Pée, Willem

Persoon
Nico Van Campenhout (2024)

De Vlaamsgezinde socialist Willem Pée (1903-1986) was hoogleraar Nederlandse taalkunde en dialectologie, achtereenvolgens aan de universiteiten van Luik en Gent.

Geboorte
Brugge, 9 april 1903
Overlijden
Rosières, 20 mei 1986
Leestijd: 9 minuten

Willem Pée groeide op in Oostkamp, in omstandigheden die vermoedelijk de verklaring vormen voor zijn levenslange opmerkelijke taalgevoeligheid. Thuis werd veelal Frans gesproken omdat zijn katholieke moeder uit Luik afkomstig was, met de huishoudster en de leeftijdsgenoten van het dorp was West-Vlaams de omgangstaal, met zijn vader en broer Paul converseerde hij in het algemeen Nederlands en op het Brugse atheneum, waar hij middelbaar onderwijs volgde en waar zijn vader leraar was, was het Frans de voertaal, hoewel een beperkt aantal vakken er - conform de taalwetgeving - in het Nederlands werden onderwezen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
verhuisde het gezin naar Melle, nadat vader Julius Pée Pée, Julius
De vrijzinnige cultuurflamingant Julius Pée (1871-1951) was een breed geïnteresseerde intellectuele emancipator, via zijn functies in het middelbaar onderwijs maar ook als publicist. Hij ... Lees meer
was aangesteld tot waarnemend prefect van het Gentse atheneum, waar Willem de middelbare school afwerkte.

Aan de universiteit

Ondanks zijn afkomst uit een vrijzinnig milieu ging Pée Germaanse filologie studeren aan de katholieke universiteit in Leuven, een tot op heden onopgehelderde episode waaraan hij als uitgesproken en fervente antiklerikaal later niet wenste herinnerd te worden. De licenties doorliep Pée aan de Gentse universiteit en rondde hij af met een eindverhandeling over Dialectographie der Nederlandsche Dimunitieven onder de leiding van Edgard Blancquaert Blancquaert, Edgard
Edgard Blancquaert (1894-1964) was een neerlandicus die zich inspande voor de verspreiding van het Algemeen Nederlands. Hij ontpopte zich als antifascistische flamingant. Lees meer
, die zowel intellectueel als menselijk een van zijn belangrijkste mentoren zou worden en een goede vriend. Toen de ouders van Pée waren verhuisd naar Diest, waar zijn vader atheneumprefect was geworden, lieten zij hun woning in Melle over aan de hen goed bekende Blancquaert en woonde Willem tijdens zijn Gentse studietijd bij hem in. Blancquaert introduceerde Pée in de wetenschappelijke studie van het dialect, die zijn academisch specialisme zou worden. Tijdens zijn Gentse studietijd was Pée lid van het vrijzinnige en Vlaamsgezinde studentengenootschap ’t Zal Wel Gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
en van de Socialistische Studiekring. Toen tijdens het academiejaar 1951-1952 het eeuwfeest werd gevierd van ’t Zal Wel Gaan, was Pée voorzitter van de Bond der Oud-leden van ’t Zal, gemeenzaam ‘de(n) Bol’ genoemd.

Hoogleraar

Pée werkte even bij de firma Gevaert in Mortsel en was vervolgens enige tijd studiemeester aan de athenea van Antwerpen en Gent en later leraar aan laatstgenoemde school. Van 1931 tot 1939 was hij assistent van zijn leermeester aan de Gentse universiteit, waar hij mee aan de basis lag van de Reeks Nederlandse Dialectatlassen. Van 1939 tot 1957 was hij docent en later hoogleraar aan de Luikse universiteit, waar hij Nederlandse taalkunde en een aantal aanverwante vakken onderwees. In 1957 volgde Pée Blancquaert in Gent op voor hetzelfde curriculum, een functie die hij bekleedde tot zijn emeritaat in 1971. Over de kwaliteiten van Pée als docent lopen de meningen nogal uiteen. De soms humeurige en impulsieve professor was veeleer een aangename en breed meanderende causeur dan een gestructureerde pedagoog. Hij had wel veel hart voor zijn studenten en medewerkers, vooral voor hen die uit een minder geprivilegieerd milieu dan hijzelf afkomstig waren. Ze konden bij hem ook voor persoonlijke aangelegenheden terecht. Hij  was hen ook graag behulpzaam in hun latere beroepsleven. Die sociale ingesteldheid had hij meegekregen van zijn ouders.

