weghe, Geschiedenis van de Antwerpse straatnamen, 1977.
– P. Nora, Les lieux de mémoires, 1984-1992.
– J. Tollebeek, “Vanuit de aangrenzende kamer”: Over geschiedenis, traditie en geheugen, in: Handelingen – Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, jg. 49, 1995, pp. 165-181.
– V. Mennen, Een historische verkenning van de laatste 100 jaar toponymie in Vlaanderen, in: Naamkunde, jg. 29, 1997, pp. 149-171.
– Vlaams Blok excuseert zich, in: Gazet van Antwerpen, 22 juli 1997.
– Timmermans en Claes krijgen eigen straat, in: Het Laatste Nieuws, 19 mei 1999.
– J. Art, Een historisch monument: een bepaalde manier van omgaan met het verleden, in: F. Seberechts, Duurzamer dan graniet. Over monumenten en Vlaamse beweging (Bijdragen Museum van de Vlaamse Sociale Strijd, 19), 2003, pp. 13-23.
– E. Dalemans en J. Lauwers, Cyriel Verschaevestraat blijft nog even bestaan, in: Het Laatste Nieuws, 22 september 2007.
– K. Glabeke, Wat leert de straat? Leuvense straatnamen toegelicht, 2011.
– J. de Preter, De Wever haalt uit naar idiote culturele sector. Plan om Pieter De Coninckplein om te dopen afgekraakt, in: Gazet van Antwerpen, 4 december 2012.
– Vlaanderen worstelt met duister verleden. Discussie over foute straatnamen laait op: Lanaken wil af van Cyriel Verschaeve, in: De Morgen, 18 augustus 2017.
– M. de Decker, Moeten we onze hele geschiedenis uitwissen?, in: De Standaard, 18 augustus 2017.
– Kortrijk schrapt straatnaam van “nazicollaborateur en massamoordenaar”, in: Het Nieuwsblad, 20 november 2019.
– I. Goddeeris, The Nazi and the Colonizers: Flemish Debates on Street Names in 2017, in: Zeitgeschichte, jg. 46, 2019, nr. 1, pp. 61-82.
– Ook al is meerderheid inwoners tegen wijziging: Cyriel Verschaevestraat krijgt nieuwe naam, in: Gazet van Antwerpen, 29 januari 2020.
– Y. Verberckmoes, Ook Zoersel wist Verschaeve uit het straatbeeld, in: De Morgen, 17 februari 2020.
– Cyriel Verschaeve verliest binnenkort zijn straat in Kapelle-op-den-Bos: “Collaborateurs met het naziregime verdienen die eer niet”, in: Het Nieuwsblad, 4 maart 2020.
– L. Lazeure, Guido Gezelle de stratenkampioen, in: Rijmtijd. Tijdschrift voor liefhebbers van de poëzie van Guido Gezelle, jg. 92, 2021, pp. 23-27.
– L. Lazeure, Langs Streuvels wegen, in: M. De Smedt, Stijn Streuvels 150 jaar: Een internationale auteur met universele themas (Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap, 27), 2021, pp. 199-205.
– T. Nuyts, Remembering Hadewijch: The Traveling Memory of A Medieval Mystical Author in Modern Belgium. Universiteit Antwerpen, 2022. [Onuitgegeven proefschrift]
– L. Wils, Grammens, Flor (eigenlijk Florimond), in: NEVB Online. [nevb.be/wiki/Grammens,_Flor_(eigenlijk_Florimond)] [geraadpleegd op 13/11/2022]

Suggestie doorgeven

2023: Leendert Acke

Inhoudstafel