Dubois, Karel

Persoon
Louis Vos (2023, aanvulling), Louis Vos (1998)

Karel Dubois (1895-1956) werd in 1928 de proost-stichter van de Katholieke Studentenactie in het bisdom Brugge, dat hij in gehoorzaamheid aan zijn bisschop Lamiroy en met diens mandaat wilde uitbouwen tot een zuiver kerkelijke katholieke actie-beweging.

Volledige voornaam
Charles Emile
Alternatieve naam
Carles
Geboorte
Oostende, 15 juli 1895
Overlijden
Roeselare, 17 november 1956
Leestijd: 9 minuten

Karel Dubois (1895-1956) werd als scholier lid van de plaatselijke Algemeen Katholieke Vlaamsche Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS)-bond in Oostende en ‘vervlaamste’ toen zijn voornaam. Hij begon in 1913 zijn seminarie-opleiding, was tijdens de oorlog aan het IJzerfront en werd er Vlaams-nationalist. Na zijn priesterwijding in 1922 tot 1924 was hij Leuvens student en lid van het AKVS-hoofdbestuur. Daarna werd hij filosofieprofessor in Roeselare. In 1928 kreeg hij opdracht van bisschop Waffelaert Waffelaert, Gustave
Gustave Waffelaert (1847-1931) was bisschop van Brugge van 1895 tot 1931. Hij was voorstander van de West-Vlaamse gewesttaal. Ondanks een zekere Vlaamslievendheid kwam hij in conflict met... Lees meer
een diocesane Katholieke Studentenactie Katholieke StudentenActie
De Katholieke Studentenactie (KSA) was een (jeugd)beweging rond Katholieke Actie. Ze was gericht op scholieren en beschouwde zichzelf als een erfgenaam van de Katholieke Vlaamse Studenten... Lees meer
te lanceren. Hij koos voor een ‘zuiver kerkelijke’ katholieke actie ter ‘verovering’ van de scholierenwereld, los van het AKVS. Maar vanaf 1932 verbreedde hij volgens de wens van bisschop Lamiroy Lamiroy, Henricus
Als hulpbisschop en bisschop van West-Vlaanderen zette Henri Lamiroy (1883-1952) eind jaren 1920, begin jaren 1930 met ijzeren hand de kerkelijke politiek van zijn voorganger mgr. Waffela... Lees meer
het ‘zuiver kerkelijke’, en verwierp het Vlaams-nationalisme. Vanaf 1933 patroneerde hij het Jong Volksche Front Jong Volksche Front
Het Jong Volksche Front was een West-Vlaamse Vlaamse studentenbeweging, die met bisschoppelijke goedkeuring de vroegere plaatselijke bonden van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenve... Lees meer
als toegelaten koepel voor de studentenbonden. Eens in 1943 een interdiocesane federatie KSA-Jong Vlaanderen was gevormd probeerde hij zoveel mogelijk diocesane zelfstandigheid te bewaren. Hij zag ongaarne de aantrekkingskracht van jeugdbewegingsactiviteiten. De laatste jaren raakte hij in KSA wat geïsoleerd.

Levensloop

Karel Dubois was een enig kind geboren in een bakkersgezin. Hij verloor zijn moeder op vijf- en zijn vader op dertienjarige leeftijd en werd verder opgevoed door een oom. Na humaniorastudies aan het Onze-Lieve-Vrouwcollege in Oostende, begon Dubois in 1913 met een filosofiestudie in Roeselare zijn diocesane priesteropleiding. Deze werd onderbroken door de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
.

