Thuysbaert, Prosper

Persoon
Nico Van Campenhout (2023)

Jonkheer Prosper Paul Thuysbaert (1889 - 1965) was notaris in en burgemeester van zijn geboortestad Lokeren en hoogleraar aan de Leuvense universiteit. Wat de Vlaamse kwestie betreft speelde hij bij een aantal politieke en culturele initiatieven een niet onbelangrijke rol achter de schermen.

Volledige voornaam
Prosper Paul Joseph Marie
Geboorte
Lokeren, 17 maart 1889
Overlijden
Lokeren, 8 november 1965
Leestijd: 15 minuten

Prosper Paul Thuysbaert was de derde uit een gezin met tien kinderen. Zijn vader, notaris Prosper Frans Thuysbaert (1853-1908), was burgemeester van Lokeren namens de katholieke partij van 1891 tot zijn overlijden en ook een tijdlang ondervoorzitter van de Oost-Vlaamse provincieraad. Zijn moeder, Irma de Vuyst (1865-1924), was in Lokeren van 1921 tot haar overlijden namens dezelfde politieke formatie het eerste vrouwelijke gemeenteraadslid.

Studies

Thuysbaert volgde lager onderwijs en het eerste jaar van de klassieke humaniora aan het Sint-Lodewijkscollege in zijn geboortestad en de rest van het middelbaar onderwijs aan het Sint-Jozefscollege van de jezuïeten in Aalst. In een feestrede bij de viering van de honderdste verjaardag van de herstart van het college, in 1931, prees hij de vernederlandsing van het onderwijsinstituut, die toen hij er leerling was ‘nog zo verre lag van alle verwezenlijking’.

Tussen 1907 en 1913 studeerde Thuysbaert aan de Leuvense universiteit en behaalde er de diploma’s van doctor in de rechten, kandidaat-notaris en doctor in de politieke en sociale wetenschappen. Zijn streekmonografie uit 1913, Het Land van Waes. Bijdrage tot de geschiedenis der landelijke bevolking in de XIXe eeuw, sloot aan bij een aantal vergelijkbare streekstudies over andere (Vlaamse) regio’s uit dezelfde periode en was het eerste Nederlandstalige proefschrift dat door een Vlaming werd voorgesteld aan de in 1892 opgerichte Leuvense School voor Politieke en Sociale Wetenschappen. De eerste Nederlandstalige dissertatie was die van de latere Nederlandse minister Laurentius Nicolaas Deckers (1883-1978) uit 1912, eveneens een streekstudie over de 19de eeuw, met name over zijn geboortestreek in de omgeving van de Nederlandse stad Eindhoven.

Een soort intellectuele mini-‘grand tour’ - met studieverblijven in Berlijn, Rome en Parijs die ook zijn culturele horizont verrijkten - vormde de afsluiting van Thuysbaerts academische vorming. Kort na het begin van de Eerste Wereldoorlog werd hij bij Koninklijk Besluit op 31 augustus 1914 benoemd als notaris in zijn woonplaats Lokeren, een ambt dat hij zou blijven uitoefenen tot 1958, toen hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon. Thuysbaert en zijn van huis uit Franstalige echtgenote Marguerite Levie (1896-1979), een ministersdochter die nooit goed Nederlands zou leren, hadden samen vijf kinderen, waarvan er één als baby overleed. 