Vlaamse dialectologie

De grote inspanningen van Pée voor de inventarisatie van het dialect van Frans-Vlaanderen Frans-Vlaanderen
Dit artikel belicht de belangstelling vanuit de Vlaamse beweging voor de Vlaamse cultuur in Noord-Frankrijk. Lees meer
was mede ingegeven door zijn vrees dat het Nederlands er op relatief korte termijn zou verdwijnen of tenminste worden gemarginaliseerd. Vanaf 1919 bezocht hij herhaaldelijk Frans-Vlaanderen en hij doorkruiste het gebied meermaals met de fiets, waarbij hij het taalgebruik in de dorpen zowel letterlijk als figuurlijk in kaart bracht. Zijn bijdrage De West-Vlamingen en de Frans-Vlamingen in het verzamelwerk Het Nederlandse volkskarakter uit 1938 is een literair en met veel sympathie voor die toen nog landelijke streken geschreven taal- en volkskundig en cultuurhistorisch essay.

Een jaar na Pée’s emeritaat werd het grootschalige meerjarenproject van het Woordenboek van de Vlaamse dialecten opgestart, dat hij inhoudelijk mee had geïnitieerd en financieel mogelijk had gemaakt. Als netwerker, met name in het socialistische en vrijzinnige politieke en culturele milieu, kon Pée nogal wat deuren openen of tenminste op een kier zetten.

Pée was ook lid van de legendarische Mijolclub Mijolclub
De Mijolclub was een informeel Brussels genootschap van Vlaamse schrijvers en kunstenaars dat omstreeks 1912 ontstond rond de figuur van auteur Herman Teirlinck. Lees meer
van Herman Teirlinck Teirlinck, Herman
Lees meer
, die door Pée werd omschreven als zijn ‘vertrouwdste en innigste aller vrienden’. Zij leerden elkaar kort na de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
kennen als lid van een door de overheid ingestelde spellingcommissie. De uitgave van Teirlincks verzameld werk kwam er op initiatief van Pée, die deze meerdelige editie ijverig en minutieus op zich nam, samen met zijn Gentse medewerker en latere hoogleraar theaterwetenschappen Jaak van Schoor en zijn Gentse collega Antonin van Elslander (1921-1999), hoogleraar Nederlandse literatuurgeschiedenis. Zijn autobiografische roman Zelfportret of het galgenmaal uit 1955 droeg Teirlinck op aan Pée, die inmiddels zijn vertrouweling was geworden. Het was Pée geweest die Teirlinck had gevraagd om een biografische inleiding te schrijven bij zijn eigen verzameld werk, die uiteindelijk uitgroeide tot deze zelfstandige literaire creatie.

Spellingdeskundige

Pée was in 1948 medeoprichter en daarna tot 1975 redactiesecretaris van het Vlaams-Nederlands dialectologisch tijdschrift Taal en Tongval, waarin hij ook tal van bijdragen publiceerde. Dit en vele andere contacten met Nederlandse taalkundigen, onder meer inzake spelling en taalverhoudingen in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen, maakten dat Pée in de woorden van de Gentse taalkundige Hugo Ryckeboer (1935-2020) ‘een wegbereider is geweest voor de oprichting en het werk van de Nederlandse Taalunie Nederlandse Taalunie
Lees meer
’. Tegelijk was Pée vanaf de jaren 1950 betrokken bij diverse commissies die instonden voor de Nederlandse vertaling van de Belgische wetgeving en in gelijkaardige overlegorganen betreffende de spelling van het Nederlands. Daarnaast toonde hij zich zeer begaan met het veralgemeend ingang doen vinden van een verzorgd en correct taalgebruik, net zoals zijn vader dat had gedaan. Zo fungeerde Pée van bij de oprichting in 1948 tot 1975 als voorzitter van de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal Vereniging Algemeen Nederlands
De Vereniging Algemeen Nederlands (VAN) ontstond in 1978 als opvolger van de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal (VBO). De VBO, opgericht in 1932, had het als doel het bevorderen van c... Lees meer
(VB0) en als de stuwende kracht van haar blad Nu Nog, waaraan hij ook als auteur meermaals zijn medewerking verleende. Van 1939 tot 1953 was Pée secretaris van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie.

