Eyskens, Gaston
Gaston Eyskens (1905-1988) was een Vlaamsgezinde katholieke econoom en politicus, die onder andere eerste minister was ten tijde van de Koningskwestie en aan de basis lag van de eerste staatshervorming.
Gaston Eyskens (1905-1988) was een Vlaamsgezinde katholieke econoom en politicus, die onder andere eerste minister was ten tijde van de Koningskwestie en aan de basis lag van de eerste staatshervorming.
Joris Fassotte (1882-1945) was een bankier en econoom, die een economische invulling gaf aan het Vlaams-nationalisme.
Dit lemma brengt het verloop van veertig jaar interregionale transfers in België in kaart, evenals de verklaring, de verantwoording en de effecten ervan.
De jurist en Brusselse Vlaming Sven Gatz (1967) bekleedde verkozen mandaten op lokaal, Brussels en Vlaams niveau voor de Volksunie (VU) en VU-ID21.
De Germanische Leitstelle was een afdeling van de Schutzstaffel (SS) die instond voor het indoctrineren van vrijwilligers uit de zogenaamde Groot-Germaanse gebieden.
Het ontstaan en verdwijnen van gemeenschappen is het gevolg van een complex geheel van onbewuste en bewuste processen.
Vlaanderen heeft in de geschiedenis minstens drie verschillende betekenissen gehad: een middeleeuws graafschap, een pars pro toto voor de Lage Landen en het Nederlandstalige gedeelte van België.
René Goris (1895-1989) was een zakenman, actief in de christelijke werkgeversverbonden en een corporatistisch denker.
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen.
Het hechteniskamp van Lokeren was een voormalig Duits gevangenkamp dat tussen september 1944 en oktober 1947 diende als interneringscentrum in het kader van de repressie.
In de Warande (1995) was een Vlaamsgezinde denktank van (voornamelijk) prominenten uit de economische wereld. De groep bepleitte de splitsing van België op sociaaleconomische gronden en woog in belangrijke mate op het communautaire debat.
De Vlaamsgezinde katholieke parlementsleden Frans van Cauwelaert, Alfons van de Perre en Aloïs van de Vyvere interpelleerden in mei 1919 de regering van nationale unie over de taaltoestanden in België in het algemeen en in het leger in het bijzond