De Vlaamse beweging

Tijdens zijn Leuvense studietijd toonde Thuysbaert zich een religieus en sociaal bewogen flamingant. Zo was hij in 1911 medestichter en eerste voorzitter van Amicitia, dat was gegroeid uit de Anti-alcoholische Studiekring en de Studenten-Onthoudersbond en waarvan de leden een intellectueel en moreel meer hoogstaande invulling wilden geven aan hun Vlaamsgezinde engagement. Het nieuwe project ontstond als reactie op het als gratuit ervaren ’bierflamingantisme’ van de ’prins-studenten’, dat tijdens de periode vóór de Eerste Wereldoorlog hoogtijdagen beleefde. Thuysbaert was in Leuven ook secretaris van de Sociale Studiekring en Sprekersbond en lid van het Vlaams Rechtsgenootschap, de Vlaamsch Apologetische Kring Geloof en Wetenschap en het Taal- en Letterkundig Genootschap Met Tijd en Vlijt Met Tijd en Vlijt
Met Tijd en Vlijt was een Vlaamsgezind Studentengenootschap dat in 1836 aan de Leuvense universiteit werd opgericht en bleef bestaan tot na de Tweede Wereldoorlog. Het speelde tot 1875 e... Lees meer
, de oudste Vlaamsgezinde studentenvereniging in de Brabantse universiteitsstad. Tijdens het academiejaar 1908-1909 was hij voorzitter van de Lokerse studentengilde Al Groeiende Bloeiende en van de Oost-Vlaamse gouwbond en bestuurslid van het overkoepelende Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS). Die combinatie van bestuursfuncties stelde hem in staat om een nieuw initiatief te lanceren, met name een jaarlijkse Sociale Studentenlanddag, naast de al bestaande, meer algemene en eveneens jaarlijkse bijeenkomst van de plaatselijke college- en vakantiebonden uit heel Vlaanderen. De eerste editie, die werd voorgezeten door Thuysbaert, vond plaats in Lokeren tijdens de paasvakantie in april 1909.

Politicus in Lokeren en Oost-Vlaanderen

Thuysbaerts verkiezing tot lid van de Oost-Vlaamse provincieraad namens de katholieke partij in 1921 vormde het begin van een politieke carrière die, met een onderbreking tussen 1936 en 1946, zou duren tot 1959. Hij zou provincieraadslid blijven tot hij vrijwel onmiddellijk na de wetgevende verkiezingen van 1936 om onduidelijke redenen ontslag nam. Intussen was Thuysbaert van 1925 tot 1929 en van 1930 tot 1932 ondervoorzitter en vervolgens tot 1936 voorzitter van de Oost-Vlaamse provincieraad. Hij speelde ook een niet onbelangrijke rol bij de toenadering tussen katholieken en Vlaams-nationalisten in Oost-Vlaanderen. Beide partijen sloten begin 1931 een coalitieakkoord en bestuurden deze provincie samen in de periode 1931-1932, nadat de katholieke partij voor het eerst sinds 1864 in de Oost-Vlaamse provincieraad niet meer over de absolute meerderheid beschikte. Tussen 1932 en 1936 bestond de bestendige deputatie opnieuw uitsluitend uit katholieken. Van 1936 tot 1944 bestuurden de twee politieke formaties opnieuw samen, al bleef - door ontslag, overlijden en beslissingen van de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog - bij de Bevrijding in september 1944 uiteindelijk nog slechts één katholieke gedeputeerde over.

In 1926 werd Thuysbaert in Lokeren verkozen tot gemeenteraadslid en vanaf 1927 was hij er schepen van Onderwijs, Economie, Cultuur en Feestelijkheden in een exclusief katholiek schepencollege. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 1932 nam hij zijn mandaat van raadslid kortstondig op. In mei 1933 nam hij echter ontslag, nadat hij eerder een herverkiezing tot schepen in een nieuw homogeen katholiek bestuurscollege had afgewezen. Dat had te maken met de werklast die zijn pas opgenomen Leuvense professoraat met zich meebracht, maar minstens even veel met het feit dat hij niet opnieuw ‘de tweede man’ wilde zijn na burgemeester en katholieke volksvertegenwoordiger Auguste Raemdonck (1863-1939).  

Het Vlaamsche Volkstooneel

Intussen had Thuysbaert als overtuigde cultuurflamingant tijdens het eerste naoorlogse decennium mee de aansluiting van het Vlaamse toneelleven bij de eigentijdse internationale stromingen bevorderd. In Lokeren werden tijdens de jaren 1920 door amateur-acteurs, veelal uit de kringen van de christelijke arbeidersbeweging en gecoördineerd door Thuysbaert, met veel succes en weerklank in heel Vlaanderen theaterstukken opgevoerd van de Franse auteur, katholieke bekeerling en maurassiaan Henri Ghéon (1875-1944), wiens werk hij in het Nederlands vertaalde en bekend maakte.