In 1914-1915 vluchtte hij met enkele andere Vlaamse seminaristen naar Londen en kwam dan door bemiddeling van de president van het Brugse Grootseminarie Aimé Legrand terecht in Mungret's College in Limerick (Ierland), een kleinseminarie van de jezuïeten. Op 20 september 1915 werd hij gemobiliseerd en trok, na een half jaar opleiding in Auvours (Frankrijk), in april 1916 als brancardier naar het front. Op 2 oktober 1918 raakte hij gewond en bleef – na een beenoperatie – invalide. Pas vanaf 1919-1920 kon hij zijn studies voortzetten in Brugge, waar hij op 23 december 1922 tot priester werd gewijd. Van 1922 tot 1924 studeerde hij aan de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij – samen met onder meer zijn jaargenoot Paul Sobry Sobry, Paul
De priester en Leuvense hoogleraar Paul Sobry (1895-1954) was – mede vanuit flamingantische motieven - een pleitbezorger van de universiteit als een instituut dat in de plaats instond voo... Lees meer
– in het Heilige Geestcollege verbleef. Hij behaalde het baccalaureaat in de theologie (STB).

In september 1924 werd hij professor filosofie aan het Klein Seminarie van Roeselare Klein Seminarie van Roeselaere
In het Klein Seminarie van Roeselare, opgericht in 1806, liepen tal van belangrijke figuren uit de Vlaamse beweging school of gaven er les (Gezelle, Verriest, Rodenbach). In 1875 ontstond... Lees meer
, waar hij ook een invloedrijke geestelijke leidsman werd van heel wat seminaristen en collegeleerlingen. Op 7 juni 1928 kreeg hij van bisschop Gustave Waffelaert Waffelaert, Gustave
Gustave Waffelaert (1847-1931) was bisschop van Brugge van 1895 tot 1931. Hij was voorstander van de West-Vlaamse gewesttaal. Ondanks een zekere Vlaamslievendheid kwam hij in conflict met... Lees meer
de opdracht als diocesane proost de West-Vlaamse Katholieke Studentenactie Katholieke StudentenActie
De Katholieke Studentenactie (KSA) was een (jeugd)beweging rond Katholieke Actie. Ze was gericht op scholieren en beschouwde zichzelf als een erfgenaam van de Katholieke Vlaamse Studenten... Lees meer
(KSA) op te richten. Vanaf 27 augustus 1934 werd hij ook de algemene diocesane jeugdproost voor de Katholieke Actie, wat gepaard ging met de benoeming tot erekanunnik. Vanaf oktober 1937 werd hij directeur van het Diocesaan Instituut voor Katholieke Actie gevestigd in de Centrale voor Katholieke Actie in de Leenstraat in Roeselare, die met het oog op subsidiëring vanaf september 1948 werd omgevormd tot een Sociale School, nog steeds met Dubois als directeur.

Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond

In zijn studietijd werd de jonge Dubois Vlaamsgezind toen hij zich in de derde of tweede Latijnse (1911 of 1912) aansloot bij de Vlaamse studentenbond Sint-Pietersgilde (of Spugge) in Oostende. In de retorica (1912-1913) werd hij voorzitter van de bond. Hij vernederlandste toen zijn officiële voornaam Charles. In het seminarie ontmoette hij Vlaamsgezinde jaargenoten, onder meer Willem Depla en Sobry, die in 1914 zijn lotgenoten werden in Engeland en Ierland. Aan het front werd hij actief in een Brugsche Kring, ontmoette hij Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
en Carlos van Sante Van Sante, Carlos
Carlos van Sante (1896-1947) was een Vlaamse dominicaan, die deel uitmaakte van het radicaal Vlaamsgezinde en pro-activistische milieu rond kapelaan Cyriel Verschaeve. Tijdens de Eerste ... Lees meer
en evolueerde tot een overtuigd Vlaams-nationalist. Dat bleef hij tijdens zijn studententijd in Leuven, waar hij namens de seminaristen zetelde in het hoofdbestuur van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS), een functie waarin hij werd opgevolgd door Maurits Geerardyn Geerardyn, Maurits
Oorlogsvrijwilliger en priester Maurits Geerardyn (1896-1979) was een aanhanger en medewerker van Cyriel Verschaeve. Tijdens het interbellum en de Tweede Wereldoorlog vertegenwoordigde hi... Lees meer
. Hij pleitte er voor de uitbouw van knapenbonden en wist in 1924 per gouw een knapenverantwoordelijke te doen aanstellen. In de vakanties bleef Dubois erehoofdman in de Oostendse bond, die hij in Vlaams-nationalistische richting stuwde (‘Vlaanderen boven België’), onder meer door er in december 1923 op aan te dringen dat de bondsbibliotheek Vlaams-nationalistische publicaties zou kopen. Toen bisschop Waffelaert de seminaristen verbood in de paasvakantie 1924 nog landdagen bij te wonen, stelde Dubois de Oostendse bondsleden gerust dat daarmee enkel politieke vergaderingen werden bedoeld. Eens professor in Roeselare gaf hij zijn AKVS-functies in Oostende en het hoofdbestuur op, al sprak hij nog wel op de AKVS-bedevaart van Dadizele in september 1926.

