De Troyer, Prosper

Persoon

Prosper de Troyer (1880-1961) maakte in het interbellum een bewogen evolutie door van avant-garde naar volkse kunst. Door zijn stilistische veranderingen heen vormden het Vlaams-nationalisme en een vitalistische, ironische blik op kunst en wereld een onderstroom.

Volledige voornaam
Joannes Prosper
Geboorte
Destelbergen, 26 december 1880
Overlijden
Duffel, 1 juni 1961
Leestijd: 6 minuten

Activisme

Tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
schilderde Prosper de Troyer impressionistisch onder invloed van Rik Wouters. De Troyer koos voor felle kleuren en zonnige taferelen. Met zijn levenslustige kunst wilde hij tijdens de oorlog de moraal hoog houden. In 1917 en 1918 nam De Troyer deel aan de tentoonstellingen van Doe Stil Voort Kunstkring Doe Stil Voort
Kunstkring Doe Stil Voort (1903-1918) te Brussel bevorderde diverse kunstuitingen met tentoonstellingen en activiteiten, tot na de Eerste Wereldoorlog. Lees meer
, een Brusselse kunstkring die in die jaren een forum en ontmoetingsplaats vormde voor activistische Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
kunstenaars. Heel wat deelnemers, zoals Felix de Boeck, Jozef Peeters, Jan Cockx, Victor Servranckx en Edmond van Dooren zouden begin jaren 1920 hun stempel drukken op de avant-gardekunst in Vlaanderen.

Onderdompeling in de vernieuwende Europese kunst

Na de bevrijding verwerkte De Troyer in ijltempo de invloeden van internationale kunststromingen zoals het expressionisme en het kubisme. Met onder anderen Floris Jespers en Paul Joostens, die zich eveneens hadden geëngageerd in het activisme, discussieerde hij over kleurgebruik en de aangewezen kunstvernieuwing. Hij nam per brief contact op met Theo Van Doesburg, de theoreticus van de Nederlandse constructivistische beweging De Stijl, en met de Italiaanse futurist F.T. Marinetti. Op 20 januari 1920 schetste De Troyer aan Marinetti de prille opgang van de ‘elektro-dynamische’ tendensen in Antwerpen en Brussel. Begin jaren 1920 kwam hij tot een eigen synthese van kubisme en futurisme, met een abstrahering van huiselijke taferelen, zoals een vrouw die naait of zich opmaakt, of het tumult van een kermis. De Troyer schilderde in 1920-1921 ook enkele puur abstracte werken. ‘Orde brengen is de taak van sterk onderlegde idealisten’ schreef hij in januari 1921 aan Felix de Boeck, voor wie De Troyer een soort mentor was: ‘Wij moeten het leven kunnen opvoeren tot de perfectie van de mechaniek.’

Werk van De Troyer verscheen in de avant-gardistische tijdschriften in Antwerpen en Brussel, waarvan sommige Franstalige kunstbladen waren en andere een uitgesproken activistisch en Vlaams-nationalistisch karakter droegen: Ça ira!, Ruimte Ruimte
Lees meer
, Lumière, Het Overzicht Het Overzicht
Lees meer
, La Nervie, Sélection, 7 arts. Via boekhandelaar en uitgever Eugeen de Bock De Bock, Eugène
Eugène de Bock (1889-1981) was een Vlaamse uitgever en auteur. Hij was de oprichter en directeur van uitgeverij De Sikkel en stichtte ook mee de Vereniging ter bevordering van het Vlaamse... Lees meer
leerde hij de dichter en gewezen activist Wies Moens Moens, Wies
Lees meer
kennen, voor wie hij het huwelijkskaartje ontwierp en linosnedes maakt voor de dichtbundels De tocht (1921) en Verzen (1922). Tegen het midden van de jaren 1920 kwam De Troyer tot een ‘constructief’ expressionistische stijl met verhalende scènes en geometrisch opgebouwde personages.

