Kervyn de Lettenhove, Joseph
Baron Joseph C.M.B.
Albert Kluyskens (1885-1956) was een Gentse hoogleraar die van groot belang is geweest voor de ontwikkeling van de Nederlandstalige rechtswetenschap.
Gerard Knuvelder (1902-1982) was een Nederlandse literatuurhistoricus en promotor van de Groot-Nederlandse gedachte. Afkomstig uit Gelderland was hij vooral invloedrijk in Noord-Brabant.
Godefroid Kurth (1847-1916) was een invloedrijke Belgische historicus die pleitte voor de verdediging van de Vlaamse en Duitse volkstaal.
De Nederlandse ambtenaar en auteur Johan Labberton (1877-1955) koos tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het activisme.
Paulin Ladeuze (1887-1940) was een priester, hoogleraar en tussen 1909 en 1940 rector van de Leuvense universiteit. Onder externe druk richtte hij tussen 1911 en 1935 naast Franstalige ook Nederlandstalige opleidingen in.
Max Lamberty (1893-1975) was een politiek en sociaal filosoof, die theoretisch werk over de grondslagen van de Vlaamse beweging leverde.
Pierre Lebrocquy (1797-1864) was hoofdredacteur van verschillende orangistische kranten. In 1846 was hij korte tijd hoogleraar Germaanse taalkunde in Gent. Daarna keerde hij terug naar de journalistiek.
Carolus Lecoutere (1856-1921) was hoogleraar Germaans Filologie aan de KU Leuven. Hij was de auteur van een aantal standaardwerken over Nederlandse taalkunde. Ook zette hij zich in voor het gebruik van een beschaafde Nederlandse omgangstaal.
Victor Leemans (1901-1971) was een politiek en sociaaleconomisch theoreticus, die het gedachtegoed van de revolutie van rechts introduceerde in de Vlaamse beweging.
De Nederlandse cultuurhistoricus Joep Leerssen (1955) voert vergelijkend en transnationaal onderzoek naar het ‘romantisch nationalisme’ en zijn politieke implicaties.
Psychiater Jan Lehembre (1934) zette zich in voor de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland op medisch-psychiatrisch vlak. Daarnaast was hij voorzitter van de ABN-kernen en spil van de jongerenorganisatie Jongerenkontakt Noord-Zuid.
Lodewijk Lievevrouw-Koopman (1862-1951) schreef toneelstukken en was acteur en regisseur. In 1911 richtte hij de Gentse Toneelschool op. Ook schreef hij een Gents Woordenboek.