Hechteniskamp Lokeren

Organisatie
Björn Rzoska / Nico Van Campenhout

Het hechteniskamp van Lokeren was een voormalig Duits gevangenkamp dat tussen september 1944 en oktober 1947 diende als interneringscentrum in het kader van de repressie.

Alternatieve naam
Kamp van Lokeren
Interneringscentrum Lokeren
Oprichting
1944
Stopzetting
1947
Leestijd: 7 minuten

Tussen september 1944 en oktober 1947 gebruikte de Belgische overheid een voormalig Duits gevangenkamp in Lokeren als interneringscentrum in het kader van de repressie Repressie
Lees meer
. Het was in 1940-1941 in opdracht van de Duitse bezetter door het Lokerse stadsbestuur gebouwd met de intentie er (krijgs)gevangenen onder te brengen uit ‘De slag om Engeland’. Doordat deze luchtoorlog uitpakte in het nadeel van Duitsland, kwam het echter niet zover en fungeerde het kamp tijdens de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
als gevangenis voor allerhande delinquenten en verzetslieden.

Profiel van de geïnterneerden

Na de Bevrijding in september 1944 werden er personen opgesloten die werden verdacht van collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
met de Duitse bezetter of die daarvoor daadwerkelijk waren veroordeeld. Afgezien van de beginmaanden betrof het uitsluitend mannen, die voor het overgrote deel (94,1%) afkomstig waren uit Oost-Vlaanderen, de provincie waarin Lokeren gelegen is. Het kamp was één van de grootste interneringscentra van Vlaanderen. In de drie jaar dat het operatief was, passeerden er meer dan 20.000 mensen. Voor velen bleek hun verblijf in ‘het kamp van Lokeren’ en de gevolgen ervan levenslang moeilijk te verwerken.

In de begindagen van het Lokerse interneringscentrum kwam het merendeel van de opgeslotenen er terecht zonder concrete beschuldiging. 60% van hen werd naderhand buiten vervolging gesteld en vrijgelaten omdat er geen of onvoldoende grond bleek te bestaan voor een strafrechtelijke procedure of omdat de ten laste gelegde feiten door justitie te licht werden bevonden. Vanaf 1945 nam het aandeel van de veroordeelden in de totaliteit van de kampbevolking gestadig toe. Aanvankelijk werden nogal wat kampbewakers gerekruteerd uit het voormalige verzet. In tegenstelling tot wat in Vlaams-nationalistische middens vaak werd en wordt verteld, vormden zij over het geheel van de driejarige periode van het bestaan van het Lokerse hechteniskamp echter slechts 15% van het totale aantal.

Organisatie

De organisatie van het Lokerse interneringscentrum kende een moeilijke en problematische start, vooral als gevolg van de (bestuurlijke en politieke) chaos en het algemene tekort aan onder meer levensmiddelen en brandstoffen vlak na de Bevrijding. De voedingsrantsoenen waren beperkt, de bewakers niet of nauwelijks opgeleid en de hygiënische, materiële en medische voorzieningen lamentabel. Aan die problemen werd later weliswaar in meerdere of mindere mate tegemoet gekomen, maar onder meer de zogeheten ‘hongeropstand’ van augustus 1945 illustreerde de aanhoudende moeilijkheden om het detentieregime ordentelijk te organiseren.

Kampcultuur en bezigheden

De geïnterneerden genoten in ‘het kamp van Lokeren’ enige bewegingsvrijheid en werden in groep gehuisvest in houten en stenen barakken, niet in individuele cellen. Mede door dit zogeheten gemeenschapsregime konden er collectieve socioculturele activiteiten worden opgezet zoals toneelopvoeringen, voetbalwedstrijden, sessies van zangkoren en lessenreeksen op diverse studieniveaus, naast individuele vormen van ontspanning en artistieke creativiteit zoals houtsnijwerk, tekenen of schilderen en het schrijven van poëzie of proza. Op die manier ontstond een specifieke ‘kampcultuur’, zoals dat ook gebeurde en gebeurt in gelijkaardige omstandigheden van vrijheidsberoving. Een opmerkelijke exponent daarvan was het lied ‘Gebed voor het vaderland’, geschreven door Remi Piryns Piryns, Remi
Remi Piryns (1920-2004) was een Diets jeugdleider in Vlaams-nationale jeugdbeweging, bestuurder in het Algemeen-Nederlandse middenveld en ondernemer. Hij streefde naar culturele samenwerk... Lees meer
en op muziek gezet door Gaston Feremans Feremans, Gaston
Gaston Feremans (1907-1964) was een Vlaamsgezinde componist en dirigent, die op tal van Vlaams-nationalistische bijeenkomsten optrad. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stapte hij in de ‘cult... Lees meer
, dat in deze context ontstond en werd opgedragen aan een andere geïnterneerde, geneesheer Juul Vandenabeele, die de kamparts assisteerde.

