Jong-Davidsfonds

Organisatie
Nico Van Campenhout (2023, herwerking), Karlien Brysbaert (1998)

Het Jong-Davidsfonds werd – na een moeilijke aanloop – opgericht in 1956 en kende zijn bloeitijd in de jaren 1960. Toenemende ideologische en organisatorische spanningen met de moederorganisatie, het Davidsfonds, leidden in 1973 tot de opheffing van deze jeugdvereniging.

Afkorting
Jong-DF
Oprichting
1956
Stopzetting
16 juni 1973
Leestijd: 4 minuten

Het Jong-Davidsfonds, de jongerenafdeling van het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
, bestond van 1956 tot 1973.

Geïnspireerd door het Jeugd-Davidsfonds, een jongerengroep voor enerzijds jongens en anderzijds meisjes die in het begin van de jaren 1950 door priester-leraar Marcel Smet (1922-1991) van het plaatselijke Sint-Antoniuscollege werd opgericht in Ronse, verenigde onderpastoor Marcel Decubber Decubber, Marcel
Lees meer
van Mere in 1952 een aantal gemengde jeugdclubs in zijn parochie onder een gemeenschappelijke koepel en naam, het Jong-Davidsfonds.

Decubber, die de middelbare school had doorlopen in het college van Ronse en lid was geweest van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS), stelde zich tot doel een verruimde en gemoderniseerde versie van deze katholieke en flamingantische jeugdbeweging tot stand te brengen, die ook open zou staan voor meisjes en niet-studerende jongeren. Om de twee weken organiseerde het Jong-Davidsfonds in Mere een bijeenkomst, met zowel ruimte voor ontspanning als vorming, die steevast werd begonnen met de zogeheten Vlaamsgezinde psalm van Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
. Er werd ook in groep deelgenomen aan de IJzerbedevaart IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
, het Vlaams Nationaal Zangfeest Vlaams Nationale Zangfeesten
Het Vlaams Nationaal Zangfeest is een Vlaams-nationalistische bijeenkomst die sinds 1933 jaarlijks wordt georganiseerd door het Vlaams Nationaal Zangverbond, later Algemeen Nederlands Zan... Lees meer
en 11 juli-vieringen Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
.

Oprichting en spanningen

Nadat Decubber zijn project had voorgesteld op een nationaal congres van het Davidsfonds, werd gewerkt aan statuten voor het Jong-Davidsfonds, dat in 1956 een eerste algemene vergadering organiseerde in Mere en zich vervolgens begon uit te bouwen in heel Vlaanderen.

Op meerdere plaatsen ontstonden ondertussen wrijvingen met andere, niet gemengde katholieke jeugdverenigingen. Ook het episcopaat kantte zich tegen het Jong-Davidsfonds, zowel omwille van de gemengde en meer onafhankelijke aanpak als omwille van de vrees voor de verdere heropleving via het Jong-Davidsfonds van het Vlaams-nationalisme Vlaams-nationalisme
Lees meer
, dat zich sinds 1954 ook partijpolitiek manifesteerde met de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
. Het AKVS, dat ‘founding father’ Decubber als model hanteerde, was uiteindelijk door het episcopaat verboden en ook nu eisten de Belgische bisschoppen begin 1957 dat het Davidsfonds haar jongerenwerking zou stopzetten. In 1958 werd echter een compromis bereikt en kon het Jong-Davidsfonds definitief van start gaan. Ook de spanningen die niet veel later ontstonden met Davidsfonds-secretaris Eduard Amter Amter, Edward
De Vlaamsgezinde katholiek Eduard Amter (1898-1969) was van 1924 tot 1964 algemeen secretaris van het Davidsfonds en vanuit die functie een belangrijke actor in het flamingantische midden... Lees meer
, die niet overweg kon met het streven naar autonomie en vernieuwing van het Jong-Davidsfonds, verhinderden het succes en de opmars van de nieuwe jeugdorganisatie niet, wel integendeel.

Bloeitijd in de jaren 1960

Al snel kwam in het Jong-Davidsfonds, dat oorspronkelijk was opgezet als een ‘school voor flaminganten’ en een rekruteringsveld voor de volwassenenwerking, de klemtoon veeleer te liggen op socioculturele activiteiten dan op de Vlaamse beweging. Het Jong-Davidsfonds beschikte gedurende zijn 17-jarige bestaan altijd over een eigen tijdschrift: Tijdingen (1956-1960), Jong (1961-1970) en Jongerenkrant (1971-1973).

