Goris, Jan-Albert

Persoon
Bert Govaerts (2023, herwerking), Willy Devos (1998)

Jan-Albert Goris (1899-1984) was een veelzijdig schrijver, ambtenaar en diplomaat. Als literator maakte hij naam onder het pseudoniem Marnix Gijsen. Hij debuteerde als expressionistisch dichter, maar werd later een productief romanschrijver en essayist.

Pseudoniem
Marnix Gijsen
Goy
Geboorte
Antwerpen, 20 oktober 1899
Overlijden
Pellenberg, 30 september 1984
Leestijd: 9 minuten

Jan-Albert Goris (1899-1984) was een veelzijdig schrijver, ambtenaar en diplomaat. Als dichter en criticus maakte hij naam onder het pseudoniem Marnix Gijsen. Hij engageerde zich als jongeman in het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
, maar na de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
maakte hij een steile maatschappelijke klim als historicus, docent en ambtenaar. Zijn maatschappelijke succes werd door sommige flaminganten beschouwd als een bewijs van arrivisme. Tijdens de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
verbleef hij in New York, waar hij zich ontpopte als een gedreven Belgisch oorlogspropagandist. Na de oorlog bleef hij in de Verenigde Staten als een soort cultureel ambassadeur. Vanaf 1947 publiceerde hij talrijke romans, die zijn gewijzigde wereldopvatting, van vroom katholiek tot agnosticus, weerspiegelen. Door zijn literaire werk, maar ook door zijn gezagvolle persoonlijkheid speelde Goris een belangrijke rol in de geestelijke ontwikkeling van Vlaanderen.

Jeugd en debuut als publicist

Jan-Albert Goris werd op 20 oktober 1899 in Antwerpen geboren. Hij was de broer van zakenman en corporatistisch denker René Goris Goris, René
René Goris (1895-1989) was een zakenman, actief in de christelijke werkgeversverbonden en een corporatistisch denker. Lees meer
. De familie Goris behoorde tot de middenklasse. Vader Jan-Baptist Goris was een natiebaas, mede-eigenaar van een bedrijf dat instond voor het laden, lossen en opslaan van goederen in de haven. De gebroeders Goris waren beiden voorbestemd voor een carrière in het Antwerpse handelsleven en kregen een opleiding in het Institut Saint Ignace, een Franstalige handelsschool die werd geleid door de paters jezuïeten. De bijna geheel op de handelspraktijk gerichte opleiding bood weinig vreugde aan de jonge Jan-Albert, die belangstelling ontwikkelde voor literatuur en voor antieke culturen. De povere aandacht van zijn Franstalige leraars voor de Vlaamse cultuur maakte flamingantische reflexen bij hem los, die door de oorlogsomstandigheden en door de aantrekkingskracht van het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
werden versterkt.

Hij brak zijn middelbare studies in 1917 af en begon te schrijven voor de activistische pers, onder andere over de taaltoestanden op het Institut Saint Ignace. Hij werd een vaste medewerker van het weekblad De Eendracht De Eendracht
De Eendracht was een activistisch weekblad dat van september 1916 tot oktober 1918 werd uitgegeven door een redactie die banden had met het Katholieke Oud-Hoogstudentenverbond en de Bond ... Lees meer
, geleid door Hendrik Mommaerts Mommaerts, Hendrik
Hendrik Mommaerts (1886-1980) werkte mee aan de voorbereiding en oprichting van de krant De Standaard en was tijdens de Eerste Wereldoorlog in leidinggevende functies betrokken bij het ac... Lees meer
, lid van de Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
.

Goris ontsnapte aan de repressie die de activisten trof na het einde van de Duitse bezetting. Hij werd opgevangen door het netwerk van niet-activistische katholieke flaminganten dat zich rond de volksvertegenwoordigers Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
en Alfons van de Perre Van de Perre, Alfons
Lees meer
had gevormd. Zij boden hem kansen als journalist bij de krant De Standaard De Standaard (1914-)
Het eerste nummer van het dagblad De Standaard verscheen op 4 december 1918. De krant was gedurende vele decennia hét blad bij uitstek van de katholieke Vlaamse beweging in al haar varian... Lees meer
en later bij het weekblad Het Vlaamsche Land Het Vlaamsche Land (1941-1944)
Lees meer
.

Expressionistisch dichter

Goris signeerde zijn artikelen met een hele reeks pseudoniemen, maar een daarvan, Marnix Gijsen, begon hij steeds nadrukkelijker te gebruiken voor literaire teksten. Gijsen was de familienaam van zijn moeder, Marnix zou verwijzen naar Filips van Marnix van Sint Aldegonde, buitenburgemeester tijdens het beleg en de val van Antwerpen in 1585.