Proost-stichter KSA bisdom Brugge

Toen Dubois in 1928 door zijn bisschop belast werd met de uitbouw van de Katholieke Actie ontwikkelde hij een eigen formule. Hij wist dat Waffelaert van geen samengaan van Vlaamse en katholieke actie wilde weten en vreesde dat de katholieke actie bij de studerende jeugd niet zou aanslaan als ze zich uitdrukkelijk tegen het AKVS opstelde. Hij had wellicht ook zelf nog sympathie voor het AKVS. Daarom probeerde hij een conflict met die organisatie uit de weg te gaan door een beperkte interpretatie te geven aan het begrip Katholieke Actie: ze moest wel ‘door-Vlaams van geest’ zijn, maar diende zich tegelijk ‘zuiver kerkelijk strijdend’ op te stellen. Op die manier liet ze ruimte voor de werking van de oude Vlaamse studentenbeweging. In die geest startte hij onder de leuze ‘Vlaanderen hernieuwen in Christus’ met het eigen tijdschrift Hernieuwen. In andere bisdommen werd dit ‘West-Vlaamse standpunt' verworpen, vooral in Oost-Vlaanderen en Limburg. Daar wilden de bisschoppen geen twee bewegingen, maar wilden ze de Katholieke Actie inplanten in de bestaande katholieke Vlaamse studentenbeweging en deze loswerken uit het AKVS. Dit leidde tot conflict, terwijl Dubois aanvankelijk een akkoord bereikte met de AKVS-leiding. Het standpunt van Dubois werd echter geleidelijk aan onhoudbaar. Ook en vooral in het bisdom Brugge duldde de bisschop geen Vlaams-nationalisme in de colleges, bij zijn seminaristen en zijn priesters. Er ontstond een ware vervolging die sterker werd vanaf de benoeming van Henri Lamiroy Lamiroy, Henricus
Als hulpbisschop en bisschop van West-Vlaanderen zette Henri Lamiroy (1883-1952) eind jaren 1920, begin jaren 1930 met ijzeren hand de kerkelijke politiek van zijn voorganger mgr. Waffela... Lees meer
in 1929 tot hulpbisschop, en in 1931 tot bisschop. Wie zich toen niet wilde onderwerpen werd ongenadig gesanctioneerd.