Voortgaand op het elan in zijn geboortestad en aansluitend bij zijn belangstelling voor het theater die hij kort vóór de Eerste Wereldoorlog tijdens een studieverblijf in Parijs had opgedaan, manifesteerde Thuysbaert zich in dit verband ook op Vlaams niveau. Zo was hij van dichtbij betrokken bij de koerswijziging in katholieke zin van het vernieuwende Vlaamsche Volkstoneel Het Vlaamsche Volkstooneel (1924-1932)
Lees meer
(VVT), dat mede onder impuls van hem op 15 augustus 1924 met een gewijzigde beheersvorm een herstart beleefde. ‘Katholiek, flamingant, modernistisch en toch volks, dat waren de essentiële kenmerken van het V.V.T.’, zo evalueerde de Leuvense hoogleraar Romaanse filologie en theaterspecialist Roland Beyen het project later. Ook het financiële beheer en de juridische advisering van het katholieke literaire tijdschrift Dietsche Warande en Belfort Dietsche Warande en Belfort
Dietsche Warande en Belfort was een Vlaams tijdschrift voor literatuur- en geestesleven. Het ontstond in 1900 door de samensmelting van de tijdschriften Dietsche Warande en Het Belfort.... Lees meer
nam Thuysbaert toen een tijdlang voor zijn rekening. Zijn engagement in beide aangelegenheden vormde Thuysbaerts bijdrage aan het katholieke renouveau, dat zich toen in heel Vlaanderen op diverse terreinen van het maatschappelijk leven ontwikkelde en waarvan hij zich onder meer met een aantal tijdschriftpublicaties een vurig pleitbezorger toonde.

De Concentratie

In Lokeren was Thuysbaert van 1919 tot 1931 bestuurslid van het Davidsfonds en heel het interbellum door trad hij ook op als feestredenaar voor deze katholiek-flamingantische cultuurvereniging. Tegelijk leverde hij als gezaghebbende en perfect tweetalige vakspecialist een betekenisvolle bijdrage tot de vernederlandsing en de verwetenschappelijking van het rechts- en het notariaatsleven in Vlaanderen. Dat was met name het geval nadat hij in 1933 aan de Leuvense universiteit werd aangesteld als titularis voor de vakken fiscaal recht en notariële praktijk. Hij zou er blijven doceren tot twee jaar na zijn officiële emeritaat in 1959. Zijn studenten apprecieerden er vooral zijn inspirerende deskundigheid en improviserende doceerstijl. In 1924 was Thuysbaert in Leuven ondertussen al medestichter geweest en vervolgens lid van de raad van beheer van de Vlaamse Leergangen, die zich inzetten voor de uitbouw van een volledig en volwaardig Nederlandstalig onderwijsaanbod binnen de tweetalige universiteit. In 1935 werd Thuysbaert aangesteld als eerste voorzitter van de Vlaamse afdeling van de Belgische notarissenfederatie.