Als dichter liet Goris, onder het pseudoniem Marnix Gijsen, voor het eerst van zich spreken door de publicatie van een paar opvallende expressionistische gedichten in het kleine avant-garde tijdschrift Ruimte. Met name zijn Loflitanie voor den Heiligen Franciscus van Assisië, die het ideaal van de universele broederschap bezingt, maakte hem bekend in ruimere kring. In het gedicht komt een regel voor die nog heel lang zou naklinken in de Vlaamse beweging: 'Geef aan allen en geef aan mij een vaderland om te beminnen.'

Na het vormexperiment met de Loflitanie keerde de dichter Gijsen terug naar een eenvoudiger soort gedichten, vaak gebouwd rond een anekdote en bijna altijd doordrongen van een diepe christelijke vroomheid. Ze werden in 1925 gepubliceerd in de bundel Het huis. De bundel (in 1926 bekroond met de August Beernaert Beernaert, August
Auguste Beernaert (1829-1912) was een vooraanstaand katholiek politicus, die tweemaal minister van Openbare Werken was en als kabinetsleider in de jaren 1880-1890 mee de eerste voorzichti... Lees meer
prijs) was een debuut en een afscheid tegelijkertijd, want Gijsen gaf de poëzie kort daarna op.

Historicus en docent, ambtenaar en essayist

In 1920 begon Goris, op aansporen van zijn vriend Floris Couteele Couteele, Floris
Floris Couteele (1897-1931) was een publicist en essayist die in de jaren twintig een opvallende rol speelde in de ideeënstrijd tussen het culturele en het politieke flamingantisme en met... Lees meer
, geschiedenis te studeren aan de universiteit van Leuven. Hij rondde zijn studie van de Sciences historiques et morales af met een indrukwekkende eindverhandeling over de kolonies van vreemde handelaren in het Antwerpen van de 16de eeuw: Etude sur les colonies marchandes méridionales (portugais, espagnols, italiens) à Anvers de 1488 à 1567. Het werkstuk maakte zo'n grote indruk dat de rector van de universiteit, Paulin Ladeuze Ladeuze, Paulin
Paulin Ladeuze (1887-1940) was een priester, hoogleraar en tussen 1909 en 1940 rector van de Leuvense universiteit. Onder externe druk richtte hij tussen 1911 en 1935 naast Franstalige oo... Lees meer
, besloot om Goris aan te werven als docent voor een nieuw vak: economische geschiedenis. Onder andere om zich op dat docentschap voor te bereiden verlengde Goris zijn studietijd nog aan een aantal buitenlandse universiteiten. Zo verbleef hij achtereenvolgens in Den Haag, Londen, Parijs en Seattle. Zijn lange verblijf (van bijna een jaar) in de Verenigde Staten was van een beslissende betekenis voor zijn persoonlijk leven. De kennismaking met de cultuur van de nieuwe wereld onderging hij als een schok. Ze zorgde voor de eerste scheuren in zijn christelijke wereldbeeld.

Vanaf 1927 maakte Goris' carrière een steile klim. Hij werd niet alleen docent aan de universiteit (waar hij in het Frans les gaf), maar ook kabinetsmedewerker van de burgemeester van Antwerpen, Frans van Cauwelaert. Zijn maatschappelijke succes was in de ogen van sommige van zijn oude activistische vrienden, zoals Floris Couteele, een vorm van verfoeilijk arrivisme. Goris ging daarover een publiek debat aan en verantwoordde zich. Hij had zijn oude flamingantische idealen niet opgegeven, stelde hij. Maar om die te realiseren waren er daden nodig, niet alleen woorden. Dat vroeg om praktisch engagement en het achter zich laten van historische frustraties. Een onderbouwde uiteenzetting van zijn standpunten staat in zijn essay Ons Volkskarakter (1932). Welke politieke consequenties Goris aan zijn flamingantisme verbond is niet helemaal duidelijk. Hij werkte samen met federalisten zowel als met anti-federalisten. In 1936 trad hij toe tot het bestuur van het Verbond van Cultureele Vakvereenigingen, dat 'cultuurautonomie' als een 'minimumeis' beschouwde.

In het literaire veld bleef Gijsen actief als poëziecriticus van De Standaard en als medewerker aan talrijke tijdschriften.