De DDR en de Rode Leeuwen

Pée, die in 1928 lid was geworden van de Belgische Werkliedenpartij Belgische Werkliedenpartij
Lees meer
(BWP), onderhield in volle Koude Oorlog goede betrekkingen met een aantal Russische en Oost-Europese docenten Nederlands. Dat leidde ertoe dat hij van bij de stichting van het Comité België-DDR (later Vereniging België-DDR) in 1961 ook hier de taak van voorzitter op zich nam. Pée formuleerde zijn visie als volgt: ‘Oost-Duitsland bouwt een nieuwe staat op en heeft in de weinige jaren van zijn bestaan blijk gegeven van een intense levenskracht. Het is onze plicht als marxist en als mens zijn kulturele opbloei te steunen’ (Vooruit, 2 augustus 1966). . Als uitgesproken antifascist toonde Pée bovendien grote waardering voor het feit dat Oost-Duitsland, meer dan de Duitse Bondsrepubliek, voormalige nazi’s invloedrijke maatschappelijke posities had onthouden. Een en ander leidde ook tot een langdurig uitwisselingsproject tussen Gentse germanisten en die van de universiteit van Leipzig.

In 1968 steunde Pée de Rode Leeuwen Rode Leeuwen
De Rode Leeuwen waren Vlaamse socialisten in Brussel die vanaf 1968 opkwamen met een eigen verkiezingslijst en erkend werden als de 'Vlaamse BSP-federatie van Brussel'. Lees meer
, die bij de wetgevende verkiezingen in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
opkwamen met een eigen lijst nadat de tweetalige Brusselse federatie van de Belgische Socialistische Partij Belgische Socialistische Partij
Lees meer
(BSP) hun voormannen Hendrik Fayat Fayat, Hendrik
Lees meer
en Frans Gelders Gelders, Frans (jr.)
Frans Gelders (1905-1985) was schepen en burgemeester in Vilvoorde en volksvertegenwoordiger voor Brussel. Lees meer
een verkiesbare plaats had ontzegd. Hij ondersteunde het pleidooi van deze Vlaamsgezinde Brusselaars van socialistische signatuur voor culturele autonomie, wat in het van katholicisme doordesemde Vlaanderen van destijds voor vrijzinnigen verre van evident was. Velen van hen vreesden immers een levensbeschouwelijke minorisering in een verzelfstandigd Vlaanderen. Pée, die in de Brusselse gemeente Watermaal-Bosvoorde woonde en volgens sommige bronnen op de lijst van de Rode Leeuwen had willen staan, werkte ook mee aan hun Manifest van de Vlaamse Socialisten van Brussel, met daarin onder meer volgende voor hem typerende passage: ‘Al te dikwijls heeft zij (de BSP) in het verleden de Vlaamse trein gemist en daardoor het monopolie van de Vlaamse strijd aan rechtse en reactionaire kringen overgelaten’. In een bijdrage in Links Links
Lees meer
(25 november 1978) noemde hij zichzelf ‘een oude socialistische flamingant’. Op het Eerste Vlaams Socialistisch Congres, op 20 en 21 maart 1937 in Antwerpen , had hij al een referaat gehouden over Vlaanderen en het Algemeen Beschaafd. Ondertussen werden de twee kinderen uit zijn tweede huwelijk, met een Frantalige vrouw, thuis in Bosvoorde (bij Brussel) in het Frans opgevoed en volgden zij ook onderwijs in die taal.

Levenseinde

Van het Vlaams-nationalisme, dat hij vooral associeerde met fascistische en bekrompen denkbeelden, moest Pée heel zijn leven lang niets hebben. De publicatie van zijn Dialect-Atlas van West- en Fransch-Vlaanderen (1946) stelde hij uit tot na de Tweede Wereldoorlog om te vermijden dat collaboratiegezinde activisten van de Vlaamse beweging in Frans-Vlaanderen er misbruik van zouden maken. Aan de Gentse universiteit en elders fulmineerde de flamboyante Pée geregeld, zowel publiekelijk als in de wandelgangen, tegen prominenten die zich als rechts, katholiek en/of Vlaams-nationalistisch afficheerden of die hij als dusdanig bestempelde. Daar tegenover stond dat hij   over tal van collega’s en vakgenoten bijzonder empathische necrologieën schreef. Ook voor de Vlaams-nationalist en taalkundige Jozef Goossenaerts Goossenaerts, Jozef
Jozef Goossenaerts (1882-1963) was een Vlaams-nationalistische duivel-doet-al, die gedurende meer dan een halve eeuw betrokken was bij uiteenlopende socioculturele, (partij)politieke en i... Lees meer
, die zich aan de overzijde van het politieke spectrum situeerde, deed hij dat.