Omdat nogal wat Vlaamsgezinde universitairen en intellectuelen, zeker in de beginmaanden eind 1944 en begin 1945, een tijdlang in het Lokerse hechteniskamp verbleven en er les gaven aan hun medegevangenen, werd - vooral in de flamingantische beeldvorming - soms gesproken over ‘het eerste cultureel centrum van Vlaanderen’ of over ‘de universiteit van Lokeren’. Die retoriek is evenwel overdreven en niet helemaal in overeenstemming met de realiteit. De overgrote meerderheid van de in Lokeren geïnterneerden waren arbeiders, middenstanders en landbouwers. De meesten van hen hadden als gewapende bewaker in dienst van de bezetter gewerkt of waren betrokken geweest bij de militaire collaboratie. Voor veel van deze laaggeschoolden vormde het dagelijkse contact met gediplomeerden in een besloten omgeving overigens wel degelijk een stimulerende en emanciperende ervaring. Twee specifieke sociale groepen, enerzijds studenten en scholieren en anderzijds onderwijzers, waren in verhouding tot hun aandeel in de totaliteit van de bevolking, oververtegenwoordigd in de populatie van ‘het kamp’.

Herinneringen aan het kamp

In de loop der jaren werden meer en meer gevangenen vervroegd vrijgelaten of overgebracht naar andere interneringscentra of reguliere gevangenissen. Eind 1947 werd ‘het kamp van Lokeren’ gesloten, waarna de houten barakken werden ontmanteld en in de stenen gebouwen noodwoningen werden ingericht. De herinnering aan een gedeeld verleden en het groeps- en solidariteitsgevoel dat daaruit voortvloeide, bleven bij ex-gedetineerden en hun familie decennialang levend en werden bestendigd en gecultiveerd via diverse netwerken en organisaties van voormalige lotgenoten en ideologisch gelijkgestemden. De bekendste daarvan is de vereniging HEKALO (Hechteniskamp Lokeren), die jaarlijks in Lokeren een misviering en een daarbij aansluitende herdenking met maaltijd opzet.

Voor de modale Lokeraar evolueerde ‘het kamp’ vanaf de jaren 1950 tot een steeds vager begrip. Toen het Lokerse stadsbestuur in 1987 besloot om de laatste materiële restanten van ‘het kamp’ af te breken, zorgde dat wel nog voor commotie en (vergeefs) protest door oud-gedetineerden en hun (politieke) sympathisanten. Op de plaats van het vroege interneringscentrum werd de centrale stedelijke begraafplaats uitgebreid, bouwde het gemeenschapsonderwijs een basisschool en werd een nieuwe straat aangelegd. Op die manier verdwenen uiteindelijk alle tastbare herinneringen aan het kamp op de voormalige site.

De visuele realiteit van het Lokerse repressiekamp is een stuk beter gedocumenteerd dan die van gelijkaardige detentiecentra in België uit de periode onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog. Met name doordat de katholieke kampaalmoezenier, minderbroeder Robert de Munter De Munter, Robert
Pater Longinus de Munter (1899-1991) was reizend predikant en aalmoezenier van het interneringscentrum in Lokeren. Hij verwierf bekendheid met zijn foto's die de levensomstandigheden van ... Lees meer
alias Pater Longinus, een uitstekende, handige en geïnteresseerde fotograaf was en het vertrouwen van heel wat ‘kampbewoners’ wist te winnen.