Adjunct-commissaris in Parijs en New York

Goris' ambtelijke carrière bereikte een voorlopig hoogtepunt toen hij in 1934 de graad van directeur kreeg binnen het ministerie van Economie en ook kabinetschef werd van de ministers Frans van Cauwelaert en Philip van Isacker Van Isacker, Philip
Philip van Isacker (1884-1951) was een Vlaamsgezind historicus, advocaat, katholiek minister en bankier. Hij drukte mee de democratisering en vervlaamsing van de katholieke partij en van ... Lees meer
. Vanaf 1937 werd hij vrijgesteld om als adjunct-commissaris de Belgische paviljoenen op de wereldtentoonstellingen van Parijs (1937) en New York (1939) mee vorm en inhoud te geven. Hij keek er daarbij nauwgezet op toe dat het Vlaamse element in de Belgische cultuur correct werd weergegeven, wat hem in sommige Franstalige kringen kwalijk werd genomen. Diezelfde kringen protesteerden hevig toen hij in 1939 benoemd werd in de nieuwe functie van commissaris-generaal voor Toerisme.

Goris nam zijn nieuwe functie op in zeer moeilijke omstandigheden, kort na de Duitse inval in Polen, in september 1939, toen België en veel andere West-Europse landen hun leger hadden gemobiliseerd en het toerisme zo goed als stilviel. Omdat de wereldtentoonstelling 1940 opnieuw openging voor een tweede seizoen reisde Goris in april van dat jaar opnieuw naar New York. Daar bereikte hem het nieuws van de Duitse inval in België.

Oorlogspropagandist en cultureel ambassadeur

Goris koos ervoor om in de Verenigde Staten te blijven. Hij werd ingeschakeld in de Belgische oorlogspropaganda en gaf van 1941 tot 1945 het weekblad News from Belgium (and the Belgian Congo) uit, waarvoor hij ook zeer veel hoofdartikelen schreef, in het Engels. Daarnaast maakte hij radioprogramma's, zorgde voor allerlei publicaties en organiseerde een lezingencircuit. In zijn propagandateksten ontpopte hij zich tot een vurige Belgische patriot en hevige antifascist. Publieke flamingantische reflexen ontbraken geheel in deze tijd.

Na de oorlog werd het propagandawerk van Goris in de Verenigde Staten bestendigd. Hij bleef in New York als hoofd van het Belgian Government Information Center, een bureau dat in de States belangstelling moest wekken voor alles wat met België te maken had.

Goris probeerde in Vlaanderen en Nederland ook om als Marnix Gijsen opnieuw deel te nemen aan het culturele leven. Zijn verhouding tot Vlaamse schrijvers en politici die zich tijdens de bezetting hadden verbrand aan de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
was niet eenduidig. In de lijn van het onverbiddelijke antifascisme van zijn propagandateksten veroordeelde hij sommigen (zoals August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
en Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
) zonder genade. Voor anderen, zoals de dichteres Blanka Gyselen Gyselen, Blanka
Blanka Gyselen (1909-1959) was een Vlaams-nationalistische journaliste en dichteres. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stapte ze in de collaboratie, waarbij ze haar nationaalsocialistische o... Lees meer
, sprong hij achter de schermen echter in de bres. Hij achtte de repressie Repressie
Lees meer
'ontspoord'.

Romanschrijver

Goris was in de loop van de jaren geestelijk sterk geëvolueerd, van een diepgelovig en vroom katholiek tot een stoïsche agnosticus. Dat traject gaf hij in 1947 een literaire vorm in de korte roman Het boek van Joachim van Babylon, die voor een sensatie zorgde in de Nederlandse letteren. Vrijzinnig Vlaanderen haalde Gijsen in als een nieuwe held, maar de katholieke Vlaamse Boekengids Boekengids
Lees meer
voor de bibliotheken verklaarde het werk tot 'verboden lectuur'. Toen de roman in 1950 werd voorgedragen als winnaar van de prijs van de Provincie Antwerpen voor het beste letterkundige werk van de voorbije jaren, slaagde de uitgever van Boekengids (de priester Joris Baers Baers, Joris
Joris Baers (1888-1975) was door kardinaal Desiré Mercier belast met de uitbouw van het katholieke bibliotheekwezen in Vlaanderen. Hij was de stichter van het Algemeen Secretariaat voor K... Lees meer
) erin om de bekroning ongedaan te maken omdat Gijsen de 'morele gaafheid' van het Vlaamse volk zou aangetast hebben. Daarmee was de toon voor vele jaren gezet. Gijsen werd in Vlaanderen een weinig verkochte en gelezen outsider, bejubeld door een kleine kring van vrijzinnige bewonderaars. In Nederland kende hij een ruimer succes. Toch werd zijn werk ook in Vlaanderen herhaaldelijk bekroond, onder andere met verschillende Staatsprijzen. In 1974 ontving hij de hoogste literaire onderscheiding van de Lage Landen, de Prijs der Nederlandse Letteren.