‘Ik heb alles gehad, ik hoef niets meer’, zo verklaarde Pée aan twee van zijn voormalige medewerkers aan de Gentse universiteit die hem enkele weken vóór zijn overlijden opzochten in zijn laatste woonst, een rust- en verzorgingstehuis in het Waals-Brabantse Rosières. Op zijn uiteraard burgerlijke begrafenis werd het Wilhelmus ten gehore gebracht.

De enorme  bibliotheek van Pée en zijn rijke archief werden kort na zijn overlijden door dochter Hilde (1930-2005) verkocht aan hoofdbibliothecaris en hoogleraar geschiedenis Eric Defoort Defoort, Eric
Historicus Eric Defoort (1943-2016) werkte als leraar, bibliothecaris en hoogleraar, en was ook bedrijvig als auteur van historische boeken en als publicist. Hij was actief in de Volksuni... Lees meer
van de toenmalige Universitaire Faculteiten Sint-Aloysius (UFSAL) in Brussel. Het archief van Willem Pée werd in 1998 door de UFSAL overgemaakt aan het Stadsarchief van Lokeren, waar zijn vader en moeder de laatste twee decennia van hun leven op de landelijke wijk Staakte hadden gewoond en waar zijn broer Paul onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog kortstondig gemeenteraadslid was geweest namens de BSP.

De betekenis van Pée – een cultuurflamingant in de breedste zin van het woord – voor de Vlaamse beweging, is vooral gelegen in zijn decennialange inzet via diverse kanalen voor (de verspreiding van) het algemeen Nederlands in Vlaanderen en (de inventarisatie van) de Nederlandse dialecten, van de Waddenzee tot de Canche.

Literatuur

– K. Heeroma, Een vriendengroet uit het noorden voor Willem Pée, in: Driemaandelijkse Bladen voor taal en volksleven in het oosten van Nederland, 1971, nr. 3, pp. 1-4.
Album Willem Pée. De jubilaris aangeboden bij zijn zeventigste verjaardag, 1973.
– M. Devos, Willem Pée (Het Westvlaams), in: VWS-Cahiers, herfst 1979, pp. 1-4.
– M. Devos, J. Taeldeman, V. F. Vanacker en F. Winnen (red.), Huldenummer Em. Prof. Willem Pée. Taal en Tongval, 1983, nr. 1-2.
– Taalkundige Willem Pée overleden, in: De Standaard, 21 mei 1986.
– A. Goris, In de kijker. Willem Pée, in: De Scène, oktober 1986, pp. 3-4.
– Boekenschat van Willem Pée naar bibliotheek UFSAL, in: De Standaard, 17 juli 1987.
– H. Ryckeboer, Willem Pée en Frans-Vlaanderen, in: De Franse Nederlanden/Les Pays-Bas Français, 1989, pp. 37-52.
– V. F. Vanacker, Willem Pée, Brugge 9 april 1903 - Rosières, 20 mei 1986, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1988-1989, 1990, pp. 131-134.
– I. André, Willem Pée (1903-1986). Voorvechter van het Nederlands, dialectoloog, vrijzinnige…: de geschiedenis van een veelzijdig man, Universiteit Gent, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2004.
– H. Ryckeboer en I. André, Over leven en werk van Willem Pée (1903-1986), in: N. van Campenhout (red.), Een man, zijn vrouw en hun twee zonen. Een collectieve biografie van de familie Pée, 2012, pp. 237-260.
– J. Taeldeman, Mijn Willem Pée, in: Ibidem, pp. 263-273.
– J. van Schoor, Willem Pée en Herman Teirlinck, compagnons de route, in: Ibidem, pp. 275-282.
– W. de Fleurquin, Herinneringen aan professor Willem Pée, in: Ibidem, pp. 285-294.
– J. van Keymeulen, Pée, Willem (Brugge, 9 april 1903 - Rosières, 20 mei 1986), in: E. van Damme en Y T’Sjoen (red.) Portretten van Gentse germanisten, 2021, pp. 157-162.
– G. de Schutter, Pée, Willem, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, dl. 25, 2023, kol. 997-1008.

Suggestie doorgeven

1975: Valeer Frits Vanacker (pdf)

1998: Valeer Frits Vanacker

2024: Nico Van Campenhout

Databanken

Inhoudstafel