Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren.
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren.
Het Consciencehuis was een in Brussel gevestigd verzamelcentrum voor Vlaamsgezinde verenigingen met culturele, ontspannings- of professionele doelstellingen. Het werd opgericht in 1953 door Jozef Clottens, en gesloten in 1984.
Jozef Contryn (1902-1991) was een Vlaamsgezind toneelacteur, die het poppenspel in Vlaanderen en ver daarbuiten populair maakte.
Advocaat Alfred Coppieters ’t Wallant (1835-1906) was in Brugge voorzitter van het Breidelcomité, dat de oprichting begeleidde van het in 1887 onthulde standbeeld voor Jan Breidel en Pieter Deconinck.
Honoré Coppieters (1874-1947) was vanaf 1927 bisschop van Gent. Hij verzette zich tegen het activisme en 'buitensporigheden van het Vlaams-nationalisme', maar steunde de Vlaamse taaleisen.
De Antwerpse musicoloog August Corbet (1907-1964), een specialist inzake de Vlaamse componist Peter Benoit, werkte het grootste deel van zijn beroepsloopbaan als administratief hoofdverantwoordelijke van het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium
Edward Coremans (1863-1926) werd ambtenaar en bekleedde een hoge functie bij het ministerie van Kunsten en Wetenschappen.
Ivo Cornelis (1887-1958) was een Vlaamsgezind priester in Mechelen, die tijdens en na de Eerste Wereldoorlog mee de christelijke arbeidersbeweging uitbouwde en vooral bekend werd met zijn jongenstehuis.
Ward Corsmit (1919-2002) was een priester die zich inzette voor de herleving van de Nederlandse taal en cultuur in Frans-Vlaanderen.
Gies Cosyns (1920-1997) was kunstschilder en lokaal politicus voor de Volksunie. Tussen 1965 en 1970 was hij de laatste burgemeester van Kwaremont.
Priester Marinus Coune (1873-1935) publiceerde de populaire zesdelige liedverzameling De Vlaamsche Zanger.
Cyriel Coupé (1918-1998), beter bekend onder zijn pseudoniem Anton van Wilderode, was priester, auteur, dichter en classicus.
Arthur Coussens (1883-1926) was een legeralmoezenier, leraar en onderpastoor. Hij droeg bij aan vele tijdschriften en publiceerde over zijn buitenlandse ervaringen.