Haaks op het relatief koude onthaal in Vlaanderen van de romanschrijver Marnix Gijsen, staat de warme band die doctor Jan-Albert Goris in de loop der jaren wist te scheppen met het Vlaamse radiopubliek dankzij zijn wekelijkse correspondentie uit New York, op zaterdagavond, in de rubriek De stem uit Amerika, die hij zou blijven verzorgen van 1946 tot 1964.

Na Het boek van Joachim van Babylon publiceerde Gijsen bijna elk jaar een nieuwe roman, soms zelfs twee. Alle romans bevatten duidelijk herkenbare autobiografische elementen en zijn varianten op het thema van de zoektocht naar een leefbare moraal buiten het christendom.

Opvallend is dat Gijsen weinig aandacht heeft voor zuiver politieke elementen in zijn autobiografie. In Klaaglied om Agnes (1951), bijvoorbeeld, dat zogenaamd een literaire reconstructie is van zijn jongensleven in de oorlogsjaren, speelt het activisme geen enkele rol. Pas veel later zal Gijsen zijn jeugdige flamingantisme beschrijven in memoire-achtige opstellen, zoals De leerjaren van Jan-Albert Goris en O Activisme!.

Flamingantisch engagement in Brussel

In 1964, na zijn pensionering, keerde Goris terug naar België. Hij vestigde meteen de aandacht op zich met een opvallende rede, uitgesproken in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KANTL, 1886) is een instelling die zich in de loop van haar geschiedenis heeft ingezet zowel voor taalculturele, -wetenschappeli... Lees meer
in Gent. Ze getuigde van zijn hernieuwde belangstelling voor de taalkwestie en met name voor de situatie van het Nederlands en de Vlamingen in Brussel, waar hij nu zelf weer woonde. Die belangstelling zou in de laatste twintig jaar van zijn leven niet meer afnemen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 was hij in Elsene kandidaat op de lijst van de Vlaamse socialisten, de Rode Leeuwen Rode Leeuwen
De Rode Leeuwen waren Vlaamse socialisten in Brussel die vanaf 1968 opkwamen met een eigen verkiezingslijst en erkend werden als de 'Vlaamse BSP-federatie van Brussel'. Lees meer
. In 1976 stond hij op een Vlaamse eenheidslijst en in 1984 op de lijst van de Vlaamse Democraten Elsene, met onder anderen de dissidente Vlaams-nationalist Lode Claes Claes, Lode
Lode Claes (1913-1997) was een Vlaams-nationalistisch politicus, publicist en zakenman die een Vlaamse elite wilde vormen om de Vlaamse demografische meerderheid de leiding te laten nemen... Lees meer
. Meer dan symbolische gestes waren het niet, want van praktische politiek hield Goris zich ver.

Wel tekende hij in 1976 samen met zeven andere schrijvers (onder wie Louis Paul Boon Boon, Louis Paul
In zijn streven naar zelfontwikkeling omarmde Louis Paul Boon (1912-1979) begin jaren 1930 de radicaal-linkse strekking binnen de Vlaamse beweging. Zijn ideaal – een republiek van vrije V... Lees meer
en Gerard Walschap Walschap, Gerard
Gerard Walschap (1898-1989) was een Vlaamse auteur. Lees meer
) een manifest dat opriep om niet meer te sleutelen aan de grenzen van Brussel. De keuze om van Brussel een zelfstandig gewest te maken binnen de federale staat, was hem een doorn in het oog, zoals blijkt uit de inleiding bij een late bundel columns met een betekenisvolle titel: Uit het Brussels getto.

Jan-Albert Goris werd in 1975 in de adel verheven (met de titel van baron). Hij overleed op 29 september 1984.

Werken

– Ons volkskarakter. Een poging tot inzicht, 1932.
– Du génie flamand: conférence faite à New York, le 10 avril 1943, 1945.
– Scripta manent, 1965.
– Weer thuis : bedenkingen bij de dingen van onze dagen 1968-1972, 1973.
– Verzameld Werk, 1977, 6 dln.
– Uit het Brussels getto.(berichten 1975-1977), 1979.

Literatuur

– A. Raman: Bibliografie van Marnix Gijsen, 1973.
– K. Humbeeck: Marnix Gijsen: opkomst en neergang van een kosmopoliet, in: E. van Boven en P. Verstraeten, Schrijverstypen, 2016.
– B. Govaerts, Dubbelman. Een biografie van Marnix Gijsen & Jan-Albert Goris, 2022.

Suggestie doorgeven

1998: Willy Devos

2023: Bert Govaerts

Databanken

Inhoudstafel