In 1936 speelde deze Belgisch-loyale Vlaamsgezinde katholiek een bemiddelende rol bij de pogingen om in Vlaanderen te komen tot een hergroepering of ‘concentratie’ van de rechtse en katholieke politieke krachten, die onder meer werden opgezet vanuit het weekblad Nieuw Vlaanderen Nieuw Vlaanderen (1934-1944)
Nieuw Vlaanderen (1934-1944) had als uitgangspunt de eentaligheid van Vlaanderen. Door zijn federalistische stellingname midden jaren 1930 was het blad radicaler dan de katholieke partij ... Lees meer
(1934-1944) en de erbij aanleunende flamingantische fractie van het Leuvense professorenmilieu. Thuysbaerts bedrijvigheid in dat kader sloot aan bij de samenwerking tussen katholieken en Vlaams-nationalisten in het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen
Dit artikel onderzoekt de vraag of en in welke mate de Vlaamse beweging in Oost-Vlaanderen een specifieke identiteit vertoonde. Lees meer
, die hij aan het begin van decennium mee mogelijk had gemaakt. Op het Katholiek Congres van Mechelen van 10 tot 13 september 1936, dat werd voorgezeten door aartsbisschop kardinaal Jozef Ernest van Roey Van Roey, Ernest-Joseph
Ernest-Joseph van Roey (1926-1961) was Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen. Hij aanvaardde geleidelijk de onvermijdelijkheid van een eentalig Vlaanderen en bestreed het Vlaams-nationalis... Lees meer
, fungeerde Thuysbaert als Vlaamse ondervoorzitter, naast de latere eerste minister Hubert Pierlot (1883-1963) als vicevoorzitter aan Waalse kant. Kort daarna, op 4 oktober van dat jaar, vonden in Thuysbaerts prestigieuze laat-19de-eeuwse patriciërswoning aan het Stationsplein in Lokeren, in overleg met de hoogste katholieke kerkleiding, besprekingen plaats met vertegenwoordigers van de katholieke partij, het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV), Rex Rex
Rex was een Belgische politieke partij (1935-1940) en een collaboratiebeweging in Franstalig België (1940-1944). Lees meer
en Verdinaso Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
. Deze en gelijkaardige initiatieven leidden uiteindelijk niet tot het beoogde objectief van meer rechtse en katholieke eenheid en samenwerking in Vlaanderen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1938 behaalde een concentratielijst van katholieken en Vlaams-nationalisten, waarvan Thuysbaert vermoedelijk de architect was, in Lokeren de absolute meerderheid. De Lokerse notaris, een bewonderaar van de charismatische, militaristische en antiparlementaire Verdinaso-leider Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
, kandideerde zelf echter niet. Dat deed wel - voor de eerste en naar zou blijken ook voor de laatste keer - zijn zuster Julia (1888-1974), die ook schepen werd en die functie - als enige oorspronkelijke katholieke schepen - heel de Tweede Wereldoorlog zou behouden, daarbij in haar politieke doen en laten heel waarschijnlijk (juridisch) geïnstrueerd door haar broer.

Dat hij van bij de oprichting in 1938 lid was van het ‘bescherm- en leidingcomité’ van de Vereniging België Nederland Luxemburg, een mantelorganisatie van het Verdinaso, maakte Thuysbaerts ideologische positionering rechts van het centrum ten overvloede duidelijk.

Toen zich voor zijn Leuvense oud-student en prominente dinaso Jef van Bilsen Van Bilsen, Jef
Jef van Bilsen (1913-1996) speelde tijdens de jaren 1930 en in de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog een leidende rol in het Verdinaso en stapte na de ontbinding van deze beweging in... Lees meer
bij de opheffing van het Verdinaso in 1941 de vraag stelde wat hem te doen stond, ging deze jurist daaromtrent te rade bij Prosper Thuysbaert, die door Van Bilsen jaren later werd omschreven als ’een oude kennis van Van Severen’. Thuysbaert bleef ook na de Tweede Wereldoorlog een representant van de nogal elitaire, ‘geleide’ en regenteske democratie, die tot de jaren 1960 in de politieke cultuur van België en heel wat andere Europese landen dominant was.

Burgemeester van Lokeren

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 24 november 1946 behaalde de Christelijke Volkspartij Christelijke Volkspartij
Lees meer
(CVP), die eind 1945 was opgericht, in Lokeren met tien van de zeventien zetels de absolute meerderheid, waardoor de katholieke politieke dominantie sinds 1891 werd gecontinueerd. Op 2 april 1947 werd Thuysbaert, die ook het hoogste aantal voorkeurstemmen had gekregen, geïnstalleerd als burgemeester van zijn geboortestad, een lang gekoesterde droom die hem veel voldoening bezorgde. Zeker na ‘de mislukking van zijn eerste poging’, zoals één van zijn zonen het later stelde en daarmee doelde op wat ten tijde van de gemeenteraadsverkiezingen van 1932 was gebeurd en, althans vanuit het standpunt van Thuysbaert, misgelopen. De genoegdoening van het succes bij de eerste naoorlogse gemeenteraadsverkiezingen verzachtte bovendien vermoedelijk enigszins de ontgoocheling die hij had opgelopen bij de parlementsverkiezingen van februari 1946. Thuysbaert had toen geen verkiesbare plaats kunnen verwerven op de CVP-lijst in zijn kiesarrondissement en had daarbij onder meer de duimen moeten leggen voor twee kandidaten uit het Lokerse buurdorp Eksaarde, die respectievelijk Kamerlid en Senator werden. Dit ondanks het feit dat zijn naam in mei 1945 circuleerde als beoogd voorzitter van de CVP, waarvan de oprichting toen werd voorbereid.