Radicalisering in Vlaams-nationalistische en autoritaire zin

Ondertussen hield De Troyer vast aan de politieke denkbeelden die hem in het activisme hadden doen stappen. Zijn antibelgicisme kreeg een extra impuls toen hij in de jaren na de oorlog in geen enkele officiële tentoonstelling werd opgenomen en evenmin op steun of subsidie kon rekenen, ook niet nadat hij de Belgische Minister van Kunsten en Wetenschappen Jules Destrée Destrée, Jules
Lees meer
daar begin 1921 expliciet om had verzocht. Naast een zekere terughoudendheid tegenover de nieuwe kunstbewegingen binnen het Bestuur der Schone Kunsten speelde zijn deelname aan de Doe Stil Voort-tentoonstellingen daarbij in zijn nadeel. De Troyer had te kennen gegeven zich niet op voorhand bewust te zijn van de activistische achtergrond van Doe Stil Voort, maar zijn oratio pro domo maakte weinig indruk: in een vernietigend advies aan de kabinetschef stelde Edmond Glesener, al sinds 1900 een vaste waarde in Bestuur der Schone Kunsten, de ‘neutraliteit’ van de schilder ter discussie. Waarom had het Duitse bestuur hem niet behandeld als oorlogsgevangene? Enkel een ‘volslagen imbeciel’ kon over het hoofd zien dat de Doe Stil Voort-tentoonstellingen van de ‘flamboches’ werden georganiseerd om talentvolle kunstenaars te compromitteren.

De Troyers Vlaams-nationalistische overtuiging drukte ook een stempel op zijn artistieke productie. De dood van de kardinaal (1926) is een satirisch portret van de opgebaarde kardinaal Désiré Mercier Mercier, Désiré
Désiré Mercier (1851-1926) was van 1906 tot 1926 de kardinaal-aartsbisschop van het aarts­bisdom Mechelen. Hij was een vurig propagandist van het Belgisch patriottisme en leefde tijdens ... Lees meer
. Hoewel De Troyer later, in de jaren 1950, de flamingantische en antiklerikale lading van het werk zou ontkennen, bevat het duidelijk groteske en tragikomische elementen (zoals de reusachtige voeten van de kardinaal). Bovendien valt zijn schilderij moeilijk los te zien van wat hij al in 1921 aan Marinetti had geschreven: ‘wij werden in de schaduw gedrumd door de politiek van de pastoors en andere luilakken met op kop kandidaat-paus, Mons. Mercier’. De dood van de kardinaal werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door Jan Acke Acke, Jan
Jan Acke (1911-1943) was een Vlaams-nationalistische uitgever die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog aansloot bij de Schutzstaffel (SS) en de Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap. Hij st... Lees meer
verworven voor de kantoren van de Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap
De Duitsch-Vlaamsche Arbeidersgemeenschap (DeVlag) (1935-1945) was vóór de Tweede Wereldoorlog een organisatie van Vlaamse en Duitse studenten. Tijdens de oorlog ontpopte de DeVlag zich ... Lees meer
(DeVlag).

Dat De Troyer op aanraden van Camille Huysmans Huysmans, Camille
Camille Huysmans (1871-1968) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die van 1933 tot 1940 burgemeester van Antwerpen was, tweemaal een ministerpositie bekleedde en een jaar lang ... Lees meer
, de toenmalige minister van Kunsten en Wetenschappen, in 1926 door Albert I van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
benoemd werd tot Ridder in de Kroonorde, kon zijn radicalisering in anti-Belgische zin niet afremmen. In 1930 schilderde De Troyer, die dat jaar overigens ook deelnam aan de tweede internationale tentoonstelling van De Pelgrim De Pelgrim
De Pelgrim was een katholieke kunstenaarsbeweging die in 1924 werd opgericht door Felix Timmermans, Ernest van der Hallen en Flor van Reeth. De beweging wilde het Vlaams-katholieke kunst... Lees meer
in Antwerpen, de schilderijen De goede herder en De boze herder.  Aanleiding vormden charges van de rijkswacht op de IJzerbedevaart IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
van 1930: de slechte herder staat model voor de Belgische staat, die niet goed voor de Vlaamse schapen zorgt.

