Vlaamse Gewestraad

Organisatie
Martine Goossens (2023, ongewijzigd), Martine Goossens (1998)
Oprichting
1 augustus 1974
Stopzetting
19 juli 1977
Leestijd: 4 minuten

Is de naam van het Vlaamse adviesorgaan inzake zogenaamde gewestelijke aangelegenheden dat ter uitvoering van de wet- François Périn Perin, François
François Perin (1921-2013) was decennialang als hoogleraar een briljant expert grondwettelijk recht en als militant wallingant een voorvechter van radicaal federalisme. Als zodanig had hi... Lees meer
- Robert Vandekerckhove Vandekerckhove, Robert
Robert Vandekerckhove (1917-1980) was een notaris en CVP-gemeenteraadslid in Mechelen, partijvoorzitter (1969-1971), de eerste voorzitter van de Nederlandse Cultuurraad (1971-1974), minis... Lees meer
op de voorlopige gewestvorming van 1 augustus 1974 werd opgericht. Deze voorlopige Vlaamse Gewestraad werd samen met het nationale parlement op 9 maart 1977 ontbonden. Ter uitvoering van de staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die België omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
van 1980 werd opnieuw een Vlaamse Gewestraad opgericht, die echter door de 'fusie' met de Vlaamse Gemeenschapsraad beter bekend is onder de naam de Vlaamse Raad, vanaf juni 1995 Vlaams parlement Vlaams Parlement
Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale België. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Neder... Lees meer
genoemd.

Ontstaan en bevoegdheden – de wet van 1 augustus 1974 op de voorlopige gewestvorming

De grondwetsherziening van 24 december 1970 bevatte twee belangrijke luiken: het luik 'culturele autonomie', dat in 1971 resulteerde in de oprichting van cultuurgemeenschappen en cultuurraden Cultuurraden
Lees meer
( Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap
Lees meer
) en het luik 'gewestvorming' dat had moeten resulteren in de oprichting van gewesten die inzake economische aangelegenheden de bevoegdheden van de nationale staat zouden overnemen. Omdat de verschillende partijen het in 1971 niet eens konden worden over de grenzen van het Gewest Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
– aan Vlaamse zijde wou men dat Gewest beperken tot de 19 gemeenten van het administratief arrondissement Brussel Hoofdstad, aan Waalse zijde zag men het Gewest Brussel ruimer – kon de gewestvorming voorlopig niet gerealiseerd worden. Pas in 1974 werd een voorlopige oplossing gevonden en kwam met de gewone wet van 1 augustus een 'voorlopige' – want niet met tweederde meerderheid goedgekeurde – gewestvorming tot stand. Aan Waalse zijde legde men er zich bij neer dat het Gewest Brussel in deze voorlopige fase van de gewestvorming beperkt zou blijven tot het gebied van het administratieve arrondissement Brussel-Hoofdstad.

De wet van 1 augustus 1974 richtte drie voorlopige gewestraden op: een Vlaamse, een Waalse en een Brusselse. De bevoegdheden van die gewestraden waren, in tegenstelling tot die van de cultuurraden, louter adviserend en hadden onder meer betrekking op ruimtelijke ordening en stedebouw, het beleid inzake gewestelijke economische expansie en werkgelegenheid en het gezins- en demografisch beleid. De belangrijkste opdracht bestond erin adviezen uit te brengen over wetsontwerpen en Koninklijke Besluiten die betrekking hadden op die bevoegdheidsdomeinen. De gewestraden werden samengesteld uit de senatoren van de respectievelijke gewesten.

Wat de uitvoerende macht betreft werden door de wet van 1 augustus 1974 binnen de regering drie ministeriële comités – een Vlaams, een Waals en een Brussels – voor gewestelijke aangelegenheden opgericht. Die comités vormden de voorafbeelding van een uitvoerende macht van de gewesten en kregen inzonderheid als opdracht te beraadslagen over elk ontwerp van wet dat aangelegenheden betrof die tot de bevoegdheid van de gewestraden behoorde. Ze moesten tevens het beleid van het gewest in de verschillende bevoegdheidsdomeinen coördineren. In de werkingsperiode van de voorlopige Vlaamse Gewestraad werd het ministerieel comité voor Vlaamse Aangelegenheden – bestaande uit vier ministers en twee staatssecretarissen – voorgezeten door minister Rika van Ocken Van Ocken, Rika
Rika van Ocken (1923-2002) was voor de Christelijke Volkspartij senator, minister in verschillende regeringen en Europees Parlementslid. Voor haar politieke carrière was ze actief in de k... Lees meer
.