Tijdens de daaropvolgende twaalf jaar toonde de intellectuele aristocraat en paternalistische emancipator Thuysbaert zich een dynamische en innoverende burgemeester, weliswaar in de autocratische, dirigistische en bijna ongenaakbare stijl van de ‘grand seigneur’. Beleidsmatige initiatieven, in het bijzonder inzake economische expansie en urbanisatie, werden systematisch onderbouwd door studies van binnen- en vaak buitenlandse wetenschappers (industrieparken, ruilverkaveling, ruimtelijke ordening, periodieke overstromingsproblemen van de rivier de Durme die door de Lokerse binnenstad stroomt, een stedelijke ringweg, parken en groenzones, sociaal woonbeleid). Die op kwalitatieve, objectiverende en wetenschappelijke criteria gebaseerde benadering van het stadsbeleid, net als een aantal initiatieven op cultureel gebied, was mede geïnspireerd door ideeën uit de Vlaamse beweging over (sociaaleconomische en andersoortige) Vlaamse ‘volkskracht’ en ‘volksverheffing’. De uitspraak van de Griekse filosoof en geschiedschrijver Plutarchus (ca. 46-120) – ‘’Wij bewonen een kleine stad en wij willen er blijven wonen om te voorkomen dat zij nog kleiner wordt’ - werd door Thuysbaert ten volle in praktijk gebracht, deels als gevolg van de omstandigheden en deels als een bewuste keuze.

Aan het eind van de jaren 1950 begon het voor Thuysbaert allemaal wat zwaar te wegen, mede ten gevolge van gezondheidsproblemen. Nadat zijn electorale achterban uit de landbouwerswereld van het toen nog in belangrijke mate agrarische Lokeren zijn voorstellen voor een ingrijpende ruilverkaveling had afgewezen en de christelijke arbeidersbeweging meer en meer aanstoot nam aan zijn dominante persoonlijkheid en bestuursstijl, nam Thuysbaert eind 1959 op 70-jarige leeftijd ontslag als burgemeester. Dat hij eerder dat jaar in de adelstand was verheven met de erfelijke titel van jonkheer, zal voor deze op hiërarchie en traditie gestelde monarchist een grote genoegdoening zijn geweest.

Het Land van Waas

In maart 1959 had Thuysbaert, een fervente promotor van de toen door de CVP sterk gepropageerde regionaal-economische ontwikkeling in Vlaanderen, wel nog mee de oprichting bewerkstelligd van het Economisch Comité Waasland (1959-1982), de voorloper van de huidige intercommunale Interwaas. Binnen dat (overleg)organisme zouden via samenwerking tussen de politiek, het maatschappelijk middenveld en de bedrijfswereld een aantal van zijn ideeën en projecten omtrent overheidsbeleid en streekontwikkeling in zijn geboortestreek tijdens het verdere verloop van de 20ste eeuw worden geconcretiseerd. Zijn betrokkenheid bij en engagement ten behoeve van de Wase regio als geheel, manifesteerde Thuysbaert verder onder meer door in 1946 op te treden als medestichter en in de jaren daarna als eerste voorzitter van de Bibliotheca Wasiana, de in Sint-Niklaas gevestigde en nog altijd bestaande erfgoed- en bewaarbibliotheek voor het Land van Waas. In 1955 bewerkstelligde hij als intellectuele en cultuurflamingantische ‘omnivoor’ in sterke mate mee de opstart van de cultureel-toeristische Reinaertroute tussen het Nederlandse Hulst en Destelbergen door het Waasland, een mijlpaal in de studie en de promotie van het middeleeuwse Reinaertepos, in deze regio en ver daarbuiten.