Daarnaast produceerden tal van professionele en amateuristische beeldende kunstenaars, tijdens of na hun gevangenschap, veelal figuratieve kunstwerken over de site waar zij in de periode 1944-1947 gedwongen verbleven. Sommigen verwierven later regionale bekendheid, zoals Urbain Gerlo (1897-1986) uit Waasmunster of Romain Malfliet (1910-2006) uit Sint-Niklaas. Ook in Lokeren gevangen gezette auteurs zoals Filip de Pillecyn De Pillecyn, Filip
Filip De Pillecyn (1891-1962) was schrijver en journalist. Hij was actief in de Frontbeweging, werkte voor De Standaard en De Tijd en stichtte het satirisch weekblad Pallieter. Tijdens de... Lees meer
en Valère Depauw Depauw, Valère
Valère Depauw (1912-1994) was een katholieke journalist en auteur. Hij schreef romans van diverse genres en richtte in 1948 de Boekengilde Brederode op, een uitgeverij die voornamelijk w... Lees meer
besteedden in hun proza uitvoerig aandacht aan dit kantelmoment uit hun leven.

Van begin december 2017 tot midden oktober 2018 liep in het Stadsmuseum van Lokeren de tentoonstelling ‘Opgesloten tussen zwart, wit en grijs. Het kamp van Lokeren 1944-1947’. Er kwamen meer dan 13000 bezoekers op af, het grootste aantal ooit voor een expo uit de geschiedenis van het in 1896 opgerichte museum. Tegelijk publiceerde historicus (en politicus) Björn Rzoska onder dezelfde titel een totaal herwerkte versie van zijn boek Zij komen allen aan de beurt, de zwarten. Het kamp van Lokeren uit 1999, dat was gebaseerd op zijn Gentse licentiaatsverhandeling van drie jaar voordien. In het Cultureel Centrum van Lokeren werd in het kader van dit project in maart 2018 ook een wetenschappelijk colloquium over collaboratie tijdens en repressie na de Tweede Wereldoorlog in België georganiseerd, dat meer dan 400 geïnteresseerden met uiteenlopende achtergronden mocht begroeten. Als sluitstuk van dit historisch en herinneringsproject werd aan de achterzijde van de centrale Lokerse begraafplaats, op de voormalige locatie van ‘het kamp’ in de Kerkhofstraat, een historisch informatiebord onthuld, dat de herinnering aan deze ‘lieu de mémoire’ blijvend maakt.

Literatuur

– F. de Pillecyn, Face au mur, 1979.
– Protest tegen sloping “kamp van Lokeren, in: De Standaard, 23 september 1987.
– L. P. Boon, Hij was een zwarte en andere reportages, 1989.
– J. Ballinckx en K. van Deuren (red.), P. Longinus De Munter, O.F.M.. Franciscaan en fotograaf, 1992.
– R. Van Hecke en P. Sertyn, Werner Vandenabeele: ‘De echte collaborateurs bleven buiten schot’. In hechteniskamp zaten veel onschuldigen, in: Het Nieuwsblad - Editie Waas, 10 en 11 september 1994.
– W. Vandenabeele, Het beruchte kamp van Lokeren, in: Het Vrije Waasland, 23 september 1994.
– F. de Vos, Lokeren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het dagelijks leven na de bevrijding, in: De Souvereinen. Tijdschrift van de heemkring van Lokeren, nr. 4,1994, pp. 124-139.
– W. Pauwels, De bevrijdingsdagen van 1944. Honderd dagen tussen anarchie en burgeroorlog. De geheime rapporten van François Louis Ganshof, 1994.
– B. Rzoska, Zij komen allen aan de beurt, de zwarten. Het kamp van Lokeren, 1999.
– S. de Bruyn, Het kamp van Lokeren, 2001.
– M. de Meester, Het hechteniskamp Lokeren. Een “onvervalste en levende” geschiedenis, KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2001.
– L. P. Boon, Hij was een zwarte. Met een gewezen lid van het N.S.J.V. in de Ardennen, in: Hij was een zwarte. Over oorlog en collaboratie, 2003, pp. 9-52 (oorspronkelijk verschenen in De Roode Vaan tussen 22-23 juni en 6-7 juli 1946; met annotaties).
– L. Heyvaert en N. van Campenhout, Opgesloten tussen zwart, wit en grijs. Het kamp van Lokeren 1944-1947, in: Faro. Tijdschrift over cultureel erfgoed, januari-februari-maart 2018,

Suggestie doorgeven

2023: Björn Rzoska / Nico Van Campenhout

Databanken

Inhoudstafel