Onder impuls van secretaris Achiel Selleslach (1927-2012), een vernieuwer van het sociocultureel vormingswerk in Vlaanderen, werd het Jong-Davidsfonds bestuurlijk en organisatorisch uitgebouwd. Samen met de latere Volksunie-politica Nelly Maes Maes, Nelly
Nelly Maes (1941) was een Belgische politica voor de Volksunie en na 2001 voor het links-liberale Spirit. Haar uitgesproken politiek activisme manifesteerde zich vooral op het vlak van vr... Lees meer
en de latere Leuvense hoogleraar sociale pedagogiek Walter Leirman bouwde hij het Jong-Davidsfonds uit tot een jongerenvereniging met een eigen, sterk emancipatorisch profiel, die op het hoogtepunt in 1967 - verspreid over 77 afdelingen - 2654 leden telde.

Intussen was de rechtstreekse band van het Jong-Davidsfonds met de moederorganisatie vooral vanaf het midden van de jaren 1960 geleidelijk verzwakt. Dat leidde ertoe dat, onder de invloed van de maatschappelijke vernieuwingsbeweging van “de eindeloze jaren zestig” (Hans Righart) en de beginnende deklerikalisering en ontzuiling, zowel het katholicisme als het flamingantisme - sinds de oprichting in 1875 de twee pijlers van het Davidsfonds - door het Jong-Davidsfonds meer en meer kritisch werden benaderd en soms zelfs in vraag gesteld. Zo werd op de jaarlijkse landdagen vanaf 1970 geen eucharistieviering meer opgedragen.

Spanningen en opheffing

Die ontwikkelingen leidden tot een ingrijpend en aanslepend conflict met het nationaal bestuur van het Davidsfonds, terwijl ook niet alle lokale groepen de ideologische evolutie van het nationale bestuur van het Jong-Davidsfonds volgden. Als resultaat van een en ander nam Davidsfondsvoorzitter Raymond Derine Derine, Raymond
Raymond Derine (1926-1987) was jurist, hoogleraar, politicus, auteur en polemist. Hij was Antwerps schepen voor de CVP en voorzitter van het Davidsfonds (1970-1972), en zette zich in voor... Lees meer
in 1972 ontslag, kort daarna daarin gevolgd door het bestuur van het Jong-Davidsfonds en in 1973 door Clem de Ridder De Ridder, Clem
Clem de Ridder (1920-2013) speelde tijdens de tweede helft van de twintigste eeuw een belangrijke rol in het flamingantische middenveld, onder meer als bestuurder van het Davidsfonds en ... Lees meer
, de algemeen secretaris van het Davidsfonds.

In juni 1973 werd het Jong-Davidsfonds door het hoofdbestuur van het Davidsfonds opgeheven en werden enkele recent aangeworven personeelsleden van het nationaal secretariaat in Leuven ontslagen. Deze crisis was in belangrijke mate een conflict van opeenvolgende katholieke generaties die een compleet verschillende en zelf tegengestelde vorm van emancipatie voorstonden. Door het verlies van zowel zijn algemene voorzitter als zijn nationale secretaris was het Davidsfonds als het ware onthoofd. De Leuvense hoogleraar kunstgeschiedenis Carlo Heyman Heyman, Carlo
Carlo Heyman (1920-1994) was gewoon hoogleraar kunstgeschiedenis aan de KU Leuven. Van 1973 tot 1977 was hij voorzitter van het Davidsfonds en in dezelfde periode ook een tijdlang voorzit... Lees meer
, die van 1973 tot 1977 het Davidsfonds leidde, moest vooral verzoening en rust brengen en slaagde daar ook in.

Een aantal (voormalige) Jong-Davidsfondskernen fusioneerden met het University Clearing Office for Developing Countries (UCOD) tot het Centrum voor Vorming en Actie (CVA), dat informatie verstrekte en vorming aanbod rond actuele politiekmaatschappelijke thema’s aan uiteenlopende (jeugd)groeperingen.

Literatuur

– K. Brysbaert, Van Vlaams en katholiek naar maatschappijkritisch. De geschiedenis van het Jong-Davidsfonds (1952-1973), 1989.
– E. de Maesschalck en L. Vints, Davidsfonds 1875-2000, 2000.

Suggestie doorgeven

1973: Clem De Ridder (pdf)

1998: Karlien Brysbaert

2023: Nico Van Campenhout

Databanken

Inhoudstafel