Werken

– Sociale afleiding te Leuven, in: Tweede Sociale Studentenlanddag van het Alg. Kath. Vl. Studentenverbond, belegd te Boom op 9 en 10 april 1910, 1910, pp. 16-18.
–Het Land van Waes. Bijdrage tot de geschiedenis der landelijke bevolking in de XIXe eeuw (1913).
–Benedetto Cottolengo. Een gelukzalige Katholieke anarchist, 1920.
– De Nationaliseerde Staat en zijne Nationalisatie van de Liefdadigheid, in: De Gids op Maatschappelijk Gebied, 1920, nr. 4, pp. 182-194.
– Meer geestesleven, in: Ibidem, 1920, nr. 11, pp. 242-249.
– Politiek expressionisme, in: Dietsche Warande en Belfort, 1921, pp. 655-660.
– Henri Ghéon in Vlaanderen, in: Ons Volk Ontwaakt, 16 december 1923, pp. 619-621.
– Over de noodzakelijke groepeering der oud-leden van het Rechtsgenootschap, in: Vlaamsch Rechtsgenootschap, 1923, pp. 21-27.
– De Smaak in het Vrouwelijk Beroepsonderwijs, in: De Gids op Maatschappelijk Gebied, 1924, nr. 1, pp. 25-27.
– De Herleving van het Katholiek Vlaamsch tooneel, in: Dietsche Warande en Belfort, 1924, nr. 1, pp. 72-79.
– Het Vlaamsche Volkstooneel op godsdienstigen grondslag, in: De Standaard, 11 mei 1924.
–De belastingwet op de uitzonderlijke winsten, 1942;
– Bevordering van de economische activiteit. De mogelijkheden van de plaatselijke besturen, in: ERV-Mededelingen. Driemaandelijkse publicatie van de Economische Raad van Vlaanderen, augustus 1954, pp. 20-24.
– Lokeren, in: Kruis en Leeuw in Waasland, herfst 1955, pp. 4-5.
– Toneelmemoires van Prosper Thuysbaert, in: De Nieuwe Gids, 22, 23 en 24 september 1956.
– De gemeente en de bevordering van de economische expansie, in: Politica. Tijdschrift voor staatkunde en sociologie, 1957, nr. 1, pp. 36-43.
– Lokeren, textielcentrum, in: Revue Textile, juni 1958, pp. 49-53.
– Een stadshotel te Lokeren, in: Oost-Vlaanderen. Tijdschrift van de Toeristische Federatie van Oost-Vlaanderen, november-december 1958, pp. 134-135.
– Wetenschap en Nijverheid, in: Wetenschappelijke Tijdingen. Orgaan van de Vereniging voor Wetenschap, jg. 22, 1962, nr. 8, oktober, kol. 355-356.