Strijd met AKVS

Vanaf 1932 verstrakte Dubois’ houding tegenover het AKVS en het Vlaams-nationalisme. Dat was enerzijds onder druk van bisschop Lamiroy, die vond dat enkel de bisschop kon beslissen tot waar het werkterrein van de Katholieke Actie ging. Anderzijds was dat wellicht ook door de schokkende ervaring op de KSA Romebedevaart van 1931, waar de paus de bedevaarders een reprimande had gegeven en hun ‘nihil sine epicopo’ op het hart had gedrukt. Vanaf de studiedagen in Tiegem in de zomer van 1932 werd de aanval op het AKVS ingezet, terwijl Hernieuwen op uitdrukkelijke vraag van de bisschop ook de Vlaamsgezindheid ging propageren, maar dan zonder anti-belgicisme of gestook tegen de kerkelijke overheid. Dubois was intussen blijkbaar tot de conclusie gekomen dat 'kerkelijk strijdende' actie breder moest zijn dan 'godsdienstige' actie en dat enkel de bisschop het recht had te bepalen waar de grens lag van zijn kerkelijke bevoegdheid, ook in profane zaken. Hij klaagde nu de argumentatie aan van AKVS'ers die vonden dat de bisschop zijn boekje te buiten ging door zich tegen het Vlaams-nationalisme te keren. Hij bestempelde dat als een vorm van 'liberaal' denken, dat de kern van de sensus catholicus ondermijnde. Deze hield voor Dubois steeds meer de gehoorzaamheid aan de kerkelijke overheid in. Zo bleef er geen plaats meer voor het AKVS, dat tegen die overheid enkel vijandigheid en wantrouwen kweekte, maar enkel nog voor de KSA, die in 1932 haar aantrekkingskracht vergrootte door de introductie van uniformen en wimpels op haar gouwdagen en bedevaarten.

Jong Volksche Front

Omdat niettemin bij de West-Vlaamse scholieren vooral de Vlaamse strijd enthousiasme wist te wekken, wilde Dubois die Vlaamsgezindheid kanaliseren. Hij probeerde het eerst met de West-Vlaamse AKVS-gouwvoorzitter Fernand Quintens Quintens, Fernand
Fernand Quintens (1911-2002) was sinds de jaren dertig actief bij het AKVS en later bij het VNV in Brugge en Roeselare. Lees meer
op een akkoord te gooien om zijn gouw als geheel te laten afhaken van het AKVS. Toen dat mislukte gaf hij groen licht aan een jonge generatie studenten rond Albert de Clerck De Clerck, Albert
Albert de Clerck (1914-1974) behoorde tot de eerste lichting CVP-parlementairen. Als bevoegde minister zette hij zich in het bijzonder in voor de middenstand. Verder was De Clerck een van... Lees meer
, die haar vorming al had gekregen in de KSA, om onder de naam Jong Volksche Front Jong Volksche Front
Het Jong Volksche Front was een West-Vlaamse Vlaamse studentenbeweging, die met bisschoppelijke goedkeuring de vroegere plaatselijke bonden van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenve... Lees meer
(JVF) vanaf 1933 te starten met een nieuwe bisschoppelijk goedgekeurde gouwbond voor Vlaamse actie. Die zou evenwel ondergeschikt blijven aan de KSA-leiding en kreeg – ondanks aandringen van De Clerck – bijvoorbeeld nooit toelating om een eigen uniform te introduceren.

Oorlogsjaren

Na de Duitse inval vluchtte Dubois op 18 mei 1940 met hulpproost Alban Vervenne naar Frankrijk, waar zij in Toulouse tijdelijk een secretariaat stichtten voor hulp aan studenten. Op 6 augustus waren ze terug in Roeselare waar eind september op niets uitlopende onderhandelingen plaatsvonden met Verdinaso Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
-mensen over een mogelijke eenheidsjeugdbeweging. Op 27 december, toen in Roeselare de jaarlijkse 'leidersdag' van de West-Vlaamse KSA plaatsvond, werd Dubois door de Gestapo geïnterneerd en pas op 27 januari 1941 opnieuw vrijgelaten. Dat maakte hem voorzichtiger, al bleef hij de werking coördineren. Intussen had het succes van vooral de Oost-Vlaamse beweging, die al op het einde van de jaren 1930 de naam Jong-Vlaanderen had aangenomen en die resoluut had gekozen voor een jeugdbewegingsstijl waarin Vlaamse en katholieke actie werden verzoend, aanstekelijk gewerkt op andere gouwen. Dat leidde tot de vorming in 1943 van de federatie KSA-Jong-Vlaanderen. Daarin speelde Dubois haast geen rol, vooral omdat het niet te verzoenen viel met de formule van ‘zuiver kerkelijke katholieke actie’. Omdat de facto ook in West-Vlaanderen de Vlaamse werking door de KSA was overgenomen, bleef er voor het JVF geen plaats meer en verdween het.