De wet van 1 augustus 1974 werd door de Belgische Socialistische Partij Belgische Socialistische Partij
Lees meer
(BSP) en de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
(VU) niet mee goedgekeurd. De BSP omschreef het ontwerp als ongrondwettelijk; de VU bekampte het omdat zij in die voorlopige gewestvorming een stap zag naar het federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
met drie, waarbij Brussel als volwaardig gewest erkend zou worden.

Samenstelling, voorzitterschap, zetel en realisaties

De Vlaamse Gewestraad kwam voor de eerste maal samen op 26 november 1974 in de Gotische Zaal van het stadhuis van Mechelen. Hij was samengesteld uit de 97 senatoren die hun woonplaats hadden in het Vlaamse Gewest. CVP-senator Rafaël Hulpiau Hulpiau, Raf
Raf Hulpiau (1910-1997) was een docent, voorzitter van het Algemeen Christelijk Werknemersverbond, senator en minister voor de Christelijke Volkspartij en de eerste en enige voorzitter va... Lees meer
werd tot voorzitter verkozen. Omdat BSP en VU de wet van 1 augustus 1974 niet goedgekeurd hadden, woonden de BSP-senatoren enkel de eerste vergadering van de Vlaamse Gewestraad bij; de VU-senatoren enkel de eerste vijf. Dat betekent dat de Vlaamse Gewestraad alleen was samengesteld uit de senatoren van de meerderheidsfracties Christelijke Volkspartij Christelijke Volkspartij
Lees meer
en Partij voor Vrijheid en Vooruitgang Partij voor Vrijheid en Vooruitgang
Lees meer
(PVV), waardoor elke politieke dynamiek in de instelling ontbrak.

Tussen 26 november 1974 en 3 maart 1977 kwam de Vlaamse Gewestraad in totaal 31 maal in openbare vergadering samen. Hulpiau werd zowel in 1975-1976 als in 1976-1977 herkozen tot voorzitter.

De Gewestraad had in 1974 Mechelen als zijn zetel gekozen, maar hij vergaderde ook in Gent, Antwerpen en Brussel.

In totaal keurde de Gewestraad tussen 1974 en 1977 32 adviezen van het Vlaamse ministercomité goed. De meeste adviezen hadden betrekking op de bevoegdheidsdomeinen ruimtelijke ordening en huisvesting. Eén advies van de Gewestraad had betrekking op een speciaal aan de gewestraden toegewezen opdracht, namelijk de opvolging van het dossier over de administratieve decentralisatie van het land. Op 17 april 1975 keurde de Gewestraad unaniem de motie van Robert Vandezande Vandezande, Rob
Advocaat Rob Vandezande (1922-2001) engageerde zich in verschillende Vlaamsgezinde verenigingen en was binnen de Volksunie actief als politicus en specialist inzake taalwetgeving. Lees meer
(VU) betreffende de overbrenging van sommige in Brussel gevestigde centrale overheidsdiensten naar de gewesten goed.

Het experiment van drie jaar Vlaamse Gewestraad is zeker geen onverdeeld succes geworden. In de eerste plaats heeft de Gewestraad maar een beperkt gedeelte van zijn bevoegdheden echt benut. Vervolgens hield de regering maar in geringe mate rekening met de adviezen die hij uitbracht. Ten slotte nam de oppositie (BSP en VU) niet deel aan de vergaderingen van de Gewestraad, wat zijn geloofwaardigheid en prestige aantastte.

Literatuur

– J. Brassine, 'Bilan des conseils culturels et des conseils régionaux', in Res Publica, jg. 19 (1977), p. 179-219.
– M. Goossens, Ontstaan en groei van het Vlaams parlement, 1970-1995, 1995.

Suggestie doorgeven

1998: Martine Goossens

2023: Martine Goossens

Inhoudstafel