Literatuur

– G. Frederickx (= Lode Claes), ‘Portret van prof. Thuysbaert te Lokeren. Een groot burgemeester van een kleine stad’ en ‘Meer doen in plaats van teveel praten. Lokeren schaft werk’, in: De Vlaamse Linie,9 mei 1952 en 24 september 1954.
– W. Melis, Het Waasland verloor een van zijn grootste zonen: jonkheer Prosper Thuysbaert, in: Het Vrije Waasland, 13 november 1965.
– P. M. Orban, Afscheid van een groot man, in: Het Vrije Waasland, 13 november 1965.
– Jonkheer Thuysbaert ten grave gedragen. Met een koninklijke begrafenis neemt een kleine stad afscheid van een groot burgemeester, in: Het Vrije Waasland, 20 november 1965.
– Z. van Hee, Jonkheer Prof. Em. Prosper Thuysbaert’, in: Rechtskundig Weekblad, 21 december 1965,  pp. 605-606.
– F. van Goethem, In memoriam Prof. Em. Jonkheer P. Thuysbaert, in:  Rechtskundig Weekblad,  28 december 1965, pp.652-654.
– F. van Goethem, In memoriam Prof. Em. Jhr. Prosper Thuysbaert (1889-1965), in: Jaarboek van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, 1965,  pp. 300-309.
— R. de Valkeneer, In memoriam Prosper Thuysbaert, in: Annales du notariat et de l’enregistrement, 1965, pp. 309-310.
– L. Lindemans, Het geslacht Thuysbaert, in: Vlaamse Stam. Tijdschrift voor familiegeschiedenis,(1976, nr. 1, p. 42-50 en nr. 2, p. 69-72).
– Prosper Thuysbaert-nummer, De Souvereinen. Tijdschrift van de Heemkring van Lokeren (met bijdragen van H.  Liebaut en V. Verstegen en tekst van de Ten Huize Van-uitzending van de Vlaamse televisie uit januari 1962), 1984, nr. 2, pp. 33-80.
– H. Liebaut, Thuysbaert, Prosper Paul, in: Nationaal Biografisch Woordenboek,dl. 12, 1987, kol. 729-735.
– W. Vandenabeele, Concentratie, collaboratie, restauratie… Een decennium Lokerse politiek (1938-1947), in: N. van Campenhout (red.), Lokeren vroeger. Een huldeboek voor wijlen Eerwaarde Pater Dr. Vedastus Verstegen o.f.m. (1906-1989), 1990, pp. 97-109.
– J. Blomme, De Waaslandstudie van Prosper Thuysbaert: een evaluatie na tachtig jaar, in: De Souvereinen, 1993, nr. 2, pp. 37-44.
– H. Liebaut, Prosper Thuysbaert (Lokeren, 1889 -1965), in: Bibliotheca Wasiana vzw. Feestzitting 50-jarig bestaan,1996.
– P. van Bouchaute, Een sequoia verdwaald in het Wase bos. Hilaire Liebaut evalueert Prosper Thuysbaert, in: Het Vrije Waasland, 24 mei 1996.
– R. Beyen, Het weldadig avontuur van het Vlaamsche Volkstooneel, in: Michel De Ghelderode en het Vlaamsche Volkstooneel (1926-1932), 1998, pp. 54-108.
– Prosper Thuysbaert, in: N. Lehoucq en T. Valcke, De fonteinen van de Oranjeberg. Politiek-institutionele geschiedenis van de provincie Oost-Vlaanderen van 1830 tot nu. Deel 2: biografisch repertorium, 1998, pp. 341-342.
– N. Wouters, Vlaams-nationalisten in de Oost-Vlaamse provincieraad (1929-1940), in: Wetenschappelijke tijdingen op het gebied van de geschiedenis van de Vlaamse beweging, 2002, nr. 1, pp. 3-30.
– J. van Daele, Prosper Thuysbaert, in: T. Valcke (red.), in: De fonteinen van de Oranjeberg. Politiek-institutionele geschiedenis van de provincie Oost-Vlaanderen van 1830 tot nu. Deel 4: biografieën van twintigste-eeuwse beleidsmakers, 2003, pp. 113-132.
– N. van Campenhout, Jonkheer Prosper (Paul) Thuysbaert (1889-1965): aanzet tot een biografische studie, iIn: Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, (AKOKW), 2005, pp. 15-84.
– R. van Daele, ‘Lokeren en Reinaert: drie Reinaertbanken. Van Prosper Thuysbaert… tot het Huis Thuysbaert’ en ‘Burgemeester Prosper Thuysbaert, in: Ast Fonteyne en Reinaert de Vos,2007, pp. 94-98 en pp. 146-155.
– B. Bailleul, Het Huis Thuysbaert in Lokeren: een notaris- en burgemeesterswoning die een museale bestemming kreeg, in: AKOKW, 2007, pp.189-204.
– N. van Campenhout (red.), De zoektocht van een katholieke intellectueel: Prosper Thuysbaert (1889-1965) en de vragen van zijn tijd, 2011 (met bijdragen van N. van Campenhout, L. Gevers, R. Heynickx, E. Gerard, N. Wouters, H. Liebaut en L. Vos).
– H. Liebaut, Uit de nalatenschap van dr. sc. Jozef Geerts (1907-1985). Drie documenten die een ongewoon licht werpen op de persoonlijkheid van oud-burgemeester Prosper Thuysbaert, in: De Souvereinen, 2011, nr. 1, pp.14-23.
– E. Gerard, Hoe de vorming van Vlaams en rechts front mislukte. De geschiedenis van de Concentratie in 1936, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging,2016, nr.4, pp. 339-374.
– N. van Campenhout, Citymarketing avant la lettre? Jonkheer Prosper Thuysbaert en Sir Richard Weston in: De Souvereinen,2020, nr.4, pp.270-274.
– H. Liebaut, De Vlaamse Beweging te Lokeren en de belangrijkste Lokerse flaminganten (eind 18de eeuw-1970), 2021.

Suggestie doorgeven

1975: Willem Melis (pdf)

1998: Nico Van Campenhout

2023: Nico Van Campenhout

Databanken

Inhoudstafel