In de jaren 1930 stelde De Troyer zich nadrukkelijk op in de lijn van Bruegel en Bosch. Hij voelde zich miskend (zijn fauvistische en ‘elektro-dynamische’ schilderijen riepen in de Belgische kunstkritiek veel weerstand op) en identificeerde zich net als Ensor met de lijdende en bespotte Christus. De theaterauteur Michel de Ghelderode De Ghelderode, Michel
Ambtenaar en toneelschrijver Michel de Ghelderode, pseudoniem van Ademar Martens (1898-1962), werd bekend door zijn toneelstukken voor het Vlaamsch Volkstooneel. Hoewel hij bijwijlen symp... Lees meer
was voor hem in die jaren een ‘broer naar de geest’. Ze beïnvloedden elkaars werk en deelden hun liefde voor een mythisch bruegeliaans Vlaanderen. Het was in diezelfde periode dat De Troyer ideologisch de kant koos van de in autoritaire en fascistische zin geradicaliseerde tak van het Vlaams-nationalisme. Hij had sympathie voor het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
(Verdinaso) in de anti-Belgische Groot-Nederlandse visie van Wies Moens. In Mechelen werd hij lid van de Kunst- en Kultuurclub Tijl Kunst- en Kultuurclub Tijl
Kunst- en Kultuurclub Tijl (1932-1944) was van 1939 tot 1944 de organisator van de Nationale Kultuurdagen in Mechelen, die als doel hadden om de jaarlijkse hoogdagen van de culturele Nie... Lees meer
. Hij bezocht Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
in Alveringem en schilderde zijn portret. In augustus 1939 nam De Troyer deel aan de Vlaams-Duitse cultuurdagen in Westfalen, een vroeg wapenfeit van de Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap
De Duitsch-Vlaamsche Arbeidersgemeenschap (DeVlag) (1935-1945) was vóór de Tweede Wereldoorlog een organisatie van Vlaamse en Duitse studenten. Tijdens de oorlog ontpopte de DeVlag zich ... Lees meer
(DeVlag).

Collaboratie en nasleep

Tijdens de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
werd De Troyer lid van het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV). Hij ondertekende in augustus 1940 de oproep ‘Naar een nieuwe Volksbeweging’ van VNV-leider Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carrière begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
. De Troyer richtte in Mechelen in augustus 1940 mee de kunstgilde op en werd de gildemeester voor de schilders. In december 1940 nam hij op uitnodiging van DeVlag en Rijksminister Goebbels deel aan een kunstenaarsreis in Duitsland. Voor zijn zestigste verjaardag organiseerde een huldecomité onder het voorzitterschap van de Mechelse VNV-er Albert de Poortere De Poortere, Albert
Lees meer
in het voorjaar 1941 een reeks tentoonstellingen in Brussel, Aalst, Antwerpen, Mechelen, Gent en Hasselt. Tijdens de IIIe Nationale Kultuurdagen Nationale Kultuurdagen
De Nationale Kultuurdagen (1939-1944) vonden plaats in Mechelen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ze de jaarlijkse hoogtepunten van de culturele Nieuwe Orde in heel Vlaanderen. ... Lees meer
in Mechelen in 1941, gewijd aan volkse kunst in de 20ste eeuw in de Nederlanden, werd De Troyer gehuldigd als volkskunstenaar bij uitstek. Negentien werken van De Troyer werden geëxposeerd tijdens de rondreizende tentoonstellingen van de DeVlag in Duitsland (1941-1943). Op 25 november 1941 bracht Staf de Clercq een officieel bezoek aan Mechelen, met een academische zitting van het culturele collaboratie-orgaan het Nationaal Cultuurverbond, en een persoonlijk bezoek aan De Troyer en De Pillecyn. De Troyer schilderde portretten van De Clercq en van de Kreis-Kommandant van Mechelen Von Maercker. Hij werd in 1943 een van de eerste leden van De Meivisch, een vereniging van politiek collaborerende Vlaamse schrijvers en kunstenaars, die in tekst, muziek en beeld hulde bracht aan de Schelde.

Zoon Hubert de Troyer gaf zich op voor de Sturmbrigade Langemarck Sturmbrigade Langemarck
De Sturmbrigade Langemarck was een Vlaamse Waffen-SS eenheid in 1943-1944 met als officiële benaming 6.SS-Freiwilligen Sturmbrigade Langemarck. Lees meer
. Hij sneuvelde op 13 maart 1944 in het Oekraïense Jampol. Eind augustus vluchtte De Troyer naar Duitsland, waar hij in Weimar een tijd in de buurt van Verschaeve verbleef. Op 21 september 1945 werd hij aangehouden in Hahausen.

De Troyer werd veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf – de duur van zijn interneringsperiode – en verloor zijn burgerrechten. Hij bleef een overtuigd Vlaams-nationalist. Tot aan zijn dood hield hij contact met Albert de Poortere en de in Nederland in ballingschap levende Wies Moens.

Literatuur

— A. de Poortere e.a., Prospers De Troyer, 1941.
— K. de Boodt, Schilder in beweging, Mechelen, 2013.
— Archief Prosper De Troyer, ondergebracht in het Stadsarchief Mechelen.
— Dossier Krijgsraad van Mechelen en Tweede Kamer Krijgshof, 214/B/47.
— Dossier Prosper  De Troyer Auditoriaat Generaal Bundel A, bundel 77/47.

Suggestie doorgeven

2023: Kurt De Boodt

Databanken

Inhoudstafel