Geïsoleerd

Na de oorlog spande Dubois zich in om binnen de federatie zijn visie zoveel mogelijk aan bod te laten komen, onder meer in de tijdschriften. Dit was mogelijk omdat het algemeen secretariaat in Roeselare bleef. Maar dat leidde tot heel wat spanningen met andere gouwen, vooral met Oost-Vlaanderen, dat een veel sterker Vlaamsgezind profiel ontwikkelde en dat wist in te bedden in de uitbouw van het jeugdbewegingsleven. Die ontwikkeling zette zich ook door in de andere gouwen en leidde in het begin van de jaren 1950 tot een heroriëntering die pas na de dood van Dubois in 1957 voltooid werd. Toen werd een basiskeure goedgekeurd waarin jeugdbeweging, Vlaamse beweging en Katholieke Actie als drie pijlers voor de werking werden geproclameerd.

Dubois verloor na de oorlog steeds meer greep op de ontwikkelingen en raakte geleidelijk geïsoleerd tussen zijn medewerkers in Roeselare. Zijn isolement vergrootte toen enkelen van hen, onder meer zijn rechterhand proost Sylvaan Vincke, vroegtijdig stierven en toen in 1952 bisschop Lamiroy overleed, van wie hij de rechtlijnigheid erg bewonderd had en door wiens steun en autoriteit hij steeds zelf met gezag had kunnen optreden.

Dubois heeft in zijn leven alles – ook zijn Vlaamsgezindheid – ondergeschikt gemaakt aan de rangorde van waarden zoals hij die zag. In die rangorde stonden geloof en Kerk bovenaan en wel in blind vertrouwen en met onvoorwaardelijke onderwerping aan de kerkelijke overheid. Zijn hiërarchische en erg klerikale ecclesiologie – de oorzaak van zijn tragische rol in de Vlaamse beweging – werd binnen de tien jaar na zijn overlijden op het tweede Vaticaans concilie sterk bekritiseerd.

Literatuur

– J. Coppens, Necrologie Dubois, in: Annua Nuntia Lovaniensia, jg. 14, 1958, pp. 161-165.
– J. Geldhof, Ne Pereant, 1967.
– P. Ghyssaert, Een godsdompelaar, 1969.
– L. en L. Vos-Gevers, Dat volk moet herleven. Het studententijdschrift De Vlaamsche Vlagge 1875-1933, 1976.
– L. Vos, Bloei en ondergang van het AKVS, 1982, 2 dln.
– B. Woestenborghs, De Katholieke Studentenactie in Oost-Vlaanderen. 1928-1992, 1992.
– E. Colenbier, G. Gielen, E. Laridon en F. Tack, De kanunnik; Denkend en dankend. Karel Dubois (1895-1956), 1995.
– L. Vos, Berten de Clerck en het Jong Volksche Front, in: De Leiegouw, jg. 57, 2015, nr. 1, pp.99-125.
– L. Vos, De KSA-Romebedevaart van 1931, in: L. Vos. Idealisme en engagement. De roeping van de katholieke studerende jeugd in Vlaanderen (1920-1990), 2011, pp.197-227 en 497-505.
– L.Vos, KSA Noordzeegouw en haar historische identiteit (1928-1994). In het spoor van twee gouwproosten. 2020.

Suggestie doorgeven

1973: Amandus Dumon (pdf)

1998: Louis Vos (pdf)

2023: Louis Vos

Databanken

Inhoudstafel